Cursus IVN Natuurouder
Handleiding ‘Organisatie en opzet’
IVN Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid © 2015 Deze cursus is mede mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. Het cursusboek is samengesteld door Wim van Schie en Ton van Rossum; deze docentenhandleiding geredigeerd door Peter Mol. IVN investeert structureel in de opleiding van groene vrijwilligers t.b.v. de continuïteit en de kwaliteit van het vrijwilligerswerk. Deze vernieuwde Natuuroudercursus is daarvan een voorbeeld.
2
Voorwoord Op zoek naar de grootste eikenboom, de kleinste steen, naar een vleermuis op een bat-detector, naar kleine beestjes in de sloot ... Zelf nat worden, de bast van een kastanjeboom voelen, een langpootmug vasthouden, de geur van kamperfoelie opsnuiven, eigengemaakte bramenjam eten, verwondering voelen over de sterren, de maan en de zon en je verbazen over de oneindigheid van het heelal ... Veel van ons binnen IVN kunnen zich deze ervaringen vast en zeker herinneren; goede en zorgvuldig bewaarde herinneringen. Als IVN willen we er voor zorgen dat zoveel mogelijk kinderen van vandaag de dag deze ervaringen ook op kunnen doen. We doen dat door onze gezamenlijke inzet vanuit Stichting en Vereniging, vaak samen met andere partners. Veel afdelingen organiseren al tal van natuurbeleving activiteiten voor kinderen, sommige direct via kindernatuurclubs, anderen via bv scholen en Buiten Schoolse Opvang (BSO’s). Meer en meer doen we dat binnen de kaders van IVN Scharrelkids. IVN Scharrelkids startte in 2010 als een cursus voor (groot)ouders om hen te helpen hun eigen (klein)kinderen mee naar buiten te nemen en hen daarvoor handvatten te geven. Inmiddels is IVN Scharrelkids een programma, een methodiek en hét beeldmerk van IVN’s jeugdwerk. Binnen het IVN-jeugdwerk staat de interesse en de belangstelling van het kind centraal. De begeleider kiest de richting en ondersteunt en begeleidt ze in hun zoektocht naar nieuwe natuurervaringen. Uiteindelijk gaat het erom dat zowel de kinderen als de begeleiders plezier beleven aan de activiteiten die ze samen ondernemen. Met IVN Scharrelkids willen we er voor zorgen dat alle kinderen in Nederland van jongs af aan weer kennis kunnen maken met natuur. Daarvoor zijn veel begeleiders nodig en als IVN willen we er voor zorgen dat zoveel mogelijk mensen de vaardigheden krijgen om leuke en goede natuurbeleving van kinderen te begeleiden. Het IVN Cursuswerk vormt daarvoor een belangrijke basis, en naast de brede Natuur Gidsen Opleiding zijn er inmiddels een aantal cursussen die nieuwe mensen kunnen opleiden voor IVN jeugdwerk: - diverse modules Scharrelkids, - de cursus IVN Schoolgidsen, - de cursus IVN Jeugdbegeleider, en - deze cursus IVN Natuurouder Deze handleiding is bedoeld om afdelingen te ondersteunen bij de opzet en organisatie van de cursus IVN Natuurouder. Daarbij gaat het om een cursus die wordt opgezet samen met één of meerdere basisscholen, waarbij (groot)ouders worden opgeleid om op een goede manier te helpen bij natuurbeleving en natuuronderwijs binnen de kaders van de school. De cursus wordt al vele jaren her en der in het land georganiseerd. In 2014 is besloten om de ervaringen van diverse afdelingen te bundelen en een nieuw cursusboek samen te stellen. Dit is de handleiding voor organiserende afdelingen. Laat het materiaal dat voor je ligt een inspiratiebron zijn die zal leiden tot veel mooie kinderervaringen in de natuur.
