Cultuurbeleidsplan Sint-Gillis 2004 - 2007
1
Cultuurbeleidsplan Sint-Gillis 2004 - 2007 Inhoud Voorwoord Inleiding
1 2
1. Proces
3 3 3 4 5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 8
1.1. Proces van cultuurbeleidsplanning 1.1.1. Voorlopig adviesorgaan voor het lokaal cultuurbeleid van Sint-Gillis 1.1.2. Nederlandstalige actoren: gemeenschapscentrum en bibliotheek 1.1.3. Andere lokale actoren a) Bevolking b) Verenigingen c) Gemeentelijke diensten d) Lokale culturele actoren e) Samenhang: lokale, transversale netwerken 1.1.4. Steunpunt Cultuur Lokaal 1.1.5. Vlaamse Gemeenschapscommissie
1.2. Synergie met andere beleidsplannen 1.2.1. Op gemeentelijk niveau 1.2.2. Op gemeenschapsniveau
2. Situatieschets
2.1. Beknopte geschiedenis van de gemeente Sint-Gillis 2.1.1. Geografische ligging 2.1.2. Geschiedenis 2.1.3. Bevolking
2.2. Verschillende wijken onder de loep genomen 2.2.1. Voorplein 2.2.2. Overwinning 2.2.3. Van Meenen 2.2.4. Bethlehem 2.2.5. Zuid
2.3. Het culturele leven in Sint-Gillis 2.3.1. Nederlandstalige culturele actoren a) De Pianofabriek b) Gemeentelijke Nederlandstalige openbare bibliotheek c) Verenigingen verbonden aan de Pianofabriek d) Nederlandstalig onderwijs 2.3.2. Gemeentelijke culturele actoren a) Gemeentelijke Dienst Cultuur b) Cultureel centrum Jacques Franck c) Gemeentelijke Franstalige openbare bibliotheek d) Mission Locale Jeunes e) Dienst Sociale Zaken f) Wijkantennes g) Franstalig onderwijs h) La Maison des Enfants i) Schepenkabinet van kinderkribben, familie en gelijke kansen man vrouw 2.3.3. Semi-gemeentelijke culturele actoren a) La Maison du Livre b) Espace Photographique Contretype
10 10 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 19 19 21 21 27 28 28 29 29 30 31 31 31 32 32 32 32 32
2
c) La Roseraie d) Théâtre-Poème 2.3.4. Niet-gemeentelijke culturele actoren a) Hallepoort b) Franstalig, niet-gemeentelijk onderwijs c) Espace Catastrophe d) Ecole Lassaad e) Ecole Van der Kelen -Logelain f) Zorobabel g) Douzerome h) Fondation Jacques Gueux i) Constant j) Choux de Bruxelles k) Fondation Pierre-Paul Hamesse 2.3.5. Erfgoed a) Omschrijving b) Ontsluiting 2.3.6. Wijkcontracten a) Algemene omschrijving b) Socio-culturele projecten binnen luik 5 2.3.7. Wijkfeesten 2.3.8. Cultuurcommunicatie
3. Gemotiveerde conclusies
34 34 34 35 35 35 36 36 36 37 37 37 38 38 38 38 40 41 41 42 43 44
3.4. Cultuurcommunicatie 3.5. Partnerschap met de Vlaamse Gemeenschapscommissie
46 47 47 47 48 49 49 50 50 51 51 52 52 54 54
4. Visie op cultuur en cultuurbeleid
55
5. Algemene en concrete doelstellingen
5.2.1. We weten wat er leeft 5.2.2. Men weet ons te vinden
57 57 57 57 58 58 59 59 59
60 5.3.1. Samenwerking met de Franstalige partners 5.3.2. Samenwerking met de anderstalige gemeenschappen 5.3.3. Samenwerking met Lokaal Steunpunt voor etnisch-culturele minderheden
60 60 60
3.1. Sint-Gillis: algemeen
3.1.1. Recente tendens: opwaardering 3.1.2. Geografie: dorpsgevoel in de stad 3.1.3. Bevolking: in alle opzichten gemengd
3.2. Cultureel leven in Sint-Gillis
3.2.1. Kunstenaarsgemeente met internationale uitstraling 3.2.2. Dynamisch lokaal netwerk 3.2.3. Vergeten doelgroepen
3.3. Culturele actoren
3.3.1. De Pianofabriek: een bruisend gemeenschapscentrum 3.3.2. Gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek: alleen maar kansen 3.3.3. Verenigingsleven
5.1. Vlaamse Aangelegenheden, een culturele partner 5.1.1. Vlaamse Aangelegenheden, een nieuwkomer 5.1.2. Gemeenschapscentrum en bibliotheek: prioritaire partners 5.1.3. Een nieuwkomer met een eigen profiel 5.1.4. De ruimte ontginnen
5.2. De deur staat altijd open
5.3. Vlaamse Aangelegenheden, een partner voor andere culturen
3
5.4. De sociaal-artistieke kaart 5.5. Aandacht voor bijzondere doelgroepen 5.5.1. Senioren 5.5.2. Kinderen en jongeren 5.5.3. Weg van platgetreden paden 5.5.4. Amateurkunstenaars
5.6. Onbekend is onbemind: communicatie 5.6.1. Gemeente + gemeenschapcentrum + bib: een gezamenlijke strategie 5.6.2. Bibliotheek: speerpunt in communicatiestrategie 5.6.3. Over bladen en blaadjes: het cultureel magazine 5.6.4. Langs digitale weg 5.6.5. Bovenlokale communicatie 5.6.6. Over het muurtje kijken
5.7. Kwaliteiten in de verf gezet 5.7.1. Erfgoed 5.7.2. Openbare ruimte 5.7.3. Artistiek imago
5.8. Bibliotheek en gemeente: het Nederlandstalig cultuurbeleid 65 5.8.1. Nederlandstalig, gemeentelijk cultuurbeleid 5.8.2. Gemeentelijke Nederlandstalige openbare bibliotheek 66
6. Beleidsinstrumenten en middelen 6.1. Beleidsinstrumenten 6.2. Beleidsmiddelen
6.2.1. Budget Dienst Vlaamse Aangelegenheden 6.2.2. Subsidies Vlaamse Gemeenschapscommissie voor vernieuwende en bijzondere projecten 6.2.3. Personeel 6.2.4. Advisering 6.2.5. Infrastructuur
61 61 61 61 62 62 62 62 63 63 63 64 64 64 64 64 65
65
67 67 76 76 76 77 77 77
7. Afspraken omtrent implementatie, evaluatie en bijsturing 79
7.1. Algemeen 7.2. Implementatie 7.2.1. Interne acties 7.2.2. Externe acties 7.2.3. Evaluatie en bijsturing
8. Bijlagen
8.1. Overzicht van de vergaderdata van het voorlopig adviesorgaan voor het lokaal cultuurbeleid van Sint-Gillis 8.2. Overzicht van de gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de verenigingen, actief op cultureel, socio-cultureel of artistiek vlak en verbonden aan de Pianofabriek 8.3. Overzicht van de gesprekken met de gemeentelijke diensten 8.4. Overzicht van de gesprekken met lokale culturele actoren 8.5. Overzicht van de vergaderingen van het Brussels overleg tussen de cultuurbeleidscoördinatoren tijdens het proces van de cultuurbeleidsplanning 8.6. Werkingsreglement organisatie van het overleg en de inspraak naar aanleiding van het decreet op het geïntegreerd cultuurbeleid 8.7. Overeenkomst tussen het gemeenschapscentrum de Pianofabriek en het College van Burgemeester en schepenen van Sint-Gillis over het
79 81 81 81 81 82 82
83 84 85 86 87
4
gebruik van de infrastructuur van de Pianofabriek door de Dienst Vlaamse Aangelegenheden van de gemeente Sint-Gillis ter uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleidsplan voor Sint-Gillis; voor het jaar 2004 8.8. Samenstelling van het beheersorgaan van gemeenschapscentrum de Pianofabriek 8.9. Samenstelling van de gemeenschapsraad van gemeenschapscentrum de Pianofabriek 8.10. Gebruikersreglem ent van gemeenschapscentrum de Pianofabriek 8.11. Advies van het voorlopig adviesorgaan voor lokaal cultuurbeleid in Sint-Gillis
92 94 96 101 103
Voorwoord Sint-Gillis is één van de Brusselse gemeenten die een cultuurbeleidsplan voorstelt. De culturele diversiteit, een verankerd en verrijkend verenigingsleven en een divers artistiek landschap maken van Sint-Gillis een cultureel uitgebouwde gemeente. Leven in Sint-Gillis, geografisch klein en dicht bevolkt, is leven als in een dorp te midden van de stad, nog beter, te midden van een hoofdstad. Het beleidsplan bevestigt het unieke karakter van de culturele goederen en diensten die naast plezier en ontspanning ook toelaten de sociale cohesie te verstevigen die nodig is voor een gemeente met een grote culturele diversiteit. Het gaat niet over de verdubbeling van het culturele aanbod. De middelen vinden en er zich toe aanzetten deze culturele humuslaag te verdedigen, het reeds verrichte werk voort te zetten, de betrokkenheid van de bewoners te verhogen, maar ook een toegankelijkere dimensie aan de cultuur te geven voor de cultureel minder begunstigden, zijn de echte doelstellingen van het plan die men verder moet bevorderen. Als Schepen van Vlaamse Aangelegenheden en dus van de Nederlandstalige cultuur, ben ik tevreden over het uitgevoerde werk tijdens het eerste jaar na instap in het decreet. De eerste projecten werden op het getouw gezet en behalen succes. Zij hebben nieuwe ontmoetingen toegelaten. Aan het einde van dit voorbije jaar, na meerdere reflecties, na overlegmomenten tussen de verschillende actoren, na uren van onderzoek en analyse kan men vaststellen dat het plan tegelijkertijd de hele ruime culturele schaal en de culturele identiteit van Sint-Gillis onthult. Als initiatiefnemer van het plan ben ik ervan overtuigd dat dit plan voldoende impuls en coördinatie zal geven aan al de culturele actoren zodat ze een supplementaire steun, een betere verankering en een duurzaamheid vinden voor hun initiatieven. Daarbij moet het plan één van de hoekstenen zijn van het gebouw dat van Sint-Gillis een gemeente maakt waar men graag leeft, graag komt en waarbij men graag betrokken is.
5
Maria Magdalena NOVALET -VAN VOOREN
Cultuurbeleidsplan 2004 – 2007 Sint-Gillis Inleiding In het decreet van 13 juli 20011 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid wordt bepaald dat elke gemeente in Vlaanderen en in Brussel een cultuurbeleidsplan kan opmaken. Daarvoor kon door de gemeente een cultuurbeleidscoördinator worden aangeworven met subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. Op 30 mei 2002 besliste de gemeenteraad gebruik te maken van de mogelijkheden die dit decreet biedt. Op 1 mei 2003 trad een cultuurbeleidscoördinator in dienst die binnen het jaar een cultuurbeleidsplan diende op te maken. Wat volgt is de tekst van dit cultuurbeleidsplan.
1
Belgisch Staatsblad 29.09.2001. Het werd gewijzigd op 21.03.2003. B.S. 16.05.2003. Het werd uitgevoerd door een besluit van de Vlaamse Regering van 11.01.2003, B.S. 21.03.2003.
6
Hoofdstuk 1 Proces 1.1. Proces van cultuurbeleidsplanning Het eerste hoofdstuk omschrijft het proces van de cultuurbeleidsplanning. Het geeft aan welke actoren betrokken werden bij de opmaak van het cultuurbeleidsplan voor Sint-Gillis. Cultuurbeleidsplanning is strategische beleidsplanning: het onderzoekt waar je nu staat en waar je naartoe wilt. Cultuurbeleidsplanning is continu en systematisch: het laat een denkoefening toe die tot doel heeft: - keuzen maken over het te voeren beleid - werkwijzen benoemen om dit beleid te realiseren - preciseren hoe het resultaat te meten 1.1.1. Voorlopig adviesorgaan voor het lokaal cultuurbeleid van SintGillis Om het proces van cultuurbeleidsplanning te begeleiden werd op 27 juni 2002 een voorlopig adviesorgaan in het leven geroepen door een besluit van de gemeenteraad. Het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid bepaalt dat de gemeente in het adviesorgaan de culturele actoren moet betrekken die het Nederlandstalige culturele leven kunnen bevorderen2: - alle culturele verenigingen en organisaties, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente - alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente - deskundigen inzake cultuur, woonachtig in de gemeente De leden van dit orgaan zijn (in alfabetische volgorde): Jean-Luc Brugmans, lid van de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Trees Candaele, coördinator van het Lokaal Steunpunt voor etnisch - culturele minderheden Sint-Gillis Yashar Cihan, lid van de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek 2
Decreet van 13 juli 2003 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid, Titel V, artikel 56.
7
Katleen De Ridder, cultuurbeleidscoördinator Jean Engelen, voorzitter van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Wies Jespers, cultuurbeleidscoördinator van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Maria-Magdalena Novalet - Van Vooren, Schepen van Vlaamse Aangelegenheden en voorzitter van het voorlopig adviesorgaan voor lokaal cultuurbeleid in SintGillis Relinde Raeymaekers, hoofd van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek Serge Rangoni, voorzitter van het cultureel centrum Jacques Franck Tom Smeets, lid van de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Jean Spinette, diensthoofd Cultuur en afgevaardigd door de Burgemeester Charles Picqué Geert Steendam, centrumverantwoordelijke van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Willem Stevens, uitgenodigd op de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Françoise Tassenoy, diensthoofd Vlaamse Aangelegenheden en afgevaardigd door Charley Tac, gemeentesecretaris Geert Vandenabeele, lid van de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Johan Van Looy, lid van de raad van beheer van gemeenschapscentrum de Pianofabriek In bijlage is een lijst opgenomen met de vergaderdata van het voorlopig adviesorgaan en met de onderwerpen die werden besproken3. 1.1.2. Nederlandstalige actoren: gemeenschapscentrum en bibliotheek In eerste instantie waren er verschillende gesprekken met de centrumverantwoordelijke en de stafmedewerkers van de Pianofabriek. Op regelmatige tijdstippen werden de teksten van het cultuurbeleidsplan getoetst aan de ervaringen van de programmatoren van het gemeenschapscentrum. Deze gesprekken waren belangrijk om informatie uit te wisselen. Ze lieten toe dat langzaam maar zeker vanuit de Pianofabriek een visie ontstond op samenwerking met het gemeentelijk cultuurbeleid. De cultuurbeleidscoördinator is vanaf 21 september 2003, bij de vernieuwing van de algemene vergadering van het gemeenschapscentrum, uitgenodigd als waarnemend lid van die vergadering. Verder wordt de cultuurbeleidscoördinator uitgenodigd op de maandelijkse programmeringvergaderingen van de Pianofabriek die fungeert als een dagelijks bestuur. Van meet af aan werden gesprekken aangeknoopt met de medewerkers van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek die momenteel in Sint-Gillis een filiaal heeft. Deze gesprekken gingen over de toekomstige Nederlandstalige 3
Bijlage 1
8
gemeentelijke bibliotheek die uiterlijk in 2006 wordt opgericht. Het voorlopig adviesorgaan besliste op 24 juni tot de oprichting van een werkgroep die nadenkt over deze toekomstige bibliotheek. Deze werkgroep kwam voor het eerst samen op 3 december 2003. 1.1.3. Andere lokale actoren a) Bevolking In een meertalige gemeente als Sint-Gillis met weinig Nederlandstaligen is het niet eenvoudig om een grootscheepse campagne over het gemeentelijk cultuurbeleid op het getouw te zetten. Daarom werd enerzijds geopteerd voor individuele gesprekken. Deze tactiek is tijdrovend en vraagt veel investering, maar ze levert wel nuttige informatie op. Anderzijds zijn pogingen gedaan om te peilen naar de visie van verschillende doelgroepen van de Nederlandstalige bevolking. Zo werden de Nederlandstalige senioren uit Sint-Gillis op 19 oktober 2003 feestelijk onthaald in de bibliotheek, naar aanleiding van de Vlaamse bibliotheekweek. Naar aanleiding daarvan werd gepeild naar de wensen van senioren in verband met cultuur door middel van vragenlijsten. Hoewel de vraaglijsten niet massaal werden terug gestuurd, was er een zekere homogeniteit te bespeuren in de behoeften van de senioren. De vraag naar ontmoeting bleek erg sterk. Ook werd in het kader van het participatieproces op de avond van vrijdag 26 september een vergadering belegd waarvoor 70 Nederlandstaligen werden uitgenodigd die al enkele jaren in Sint-Gillis wonen. Ze werden voornamelijk gekozen op basis van hun beroep in de culturele, socio-culturele of artistieke sector. De opkomst was bevredigend: 9 genodigden daagden op. De discussie was verrijkend en legde vooral bloot wat mensen cultureel belangrijk vinden. b) Verenigingen De verenigingen die artistieke, culturele en socio-culturele activiteiten ontplooien en die verbonden zijn aan de Pianofabriek werden persoonlijk aangesproken en betrokken bij de opmaak van het beleidsplan. Een volledige lijst van alle verenigingen en van de gesprekken die werden aangeknoopt, is te vinden in bijlage4. Tijdens de gesprekken wilde de cultuurbeleidscoördinator een zicht krijgen op de activiteiten van de verenigingen en onderzoeken hoe ze bij het cultuurbeleid te betrekken.
4
Bijlage 2
9
c) Gemeentelijke diensten Met de gemeentelijke diensten werden gesprekken aangeknoopt met de bedoeling elkaar te leren kennen. De cultuurbeleidscoördinator heeft er alle belang bij te weten waar zij mee bezig zijn en hen te informeren over het eigen beleidsplan. De lijst van contactpersonen waarmee gesprekken werden gevoerd, is te vinden in bijlage5. d) Lokale culturele actoren Ook met de lokale culturele actoren, die overwegend Franstalig zijn, werden banden gesmeed. Opnieuw met als doel een wederzijdse kennismaking met het oog op een eventuele samenwerking te bewerkstelligen. Een lijst met de gecontacteerde actoren kan geconsulteerd worden in bijlage6. e) Samenhang: lokale, transversale netwerken Uit de gesprekken bleek al spoedig dat er in Sint-Gillis een hecht, lokaal, horizontaal georiënteerd netwerk aanwezig is waarin de vele culturele en socioculturele spelers hun deel in hebben. Dit gegeven komt terug in de volgende hoofdstukken. Om meer zicht te krijgen op dit netwerk en om er op termijn deel van uit te gaan maken, woonde de cultuurbeleidscoördinator enkele vergaderingen bij waarin verschillende spelers samen iets op het getouw zetten. Dit waren bijvoorbeeld vergaderingen op initiatief van Mission Locale Jeunes om de organisatie van het Parcours de Convivialité rond te krijgen. Of gemeenschappelijke initiatieven van de Pianofabriek en het cultureel centrum Jacques Franck om de 200ste verjaardag van Haïti te vieren. 1.1.4. Steunpunt Cultuur Lokaal Tenslotte was er ook interactie met het steunpunt Cultuur Lokaal. De cultuurbeleidscoördinator volgde 2 introductiedagen voor beginnende cultuurbeleidscoördinatoren op 23 mei en op 11 juni 2003. Op 13 juni was er feest in Beveren naar aanleiding van 1 jaar steunpunt. Een eerste balans na 1 jaar decreet lokaal cultuurbeleid werd gemaakt. Verder organiseerde het steunpunt ook een informatienamiddag op 25 september voor cultuurwerkers uit Brussel en Vlaams-Brabant. Die namiddag bracht de stand van zaken rond lokaal cultuurbeleid in Vlaanderen en wilde vooral nuttige tips meegeven voor cultuurbeleidsplanning op basis van de lectuur van ingediende en/of goedgekeurde plannen. Op het brede vormingsaanbod van het steunpunt werd regelmatig ingegaan. Zo werd op vrijdag 17 oktober een informatienamiddag bijgewoond rond de gewijzigde vzw-wetgeving. Op 27 mei 2004 zal de cultuurbeleidscoördinator een
5 6
Bijlage 3 Bijlage 4
10
vormingsdag bijwonen rond sociaal-artistieke projecten. De reden hiervoor wordt verder in dit plan duidelijk. De veel gehoorde bedenking van cultuurbeleidscoördinatoren werd ook door ons ervaren: het steunpunt heeft voornamelijk oog voor het Vlaamse verhaal. Brussel heeft echter een eigen realiteit en cultuurbeleid in Brussel stelt andere problemen en mogelijkheden dan in Vlaanderen. Vandaar het belang dat gehecht mag worden aan het intermediair niveau van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het overleg dat daar tot stand kwam en dat in hoge mate bijdroeg aan de sturing van de gemeentelijke cultuurbeleidsplanning in Sint-Gillis. 1.1.5. Vlaamse Gemeenschapscommissie Van meet af aan waren er contacten met de cultuurbeleidscoördinator van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Deze is trouwens lid van het voorlopig adviesorgaan voor gemeentelijk cultuurbeleid in Sint-Gillis. Hij is een belangrijke stimulans voor de organisatie van het overleg tussen de verschillende Brusselse cultuurbeleidscoördinatoren. Een lijst van deze bijeenkomsten en de besproken onderwerpen, werd toegevoegd aan de bijlagen7. Op het moment dat dit cultuurbeleidsplan wordt ingediend, stapten 9 gemeenten in het decreet. Naast Sint-Gillis zijn dat Schaarbeek, Brussel-stad, Etterbeek, Sint-Pieters-Woluwe, Jette, Sint-Agatha-Berchem, Anderlecht en Evere. Zij beschikken alle over een gesubsidieerde cultuurbeleidscoördinator. Anderen gemeenten dienden een aanvraag dossier in bij de Vlaamse Gemeenschap of werken aan de realisatie van een bibliotheek.
