LIPPER FUND AWARDS
De allerbeste fondsen Het is het seizoen dat de prijzen worden verdeeld. IEXProfs en Lipper presenteren in de Lipper Fund Awards-special de prijswinnende fondsen en fondshuizen, de geldstromen in de Europese fondsindustrie en de visie van Lipper’s head of research EMEA, Detlef Glow. Plus interviews met twaalf spraakmakende prijzenpakkers. interviews Fleur van Dalsem, Joost Ramaer en Peter van Kleef
IEXProfs
25
LIPPER FUND AWARDS
Zo was 2013. En zo wordt 2014 In tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt, is de Grote Rotatie van aandelen naar obligaties nog niet op gang gekomen. BlackRock trok het meeste geld aan. Templeton Global Total Return Fund was de kaskraker. Maar wat brengt 2014? door Detlef Glow
Obligatiefondsen UIT Bonds USD (-14,7 miljard)
De Grote Rotatie uit obligaties naar aandelen? Niet in 2013. De Europese fondsindustrie zag vorig jaar 274,8 miljard euro aan vers geld binnenkomen (geldmarktfondsen niet meegenomen). In 2013 ging er 96,4 miljard euro naar obligatiefondsen, 92,4 miljard naar aandelenfondsen en 85,1 miljard naar mixed asset fondsen. In schril contrast daarmee staat de uitstroom van 93,9 miljard uit geldmarktfondsen. Veel minder geweld was er bij UCITS hedgefunds en commodityfondsen die respectievelijk 0,9 miljard in- en 7,8 miljard euro uitstroom zagen.
IN Bonds Global Currencies (+26,8 mrd)
EUR corporate Investment grade (-7,1 mrd)
Bonds Flexible (+23,5 mrd)
Bonds GBP corporate Inv. Grade (-7,0 mrd)
Bonds USD Corp. High Yield (+13,8 mrd)
Bonds Inflation Linked (-5,1 mrd) Bonds Emerging Markets (-4,8 mrd) Bonds Asian Currency (-2,9 mrd)
Bonds EUR short term (+13,6 mrd) Bonds Specialty (+12.1 mrd) Bonds EUR Corp. High Yield (+9,6 mrd) Bonds Global High Yield (+7,5 miljard)
Aandelenfondsen UIT Aandelen VK (-9 miljard) Aandelen Duitsland (-7,7 mrd) Aandelen basismaterialen/energie (-4,6 mrd)
IN Aandelen Wereldwijd (+25,7 mrd) Aandelen Europa (+25,6 mrd) Aandelen Japan (+16,1 mrd)
Aandelen Pacific ex-Japan (-4,4 mrd)
Aandelen Noord-Amerika (+13,4 mrd)
Aandelen Latijns-Amerika (-3,4 mrd)
Aandelen Emerging Markets (+9,1 mrd)
Aandelen Zwitserland (-3,3 mrd) Aandelen Rusland (-2,9 mrd) Aandelen Centraal-Oost Europa (-2,6 mrd)
Aandelen Europa Mid/Smallcap (+7,7 mrd) Aandelen Specialty (+6,7 mrd) Aandelen VS Small/Midcap (+6,6 miljard)
Aandelen BRIC (-2,4 mrd)
40000 30000 20000
In het eerste halfjaar was er vooral sprake van instroom in obligatiefondsen, in het tweede halfjaar trokken aandelenfondsen nieuw geld aan. Van een Grote Rotatie kan echter nog niet gesproken worden. Wel laten de geldstromen zien dat de voorkeur van beleggers gedurende het jaar verschoof.
10000 0 -10000 -20000 -30000
Obligaties Aandelen
-40000 -50000 -60000 -70000
3 01 -2 ov 1-n 013 -2 ul 13 1-j -20 aa 2 1-m -201 ov 1-n 012 -2 ul 12 1-j -20 aa 1 1-m -201 ov 1-n 011 -2 ul 11 1-j -20 aa 0 1-m -201 ov 1-n 010 -2 ul 10 1-j -20 aa 9 1-m -200 ov 9 1-n 00 -2 ul 09 1-j -20 aa 8 1-m -200 ov 8 1-n 00 -2 ul 08 1-j -20 aa 7 1-m -200 ov 7 1-n 00 -2 ul
1-j
26
IEXProfs
LIPPER FUND AWARDS Nederlandse fondsen niet in trek
En nu 2014!
Het gros van de instroom – 211,2 van de 274,8 miljard euro - was in 2013 wederom weggelegd voor zogenaamde cross border-fondsen, fondsen die gehuisvest zijn in de Europese fondsenhubs Ierland en Luxemburg. Europese fondsen met een notering in eigen land, vertoonden een gemengd beeld. In Spanje waren obligatiefondsen niet aan te slepen (17 miljard instroom). Aan de andere kant van het spectrum vormde Duitse aandelenfondsen de grootste negatieve uitschieter (-5,9 miljard). In Nederland gehuisveste fondsen zagen uitstroom. Dat gold zowel voor aandelenfondsen (-1,7 miljard) als obligatiefondsen (-0,7 miljard).
Omdat de Europese Centrale Bank de rente laag houdt, houdt de search for yield aan in 2014. Dat betekent niet dat er geen renteverhoging zal zijn. Europese beleggers zouden een begin kunnen maken met het hedgen van hun obligatieportefeuilles. Dat kan er toe leiden dat alternatieve obligatiefondsen en obligatiefondsen met een korte duration in 2014 in trek zullen zijn. Daar komt bij dat de Risk On-modus nog wel even actief blijft, waardoor beleggers naar aandelenfondsen zullen uitwijken. Dat zal leiden tot een vlucht naar fondsen die beleggen in Amerikaanse, maar ook Europese aandelen. Vanuit het oogpunt van fondsselectie zal er vooral een voorkeur zijn voor fondsen met ene echt actieve benadering, die het vooruitzicht bieden op echte alphacreatie – veel meer dan index huggers die te maken krijgen met de concurrentie van goedkopere ETF’s. De huidige onzekerheid in opkomende markten kan zorgen voor een uitstroom uit opkomendemarktenfondsen. Maar het geld dat daar onttrokken wordt, zal worden geherinvesteerd in aandelen uit ontwikkelde markten. Een ander thema dat goed ligt bij Europese beleggers zijn de mixed assets en assetallocatiefondsen, vanwege hun mogelijkheid om uit alle beleggingscategorieën rendement te halen. Bovendien worden deze fondsen vaak gezien als diversificatieverhogend, waardoor een buffer tegen koersdalingen in een portefeuille wordt ingebouwd. Uitgaand van het huidige marktklimaat lijkt het er in elk geval op dat de Europese fondsindustrie zich mag opmaken voor een jaar met netto-instroom.
20000 15000
Obligaties Aandelen
10000 5000 0 -5000 -10000
rij
nk
ni ië o lg d K Be nig d re an Ve erl d d n Ne tsla i Du rijk ken k r an a Fr em land n r De itse lan n Zw ke ie al Gr tug n r ië i Po ven nste o Sl chte Lie tië oa ne Kr kraï n e Oe uw o Lit lande t ij Le agr l Bu land e t ij Es vak urg o b Sl em x Lu lta a ië M ech j Ts n le Po je i rk d Tu slan ië n Ru me rijk e Ro stenije r Oo a ng Ho ië l n Italand ge e Finorw n No ede Zw nje a Sp k
Kaskrakers en blockbusters
Van alle fondshuizen was BlackRock het meest succesvol in 2013, met een instroom van 32,5 miljard euro. Op gepaste afstand volgden JP Morgan Asset Management (21,3 mrd) en Franklin Templeton (10,8 mrd). BlackRock was zowel aan de aandelen- als de obligatiekant de nummer 1. Er was een instroom van 8,7 miljard in obligatiefondsen van BlackRock. Nummers 2 en 3 waren Deutsche Asset & Wealth Management (+7,6 mrd) en Franklin Templeton (+6,3 mrd). Bij aandelenfondsen werd de taart in meer gelijke porties verdeeld. De top-3 bestaat daar uit BlackRock (+1,5 miljard), Vanguard (+1,1 mrd) en Kommunal Landspensjonskassen (+1,1 mrd).