3
Inhoud 1. Inleiding waarom zijn natuurouders nodig 2. Doel en doelgroep Doelgroep 3. De cursus 4. Voorbereiding en cursusorganisatie cursusteam afstemming met de school cursisten locatie publiciteit tijdsplanning 5. Cursusmaterialen voor cursisten voor cursusteam 6. Opbouw van de cursus cursusopzet opbouw van een bijeenkomst
5 5 7 7 8 9 9 10 11 12 12 13 14 14 14 15 15 17
NB: veel achtergrond materiaal, dit document en de bijlagen alsmede cursusmateriaal is te vinden op OnsIVN (zoek op cursus IVN Natuurouder)
4
1. Inleiding Deze handleiding geeft het cursusteam van een IVN-afdeling handvatten voor het opzetten en uitvoeren van de cursus IVN Natuurouder. De cursus wordt altijd opgezet in samenwerking en afstemming met één (of meerdere) basisscholen. Het gaat tenslotte om de inzet van (groot)ouders ter ondersteuning van de natuurbeleving en het natuuronderwijs verzorgd door (de leerkracht op) een lagere school. Er zijn twee versies van deze relatief korte cursus van gemiddeld 6 bijeenkomsten: de herfst- en de voorjaarsvariant. Beide varianten gaan in op onderwerpen die je in dat seizoen daadwerkelijk buiten kunt zien of beleven. waarom zijn natuurouders nodig? Als IVN zijn we er van overtuigd dat kinderen op jonge leeftijd met natuur in aanraking moeten komen en natuurbeleving moeten kunnen ondergaan. Het belang daarvan wordt in toenemende mate ook wetenschappelijk aangetoond. Achtergrondinformatie hierover vind je o.a. op de website van IVN (https://ivn.nl/afdeling/campagnes-en-projecten/ivn-scharrelkidsmenu/waaromscharrelkids). In het onderwijs staat Natuur en Milieu Educatie (NME) al enkele jaren onder druk. Er is veel aandacht voor taal en rekenen, maar leerkrachten hebben vaak weinig tijd (en soms ook niet de vaardigheden) om kinderen op een natuurlijke manier met natuur en de leefomgeving in aanraking te laten komen. De afgelopen tijd is NME steeds verder onder druk komen staan. NME diensten die voorheen gemeentelijk waren georganiseerd vallen her en der weg. Vanuit IVN proberen we via diverse wegen er toch voor te zorgen dat kinderen leren over het belang van natuur. Binnen veel scholen is er behoefte aan mensen die kunnen ondersteunen bij het aanbieden van natuurbeleving activiteiten. Didactisch waardevolle en aantrekkelijke onderdelen van natuur- en milieuonderwijs op de basisschool vergen vaak extra handen bijvoorbeeld bij veldwerk; leerkrachten kunnen die hulp vaak goed gebruiken. IVN Natuurouders spelen hier op in: zij zijn die speciaal hiervoor opgeleide deskundige ouders! Voor een school kan het extra belangrijk zijn om met natuurouders samen te werken omdat natuurouders een school de mogelijkheid bieden zich in positieve zin te onderscheiden van andere scholen in de omgeving. Dit is in tijden van toenemende concurrentie om leerlingen interessant. De inzet van natuurouders is daarnaast een mogelijkheid om ouders meer bij het reilen en zeilen van de school te betrekken. Gelukkig zijn er op veel plaatsen ook initiatieven die mogelijkheden bieden om kinderen direct met natuur en groen in aanraking te laten komen. Zo is er bijvoorbeeld een trend om schoolpleinen te vergroenen (groene schoolpleinen) en is IVN sinds 2014, samen met Jantje Beton betrokken bij een landelijk project Gezonde Schoolpleinen, waarbij kinderen de ruimte krijgen om te bewegen en te spelen in een uitdagende, groene en rookvrije omgeving. Wat zou het mooi zijn als op alle Gezonde Schoolpleinen ook een groep door IVN opgeleide natuurouders actief is….
5
Gezonde schoolpleinen Buiten spelen en leren is leuk en gezond voor kinderen. Een schoolplein dat kinderen uitdaagt om te bewegen, ontdekken en leren zorgt er voor dat leerlingen zich beter kunnen concentreren in de klas. En het biedt ze een plek om te leren over de natuur. Steeds meer scholen werken dan ook aan een groen of ‘gezond’ schoolplein. Maar met alleen een groen plein is de school er nog niet. Als de leerkracht geen ruimte en begeleiding heeft om het plein te gebruiken als ‘buitenlokaal’ voor natuurbeleving en –educatie, verandert het ‘doe’-groen in ‘kijk’-groen. Natuurouders kunnen de leerkracht hierin ondersteunen, en natuurbeleving en –educatie mogelijk maken voor de leerlingen. IVN werkt landelijk aan het project Gezonde Schoolpleinen, samen met organisaties als Jantje Beton en RIVM. Op een Gezond Schoolplein krijgen jongeren de ruimte om te bewegen en te spelen in een uitdagende, groene en rookvrije omgeving. Dat is belangrijk voor een gezonde ontwikkeling. Een Gezond Schoolplein prikkelt de fantasie, stimuleert beweging en leert over het belang van de natuur. Tijdens én na schooltijd. Dit heeft een positief effect op het concentratievermogen en de leerprestaties. Naast betrokkenheid in het project Gezonde Schoolpleinen is IVN vaak lokaal en regionaal betrokken bij (natuureducatie op) groene schoolpleinen. De ontwikkeling van een groen schoolplein is een langlopend proces. Vaak zijn ouders en buurtbewoners betrokken bij het plein. In de ontwikkeling bijvoorbeeld, of juist in beheer en onderhoud. Deze groep ouders en buurtbewoners is een perfecte doelgroep voor de Cursus IVN Natuurouder. Ze hebben al interesse in groen, en zijn bereid iets extra’s voor de school of de buurt te doen. De Cursus IVN Natuurouder biedt ze meer verdieping en de kans op een andere manier betrokken te zijn. Soms groeien natuurouders door in de Natuurgidsenopleiding. Sommige cursisten kiezen het schoolplein zelfs als adoptieterrein, en volgen de natuur op het plein een jaar lang! Een goed moment om contact te zoeken met een school, is als het groene plein recent is opgeleverd, of nog opgeleverd moet worden. De school is dan vaak nog zoekende in het behouden van de ouderbetrokkenheid, en het invullen van natuureducatie op het nieuwe plein. Meer info zie: https://www.gezondeschool.nl/gezonde-schoolpleinen