1.2. Synergie met andere beleidsplannen 1.2.1. Op gemeentelijk niveau Dit cultuurbeleidsplan houdt rekening met verschillende andere beleidsplannen op gemeentelijk niveau. Vooreerst is er het gemeentelijk ontwikkelingsplan 19992004 dat op 20 januari 1999 werd goedgekeurd door het College van Burgemeester en schepenen en dat op haar beurt weer kadert in het gewestelijk ontwikkelingsplan. Momenteel is een nieuw gemeentelijk ontwikkelingsplan 2004 - 2009 in aanmaak. In het bijzonder houdt het cultuurbeleidsplan rekening met de cultuurpolitiek van de gemeente die vooral de minder gunstige wijken in het westen van de gemeente wil herwaarderen. Zo zal ook het Nederlandstalig cultuurbeleid vanaf 2006 een pool openen in die regio, namelijk een gemeentelijke openbare, Nederlandstalige bibliotheek. Daarnaast onderschrijft het cultuurbeleidsplan de beleidsvisie van de gemeente zoals beschreven in het gemeentelijk ontwikkelingsplan8 en sluiten de doelstellingen van dit plan
7 8
Bijlage 5 Gemeentelijk ontwikkelingsplan Sint-Gillis, Basisdossier, 20 januari 1999, Beleidslijnen, p. 120 – 139.
11
naadloos aan bij de beleidsopties van de gemeente. Een greep uit die doelstellingen die gelijk lopen met de visie van dit plan: - een bevolkingsbeleid met speciale aandacht voor jeugd en schoolopbouwwerk - een herwaardering van de openbare ruimte en van het bijzonder erfgoed van Sint-Gillis - een algemene verbetering van de gemeentelijke communicatie Dit cultuurbeleidsplan houdt eveneens rekening met het beleidsplan 2002 - 2004 van gemeenschapscentrum de Pianofabriek. Concreet werd geanalyseerd op welke terreinen de werking van de Pianofabriek kan worden aangevuld en op welke vlakken met vereende krachten gemeenschappelijke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. In de toekomst zal het beleidsplan van de Nederlandstalige, openbare bibliotheek ook afgestemd worden op dit beleidsplan. Op dit moment is er een Nederlandstalige bibliotheek maar dit is een filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. Vanaf 2006 wordt dit filiaal overgenomen door de gemeente en opent de nagelnieuwe bibliotheek haar deuren. 1.2. Op gemeenschapsniveau Het cultuurbeleidsplan is voorlopig het meest tastbare resultaat van het decreet van 13 juli 2003 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. In dat opzicht schrijft het cultuurbeleidsplan zich in op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap die in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigd wordt door het intermediair niveau van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wil op termijn nauwere samenwerkingsverbanden uitbouwen met de Brusselse gemeentebesturen. De gemeente Sint-Gillis wil daarin een actieve partner zijn. Het cultuurbeleidsplan Sint-Gillis 2004 - 2007 is bijgevolg afgestemd op het cultuurbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De beleidsbrief Cultuur, het basisdocument voor de 4 beleidsplannen van de commissie op het vlak van Cultuur, Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek, Streekgericht Bibliotheekbeleid, Cultuurcentrum - Brussel beschrijft de 10 basisprioriteiten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: -
-
-
Cultuur is van en voor iedereen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie gaat uit van een breed cultuurbegrip en pleit voor een voorwaardenscheppend cultuurbeleid dat maximale kansen biedt tot cultuurbeleving. De Vlaamse Gemeenschapscommissie bouwt mee aan het cultureel imago van Brussel. Ze weet de culturele diversiteit van Brussel naar waarde te schatten en tracht het toenemende sociale dualisme te verbreken door cultuurparticipatie en verbreding te stimuleren. De gemeentebesturen fungeren als hefboom voor een lokaal cultuurbeleid. De gemeente werkt aan de oprichting van een Nederlandstalige, erkende bibliotheekvoorziening (indien de gemeente hier nog niet over beschikt).
12
-
-
-
-
-
-
Informatie is de basis voor culturele participatie en ontvoogding. Een doordacht communicatiebeleid met de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek als hefboom en informatieverspreiding langs digitale weg maken dit waar. Ook de cultuurwaardebon is een belangrijke troef als middel tot verhoogde cultuurparticipatie. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wil stadscultuur een gezicht geven via een beleid van ondersteuning van velerlei artistieke uitingen. Ook op de terreinen van erfgoed, musea en toerisme wil ze niet alleen de Brusselse rijkdom in de verf zetten, maar tevens beleidsmatig ondersteunen. Er wordt steun geboden aan het verenigingsleven met een bijzondere aandacht voor de vrijwilligers. Ook de vrijwilliger als ondernemend cultuurwezen wordt gehonoreerd via de aandacht voor de amateurkunsten en de samenwerking met het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten. De multiculturele maatschappij moet afgespiegeld zijn in alle geledingen van het maatschappelijk leven. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wil dit mee helpen realiseren via positieve actie. Ook het cultuurbeleid ontwikkelt zich in de context van de multiculturele realiteit. Betrokkenheid vraagt inspraak. Die inspraak wordt georganiseerd via verschillende kanalen: vrijwilligers hebben via de gemeenschapscentra inspraak in het beleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en lokale adviesorganen organiseren het proces van de lokale cultuurbeleidsplanning. De levenskwaliteit wordt verhoogd door levenslang leren. Daarom zal de uitbouw van een regionale volkshogeschool mee ondersteund worden. De aandacht voor duurzame, culturele infrastructuur is groot. Via renovatie, verwerving en uitbouw neemt de uitstraling van de infrastructuur toe.
Deze visie wordt door de Vlaamse Gemeenschapscommissie omgezet in beleidsdoelstellingen die terug te vinden zijn in de 4 bovenstaande beleidsplannen. Vele van deze doelstellingen, lopen parallel met de doelen die dit plan zich stelt: - implementatie van communicatie – en informatiestrategieën - positionering van Nederlandstalige actoren - samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie en met de Franse Gemeenschap - samenwerking met het Gemeenschapscentrum - bi – en multiculturele uitwisseling - inspraak en advies van de betrokken organen - aandacht voor cultuurtoeleiding en voor specifieke doelgroepen met het oog op verhogen van de participatie
13
Hoofdstuk 2 Situatieschets Beleidsplanning vertrekt vanuit een degelijke inventarisatie van het lokale culturele leven. Dit hoofdstuk brengt dan ook een omschrijving van het culturele leven van Sint-Gillis, geplaatst in de context van de historische, demografische en sociaal-economische realiteit die de gemeente kenmerkt. Hoewel gestreefd is naar de inzameling van zoveel mogelijk relevante data, is deze inventaris niet volledig. Wel wil dit een aanzet zijn het verder in kaart brengen van het culturele leven van de gemeente in al haar facetten.
2.1. Beknopte geschiedenis van de gemeente Sint-Gillis9 Sint-Gillis ligt ten zuiden van de Brusselse Vijfhoek op een terrein dat gaat van het Zuidstation tot de Louizalaan. Deze gemeente ligt in de 19de eeuwse stadsuitbreiding die de Vijfhoek omringt. Ze vormt een overgangszone tussen de arbeiderswijken in de Zennevallei en de burgerlijke woonwijken langsheen de Louizalaan. Deze duale sociale geografie die de gemeente momenteel sterk kenmerkt, is een gevolg van geografische en historische factoren. 2.1.1. Geografische ligging Met zijn 252,47 ha is de gemeente Sint-Gillis één van de kleinste gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, na Ganshoren, Koekelberg en Sint-Joost. Sint-Gillis beslaat slechts 1.56% van het gewestelijk grondgebied. In het noorden is Sint-Gillis begrensd door Brussel Stad, in het oosten door de gemeente Elsene, in het zuiden door de gemeente Vorst en in het westen door de gemeente Anderlecht.
9
De informatie uit dit onderdeel is afkomstig van : Het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan 20/01/99. De gids van Sint-Gillis. Een dorp in een stad, september 2001. Vie economique à Saint-Gilles des origines à demain, een uitgave van het Syndicat d’initiative de SaintGillis, december 1992. Sint-Gillis, van Hallepoort tot gevangenis. Een uitgave van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables. Centres d’Etudes et de Recherches Urbaines, 1988. Histoire d’Obbrussel Saint-Gilles. J. Kempeneers. Editions Publimonde, Brussel, 1962. Promenades à travers Saint-Gilles, een uitgave van de gemeente uit 1976.
14
Sint-Gillis ligt op een heuvel en kent bijgevolg een bijzonder hoogteverschil tussen het laagste punt aan het Zuidstation (20m) en het hoogste punt aan de gevangenis (85m). Dit hoogteverschil lag aan de basis van het ontstaan van de begrippen benedenstad of laag Sint-Gillis en bovenstad of hoog Sint-Gillis, begrippen die tegenwoordig ook een sociaal-economische breuklijn markeren. 2.1.2. Geschiedenis De oorsprong van Sint-Gillis gaat terug tot in de 13de eeuw. In 1216 wordt Obbrussel, tot dan verbonden aan de parochie van Vorst, onafhankelijk verklaard door de Hertog van Brabant. Obbrussel is op dat ogenblik de enige Brusselse voorstad die het voorrecht van “vrijgesteld dorp” heeft en dus van burgerlijke en parochiale autonomie geniet. In 1296 valt Obbrussel onder het beheer van Brussel. In 1800 wordt Obbrussel de gemeente Sint-Gillis. In het kielzog van de industriële revolutie begint medio 19de eeuw de verstedelijking van Sint-Gillis. De industrialisatie zorgt voor een economische activiteitenzone langs de spoorweg tussen het Zuidstation en de brouwerijen van Wielemans-Ceuppens in Vorst. Tegelijkertijd verdwijnt het uitgesneden reliëf met talrijke bronnen en beekjes door ingrijpende nivelleringswerken. Sint-Gillis verliest definitief zijn landelijk karakter en wordt een voorstad. Dit vertaalt zich ook demografisch. Daar waar de gemeente in 1840 slechts 2.700 inwoners telt, zijn dat er in 1925 65.000. De sociale dualiteit die de gemeente vandaag nog steeds kenmerkt, vormt zich tijdens deze periode. De industriële werkgelegenheid in de benedenstad trekt arbeiders aan, daar waar de groene en ruimere wijken van de bovenstad een trekpleister zijn voor de burgerij. De geschiedenis schenkt Sint-Gillis enkele van haar karakteristieke uiterlijke kenmerken. Zo is in de 14de eeuw de Hallepoort gebouwd op de tweede omwalling rond Brussel. De Hallepoort is momenteel een museum en bevindt zich net
15
buiten de gemeentelijke grenzen. In 1864 is het Zuidstation gebouwd. In de omgeving wordt een wijk aangelegd met dambordstructuur, iets wat wordt vergemakkelijkt door het feit dat er geen vroegere wegen waren. 10 jaar later volgen de bouwwerken van de befaamde gevangenis. Nog een decennium later start de aanleg van het park van Vorst, net naast de grens met Sint-Gillis. Het park moet dienen voor ontspanning en vrije tijd voor de arbeidersbevolking van de nieuwe wijk rond het Zuidstation. 2.1.3. Bevolking Het bevolkingsaantal blijft al 2 decennia stabiel rond 42.500 inwoners. Recent steeg het want op 1 juli 2003 telde Sint-Gillis 44.746 inwoners. De bevolkingsdichtheid bedraagt 177 inwoners per hectare. Dit cijfer is één van de hoogste van het gewest. 10 Volgens sommige bronnen, ligt het reële aantal inwoners een stuk hoger dan het officiële cijfer. Dit is te wijten aan de mensen zonder papieren, aan studenten en anderen die nalaten zich in Sint-Gillis te domiciliëren hoewel zij er daadwerkelijk wonen. Wat het totale aantal niet-ingeschreven inwoners betreft, lopen de aangegeven hoeveelheden sterk uiteen. Sommigen spreken over 1000 mensen, andere maken gewag van meer dan 3000 personen. Sint-Gillis kent een uitgesproken multiculturele bevolking. Dit proces begint tijdens het Interbellum wanneer migranten uit Zuid-Europa zich vestigen in de benedenstad nabij het Zuidstation. Later komen de Turken en de NoordAfrikanen. Recente politieke gebeurtenissen uit Oost-Europa zorgen momenteel voor nieuwe inwijking. Op een bevolking van 44.746 inwoners, zijn er 18.715 vreemdelingen ofwel 41,82 % van het totale aantal inwoners. Deze mensen zijn dus niet in het bezit van een Belgische identiteitskaart. Bij diegenen die wel de Belgische nationaliteit hebben, bevinden zich veel genaturaliseerde Belgen of Belgen van allochtone herkomst die hier geboren zijn.11 Sint-Gillis heeft een opvallend jonge bevolking. Ongeveer ¼ van de bevolking is er jonger dan 20. Dat blijkt uit de onderstaande cijfers die dateren van 1 juli 2003. Verder in de situatieschets zal blijken dat vooral de westelijke, populaire wijken van de gemeente nabij het Zuidstation kroostrijk zijn.12 0-19 20-64 65 +
10.231 ofwel 22,8 % 29.721 ofwel 66,4 % 4.794 ofwel 10,7 %
Nogal wat statistische bronnen maken gewag van het fenomeen gezinsverdunning, veroorzaakt door het toegenomen aantal alleenstaanden, al 10
Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis Nationaal Instituut voor de Statis tiek op http://ecodata.mineco.fgov.be 12 Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis 11
16
dan niet gescheiden of met kinderen. Dit is een typisch stedelijk fenomeen dat zich ook elders in Brussel sterk manifesteert. Zo becijferde het Nationaal Instituut voor Statistiek dat eind 2002 in Sint-Gillis 54 % van de totale bevolking ongehuwd is, 7,5 % gescheiden leeft en 33 % getrouwd is. Met deze cijfers moet voorzichtig worden omgesprongen, want ook de kinderen worden blijkbaar bij de ongehuwde personen gerekend! 13 Sint-Gillis telt weinig Nederlandstaligen. Voorzichtige schattingen ramen het aantal Nederlandstaligen tussen 1500 en 2000, ofwel 4.46% van de totale bevolking. Van deze groep zou ongeveer ¾ Belg en ¼ buitenlands zijn, vooral afkomstig uit de Europese Unie. Andere bronnen wijzigen dit beeld. Volgens een recente studie van de hand van socioloog Rudi Janssens14 zou in Sint-Gillis 2% Nederlandstalig zijn. Dit cijfer is gebaseerd op een wetenschappelijke steekproef, genomen in 2000 en peilt naar de Vlaamse (!) aanwezigheid in de Brusselse gemeenten. In absolute aantallen betekent dit dat Sint-Gillis, samen met gemeenten als Ukkel en Vorst, een bijzonder kleine groep Nederlandstaligen telt. Minder dan 3000 in ieder geval. In relatieve cijfers wijzigt dit beeld. Want SintGillis heeft een kleine oppervlakte en het is dicht bevolkt. Verhoudingsgewijs wonen in Sint-Gillis dan ook méér Nederlandstaligen dan in voornoemde gemeenten. Uit de voornoemde studie van Rudi Janssens blijkt echter ook dat het aandeel inwoners dat van origine Franstalig is, in Sint-Gillis doorheen de afgelopen decennia is gedaald. Of met andere woorden: de stijging van anderstaligen is significant. Dit heeft uiteraard alles te maken met de instroom van immigranten na de Tweede Wereldoorlog. Het ziet er naar uit dat dit proces nog niet stopt. Janssens merkt op dat Sint-Gillis erg populair is bij een nieuw soort inwijkelingen: de zogenaamde eurocraten.
2.2. De verschillende wijken onder de loep genomen De gemeente kent vele wijken die onderling verbazingwekkend verschillend zijn. Die verscheidenheid kan onmogelijk gevat worden in de al te eenvoudige dualiteit bovenstad – benedenstad. De meest recente indeling spreekt over 5 wijken die telkens een zekere socio-economische en zelfs architecturale cohesie vertonen. Deze indeling komt overeen met de verspreiding van de wijkantennes over het grondgebied van de gemeente; er is telkens 1 wijkantenne per kwartier. De beschrijving start in hartje Sint-Gillis, op het Voorplein, en gaat verder in de zin van de wijzers van een klok. Eerlijkheidshalve moet verteld worden dat de verduidelijkende kaart binnenkort alweer verouderd is. De grenzen van de kwartieren worden in juni 2004 door het gemeentebestuur herbekeken en zullen wellicht lichte wijzigingen ondergaan.
13
Nationaal Instituut voor de Statis tiek op http://ecodata.mineco.fgov.be Taalgebruik in de Brusselse gemeenten, p. 341 – p. 368, Rudi Janssens; in: De Brusselse negentien gemeenten en het Brussels model, Els Witte, e.a., Brussel, 2003. 14
17
2.2.1. Voorplein De wijk Voorplein strekt zich uit van de Hallepoort tot aan de Bareel. Ze is in het oosten begrensd door de Munthofstraat. Westelijk eindigt ze min of meer aan het Betlehemplein. Demografisch is het de meest gevarieerde wijk van Sint-Gillis. Het aantal kinderen strookt met het gemiddelde van de gemeente: 1 op 4 is er jonger dan 20 ofwel 25 % van het totale aantal inwoners van de wijk op 1 juli 2003.15 De aanwezigheid van het gezellige, gelijknamige plein, verleent de wijk een bruisend karakter. Dit plein is het eigenlijke centrum van Sint-Gillis, historisch gegroeid rond de aanwezigheid van de kerk. Momenteel is de wijk populair bij inwijkelingen, vooral bij twintigers en dertigers. Op en rond dit plein bevinden zich naast talrijke Spaanse en Portugese volkscafés ook enkele typische stadscafés. Er is een assortiment aan ZuidEuropese en Noord-Afrikaanse restaurants die democratische prijzen hanteren. De dagelijkse markt op het Voorplein draagt veel goedkeuring weg bij de bevolking. Hoewel de commerciële activiteit verspreid ligt over de hele wijk, is er toch een verhoogde concentratie langs de Steenweg op Waterloo, die het Voorplein snijdt. Bij het begin van de legislatuur in 2000 nam de gemeente het initiatief tot de oprichting van het Handelskerncontract dat het gewest, de
15
Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis
18
gemeente en privé-partners verenigt rond de gemeenschappelijke doelstelling om het centrum van Sint-Gillis economisch te laten heropleven. Rondom het Voorplein bevindt zich opvallend veel culturele infrastructuur. Op het plein zelf liggen het pas gerestaureerde Volkshuis en de prachtige maar momenteel ongebruikte en verwaarloosde zaal Aegidium. Iets verderop staat het cultureel centrum Jacques Franck. Op een steenworp liggen de Franstalige gemeentelijke bibliotheek en La Maison du Livre. Ook het gemeenschapscentrum de Pianofabriek bevindt zich in dit stadsgedeelte. Ten slotte grenst de wijk aan de Hallepoort die zich echter net buiten de gemeentelijke grenzen ophoudt. Een andere aantrekkingspool van deze wijk zijn enkele lager gelegen straten die kunnen doorgaan voor een waar openluchtmuseum. Het gaat om de Jean Volderslaan en de Vanderschrickstraat. Het merendeel van de Art Nouveau panden is er geklasseerd of staat op de inventarislijst van Monumenten en Landschappen. Veelbelovend is de op til zijnde renovatie van Munthofplein, dat sinds kort luistert naar de naam Marie Janson plein, ook bekend als het Munthof vierkant. De renovatie kadert in het wijkcontract Metaal - Munthof. De wijkcontracten zijn een initiatief van het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Ze bieden soelaas daar waar stadsverloedering heeft toegeslagen. 2.2.2. Overwinning De wijk Overwinning ligt tussen de Waterloosesteenweg, de Munthofstraat en de Louizalaan. In het oosten loopt de wijk tot net over de Steenweg op Charleroi. Het is een uitgesproken residentiële wijk met een zeer geringe aanwezigheid van openbare diensten. Wel heeft dit kwartier 2 belangrijke commerciële assen. De eerste loopt langs de Steenweg op Charleroi waar hotels, restaurants en boetieks van duurdere signatuur elkaar naar de kroon steken. De tweede as loopt langs de exclusieve winkels op de Louizalaan met ook daar de bijbehorende horeca. De bevolking in dit stadsgedeelte is ouder dan in lager gelegen Sint-Gillis. Op 1 juli 2003 woonden er 11.899 mensen in deze wijk waarvan 1.987 jonger dan 20 wat neerkomt op 16,6 %. Mensen zijn er meer welstellend dan in het zuiden van de gemeente. Ook houden zich in deze wijk beduidend meer Nederlandstaligen op dan in de andere kwartieren. Buitenlanders zijn hier ook minder vertegenwoordigd. In het westelijke, populaire deel van de gemeente is de verhouding Belg/buitenlander er één van 50/50. Hier zijn er 7.147 Belgen ofwel 60 % tegenover 4.752 buitenlanders ofwel 40 % van het totale aantal inwoners van de wijk Overwinning.16 Erfgoed neemt een belangrijke plaats in. Verschillende panden zijn beschermd of staan op de inventarislijst. Zo is er het Pelgrimshuis dat de gemeentelijke Dienst 16
Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis
19
Cultuur huisvest. Het is een alleenstaand ruim herenhuis opgetrokken in 1905 in eclectische stijl. Het huis ligt in een charmant park, met rotspartijen en een vijver gevoed door de Elsbeek, één van de laatste getuigenissen van de bronnen en waterloopjes uit landelijk Sint-Gillis van weleer. Het park zelf is trouwens genoemd naar graveur, schilder en lithograaf Pierre Paulus (1881-1959) die SintGillis had uitgekozen als woon – en werkplaats. Vlakbij het park staat het hotel Lion Belge, één van de geklasseerde Art Nouveau panden die de gemeente rijk is. Aan de oostgrens van de wijk Overwinning bevindt zich het Hortamuseum, ooit het woonhuis van de vermaarde architect Victor Horta (1861-1947). De gemeente is bevoegd voor dit museum dat onderdak biedt aan een archief en een bibliotheek gewijd aan Art Nouveau. Aan de noordelijke zijde van het kwartier, tegen buurgemeente Elsene aan, ligt de zogenaamde Garage Pilette, gedeeltelijk beschermd, industrieel erfgoed. Oorspronkelijk was dit pand één van de oudste schaatsbanen van het land, gebouwd in 1877. Het dak uit hout en metaal vond inspiratie in het werk van grootmeester Horta. Bij het begin van de eeuw werd het een prestigieuze garage uitgebaat door de beroemde racekampioen Pilette. Het pand werd in 1955 gekocht door Siemens. Ook in deze oostelijke zone, vinden we de vele galerijen en galerijtjes waarvoor Sint-Gillis befaamd is. De laatste jaren daalden ze in aantal, grotendeels verjaagd door de stijgende vastgoedprijzen. Maar er zijn toch nog zo ’n 15-tal. Een gedeelte van de wijk ligt besloten in de perimeters van het wijkcontract Metaal - Munthof. De inhoud van dit contract wordt momenteel besproken door de betrokken partners. 2.2.3. Van Meenen Samen met de wijk Overwinning vormt het stadsgedeelte Van Meenen de zogenaamde bovenstad. De wijk Van Meenen loopt langsheen de Parklaan en grenst aan het park van Vorst in het westen. Aan de zuidgrenzen bevinden zich de gevangenis en het hotel Hannon. Deze architecturale hoogvlieger, opgetrokken voor rekening van ingenieur Edouard Hannon (1853 – 1931) zet de toon aan in een wijk waar herenhuizen het straatbeeld kleuren. De gemeente kocht het huis in 1979 toen het door afbraak en verwaarlozing bedreigd was. Momenteel wordt het gebruikt door Espace Photographique Contretype, een centrum voor fotografie. In het hartje van deze wijk op het gelijknamige plein, staat het stadhuis, opgetrokken in 1900 in Neorenaissance stijl. Het is wel degelijk een stadhuis en geen gemeentehuis. Dit privilege dankt Sint-Gillis aan de versterkte burcht van Monterey, opgetrokken in 1672 vlakbij de huidige Barrière. De benaming stadhuis wordt uitsluitend gegeven aan gemeentehuizen van voormalig versterkte steden. De afbeelding van kantelen op het wapenschild van de gemeente, is een verwijzing naar de aanwezigheid van deze burcht waar geen materiële sporen van overbleven.17
17
Saint-Gilles, de la porte de Hal à la prison. Een uitgave van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de reeks Bruxelles, ville d’art et d’histoire.