TOP-10 Templeton Global Return Fund M&G Optimal Income Fund
+6,7 miljard + 5,5 mrd
Standard Life GARS
+ 4,2 mrd
JP Morgan Global Income
+ 3,9 mrd
M&G Global Dividend
+ 3,6 mrd
ING Renta Global High Yield
+ 3,5 mrd
Pimco GIS Income Fund
+3,2 mrd
Schroder ISF Global Multi Asset Fund
+ 2,8 mrd
Sky harbor Short Duration high Yield
+2,6 mrd
JP Morgan Income Opportunity Fund
+2,6 mrd
De top-10 bij de individuele fondsen werd vooral gedomineerd door fondsen met een flexibele aanpak binnen een assetcategorie en fondsen met een allocatiestrategie. Het enige aandelenfonds dat de top-10 haalde, was het dividendfonds van M&G:
BlackRock 12% J.P. Morgan Asset Management 8% Franklin Templeton Group 4% Vanguard Group 3%
Rest 60%
Prudential Plc 3%
Detlef Glow is Head of Lipper EMEA Research
Standard Life Group 2% Schroders 2% Goldman Sachs 2% Intesa SanPaolo Group 2% Nordea AB 2%
IEXProfs
27
INTERVIEW LIPPER FUND AWARDS
White papers & black swans Het laatste houvast van beleggers en fondsselectors in de zoektocht naar topfondsen ligt onder vuur: active share blijkt niet de heilige graal, hooguit een handig hulpmiddel. door Peter van Kleef
Wat maakt een fonds tot een goed fonds? De honderdduizenden fondsbeleggers in Nederland zouden zich die vraag eens, of bij voorkeur, vaker moeten hebben gesteld. Want beleggingsfondsen zijn nog altijd beleggingsvehikel nummer 1 onder de huishoudens in dit land – al dan niet op advies van een adviseur of private banker. We stelden die vraag in dit magazine (pagina 15-19) ook aan vier mannen die van fondsselectie hun beroep hebben gemaakt. Maar het antwoord is een stuk lastiger. Op de volgende pagina’s leest u portretten van beleggingsfondsen en fondshuizen die gelauwerd zijn met een Lipper Award. Fondsen die boven zijn komen drijven en het staat buiten kijf dat je daarvoor iets in huis moet hebben. Maar dat maakt een fonds nog niet tot een topfonds. Om nog maar te zwijgen over een veel belangrijkere vraag: past het fonds in een portefeuille? Maken vijf (of tien) star managers een topportefeuille? Eén beproefd wapen om in een gecompliceerde wereld te overleven is het simplificeren van de materie. De gemiddelde Hollywoodfilm weet de complexe grotemensenwereld meestal haarfijn te versimpelen tot good guys en bad guys. Om het overzichtelijk te houden. Het wordt verwarrend als de hoofdpersoon ingewikkelder in elkaar zit en diepgewortelde nare trekjes heeft. Behalve dat we op het verkeerde been gezet worden, blijven we ook met een nare bijsmaak achter omdat ons zwart-witbeeld aangetast is. In de beleggingswereld doen we dat niet anders. We reppen van slim geld en dom geld (professionele beleggers en particulieren), we verdelen de markt in actief en passief. In kortetermijnhandelaren en langetermijnbeleggers. In bottom up en topdown. In fundamentele analyse en technische analyse. In bears en bulls. In zwart en wit. In goed en slecht. En het gros
28
van die kunstmatige scheidingen, of in elk geval het oordeel dat erbij hoort, is subjectief.
Active share onder vuur Ook de wereld van actief beheerde beleggingsfondsen delen we graag op. We hebben de cowboys die de index alleen gebruiken om aan het eind van het jaar hun outperformance te turven en we hebben de indexhuggers die dicht bij hun benchmark blijven. Die tweede categorie zal, by nature, niet vaak winnaars van Lipper Awards opleveren. De eerste categorie heb ik gekscherend zandloperfondsen genoemd. Het
misschien niet het meest representatief is. Zo gebruiken hoogdividendfondsen soms de gewone wereldindex als benchmark en niet een dividendindex, met ene hogere active share als gevolg. Een nieuwe white paper van Fidelity komt met nieuwe kanttekeningen bij active share. Volgens de vermogensbeheerder is de berekening van active share een ‘opvallend eenvoudige methode’ (daar heb je het weer!), die ook zeker zijn nut heeft bij het onderling vergelijken van fondsen. Maar alleen als dat ook op meerdere fundamentele fronten wordt gedaan. Active share zegt volgens het onderzoek namelijk niets over de kracht van de gevolgde strategie en er zou een hoge correlatie zijn tussen active share en risico. Hoe hoger de active share, hoe groter de kans op een plotselinge ontsporing – de zogenaamde black swans. Maar de meest opvallende uitkomst is dat de hoge active share van largecapfondsen vooral blijkt terug te voeren op beleggingen in smallcaps. De link tussen hoge active share en outperformance lijkt volgens de Fidelityonderzoekers daarmee verdacht veel op een ordinaire smallcapbias. Die verklaart de succes van fondsen met een hoge mate van afwijking in de afgelopen vijftien jaar, maar stelt meteen de vraag wat het met de reputatie van active share doet als kleine aandelen uit de gratie raken. Het voordeel is dat active share daarmee teruggebracht wordt van ‘heilige graal’ tot wat het feitelijk is: een handig hulpmiddel. Net als de fondsmanagerinterviews met prijswinnaars op de volgende pagina’s.
”Eén beproefd wapen om in een gecompliceerde wereld te overleven is het simplificeren van de materie” ene moment prijken ze bovenaan, draait de markt, dan bundelen ze onderaan. Maar het fijne van een indexafwijking is dat hij meetbaar is. Antti Petajisto en Martijn Cremers doopten dat tot ‘active share’, het percentage dat niet veel meer is dan de optelsom van alle afwijkingen – positief of negatief – die een fonds aanbrengt ten opzichte van de index. Hun Yale-studie ging viral en werd wereldwijd omarmd. Active share onthulde dat beheerders die de grootste afwijkingen hadden, de beste kans op outperformance hadden. Natuurlijk viel daar best iets op aan te merken. Hoewel er enige voorspellende waarde aan ontleend kon worden, bungelden sommige fondsen met een torenhoge active share soms ook onderaan lijstjes. En was de hoge active share wel een gevolg van echte afwijkingen of van slim gebruik van een benchmark die
IEXProfs
INTERVIEW DEUTSCHE ASSET & WEALTH MANAGEMENT Group Award • Bond Large Fund Award • Bond Eurozone DeAWM Invest Euro Bonds (Premium)
Innovatief inspelen op een veranderend obligatielandschap Crisisjaar 2008 was niet het beste jaar voor obligatiehouders. Sindsdien heeft Deutsche Asset & Wealth Management, de vermogensbeheerder van Deutsche Bank, het productgamma obligaties flink op de schop genomen en de nodige nieuwe, interessante producten toegevoegd die beleggers beter helpen om ook in tijden van lage yields geld te verdienen met obligaties. “De reden waarom de prestaties van DeAWM op het gebied van obligaties de afgelopen paar jaar sterk is verbeterd, is tweeledig”, zegt Stefan Kreuzkamp, CoHoofd Vastrentende Waarden EMEA bij Deutsche Asset & Wealth Management. “Ten eerste hebben we ons in een heel vroeg stadium al gepositioneerd vanuit onze overtuiging dat er een oplossing zou komen voor de problemen in de eurozone in de vorm van hoge wegingen in staatsobligaties en covered bonds uit Spanje, Italië, Portugal en Ierland. Daarnaast heeft de enorme verkleining van de spread in de Europese periferie bijgedragen aan de algehele sterke prestatie in onze vastrentende fondsen en mandaten.” “Ten tweede hebben we in de afgelopen 18 maanden de obligatie-expertise van DWS, DB Advisors en Deutsche Insurance Asset Mangement samengebracht onder de nieuwe paraplu DeAWM. Daarnaast zijn er sterkere portefeuillebeheerteams gevormd rondom kerncompetenties in staatsobligaties, coverend bonds en bedrijfsobligaties. Er is een nieuw beleggingsproces ingericht dat leidt tot veel meer interactie tussen deze competentiegroepen. Daarnaast hebben een gerichte benadering voor portefeuilleconstructie en onze focus op “ex-ante” risicobeheer eraan bijgedragen dat we een behoorlijke outperformance ten opzichte van de benchmarks en de concurrerende partijen hebben gerealiseerd.” “De Lipper Award voor beste grote obligatiehuis is het bewijs dat we producten
hebben geïntroduceerd die goed aansluiten bij de behoeften van beleggers,” aldus Pieter Furnée, Managing Director, Head of Global Client Group Benelux. Maar wat doet DeAWM dan precies voor hun klanten? Furnée legt het zo uit: “De meeste klanten verwachten op termijn een stijgende lange rente en die komt er waarschijnlijk ook wel, de vraag is wanneer. Die klanten kunnen bij ons kiezen voor obligaties met een korte duration, een negatieve duration, of shareclasses waar het renterisico is afgedekt, zodat het effect van een rentestijging beperkt zal zijn en zij snel kunnen handelen bij een oplopende rentestand.” Een ander voorbeeld is de vraag van DeAWM-klanten naar obligaties met
een langere looptijd uit de periferie van Europa. “De problemen worden minder nijpend, dus de gemiddelde ratings voor staatspapier van de Zuid-Europese landen stijgen en daarmee komt de rente omlaag,” vertelt Kreuzkamp. Beleggers die nog onzeker zijn over het herstel van deze landen kunnen bijvoorbeeld kiezen voor covered bonds. “Covered bonds zijn obligaties waarvan obligatiehouders bij problemen van de uitgevende bank vooraan in de rij van schuldeisers staan. Ze staan in sommige landen zelfs voor depositohouders.”