6
2. Doel en doelgroep Het hoofddoel van de cursus IVN Natuurouder is het opleiden van (groot)ouders tot natuurouder. Natuurouders ondersteunen, in hun vrije tijd en vrijwillig, leerkrachten in het basisonderwijs in natuurbeleving en natuuronderwijs binnen de kaders van de school. Meestal gaat het om mensen die zelf (klein)kinderen op de basisschool hebben, en de leerkracht willen ondersteunen en helpen kinderen in contact te brengen met natuur en milieu. De cursus zorgt ervoor dat de vrijwilligers over voldoende inzicht, vaardigheden en kennis beschikken om deze ondersteunende rol van Natuurouder goed te kunnen vervullen. Met de cursus verwerft de natuurouder praktische kennis en praktisch inzicht in: • de ontwikkeling van het kind en hoe het zich dingen eigen maakt; • hoe je verschillende leersituaties voor het kind kunt creëren; en • welke werkvormen het meest geschikt zijn om het kind aan te bieden. Met deze cursus willen we er allereerst voor zorgen dat meer kinderen de mogelijkheid krijgen met natuur in aanraking te komen. Daarnaast hopen we met de cursus nieuwe mensen te werven die zich verder willen ontwikkelen en bekwamen in het IVN-werk. De cursus IVN Natuurouder is in principe een laagdrempelige cursus, en we hopen dat mensen zich uitgedaagd voelen en actief worden in de IVN-afdeling. doelgroep De cursus IVN Natuurouders is bedoeld voor mensen die het leuk èn zinvol vinden om samen met kinderen op onderzoek te gaan in de natuur en iets te leren over de natuur en het milieu. De cursus is in eerste instantie bedoeld voor (groot)ouders met een (klein)kind op de basisschool, die een grote betrokkenheid hebben bij wat hun (klein)kind op school leert. Deze betrokkenheid is toegespitst op de relatie van het kind met de natuur en het milieu. Ze willen het kind begeleiden in het ontdekken van de eigen concrete natuurlijke (school)omgeving. De cursisten hoeven niet te beschikken over speciale voorkennis. Natuurlijk kunnen ook mensen die geen ouder zijn de cursus volgen en actief worden binnen een school.
7
3. De cursus De cursus bestaat in basis uit zes bijeenkomsten, maar een afdeling of cursusteam kan besluiten hier van af te wijken. Elke bijeenkomst duurt gemiddeld 2,5 á 3 uur. Een deel van de bijeenkomsten kan ’s avonds plaatsvinden, een deel overdag. Verschillende cursusbijeenkomsten vinden binnen plaats, maar uiteraard gaan we ook naar buiten. Het huiswerk bestaat uit doorlezen van lesmateriaal en het maken van opdrachten. Bij elkaar zal het gaan om ca. 6 uur huiswerk (afhankelijk van de ervaring van de cursisten). De cursist krijgt een certificaat IVN Natuurouder als hij/zij: • alle cursusbijeenkomsten heeft bijgewoond; • de vereiste huiswerkopdrachten heeft uitgevoerd; • tijdens de cursus voldoende betrokkenheid heeft getoond door het maken van huiswerk en meedoen aan praktijkopdrachten. De belangrijkste onderwerpen, terug te vinden in de verschillende onderdelen van de cursus, zijn: - Hoe leren kinderen; - verschillende werkvormen, zoals leskisten, ontdekdozen, natuurpaden en veldwerk; en - theorie over natuurgerelateerde onderwerpen zoals voorjaarbloeiers, vruchten en zaden, paddenstoelen etc. In het cursusboek zijn voor een aantal onderwerpen modules uitgewerkt. Natuurlijk kan voor andere onderwerpen gekozen worden, afhankelijk van het seizoen.
8
4. Voorbereiding en cursusorganisatie Het initiatief voor een cursus IVN Natuurouder kan uitgaan van de IVN-afdeling, van ouders van een school, van de school zelf of van een NME-centrum of -dienst. De organisatie ligt in handen van de IVN afdeling, die daarbij kan worden ondersteund door de vrijwilligersconsulent in de regio en door materiaal dat beschikbaar is via het landelijk bureau. Veel achtergrond materiaal kun je vinden op OnsIVN: www.ivn.nl/afdeling/intranet/informatie/cursushuis/cursussen cursusteam Binnen de afdeling wordt een cursusteam samengesteld dat verantwoordelijk is voor de voorbereiding en uitvoering van de cursus en zorg draagt voor de kwaliteit. Uiteraard is het daarbij handig als de cursus en het cursusteam wordt “gedragen” door het bestuur van de afdeling. Het is daarom goed om samen met het bestuur vast te stellen: - wat de meerwaarde is van een cursus IVN Natuurouder ("waarvoor is een dergelijke cursus goed?" of "wat levert hij de organisatie op?"); - wat de mogelijkheden zijn om een cursus IVN Natuurouder te organiseren (hebben wij wel voldoende competente docenten voor deze nieuwe activiteit?); - of er voldoende belangstelling zal zijn (zijn er eigenlijk