Deel 4 Toespraak
De afscheidstoespraak Antwoorden op veelgestelde vragen, voorbeelden, tips1 Michael Elias*
* Dr. M.C.J. Elias heeft in Amersfoort een adviespraktijk voor taal en tekst.
Inleiding Dagelijks nemen op tal van plaatsen in Nederland mensen afscheid van een organisatie, bedrijf, club of kantoor. Als ze niet wegens wangedrag ontslagen zijn, maar eervol vertrekken, spreken ze bij zo’n gelegenheid meestal enige woorden. Maar voordat het zover is, worden ze bijna altijd eerst toegesproken door iemand anders – tenzij ze uitdrukkelijk hebben aangegeven op een toespraak geen prijs te stellen. Gewoonlijk houdt iemand van het management of een collega zo’n afscheidsspeech. In deze bijdrage worden veelgestelde vragen beantwoord rond het laatste type toespraak.
Vraag en antwoord Ik weet zo weinig over degene die vertrekt en heb zo weinig tijd! Hoe kom ik aan iets aardigs? Stuur bijtijds een e-mail aan mensen van de afdeling in de organisatie waaronder degene die afscheid neemt valt. Beste collega’s, Zoals u weet neemt Jan Teunissen vrijdagmiddag 9 juni afscheid van ons. Hij heeft tien jaar bij ons gewerkt en aan mij werd gevraagd of ik hem toe wil spreken. Daartoe ben ik graag bereid, maar het probleem is dat ik de afgelopen jaren niet alles van hem heb meegemaakt wat recht doet aan zijn veelzijdige persoonlijkheid. U met zijn allen waarschijnlijk wel: u herinnert zich vast wel iets over Jan wat leuk is om op zijn afscheid te memoreren. Ik zie uw verhalen van de werkvloer, rake typeringen en anekdotes met veel belangstelling tegemoet. Uw input ontvang ik graag vóór 1 juni. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. We zullen er een mooi afscheid van maken. Met vriendelijke groeten, Marloes Gilberts
Dossier 7, maart 2001
1
Alle voorbeelden in dit stuk zijn ‘uit het leven gegrepen’, maar de namen zijn gefingeerd.
35
De afscheidstoespraak
Op zo’n verzoek zult u vaak goede reacties ontvangen, waardoor u ideeën krijgt die u een verrassende kijk geven op wat iemand voor anderen betekend heeft. U moet in uw speech wél vermelden dat anderen u van materiaal hebben voorzien; eventueel noemt u hen bij name.
Ik ben begonnen aan mijn speech te schrijven, maar elke eerste zin is al mis en ik word steeds treuriger. Wat moet ik doen om in de stemming te komen? U hoeft helemaal niet met de eerste zin te beginnen! Ga op het scherm van uw computer met de cursor een paar centimeter naar beneden en schrijf op wat bij u opkomt als u denkt aan de eerste ontmoeting met degene die afscheid neemt. Hoe zag hij of zij eruit? Waar vond de ontmoeting plaats? Bij de net aangeschafte faxmachine? Was dat nog zo’n ouderwets apparaat waar papieren uitkwamen die je na een paar maanden niet meer kon lezen? Wat gebeurde er elders in het bedrijf (of de wereld) op dat moment? Hoe zag u er zelf uit? Wat vond u van die eerste ontmoeting? Eind jaren tachtig, van de vorige eeuw alweer, kwam ik in een van de eerste vestigingen die we toen hadden, hier in Gouda, Arie Bergman tegen. Een toegankelijk en welbespraakt persoon – waar je niet omheen kunt, dacht ik na deze eerste ontmoeting bij het kopieerapparaat in de hal, onder dat schilderij dat er na een inbraak vijf jaar later opeens niet meer was. In de mening dat je niet om Arie heen kunt, sta ik niet alleen, zo bleek me vorige week tijdens een rondgang langs de andere vestigingen van ons bedrijf. Welke eigenschap heb jij toch, Arie, dat we dat allemaal zo zien? Drie jaar terug, toen ik ook in Gouda kwam werken, leerden wij elkaar beter kennen: je werd mijn collega en mij viel op …