Obligaties uit China Een van de andere obligatie-innovaties van DeAWM is een obligatiefonds in Chinese valuta, de renminbi. “Ons Chinaobligatiefonds is geschikt voor beleggers die naast euro- en dollarobligaties een extra rendement willen maken. De fondsmanagers beleggen onder andere in obligaties van multinationals die in China geld nodig hebben.” Tot slot heeft DeAWM recent in Duitsland een inflation protect-fonds op de markt gebracht. Dat lijkt in tegenspraak met de lage inflatie, want er is niet zoveel waartegen beleggers hun portefeuille moeten wapenen. Toch vindt het fonds gretig aftrek in Duitsland.
JYSKE INVEST Group Award • Overall Small Group Award • Mixed Assets Small Fund Award • Mixed Asset EUR Balanced Global Jyske Invest Dynamic Strategy
‘Het doorsnee mixfonds is achterhaald, wij gaan uit van het risicoprofiel van de klant’ Het kleine, maar zeer internationaal opererende Deense fondshuis Jyske Invest mag dit jaar maar liefst drie Lipper Awards in ontvangst nemen. Voor een mixfonds,
IEXProfs
maar ook op het gebied van de groepsprijzen laten de Denen zich niet onbetuigd. “Het doorsnee mixfonds gaat uit van een achterhaald idee over spreiding met
31
INTERVIEW len mag fluctueren van 40 tot 80% van de portefeuille. Het aantal namen is beperkt: dertig tot vijftig. Evenals het beheerd vermogen: 21 miljoen euro. Toch doet dit fonds het vaak beter dan z’n benchmark. Sinds 2009 was het rendement gemiddeld 13,73% per jaar. “In Denemarken heeft Jyske de bijnaam catfish (meerval),” vertelt Van der Plas. “Dat staat daar voor een eigenaardige en zeer actieve vis, die zuurstof toevoegt aan zuurstofarm water.”
slechts drie smaken: aandelen, obligaties en cash. Wij baseren onze mix op het risicoprofiel dat de klant kiest. Het Jyske Invest Dynamic Strategy Fund is er voor beleggers die een volatiliteit van 8% nog acceptabel vinden. Het fonds heeft alle vrijheid om de juiste keuzes te maken op de juiste momenten: het kan wisselen tussen vermogenscategorieën, landen, sectoren, tussen groei en waarde, tussen lange en korte looptijd. Soms kun je je risico-rendementverhouding het beste opzoeken via aandelen, andere keren is het verstandiger high yield- of emerging markets-obligaties te gebruiken. Bij onze Strategy Funds sluit het risicoprofiel van de beleggingen één op één aan bij dat van de klant. Dat is het grote verschil met traditionele mixfondsen.” Edwin van der Plas spreekt namens Jyske Bank, een Deense private bank die voor 60% eigenaar is van Berben’s Effectenkantoor in Weert, waar Van der Plas een van de twee directeuren is. Berben’s is niet zo maar een verkoopkanaal; de Weertse onderneming doet al veertig jaar zaken met de Denen. Jyske opereert vanuit Silkeborg, valt onder Deens toezicht en heeft een oer-Deense bedrijfscultuur. Maar van de 20.000 klanten uit 135 landen woont er niet één in Denemarken. De overige filialen staan in Zürich, Gibraltar, Hamburg, Cannes en dus Weert. De groep is uiterst solide gefinancierd, met 2,5 miljard euro aan kapitaal – 780 miljoen meer dan de norm, aldus Jyske zelf – en ruim vijf miljard aan liquiditeiten, 1,3 miljard boven de minimumeis. Jyske heeft de afgelopen jaren niet alleen meerdere Lipper Fondsawards gewonnen, bij de groepsawards is het kleine, maar internationale huis ook een vaste afnemer van prijzen.
Edwin van der Plas
ROBECO Fund Award • Equity Global Robeco BP Global Premium Equities euro
Alpha uit aandelenselectie De specialiteit van Christopher Hart, fondsmanager van Robeco BP Global Premium Equities, is aandelenselectie. Daar haalt Hart alpha uit. En dan met name uit aandelen die ondergewaardeerd zijn, maar wel van bedrijven die gezond zijn
Meerdere Awards Kortom, Jyske doet sterk denken aan dat andere bekende Scandinavische huis uit het Noorse Stavanger: lange adem, eigen(wijze) visie en met een nadruk op wederzijds vertrouwen tussen klant en adviseur. Inderdaad, zegt Van der Plas. “Zowel Jyske, Skagen als wij in Weert hebben de ruimte om een eigen koers te varen vanuit een fundamentele overtuiging.” De twaalf professionals van Berben’s hebben toegang tot de tweehonderd analisten van Jyske. Twee keer eerder wonnen zij Lipper Awards. Hun Dynamic Strategy Fund belegt wereldwijd, waarbij het percentage aande-
32
en goede vooruitzichten hebben. Hij kan bij deze selectie kiezen uit een universum van 8500 aandelen, veel meer dan de 1500 die in de benchmark (MSCI World in euro’s – red.) zitten. Veel kijkt Hart echter niet naar die benchmark, het is zuiver een referentiepunt, want het beleggingsproces van dit fonds is geheel bottom up. “Wij selecteren aandelen op prijs. Is een aandeel goedkoper dan de markt? Maar we letten ook goed op de fundamentals van het bedrijf. Zijn zij in staat om een goed rendement te maken op hun assets? En hoe zit het met de vrije kasstroom. Hoe wenden ze dat aan? Om te investeren, om aandelen terug te kopen, dividend uit te keren? Kiezen ze voor aandeelhouders op dat gebied de meest waardevolle optie?”
Dollarrisico?
Christopher Hart
IEXProfs
Veel ondernemingen waarin Hart voor het fonds belegt staan in dollarlanden, terwijl het fonds zelf noteert in euro. Hart legt uit dat zij dit valutarisico niet actief afdekken voor de hele portefeuille. Momenteel is het fonds onderwogen in de VS. Europa en het Verenigd Konink-
INTERVIEW rijk krijgen de voorkeur boven Amerika omdat Hart verwacht dat hier de meeste alpha te genereren is. “Maar eigenlijk maakt het volgens onze strategie niet uit waar een bedrijf staat of genoteerd is, het gaat dus om goede onderliggende cijfers en een relatief lage beurskoers.” Kansen ziet Hart voor de grotere small caps in Europa die consumentenproducten maken. “Niet de Nestlé’s en Unilever’s, maar bijvoorbeeld een kleinere drankproducent daaronder. “Ook van gezondheidszorgaandelen is hij gecharmeerd. “Zij zijn een tijd lang niet zo populair geweest onder beleggers vanwege het hogere risicoprofiel, maar de grote farmabedrijven hebben een goed perspectief, kunnen de nodige vrije kasstroom binnen halen de komende jaren. De patentcliff zit namelijk in de koers en veel farmacieondernemingen gaan nieuwe fases in met hun producten,
waardoor de pijplijnen er gezond uitzien. Daar komt bij dat er in de VS kansen zijn voor farmdistributeurs. De Amerikaanse overheid wil dat de kosten in deze sector omlaag gaan en dat kan gunstig uitpakken voor de sector.” Hart is even minder weg van Zuidoost Azië en Japan. “In Azië moeten beleggers nog wennen aan de nieuwe standaard. De koersen zijn relatief laag en dus aantrekkelijk, maar ik voorzie minder goede (groei)cijfers van bedrijven. Japanse aandelen hebben we begin vorige zomer al verkocht. Aandelen daar zijn fairly valued, maar we maken ons zorgen om de bedrijfswinsten in 2014. Die zouden wel eens iets lager kunnen zijn.”