20
Demografisch vertoont deze wijk veel gelijkenissen met het kwartier Overwinning: overwegend blank en welstellend. In een totale groep van 9.078 inwoners op 1 juli 2003, zijn er 5.968 Belgen wat neerkomt op 66 % en 3.110 buitenlanders ofwel 34% . Ook wonen er veel alleenstaanden en ouderen die beduidend meer bedienden - en kaderberoepen uitoefenen dan in beneden SintGillis. Slechts 1.730 personen zijn er jonger dan 20. Deze 19 % ligt onder het gemeentelijke gemiddelde. De belangrijkste handelsassen strekken zich uit langsheen de Steenweg op Waterloo en de Steenweg op Alsemberg. 2.2.4. Bethlehem De wijk Bethlehem vormt samen met de wijk Zuid de benedenstad, ook aangeduid met laag Sint-Gillis. Dit kwartier ligt ten oosten van het Zuidstation en strekt zich uit tot de gemeente Vorst. Het verschilt grondig van de eerder beschreven wijken uit hoog Sint-Gillis. Er wonen veel gezinnen met kinderen waardoor de bevolking er jonger is. Op 1 juli 2003 waren er, op een totaal aantal van 12.037 inwoners in de wijk Bethlehem, 3570 jonger dan 20, wat neerkomt op bijna 30 %. 18 Meer dan ? van het huizenpark werd gebouwd voor de Eerste Wereldoorlog en nog eens de helft voor de Tweede. De huizen zijn er verbazend slecht uitgerust: ruim ? beschikt niet over elementaire sanitaire voorzieningen.19 Het is dan ook een uitgesproken arbeiderswijk met nogal wat sociale problemen. De bevolking cumuleert een aantal factoren van sociale uitsluiting: lage inkomsten, bestaansminimumontvangers of langdurig werklozen. In dit deel van de gemeente zijn vreemdelingen talrijker dan in andere buurten. Toch is het er niet alleen kommer en kwel. Het is ook een levendige wijk met een boeiende straatscène. Het zuiderse karakter weerspiegelt zich in talrijke exotische winkels en restaurants. De gemeente liet zich niet ongemoeid. Ze leverde en levert inspanningen ter renovatie van de wijk, onder meer in het kader van het wijkcontract Verhaegen en dus met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo is de heraanleg van het Bethlehemplein op til. Het Bethlehemplein is het kloppend hart van deze wijk. Enerzijds kampt het plein met een minder positief imago. Om dat te verhelpen, organiseert de gemeente sinds enkele jaren een lentefeest op het plein. Anderzijds is het een bijzonder charmant en aangenaam plein, vooral op zwoele zomeravonden wanneer men op één van de vele terrasjes kan smullen van zuiderse specialiteiten tegen méér dan vriendelijke prijzen. Naast deze centralisatie van horeca, zijn er nog tal van buurtwinkels die her en der verspreid over de wijk liggen.
18
Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis Omgevingsanalyse Laag Sint-Gillis, uitgevoerd door de onderzoeksgroep Cosmopolis – Geografisch Instituut VUB, 2002 (in samenwerking met de Pianofabriek). 19
21
In deze wijk bevindt zich nogal wat sociale infrastructuur. Zo zijn het OCMW en het solidariteitsrestaurant Resto du Coeur er gevestigd. Verder liggen er enkele sociale wooncomplexen die een vermelding waard zijn omwille van hun bijzonder geslaagde en bezielde architectuur. Het complex in de Bosniëstraat is daar een goed voorbeeld van. 2.2.5. Zuid In het oosten is de wijk Zuid begrensd door de Hallepoortlaan, een deel van de kleine ring omheen de Vijfhoek. In het zuidoosten loopt ze tot de Vorstsesteenweg. Maar vooral bekend is de wijk omwille van de inplanting van het Zuidstation. Het Zuidstation is het grootste van België en haar internationale troeven zijn legio: jaarlijks 7 miljoen reizigers met de hoge snelheidstreinen, goede verbindingen met de nationale luchthaven, potentieel omwille de aanleg van nog meer hoge snelheidslijnen die weldra een vlotte verbinding met Europese hoofdsteden verzekeren. De buurt kent ook minder positieve kanten. Ondanks de inspanningen van het gemeentebestuur op het vlak van renovatie en woningbeleid, bestaat er sociale achterstelling en worden er al wel eens veiligheidsproblemen gesignaleerd. Nu wil de gemeente de buurt saneren. Kantoor- en hotelprojecten gefinancierd door verschillende overheden waaronder de Europese, moeten verloedering omkeren en tewerkstelling aanzwengelen. Net zoals in de wijk Bethlehem voert de gemeente hier een sociale woonpolitiek. En terecht. De omgevingsanalyse van laag Sint-Gillis die de Pianofabriek uitvoerde in 2002 in samenwerking met de VUB en met het Centrum voor Sociale Stadsontwikkeling maakte duidelijk dat deze buurt op 20 jaar tijd maar liefst 28 % van haar bewoners verloor 20. Onduidelijkheid over de bestemming van de grote bouwblokken, grondspeculatie en grootschalige kantoorprojecten liggen vermoedelijk aan de basis van deze terugloop. Zo wil de Dienst Cultuur in de toekomst culturele infrastructuur onderbrengen in deze wijk in de vorm van het op til zijnde culturenhuis (Belgradostraat 120). Geheel terecht want de culturele infrastructuur is momenteel geconcentreerd in het hoger gelegen centrum van Sint-Gillis rondom het Voorplein. Het is trouwens ook in dit kwartier dat de toekomstige Nederlandstalige gemeentelijke bibliotheek zal komen. Op wandelafstand van de Pianofabriek, in een zijstraat van de toegankelijke Verhaegenstraat, kocht de gemeente een pand aan voor dit doel. In de omgeving liggen verschillende scholen en een tramhalte is naast de deur.
20
Omgevingsanalyse Laag Sint-Gillis, uitgevoerd door de onderzoeksgroep Cosmopolis – Geografisch Instituut VUB, 2002 (in samenwerking met de Pianofabriek).
22
Het demografisch profiel van deze wijk vertoont veel gelijkenissen met dat van de wijk Bethlehem. Ook hier is ¼ jonger dan 20: op een totaal van 4.409 inwoners zijn dat er 1.150 ofwel 26 % en dat opnieuw op 1 juli 2003.21
2.3. Het culturele leven in Sint-Gillis De onderstaande beschrijving van het culturele leven is verre van volledig. In een gemeente met meer dan 200 verenigingen, waarvan vele actief op cultureel, sociocultureel of artistiek terrein, is het onmogelijk om binnen het bestek van enkele pagina’s een volledig overzicht te geven van alle actoren. Er bestaat momenteel overigens geen compleet repertorium. Wat volgt is dan ook een eerste aanzet tot een repertorium, dat zeker verder zal worden aangevuld. 2.3.1. Nederlandstalige culturele actoren a) De Pianofabriek De Pianofabriek is een pluralistische instelling van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt als inrichtende macht infrastructuur, financiën en personeel ter beschikking van het Gemeenschapscentrum. Het centrum maakt deel uit van Cultuurcentrum Brussel, een netwerk van 22 gemeenschapscentra in Brussel. Deze centra met een lokale werking, hebben als doel de leefkwaliteit van de stad te verbeteren. Een gemeenschapscentrum heeft 4 kerntaken: - communicatie, informatie en dienstverlening - culturele participatie, animatie en spreiding - educatie en permanente vorming - gemeenschapsvorming De Pianofabriek beschikt, na de huidige verbouwingen, over 4000 m² ruimte, verdeeld over een 40-tal zalen met diverse functies: polyvalente ruimtes, vergaderzalen, een feestzaal met keuken, een dans – en toneelstudio, een expositiezaal, een cafetaria, opnamestudio’s en een atelier voor beeldende kunsten. De toegankelijkheid van de infrastructuur ligt momenteel moeilijk door de aan de gang zijnde verbouwingswerken. Die zijn afgerond in 2006. De nieuwe infrastructuur zal het centrum toelaten haar doelstellingen nog beter te realiseren. Zo zal er opnieuw ruimte zijn voor tentoonstellingen. Betere isolatie zal de organisatie van concerten mogelijk maken. Bovendien zullen meer podiumartiesten op ondersteuning kunnen rekenen tijdens hun creatieproces. Er werken een 25-tal mensen in vast dienstverband. Het beheer is toevertrouwd aan een vzw met een raad van bestuur die maandelijks samenkomt. Het centrum heeft diverse functies en wordt door verscheidene overheden betoelaagd. Het jaarbudget bedraagt 625.000 €. Het is in eerste instantie erkend door de Vlaamse Gemeenschapscommissie als gemeenschapscentrum van Sint21
Gegevens van de Dienst Bevolking van de gemeente Sint-Gillis
23
Gillis. Diezelfde commissie geeft ook de middelen om een specifieke jeugdwerking en een samenlevingsinitiatief gericht op interculturele ontmoeting uit te bouwen. Naast de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft ook de Vlaamse Gemeenschap het centrum erkend als culturele en muziekeducatieve instelling en als Lokaal Steunpunt voor de etnisch - culturele minderheden. Samen met de VDAB richt de Pianofabriek een opleiding geluid - en lichttechnieken in. Volgens een publieksonderzoek uitgevoerd in april 2002 door de onderzoeksgroep TOR van de vakgroep sociologie verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel wordt de Pianofabriek wekelijks bezocht door 2000 mensen. De helft daarvan komt uit de onmiddellijke omgeving en is minder dan 30 jaar oud. ? van het publiek heeft niet de Belgische nationaliteit, ? spreekt thuis Nederlands. 22 De Pianofabriek heeft een eigen profiel dat nog het best verwoord wordt in haar missietekst. Het centrum wil het leven in de stad aangenamer maken door de deelname aan het maatschappelijk samenleven te vergemakkelijken en kwalitatief te verrijken. De Pianofabriek begeeft zich op alle terreinen: kunst en cultuur, educatie, informatie en dienstverlening, belangenbehartiging, samenlevingsopbouw en maatschappelijke acties. Het centrum geeft de voorkeur aan activiteiten met een ondersteunend karakter waarbij de stadsbewoner het initiatiefrecht behoudt, die een aanvullend karakter vertonen ten opzichte van het bestaande aanbod en vertrekken vanuit de behoefte of de achteruitstelling van een individu of groep. Het centrum profileert zich met activiteiten die de maatschappelijke diversiteit ombouwen tot een meerwaarde, discriminaties wegwerken en de stedelijke dialoog bevorderen. In het bijzonder met vernieuwende en dus vaak creatief artistieke projecten die de stad aangenaam en verrassend willen maken. De Pianofabriek komt op tegen elke vorm van maatschappelijke uitsluiting en pleit voor een open en verdraagzame samenleving. Het bestrijdt elke vorm van racisme. Het is een ontmoetingsplaats voor mensen uit diverse culturen met interesse voor de eigen en voor andermans culturele en artistieke expressie. Het verleent atelier -, oefen - en repetitieruimte. Het stimuleert de artistieke creativiteit door een grote dienstverlening op technisch, administratief en promotioneel gebied. De Pianofabriek is ook uitgever van het 6-wekelijks magazine Fabriekslawaai met informatie over de eigen culturele activiteiten maar ook met artikels en interviews die een beeld ophangen van wat reilt en zeilt in de gemeente. Fabriekslawaai wil meer en meer de toer op van een buurtblad waarin de informatie belangrijk wordt voor alle inwoners van de gemeente en niet alleen voor de bezoekers van de Pianofabriek.
22
Omgevingsanalyse Laag Sint-Gillis, uitgevoerd door de onderzoeksgroep Cosmopolis – Geografisch Instituut VUB, 2002 (in samenwerking met de Pianofabriek).
24
De Pianofabriek is een partner voor talrijke culturele en socio-culturele actoren in de gemeente. Sinds de komst van de Schepen van Vlaamse Aangelegenheden is het centrum ook meer gaan samenwerken met de gemeente zelf. b) Gemeentelijke Nederlandstalige Openbare Bibliotheek Momenteel is er in Sint-Gillis geen gemeentelijke, openbare, Nederlandstalige bibliotheek. Wel biedt het gemeenschapscentrum ruimte aan een filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. Deze situatie zal in de nabije toekomst veranderen. Volgens een overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de gemeente is deze laatste verantwoordelijk voor de oprichting van een gemeentelijke, Nederlandstalige, openbare bibliotheek met een minimale openstelling van 15 uren voor het publiek en dit ten laatste in 200623. Een werkgroep die zich bezig houdt met de voorbereidingen is er. c) Verenigingen verbonden aan de Pianofabriek Aan het gemeenschapscentrum De Pianofabriek zijn 38 verenigingen of organisaties verbonden, alle lid van de Algemene Vergadering of Gemeenschapsraad. Deze verenigingen zijn actief op verschillende terreinen: van sport tot culturele, artistieke en socio-culturele activiteiten. Een volledige lijst van deze verenigingen is opgenomen in bijlage. Wat volgt is een beschrijving van alle verenigingen en instellingen, actief op cultureel, artistiek en socio-cultureel gebied. Ajuya De vereniging Ajuya bestaat al 3 jaar onder deze naam, namelijk sinds ze een juridische structuur aannam. Ze maakt echter sinds jaar en dag deel uit van de algemene vergadering onder de naam Mezcla. De drijvende kracht achter deze vereniging zijn Franssprekende Bolivianen. Eén keer per week richten ze Boliviaanse dans in. Daar komen gemiddeld een 15-tal mensen op af, een gemengd publiek waaronder opvallend veel Nederlandstaligen. Maar de vereniging wil meer dan alleen maar dansen en ze tracht dan ook de Boliviaanse cultuur op een positieve manier naar buiten te brengen. Ze trad al verschillende keren op in Sint-Gillis zoals nog in 2002 naar aanleiding van het lentefeest op het Betlehemplein. Aquilon Aquilon is een vereniging van de Brusselse danseres/choreografe Karin Vyncke. Vyncke is niet de eerste de beste in de danswereld. In 1987 presenteerde ze Sous les Vêtements Blancs op het Antwerpse dansfestival De Beweeging. Dit werk betekende meteen ook haar internationale doorbraak. Het ontving 2 prijzen op het trendsettende Internationaal Choreografenconcours in Bagnolet. Nochtans 23
Ontwerpberaadslaging nr. 248, 19 december 2002 – overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de gemeente Sint-Gillis met betrekking tot de overname van het filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek in Sint-Gillis.