Hoe moet ik degene die vertrekt aanspreken? U kunt kiezen uit tal van varianten. Hieronder een greep uit de mogelijkheden. Vaak zal uw aanspreking zich ook richten tot echtgenoot of partner. Geachte heer en mevrouw van Bakel, Dames en heren, Beste collega’s,
36
Management & Communicatie
[voor Janny Beuken] Beste mevrouw en meneer Beuken, Waarde collega’s, Beste Janny, [u richt zich nu nogmaals in het bijzonder tot de vertrekkende collega] Beste Petra, Lieve Piet, Beste Jan, Waarde collega’s, Dames en heren, waarde collega’s, Lieve Mieke en Harry, Beste Cuno en Tanya, waarde collega’s, ex-collega’s en genodigden, Geachte mevrouw Berestein, Beste Hertien, beste Duncan, [kinderen] Dames en heren, Beste Jack en Netty, Geachte dames en heren, Mag ik je Daan noemen, Karel? Want dat was de bijnaam die je hier op wonderlijke wijze kreeg toen we…
Hoe moet ik beginnen? Met een anekdote uit het werkzame leven van degene die vertrekt. Met wat uw dochtertje die ochtend tegen u zei. Met wat u dacht toen u in de auto zat. Met een jeugdherinnering. Met het uitzicht dat u heeft als u uit het raam staart. Met hoe het volgende week zal zijn als de toegesprokene vertrokken is. Met een citaat. Met een gedicht. Met een alinea uit de krant. Bijna alles is mogelijk. Wanneer u niets weet en degene moet toespreken die de plaatselijke tennisvereniging heeft opgericht, kunt u variëren op de volgende tekst.
Dossier 7, maart 2001
37
De afscheidstoespraak
Als een voorzitter die een organisatie heeft opgericht, na jaren hard werken de tent verlaat, moet er altijd iemand wat zeggen die het begin heeft meegemaakt. Zo iemand gaat dan op zolder kijken of daar nog oude dozen staan. En of op één daarvan toevallig ook ‘Tennisclub’ staat. Ja, en dan vist hij grijnzend een papier op, nog uitgedraaid op zo’n ouderwetse matrixprinter. Een concept voor een uitnodiging. Jij had mij uitverkoren, Francesca, om samen met jou een nieuwe club op te richten en dit papier was bedoeld voor alle lieden van wie wij wisten dat ze graag …
Tip: werk tegenstellingen uit Eens, lang geleden in Amsterdam, zo heb je me verteld, was jij een kwajongen die niet mee mocht doen met een toneelstuk dat werd opgevoerd bij jou in de klas. Dat wil zeggen, je mocht wel meedoen, maar je kreeg een rol toebedeeld waarin je je mond moest houden, want je ouders hadden je op een deftig schooltje gedaan, waar je onvervalste hoofdstedelijke tongval niet zo gewaardeerd werd. Maar wat gebeurde? Zelfs met zo’n stille rol was het acteertalent van de man die vandaag afscheid van ons neemt, zo groot, dat het niet lang duurde of er vond op het schooltje een doorbraak plaats: alle glansrollen waren van toen af voor Frans Hawinkels. Ik heb soms het idee dat het altijd zo gebleven is, als ik door de papieren blader die me voor deze afscheidstoespraak ter hand zijn gesteld. Na een Kees-de-Jongen-achtige jeugd kwam je, vermoedelijk in zwembadpas, op je vijftiende als aankomend instrumentmaker bij de Lasprins in de Amsterdamse Woubruggestraat binnenstappen, en je loopbaan in Amsterdam zou vijftien jaar later eindigen bij de Koninklijke Zwavelzuur Fabrieken, waar je als tekenaar-constructeur op een researchafdeling werkte.