ING INVESTMENT MANAGEMENT Fund Award • Bond Global High Yield ING Hoog Dividend Obligatie Fonds Fund Award • Mixed Assets euro Aggressive Global ING Dynamic Mix Fund V Fund Award • Mixed Assets euro Conservative Global ING Dynamic Mix Fund II
Ster in mixfondsen ING Investment Management (ING IM) wint dit jaar onder andere twee Lipper Awards voor hun ING Dynamic Mix fondsen. ING IM’s Dynamic Mix fondsen worden sinds 2009 beheerd door Ewout van Schaick en Siu Kee Chan. De rendementen van deze mixfondsen lagen de afgelopen vijf jaar ruim boven het gemiddelde van soortgelijke fondsen. Vandaar ook de Lipper Awards voor het ING Dynamic Mix Fund II en V. Van Schaick legt uit: “We hebben volop kunnen profiteren van de goed presterende aandelen- en kredietmarkten in Japan, de VS en Europa. Daarnaast hebben wij weinig schade opgelopen van de teleurstellende beleggingsresultaten in opkomende markten.” De Dynamic Mix fondsen worden actief beheerd en combineren de top-down-visie van het MA-team met de
bottom-up selectie van de aandelen en vastrentende teams. “Onze asset alloca-
tie beslissingen hebben de afgelopen jaren een doorslaggevende rol gespeeld bij het realiseren van de goede rendementen. Bovendien is er veel aandacht voor risicobeheer in het beleggingsproces. Wij maken niet alleen gebruik van onze eigen research, maar ook van risicobudgettering bij het implementeren van deze visies in de fondsen.” De omvang, stabiliteit en ervaring van het team is volgens Van Schaick uniek binnen de Benelux. “Binnen het team werken economen, strategen en portefeuillebeheerders samen om tot beleggingsvisies te komen die waar mogelijk direct worden doorgevoerd in onze fondsen.” Wat is het beleggingsbeleid? In de beleggingsportefeuilles van de vijf Dynamic Mix fondsen worden aandelen en obligaties gecombineerd. Voor elke fondsvariant – waarbij het Dynamic Mix Fund I het meest defensief belegt en het Dynamic Mix Fund V over het meest offensieve karakter beschikt – geldt een andere basisverhouding. Ieder fonds heeft dus zijn eigen rendementsverwachting met bijbehorend risico, wat de mixfondsen geschikt maakt voor een breed publiek. Van Schaick: “Ons beleggingsbeleid is gebaseerd op fundamentele analyse en analyse van de marktdynamiek. Binnen de fundamentele analyse kijken wij naar factoren zoals de macro-economische ontwikkelingen, de fase in de business cyclus en de waardering van vermogenscategorieën. Daarnaast geven wij evenveel aandacht aan het bestuderen van de werking van de markt en het gedrag van beleggers. Wij zijn van mening dat de markt, onder
Het Multi-Asset-team van ING Investment Management Binnen ING IM is het Multi-Assetteam (MA) verantwoordelijk voor het beheer van een brede waaier aan multi-asset-fondsen. Het MAteam bestaat uit drie subteams: Macro en Strategy (economische visie en tactische asset allocatie), Multi-Asset Strategies en Systematic Strategies. Deze drie teams beheren samen 17 miljard euro aan vermogen voor particuliere en institutionele beleggers. Ewout van Schaick is sinds 2009 hoofd van het MultiAsset Strategies team. Ewout van Schaick
IEXProfs
33
INTERVIEW invloed van menselijke emoties, soms meer gedreven wordt door kuddegedrag dan door fundamenten.” Het MA-team alloceert binnen de fondsen niet alleen tussen de verschillende vermogenscategorieën, maar maakt ook actief keuzes tussen regio’s en sectoren binnen de aandelenmarkt. Wat vastrentende waarden betreft kiest zij bewust voor het al dan niet alloceren naar kredietmarkten of opkomende markten en tegelijkertijd stuurt zij het renterisico van de gehele portefeuille.
Terughoudend in opkomende markten Het team heeft momenteel een voorkeur voor aandelen in ontwikkelde markten, met een extra tilt naar Japanse aandelen en vastgoedaandelen. Zowel economische fundamenten als marktontwikkelingen onderbouwen een overweging in aandelen. Van Schaick: “Wij zien dat het economisch herstel in de VS, Eu-
ropa en Japan doorzet, de risico’s op een systeemcrisis nemen verder af en het monetair beleid blijft vooralsnog ruim. Tegelijkertijd zijn aandelen voor meer beleggers een aantrekkelijk alternatief in vergelijking met de hele lage rendementen op cash en staatsobligaties.” “Wel zijn wij zeer voorzichtig over de ontwikkelingen in opkomende markten. Doordat het economisch groeimomentum in de meeste opkomende markten verder verzwakt en de schulden van consumenten én bedrijven hoger dan ooit zijn, zijn er structurele hervormingen nodig. Zolang deze hervormingen uitblijven, zijn wij terughoudend met het beleggen in deze markten,” aldus Van Schaick.
Zweden oké, Parijs nee
HENDERSON GLOBAL INVESTORS Fund Award • Equity Sector Real Estate Holdings Europe Henderson HF Pan European Property Equities
Vastgoedaandelen blijven goed renderen Beleggers die denken dat ze hun geld eenvoudig kunnen verdubbelen op de Europese vastgoedmarkt, zijn aan de late kant. Echter, dubbelcijferige rendementen zijn haalbaar, aldus vastgoedfondsmanager Guy Bernard.
hun inleg nog kunnen verdubbelen, die zijn zo’n anderhalf jaar te laat. Ook in de populaire Britse markt, maar vastgoedaandelen moeten op korte termijn een totaalrendement, dividendrendement en koerswinst van 10-12% kunnen opleveren.” Bernard: “Voordat wij in een vastgoed-
Sinds oktober 2010 is Guy Bernard fondsmanager van het European Property Equities fonds van Henderson Global Investors. Bij zijn aantreden bestond de portefeuille uit veel kleinere posities en zijn doel was om met minder posities meer rendement te maken. En getuige de Lipper Award voor dit vastgoedfonds is hem dat gelukt. Maar het was niet alleen zaak van het opschonen van de portefeuille, de vastgoedmarkt en dan met name de Britse markt (waarin het fonds een overweight positie heeft) heeft de afgelopen jaren behoorlijk de wind in de rug. “Beleggers die verwachten dat ze
aandeel beleggen kijken we eerst naar de markt. Wat verwachten we van die specifieke markt – huur, waardeontwikkeling, leegstand et cetera - en hoeveel van die verwachting zit er eventueel al in de koersen?” En om dan meteen weer even terug te keren naar de hotte Britse vastgoedmarkt, daar valt volgens Bernard nog een aardig rendement te maken. De Londense markt is al maanden redelijk oververhit. “De vraag, vooral van buitenlandse beleggers, blijft echter hoog en tegelijk trekt de economische groei aan. Buiten de stad gaat het daardoor ook veel beter. Daarbij speelt mee dat de banken weer meer geld uitlenen en mensen uit Londen geprijsd worden en daarbuiten op zoek moeten naar huizen en kantoren.” Buiten Londen rekent Bernard echter niet op veel huurgroei, in Londen wel. “Daar kunnen de huren in populaire delen van de stad zo nog 5-10% omhoog op korte termijn.”