25
was het de eerste keer dat een werk van deze Brusselse in België vertoond werd. Vyncke werkte tot dan toe in verschillende landen, voornamelijk in Frankrijk. Daarna vestigde ze zich in België. Sinds 1995 ondersteunt de Pianofabriek de productie van haar voorstellingen. Vyncke heeft een hart voor Sint-Gillis waar ze in 2000 een voorstelling in première liet gaan. Ook nu speelt ze met de idee een nieuwe creatie voor het eerst te brengen in Sint-Gillis. Al badri Al badri is sinds kort betrokken bij het centrum. He gaat om een feitelijke vereniging van Franstalige jongeren, overwegend van allochtone afkomst die op regelmatige basis samenkomen om te discussiëren over maatschappelijke thema’s. De vereniging is tevens een partner voor verschillende organisaties die met sociale of politieke thematiek begaan zijn. Amauta Amauta is sinds 1985 betrokken bij de werking van de Pianofabriek. De vereniging steunt op 2 pijlers. Ten eerste organiseert ze salsa - en tangolessen. Nog steeds richtten voormalige leerlingen sessies in, samen met het gemeenschapscentrum. Hiermee werd en wordt een breed publiek bereikt, ook van buiten Sint-Gillis of het gewest en waaronder opvallend veel Nederlandstaligen. Ten tweede wil Amauta de cultuur van de Quechuas, een Peruviaanse bevolkingsgroep, op een positieve manier onder de aandacht brengen. Tijdens het najaar 2003 wordt een weekend opgezet ter promotie van deze cultuur, alweer met de steun van het centrum. De werking van Amauta wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De voertaal is overwegend het Frans maar soms ook het Spaans. Brukselki Brukselki bestaat 4 jaar en verenigt de Poolse gemeenschap die in Sint-Gillis woont. Ze heeft ongeveer 100 leden. Voertaal is het Frans. De vereniging heeft momenteel nog geen juridische structuur maar wil wel graag een vzw worden. Ze vindt al 3 jaar onderdak in de Pianofabriek. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om Poolse kinderen de traditionele dans en zang bij te brengen maar wegens desinteresse van het jonge volkje is het populaire dans geworden. Citadelle Citadelle startte een klein decennium geleden met een 10-tal Marokkaanse vrouwen die Arabische les wilden volgen. Nu biedt de vereniging haar ongeveer 70 leden een waaier van activiteiten aan: lessen Arabisch en Nederlands, uitstappen, infonamiddagen en – avonden, kooksessies, sportactiviteiten en culturele bezoeken. Nieuw in het aanbod zijn computerlessen die in het najaar van 2003 van start gaan. De meeste vrouwen zijn getrouwd met kinderen. Bijzonder is dat de groep is aangegroeid met vrouwen van verschillende
26
herkomst dus ook Spanje, Griekenland, en dergelijke. De voertaal is overwegend het Frans, maar sommige vrouwen volgen dus lessen Nederlands. Conny & The Nuyorican Co De Vlaamse Conny gaf 10 jaar geleden voor het eerst salsa in de Pianofabriek, nadat ze er zelf les gevolgd had. Ondertussen is dansles geven haar job geworden en geeft ze ook elders in Brussel en in Vlaanderen les. N’Imazighen De samenwerking tussen het centrum en deze vereniging die zich bezig houdt met de promotie van Berberse cultuur is eerder occasioneel maar gaat wel al enkele jaren mee. N’Imazighen is een kleine vereniging van overwegend mensen van Berberse afkomst, eerder Franstalig, maar ze is wel heel actief, ook buiten Brussel. De Lork De Lork is een tehuis wa ar ongeveer 20 personen met een mentale handicap permanent wonen. De instelling wordt volledig betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap maar er is daarnaast ook ondersteuning van het gemeentebestuur. De Lork werkt voor enkele culturele activiteiten nauw samen met de Pianofabriek. Zo richt het gemeenschapscentrum cursussen dans en percussie in voor de bewoners van De Lork. Maar De Lork werkt ook samen met Franstalige culturele partners zoals met de vzw Créahm dat kunstateliers inricht voor deze doelgroep. Ook nam de instellingen al verschillende keren deel aan de straatfeesten in de Jean Robiestraat die ingericht worden op initiatief van de bewoners zelf. De bewoners van De Lork zijn verder gretige bezoekers van de andere wijk – en straatfeesten die in de lente en de zomer plaats hebben in de gemeente. De Toeter De doelstelling van de kinderwerking van De Toeter is duidelijk: het Nederlands als omgangstaal bij anderstalige kinderen stimuleren via recreatieve activiteiten op woensdagnamiddag en tijdens de vakantieperiodes. De Toeter heeft een dankbaar publiek van kinderen uit de 2 Nederlandstalige basisscholen van SintGillis. Diezelfde kinderen vinden trouwens ook hun weg naar de huiswerkklasjes waar ze 3 keer per week onder begeleiding hun huiswerk kunnen maken. Hierbij wordt gestreefd naar een constructieve samenwerking met de scholen. Eloquentia Eloquentia maakt al meer dan 27 jaar Nederlandstalige films. Ze draaien 1 film per jaar en zijn dus nu toe aan de 27ste film. Binnen de amateur-kunsten is dit uniek. Voor zover bekend bestaat er in België geen vereniging van amateurcineasten. Bezieler Tony Queeckers, cabaretier van opleiding, werkt met een 80-
27
koppige ploeg van overwegend amateur-kunstenaars. Eloquentia houdt subsidiegelden af omdat overheidssteun gekoppeld is aan allerlei verplichtingen. De films worden vooral getoond in filmclubs of op vraag van allerhande verenigingen. Estacion Tango Sergio Molini geeft les in Argentijnse tango in verscheidene instellingen in Brussel en elders waaronder in de Pianofabriek. Hij werkt al sinds 1993 samen met het gemeenschapscentrum. Zo groeide de reputatie van het centrum als danscentrum en daaruit ontstonden de maandelijkse tangosalons. Deze hebben een uitstekende reputatie bij kenners. Het publiek is talrijk, trouw en komt van heinde en ver om het mee te maken! De lessen vinden ook steeds meer bijval, waardoor plaatsgebrek nijpender wordt. Ook is het publiek gemengd qua leeftijd, geslacht en taal. Alleen de groep adolescenten laten het afweten, iets waar voorman Molini graag verandering in wil brengen. Frisse Folk Koen Dhondt geeft al 2 jaar dansles in de Pianofabriek. Het repertorium bestaat uit 3 types dansen die allemaal onder de noemer "folk" vallen: dansen uit de Balkan regio, dansen uit Israël en baldansen. Die laatste groep vormt een 10-tal dansen die het vaste bestanddeel van de terug oplevende folk bals uitmaken: wals, mazurka, scottish, polka; andro, hanterdro (2 Bretoense dansen); tovercirkel, mixer en jig (3 Keltische dansen) en tenslotte rondeau, branle en bourée uit Frankrijk. Het publiek is gemengd: er zijn de occasionele liefhebbers en de gebeten fans. Daarom bestaan er 2 groepen, ingedeeld volgens niveau. Gemeenschapsschool Sint-Gillis Over deze Nederlandstalige kleuter - en basisschool, is verder informatie te lezen. Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek Op de situatie van het filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek in de Pianofabriek, is eerder uitgebreid ingegaan. Inyange Inyange houdt zich bezig met Afrikaanse muziek en percussie. De organisatie telt voornamelijk Rwandese leden maar er zijn ook enkele Belgen die er de weg naartoe vonden. De vereniging doet mee aan de Zinneke Parade en richt uitwisselingsprojecten voor jongeren in. In de Pianofabriek nam de vereniging enkele CD’s op. Verder richtte ze er ateliers in voor dans en percussie.
28
Iran Comité Deze feitelijke vereniging werkt al sinds de jaren ’80 samen met de Pianofabriek. Sinds 2 jaar is ze officieel lid van de Algemene Vergadering. De vereniging wil de Iranese diaspora in België onthalen en ondersteunen. Tegelijkertijd wil ze aspecten van het historische en actuele Iran onder de aandacht brengen. Ze doet dit via conferenties en debatten en regelmatig ook via een culturele activiteit. Daarbij werkt ze samen met gerenommeerde partners zoals de Université Libre de Bruxelles. Hoewel ze vooral mensen van Iranese origine verwelkomt, interesseren er zich ook Belgen en andere nationaliteiten voor hun problematiek. Percutattoo Percutattoo werkt al meer dan 10 jaar in de Pianofabriek waar tot voor kort alle cursussen en evenementen die de vzw organiseerde rond Afrikaanse percussie doorgingen. Door de werken moest de vereniging haar activiteiten in het centrum afslanken. Nu richt zij er wekelijks 1 dans - en percussiesessie in voor mentaal gehandicapten en 1 voor kinderen op woensdagnamiddag. De vereniging ontvangt uitsluitend subsidies voor artistieke ad hoc projecten zoals uitwisselingsmomenten met jonge Afrikaanse kunstenaars of voor begeleiding van dansgroepen. Blijkbaar trekt Percutattoo zich goed uit de slag want er werken 3 mensen voltijds. Koerdisch instituut Het Koerdisch instituut is opgericht in 1995 en heeft tot nog toe slechts occasioneel met het gemeenschapscentrum samen gewerkt. Aanvankelijk was het een studentenvereniging. Die is uitgegroeid tot een heus instituut dat overal te lande activiteiten inricht die een licht werpen op de actuele Koerdische situatie en op de Koerdische cultuur en geschiedenis. Het instituut heeft vooral aansluiting gevonden bij de multiculturele werking van het centrum. Het instituut wordt ondersteund door beide gemeenschappen en door beide gemeenschapscommissies. Lokaal Steunpunt Sint-Gillis voor etnisch-culturele minderheden Het Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel (RICFB) coördineert het minderhedenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de opdracht van het decreet. Voor de uitbouw van het minderhedenbeleid in het gewest zijn 4 lokale steunpunten opgezet: Brussel-Stad, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek/Sint-Joost en Sint-Gillis. De klemtoon ligt op emancipatie, onthaal en opvang. De doelgroepen zijn allochtonen, nieuwkomers, kandidaat vluchtelingen en mensen zonder papieren. In het kader van de werking van het steunpunt worden er ook regelmatig culturele activiteiten waaronder concerten georganiseerd die andere culturen op een positieve manier willen naar buiten brengen om op die manier interculturele tolerantie te stimuleren.
29
Masereelfonds Het Masereelfonds, van progressieve, pluralistische signatuur, ontstond in 1971. Hun sociaal-cultureel aanbod bestaat uit 2 luiken. Enerzijds wil het fonds het bestaande aanbod toegankelijk maken voor hun leden door afspraken over prijs en omkadering te maken met culturele instellingen. Anderzijds zet het een eigen aanbod op het getouw dat kan gaan van lezingen tot natuurwandelingen. De afdeling in Sint-Gillis vindt voor deze activiteiten financiële en logistieke steun in de Pianofabriek. De meest recente en ambitieuze samenwerking zijn maandelijkse lezingen over filosofie, die al aan de 8ste editie toe zijn. Onnodig te vermelen dat het aanbod volledig Nederlandstalig is. Muziek Publique Muziek Publique organiseert cursussen traditionele dans en wereldmuziek. Staf, aanbod en promotie zijn meertalig. De cursussen munten uit in originaliteit en naar verluidt ook in kwaliteit. Hier niet de zoveelste percussiesessie maar wel lessen in het bespelen van instrumenten als een Perzische tombak of een Galicische gaita. De ploeg is gegroeid uit La Tentation, Centro Galego de Bruxelas. De naam van de vereniging is vrij recent maar de samenwerking rond wereldmuziek met de Pianofabriek, is al meer dan 20 jaar oud. Dit heeft alles te maken met de talrijke aanwezigheid van de mediterrane culturen in Sint-Gillis. Daarenboven beschikt Muziek Publique niet over eigen ruimtes waardoor ze voortdurend genoodzaakt is om uit te wijken. In die context werkt de vereniging ook samen met de Franstalige Dienst Cultuur van Sint-Gillis, voor gebruik van het Volkshuis. NT2 NT2 organiseert lessen Nederlands in verschillende gemeenschapscentra in Brussel waaronder dus de Pianofabriek. Taallessen vinden in de centra ingang in de jaren ’70, toen nog dankzij de inzet van vele vrijwilligers. Het decreet van 1993 legt echter professionalisering op. NT2 organiseert de overgang van de lessen Nederlands naar het volwassenenonderwijs. De samenwerking met de gemeenschapscentra biedt een aantal voordelen. Cursisten kunnen naast de lessen een extra taalbad Nederlands ondergaan door in te spelen op de in de centra aangeboden activiteiten. Het belang dat NT2 hecht aan dergelijke taalstimulering, komt ook tot uiting in de regelmatige bezoeken die cursisten brengen aan de plaatselijke bibliotheek en in de samenwerking met Bru-taal. Deze slorpt de vrijwilligerswerking op. Ze zal zich toeleggen op taalstimulering. Sint-Gillisschool Over deze Nederlandstalige kleuter - en basisschool, is verder informatie te lezen.
30
Steply Steply is sinds 1980 betrokken bij de Pianofabriek. Het centrum huisvest momenteel 1 keer per week hun repetities van allerlei salondansen zoals wals, mambo, cha-cha-cha, … Op vraag van het gemeenschapscentrum werden vroeger ook lessen in deze dansen ingericht. Door de verbouwingswerken is de frequentie van de lessen afgenomen. Het publiek is gemengd qua leeftijd, afkomst, geslacht en taal. De bestuursleden van Steply zijn overwegend Franstalig maar loven de Vlamingen om hun doorzettingsvermogen bij het aanleren van dansstijlen en het inrichten van dansevenementen. Tirasila Het mannenkoor Tirasila, opgericht in 1994, maakt producties die zich het best laten omschrijven als muziektheater. Sinds enkele jaren kan de groep in de Pianofabriek terecht voor repetitieruimte en ondersteuning bij de productie. De groep speelde en zong al een indrukwekkend repertorium bij elkaar, tot nog toe uitsluitend projectmatig ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie en dit met de steun van verschillende culturele centra in Vlaanderen en zelfs in het buitenland. Momenteel levert voorman Vital Schraenen inspanningen om structurele herkenning te verkrijgen. Dit is nodig voor de verdere ontwikkeling van het repertorium, maar ook voor de consolidatie van enkele permanente activiteiten zoals het beheer van een werk en presentatieruimte in Elsene. Het repertorium zelf is een meertalige mix van muzikale genres met knipogen naar verschillende culturen. In dat opzicht is Tirasila een uitdrukking van de Brusselse identiteit, kortom, een ode aan de echte Zinneke. Wereldwerkgroep De wereldwerkgroep bestaat uit een 17-tal mensen dat zich bezig houdt met internationale solidariteit, noord-zuid verhoudingen en de gevolgen daarvan in onze contreien. Ze organiseert informatieve activiteiten, staat in voor de 11.11.11. - actie of speelt in op de actualiteit. De wereldwerkgroep werkt daarbij samen met verschillende partners, doorgaans zelforganisaties van verenigingen die ook werken rond andere culturen en internationale solidariteit. d) Nederlandstalig onderwijs Sint-Gillis telt 2 Nederlandstalige scholen. Beide bieden zowel kleuter – als basisonderwijs aan. Ze behoren ieder tot een ander net. De school ‘Het Bronneke’ met vestigingen in de Bronstraat (wijk Overwinning) én in de Merodestraat (wijken Bethlehem en Zuid) behoort tot het gemeenschapsonderwijs. Ze telt bij het begin van het schooljaar 2003 - 2004 87 leerlingen in de lagere school en 78 kleuters. Tijdens de loop van het schooljaar zullen er nog zeker 20 kleuters bijkomen. De andere school, in de Montenegrostraat behoort tot het vrije net. Ze heeft bij het begin van datzelfde schooljaar 78 kinderen in het lager onderwijs en 76 kleuters, maar ook hier zal dit aantal sterk toenemen tijdens de loop van het
31
schooljaar. Beide scholen hebben met elkaar gemeen dat hun leerlingen niet van Nederlandstalige oorsprong zijn, op enkele uitzonderingen na. De kinderen horen en spreken dus alleen Nederlands op school. In beide scholen lopen dan ook heel wat programma’s rond taalstimulering. Op deze situatie wordt ingespeeld door gemeenschapscentrum de Pianofabriek. Op woensdagnamiddag en tijdens de vakantieperiodes organiseert het centrum ateliers rond taalactivering buiten de school. Verder kunnen kinderen er 3 keer in de week terecht voor huiswerkklasjes. Op dit aanbod wordt gretig ingegaan door de kinderen van beide scholen. Op het vlak van kunst - en cultuureducatie hebben beide scholen een eigen profiel. ‘Het Bronneke’ werkte in deze context al samen met de Pianofabriek, bijvoorbeeld in het kader van de jeugdboekenweek. De school staat erg open voor kunsteducatie. De Sint-Gillisschool uit de Montenegrostraat bezoekt regelmatig het aanbod voor scholen van het gemeenschapscentrum Ten Wyngaert in Vorst. Het aanbod bestaat uit theater, film maar ook actieve thematische workshops, doorgaans met multicultureel tintje. Tijdens het voorbije schooljaar werd een kunstweek uitgewerkt door de Pianofabriek, een project waar de school goede herinneringen aan heeft. Ook deze school wil graag meer aan kunsteducatie gaan doen. 2.3.2. Gemeentelijke culturele en socio-culturele actoren a) Gemeentelijke Dienst Cultuur De gemeentelijke Dienst Cultuur staat in voor de organisatie van tal van culturele evenementen. Vermeldenswaardig zijn de juridische permanentie voor kunstenaars, de vele tentoonstellingen in het Pelgrimshuis en in het Volkshuis meestal gewijd aan jonge beeldende kunstenaars en de fameuze biënnale Parcours d’Artistes voornamelijk afgestemd op plastische kunsten. Dit evenement verschaft het publiek tijdens 3 weekends de toegang tot ateliers en tijdelijke tentoonstellingsruimten verspreid over de hele gemeente. Aan artiesten van de eigen gemeentelijke bodem wordt voorrang verleend. In 2004 gaat de 9de editie door. Vorige edities draaiden rond een centraal thema maar dat is niet langer het geval. Het evenement draagt in belangrijke mate bij tot de culturele uitstraling van Sint-Gillis. De cultuurdienst geeft in samenwerking met de gemeente een blad uit dat informatie brengt over het gemeentelijke culturele leven namelijk Info Cultuur. Dit blad verschijnt volledig in beide landstalen. De gemeentepolitiek op het vlak van cultuur, beoogt een versterking van de identiteit van laag Sint-Gillis onder andere door de inplanting van het op til zijnde Culturenhuis in deze regio (Belgradostraat 120). Momenteel zijn werken aan de gang om het bestaande gebouw gebruiksklaar te maken. In het huis komt een polyvalente zaal die een antwoord wil bieden op de vraag naar lokalen voor allerlei activiteiten ingericht door de lokale verenigingen. Het beoogt een
32
positieve dynamiek te brengen in een wijk met sociale problemen. De term ‘culturen’ verwijst naar de multiculturele identiteit van Sint-Gillis. b) Cultureel centrum Jacques Franck Het cultureel centrum Jacques Franck heeft een uitstraling die tot ver over de gemeentegrenzen reikt met een kwaliteitsvol aanbod rond theater, film, dans, plastische kunsten en een jeugdprogrammering voor scholen. Om haar activiteiten bekend te maken heeft het centrum een eigen magazine Sous le Parvis. Het centrum wordt voornamelijk gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, maar ook de gemeente doet een duit in het zakje. Tussen 1994 en 2001 kreeg het centrum tussen 247.500 € en 275.000 € van de gemeente.24 In 2002 en in 2003 kreeg het telkens 288.183 € van de gemeente. c) Gemeentelijke Franstalige openbare bibliotheek De eerste volksbibliotheek heeft in Sint-Gillis de deuren geopend in 1865 in de Fortstraat. De bibliotheek kende sindsdien verschillende locaties. Sinds 1997 is ze centraal gelegen in de Romestraat, in de buurt van het aantrekkelijke Voorplein. Ze bevindt zich in een mooi gebouw opgetrokken in Art Deco dat ook ruimte biedt aan La Maison du Livre. Dit pand is het vroegere Maison Hoguet dat vroeger dienst deed als textielatelier. De bibliotheek heeft 5 voltijdse personeelsleden in dienst waaronder 4 bibliothecarissen en 1 administratieve kracht. Ze wordt betoelaagd door de Franse Gemeenschap, die gedeeltelijk instaat voor de salarissen, door de Franse Gemeenschapscommissie, die een deel van de collectie subsidieert en door de gemeente die zowel voor collectie als salarissen tussen komt. De collectie bestaat uit 50.556 werken waarvan ongeveer ? bestemd is voor volwassenen. Meer dan de helft van de werken is fictie. Bij de samenstelling van de collectie werden enkele specifieke keuzes gemaakt, rekening houdende met de bevolking van de gemeente. Zo bestaat er een reeks boeken, fictie en non-fictie, over en uit alle landen waar de lokale migrantengemeenschappen vandaan komen. Daarnaast is er dan weer heel wat materiaal over België. Bedoeling is dat autochtone en allochtone gemeenschappen elkaar beter leren kennen. Vooral de auteurs van Maghrebijnse afkomst worden gretig gelezen. Deze multiculturele collectie bestaat louter uit Franstalige werken. De bibliotheek beschikt trouwens niet over anderstalige werken, op een kleine collectie Spaanstalige kinderboeken na, ooit een gift van de Mexicaanse ambassade. Anderstaligen die Frans leren, kunnen er wel terecht voor educatief materiaal of voor eenvoudige werken in het Frans. Dit aanbod kwam tot stand in samenwerking met het lokale Collectif Alpha, een organisatie voor alfabetisering, en richt zich op haar doorgaans lager opgeleid publiek. De vondst van een reeks oude boeken over Sint-Gillis bracht de bibliotheek op het idee om een collectie rond Sint-Gillis uit te bouwen met materiaal over haar geschiedenis, architectuur en dergelijke. In samenwerking 24
De relatie tussen het beleid van de Brusselse gemeenten en de Vlaamse gemeenschapsinstellingen, 1994 – 2001, Jan Fransen en Magaly Rodriguez, in : De Brusselse negentien gemeenten en het Brussels model, Els Witte, e. a., 2003.