wel mensen die op een cursus IVN Natuurouder afkomen?). Een cursusteam kan bestaan uit natuurgidsen, IVN-jeugdbegeleiders of andere enthousiaste leden. Een aantal richtlijnen/adviezen op een rij: a. Om een cursus IVN Natuurouder te geven heeft men een cursusgroep nodig van minimaal drie ‘algemene docenten’ en liefst één specialistisch docent. b. De meeste lessen kunnen worden verzorgd door mensen (de ‘algemene docenten’), die voldoen aan drie criteria: a) enige educatieve ervaring met kinderen; b) de nodige kennis van natuur en milieu; en liefst c) ook overdag beschikbaar. c. De specialistisch docent: voor één van de lessen van de cursus IVN Natuurouder is het nodig dat de docent beschikt over een behoorlijke kennis van ontwikkelingspsychologie van kinderen en van didactiek richting kinderen. Is deze ervaring niet binnen je IVN-afdeling aanwezig, kijk dan bij de buren of kun je desgewenst de hulp inroepen van bijvoorbeeld een NME-deskundige of lokale PABO-medewerkers. d. Het is handig om een persoon met enige cursuservaring aan te stellen als coördinator. e. Ga in de regio na of andere afdelingen ervaring hebben met een cursus IVN Natuurouder. Aan hen kan gevraagd worden mee te denken in de organisatie en opbouw of om op te treden als gastdocent. f. Namen van potentiële docenten kan men verzamelen via het doorlichten van de eigen ledenlijst of via individuele contacten. Namen van potentiële ‘specialistische docenten’ kunnen worden verkregen door bijvoorbeeld contact op te nemen met de provinciale vestiging van IVN. Het cursusteam is verantwoordelijk voor alle bijeenkomsten, ook als andere docenten een bijeenkomst verzorgen. De taken van het team zijn: • het organiseren en coördineren van de cursus; • het coachen van de deelnemers; • het begeleiden van docenten. Iets specifieker omschreven gaat het om zaken als: aanmelden bij het Cursushuis en bestellen van cursusmaterialen; promotie en werving deelnemers; werving en instructie docenten; begroting maken en subsidie aanvragen; leslocatie regelen; registratie cursisten; en uitvoering en diplomering. Als je gebruik maakt van gastdocenten, zorg er dan voor dat deze voldoende inzicht heeft in de programmering. Een cursusbijeenkomst staat niet op zichzelf en een gastdocent moet goed weten wat zijn/haar aandeel is in de gehele cursus. 9
taakverdeling Om het cursusteam goed te laten functioneren kun je de verschillende leden een of meer taken toebedelen: Te denken valt aan de volgende taken: 1. docentschap (cursusopzet; uitvoering en evaluatie cursus); 2. financieel beheer; 3. public relations (contactpersoon voor scholen, cursisten en publiciteit); 4. materiaalbeheer ("logistiek", zorgt dat met name tijdens de cursus de benodigde educatieve en andere materialen aanwezig zijn); 5. secretariaat; 6. coördinator (voorzitter cursusgroep; tijdsplanning en bewaking; bewaken proces vervolg organisatie). afstemming met de school Voor het starten van een cursus IVN Natuurouder is er uiteraard toestemming en medewerking nodig van directie en leerkrachten van de basisschool (of van verschillende scholen). Natuurouders worden opgeleid om direct op ‘hun’ school aan de slag te kunnen en daarom is een goede borging binnen de school nodig. De steun van directie en leerkrachten is niet alleen van belang om de opgeleide natuurouders ook daadwerkelijk actief te laten worden, maar ook kan de cursus georganiseerd worden met steun van de school (bv door het ter beschikking stellen van lokalen). Punten van belang voor directie en leerkrachten zijn: - Wat is de meerwaarde van een cursus IVN Natuurouder voor de school? De school wordt al zo vaak benaderd om aan allerlei dingen mee te doen terwijl de beschikbare tijd van de leerkrachten zeer beperkt is. Benadruk de mogelijkheden die de cursus biedt, zoals arbeidsintensieve activiteiten, ouderparticipatie en profilering. - Wat is de inhoud van de cursus? - Wat wordt van de school verwacht? - Wanneer vindt de cursus IVN Natuurouder plaats? - Hoe worden de kosten van de cursus IVN Natuurouder gedekt? NB: De leerkrachten zullen en willen baas in eigen klas blijven. Hulp van ouders kunnen zij echter wel waarderen. Zij zullen dus de verantwoordelijkheid voor het lesprogramma behouden. Het is het mooist als de vanuit de school zelf de vraag komt om een cursus IVN Natuurouder te organiseren, maar daar kun je als afdeling ook wel een beetje bij helpen door het gesprek met leerkrachten en/of de directie aan te gaan. Als een school niet echt te porren is, maar er zijn wel potentiële natuurouders, laat deze ouders dan eerst een leerkracht vinden die wel wat met natuur heeft of wel in is voor een ander soort les geven. Organiseer samen met de ouder een niet te moeilijke buitenactiviteit in de natuur voor de leerkrachten op de school (bv een kabouterpad). Als zo’n activiteit slaagt dan volgt er vanzelf meer enthousiasme. Uit de praktijk blijkt dat een eerste cursus IVN Natuurouder gemiddeld drie deelnemers per basisschool oplevert. Voor een cursus van 15 à 20 deelnemers moet je dus werven bij ongeveer 6 basisscholen. Wil je als afdeling bepalen welke scholen potentieel geïnteresseerd zijn in een cursus IVN natuurouder, houd bij de selectie dan rekening met de volgende zaken: a. Gezond of groen schoolplein: een school die zelf al bezig is met vergroening zal zeker meer interesse hebben in ouderparticipatie; b. Activiteiten rond groen of duurzaamheid: scholen die bijvoorbeeld meedoen aan activiteiten ala Boomfeestdag, veldwerkprojecten of acties rond duurzaamheid zijn mogelijk sneller geïnteresseerd. c. Geografische nabijheid: de verschillende deelnemende basisscholen moeten niet te ver van elkaar verwijderd zijn. Dan wordt immers de afstand die de 10