Zijn anekdotes belangrijk? Zeer zeker. Zonder ‘verhalen’ krijgt u zelden een aardige speech. Louise moet een collega toespreken met wie ze in het begin nogal moeite had, een oudere man, met wie ze naderhand vruchtbaar heeft samengewerkt, ja, die ze erg is gaan waarderen. Ze zou kunnen zeggen: Beste Fred, In de eerste maanden van onze samenwerking moest onze werkrelatie nog gestalte krijgen. Dat voelden wij allebei. We zijn van een andere generatie en het duurde even voor we wisten wat we aan elkaar hadden.
38
Management & Communicatie
De eerste keer dat ik kritiek op een voorstel van je leverde, vond ik dat best wel moeilijk. Maar je reageerde positief en sindsdien hebben wij constructief samengewerkt. Daar was en ben ik blij om. Hieronder ziet u hoe het kan als u er een ‘verhaal’ van maakt. Toen je op onze eerste vergadering een paar minuten aan het woord was en we de agenda zouden vaststellen, ging door me heen: Nee, dat kan zo niet, Fred. Het kon zo niet omdat wij een ‘verander’team zouden worden. Zo’n team moest zelf meteen al ánders dan anders werken, vond ik – en met jouw begin, Fred, gaf je ons dikke plakken ouwe jongens krentenbrood. En wij hadden nu juist trek in smakelijk verandermanagement! Er moest worden ingegrepen: zelfs door een vrouw, begreep ik toen de andere teamleden mij bemoedigend aankeken met een blik van Ga gerust je gang! Zou ik Fred, die met zijn sigaar opeens ook wat op mijn vader leek, durven interrumperen? Ik haalde nog eens adem, keek onze voorzitter in de ogen, en sprak met een blos op mijn wangen de zin uit: “Zo kan het niet, Fred.” Wat een opluchting dat jij de kritiek die ik toen naar voren bracht, goed kon verdragen. In de discussie die volgde, legden we met z’n allen de basis voor de goede verstandhouding die bepalend werd voor onze manier van werken. Je ging niet boven ons staan, maar gaf ons alle ruimte, in de wetenschap dat lang niet alles wat wij in ons enthousiasme wilden, op korte termijn realiseerbaar zou zijn.
Moet ik de waarheid vertellen? In principe wel, maar u kunt als dat zo uitkomt ook precies het tegendeel doen. Het kan heel verrassend zijn om fictieve elementen in te voeren: door een bepaalde gebeurtenis in de vorm van een sprookje te presenteren bijvoorbeeld. In sommige gevallen is het aan te bevelen om daarna iets in te voegen als: “Ik kom weer terug bij de realiteit van alledag.”
Mag ik overdrijven? Jazeker. Lees hieronder het voorbeeld van twee bestuursleden van wie de een wat terughoudender was dan de andere bij het oprichten van een beroepsvereniging. Ik voelde dat Jonathan een enorme drang had om een nieuwe club uit de grond te stampen. Al mijn pogingen om zijn begeerte een wereldvereniging te stichten in te dammen, bleken kansloos. Ik begon met hem passages op te sturen uit Werther Nieland, over het oprichten van de C.v.d.G., de club voor de grafkelders. Maar dat maakte hem alleen maar enthousiaster. Dossier 7, maart 2001
39
De afscheidstoespraak
Toen één van de vijftien opgetrommelde deelnemers op de eerste bijeenkomst het woord Pentanet voor ons gezelschap in de mond had genomen, was het hek van de dam. Vrijwel iedere dag ging de telefoon op mijn kantoor, met nieuwe activiteiten voor een beroepsvereniging. “Ik houd niet van verenigingen,” zei ik Jonathan in een tweede poging tot kalmering, “het komt er altijd op neer dat je na een paar jaar met een bestuur in een etablissement met donkere kleedjes op tafel zit, achter een vies kopje tomatensoep.” Maar Jonathan had toen al een afspraak met de notaris gemaakt.