Op de aandelenmarkt hebben aandelen een klein dipje achter de rug, reden voor Bernard om wat bij te kopen. Hij doet dat dus door markt en koersen te vergelijken, maar het juiste aandeel vinden is in deze markt niet altijd eenvoudig. Een goed teken is dat er meer nieuwe vastgoedfondsen naar de beurs komen, aldus Bernard. “Het aantal IPO’s neemt toe, al zijn het niet altijd vastgoedbedrijven in de vorm zoals we die kennen: ondernemingen die een eigen portefeuille beheren en een beursnotering hebben. Het zijn meer cashboxvehikels, zoals recent bijvoorbeeld in Spanje en Ierland.” Het fonds mag in Europa ook in niet eurolanden beleggen. Zweden is volgens Bernard momenteel een interessante markt. “De economie trekt aan, beleggers hebben vermogen om te beleggen en zijn op zoek naar investeringen en de vraag naar vastgoed stijgt.” Over het Europese continent is Bernard en zijn team iets minder te spreken. “We maken ons een beetje zorgen om de economische groei, de lage inflatie waardoor beleggers geen profijt hebben van indexatie. Er zal dus weinig sprake zijn van huurgroei. Een voorbeeld van zo’n markt is Parijs. We wachten eerst tot het economisch beter gaat voordat we daar verder willen investeren. Idem voor Nederland. ”
Guy Bernard
IEXProfs
35
INTERVIEW SCHRODERS Fund Award • Equity Emerging Europe Schroder ISF Emerging Europe
Door politieke risico’s heenkijken Momenteel zijn er uitdagingen genoeg voor een beheerder van een opkomend-Europafonds. Wie denkt de co-beheerder van het Schroder ISF Emerging Europe – winnaar van een Lipper Fund Awards in de categorie aandelen OostEuropa – gekluisterd aan zijn scherm aan te treffen, heeft het mis. Tom Wilson staat IEXProfs te woord vanaf een Franse alpentop. Maar ook daar vandaan wordt de markt en de situatie in de Krim en Oost-Oekraïne goed in de gaten gehouden. Dat kan ook moeilijk anders met een portefeuille die voor zo’n 56% uit Russische aandelen bestaat. “Maar de landenallocatie is slechts 20% van het risico, aandelenselectie voor 80%” – risico ten opzichte van de index, voor alle duidelijkheid. Het fonds verslaat zijn index al vijf jaar op rij. Vooral vorig jaar was indrukwekkend. Waar de index haperde en ruim in de min schoot, bleef het fonds aan de goede kant Christopher Hart van de nullijn. Begin 2014? Zelfde scenario. Over de twaalf maanden tot 31 januari haalde het fonds een rendement van 1,1% tegen -8,5% voor de index. “In 2013 ging wat dat betreft alles goed wat maar goed kon gaan voor ons. Zowel de landenallocatie als de stockpicks pakten goed uit.” Dat neemt niet weg dat er uitdagingen genoeg zijn voor een beheerder van een opkomendEuropafonds. In Rusland zoekt president Poetin de grenzen op en die andere grote markt in de index, Turkije, wordt gegeseld door een mix van factoren: corruptieschandalen rond ministers en de regeringspartij en de tegenwind van de tapering door de Federal Reserve (die vooral opkomende landen met een zwakke handelsbalans raakt) zijn daarvan de meest prominente.
Lagere waarderingen na sancties Toch is Wilson gematigd enthousiast over beide landen die samen goed zijn voor 70% van zijn portefeuille. In Rus-
36
land zijn de waarderingen wel heel aantrekkelijk aan het worden. In elk geval als je door de politieke risico’s op de korte termijn heen kan kijken. En eventuele sancties vanuit het westen kunnen de komende tijd voor nog lagere waarderingen zorgen. De kapitaalstromen uit het westen worden niet aangemoedigd. “Voor Amerikaanse banken is het nu bijna onmogelijk om zaken te doen in Rusland.” Wilson schoof aan de vooravond
van de escalatie in de Krim-regio op van consumentengoederen naar olie. “De groei in Rusland zwakt al een tijd af, er is een loonaanpassing geweest als gevolg van verkiezingsbeloften maar dat effect ebt weg en Rusland zit aan het einde van een kredietcyclus met banken die de kredietverstrekking terugdraaien.” En geopolitieke spanningen willen de energieprijzen nog wel eens opjagen, natuurlijk. Enthousiaster is Wilson over Polen, Tsjechië en Hongarije, landen die profiteren van de fundamentele verbetering in de eurozone. Polen, de derde markt in zijn speelveld, heeft wel stevigere waarderingen. Maar Wilson kan ook uitwijken. Niet alleen naar cash, maar ook naar off-benchmarkgebied als de Verenigde Arabische Emiraten, waar het fonds nu zo’n 2,5% belegt. Dat is nauwelijks opkomend-Europa te noemen, maar Schroders ziet goede vooruitzichten voor frontier markets, heeft een eigen researchafdeling in Dubai, en het fonds mag uitwijken naar posities buiten de benchmark als Wilson en zijn team daar waarden in zien. “Maar het blijft een opkomend-Europafonds, dus we zullen daar nooit een significant deel van de portefeuille alloceren.” Van bovenuit is ook Griekenland teruggevallen in het opkomendemarktenspeelveld. Voorlopig zit het Schrodersfonds daar flink onderwogen. Wilson ziet er te weinig aantrekkelijke waarderingen. “Beleggers zijn ingestapt op de stabilisatie van het macroplaatje daar, waardoor de waarderingen voor de muziek uit marcheren.”
Tom Wilson
AXA INVESTMENT MANAGERS Fund Award • Equity Global Small and Mid Cap AXA Rosenberg Global Small Cap Alpha
Model smallcapbeleggers “Ons model doet het harde analytische werk, maar het is niet zo dat we op een knop drukken en daarna kunnen gaan golfen,” aldus Gideon Smith, CIO van AXA Rosenberg in Londen. De wereld van smallcapfondsen is een wereld waarin je bij uitstek fondsbe-
IEXProfs
heerders met indrukwekkende verhalen tegen het lijf loopt. Fondsbeheerders die pareltjes vinden, die bij veel beleggers onder de radar blijven omdat kleine beursgenoteerde bedrijven nu eenmaal op weinig aandacht van analisten kunnen rekenen. Maar bij het prijswinnende AXA Rosenberg Global Small Cap Alpha fonds ben je voor dit soort verhalen aan
potentie en risicoparameters”) en value trap (“sommige goedkope aandelen zijn goedkoop vanwege een goede reden”).
Mooie outperformance
Gideon Smith
het verkeerde adres. Het fonds wordt gerund op basis van analysemodellen en daarmee wordt sinds de lancering, vijftien jaar geleden, zo’n 2,5% outperformance per jaar gegenereerd. Met name de laatste jaren waren goed – vandaar de Award – omdat de correlatie tussen de koers en winstontwikkelingen van bedrijven weer intact is. Maar, hoewel het fonds nadrukkelijk leunt op het geautomatiseerde analysemodel, noemt het zichzelf geen quantfonds. Smith: “We zijn geen quantmanager. We zijn een fundamentele belegger met een systematische implementatie van onze beleggingsfilosofie.” En de smallcapwereld leent zich daar prima voor, stelt Smith. De vijver telt zo’n 10.000 vissen, die systematisch ontleed worden door het analysemodel waarbij gekeken wordt naar waardering en toekomstige winsten. Die twee factoren leiden tot een koersdoel voor elk van de aandelen. “Dat leidt uiteindelijk tot een gespreide portefeuille van 400 tot 500 namen. Bij ons gaat het niet om een paar briljante stockpicks, maar om de combinatie van alle posities.” Elke smallcap wordt door het model opgebroken. “Het model analyseert de balans, maakt vergelijkingen met de waardering van andere bedrijven in dezelfde sector. En daaruit komt een koersdoel en het oordeel: ondergewaardeerd/overgewaardeerd.” Natuurlijk, het model en de fondsbeheerders die het proces constant monitoren letten op klassieke valkuilen als de liquidity trap (“de vijver is zo groot dat voor elk bedrijf dat niet liquide genoeg is, er wel een alternatief is met dezelfde winstgroei-
38
Om dat laatste probleem te tackelen hebben ze bij AXA Rosenberg een eigen model ontworpen om tot winstprognoses van bedrijven te komen. Hard nodig, want analistenrapporten zijn schaars. De hamvraag is natuurlijk wel hoe accuraat dat model is. “Het model zit in 58% van de gevallen goed. Dat lijkt misschien een laag percentage, maar als je die score constant haalt en gebruikt binnen een goed gespreide portefeuille, kun je tot een mooie outperformance komen.” Dat lukt dus al vijftien jaar, met gemiddeld 2,5%. Maar er zijn moeilijke perioden geweest, als beleggers de rekenmachines en bierviltjes inruilen voor het driftig hameren op de Risk off (of Risk On) knop, kortom in tijden dat macro-economische gebeurtenissen de toon zetten. 2009 was daarom een moeilijk jaar, vanwege de disconnectie tussen de koers en winstontwikkelingen. “Maar als het stof neerdwarrelt en
de connectie tussen die twee hersteld wordt, halen we de schade snel in.” En daarnaast wordt het model continue verbeterd. “Je kunt ook niet alleen naar de laatste data kijken, die moet je constant blijven vergelijken met cijfers uit het verleden. Het is echt serieuze fundamentele analyse, waarvan het proces doorlopend wordt uitgebreid en verbeterd.” Dit jaar zou opnieuw een goed jaar kunnen worden, als de fundamentals ertoe blijven doen. “Maar we monitoren de ontwikkelingen in Oekraïne zorgvuldig. Dat zijn dingen die het model niet ziet, daarom kijken wij naar welke holdings in de portefeuille door een escalatie kunnen worden geraakt. Het is niet zo dat we op een knop drukken en daarna lekker kunnen gaan golfen.”