cursisten naar de cursus moeten afleggen erg groot. Dit is niet bevorderlijk voor de deelname. d. Concurrentie tussen scholen: de concurrentie tussen naburige basisscholen om nieuwe leerlingen is sterk. Behandel alle scholen zoveel mogelijk gelijkwaardig. Wat wordt van de school verwacht? De scholen verrichten zelf geen uitvoerende taken tijdens de cursus IVN Natuurouder. Wel kan de school helpen bij het creëren van goede randvoorwaarden voor de cursus IVN Natuurouder, bijvoorbeeld door de initiatiefnemers toe te staan cursisten te werven via de ouderavond, via affiches in de school of via een artikeltje in het schoolblad en door een locatie ter beschikking te stellen om de cursus te geven. Van belang is dat de school de opgeleide natuurouders in de gelegenheid stelt leerkrachten te helpen met natuureducatie en de organisatorische randvoorwaarden hiervoor te scheppen in het onderwijswerkplan. Ook betrokkenheid van een ouderraad kan helpen. De ouderraad kan bijvoorbeeld via haar contactennetwerk, samen met de initiatiefnemers, cursisten onder de ouders te werven. Daarnaast komt het de draagvlak van de cursus IVN Natuurouder op de school ten goede, als de ouderraad aan directie en ouders aangeeft dat zij deze cursus ondersteunt. In de bijlagen vindt je een aantal voorbeelddocumenten die je kunt gebruiken in de communicatie met of werving van scholen. cursisten Heeft het bestuur ingestemd met de cursus IVN Natuurouder, zijn er docenten beschikbaar en hebben directies en leerkrachten van de basisscholen hun steun toegezegd, dan kan de werving van cursisten starten. Denk na over een minimum en een maximum aantal deelnemers, bijvoorbeeld een minimum van tien deelnemers en een maximum van twintig deelnemers. De volgende wervingsmiddelen blijken in de praktijk zeer succesvol: - gebruik maken van eventuele individuele contacten met ouders van de betreffende school; - contact leggen met de ouderraad van de basisscholen, en in samenwerking met deze raad via zijn kanalen richting ouders cursisten werven. - in overleg met de directie van de school een presentatie verzorgen op een ouderavond over het fenomeen natuurouder en de cursus IVN Natuurouder. Het beste is indien men een korte inleiding kan houden voor alle aanwezigen. Is dit niet mogelijk, dan is een aantrekkelijk aangeklede stand (ontdekdozen; levend materiaal, verrekijkers etc.) een goed alternatief. Andere mogelijke wervingsmiddelen die aanvullend resultaat kunnen hebben zijn een affiche inclusief intekenlijst in het schoolgebouw of een artikel in de schoolkrant of in een huis-aan-huisblad. Bij deze laatste mogelijkheid is het wel noodzakelijk dat de scholen die meedoen in de publicatie worden vermeld. Zorg voor een duidelijk aanmeldingsformulier waarmee je de belangstellende al een beetje kan leren kennen. Je kunt dan inschatten of de cursus geschikt is voor de belangstellende en andersom. Vraag onder meer naar ervaring, kennis van de natuur, reden van deelname en wat de belangstellende wil leren. Deze leerwensen gebruik je tijdens de cursus. Een voorbeeld van een intakeformulier vind je in bijlagen. Wat betreft de inhoud van de werving van cursisten zijn de volgende zaken van belang:
11
-
-
-
Natuurouderschap is leuk. De centrale boodschap moet zijn dat het natuurouderschap niet alleen nuttig is, maar vooral ook aantrekkelijk. Kinderen genieten enorm van natuurbelevingactiviteiten! Natuurouderschap is niet moeilijk. Veel mensen die nauwelijks iets van de natuur of het milieu afweten zijn vaak bang om natuurouder te worden. Maak ze duidelijk dat je geen afgestudeerd bioloog hoeft te zijn om natuurouder te kunnen worden. Natuurouders kunnen samen met de kinderen over natuur en milieu leren. In de cursus leren zij hoe zij dit moeten doen. Biedt daarnaast aan dat de natuurouder voor "inhoudelijke rugdekking" kan terugvallen op de organisatie; ook na de cursus zijn er mensen binnen de afdeling beschikbaar als vraagbaken. Met inhoudelijke (bijv. welke plant of vogel is dat?) en methodische vragen (bijv. hoe moet ik ook alweer met die grondboor omgaan?) kan men bij jou of anderen van de afdeling terecht. Ook kun je nadenken over de mogelijkheid van een nascholingsbijeenkomst. Dat is een goede manier om mensen ervaringen te laten uitwisselen, maar ook om ze verder te verbinden aan het IVN werk. Geen ouder, toch natuurouder Men hoeft niet per se kinderen op een basisschool te hebben om natuurouder van die school te worden. De natuurouder helpt, de leerkracht blijft de baas Druk de aspirantnatuurouders op het hart dat zij worden geacht te helpen bij de uitvoering van de lessen. De leerkracht blijft verantwoordelijk!