33
met La Maison du Livre huisvest de bibliotheek een infobalie van Lezarts Urbains, een informatiecentrum over stadscultuur en hip-hop onder de vleugels van de stichting Jacques Gueux. Voor de toekomst zijn enkele initiatieven op til. Zo wil de bibliotheek meer digitaal materiaal gaan aankopen. Ook zullen anderstalige boeken worden ontleend van de Franstalige hoofdbibliotheek in het stadscentrum, ten behoeve van de vele meertalige of anderstalige Sint-Gillenaren. Verder zijn er regelmatig initiatieven zoals tentoonstellingen en kinderanimaties. Ze gebeuren nagenoeg altijd in samenwerking met lokale partners zoals het Franstalig cultureel centrum of La Maison du Livre. De scholen zijn een geprivilegieerde partner. Er zijn regelmatig rondleidingen in de bibliotheek en leerkrachten komen er met hun leerlingen materiaal ontlenen. Het bezoekersaantal is de laatste jaren gestegen. De fraaie locatie en de sinds 1997 aanwezige geïnformatiseerde catalogus zijn daar niet vreemd aan. In 2002 had de bibliotheek 4320 verschillende bezoekers die minstens 1 keer langs kwamen om werken te raadplegen of te ontlenen. Meer dan de helft van dit aantal waren volwassenen. d) Mission Locale Jeunes De centra Mission Locale Jeunes werden opgericht in de jaren ’80 naar Frans model en dat in Brussel en in Wallonië. Ze zijn onderverdeeld in 2 afdelingen: Intégration Sociale en Insertion socio-professionnelle. De lokale afdeling van SintGillis maakt deel uit van het eerste departement en krijgt middelen van het Brussels gewest voor de uitvoering van het programma Sociale Integratie. Een andere helft van het budget komt van het Fonds d’Impulsion pour la Politique des Immigrés, waarvoor de Franse Gemeenschapscommissie bevoegd is. Dit gebeurt onder supervisie van de Schepenen van Jeugd en van Sociale Cohesie. De plaatselijke afdeling heeft 2 taken. Ze treedt op als bemiddelaar tussen 30 plaatselijke verenigingen en de subsidiërende overheden in die zin dat zij de subsidies lokaal toewijzen. Daarnaast ondersteunt en coördineert de lokale afdeling transversale activiteiten, verspreid over het hele jaar. Op die manier animeert ze een horizontaal verankerd netwerk waar een waaier aan lokale actoren aan deelnemen. Ook de Pianofabriek maakt er deel van uit. Deze transversale activiteiten zijn: - Place aux enfants in oktober, waarbij kinderen één dag achter de schermen mogen kijken van de politie, het gerecht, de plaatselijke bakker en dergelijke meer. - Parcours de convivialité in de winter, waarbij verschillende verenigingen en organisaties een aanbod organiseren rond samenleven in de brede zin van het woord met als afsluiter de kerstmarkt. Voordeel is dat verenigingen bij elkaar over de vloer komen en dat er één folder wordt uitgegeven die alle activiteiten bundelt. - het carnaval in februari
34
- het lentefeest op het Betlehemplein in mei - de zomerstages voor kinderen en jongeren in juli en augustus e) Dienst Sociale Zaken Een Dienst Sociale Zaken mag dan in eerste instantie zelf geen culturele actor zijn, het is een belangrijke gesprekspartner voor iedereen die dat wel is en die sociaal zwakke groepen wil betrekken bij het lokale culturele leven. Het spreekt voor zich dat in een gemeente die toch wel sociale problemen kent, er tal van gemeentelijke initiatieven zijn voor minder bedeelden. Daar waar veel gemeenten het beheer van een sociale dienst de laatste jaren hebben afgebouwd, is het voor Sint-Gillis belangrijk om deze te behouden. f) Wijkantennes Hier geldt dezelfde opmerking: wijkantennes zijn zelf geen culturele actor. Maar ze houden de vinger aan de pols van wat leeft onder de bevolking en dat is wel cultuur. Door hun nabijheid bij de burger, hebben ze een potentiële mobilisatiekracht die interessant kan zijn voor een culturele actor. Dat weet ook de Dienst Cultuur die bij de organisatie van evenementen een beroep doet op de wijkantennes. In Sint-Gillis zijn er 5 wijkantennes actief, 1 per hoger beschreven wijk. Ze willen bemiddelen, informeren en administratieve diensten aanbieden. Op die manier verkorten ze letterlijk de kloof tussen de lokale overheid en de burger. g) Franstalig onderwijs De gemeentelijk richt 5 kleuter – en basisscholen in en een basisschool voor kinderen met leer - of gedragsproblemen. Op secundair niveau zijn er 2 scholen die voorzien in technisch en beroepsonderwijs. Verder bevinden er zich een academie voor muziek en één voor beeldende kunsten en opvallend veel instellingen met een sociale inslag zoals het Centre d’éducation et de formation en alternance of de Cours de promotion sociale. De gemeentelijke onderwijsdienst beheert enkele dossiers die scholen van extra subsidiegelden voorzien. Ook scholen die niet ingericht zijn door de gemeente, zijn hierbij betrokken. Zo zijn er budgetten van de Franse Gemeenschap. Doorgaans worden deze gelden rechtstreeks aan de betrokken scholen gegeven maar in Sint-Gillis gaat het geld in één pot en beslissen de scholen samen welke projecten ze gezamenlijk zullen uitwerken. Daarnaast zijn er gelden van het gewest waarmee voornamelijk alfabetiseringsprojecten, sport en dans worden ingericht. Ook organiseert de dienst projecten die het voortijdig verlaten van de school moeten tegen gaan. Men werkt ook aan een betere kennis van het Nederlands. Er wordt nagegaan of tijdens schooljaar 2004 - 2005 een pilootproject mogelijk is dat een betere kennis van het Nederlands vanaf de kleuterschool beoogt. Voor dit project bestaat de
35
grootste moeilijkheid erin om geld, partners en leerkrachten te zoeken. Vanaf 2004 richt de dienst trouwens ook huiswerkklasjes in. h) La Maison des Enfants La Maison des Enfants is een paracommunale vzw opgericht in 1986 door het OCMW en door toenmalig Schepen van Jeugd. Het huis organiseert activiteiten voor kinderen en hun ouders. Er zijn 4 soorten activiteiten. In eerste instantie zijn er creatieve ateliers voor kinderen tijdens weekdagen en tijdens de schoolvakanties. Ten tweede onthaalt het huis leerlingen met leerproblemen. Verder is er een spelotheek en een onthaal voor ouders met baby’s. Het huis wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en door de Franse Gemeenschapscommissie. Meer bepaald krijgt het huis gelden afkomstig van verschillende programma’s bijvoorbeeld van het programma integratie van de Franse Gemeenschapscommissie. La Maison neemt deel aan verschillende lokale en intergemeentelijke initiatieven zoals het kindercarnaval of het sprookjesparcours. Het werkte ook al meerdere keren samen met de Pianofabriek. i) Schepenkabinet van kinderkribben, familie en gelijke kansen man vrouw Dit kabinet is verantwoordelijk voor de organisatie van het Parcours Conté. Het is een initiatief dat voor het eerst doorging in 2002 en dat dus in 2004 aan de 3de editie toe is. Het is een mooi voorbeeld van transversale benadering van samenwerking tussen verschillende lokale partners. Het concept is eenvoudig maar sterk: verschillende partners, zoals de scholen, de jeugd – en kinderdiensten en de bibliotheken ontvangen voorlezers die verhalen brengen voor peuters, kleuters en kinderen. De inrichtende dienst bewaakt zorgvuldig de kwaliteit en centraliseert de promotie. Het parcours zelf gaat door tijdens 3 weekends bij het begin van het najaar . Tijdens de 2 afgelopen edities deden de Nederlandstalige scholen en het gemeenschapscentrum mee. 2.3.3. Semi-gemeentelijke culturele actoren Nogal wat autonoom opererende culturele actoren werden in het leven geroepen op initiatief van het gemeentebestuur en vinden onderdak in bijzondere gemeentelijke infrastructuur. De belangrijkste voorbeelden van dergelijke actoren, staan hieronder. Strikt gesproken werken ze echter onafhankelijk van de gemeente, hoewel er sprake is van samenwerking. a) La Maison du Livre La Maison du Livre is opgericht in 1997 op initiatief van toenmalig Schepen van Cultuur. Deze VZW, gehuisvest in lokalen van de gemeente, organiseert ateliers, stages, tentoonstellingen en conferenties over literatuur en schrijvers. La Maison krijgt voornamelijk subsidies van de Franse Gemeenschap. Haar werkingsgebied spreidt zich uit tot ver over de gemeentelijke grenzen. Vooral de
36
tentoonstellingen en de conferenties kennen veel bijval, ook buiten Brussel. Het succes van de ateliers is dan weer toe te schrijven aan de opkomst van een publiek uit de gemeente en uit het gewest. Vooral de cursussen Arabische en Europese kalligrafie zijn vermaard en gesmaakt bij een breed publiek. La Maison werkt samen met verschillende lokale, regionale, nationale én zelfs internationale partners. Op gemeentelijk vlak zijn er gemeenschappelijke initiatieven met de aanpalende bibliotheek, met Lezarts Urbains, een project van de stichting Jacques Gueux en met het cultureel centrum Jacques Franck. Maar ook met andere partners zoals het Goethe Instituut of Amnesty International, om er slechts enkele te noemen, werkt het Huis regelmatig samen. Hoewel La Maison du Livre Franstalig is, organiseerde het in het verleden meertalige projecten, waar het Nederlands dan deel van uitmaakte, en die veel bijval vonden bij een Nederlandstalig publiek. Er is een project op til waarbij ook Nederlandstalige schrijvers aandacht zullen krijgen. Om haar activiteiten bekend te maken, beschikt La Maison du Livre over het trimestrieel magazine Debout les mots. b) Espace Photographique Contretype Contretype is opgericht in de jaren ’70 door fotograaf Jean-Louis Godefroid. Contretype organiseert tentoonstellingen van binnen – en buitenlandse fotografen. Eén van de eerste exposities toonde de reportagefotografie van ingenieur Edouard Hannon. Jawel, dé Hannon die het gelijknamige Art Nouveau hotel liet optrekken, bleek een getalenteerd fotograaf. Aanvankelijk beschikte Contretype niet over een eigen ruimte. Dat veranderde in 1988 toen de gemeente het centrum het beheer toewees van, hoe kon het ook anders, hotel Hannon. Vandaag is Contretype een belangrijk centrum voor fotografie met meer dan 7 tentoonstellingen per jaar in eigen huis waarbij zowel nationale als internationale fotografen aan bod komen. Daarnaast exporteert de vereniging ook exposities naar galerijen, musea en dergelijke in binnen - en buitenland. Zo was er recent een samenwerking met de Hallepoort rond de fototentoonstelling Centre - Centrum, over het leven in de stad. Nogal wat fotomateriaal dat in het museum te zien was, zag het licht in Contretype. Verder organiseert het centrum conferenties en lezingen rond het werk van fotografen. Bijzondere aandacht gaat naar beginnende fotografen die enkele maanden kunnen wonen en werken in het hotel om er hun werk te ontwikkelen. Op die manier startte de Vlaming Dirk Braeckman er zijn carrière. Contretype wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie. Directeur Jean-Louis Godefroid droomt momenteel van de oprichting van een gewestelijk fonds dat zou toelaten het werk van de residerende fotografen beter toegankelijk te maken voor een Brussels publiek.
37
c) La Roseraie La Roseraie ligt in Ukkel. Het is de naam van een gebouw gelegen in een parkje, beide eigendom van de gemeente Sint-Gillis. La Roseraie staat bij het publiek bekend als een oord van creatie en ontmoeting, toegespitst op podiumkunsten met een bijzondere aandacht voor het circus. De vzw Espace Cré-action staat in voor de artistieke invulling. Die bestaat uit 3 activiteiten: - het ter beschikking stellen van infrastructuur aan mensen die beroepsmatig met podiumkunsten bezig zijn - het inrichten van workshops voor individuele kinderen en volwassenen - samenwerking met scholen en met het verenigingsleven om kunsten beter bekend te maken. Concreet komt deze werking neer op talrijke projecten met verscheidene partners uit binnen – en buitenland waaronder theatercompagnieën, het lokale verenigingsleven, kunstenaars, en dergelijke meer. Bevoorrechte partner is het Centre de l’Education et Milieu Ouvert. La Roseraie wordt gesteund door de gemeente Sint-Gillis, het Ministerie van Cultuur en van Permanente Vorming van de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie, de FIPI (Fonds d’Intégration à la Politique des Immigrés) en People Interim. Deze laatste partner kadert in enkele tewerkstellingprojecten opgezet door het centrum. d) Théâtre-Poème Sint-Gillis telt enkele opmerkelijke kleine theaterzaaltjes en cafétheaters. De meeste zijn zelfbedruipend en worden uitgebaat met privé-gelden. Het zou ons te ver brengen ze al deze theaters te beschrijven. Maar Théâtre-Poème is alweer zo’n vereniging die is ondergebracht in gemeentelijke infrastructuur. Bovendien heeft het een bijzondere missie: er wordt uitsluitend gewerkt met teksten die niet voor het toneel bestemd zijn. Het aanbod is Franstalig, het publiek bijgevolg ook, overwegend toch. 2.3.4. Niet-gemeentelijke culturele actoren Ook hier geldt dezelfde opmerking als hoger: het is onbegonnen werk om een volledig overzicht te brengen van alle culturele actoren die in Sint-Gillis cultureel, socio-cultureel of artistiek actief zijn. Hun aantal is een groot veelvoud van 10! Deze lijst is dus niet exhaustief, het zijn slechts enkele voorbeelden. Er is geen sluitend repertorium en de ambitie is om daar zo snel mogelijk werk van te maken. Zo ontbreken bijvoorbeeld de vele verenigingen en verenigingetjes van de talrijke anderstalige gemeenschappen op het appèl. Zij zijn nog onvoldoende bekend en binnen het tijdsbestek van dit plan zou het al te tijdrovend zijn een lijst aan te leggen.
38
a) Hallepoort Hoewel het museum Hallepoort niet op het grondgebied van Sint-Gillis ligt, behoort de gemeente tot haar invloedssfeer. Het museum maakt deel uit van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, gelegen in het Brusselse Jubelpark. De poort, gebouwd in 1381, is de enige die overblijft van de oude ringmuur rond Brussel. Ze werd in 1847 één van de eerste musea van Europa. Tot medio jaren ’70 herbergt de Hallepoort een wapencollectie die daarna naar het Jubelpark verhuist. Dan sluit het museum voor restauratie en renovatie, waarbij vooral de binnenkant van het gebouw grondig wordt aangepakt. In de jaren ’90 opent het museum weer even de deuren en gaan er enkele tentoonstellingen door. Door vertragingen van de renovatie moet het weer dicht tot 2003. In 2004 wordt ook de renovatie beëindigd met een gevelreiniging. Het museum tekende recent een duidelijke beleidslijn uit. Het zal tijdelijke tentoonstellingen inrichten met als centrale thema ‘de stad’. Voorwerpen uit de afdeling Europese Etnologie van het Jubelpark komen aan bod in combinatie met hedendaagse uitdrukkingsvormen zoals fotografie en installaties. Een permanente module informeert de bezoeker weldra over de geschiedenis van het gebouw zelf. b) Franstalig, niet-gemeentelijk onderwijs Om het plaatje volledig te maken, mag het niet - gemeentelijk onderwijs niet ontbreken. Zo is er 1 instelling van het gemeenschapsonderwijs op secundair niveau en zijn er 4 scholen van het vrij net die middelbaar onderwijs aanbieden. Één van hen heeft ook een hogere afdeling, namelijk de kunstschool Saint-Luc. Daarnaast bestaan er nog 3 andere hogescholen die respectievelijk een opleiding verzorgen in kinesitherapie, in industriële wetenschappen en in stedenbouwkundige disciplines. c) Espace Catastrophe Espace Catastrophe is opgericht in september 1995 onder de bezieling van Catherine Magis en Benoît Litt. Het bevindt zich in de befaamde ijsfabriek van Sint-Gillis, opgericht in 1874 als opslagplaats voor natuurlijk ijs. Espace Catastrophe richt zich op podiumkunsten met een accent op circus en acrobatie. Het is tegelijkertijd een school, een repetitie - en productieruimte waar professionele kunstenaars en amateurs terecht kunnen voor opleidingen en stages. De lessen worden gegeven in diverse talen want het studentencorps is uitgesproken internationaal. Er bevinden zich trouwens nogal wat Vlamingen onder hen, afkomstig uit alle mogelijke hoeken van de regio. Hoewel ze dus internationaal werft, tracht Espace Catastrophe zich lokaal te verankeren. Er lopen initiatieven om buurtbewoners bij de werking te betrekken. En er is meegewerkt aan lokale transversale initiatieven zoals Festival de
39
Jamais Vu in september 2002 waaraan ook andere partners deelnamen en dat zich concentreerde op podiumkunsten. Espace Catastrophe heeft geen financiële banden met de gemeente en krijgt louter een beperkte toelage van de Franse Gemeenschap en van de Franse Gemeenschapscommissie. Ze is dus in ruime mate zelfbedruipend. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de personeelsploeg die voor een deel bestaat uit GesCo’s.
d) Ecole Lassaad Ecole Lassaad is een internationale theaterschool opgericht in 1983 door Lassaâd Saïdi. Internationaal, omdat leraren en studenten uit alle hoeken van de wereld komen. De voertalen zijn Frans en Engels. De school biedt een opleiding van 2 jaar met een eigen filosofie en pedagogie. Theorie is uit den boze en er gaat veel aandacht naar het verband tussen acteerkunst en lichaamswerk. Van de leerlingen wordt een grote persoonlijke investering gevraagd. De school is volledig onafhankelijk, wat wil zeggen dat ze geen subsidies ontvangt. Wel werkt ze al eens samen met lokale partners. Het slotfeest met toonmoment aan het einde van elk academiejaar vindt een podium in het cultureel centrum Jacques Franck. Vele leerlingen en leerkrachten verzorgen cursussen en stages in Espace Catastrophe en soms zelfs in de Pianofabriek. Daarnaast hebben leerlingen van de school al meegewerkt aan straatfeesten en andere lokale initiatieven. e) Ecole Van der Kelen - Logelain De hogeschool Van der Kelen - Logelain bestaat in 2002 maar liefst 120 jaar. Grondlegger is Pierre Logelain die in 1882 de eerste hogeschool voor decoratietechnieken heeft opgericht in Brussel. In 1892 richt Alfred Van der Kelen er een tweede school op voor decoratietechnieken die 10 jaar later haar intrek neemt in de Metaalstraat in Sint-Gillis, waar ze zich vandaag nog steeds bevindt. In 1951 fusioneren beide scholen. De school biedt voltijdse dagopleidingen van 6 maanden in allerlei traditionele decoratietechnieken. Het leerlingenaantal varieert sterk; gemiddeld gaat het om 20 leerlingen per jaar. Sommigen komen van over de landsgrenzen. Vlaamse leerlingen zijn geen uitzondering. De school ontvangt geen subsidies. Ze heeft geen banden met andere lokale, culturele partners. f) Zorobabel Zorobabel, opgericht in 1994, richt workshops in rond animatiefilm voor kinderen en volwassenen, in samenwerking met scholen en verenigingen. Daarnaast is het een productiehuis van kortfilms van jonge talenten. Op die manier kwamen al meer dan 50 kortfilms tot stand waarvan sommige in de prijzen vielen. Zorobabel
40
werkt op lokaal vlak samen met een 15-tal partners, voornamelijk culturele. Maar ook regionaal, nationaal en internationaal maakt de organisatie deel uit van een net van culturele actoren. Ze wordt betoelaagd door de Franse Gemeenschap en door de Franse Gemeenschapscommissie. Ze heeft geen aanbod in het Nederlands en telt slechts occasioneel een Nederlandstalige onder haar publiek. g) Douzerome Douzerome ziet het licht in 1992 op initiatief van verschillende plaatselijke verenigingen en instanties die bezig zijn met permanente educatie en met maatschappelijke integratie namelijk de Formation Insertion Jeunes, het collectief voor alfabetisering Alpha, de Mission Locale Jeunes en het Collectif Formation Société. Samen wilden ze, de eigen achterban in gedachten, een artistieke structuur uit de grond stampen met bijzondere aandacht voor minder fortuinlijke groepen. Het resultaat was Douzerome dat theaterateliers inricht voor kinderen en volwassen. Het gaat om liefhebbers die gedurende een cultureel seizoen een intensieve workshop volgen. Het resultaat wordt getoond op de planken. Tot voor kort had Douzerome een eigen lokaal maar de vereniging moest uitwijken. Tijdens het seizoen 2003 - 2004 vindt ze tijdelijk onderdak in het cultureel centrum Jacques Franck. Douzerome lanceert ook verschillende kunsteducatieve projecten. Zo brengt ze jongeren in contact met het proces van artistieke creatie, en dit in samenwerking met Espace Catastrophe en met een school uit Sint-Gillis. Douzerome wordt gesteund door het programma Sociale Integratie van de Franse Gemeenschapscommissie, door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door de BGDA. h) Fondation Jacques Gueux De Fondation Jacques Gueux bestaat een kwart eeuw. Het houdt zich bezig met stadscultuur en organiseert workshops en festivals rond dans, straattheater en muziek. Een greep uit de waaier van projecten is Lezarts Urbaines. Het is een documentatiecentrum rond hip-hop en graffiti, dat sinds enkele jaren huisvest in de gemeentelijke Franstalige bibliotheek van Sint-Gillis. Een dergelijk centrum is uniek in België. Jaarlijks organiseert het een festival rond hip-hop in het cultureel centrum Jacques Franck. Daarnaast ijvert Lezarts voor de erkenning van hip-hop en graffiti als volwaardige kunstvormen. Het Fonds zelf ontvangt subsidies van de Franse Gemeenschap en van de Franse Gemeenschapscommissie. De activiteiten gaan uitsluitend door in het Frans. i) Constant Constant, opgericht in 1997, ligt op een steenworp van de Pianofabriek. Deze meertalige vereniging houdt zich enerzijds bezig met de promotie van nieuwe media, anderzijds met de confrontatie ervan met andere kunsten. Tentoonstellingen, symposia, workshops en publicaties volgen van zeer nabij het
41
debat over de mogelijkheden en de grenzen van nieuwe media. Constant biedt kunstenaars een financieel en technisch netwerk aan. Ze werkt samen met vele partners zoals cinemazalen, expositieruimten, individuele kunstenaars, en dergelijke meer. Sinds 1997 organiseert Constant jaarlijks het Brussels festival Verbindingen/Jonctions. Constant wordt uitsluitend betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap en door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. j) Choux de Bruxelles De Choux de Bruxelles verenigt verschillende artistieke geledingen waarvan de muziekgroep Jaune Toujours, vaste waarde in Sint-Gillis én daarbuiten, de bekendste is. Eén van de bezielers is Vlaming Piet Maris. De groep brengt naar eigen zeggen “stevige songs op accordeon, contrabas, drums en blazers, ergens tussen de accordeons van de Brusselse Marollen en de fanfares uit de Balkan” 25. Naast muziek, zet Choux multidisciplinaire projecten op. Zo is er in het najaar van 2003 Foire!, een moderne kermis met film, muziek, projecties en expo. k) Fondation Pierre-Paul Hamesse De Fondation Pierre-Paul Hamesse is opgericht in 1981. De stichting houdt zich voornamelijk bezig met beeldende kunsten, dans en muziek. De meeste bekendheid verwierf de stichting met de organisatie van het jaarlijkse Salon de mai waarbij een jury telkens 2 prijzen uitreikt, de prijs Hamesse en de prijs Lecomte. Aan het Salon is ook een tentoonstelling verbonden die jonge kunstenaars de kans geeft om hun werken te exposeren. 2.3.5. Erfgoed In een gemeente als Sint-Gillis, verdient erfgoed of patrimonium een bijzondere plaats in het beleidsplan. Maar erfgoed of patrimonium is een breed begrip. Het bevat zowel roerend als onroerend goed. En het kan niet los gezien worden van het gehele stedelijk landschap: de stedenbouwkundige compositie, het reliëf, de vorm van de bebouwde oppervlakte, de materialen, de beeldhouwwerken, de aanleg van de openbare ruimte en de manier waarop de openbare ruimte wordt gebruikt. Daar kan binnen het opzet van dit plan, niet op worden ingegaan. Het zou te ver leiden. We halen dus alleen de belangrijkste punten aan. a) Omschrijving Globale urbane structuur De huidige urbane structuur van Sint-Gillis is vergelijkbaar met een spinnenweb met als centrum de Bareel, vlakbij het Voorplein. Van daaruit vertrekken vele belangrijke invalswegen zoals de Steenweg op Charleroi, de Verhaegenstraat en andere. Deze invalswegen zijn van onschatbaar belang: ze maken de openbare
25
Het citaat werd geplukt van de website www.chouxdebruxelles.org.
