Toespraak van de heer Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Geachte gouverneur, Geachte gedeputeerde en collega’s mandatarissen Geachte dames en heren,
Dank voor uw belangstelling! Ook ik heet u graag welkom. Welkom aan alle beleidsverantwoordelijken, aan alle sleutelfiguren uit de welzijns- en gezondheidssector, welkom aan socialeculturele verenigingen, welkom aan de vakbonden, aan alle geïnteresseerden die samen met ons willen werken aan een sterk sociaal Limburg. Alvast dank voor uw grote belangstelling voor deze studiedag. Als later de geschiedenis van deze tijd wordt geschreven , zal er ongetwijfeld staan dat de 21ste eeuw start met grote veranderingen. Vele uitdagingen van een ongeziene wereldwijde omvang komen op ons af. En andermaal ondervinden de Limburgers aan den lijve wat dat betekent in het leven van elke dag. Een stabiele economische omgeving lijkt wel verleden tijd. De aangekondigde sluiting van Ford spreekt het meest tot onze verbeelding, maar de economische crisis vertaalt zich in sluitingen en reorganisaties van vele bedrijven. En ook de zelfstandige ondernemers beleven moeilijke tijden. Iedereen beseft dat dit een zeer belangrijke impact heeft op het economisch én het maatschappelijk leven in de provincie.
1
Naast een economische strategie ook een versterkt Limburgs welzijnsbeleid.
De Vlaamse regering stelde een groep experten aan o.l.v. Professor Herman Daems om een strategisch plan op te stellen dat de blauwdruk moet worden voor de economische relancepolitiek in onze provincie. Als het rapport van de experten bekend is, zullen we met alle bestuurlijke overheden en met alle stakeholders onze schouders moeten zetten onder dit sociaal-economisch reconversiebeleid in Limburg. Maar, zoals destijds bij de reconversie na de sluiting van de steenkoolmijnen, zullen we ook moeten werken aan een versterkt welzijnsbeleid in onze provincie. Daarover willen we vandaag het overleg en de reflectie starten. Samen willen we nadenken over de impact, die deze economische slag heeft op het welzijn van de Limburgers, de Limburgse gezinnen en op het sociale leven in onze regio. Ongetwijfeld kent u in uw directe omgeving mensen voor wie de toekomst onzeker is. Mensen geraken niet alleen hun werk en een deel van hun inkomen kwijt, maar worden ook geconfronteerd met problemen, met vragen, angsten en spanningen. Plots ontbreekt het hen aan een toekomstperspectief, niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun kinderen. Welke toekomstmogelijkheden hebben zij, kunnen hun kinderen verder studeren, zullen ze werk vinden …? Kortom, mensen worden geconfronteerd met heel veel vragen, met administratieve, financiële, juridische, relationele en psychische moeilijkheden. De hulpvragen zijn voor vele professionele hulpverleners onder u uiteraard niet nieuw. Maar de impact van de sluiting van Ford en meerdere andere ondernemingen in dezelfde regio en in een korte tijdsperiode, is uitzonderlijk groot en intens. En kan niet anders dan ons ertoe aan te zetten om een gezamenlijke en vastberaden welzijnsstrategie te ontwikkelen. Wij, dat zijn onder meer zijn de bestuurlijke overheden, het maatschappelijk middenveld, welzijns- en
2
gezondheidsorganisaties, het socio-cultureel middenveld, de vele vrijwilligersorganisaties.
Drie cirkels van aanpak.
Ik zie in de opbouw van onze gezamenlijke aanpak 3 dimensies. Het zijn als het ware drie concentrische cirkels. Eerst en vooral moeten we de focus zetten op de individuele hulpverlening en bijstand. Vervolgens is er de kring van het gezin en ieders sociale netwerk en context. Tenslotte moeten we inzetten op een stevige sociale cohesie in onze Limburgse gemeenschap. We zijn er ons van bewust dat we in elk van deze dimensies zullen vertrekken van een goede analyse van de multiculturele realiteit van de Limburgse samenleving. Deze visie is vooral geïnspireerd door de overtuiging dat goede hulp en zorg en het ondersteunen van kwetsbare mensen gerealiseerd moeten worden met een grote betrokkenheid van de samenleving en door vooral in te zetten op ondersteuning van mensen in hun sociale netwerk. De overtuiging dat we moeten inzetten op de kwaliteit van de relaties tussen de mensen, willen we een antwoord bieden op uitdagingen van deze tijd, werd schitterend beschreven in het boek Borderline Times van Dirk De Wachter. Ons pleidooi voor een vermaatschappelijking van de zorg vindt er een stevige bondgenoot in.