Kolder? Elisabeth! We hadden het daarboven in jouw kamer vaak over de situatie ‘beneden op de parterre’ met mevrouw Hamans en later de heer Wiewel. En over de subtiele verschillen tussen boven en beneden. Zo af en toe kwam er weleens iemand boven even ‘naar adem happen’ – zo zag ik dat toen. In mijn ongetwijfeld wat bezoedelde herinnering stopten wij zo iemand dan met zijn allen, onder jouw leiding, in een warm bubbelbad. En als we hem dan hadden afgezeept, kon hij er weer voor een tijdje tegenaan. Toentertijd vond ik dat allemaal tamelijk curieus, maar later leerde ik dat het er bij vrijwel alle overheidsinstellingen in Nederland op vergelijkbare wijze toegaat.
Mag je woordspelingen op iemand naam maken? Als de sfeer goedmoedig is, kan dat wel. Dick Goedbloed wordt in Sneek toegesproken door zijn directeur: Soms was je breedsprakig, uitvoerig en ging je maar door. Langer dan wij op zo’n moment wilden en meestal leidde dat dan toch tot opbrengsten die we maar al te graag wilden. Zo wordt ook de kritiek weer een compliment. Eigenlijk was je bloedgoed.
Is het niet saai om verhalen uit het verleden te vertellen? Integendeel: als u dat aardig doet, kunnen ze mensen ideeën geven hoe de wereld vroeger reilde en zeilde, waardoor ze het betrekkelijke van het heden gaan inzien. Een vertrekkend rector van een school in het Zuiden des lands wordt toegesproken door de voorzitter:
40
Management & Communicatie
Niet altijd in je leven, Mathieu, heb je de ambitie gehad om in het onderwijs werkzaam te zijn. Na je eindexamen, afgelegd aan het fameuze Rolduc, ging je naar het seminarie van het bisdom Roermond – ad Deum qui laetificat iuventutem meam ‘naar God die mijn jeugd verblijdt’ – maar een roeping tot priester bleek er toen je Lida tijdens een kerstvakantie ontmoet had, toch niet in te zitten en na twee jaar vertrok je naar Utrecht om klassieke talen te studeren. Studenten van nu zouden jaloers kunnen zijn op de lengte van je studie: pas tien jaar na je eindexamen deed je je doctoraal. En in het interview dat onze schoolkrant met je afnam, hebben we kunnen lezen, hoe er op de universiteit indertijd gereageerd werd, toen je eens te laat een scriptie inleverde. De professor vond het helemaal niet erg en zei: “Mathieu, je kunt nog lang genoeg leraar zijn.” De tijd van de studiepunten was duidelijk nog niet aangebroken …
Moet ik aansluiten bij de stijl van de vertrekkende? In principe wel: ga niet over Eminem praten als u weet dat iemand van Proust houdt.
Partner erbij betrekken? Hangt ervan af of iemand er prijs op stelt. Als een oudere man vertrekt die in een traditioneel huwelijk zijn werk alleen kon doen dankzij het thuisfront, is het wel elegant zijn vrouw mede in het dankwoord te betrekken. Ria, het werk is voor Folkert altijd een déél van zijn bestaan geweest. Het leven met jou stond zeker voorop: Jan is geen workaholic geworden. Niet alleen hij neemt vandaag afscheid van ons, ook jij. Dat Jan zich maatschappelijk kon profileren, dankte hij immers voor een belangrijk deel aan jouw bereidheid om de verantwoordelijkheid voor de verzorgende taken op je te nemen. Maar je gaf meer dan dat. Jouw ‘backing’ kwam tot uitdrukking in de wijze waarop hij gestalte gaf aan zijn werk. En soms kunt u ook andere familieleden in de toespraak betrekken: Jouw geheime wachtwoord om op je computer in te loggen, Doke, is Yourcenar, heb ik ontdekt. Een schrijfster op wie jullie dochter is gepromoveerd. In de Gedenkschriften van Hadrianus, een bekend boek van Yourcenar, schrijft ze over de situatie in het Romeinse Rijk in de tweede eeuw van onze jaartelling. Vragen te over. Hoe kwam …
Dossier 7, maart 2001
41
De afscheidstoespraak
Opsommingen? Mag, maar doe er iets mee. Je reisde van Rotterdam naar Brussel en naar Londen en naar Karlsruhe en naar Bologna en naar Salamanca. En dan heb ik nog lang niet alle plaatsen opgenoemd die oprijzen uit de rapporten waarin je jaarlijks verslag deed van je werkzaamheden. Wij, hier altijd maar in Nederland op kantoor, dachten soms wel eens bezorgd: houdt Carla dat reizen wel vol? Maar wanneer we je weer ontspannen en blijmoedig in zo’n echt Hollandse vergadering ontmoetten, wisten we dat je het in het buitenland net zo naar je zin had als bij ons … Wij vroegen ons dan af: waarom mogen wij niet eens naar Brussel en naar Londen en naar Karlsruhe en naar Bologna en naar Salamanca?