locatie Een aantal bijeenkomsten (of delen ervan) vindt buiten plaats, zoals oefenen met werkvormen. Houd hier rekening mee met de keuze van de locatie. Wijk eventueel voor de buitenonderdelen uit naar een andere plek. Voor de onderdelen die binnen plaatsvinden is een participerende school uiteraard de mooiste plek (zeker als de school ook beschikt over een groen/gezond schoolplein). Het is handig om mensen te regelen die voor koffie en thee zorgen. Dat scheelt tijd en werk voor de mensen die met de inhoud bezig zijn. Verder is het goed van tevoren na te denken over de opstelling van de cursisten. Kies je voor een theateropstelling of ga je in een kring zitten. Voor beide is wat te zeggen. Het voordeel van een kring is dat je gemakkelijker met elkaar in gesprek gaat. Het is gelijk een voorbeeld van hoe je dat met een groep kinderen kan doen. Bij een theateropstelling kun je gemakkelijker een presentatie geven die iedereen kan zien. Mooi is als je beide opstellingen kunt afwisselen. publiciteit Positieve publiciteit over een cursus IVN Natuurouder is van groot belang. Een cursus IVN Natuurouder heeft in principe vier publiciteitsmomenten voor bijvoorbeeld huis-aan-huisbladen, regionale edities van dagbladen en lokale en regionale omroepen: a) de aankondiging van de cursus; b) een buitenles met de cursisten; c) de uitreiking van de certificaten aan de cursisten; d) de eerste activiteit van de nieuwe natuurouders met leerlingen. De aankondiging van de cursus (a) is goed voor een kort, zakelijk bericht. De ervaring leert dat de schrijvende pers de momenten (b) en (d) het leukst vindt om meer aandacht aan te besteden omdat ze het meest fotogeniek zijn (mooie plaatjes van speurende ouders en kinderen in de natuur). Geschiedt de uitreiking van de certificaten (c) door een "notabele" (bijv. een milieuwethouder) dan wil dat ook nog wel eens een foto opleveren. Het is vaak onmogelijk om met één cursus op alle vier de momenten in de publiciteit te komen. De zakelijke aankondiging lukt vrijwel altijd. Als de pers verder 12
geïnteresseerd is, maakt zij vaak zelf een keuze tussen een van de overige drie momenten. Als men heel sterk de voorkeur heeft voor één bepaald moment, kan men de pers attenderen op alleen dat betreffende moment. Het nadeel hiervan is dat men geen verdere publiciteit heeft als de pers op dat moment niet verschijnt. Men dient er rekening mee te houden dat de nieuwswaarde van een cursus IVN Natuurouder afneemt naarmate er meer cursussen IVN Natuurouder worden gegeven. De eerste cursus in een plaats of regio heeft nu eenmaal meer journalistieke waarde dan de achtste of negende. Voor adviezen voor het schrijven van een persbericht of het benaderen van de pers op andere wijze, wordt verwezen naar de provinciale vestiging van IVN. tijdsplanning Het is goed om tijdig te beginnen met de organisatie en voorbereidingen. Als je afdeling voor de eerste keer een cursus IVN Natuurouder organiseert, heb je vooral tijd nodig voor het goed voorbereiden van de inhoud van de cursus, een cursusteam en mogelijk het leggen van contacten met de scholen. Je kunt denken aan de volgende stappen: 1. Drie – zes maanden van te voren a. Aanmelden bij het cursushuis:
[email protected] tel 020-6228115 b. Afstemmen met bestuur van de afdeling c. Contact met scholen; afspraken maken d. Uitwerken van het cursusprogramma met data en locaties e. Cursusteam samenstellen f. Begroting maken, financiering regelen (denk aan fondsen) 2. Twee - drie maanden van te voren g. Start werving cursisten h. Publiciteit maken i. Afspraken binnen cursusteam vastleggen 3. Een maand – twee weken van te voren j. Bevestiging aan deelnemers k. Eventueel intakegesprekken l. Check afspraken met locaties 4. Uitvoering m. Publiciteit n. Certificaten regelen o. Evaluatieformulieren voor cursisten 5. Na afloop p. Evaluatie plannen q. (Financieel) Verslag voor bestuur r. Eventuele terugkom bijeenkomst Bij de hantering van dit stappenplan dien je je te bedenken dat de praktijk soms grilliger is dan een schema. Toch is een dergelijk draaiboek zinvol; als men afwijkt doet men dit met goede argumenten. In de bijlagen vindt je een voorbeeld draaiboek, waarin je afspraken en verantwoordelijkheden kunt vastleggen.