Een goede hulpverlening en bijstand.
We mogen hopen dat vele mensen die hun werk of inkomen verliezen, in staat zijn oplossingen te vinden voor de moeilijkheden, waarmee ze geconfronteerd worden. Door een goede begeleiding en eventueel herscholing kunnen ze hopelijk een positieve wending geven aan hun leven. Maar het is ook duidelijk dat er een verhoogde kwetsbaarheid ontstaat voor allerlei problemen. De organisatie van onze hulpverlening moet daarop voorbereid zijn. 3
De hulplijn. Om een eerste antwoord te bieden op de actuele nood aan informatie, advies en hulp werd door het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk en het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, in afstemming met de Limburgse OCMW’s, een hulplijn in het leven geroepen. Hier kan iedereen terecht met zijn vragen en zijn problemen. Voor verdere hulp- en dienstverlening, voor financiële hulpverlening kunnen de mensen terecht bij de verschillende consultatieplaatsen van de Centra. Mensen die geconfronteerd worden met een bedrijfssluiting, moeten we inderdaad zo snel mogelijk bereiken, hen tijdig informeren over de mogelijkheden, hen ondersteunen en begeleiden. We hebben daarom ook een flyer ontwikkeld met het nummer van de hulplijn (011 28 88 64). De flyer werd ondertussen ter beschikking gesteld van de vakbonden, huisartsen, de OCMW’s, sociale huizen. Hij zal worden verdeeld aan de fabriekspoorten, aan de moskeeën, via de mutualiteiten, de opvoedingswinkels, de verpleegkundigen van Kind & Gezin, het opbouwwerk, enz. Een doorgedreven samenwerking. Verder is het belangrijk dat vanuit de verschillende individuele hulpvragen bruggen worden geslagen, verbindingen worden gemaakt en het hulpaanbod op elkaar wordt afgestemd. De samenwerking moet er in de eerste plaats toe leiden dat de hulp gerealiseerd wordt in het belang van de man, vrouw of het gezin. Daarbij is de “aanklampendheid” en continuïteit van de aanpak vaak erg belangrijk. En dat uiteraard met respect voor de wens en de privacy van de cliënt en het beroepsgeheim van de hulpverlener. Op elke hulpvraag moet een gepast hulpaanbod worden aangeboden en dit best in een zo vroeg mogelijk stadium. Alleen op die manier vermijden wij dat mensen verder afglijden in een crisis. Velen onder u delen deze visie en maken er in hun dagdagelijkse inzet ook concreet werk van. Vroege interventie en intense samenwerking, zorg en hulpcontinuïteit zijn beproefde begrippen in de wereld van welzijn en zorg. We staan in onze provincie voor de uitdaging om onze schaarse middelen zo goed 4
mogelijk in te zetten en ons voor te bereiden op een veelheid van vragen. In functie hiervan moeten we de samenwerking stimuleren tussen alle actoren op het terrein: het OCMW met zijn specifieke bevoegdheden inzake steun, het CAW en het CGG, de Verenigingen waar Armen het Woord Nemen, de gezinszorg, de thuiszorg, de huisarts, de drughulpverlening, het opbouwwerk, het hulpaanbod van Kind & Gezin, het verenigingsleven, de opvoedingswinkel, het sociaal huis, het buurtwerk of het vrijwilligerswerk en de kinderopvang, de clb’s en nog zovele andere. Proactief tegen onderbescherming. We moeten er ons echter van bewust zijn dat heel wat mensen geen gebruik maken van