Mag ik wat zeggen over iemands slechte eigenschappen? Zeker, maar doe het (1) in een aardig verhaal of (2) gebruik een eufemisme. (1) Tegen iemand die graag bluft: Dat werd me nog eens extra duidelijk toen me bij het voorbereiden van deze speech het bericht bereikte, dat je in Italië had deelgenomen aan een zomers diner, in de open lucht, onder de platanen. Wie schetst onze verbazing, zo meldden me de Italianen, toen Henk Overing – en van een Nederlander verwacht men dat toch niet – begeesterd door de ambiance, een gloedvolle speech hield in het Italiaans, terwijl hij de taal niet eens spreekt! (2) Over iemand van wie u weet dat zijn medewerkers de dagen aftellen tot hij weg is, die de laatste jaren als hoofd van een afdeling de menselijke verhoudingen heeft verziekt en met een schrikbewind ervoor gezorgd heeft zijn eigen positie onaantastbaar te maken: De wijze waarop je jarenlang leiding gaf aan onze afdeling, Jan, was buitengewoon krachtig. Als jij iets in je hoofd had, dan moest het gebeuren en dan gebeurde het ook. Wat het laatste voorbeeld betreft: de man heeft veel tegenwerking gekregen van iemand die eigenlijk op zijn plaats had willen zitten, zodat de verhoudingen zich verhardden. En waarom zou u iemand bij zijn afscheid een trap na geven?
42
Management & Communicatie
Is het slijmen, goede eigenschappen noemen? Dat hangt van veel factoren af. Doet u het om zelf kritiek te ontlopen? Wilt u goede sier maken? Bent u niet in staat om aan iemands onaangename eigenschappen in zo’n afscheidsspeech een vrolijke draai te geven? U kunt iemands goede eigenschappen noemen en daarna een andere kant van zijn persoonlijkheid laten zien … Wat wisten collega’s zoal over Philip naar voren te brengen, dames en heren? “Een creatieve denker en een kritische geest, uiterst plezierig in de omgang, want hij beschikt niet alleen over IQ, maar ook over EQ. Dat maak je niet zo vaak mee.” “Groot is zijn empathisch vermogen”, meent een ander: je sociale vaardigheden liegen er niet om. En dan komen de anekdotes over je Bourgondische instelling. Men zet je neer als ‘levensgenieter’ en taalminnaar: toen we nog op de Koninginneweg zaten, declameerde je met welluidende stem en galmende lach verzen en verhalen. Mijn informanten benadrukken verder: “Hij denkt niet hiërarchisch en betuttelt niet: iedereen beschouwde hij als een volwaardige collega. Je kon met je verhaal bij hem terecht. Een goede coach voor collega’s.” Dat laatste heb ik zelf ook ervaren. Je collegialiteit wordt door ons allen geroemd. Een mooie uitspraak van Wouter van der Craats ten slotte: “Philip is een heel lieve man die je mist als hij niet meer in je omgeving is, en dat kun je niet van zoveel mensen zeggen.” Maar nu de feiten, dames en heren, want onze vertrekkende collega was ook weer geen heilige! Niet zelden zat Philip wat hanig op het puntje van zijn stoel om toch vooral een duit in het zakje te kunnen doen.