13
5. Cursusmaterialen voor cursisten Het cursistendeel bestaat uit een cursistenboek IVN Natuurouder met verschillende hoofdstukken. De verschillende hoofdstukken zijn separaat als pdfdocumenten digitaal beschikbaar. Ze zijn te verkrijgen bij het landelijk bureau van IVN en op OnsIVN te downloaden. Als organiserende afdeling kun je besluiten het materiaal in één keer gebonden aan te bieden aan cursisten, maar ook besluiten dit per hoofdstuk digitaal of uitgeprint aan te bieden (zodat het in een zelf aan te schaffen map kan worden opgeborgen). Ook de werkbladen zijn apart beschikbaar zodat deze in de lessen kunnen worden gebruikt. Het cursusboek omvat de volgende hoofdstukken/onderwerpen: 1. Voorjaarsbloeiers en stinsenplanten 2. Vruchten en zaden 3. Afbraak; Bodemdieren en Schimmels 4. Hoe leren kinderen? 5. Leskisten en ontdekdozen 6. Natuurpaden 7. Veldwerk 8. Spellen en spelen 9. Hoe nu verder? Afhankelijk van het seizoen of het door de afdeling gekozen thema worden de hoofdstukken over de bijeenkomsten verspreid behandeld. Desgewenst kun je voor de cursisten ook andere materialen beschikbaar stellen dat gebruikt wordt tijdens de cursus, maar wat cursisten later als volleerd IVN natuurouder ook kunnen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een loeppotje, een spiegel voor paddenstoelen, Scharrelkids zoekkaarten, een rugzak etc etc. Kijk op https://www.ivn.nl/afdeling/intranet/informatie/communicatie/promotiemateriaal Voor alle binnen IVN beschikbare materialen. voor het cursusteam Voor het cursusteam zijn naast deze handleiding en uiteraard een cursusboek, ook de volgende zaken beschikbaar: - De bijlagen met voorbeeld brieven, wervingsmateriaal etc. - Diverse voorbeeld powerpoint presentaties
14
6. Opbouw van de cursus Als cursusteam staat het je vrij om te beslissen uit hoeveel bijeenkomsten de cursus bestaat en welke onderwerpen je aan de orde wilt laten komen in welke volgorde. Ook mag je zelf bepalen op welke dagen en tijdstippen de bijeenkomsten plaatsvinden, en kun je desgewenst de duur van bijeenkomsten aanpassen. cursusopzet Hieronder staat een voorstel opzet voor een voorjaars- als najaarsprogramma van de cursus, waarmee elders ervaring is opgedaan. De genoemde tijden zijn ter indicatie van de duur per onderdeel, maar kunnen uiteraard desgewenst aangepast worden aan een ochtend- of middagbijeenkomst.
---------------------------------------------------------------Voorjaar Bijeenkomst 1 Kennismaken 19.30 Welkom en kennismaken 20.00 Natuurmoment 20.15 Inhoud cursus + De natuurouder en Wat is NME? 20.45 Pauze 21.00 Voorjaarsbloeiers en stinsenplanten 21.15 Practicum: wintertakken & voorjaarsbloemen 21.50 Afsluiting & huiswerkopdracht 22.00 Einde les Bijeenkomst 2 Hoe leren kinderen 19.30 Natuurmoment 19.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 19.55 Theorie: ‘Hoe leren kinderen’ 20.45 Pauze 21.00 Practicum: compostonderzoek + practicum ‘vragen’ 21.50 Afsluiting & huiswerkopdracht 22.00 Einde les Bijeenkomst 3 Leskisten en ontdekdozen 19.30 Natuurmoment 19.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 19.55 Theorie: ‘Ontdekdozen en leskisten’ 20.45 Pauze 21.00 Practicum: ontdekdozen en leskisten 21.50 Afsluiting & huiswerkopdracht 22.00 Einde les Bijeenkomst 4 Natuurpaden, wandelingen en spellen 13.30 Natuurmoment: zintuigenpad (buiten) 14.00 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 14.15 Theorie: nadere uitleg educatieve paden 14.30 Vertrek naar buiten: steeketikettentocht uitzetten 15.15 Route lopen (in 2 groepen) en etiketten bespreken. 15.45 Uitwisseling ervaringen & huiswerkopdracht 16.00 Einde les Bijeenkomst 5 Veldwerk 13.30 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 13.40 Theorie: Veldwerk/Afspraken 13.50 Koffie 14.00 Practicum: slootjesonderzoek 15
15.40 16.00
Nabespreken & uitwisseling ervaringen Einde les
Bijeenkomst 6 Hoe nu verder? 19.30 Welkom aan andere natuurouders 19.50 Natuurmoment 20.00 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 20.50 Oefenen met werkbladen voor verschillende leeftijdsgroepen 21.15 Gesprek ‘Hoe verder als Natuurouder?’ en evaluatie 22.00 Uitdelen certificaten en einde les