maatschappelijke dienstverlening, van subsidies, van specifieke voordelen ondanks het feit dat ze hier recht op hebben. Deze vorm van onderbescherming moeten we aanpakken door proactief te handelen. Door initiatieven te nemen om rechthebbenden tijdig te bereiken, vermijden wij dat mensen in situaties van onderbescherming terecht komen. Daarom ontwikkelen we in Vlaanderen een model voor ‘lokaal proactief handelen’. Het sociaal huis van Overpelt, in samenwerking met het opbouwwerk RIMO, is een van de 19 pilootgemeenten die vanuit gemeenschappelijke praktijktoepassing en expertiseontwikkeling beleidsaanbevelingen formuleren en een handelingskader ontwikkelen over hoe proactieve dienstverlening lokaal ingebed kan worden. We kunnen alleszins overwegen om hierop in Limburg snel in te spelen. Ook de rechtenverkenner speelt een belangrijke rol in een gerichte informatieverstrekking. De website van de rechtenverkenner laat hulpverleners toe om proactief na te gaan of mensen de rechten, waarvoor ze in aanraking komen, ook effectief opgenomen hebben. Specifieke aandacht voor budget- en schuldhulpverlening . Om mensen in staat te stellen om een beroep te doen op kwaliteitsvolle schuldhulpverlening, een leven te leiden zonder schulden en om greep te krijgen op hun budget, werden er in heel Vlaanderen samenwerkingsverbanden uitgebouwd en gesubsidieerd tussen de schuldbemiddelingsdiensten van de OCMW’s en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Straks gaan we verder kennis kunnen maken met het Limburgs project. 5
Binnen dit kader werden er ook met de banken afspraken gemaakt. Mensen worden plots en onverwacht geconfronteerd met de sluiting van een bedrijf en/of het verlies van een job en even plots en onverwacht gaan de hypothecaire en andere kredieten veel zwaarder wegen op het budget. Zij worden nu gestimuleerd om zo snel mogelijk met hun bank contact op te nemen. De banken zullen dan samen met hen een oplossing zoeken om de maandelijkse financiële last te draaglijk te maken. Een toegankelijke geestelijke gezondheidszorg. De toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg is, dat weten we, een knelpunt in de organisatie van onze gezondheidszorg. In economisch moeilijke tijden is de nood aan een laagdrempelige geestelijke gezondheidszorg groot. Alle reden om de uitrol van de artikel 107-projecten in Limburg stevig door te zetten. De ontwikkelingen in Noolim en Reling zijn veelbelovend. We moeten alle betrokken partners aanmoedigen om sensibel te zijn voor de signalen in de samenleving die veroorzaakt worden door de onzekerheid, waarin mensen omwille van inkomensonzekerheid terecht kunnen komen.
Het gezin en het eigen sociaal netwerk.
Dames en heren, naast het verlenen van bijstand is het versterken van sociale netwerken van mensen en het waarderen en ondersteunen van gezinnen een zeer belangrijke hefboom. We mogen niet onderschatten welke impact deze crisis kan hebben op kinderen, jongvolwassenen, jongeren en/of jonge gezinnen. Zij komen terecht in een andere realiteit. De dagelijkse structuur valt weg, jongeren worden bijvoorbeeld geconfronteerd met een andere invulling van hun tijd, met veel vrije tijd. Jongvolwassenen zullen sneller zoeken naar een afleiding.