Mag ik iemand op de hak nemen? Bijna altijd kan dat wel – als u het niet te bont maakt. Maar of je nu wel of niet een grote kamer kreeg, samen met iemand anders op een kamer moest – je klaagde niet, en zelfs op onze vermaledijde flexkamers houd je het uit. De trolley tover je opgewekt om tot een heuse dressboy en je hoedje – ja dat hoedje van je. Mogen we daar een grap over maken, over dat hoedje van je? Nee daar maken we geen grap over, want het is al pijnlijk genoeg dat je een van je hoedjes bent kwijtgeraakt.
Dossier 7, maart 2001
43
De afscheidstoespraak
Tip: Haal nooit uw gram tijdens een afscheidsspeech! Het levert niets op en is niet bevorderlijk voor het sociaal verkeer. Dus tegen iemand die niets uitvoerde, er dagelijks voor zorgde het koffie- en thee-uur uit te laten, maar verder niet ongezellig was, zegt u iets als: Op de jouw eigen joviale wijze streefde je ernaar om er hier vooral een gezellig kantoor van te maken, waar mensen zich thuis zouden kunnen voelen. Niet zelden heb ik je de huisvader van ons bedrijf horen noemen. Dat we hier echt een team konden worden, is voor een belangrijk deel aan jou te danken.
Anderen citeren? Kan, maar geef wel de bron. Menigmaal hebben wij tweeën elkaar op de huid gezeten, maar altijd in een goede sfeer en met wederzijds respect. Kritiek oefenden we niet uit om elkaar af te troeven maar om verder te komen, om naar kwaliteit te streven. Zoals de president-directeur van Shell-Nederland het eens uitdrukte: “Je bent altijd kwetsbaar als je conflicten aangaat. Maar uit conflicten komen altijd betere oplossingen voort dan uit meepraten met de baas.”
Jezelf op de hak nemen? Absoluut! Maar als ouderwetse voorlichter voelde ik snel aan dat een dergelijke vorm van communicatie voor ons bedrijf passé was geworden. Na mij trad er een echte communicatieadviseur aan, er kwamen meer dan millenniumbestendige plannen, een Nieuwsbrief, een website, kick-off-bijeenkomsten en zo meer.
44
Management & Communicatie
Eerlijk zijn? Zeg niets waar u later spijt van krijgt. Dus nooit als u het niet meent: Ik kan me niet voorstellen dat ons contact, nu je weggaat, ophoudt – en je zult zeker met ons meeleven tot aan de afronding van ons werk in het najaar.
Hoe moet ik eindigen? Zie hierboven: “Hoe moet ik beginnen.” 1. En nu – nog lang niet ‘oud’ of ‘der dagen zat’ – maak je gebruik van de regeling om met de vut te kunnen gaan. Je gaat jaren tegemoet waarin je ongetwijfeld veel meer tijd zult hebben om samen met Marius en je kinderen van het leven te genieten. Wij zullen je missen. 2. Henk! Je gaat, zo heb ik begrepen, een gouden tijd tegemoet. Samen met Tineke veel op vakantie, in de caravan. In de tussentijd in Nederland wil je de ambities die je reeds lang koestert om hovenier op eigen terrein te worden, nu eindelijk vormgeven. Voorts zeiden mijn informanten dat je vandaag nog met bridgen wilt beginnen. Je hebt je schaatsen niet alleen reeds laten slijpen, maar houdt ze ook, in het vet gezet, permanent onder handbereik. Ik meen uit ons aller naam te spreken als ik de verwachting uitspreek: met Henk loopt het wel los. We zijn blij je de afgelopen zes jaar als collega bij ons te hebben gehad. Ik dank je voor het werk dat je voor onze organisatie hebt verricht. Het ga je goed!
Dossier 7, maart 2001
45