----------------------------------------------------Najaar Bijeenkomst 1 Kennismaken 19.30 Welkom en kennismaken 20.15 Natuurmoment 20.25 Inhoud cursus + De natuurouder en Wat is NME 20.45 Pauze 21.00 Practicum: vruchten en zaden 21.50 Afsluiting & huiswerkopdracht 22.00 Einde les Bijeenkomst 2 Veldwerk vruchten en zaden 13.30 Welkom en uitleg 13.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 13.55 Korte inleiding 14:00 naar buiten *14:00 bij zeer slecht weer binnen: presentatie ‘overwinteren’ 15:30 Nabespreken: 15.50 Afsluiting en huiswerkopdracht 16.00 einde les Bijeenkomst 3 Hoe leren kinderen 19.30 Natuurmoment 19.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 19.55 Theorie: ‘Hoe leren kinderen’ 20.30 Pauze + leestafel met boeken lesmethodes 20.45 Practicum: Compostonderzoek 21.30 Nabespreken werkblad “vragen” 21.50 Afsluiting & Huiswerkopdrachten 22.00 Einde les Bijeenkomst 4 Veldwerk afbraak 13.30 Natuurmoment 13.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 13.45 Theorie: inleiding Paddenstoelen, Afbraak, uitleg Veldwerk 14.15 Veldwerk Bomen 15.25 Nabespreken & uitwisseling ervaringen 16.00 Einde les Bijeenkomst 5 Leskisten en ontdekdozen 19.30 Natuurmoment 19.40 Terugkoppeling vorige les en huiswerk 20.00 Theorie: ontdekdozen en leskisten 20.45 Pauze 21.00 Practicum ontdekdozen en leskisten 21.50 Afsluiting & Huiswerkopdrachten 22.00 Einde les 16
Bijeenkomst 6 Natuurpaden 13.30 Natuurmoment: zintuigenpad 14.00 Terugkoppeling vorige les opdracht + koffie 14.15 Theorie: educatieve paden 14.30 Natuurpad uitzetten 15.00 Route lopen 16.00 Uitwisseling ‘Hoe verder als Natuurouder?’ ervaringen & evaluatie 16.30 Uitdelen certificaten en einde les Een uitgewerkte opzet met huiswerkopdrachten vind je in de bijlagen. opbouw van een cursusbijeenkomst De totale duur van een bijeenkomst is maximaal 3 uur (inclusief een pauze). Van die tijd is ongeveer een half uur nodig voor andere zaken zoals huishoudelijke mededelingen, een natuurmoment, terugblik en afsluiting (met huiswerkopdracht) De bijeenkomsten bestaan uit een mix van theorie en praktijk. In schema ziet de opbouw van een cursusbijeenkomst er als volgt uit: a. Inloop, koffie en thee b. 25 minuten: ! Huishoudelijke mededelingen ! Toelichten van het programma ! Natuurmoment c. 150 minuten: (inclusief een pauze van 15 minuten) ! Nabespreken huiswerk (bijv. vragen over leeswerk) ! Toelichting onderwerp ! Activiteiten oefenen, groepswerk ! Centrale terugkoppeling d. 5 minuten: ! Terugblik op de bijeenkomst als geheel ! Huiswerk Let op: het gaat om richtlijnen! Elke cursus is anders, dus wees flexibel en speel in op de behoeftes van de cursisten. Is er tijd over, oefen dan met verschillende werkvormen. Of geef de cursisten de gelegenheid om te oefenen met praten voor een groep, uitleg van een activiteit enzovoort. Probeer, zeker bij de hele dagen, binnen en buiten af te wisselen. Natuurmoment Een Natuurmoment is een werkvorm van korte duur. Het gaat daarbij om het waarnemen van natuurlijk materiaal zonder richtvragen. Deze werkvorm is zeer geschikt om de directe natuurervaring een vaste plaats in de cursus te geven. Een natuurmoment kan op verschillende manieren en momenten gebruikt worden: • als afwisseling in een praatbijeenkomst; • om de aandacht weer even (indringend) te richten op een plant of een dier. Die aandacht vormt immers de basis voor het natuur- en milieueducatieve werk; • om natuurouders te oefenen in het geven van ruimte aan de groep en het inhouden van de eigen (kennis)bijdrage. In de bijlagen vindt je een beschrijving van deze werkvorm. Houd er rekening mee dat een natuurmoment vaak meer tijd in beslag neemt dan dat ervoor gepland staat. Huiswerk Door de beperkte tijd kan niet alle lesstof in de cursusbijeenkomsten aan de orde komen. De cursisten krijgen huiswerk dat bestaat uit het doorlezen van tekst of het maken van een opdracht, al dan niet samen met andere cursisten. Het is belangrijk om in een volgende bijeenkomst op het huiswerk terug te komen. In de opbouw van de bijeenkomsten is dit ingepland. 17
Evalueren Evalueren is terugblikken met de duidelijke bedoeling bijstellingen te plegen in een verder verloop van de cursus om de gestelde doelen te halen. Het gaat er niet om een (on)tevreden gevoel te krijgen over wat er gebeurd of geleerd is. Vanzelfsprekend moeten de resultaten van een evaluatie gebruikt worden. Er kan op vijf manieren geëvalueerd worden: 1. door signalen uit de groep op te vangen; 2. door op ‘speelse’ wijze te informeren naar ervaringen; 3. door een anonieme schriftelijke enquête onder de cursisten te houden; deze methode heeft als belangrijkste voordeel dat mensen eerder negatieve kritiek durven te geven; 4. door een groepsgesprek met de cursisten te houden; het belangrijkste voordeel is dat de cursisten op elkaars mening kunnen reageren; 5. door een combinatie van beide methoden: laat de cursisten de enquête invullen en houdt daarna een groepsgesprek; hoewel deze combinatie meer tijd vergt, combineert ze de voordelen van beide manieren. In de bijlagen vindt je een evaluatieformulier.
18