De preventieve gezinsondersteuning uitbouwen. 6
Het versterken van preventieve gezinsondersteuning was en is hierin onontbeerlijk, al was het maar om het sociaal isolement te vermijden en het uittekenen van een toekomstperspectief te ondersteunen. Bijzondere aandacht zal daarbij gaan naar het beantwoorden van opvoedingsvragen, naar pedagogische ondersteuning en dienstverlening aan de meest kwetsbare gezinnen. Meteen een belangrijke prioriteit in de strijd tegen armoede. Met deze inzet op preventieve gezinsondersteuning willen we ook uitvoering geven aan het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, dat door mijn collega minister Lieten wordt gecoördineerd. Het groepsgericht gezinsondersteunend aanbod, de ondersteuning van en door vrijwilligers, de aandacht voor praktische noden, het tijdig toeleiden naar juiste hulp, … moeten de barrières wegwerken, zodat jonge gezinnen volwaardig kunnen blijven participeren aan het maatschappelijk leven. Het nieuwe decreet preventieve gezinsondersteuning, met de introductie van de Huizen van het Kind, kan voor onze provincie een hefboom zijn om zowel op het vlak van opvoeding, gezondheid als psychosociale noden, ondersteuning te bieden aan onze gezinnen. De sociale, pedagogische en economische rol van de kinderopvang. Kinderopvang laat ouders toe om in te gaan op vormings- en tewerkstellingsmogelijkheden. Het biedt kinderen ook heel wat groei- en leermomenten, complementair aan de thuissituatie. Binnen de kinderopvang moeten wij oog hebben voor ontmoeting, voor spel, ontwikkeling en opvang. Maar ook voor het signaleren van problemen en het bestrijden van achterstanden. Kinderopvang heeft immers een belangrijke economische, pedagogische en sociale functie. Dat staat geschreven in het nieuwe decreet ‘Kinderopvang van Baby’s en Peuters’ en omvat ook de voorschoolse kinderopvang binnen onze provincie. De gezondheidskloof dichten. Op een ogenblik dat het samen-leven op de proef gesteld wordt door het verlies van vele jobs, moeten we met zijn allen mensen blijven aanmoedigen om te kiezen voor een gezonde levensstijl. De sociale ongelijkheid in de
7
toegang tot gezond leven is een realiteit. In onze provincie gaan we hier erg alert voor moeten zijn. Als minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wil ik uw bijzondere aandacht vragen voor de gezondheid van mensen die geconfronteerd worden met de crisis. Mensen nemen al wat sneller hun toevlucht tot alcohol, tabak en drugs, zij worden vaak minder actief, durven gezond en evenwichtig eten vergeten en het is algemeen gekend dat een economische moeilijke tijd extra ingezet moet worden op suïcidepreventie. Als lokaal bestuur, school, welzijnsen gezondheidswerker hebben we de verantwoordelijkheid om hier niet alleen oog voor te hebben, maar ook de problemen in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken. Vigez, het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie heeft samen met de LOGO’s, het lokaal gezondheidsoverleg, hiervoor zeer bruikbaar materiaal ontwikkeld. Het aanbod m.b.t. de actie ‘een gezonde gemeente’ kan zeker inspireren. Aandacht voor het gezinsbudget. En tenslotte: het beheer van het gezinsbudget is voor velen niet eenvoudig. Diverse overheden reiken tools aan om te leren zuinig met energie om te springen, om in te stappen in programma’s van samen aankopen, of ze geven vorming mbt het beheer van het huishoudbudget. Deze ondersteuning moeten we zo bereikbaar mogelijk maken voor de Limburgse gezinnen.
De sociale samenhang.
Leefbaarheid van buurten en kansen om elkaar te ontmoeten. Dames en heren, een heel belangrijke en derde hefboom is het versterken van sociale cohesie, de leefbaarheid van de buurt, de relaties tussen buurtbewoners, de veiligheid die mensen ervaren in hun wijk en straat. We weten dat, zeker wanneer een belangrijk aantal mensen in dezelfde straat, in dezelfde wijk in eenzelfde kwetsbare situatie vertoeven, het samenleven onder
8
druk kan komen te staan. En dus moeten we volop inzetten op ontmoetingskansen en gemeenschapsvorming. We staan ongetwijfeld voor de uitdaging om het sociaal kapitaal maximaal te mobiliseren. Alle barrières die de deelname aan de samenleving in de weg staan, moeten we zoveel mogelijk wegwerken. Hierin hebben het dienstencentra, buurtwerk, het opbouwwerk, het jongerenwelzijnswerk en het verenigingsleven enz. een belangrijke functie. Het is immers essentieel om, samen met de lokale gemeenschappen, aandacht te hebben voor eenzaamheid, voor de leefbaarheid, voor eventuele samenlevingsmoeilijkheden, voor het ondersteunen en stimuleren van informele zorg. Maar in deze sectoren gaan we ook dwarsverbanden moeten ontwikkelen. Naar gezondheidspromotie, naar vormings- en beroepsopleidingsmogelijkheden. Mensen concreet aanmoedigen en ondersteunen om de energie te vinden om de juiste keuzen te maken. De sociale media zijn nieuwe gemeenschappen. De rol van de sociale media mag hierin zeker niet over het hoofd worden gezien. De digitalisering biedt immers heel wat mogelijkheden. Voor vele mensen, in het bijzonder jongeren, speelt een belangrijk deel van het leven zich online af. Facebook, Twitter, … via diverse kanalen vinden mensen een uitweg voor hun gevoelens en emoties. Ook voor welzijnsorganisaties kan online sociaal werk aanvullend of vervangend zijn voor de face-to-face hulpverlening en een goede manier zijn om jonge mensen te helpen. De sociale media hebben daarnaast een hele belangrijke rol in het versterken van het gemeenschapsgevoelen, in het creëren van community’s. Mensen kunnen ideeën delen, aftoetsen bij verwanten, actief participeren aan het debat. Het creëert mogelijkheden om mensen actief te betrekken bij de specifieke gebeurtenissen, die we op dit ogenblik in Limburg meemaken.