OPTIMIX Fund Award • Bond Euro Optimix EuroRente Fonds
Profiteren van een stijgende lange rente Met een aantrekkende Amerikaanse en Europese economie, zit het Optimix EuroRente Fonds vooral in kortlopende obligaties. Klaar om te profiteren van een aanstaande stijgende lange rente. Herbert Vroon van het Optimix EuroRente Fonds werd op het dieptepunt van de financiële crisis, iets meer dan vijf jaar geleden, fondsbeheerder van dit obligatiefonds. “Beleggers waren toen massaal op zoek naar veiligheid en staatsobligaties boden zo’n veilige haven.” Inmiddels is het fonds in omvang wat kleiner geworden, zo´n 50 miljoen euro beheerd vermogen anno 2014, maar dat maakt voor het winnen van de prijs niet uit. Met de Lipper Award die het rentefonds heeft gekregen is hij heel blij, vooral omdat het geen prijs is geba-
IEXProfs
seerd op kortetermijnrendement, maar op de middellangetermijn performance van het fonds. Het fonds heeft veel Nederlandse staatsobligaties in de portefeuille. Leveren die wel genoeg op? “De Nederlandse staat is een prima debiteur en geeft een aantrekkelijk rendement. Aantrekkelijker dan Duitsland in ieder geval. Veel beleggers denken dat Duitsland het altijd beter doet, maar de Duitsers hadden de afgelopen jaren te kampen met problemen bij de kleinere regionale banken, de Landesbanken. Wij hebben daar niet goed genoeg zicht op en weten daar te weinig van af, dus Duitsland hebben we vooral links laten liggen.” Finland is nog zo’n euroland dat beduidend meer rendement bood dan onze oosterburen. “Finland zit ook in onze benchmark en is dus een van de opties geweest voor ons om in te beleg-
38
INTERVIEW gen. In die tijd, midden in de crisis was Finland veruit een van de gezondste eurolanden, dus toen hebben we dat ook volop gedaan. De markt is niet zo liquide, maar omdat wij een relatief klein fonds zijn, kunnen we ons daar prima op bewegen.” Maar niet alleen de gezonde, noordelijke Europese landen, ook de in de problemen verkerende zuidelijke staten maken deel uit van de portefeuille. Sinds wanneer? “Eind 2011 kochten we de eerste grote positie in Italië. De timing was prima, want een week later werd bekend dat de ECB het Europese financiële systeem zou gaan steunen met de LTROmaatregelen en daarmee was Italië ook geholpen. Daar hebben we dus flink aan verdiend en die positie is weer vrij snel verkocht. Momenteel bezitten we veel Spaanse staatsobligaties. Ook hier was de beslissing van de ECB om indien nodig en onder strenge voorwaarden staatsobligaties op te kopen van landen die in de problemen komen, gunstig voor ons. We durfden het aan in Spanje met kortlopende obligaties omdat ECBvoorman Mario Draghi gezegd heeft dat hij obligaties met een looptijd tot drie jaar dus op kan kopen als een land in de problemen komt. Hierdoor hebben we punten extra rendement gemaakt, zonder extra risico te lopen.” Wat betreft de ontwikkeling van de lange rente, kom de visie van Vroon en zijn team minder goed uit. “Wij verwachten dat de lange rente zal stijgen en per saldo is dat in 2013 wel gebeurd, maar gemeten over twee tot drie jaar is
Herbert Vroon
40
de rente lager in plaats van hoger.” Het fonds is momenteel zo gepositioneerd dat het optimaal kan profiteren van een aantrekkende rente. “De economische groei in Amerika trekt aan en daar hoort een stijgende lange rente bij. Die is nu gewoon te laag. Vanuit historisch perspectief is er altijd een bepaald renteverschil tussen de VS en Duitsland, het toonaangevende Europese renteland. Dat verschil is nu te groot, dus ik verwacht dat de lange rente in Duitsland ook op korte termijn zal stijgen om dat gat wat in te lopen.” Bij een stijgende rente dalen de rendementen van obligaties juist. Vroon en zijn team willen rendementsverlies
voorkomen door veel kortlopende obligaties en obligaties met een variabele coupon in portefeuille te nemen. Zo kunnen zij snel inspelen op een hogere rente. Als voorbeeld van een momenteel goed renderende belegging noemt Vroon de perpetual Aegon. “Een rendement van 8% daarop is geen gek percentage. Beleggers zien dat financials het beter doen en deze partijen hebben momenteel weinig obligaties uitstaan, dus de vraag ernaar is groot. ”
FIDELITY WORLDWIDE INVESTMENT Fund Award • Equity Asia Pacific Fidelity Funds Pacific
“De keuze van de juiste aandelen is en blijft de motor van het rendement” Vanuit Tokio runt Fidelityfondsmanager Dale Nicholls het Asia Pacific Fund en sinds kort ook het China Special Situations Fund. Momenteel is Korea zijn geheime parel. “De drie voornaamste pijlers onder ons fondsrendement in 2013 waren: overweging in IT, vooral in China, overweging in Japanse financials en een kieskeurige selectie van small- en midcaps uit de regio. Wat IT betreft zie ik het helemaal zitten met het Chinese internetverhaal. De markt is nog altijd onderontwikkeld en er zijn veel kansen voor nieuwe business-modellen die in het westen allang worden toegepast. Bitauto, een portal voor de verkoop van auto’s en Soufun, een vastgoedwebsite, behaalden afgelopen jaar recordwinsten en dat waren dan ook de twee beste fondsen binnen onze fondsportefeuille. In Japan bleef ik zwaar onderwogen in 2013. Ik zag gewoon de koopjes niet in vergelijking met andere Aziatische markten. Ik maakte me ook zorgen dat Japanse aandelen te hoog zijn gewaardeerd vanwege overdreven optimisme over Abenomics.”
IEXProfs
Dale Nicholls beheert sinds 2003 het Fidelity Pacific Fund. Hij werkt al vanaf 1996 voor Fidelity Worldwide Investment, de internationale tak van een van de oudste en grootste fondshuizen ter wereld, met bijna twee biljoen dollar onder beheer. Fidelity is nog altijd in privé-handen: de aandelen zijn verdeeld over de managers en de nazaten van oprichter Edward C. Johnson II. Het Pacific Fund belegt anderhalf miljard dollar in 231 Aziatische aandelen. “Ik beleg al meer dan tien jaar in Azië,” zegt Nicholls, “en dit is een van de meest interessante periodes die ik heb meegemaakt.” China is en blijft de groeimotor van de regio, maar die hapert wel. “De Chinese regering krijgt er een zware dobber aan om een groei van 7% per jaar te combineren met een krappere geldpolitiek.” Dat laatste beleid is nodig om de Chinese schuldenberg af te bouwen.