42
ruimte toegankelijk en transparant. Het is beslist geen toeval dat Sint-Gillis bekend is omwille van haar rijk straatleven. Het urbane project maakt overigens dankbaar gebruik van de heuvels door de organisatie van een aantal vergezichten. De voorbeelden zijn te talrijk om op te noemen. Maar bijzonder geslaagd is het gezicht op de kerk, dat het perspectief van het Voorplein afsluit en die zichtbaar is van de lager gelegen Volderslaan en de hoger gelegen Fortstraat en de Bareel. Sint-Gillis was in 1875 nog een buitenwijk van Brussel, maar onderging een verstedelijking vanaf 1925. Met uitzondering van de aanleg van de metro tussen het Albertplein en het Zuidstation, bleef de gemeente bespaard van grote stedenbouwkundige ingrepen. Bijgevolg is het karakter van bij het begin van de 20ste eeuw bewaard gebleven. Het hoeft dan ook geen verbazing dat 64% van het totale aantal gebouwen dateert van voor 1919 en 73 % van voor 1945. De snelle verstedelijking verleent globaal een vrij homogeen architecturaal karakter aan de gemeente, gedomineerd door smalle percelen (6 – 7 m gevelbreedte) en een interne organisatie van het type ‘3 achter elkaar liggende vertrekken’, over 3 tot 4 verdiepingen wat typisch was voor de Brusselse gebouwen bij het begin van de eeuw. Beschermd, bewaard en geïnventariseerd patrimonium Sprekend voor de architecturale rijkdom van Sint-Gillis is het grote aantal gebouwen, meer dan 1800, die opgenomen zijn in de inventaris van Monumenten en Landschappen. Een inventaris is een lijst met interessante, waardevolle en merkwaardige gebouwen waarvan een gedeelte in aanmerking komt voor een bescherming. 32 gebouwen zijn daadwerkelijk beschermd. Ze liggen overwegend in de wijken Overwinning en Van Meenen en in mindere mate in de wijk Voorplein. Wel staan er 4 gebouwen op de bewaarlijst, die komen dus in aanmerking voor bescherming. Op dit ogenblik is voor 1 goed daadwerkelijk de beschermingsprocedure ingesteld en voor 1 ander goed is de procedure ingesteld voor de opname op de bewaarlijst. Het is een bewuste politiek van het gemeentebestuur om voor zo veel mogelijk gebouwen bescherming te verkrijgen. Hierbij wordt voorrang gegeven aan gebouwen die gemeentelijk bezit zijn. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de interessante renovatiesubsidie gekoppeld aan het beschermd statuut. Maar ook onbeschermd goed wordt gerestaureerd, zoals het Volkshuis op het Voorplein. Het industrieel patrimonium neemt ook een belangrijke plaats in, vooral in lager Sint-Gillis. Zo zijn o. a. de ijskelders van Sint-Gillis, in de wijk Van Meenen, beschermd, alsook de onderhoudsloodsen van de tram, vlakbij het Zuidstation. Verder inventariseerde Monumenten en Landschappen 146 sgraffiti waarvan er 34 beschermd en 47 bewaard zijn.
43
Patrimonium is een gewestelijke materie. In het Brussels gewest bestaat er echter nog geen legale inventaris. Volgens een ordonnantie is er een overgangsmaatregel van kracht: alle onroerende goederen daterend van voor 1932 worden beschouwd als zijnde automatisch behorend tot de inventaris. De grote meerderheid van de gebouwen komt hiervoor in aanmerking. Van de 32 beschermde gebouwen weerhield het gewest er 3 als uitzonderlijk onroerend erfgoed. Het gaat om het Hortamuseum, het stadhuis en de huizen van Blérot. Dit geheel van 17 Art Nouveau burgerhuizen, gelegen in de Vanderschrickstraat in het kwartier Voorplein, is het werk van Brussels architect Blérot (1870 – 1957). Blérot, opgeleid aan de Sint-Lukasacademie, was één van de meesters van de Art Nouveau. Hij slaagde erin om voor elk van de 17 huizen een eigen gevel te ontwerpen. Dit schonk hem de naam een meester te zijn van de ‘eenheid in de verscheidenheid’. Alle gebouwen, geklasseerd in 1988, zijn momenteel privé-bezit. Gemeentelijk patrimonium: kunstbezit De gemeente Sint-Gillis bezit een indrukwekkend patrimonium aan kunstwerken. Jammer genoeg bestaat er geen officiële inventaris, alleen een lijst voor de verzekeringsmaatschappij. Momenteel is het onmogelijk het aantal kunstwerken exact te bepalen, laat staan een volledige kwalitatieve beschrijving te geven, maar het aantal is zeker een veelvoud van 100. Alleen al het indrukwekkende stadhuis herbergt werk van grote namen: beeldhouwers Jef Lambeaux en Julien Dillens, schilders Cluysenaar senior en zoon, Fernand Khnopff en Omer Dierickx drukten hun stempel op het interieur. Ook de omgeving van het stadhuis is versierd met beeldhouwwerken en, voor wat dat eerste betreft, schilderijen. Volkskunde: de Kuulkappers De snelle verstedelijking rond de eeuwwisseling doet de behoefte aan voeding stijgen. Een vraag die in Sint-Gillis werd opgevangen door de groenteteelt, vooral dan van kool, onder meer van de beroemde Brusselse spruitjes. Vandaag nog krijgen de Sint-Gillenaren de bijnaam Kuulkappers toebedeeld. De reuzen Pitje, Louiske, gecreëerd in 1948, en hun zoon Chareltje, vereeuwigen dit verleden. In 1985 is zelfs een gastronomisch genootschap gesticht dat de folkloristische traditie verder zet. b) Ontsluiting Cercle d’ histoire De Franstalige Cercle d’histoire is opgericht in 1984. De vereniging maakt deel uit van het Syndicat d’ initiative de Saint-Gilles. Onder haar 30-tal leden, telt ze verwoede verzamelaars, mensen uit de sector zoals Monumenten en Landschappen en gepassioneerde liefhebbers. Tijdens 2 decennia is de Cercle erin geslaagd een indrukwekkende hoeveelheid (meer dan 3000) foto’s en documenten
44
over de geschiedenis van Sint-Gillis samen te brengen. Naast collectevorming, is ook ontsluiting belangrijk. Dit gebeurt hoofdzakelijk via publicaties en via activiteiten bedoeld voor een breed publiek van geïnteresseerde leken. Zo organiseert de Cercle zelf tentoonstellingen en realiseert ze een historische signalisatie waarbij in totaal 50 borden werden geplaatst bij interessant erfgoed. Ze deelt haar passie met enkele gemeentelijke partners zoals Arcadia (zie lager) of lokale scholen. De leden van de Cercle zijn ongerust over de consolidatie van de vereniging: ze krijgt het jonge volkje moeilijk warm . Arcadia Arcadia bestaat 20 jaar en wil architectuur en bij uitbreiding stedelijke ruime bij een breed publiek promoten. Ze wil daarbij het niveau van citymarketing achter zich laten en ambieert wetenschappelijke kennis te vulgariseren. Bovendien werkt ze uitsluitend met professionele, gediplomeerde gidsen. Naast rondleidingen rond het Brussels, Belgisch en zelfs het uitheems patrimonium, zet Arcadia ook projecten op rond interieurarchitectuur of werkt de vereniging met audiovisueel materiaal. Daarnaast heeft de vereniging interesse voor educatieve projecten en werkt ze regelmatig samen met scholen. In het kader van het wijkcontract Munthof – Metaal (zie lager) richt ze een project in dat kinderen betrekt bij het contract. Arcadia wordt betoelaagd door de Franse Gemeenschapscommissie maar haar aanbod is meertalig. Open Monumentendagen en Erfgoedweekend Sint-Gillis neemt deel aan de jaarlijkse Open Monumentendagen/Journées du Patrimoine en sinds kort ook aan het Erfgoedweekend. De Open Monumentendagen worden ingericht door het Brussels gewest, afdeling Monumenten en Landschappen. Daarnaast zijn er nog een rist andere partners bij betrokken. De inhoudelijke klemtoon ligt op het onroerend erfgoed. De Open Monumentendagen worden in Sint-Gillis uitgewerkt door het kabinet van de schepen van Patrimonium, samen met de dienst Urbanisme. Aan de recente editie werkte ook de dienst voor Vlaamse Aangelegenheden mee. Het jongere erfgoedweekend vindt zijn oorsprong in de Internationale Museumdag en draait meer rond roerend en immaterieel erfgoed. 2.3.6. Wijkcontracten a) Algemene omschrijving De wijkcontracten zijn ontstaan in 1993 vanuit de vaststelling dat de armste gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het meest te lijden hebben onder stedenbouwkundige verloedering. Het gewest is de belangrijkste subsidiërende overheid. De gemeenten zijn de belangrijkste uitvoerders. Een wijkcontract voorziet telkens, in een welbepaalde wijk, binnen een periode van 4 jaar uit te voeren werkzaamheden.
45
Het gewest voorzag Sint-Gillis van 2 wijkcontracten. Het eerste startte in 2001 en spitst zich toe op de Théodore Verhaegenstraat, gelegen in de wijk Bethlehem (zie situatieschets). Het eindigt in 2004. Het tweede startte in 2003 en loopt dus tot 2007. Dit contract concentreert zich op de wijk rond de Munthofstraat en de Metaalstraat, respectievelijk gelegen in de wijk Voorplein en Overwinning (zie situatieschets). Bij de start van de wijkcontracten wordt telkens een algemene vergadering bijeen geroepen waarop alle bewoners van de desbetreffende wijk worden uitgenodigd. Deze vergadering roept dan een plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling in het leven. Daarin zetelen 8 vertegenwoordigers van de bewoners en 2 van het verenigingsleven, van een school of van de economische sector, overwegend gelegen binnen de perimeters van het wijk contract. Wat volgt is de samenstelling van het basisdossier. Dat is het geheel van de uit te voeren werkzaamheden. Het wordt respectievelijk samengesteld door alle actoren uit de wijk die een voorstel indienen, goedgekeurd door de plaatselijke commissie, voorgesteld aan de algemene vergadering, terug gekoppeld naar de inwoners, en tenslotte geaccepteerd door de gemeenteraad. In een laatste etappe dient ook de gewestelijke regering het basisdossier goed te keuren. Zowel de algemene vergadering als de plaatselijke commissie staan in voor de opvolging van de projecten. De projecten zelf ressorteren onder 5 luiken: - luiken 1, 2 en 3 gaan over huisvesting - luik 4 gaat over de openbare ruimte - luik 5 gaat over socio-culturele projecten b) Socio-culturele projecten binnen luik 5 In het kader van dit cultuurbeleidsplan zijn vooral de socio-culturele projecten in het kader van luik 5 interessant. Let wel, hier zijn uitsluitend de projecten vermeld met een, onder meer culturele invalshoek. Dit is dus geen exhaustief overzicht van alle projecten vervat in luik 5. In het kader van het contract Verhaegen zijn verschillende socio-culturele projecten ontwikkeld. Zo interviewde een cineast kinderen uit de wijk over hun omgeving, kwam een kinderparlement tot stand en werd er een wijkfeest georganiseerd. In het kader van het contract Munthof - Metaal komen 2 socio-culturele projecten tot stand. Omdat het respectievelijk gaat om een Vlaamse en een lokale actor, wordt even stil gestaan bij de aard van de interventie. Het eerste is een project van YOTA!, een deelwerking van Jeugd en Stad. YOTA! zet projecten op rond kinderen/jongeren en hun positie in de stad. Meer specifiek wil YOTA! kinderen en jongeren inspraak verlenen in beleidsthema's. Het participatieproject in het kader van het wijkcontract wil de mening van kinderen over de heraanleg van het Marie Janson plein ventileren, net zoals volwassenen binnen de bewonerscommissie. Tijdens ontmoetingen tussen de kinderen en
46
mensen van de gemeente, de overlegcommissie van het wijkcontract of andere belanghebbenden zoals het ontwerpbureau, verzamelen de jonge deelnemers informatie. Er wordt op toegezien dat de informatieoverdracht aangepast is aan hun niveau. Op die manier krijgen kinderen de kans het wijkcontract te begrijpen en kunnen ze hun stem laten horen. Het resultaat zijn een documentaire, een fototentoonstelling gewijd aan de visie van de kinderen en een dossier dat zal overhandigd worden aan belangrijke sleutelpersonen. Ook Arcadia (zie hoger) wil kinderen betrekken door de oprichting van een kinderparlement dat de visie van het jonge volkje vertolkt. Ook hier is het de bedoeling het wijkcontract uit te leggen op het niveau van kinderen en het beleid rekening te laten houden met hun mening. 2.3.7. Wijkfeesten Tijdens de lente – en zomerperiode wemelt het van de straat – en wijkfeesten en van de brocantes en rommelmarkten. Vele zijn ingericht op initiatief van de gemeente. Zoals het lentefeest op het Bethlehemplein. Daar nemen nogal wat lokale culturele actoren aan deel. Enkele feesten zijn gegroeid uit de bevolking zelf maar kunnen meestal bogen op enige materiële steun of logistieke steun van de gemeente. Aan 2 van dergelijke feesten, besteden we hier bijzondere aandacht. Volders en fête Van het jaarlijkse feest eind mei, in en rond de Volderslaan, zagen tot dusver 3 edities het daglicht: 2001, 2002, 2003. De initiatiefnemer, een kunstenaar van beroep, wilde een feest zonder enige etnische of religieuze connotaties. Niemand zou betaald worden en er mochten geen activiteiten plaats vinden met commerciële doeleinden. De gemeente bood van meet af aan heel wat logistieke en financiële hulp. Het feest raakte snel bekend bij het brede publiek en het kan in dat opzicht een succes genoemd worden. Zelfs mensen van naburige of verder afgelegen gemeenten vonden de weg naar de Volderslaan. Toch vind de bezieler het feest ook een mislukking: “Ik wilde dat het een feest was van alle buurtbewoners maar velen, vooral de allochtonen, voelden zich niet aangesproken. Ik wilde een neutraal feest dat van iedereen zou zijn, niet van de moslims, of de Grieken of de Belgen maar van iedereen. Maar het was niet hun feest, zeiden vele buurtbewoners. In feite was het feest een blanke, intellectuele en artistieke bedoening. Dat is misschien tof, maar het was nooit het opzet” 26. Ondanks zijn bedenkingen zal het feest worden verder gezet, hoewel de editie van 2004 door iemand anders wordt ingericht. Jean Robiestraat Het feest in de Jean Robiestraat is net als het feest in de Volderslaan volledig gegroeid vanuit de bewoners van de straat zelf. De eerste editie zag het licht in 1997. A rato van 1 feest om de 2 jaar, ging het voor de 4de editie door in 2003. De 26
Gesprek met organisator van het feest, zie bijlage 4
47
filosofie is de volgende: de wijk telt vele artiesten die op de dag van het straatfeest samen met de bewoners een artistiek project opzetten. Iedereen werkt vrijwillig mee. Het versterken van de sociale cohesie is het ultieme doel. De gemeente geeft materiële steun in de vorm van tafels, stoelen en tenten. De bezieler is een wijkbewoner die de kar trok van alle vorige edities. Hij is echter zelf kunstenaar en kan de vele tijd die een dergelijk straatfeest vergt, niet langer investeren. Het is een wijk met overwegend huurders waar het verloop hoog is. Elk editie wordt er dus gewerkt met een vrijwel nieuwe equipe. Dat houdt het feest fris en vernieuwend maar het is ook vermoeiend want nogal wat know-how gaat op die manier verloren. Het is nu wachten of iemand het initiatief zal verder zetten.
2.3.8. Cultuurcommunicatie Culturele instellingen of verenigingen houden er graag een eigen magazine op na om de band met de achterban aan te snoeren. Hieronder zijn de belangrijkste lokale cultuurbladen beschreven. De lijst is dus niet volledig. Fabriekslawaai is een 6-wekelijks magazine dat wordt uitgegeven door De Pianofabriek. Het is volledig in het Nederlands geschreven. De meeste artikels gaan over de eigen activiteiten, hoewel er ook aandacht wordt besteed aan het politieke en sociaal-economische leven van de gemeente. Prominente SintGillenaren krijgen een interview en de redactie volgt op de voet wat in de nationale en ja zelfs internationale pers over Sint-Gillis verschijnt. Fabriekslawaai wordt verspreid op 1968 exemplaren, wa arvan 1535 in SintGillis, 296 in het Brussels Gewest en 137 buiten Brussel. Info Culture of Info Cultuur verschijnt trimestrieel en wordt uitgegeven door de gemeente in samenwerking met het cultureel centrum Jacques Franck. Het is de culturele, gemeentelijke informatiekrant. De helft van het magazine biedt ruimte aan de activiteiten van de gemeentelijke Dienst Cultuur. Het gaat hier om ongeveer 22 van de 44 beschikbare pagina’s. Deze pagina’s zijn opgesteld in het Frans en in het Nederlands. Ongeveer ¼ van het magazine gaat naar de programmering van het cultureel centrum Jacques Franck. Het betreft dus ongeveer 10 pagina’s. Hun activiteiten zijn uitsluitend in het Frans aangekondigd. Het laatste kwart van het magazine krijgen de andere actoren ruimte om hun aanbod bekend te maken. La Maison du Livre, Espace Catastrophe, La Roseraie maar ook de Pianofabriek maken hier gretig gebruik van. De teksten van deze lokale actoren zijn in 1 taal opgesteld, de taal van de actor in kwestie. Het magazine wordt gestuurd naar het ledenbestand van de Dienst Cultuur. De oplage bedraagt ongeveer 12.000 exemplaren waarvan de helft wordt opgestuurd, zowel binnen als buiten de gemeente. De andere helft wordt verdeeld via
48
culturele instellingen en gemeentelijke instellingen, doorgaans in de eigen gemeente. Sous le Parvis kondigt 2-maandelijks het aanbod aan van het cultureel centrum Jacques Franck. Het is een klein en handig boekje, zeg maar in zakformaat. Per discipline worden de activiteiten nog eens beschreven. Het boekje is uitsluitend gedrukt in het Frans en wordt verdeeld in enkele culturele centra en café’s voornamelijk in maar ook buiten Sint-Gillis. Village Mondial is de trimestriële krant van Mission Locale Jeunes. De krant brengt artikels over het lokaal verenigingsleven. Vaste rubrieken belichten ook gebeurtenissen uit Brussel, België en daarbuiten, vooral wanneer het gaat om evenementen met een multiculturele inslag. Er is een vast redactiecomité dat bijdragen aanvaardt van de vele verenigingen. De krant verschijnt in het Frans. Ook de wijkantennes zijn een distributiekanaal voor cultuur. In de antennes kan de burger terecht voor allerhande brochures en magazines van de verschillende actoren. De webstek van de gemeente bevat geen echte informatie over cultuur of over de culturele agenda. Hij is eerder een verlengstuk van de administratieve diensten van de gemeente.