Een belangrijke rol voor de provincie! 9
De provincie kan een cruciale rol spelen. Het decreet dat het akkoord m.b.t. de interne staatshervorming omzet in een wet, vertrouwt aan de provincie een aantal specifieke welzijnsbevoegdheden toe: het opstellen en onderhouden van de sociale kaart; het ondersteunen van de Vlaamse overheid, de lokale besturen en particuliere actoren inzake sociale planning; het stimuleren en ondersteunen van netwerken in de welzijns- en gezondheidssector en het voeren van een impulsbeleid overeenkomstig de bepalingen van het bestuursakkoord. Deze bevoegdheden moeten het de provinciale overheid mogelijk maken om actief de gecoördineerde aanpak van de welzijnsuitdagingen in onze provincie te realiseren. Ondertussen stellen de gemeenten en OCMW’s hun meerjarenbeleidsplan op. Ook zij kunnen zich inschakelen in een gezamenlijk project dat door overleg geconcretiseerd wordt. Wat de Vlaamse bevoegdheden m.b.t. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin betreft, bied ik graag aan om, samen met het kabinet en onze administraties, mee te werken aan deze strategie.
Deze studiedag. Vandaag kijken we samen met professor Hermans, Professor Dierckx en het Steunpunt Sociale Planning van de provincie naar de huidige situatie en naar de impact, die deze crisis heeft op de Limburgse samenleving. Ze reiken ons instrumenten aan, waarmee we aan de slag kunnen gaan. Vandaag zijn er al vele organisaties die al actief op het terrein bezig zijn. We hebben er enkele gevraagd om hun verhaal te doen. We hopen dat zij een inspiratie zijn om een eigen aanpak in uw stad, gemeente of wijk. Ik wil alvast alle voorzieningen, organisaties, professionele en vrijwillige medewerkers van harte danken die vandaag het heft in handen nemen en werk willen en zullen maken van een sterk sociaal Limburg. 10
De start van een gezamenlijke aanpak. We beseffen natuurlijk allemaal dat welvaart en welzijn in onze provincie op de eerste plaats zal afhangen van de vraag of wij erin slagen nieuwe jobs en bloeiende ondernemingen in Limburg te ontwikkelen. Het gaat echter om nog iets fundamenteler, namelijk onze regio, de Limburgse gemeenschap nog sterker, weerbaarder te maken in een globaliserende wereld. Die toekomst is niet alleen een kwestie van geloof en hoop, maar vooral een van werken en handelen, van samenwerken en ondernemen. Perspectief is niet iets wat je krijgt, maar wat we met z’n allen samen zullen maken. We hebben in Limburg een sterke traditie van overleg, afstemming en samenwerking! Ik hoop dat deze studiedag het begin kan zijn van een intens overleg dat ons in staat moet stellen, ook m.b.t. het welzijnsbeleid, de noodzakelijke acties te stroomlijnen en de nodige middelen te mobiliseren voor deze gemeenschappelijke uitdaging. Als Limburgers vormen we een hechte gemeenschap! Het Limburggevoel is tot ver over de grenzen gekend, het verbindt ons en maakt ons sterk. Laat ons deze Limburgse identiteit, de kracht van ons samenwerken en onze gemeenschap inzetten om samen te werken aan de toekomst, aan een sterk sociaal Limburg.
Ik wens u een boeiende en leerrijke voormiddag.
11