Geheime parels Naast het Pacific Fund runt Nicholls vanaf april ook het Fidelity China Special Situations Fund, beroemd geworden onder de leiding van legende Anthony Bolton. Net als Bolton is Nicholls een echte
INTERVIEW
Dale Nicholls
stockpicker. “De keuze van de juiste aandelen is en blijft de motor van het rendement. Ik ben altijd op de uitkijk naar bedrijven die de beste waarde bieden als je kijkt naar groeikansen op de lange termijn, rendement op eigen vermogen en kwaliteit van het management. Als ik een bedrijf beoordeel, probeer ik zo goed mogelijk te begrijpen hoe elke van deze drie factoren zich op den duur zal ontwikkelen. Ik heb een voorkeur voor small- en midcaps omdat in die categorieën veel aandelen zijn te vinden die de meeste analisten over het hoofd zien, en waarvan de potentiële waarde nog de erkenning moet krijgen die hij verdient. Nu de toekomst in Azië onzeker-
der wordt, is het denk ik nog belangrijker om het management van zulke bedrijven persoonlijk te spreken, zodat je de robuustheid van hun business-model beter kunt inschatten. Wij blijven dieper graven.” Die aanpak vergt veel huiswerk, maar Nicholls kan bij Fidelity dan ook beschikken over 160 aandelenspecialisten in Tokio, Hong Kong, Singapore, Mumbai, Sidney, Shanghai en Seoel. Zelf opereert hij vanuit Tokio. Hoewel hij de meeste Japanse aandelen te duur vindt, ziet hij ook in dat land nog tal van mogelijkheden. Zoals Orix, de nieuwe eigenaar van Robeco. “Orix is Japan’s toonaangevende financiële dienstverlener, die een pioniersrol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de leasemarkt aldaar. Het is een goed geleid bedrijf.” Een andere geheime parel is Korea. De beurskoersen in Seoel lijden onder de goedkope yen, omdat die de Koreaanse export zou ondermijnen. Ten onrechte, gelooft Nicholls. “Korea vind ik heel interessant. Het is het geboorteland van enkele van de sterkste merken op aarde, en die verkeren in een unieke positie: zij profiteren zowel van het herstel in het westen als van de sterke groei in Azië. Koreaanse aandelen zijn in mijn ogen spotgoedkoop nu.”
BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS Fund Award • Equity Sector Real Estate Holdings Global BNP Paribas High Income Property
Profiteren van regionale verschillen Op het juiste moment in en uit de juiste landen en aandelen, dat leverde het BNP Paribas High Income Property een Lipper Award op. “Beursgenoteerd vastgoed is een klein clubje. Wereldwijd zijn er 400 tot 450 van zulke aandelen en daarvan zijn er 200 tot 250 interessant voor ons. Wij beleggen in zo’n zeventig namen uit die laatste groep. Dat maakt het ook zo leuk: je kunt echt diep gaan met de research.
Jan Willem Vis
IEXProfs
Ons team is acht man sterk en covert de hele sector hier vanuit ons Amsterdamse kantoor. In totaal beheren wij 2,7 miljard euro, waarvan per eind februari 120 miljoen in het BNP Paribas High Income Property Fund. De Lipper Award ontvangen wij voor een veel bredere categorie, namelijk wereldwijde vastgoedfondsen. Waarom? Ik vermoed omdat wij met een ervaren team heel veel tijd en energie investeren in markt- en macro-analyses. Meer dan andere fondsen, denk ik. Dat betaalt zich uit, want historisch gezien is er in deze markt veel te winnen door op de juiste momenten in en uit de juiste landen en sectoren te stappen.” Jan Willem Vis is hoofd Wereldwijd Beursgenoteerd Vastgoed bij BNP Paribas Investment Partners. Hij werkte vanaf 1999 al bij de voorgangers van de asset manager, ABN Amro Asset Management en Fortis Investments. “BNP Paribas Investment Partners kent twee soorten beleggingsproducten binnen beursgenoteerd vastgoed. Het ene is gerelateerd aan de cycli van de economie, het andere aan inkomen.” Het High Income Property Fund is belegd in vastgoedbedrijven met een relatief hoge dividendstroom. “De laatste tijd zijn we wat meer op waardegroei gericht. Het gemiddeld dividendrendement van onze beleggingen is eind februari 4,8% procent, iets onder dat van de benchmark.” Het beheerd vermogen van het High Income Property Fund is vorig jaar met een kwart gestegen. “Er is een enorme vraag naar beleggingen met een stabiel inkomen, vooral vanuit pensioenfondsen en vermogende particulieren. Vastgoed kan daarin voorzien vanwege veelal langlopende huurcontracten.”
Onderwogen VS, overwogen Japan Het fonds neemt vrij grote actieve landenposities in ten opzichte van de index,
Dale Nicholls
41
de FTSE EPRA NAREIT Global Dividend. Vis en consorten zijn momenteel onderwogen in Noord-Amerika. “Dat is de meest transparante markt, met de meeste aandelenbeleggers in vastgoed en die bewegen momenteel sterk mee met het rendement op Amerikaanse 10-jaarsstaatsobligaties. Gaat dat omhoog, zoals het laatste halfjaar, dan zien we beleggers uit vastgoedaandelen stappen omdat ze het dividendrendement verhoudingsgewijs te laag vinden.” Het fonds is overwogen in Japan. “Daar zie je de
leegstand in de kantorenmarkt dalen en de huren stijgen.” Momenteel kijkt het BNP-team ook weer naar Europa. “De situatie stabiliseert zich. Het zou zo maar kunnen dat beleggers hun vluchthavens weer durven verlaten. Dan kan de flow of funds richting Europa verder toenemen.”
BLACKROCK Fund Award • Equity Europe BSF (BlackRock) European Opportunities Extension
Alpha genereren door long én short te gaan Wat fondsmanager David Tovey en zijn team anders doen dan andere fondsen heeft vooral te maken met het beleggingsbeleid; long én short gaan. De toevoeging Opportunities Extension in de fondsnaam maakt het fonds een flexibeler alternatief voor een long only fonds door het gebruik van een hefboom en de mogelijkheid om alpha te genereren met shorts. Tovey moet voor zijn portefeuille dus niet alleen op zoek naar de beste aandelen om long te gaan, maar ook om short in te gaan. Hij doet
dit met behulp van zijn collega´s van het Europese aandelenteam van BlackRock. “Het longboek is vrij geconcentreerd om volop te kunnen profiteren van een opgaande markt, het shortboek is juist heel erg gediversifieerd om risico’s te beheersen en het fonds heeft momenteel een aantal kleinere Europese bedrijven in portefeuille,” vertelt Tovey. “Die trouwens enorm goed gepresteerd hebben. We hebben daar de afgelopen maanden flink winst op genomen. De netto expo-
sure van het fonds ligt doorgaans tussen 90 en 110%.” De Lipper Award is volgens Tovey te danken aan het creëren van de nodige alpha door een combinatie van consistent de juiste aandelen selecteren voor de longportefeuille en die aan te vullen met shorts. Het fonds investeert in Europa, maar kijkt dan vooral naar interessante bedrijven met interessante business modellen en een sterke balans, niet naar waar die toevallig gesitueerd zijn. “We hebben bijvoorbeeld een belangrijke positie in een Iers bedrijf en ook eentje in een Griekse onderneming.”
Kansen en vooruitzichten 2014 Tovey en zijn team voelen zich momenteel het meest comfortabel met aandelen van Europese bedrijven die ook vooral Europa als afzetmarkt hebben. “Die aandelen hebben volgens ons de meeste upside potentie. Het doel is om te investeren in ondernemingen met een solide businessmodel, maar met een hoge operationele leverage als er economisch herstel in de markt optreed en wanneer die mogelijke hersteloptie aantrekkelijke geprijsd is. Als er geen herstel komt dan zoeken we bedrijven met opgerekte balansen en zwakkere business modellen waar teveel herstel is ingeprijsd.”