49
Hoofdstuk 3 Gemotiveerde conclusies van de analyse van de bestaande situatie op basis van sterkten, zwaktes, kansen en bedreigingen met het oog op een gemeentelijk cultuurbeleid. Een SWOT - analyse is een methode om een analyse van een bestaande situatie te maken. SWOT staat voor Strenghts of sterkten, Weaknesses of zwakten, Opportunities of kansen en Threats of bedreigingen. Binnen de SWOT – analyse kan men een dubbel onderscheid maken tussen: - een interne en een externe analyse - de analyse van de huidige situatie en de inschatting van de toekomst Zwakte = intern / extern, huidig De zwakten inventariseren de zwakke plekken van de huidige situatie dat wil zeggen van het bestaande beleid en de bestaande instellingen alsook van omgevingsfactoren. Deze worden bekeken vanuit het toekomstig Nederlandstalig gemeentelijk cultuurbeleid. We gaan dus vooral na wat voor de Dienst Vlaamse Aangelegenheden en voor het cultuurbeleidsplan van belang is of kan zijn. Sterkte = intern / extern, huidig De sterkten inventariseren de sterke kenmerken van de huidige situatie dat wil zeggen van het bestaande beleid en de bestaande instellingen alsook van de omgevingsfactoren. Deze worden bekeken vanuit het toekomstig Nederlandstalig gemeentelijk cultuurbeleid. We gaan dus vooral na wat voor de Dienst Vlaamse Aangelegenheden en voor het gemeentelijk cultuurbeleid van belang is of kan zijn. Kans = intern / extern, toekomstig Kansen werpen een blik op de toekomstverwachtingen. Ze schatten in welke nieuwe, te verwachten ontwikkelingen kans bieden op succes en dit zowel binnen het eigen culturele veld als voor omgevingsfactoren. De kansen worden bekeken vanuit het toekomstig Nederlandstalig gemeentelijk cultuurbeleid. Bedreiging = intern / extern, toekomstig Ook bedreigingen proberen de toekomst in te schatten en gaan na welke nieuwe ontwikkelingen succes in de weg staan, en dit zowel voor het eigen culturele veld als voor de omgeving. Ook bij de bedreigingen gaat de aandacht vooral naar wat voor het toekomstig Nederlandstalig gemeentelijk cultuurbeleid belangrijk kan worden. 50
3.1. Sint-Gillis: algemeen 3.1.1. Recente tendens: opwaardering Amper een decennium geleden leed Sint-Gillis onder een slecht imago. Het heeft dat juk ondertussen van zich afgeworpen. De gemeente kent nog steeds grootstedelijke problemen zoals armoede en onveiligheid maar het is tegelijkertijd ook een erg aantrekkelijke plek om te wonen. De lokale overheid liet geen kans ongemoeid om stadskankers te lijf te gaan. Fondsen werden gezocht en gevonden. Renovatieprojecten, waarbij het accent lag op woonfunctie, werden op het getouw gezet. Dit werpt vruchten af. De gemeente heeft nu talrijke troeven waaronder een bruisend verenigingsleven, een geanimeerd straatbeeld, prachtige architectuur en het imago van een artiestengemeente, om er slechts enkele te noemen. Sint-Gillis wordt meer en meer genoemd als een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwijkelingen én Brusselaars. Het cultuurbeleid moet nagaan hoe het ingeslagen pad verder te bewandelen en te ondersteunen. Dit is met andere woorden een sterkte die kansen biedt voor het gemeentelijk cultuurbeleid. De wijkcontracten zijn in zekere zin een voortzetting van deze woningpolitiek. Het feit dat de wijkcontracten ook een socio-cultureel luik hebben, mag gezien worden als een kans voor het gemeentelijk cultuurbeleid. 3.1.2. Geografie: dorpsgevoel in de stad Sint-Gillis sluit geografisch nauw aan bij Brussel Stad. Dit houdt zowel een zwakte als een sterkte in. De zwakte ligt vervat in het feit dat de bevolking snel haar weg vindt naar het uitgebreide, culturele aanbod in het stadscentrum. Maar een sterkte is dan weer dat ook het omgekeerde geldt: Sint-Gillis is beslist aantrekkelijk genoeg om publiek uit Brussel Stad aan te trekken. Maar ook de geografische situatie van Sint-Gillis is een sterkte voor het culturele leven van de gemeente. Sint-Gillis heeft een geografisch centrum en dat is belangrijk om zo veel mogelijk inwoners bij het plaatselijke gebeuren te betrekken. Dat centrum is het Voorplein zoals al mocht blijken uit de situatieschets. Bovendien liggen vele stedelijke diensten, culturele infrastructuur en populaire cafés rond dit centrum vervat. Dit is een sterkte voor een cultuurbeleid. De geografische densiteit van Sint-Gillis zorgt er voor dat ze duidelijk te onderscheiden is van Brussel Stad, ja, zelfs van de buurgemeenten. In dat opzicht heeft Sint-Gillis een duidelijk profiel. De architectuur, de ruimtelijke ordening rond het centrum in combinatie met enkele duidelijke verkeersaders zoals de beide steenwegen, de Parklaan, de Verhaegenstraat en de Munthofstraat zijn hier niet vreemd aan. Deze wegen maken de urbane ruimte toegankelijk en transparant zonder barrières op te werpen of wijken hermetisch van elkaar af te sluiten. Daardoor kan de gebruiker zich de openbare ruimte als het ware toe-
51
eigenen. Dit is uiteraard een sterkte voor het cultuurbeleid, die kansen biedt bovendien. En dan zijn er nog de horeca klassiekers, gerenommeerd in Sint-Gillis en ver daarbuiten. Veel mensen vinden de weg naar eigenzinnige café’s zoals Brasserie Verschueren, Brasserie de l’Union op het charmante Voorplein. Maar ook de bruine kroeg voor bierliefhebbers Moeder Lambic, net achter het stadhuis gelegen, of de Art Nouveau taverne La porteuse d’eau krijgen meer vermaardheid. Hoeft het nog gezegd dat dit een sterkte is die kansen inhoudt voor het cultuurbeleid? 3.1.3. Bevolking: in alle opzichten gemengd Sint-Gillis kent een groot verschil tussen arme en rijke buurten. De aanwezigheid van minder gegoede groepen blijft natuurlijk een zwakte inhouden: het is open deuren intrappen te beweren dat deze groepen moeilijker warm te maken zijn voor cultuur. Daarin schuilt een bedreiging voor het gemeentelijk cultuurbeleid. Toch biedt een dergelijke situatie ook kansen. Sociaal-artistieke projecten met een lokale verankering kunnen deze sociale dualiteit doorbreken. Een cultuurbeleid kan gebruik maken van de verscheidenheid van de bevolking door te trachten de zo veel bepleite sociale mix te bewerkstelligen bij het op het getouw zetten van projecten. Sint-Gillis telt weinig Nederlandstaligen, zoals al tot uiting kwam in de situatieschets. Volgens de studie van Rudi Janssens gaat het over 2% van de totale bevolking van de gemeente.27 Aangenomen wordt dat het reële aantal Nederlandstaligen iets hoger ligt. Gezien het zeer gemengde profiel van deze groep zal het niet eenvoudig zijn hen te mobiliseren voor lokale projecten. Bovendien noopt het tot een denkoefening: hoe een Nederlandstalig cultuurbeleid in te richten in een gemeente met bijzonder weinig Nederlandstaligen? Dit is een zwakte maar tegelijkertijd ook een uitdaging. Een uitdaging omdat op die manier de nodige openheid moet getoond worden naar andere gemeenschappen toe. En daarin schuilt dan weer een kans. Het traject van de Nederlandstaligen reikt veel verder dan de gemeentegrenzen. Hierin verschillen zij niet van andere Brusselaars. Wanneer het gaat om ontspanning in de brede zin van het woord, laat de Nederlandstalige SintGillenaar zich uitgebreid bedienen door het stadscentrum en door de andere gemeenten. Hij of zij gaat in de eerste plaats af op een interessant aanbod. Het wordt niet gemakkelijk hen in de eigen gemeente te verleiden. Deze zwakte impliceert echter ook weer een sterkte. Het betekent dat ook in andere gemeenten een potentieel publiek van Nederlandstaligen woont. De bevolking van Sint-Gillis is bijzonder jong. Uit de situatieschets bleek dat 1 op 4 jonger is dan 20. Hier ligt toch wel een kans voor een gemeentelijk 27
Taalgebruik in de Brusselse gemeenten, p. 341 – p. 368, Rudi Janssens; in: De Brusselse negentien gemeenten en het Brussels model, Els Witte, e.a., Brussel, 2003.
52
cultuurbeleid. Omdat vele anderstalige kinderen school Nederlandstalig onderwijs, is dit een potentieel publiek.
lopen
in
het
Sint-Gillis kent een uitgesproken multiculturele bevolking. Dit is een sterkte want het betekent interculturele verrijking. Maar het heeft ook een schaduwzijde: samenlevingsproblemen én bovendien is het door de diversiteit van de gemeentelijke populatie geen sinecure om iedereen cultureel te bedienen. Daarbij komt dat cultuur niet zelden gebonden is aan taal. En dat wil wel eens voor misverstanden zorgen. De eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat de verschillende culturen eerder naast dan met elkaar leven. Ook is er dikwijls sprake van onderling racisme dat buitenstaanders niet altijd kennen of begrijpen. Toch is deze culturele diversiteit een kans die momenteel nog onvoldoende wordt benut. Positief in Sint-Gillis is dan weer dat de verschillende culturele gemeenschappen een rijk verenigingsleven hebben. Er zijn dus aanspreekpunten voor samenwerking. Mobilisatie van de andere culturen wordt zo een pak minder onbereikbaar. Deze sterkte is beslist een kans die het gemeentelijk cultuurbeleid kan grijpen. 3.2. Cultureel leven in Sint-Gillis 3.2.1. Kunstenaarsgemeente met internationale uitstraling Sint-Gillis plaatst zich meer en meer op de Brusselse kaart als een kunstenaarsgemeente. Er wonen veel kunstenaars uit verschillende disciplines. Ze worden aangetrokken door verschillende kunstscholen uit de omgeving zoals La Cambre, PARTS, Ecole Lassaad of de school Van der kelen - Logelain. Maar ook gelanceerde kunstenaars vinden er hun stek. Het prestigieuze tweejaarlijkse Parcours d’Artistes, ingericht door de cultuurdienst van de gemeente, is daar uiteraard niet vreemd aan. Bovendien ondersteunde de gemeente tot voor kort kunstenaars die zich in Sint-Gillis wilden vestigen. Door de prijsstijging op de vastgoedmarkt is dit echter niet langer haalbaar. Maar de conclusie blijft: het artistieke imago is een sterkte. Bovendien hebben unieke, lokale culture actoren een internationale uitstraling. Dat geldt bijvoorbeeld voor La Maison du Livre, Espace Photographique Contretype, Espace Catastrophe of het Hortamuseum. Daar gaat veel aantrekkingskracht én dynamiek van uit, zowel voor kunstenaars als voor kunstliefhebbers. De meeste van deze actoren opereren in ruime mate autonoom van het gemeentelijk cultuurbeleid. Maar ze staan wel open voor samenwerking, tenminste, zo lang deze strookt met de eigen filosofie. Ook deze elementen, de internationale uitstraling en de bereidheid van de meeste spelers om samen activiteiten op het getouw te zetten, zijn beide sterkten en bieden kansen. Ook in de (Franstalige) gemeentelijke kunstacademies, waar jaarlijks een veelvoud van honderd studenten zijn ingeschreven, huist er veel talent. Alweer een onmiskenbare sterkte. 53
3.2.2. Dynamisch lokaal netwerk Sint-Gillis kent een sterk lokaal, horizontaal netwerk van culturele actoren met het cultureel centrum Jacques Franck, de Mission Locale Jeunes, de cultuurdienst van de gemeente en vele, wisselende lokale, regionale of nationale partners. De Pianofabriek maakt incontournable deel uit van dit netwerk. Dit netwerk is wellicht resultaat van het gemeentelijk beleid van de afgelopen 10 jaar waarbij het socio-culturele leven werd aangetrokken om Sint-Gillis te saneren. De eerlijkheid gebiedt toe te voegen dat dit netwerk niet de volledige bevolking bedient. Het spitst zich vooral toe op avant-garde enerzijds en sociaal zwakkeren anderzijds. De hoger opgeleide bourgeoisie is minder betrokken. Het netwerk biedt dus zeker kansen zolang men niet blind is voor de beperkingen ervan. De actoren van het netwerk ontwikkelen regelmatig transversale, plaatselijke initiatieven, zoals bleek uit de situatieschets. Deze transversale initiatieven versterken de lokale dynamiek. Dit is beslist een sterk element in het cultureel leven van de gemeente. Voor het gemeentelijk cultuurbeleid biedt de implementatie in dit netwerk beslist een kans. De communautaire opsplitsing van de bevoegdheid cultuur werkt samenwerking met de Franstalige culturele actoren niet bepaald in de hand. Dit is beslist een zwakte die echter ook ervaren wordt in andere Brusselse gemeenten. Op dit vlak dient een voortdurende inspanning geleverd van dialoog en communicatie. Maar in dat opzicht, biedt het gemeentelijk cultuurbeleid dan weer kansen om de kloof te dichten. 3.2.3. Vergeten doelgroepen Een andere zwakte van het huidige cultuurbeleid, zoals we dat waarnemen bij de verschillende actoren, is de gebrekkige aandacht voor doelgroepen zoals senioren en amateurkunstenaars. Bij de senioren is de behoefte aan gezamenlijke activiteiten nochtans sterk. Hier ligt dus alweer een kans om een nieuw publiek aan te boren, althans voor een bepaalde categorie activiteiten. Ook de Pianofabriek erkent dat de behoefte bestaat en is bereid na te denken over een aantrekkelijk aanbod voor senioren. In verband met de amateurkunstenaars mag vermoed worden dat er nogal wat lokaal talent schuilt, aangetrokken door het artistieke imago van de gemeente, hoewel dit moeilijk te meten is. In ieder geval is het een kans voor het gemeentelijk cultuurbeleid om laagdrempelig te zijn zodat dergelijk én degelijk talent de ondersteuning krijgt die het nodig heeft. 3.3. Culturele actoren 3.3.1. De Pianofabriek: een bruisend gemeenschapscentrum
54
De Pianofabriek, het Nederlandstalig gemeenschapscentrum, heeft een bruisende werking die heel sterk verankerd is in de wijk waarin ze is gevestigd. Ze levert een reële, want laagdrempelige bijdrage voor de bevolking van de wijk. Het is een bewuste keuze van de beheerraad van het centrum om de basisopdracht lokaal zo goed mogelijk in te vullen. Het resultaat is een echt buurthuis, geslaagd in haar opdracht om het leven in de stad aangenamer te maken. Daarnaast wedt de Pianofabriek ook op andere paarden en richt ze zich op een publiek van buiten de gemeente en zelfs van buiten het gewest waarbij het laagdrempelige en het buurtgerichte geen rol speelt. Een duidelijk voorbeeld daarvan zijn de gerenommeerde maandelijkse tangosalons. Bovendien slaagt het centrum in een zeer moeilijke evenwichtsoefening: zonder haar Nederlandstalig karakter te verloochenen, vindt haar aanbod de weg naar anderstaligen. Taalbarrières worden er minder opgeworpen dan in doorsnee Brusselse situaties wel eens het geval wil zijn. Al deze aspecten van de werking zijn sterkten voor het gemeentelijk cultuurbeleid in dat opzicht dat het centrum de weg heeft geëffend en een realiteit heeft geschapen waarbij het lokaal cultuurbeleid aansluiting kan zoeken. Het centrum creëerde eigenlijk een netwerk en een dynamiek waarmee het gemeentelijk cultuurbeleid kan werken. In zeker opzicht vormt het bruisende centrum met uitstraling tot ver over de gemeentegrenzen voor het gemeentelijk cultuurbeleid vreemd genoeg ook een potentiële bedreiging. De werking van het centrum is zeer breed en het lokaal cultuurbeleid dient zich nu, als nieuwkomer op het veld, een plaats te verwerven naast het centrum. Het spreekt voor zich dat de situatie herijkt moet worden. Dit is ongetwijfeld een proces dat zal verlopen met vallen en opstaan. Met de nodige ingrediënten zoals open communicatie en bereidheid tot samenwerking, kan beslist een evenwicht worden bereikt. Het is dan ook belangrijk dat, zeker tijdens deze eerste periode van het gemeentelijk cultuurbeleid, het kerntakendebat wordt gevoerd. Dit om te komen tot een situatie waarin beide gelijkwaardige partners zijn die met vereende krachten samenwerken waar nodig en het werk verdelen waar aangewezen. Gemeentelijk cultuurbeleid wordt zo een lokaal cultuurbeleid, uitgestippeld door alle Nederlandstalige partners op het terrein. Alweer een bedreiging die tegelijkertijd een kans inhoudt dus. Concreet kan deze geboden kans voor het gemeentelijk cultuurbeleid twee gedaantes aannemen: decentralisatie en meerpoligheid. Decentralisatie van het aanbod van de Pianofabriek houdt in dat ook het gemeentelijk cultuurbeleid enkele activiteiten kan toevoegen, overnemen of ondersteunen. Meerpoligheid houdt in dat één of meerdere (Vlaamse) polen worden gecreëerd naast de bestaande pool die het centrum is. De renovatie van de Pianofabriek bemoeilijkt momenteel de werking. De terugval van de beschikbare infrastructuur en het bijgevolg afgeslankte aanbod is slechts
55
een tijdelijke zwakte. Het spreekt voor zich dat de vernieuwde infrastructuur op termijn een kans is. De Pianofabriek droomt van een gedaanteverandering voor Fabriekslawaai. Het magazine dat momenteel erg verbonden is met de activiteiten van de Pianofabriek, zou uitgroeien tot een buurtmagazine dat inhoudelijk interessant én visueel aantrekkelijk kan worden voor elke inwoner van Sint-Gillis. Voor de redactie van dit blad, wil de Pianofabriek op zoek naar partners, zowel individuen als verenigingen. Deze manier van werken versterkt de lokale netwerken en brengt mogelijk een dynamiek op gang waarbinnen ook kan gereflecteerd worden op cultuur en cultuurbeleid en vooral cultuurcommunicatie Hier zit dus een kans in tot verbetering van de gemeentelijke cultuurcommunicatie, een project waaraan ook het gemeentelijk cultuurbeleid kan meewerken. 3.3.2. Gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek: alleen maar kansen De oprichting van de Nederlandstalige, openbare, gemeentelijke bibliotheek zal in de toekomst zeker kansen bieden. Deze bibliotheek biedt kans op samenwerking met partners zoals de Franstalige gemeentelijke bibliotheek, La Maison du Livre, kunstenaars uit de gemeente, en anderen. Ook zullen er zeker contacten aangeknoopt worden met het Franstalig secundair onderwijs van de gemeente. De oprichting van een bibliotheek is echter geen sinecure. Er moet goed nagedacht worden over de gevolgen van de inplantingplaats en het profiel van een bibliotheek met een overwegend lokale werking. Daartoe werd een werkgroep opgericht. Deze denkoefening biedt ook weer een kans om enkele mensen samen rond de tafel te brengen en om verder in te gaan op de toekomst van cultureel Sint-Gillis. De ultieme kans van de bibliotheek schuilt in het openen van een tweede pool naast de bestaande pool van de Pianofabriek. De aanwerving van een deeltijdse bibliothecaris in dienst van de gemeente vanaf 2004 biedt een kans om de werking van de bibliotheek uit te breiden. Het aantal openingsuren zal stijgen, het aantal activiteiten eveneens. 3.3.3. Verenigingsleven De Algemene Vergadering van het gemeenschapscentrum de Pianofabriek telt 38 leden. Deze gaan van feitelijke verenigingen tot verenigingen met een vzw statuut of instellingen zoals scholen. We telden er 26 28 die bezig zijn met activiteiten op cultureel, socio-cultureel of artistiek vlak. Deze werden allen in kaart gebracht in de situatieschets.
28
Het Masereelfonds en de reeks filosofische lezingen, telden we samen tot 1 activiteit.
56
Een eerste vaststelling is dat de Pianofabriek nauwelijks ‘klassieke’, Nederlandstalige verenigingen onder haar gelederen heeft. Een tweede vaststelling is dat deze verenigingen doorgaans niet bestuurd worden door Nederlandstaligen. Sommigen bereiken met hun activiteiten amper Nederlandstaligen. Wanneer we tellen, zijn er 11 verenigingen of instellingen die een Nederlandstalig profiel hebben, maar daar zitten de bibliotheek en de scholen ook tussen. Voor een Nederlandstalig cultuurbeleid is dit tegelijkertijd kans als bedreiging. De uitdaging zal erin bestaan het eigen Nederlandstalige profiel te bewaren en toch ook openingen te blijven creëren naar andere en anderstalige gemeenschappen. De Pianofabriek zelf is hier zeer goed in geslaagd. Verder zijn de verenigingen zeer divers: ze zijn werkelijk werkzaam op tal van terreinen en bereiken daardoor ook een divers publiek. De mobilisatiekracht die hiervan uitgaat, is beslist een sterkte. Ook opvallend is het uitgesproken multiculturele profiel van de verenigingen: werkelijk alle continenten lijken vertegenwoordigd! De Pianofabriek zet met deze multiculturele partners regelmatig activiteiten op, wat niet zelden resulteert in interessante interculturele kruisbestuivingen. Dit is beslist een sterkte. Het gemeentelijk cultuurbeleid moet de uitdaging aangaan deze sterkte als kans te grijpen en aansluiting te vinden bij deze verenigingen. Een laatste opmerking is dat de activiteiten van deze verenigingen zich niet beperken tot Sint-Gillis, in sommige gevallen zijn ze zelfs actiever buiten dan binnen de gemeente. Maar er is wel steeds een band met de gemeente. Dit is tegelijkertijd zwak en sterk. Zwak omdat het moeilijker is de lokale verankering te verzekeren. Sterk omdat je aan publieksverbreding doet. Naast de verenigingen verbonden aan de Pianofabriek, zijn er nog tal van andere, zoals mocht blijken uit de situatieschets. De meeste onder hen zijn Franstalig. Een sterkte is beslist dat ze onderling goed samenwerken en dat ze in een geolied netwerk zitten dat regelmatig transversale initiatieven op het getouw zet. Er werd al gezegd dat dit een kans is voor het gemeentelijk cultuurbeleid dat best kan inspelen op dit bestaand netwerk. Een zwakte is weliswaar dat Sint-Gillis weinig Nederlandstalige verenigingen heeft. Dit beperkt de mogelijkheid op interessante partnerships. Ondanks deze bedreiging, bieden de geringe bestaande verenigingen wel kansen. In het adviesorgaan drukte iemand het zeer lyrisch uit: “Het stofzuigereffect van de Pianofabriek, heeft zeker hier en daar wel enkele stofjes laten liggen. Het is aan het gemeentelijk cultuurbeleid om ze op te sporen en ermee aan de slag te gaan.” 3.4. Cultuurcommunicatie Cultuurcommunicatie is niet zelden de achillespees van een cultuurbeleid. Zeker in een meertalige, gediversifieerde gemeente als Sint-Gillis is het geen sinecure een communicatiebeleid uit te denken waarmee je alle informatie netjes bij de gewenste doelgroepen krijgt. Dit is dus een bedreiging zonder meer.