T. ROWE PRICE Fund Award • Equity US T. Rowe US Blue Chip Equity
“We volgen bedrijven vanaf het begin en zien ze groeien tot een large cap”
David Tovey
42
De combinatie van gedegen research, waardebeleggen en het nodige geduld hebben de fondsmanagers van T. Rowe Price naar eigen zeggen een Lipper Award opgeleverd. T. Rowe Price is in het Nederlandse fondsschap wellicht niet zo’n bekende
IEXProfs
naam, maar daar komt dankzij de Lipper Award voor het beste Amerikaanse grote aandelenfonds wellicht verandering in. De Award heeft het fonds volgens productmanager Helen Ford gekregen door de langdurige en gedegen in-house research, die voortdurend wordt doorontwikkeld. “We volgen bedrijven vaak
INTERVIEW al vanaf het begin en omdat we ze hun hele corporate levenscyclus blijven volgen, weten we veel van de onderneming tegen de tijd dat het een large cap is.” Dat kost de nodige tijd en mankracht, maar Ford beschrijft het fondshuis als een belegger met een lange adem. “We zijn geduldige beleggers die de nadruk leggen op een langetermijnstrategie en goede bedrijfsfundamenten. Voor dit fonds is de beleggingsstrategie geheel bottom-up. De portfolio-omzet is laag, we richten ons echt op langetermijnwinstgroei bij ondernemingen en weinig handelen beperkt de transactiekosten.” Wat ook meehelpt met het consistente beleggingsbeleid van het fonds is de fondsmanager, Larry Puglia, die het fonds vanaf de oprichting in 1993 leidt.” Dat geduld komt ook in ander elementen van de portefeuillefilosofie tot uitdrukking. Ford legt uit: “We leggen de nadruk op duurzaamheid van de winst en een gezonde vrije kasstroomgroei. Veel beleggers geven de voorkeur aan groeiaandelen, ook al is de groei waarschijnlijk van korte duur. Wij geven de voorkeur aan bedrijven die winstgevend zijn en dus vrije kasstroom op consistente basis kunnen laten groeien.” Daarnaast houdt het team van T. Rowe Price het management van een onderneming goed in de gaten. “Hoe productief
de aandelenwaarderingen nog redelijk gewaardeerd vergeleken met langetermijngemiddelden. Large caps blijven goede perspectieven bieden op een solide risico-rendement. Bepaalde ondernemingen blijven imponeren met hun cijfers, ondernemingen die actief zijn in de sectoren huisvesting, auto’s en detailhandel herstellen en de werkloosheid is aan het dalen. Rente en inflatie moeten op een aanvaardbaar niveau blijven, dat wel. We zien wel dat beleggers minder tolerant zijn ten opzichte van winstmissers en fouten van ondernemingen. Die worden op de beurs meteen afgestraft, want voor langetermijnbeleggers zoals wij wellicht weer mooie instapmomenten biedt.”
Helen Ford
is het management en hoe zetten zij het kapitaal aan het werk? Investeren ze, kopen ze eigen aandelen in, keren ze regelmatig dividend uit? Deze beslissingen zijn van grote invloed op de continuïteit van het bedrijf en de kansen voor de toekomst. Voordat we aandelen van een onderneming kopen moeten die wel te koop zijn tegen een volgens ons redelijke waardering.”
Op een breder niveau verwacht T. Rowe Price dat de overheden in Europa en de VS stappen hebben gezet met het terugdringen van de begrotingstekorten, maar dat er nog verdere hervormingen noodzakelijk zijn. Het proces van de Fed om de steunmaatregelen langzaam af te bouwen zien ze volgens Ford als een positieve indicator voor economisch herstel op een meer solide basis.
Zijn die aandelen nog wel te vinden op de Amerikaanse markt? “Ondanks de recente koersstijgingen zijn
Over de Lipper Fund Awards Voor de Lipper Fund Awards Nederland 2014 komen fondsen in aanmerking die in ons land geregistreerd voor verkoop zijn. Daarnaast moeten ze een track record hebben van minimaal 36 maanden tot aan het eind van het vorige jaar (in dit geval 31-12-2013). Groepsprijzen worden uitgedeeld aan de beste fondshuizen in aandelen, obligaties en mixed assets, waarbij er voor zowel grote als kleine fondshuizen een award wordt uitgereikt. Om in aanmerking te komen voor een group award moet een fondshuis ten minste vijf aandelen- of obligatiefondsen hebben en minimaal drie mixportefeuilles. Bij de individuele fund awards wordt behalve naar het absolute rendement ook gekeken naar consistentie in het rendement en capital preservation, hetzelfde principe als waarop de Lipper Leaders worden berekend. Alleen de winnaars over de periode van drie jaar krijgen een Lipper Fund Award. De beste fondsen over andere tijdshorizon winnen een Lipper Certificaat. De Lipper Fund Awards worden in 23 landen op verschillende continenten toegekend.
44
IEXProfs
LIPPER FUND AWARDS
CATEGORRIE
WINNAAR
AANBIEDER
Bond Convertibles Global
TreeTop Convertible International A EUR Optimix EuroRente Fonds NV R Euro Credit C KBC Renta Long EUR Cap DWS Invest Euro Bonds (Premium) LC
Tree Top Asset Management
Franklin Templeton Investments
Equity Asia Pacific Ex Japan
Templeton Global Total Return A (Mdis) USD ING Hoog Dividend Obligatie Fonds Fidelity Funds - Pacific A-USD First State Asia Pacific Sustainability A GBP Acc
Equity Emerging Markets Europe
Schroder ISF Emerging Europe A Acc
Schroders
Equity Emerging Markets Global
First State Gbl Emer Mkts Sustainability A GBP Acc
First State
Equity Europe
BSF European Opportunities Extension A2 EUR
BlackRock
Equity Europe Small and Mid Caps
F&C European Small Cap A EUR
F&C
Equity Eurozone
Henderson HF Euroland A2
Henderson
Equity Global
Robeco BP Global Premium Equities D EUR
Robeco
Equity Global Income
KBC Equity Fund High Dividend Cap
KBC
Equity Global Small and Mid Caps
AXA Rosenberg Global Small Cap Alpha B USD
AXA
Equity Japan
JPMorgan Japan Equity A Dis USD
J.P. Morgan Asset Management
Equity Netherlands
SSgA Netherlands Index Equity Fund P
State Street
Equity Russia
Seligson & Co Russian Prosperity Fund Euro A
Seligson
Equity Sector Banks and Other Financials
Robeco New World Financial Equities D EUR
Robeco
Equity Sector Cyclical Consumer Goods and Services
Invesco Global Leisure A
Invesco
Equity Sector Information Technology
LO Funds - Technology (USD) P A
Lombard Odier
Equity Sector Natural Resources
SSgA Energy Index Equity Fund P
State Street
Equity Sector Pharmaceuticals and Health Care
JPM Global Healthcare A Acc USD
J.P. Morgan Asset Management
Equity Sector Real Estate Holdings Europe
Henderson HF Pan European Property Equities A2 EUR
Henderson
Equity Sector Real Estate Holdings Global
BNP Paribas High Income Property
BNP Paribas
Equity US
T Rowe US Blue Chip Equity A USD
T Rowe Price
Mixed Asset EUR Aggressive - Global
ING Dynamic Mix Fund V
ING
Mixed Asset EUR Balanced - Global
Jyske Invest Dynamic Strategy
Jyske Invest
Mixed Asset EUR Conservative - Global
ING Dynamic Mix Fund II
ING
Mixed Asset EUR Flexible - Global
UBS (Lux) KSS-Global Allocation (EUR) P-acc
UBS
Bond Euro Bond Euro - Corporates Bond Euro - Long Term Bond Eurozone Bond Global Bond Global - High Yield Equity Asia Pacific
IEXProfs
OptiMix Rothschild KBC Deutsche Asset & Wealth Management ING Fidelity Worldwide Investment First State
45
INTERVIEW LIPPER FUND AWARDS
CATEGORIE • Overall Large AANBIEDER • J.P. Morgan Asset Management CATEGORIE • Overall Small AANBIEDER • Jyske Invest CATEGORIE • Equity Large AANBIEDER • First State CATEGORIE • Equity Small AANBIEDER • Charlemagne Capital CATEGORIE • Bond Large AANBIEDER • DWS Investments CATEGORIE • ond Small AANBIEDER • Banque Syz CATEGORIE • Mixed Assets Large AANBIEDER • J.P. Morgan Asset Management CATEGORIE • Mixed Assets Small AANBIEDER • Jyske Invest
46
IEXProfs