57
Cultuurcommunicatie verloopt momenteel erg versnipperd. Nogal wat mensen beweren moeilijk hun weg te vinden in de vele bladen en blaadjes, meertalige en ééntalige magazines. Ook de verschillende verspreidingskanalen van al dit drukwerk werkt verwarring in de hand. Tijdens gesprekken met Nederlandstalige inwoners kwam dit als een zwakte bovendrijven. Bovendien worden taal - en cultuurbarrières op die manier in stand gehouden. Elke organisatie belicht slechts minimaal het aanbod van de andere. De schotten blijven bestaan, alweer een zwakte. Er is ook een positief aspect aan deze versnippering. De kans dat mensen iets te weten komen over het cultureel aanbod is groter. Men kan er immers van uitgaan dat mensen zelden alle magazines kennen, laat staan lezen. Maar ze kennen of lezen er altijd wel één of twee. Op die manier werkt de communicatieversnippering dus democratiserend! Een sterkte dus. De verplichte 2-taligheid van gemeentelijk drukwerk biedt een kans voor het Nederlandstalig cultuurbeleid dat zich een plaatsje tracht te veroveren. Andere kans is datzelfde cultuurbeleid dat de brug zal trachten te slaan tussen verschillende actoren die rond de tafel kunnen zitten rond gezamenlijke cultuurcommunicatie. 3.5. Partnerschap met de Vlaamse Gemeenschapscommissie Net zoals voor andere Brusselse gemeenten, vormt de structurele ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een sterkte voor Sint-Gillis. De dialoog die in het kader van het gemeentelijk cultuurbeleid wordt aangegaan, creëert zeker kansen. De lokale cultuurbeleidscoördinator zal binnen deze context een bemiddelende rol vervullen. Vast staat dat de situatie met de komst van het gemeentelijk cultuurbeleid grondig wijzigt. Het gemeentelijk cultuurbeleid is een nieuwkomer die vast van plan is om zelf te gaan optreden als culturele actor. Het is dan ook essentieel de kaarten te herschudden en een samenwerking tot stand te laten komen tussen het gemeenschapscentrum, de (nog op te richten) gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek en het gemeentelijk cultuurbeleid.
58
Hoofdstuk 4 Visie op cultuur en cultuurbeleid Een visie is het gewenste toekomstbeeld. De visie schetst de gewenste situatie van het lokale culturele leven en het cultuurbeleid. Tegelijkertijd wil de visietekst alle culturele actoren uitnodigen tot verdere reflectie over het cultuurbeleid. De tekst stipt aan waar we in de toekomst willen aan werken. Het culturele leven in de gemeente kent al een zeer uitgebreid en hecht lokaal, horizontaal netwerk. Het cultuurbeleid is een culturele actor die deel uitmaakt van dit hecht lokaal netwerk. Daarbij streeft het cultuurbeleid zo veel mogelijk naar samenwerking met één of meerdere lokale partners. De beoogde samenwerking is verrijkend voor alle partners en wil het niveau van de ‘public relations’ ver achter zich laten. Bovendien bewerkstelligt samenwerking een grotere mobilisatiekracht en een versterking van de lokale netwerken. De visie van het gemeentelijk cultuurbeleid op cultuur toe is democratisch. Alle initiatieven en ideeën zijn welkom. Verenigingen en individuen hebben de vrijheid om de Dienst Vlaamse Aangelegenheden voorstellen te doen. Het cultuurbeleid is er niet alleen voor de Nederlandstaligen maar voor iedereen die geïnteresseerd kan zijn in Nederlandstalige cultuur. Het gemeentelijk cultuurbeleid wil verenigingen en individuen dan ook stimuleren om vernieuwende en bijzondere projecten uit te denken en samen te realiseren. Bijzondere steun gaat uit naar lokaal verankerde projecten, die een wezenlijke bijdrage leveren voor het culturele leven in de gemeente en die toegankelijk zijn voor Nederlandstaligen. Sint-Gillis is een multiculturele gemeente bij uitstek. De Nederlandstalige gemeenschap staat open voor andere en anderstalige gemeenschappen. Het gemeentelijk cultuurbeleid knoopt betrekkingen aan met het rijke verenigingsleven van de verschillende culturele gemeenschappen om samen activiteiten op het getouw te zetten. Ze streeft naar een vruchtbare interculturele kruisbestuiving. In een gemeente waar sociale problemen regelmatig om de hoek loeren, is het belangrijk om, zowel aan de zijde van de vraag, als aan de zijde van het aanbod, aandacht te hebben voor een groep minder bedeelden. Talrijke organisaties brengen het bestaande aanbod dichter bij de vraag en leveren goed werk dat niet hoeft overgedaan. Het gemeentelijk cultuurbeleid wil dan ook de vraag aanzwengelen. Samen met partners zet het projecten op poten die cultuurcompetentie en verhoogde participatie tot doel hebben. Haar aanpak is verfrissend en emancipatorisch en beoogt steeds een sociale mix te bewerkstelligen. Het versterken van de sociale cohesie is altijd een inherente doelstelling.
59
Het cultuurbeleid durft al eens weg te gaan van de platgetreden paden. Eigenzinnige of moeilijkere kunstenaars zijn niet alleen lastposten, het kunnen ook interessante partners worden. Op lange termijn wil het gemeentelijk cultuurbeleid daar een publiek voor opbouwen. Het gemeentelijk cultuurbeleid voert ook een publieksbeleid dat er op toeziet dat alle doelgroepen aan hun trekken komen. Het aanbod is voldoende gediversifieerd. Hier is een belangrijke coördinerende en sturende taak weggelegd voor de belangrijkste Nederlandstalige actoren, namelijk het gemeenschapscentrum, de bibliotheek, de verenigingen en de cultuurbeleidscoördinator. Het gemeentelijk cultuurbeleid heeft aandacht voor enkele specifieke doelgroepen. Kinderen en jongeren vormen een eerste groep. Kunsteducatieve projecten, in samenwerking met partners, worden op poten gezet. Een potentieel publiek zijn de anderstaligen die school lopen in het Nederlands. Een tweede bijzondere doelgroep zijn de senioren. Zij worden maar al te dikwijls vergeten. Het gemeentelijk cultuurbeleid probeert hen te bereiken via activiteiten die aangepast zijn aan hun behoeften en noden. De uitdaging binnen publieksbeleid is het tegengaan van de eilandcultuur, waarbij men elkaar niet kent en onbekend onbemind wordt. Het gemeentelijk cultuurbeleid neemt deze uitdaging aan en tracht projecten op het getouw te zetten waarin de vaak bepleitte sociale mix ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Informatie is de eerste stap naar participatie. Een doordacht communicatiebeleid zorgt ervoor dat iederéén weet wat er reilt en zeilt in de gemeente en dat álle inwoners bereikt worden. Een dergelijk communicatiebeleid kost inspanning alsook communicatie én samenwerking van alle culturele actoren. Het cultuurbeleid slaat bruggen tussen de verschillende actoren en is bereid inspanningen te leveren om de cultuurcommunicatie te rationaliseren. Sint-Gillis is een mooie gemeente, met een warm centrum, een (h)echte dorpskern. Het is een plek waar het goed is om wonen. Dit was ooit anders. Het gemeentelijk cultuurbeleid wil de ingeslagen weg verder bewandelen. Het wil dan ook de sterke punten van Sint-Gillis aanwenden: de mooie architectuur, het straatleven, het levendige centrum, het verenigingsleven, de multiculturele samenleving in een notendop.
60
Hoofdstuk 5 Algemene en concrete doelstellingen Dit hoofdstuk gaat in op de algemene en concrete doelstellingen. Een doelstelling geeft een aspect van de gewenste situatie weer. In dat opzicht vormt het geheel van beleidsdoelstellingen een gestructureerde en gedetailleerde uitwerking van de visietekst. Een beleidsdoelstelling richt zich daarbij niet op wat we zullen doen maar wel waarom we het zullen doen. Telkens wordt het onderscheid gemaakt tussen algemene of strategische en concrete doelstellingen. Een algemene doelstelling geeft een aspect weer van de gewenste situatie. Dit aspect wordt op haar beurt opgesplitst en geconcretiseerd in meerdere concrete doelstellingen. Concrete doelstellingen zijn dus onderdelen of nog, deelgebieden, van algemene of strategische beleidsdoelstellingen.
5.1. Vlaamse aangelegenheden, een culturele partner Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van Sint-Gillis maakt actief deel uit van en versterkt het horizontale netwerk van lokale culturele actoren. 5.1.1. Vlaamse aangelegenheden, een nieuwkomer Het gemeentelijk cultuurbeleid neemt deel aan tal van bestaande, lokale initiatieven zoals het Parcours d’Artistes, het Parcours Conté, het Parcours de Convivialité, de straatfeesten. Het versterkt deze initiatieven. Het streeft naar een bijzondere en vernieuwende invalshoek voor haar deelname aan deze activiteiten. Indicatoren: De stijging van de deelname aan de bestaande lokale culturele initiatieven. De kwaliteit van de deelname. Het vernieuwende en bijzondere karakter van de deelname. De systematische evaluatie van de kwaliteit.
5.1.2. Gemeenschapscentrum en bibliotheek: prioritaire partners Het gemeentelijk cultuurbeleid zwengelt het permanent overleg tussen de Nederlandstalige actoren aan: het gemeenschapscentrum de Pianofabriek, de Nederlandstalige openbare gemeentelijke bibliotheek en de gemeente als evenwaardige, culturele spelers op het terrein. De cultuurbeleidscoördinator vormt de motor van dit overleg. De kwaliteit van dit overleg wordt permanent en systematisch bewaakt door de beroepskrachten.
61
Het gemeentelijk cultuurbeleid zwengelt de samenwerking tussen de Nederlandstalige actoren aan: het gemeenschapscentrum, de bibliotheek en de Dienst Vlaamse Aangelegenheden. Gemeenschapscentrum, gemeente en bibliotheek organiseren jaarlijks samen het nieuwjaarsconcert, de 11-juli viering, de jeugdboekenweek en de bibliotheekweek. Door overleg en samenwerking ontstaat er een lokaal cultuurbeleid waarbij alle lokale, Nederlandstalige partners samen aan de weg timmeren. Indicatoren: De beroepskrachten overleggen minimaal 1 keer per maand en dit vanaf januari 2004. De systematische aanwezigheid van de cultuurbeleidscoördinator op de programmeringvergadering van de Pianofabriek. De complementariteit van de eigen werking van elk van deze actoren De systematische evaluatie van deze complementariteit.
5.1.3. Een nieuwkomer met een eigen profiel Het gemeentelijk cultuurbeleid wordt een volwaardige culturele speler op het terrein. Het wil daartoe eigen accenten leggen op het vlak van vernieuwing, cultuurtoeleiding, gemeenschapsvorming en de inrichting van bijzondere projecten. Indicatoren: Het aantal activiteiten ingericht door de Dienst Vlaamse Aangelegenheden op het vlak van vernieuwing, cultuurtoeleiding, gemeenschapsvorming en inrichting van bijzondere projecten. De diversiteit van de ingerichte activiteiten. De permanente bewaking en evaluatie van de kwaliteit van deze projecten. De samenwerking met lokale partners bij de inrichting van deze activiteiten. De permanente bewaking en evaluatie van de kwaliteit van deze samenwerking met respect voor de inbreng van alle partners.
5.1.4. De ruimte ontginnen Inherent aan de bovenstaande, concrete doelstelling (zie 5.1.3.) opent het cultuurbeleid een ruimte waarin permanent aandacht kan besteed worden aan lokale kunstenaars en aan ontmoeting en gemeenschapsvorming. Deze ruimte wordt ontsloten in de in 2006 op te richten gemeentelijke bibliotheek die een centrum wordt van ontmoeting via kunst en cultuur. Het gebouw waarin de toekomstige bibliotheek gehuisvest wordt, krijgt aandacht via culturele manifestaties en raakt zo bekend bij het publiek. Indicatoren: Het aantal activiteiten in de bibliotheek rond kunst en cultuur vanaf de opening van de bibliotheek. De kwaliteit van de aangeboden activiteiten. De systematische bewaking en evaluatie van die kwaliteit.
62
De samenwerking met zo veel mogelijk lokale partners – verenigingen, individuen en instellingen – in verband met de uitwerking van het aanbod in de bibliotheek vanaf de opening van de bibliotheek. De kwaliteit van de bibliothe ek als ontmoetingsplaats voor kunst en cultuur. De systematische bewaking van die kwaliteit. Het aantal bezoekers van de bibliotheek als ontmoeting voor kunst en cultuur vanaf de opening van de bibliotheek.
5.2. De deur staat altijd open Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van Sint-Gillis is laagdrempelig en stimuleert initiatieven van individuen en verenigingen. 5.2.1. We weten wat er leeft Het gemeentelijk cultuurbeleid houdt de vinger aan de pols van het lokaal verenigingsleven en van wat formeel en informeel leeft op vlak van kunst en cultuur in Sint-Gillis. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden levert inspanningen om al wat cultureel leeft blijvend in kaart te brengen en op te volgen. De geleverde inspanningen tijdens het proces van de cultuurbeleidsplanning zijn daartoe al een eerste aanzet maar verdere en systematische uitbouw van een repertorium is nodig. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden kent creatieve individuen en ondersteunt en stimuleert hen bij de uitvoering van hun ideeën. Indicatoren: De stijging van de hoeveelheid informatie die de Dienst Vlaamse Aangelegenheden kan verzamelen op jaarbasis en dit vanaf 2004. De stijging van de hoeveelheid contacten die de Dienst Vlaamse Aangelegenheden kan leggen op jaarbasis en dit vanaf 2004.
5.2.2. Men weet ons te vinden Het cultuurbeleid stimuleert verenigingen en individuen de weg te vinden naar de Dienst Vlaamse Aangelegenheden met voorstellen. Het cultuurbeleid werkt samen met lokale verenigingen en individuen. Indicatoren: De stijging van het aantal voorstellen van verenigingen en individuen naar de Dienst Vlaamse Aangelegenheden toe. Het aantal uitgewerkte projecten in samenwerking met de Dienst Vlaamse Aangelegenheden.
5.3. Vlaamse Aangelegenheden, een partner voor andere culturen Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid speelt in op het multiculturele karakter van Sint-Gillis. 63
5.3.1. Samenwerking met de Franstalige partners Het cultuurbeleid zoekt aansluiting en samenwerking bij de activiteiten ingericht door de Dienst Cultuur van de gemeente. Indicatoren: Het aantal bestaande initiatieven van de Dienst Cultuur of met het cultureel centrum Jacques Franck waaraan het Nederlandstalig cultuurbeleid deelneemt. De wederzijdse versterking van beide diensten op het vlak van communicatie en gezamenlijke inrichting van activiteiten. De permanente evaluatie van die samenwerking.
5.3.2. Samenwerking met de anderstalige gemeenschappen Het cultuurbeleid werkt samen met de anderstalige gemeenschappen uit SintGillis en zoekt voor zo veel mogelijk activiteiten aanknopingspunten bij de verenigingen van of bij individuen uit deze gemeenschappen. Indicatoren: Het aantal activiteiten ingericht in samenwerking met verenigingen van of leden uit de anderstalige gemeenschappen op jaarbasis en dit vanaf 2004.
5.3.3. Samenwerking met het Lokaal Steunpunt voor etnisch-culturele minderheden Het cultuurbeleid en het Lokaal Steunpunt voor etnisch-culturele minderheden zetten samen een beleid en activiteiten op het getouw voor minderheden en minder bedeelde groepen uit de gemeente. Indicatoren: Het aantal activiteiten ingericht in samenwerking met het Lokaal Steunpunt voor etnisch-culturele minderheden. De kwaliteit van deze projecten en van de samenwerking. De evaluatie van deze projecten.
5.4. De sociaal-artistieke kaart Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van Sint-Gillis richt sociaal - artistieke projecten in. Het cultuurbeleid is een actor die sociaal-artistieke projecten inricht op lokaal niveau. Dergelijke projecten versterken de sociale cohesie in een wijk, in de gemeente (geografisch) of binnen een bepaalde doelgroep én bereiken een goed artistiek niveau.
64
Er wordt gestreefd naar een verfrissende en emancipatorische aanpak van sociaal-artistieke projecten waarbij de deelnemers zelf ‘regisseur’ worden van hun eigen leven. Indicatoren: Het aantal ingerichte sociaal-artistieke projecten tussen 2005 en 2007. De kwaliteit van deze projecten geëvalueerd op basis van de beoogde sociale en artistieke doelstellingen.
5.5. Aandacht voor bijzondere doelgroepen Cultuurbeleid is ook doelgroepenbeleid. 5.5.1. Senioren Het cultuurbeleid heeft aandacht voor de bijzondere doelgroep senioren en denkt samen met het gemeenschapscentrum na over een socio-cultureel aanbod op maat van de Nederlandstalige senioren van Sint-Gillis. Indicatoren: Het aantal op regelmatige basis georganiseerde activiteiten voor senioren in Sint-Gillis, op jaarbasis en vanaf 2004. De stijging van het aantal senioren op deze activiteiten, gemeten per activiteit. De kwaliteit van het aanbod en de systematische bewaking van deze kwaliteit door de betrokken partners.
5.5.2. Kinderen en jongeren Het cultuurbeleid heeft aandacht voor kinderen en jongeren. Het cultuurbeleid wil kunst brengen, voor en door jongeren en streeft naar een samenwerking met de Nederlandstalige scholen uit de gemeente om kunsteducatie ingang te doen vinden. Het cultuurbeleid werkt samen met de Pianofabriek om dit kunsteducatief aanbod op een hoog niveau uit te werken. Indicatoren: De opstarting van een succesvol en kwalitatief hoogstaand aanbod van kunsteducatie in samenwerking met alle betrokken partners vanaf het schooljaar 2004 - 2005. De bewaking van de kwaliteit en de evaluatie van die kwaliteit van het kunsteducatief aanbod in samenspraak met alle betrokken partners.
5.5.3. Weg van platgetreden paden Het cultuuraanbod bedient de cultuur – en kunstminnende bevolking van SintGillis, met een kwalitatief aanbod in de eigen gemeente. Het cultuurbeleid schuwt daarbij de moeilijkere en minder toegankelijke kunst niet. Indicatoren:
65
De uitwerking van een aanbod dat de uitdaging aangaat moeilijkere kunst en cultuur te programmeren. Het bereiken van een publiek voor deze programmering. Het stijgend aantal deelnemers voor deze programmering.
5.5.4. Amateurkunstenaars Het cultuurbeleid ondersteunt en simuleert amateur-kunstenaars uit de gemeente. Het cultuurbeleid werkt samen met het Vlaamse Centrum voor Amateurkunsten en neemt deel aan initiatieven genomen door deze belangrijke partner. Indicatoren: Het opstarten van een samenwerking met amateur kunstenaars. Amateur kunstenaars uit de gemeente beleven hun kunst in gunstige omstandigheden en verhogen daardoor hun competentie.
5.6. Onbekend is onbemind: communicatie Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid werkt aan een goede cultuurcommunicatie. 5.6.1. Gemeente + gemeenschapcentrum + bib: een gezamenlijke strategie Gemeenschapscentrum, bibliotheek en cultuurbeleidscoördinator zetten een gemeenschappelijke communicatiestrategie op het getouw om alle culturele manifestaties bekendheid te geven bij het publiek. Indicatoren: Ontstaan van gemeenschappelijke communicatiestrategie. Na verloop van tijd: positief gevolg van deze strategie laat zich meten door een grotere publieksopkomst bij culturele manifestaties.
5.6.2. Bibliotheek: speerpunt in communicatiestrategie De bibliotheek wordt ingezet als belangrijke informatieverspreider rond cultuur en vorming. Het aanbod van lokale en bovenlokale culturele actoren en vormingsinstellingen wordt er bekend gemaakt. Indicatoren: De omvang van het cultureel aanbod dat via de bi bliotheek wordt gecommuniceerd, gemeten vanaf de opening van de bibliotheek. De afname van dit aanbod door de bibliotheekbezoekers, opnieuw gemeten vanaf de opening van de bibliotheek.
5.6.3. Over bladen en blaadjes: het cultureel magazine
66
Er wordt blijvend gewerkt aan een optimalisering van de cultuurcommunicatie via de bestaande bladen: Fabriekslawaai en Info Cultuur. Infocultuur besteedt aandacht aan het cultureel aanbod van de 3 Nederlandstalige actoren. Het logo van het gemeentelijk cultuurbeleid werkt herkenbaarheid en zichtbaarheid van haar activiteiten in de hand. Er wordt blijvend nagedacht aan Fabriekslawaai als een blad voor cultuurcommunicatie. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden draagt hiertoe een steentje bij. Indicatoren: Stijging en verbreding van het bereikte publiek op de aangekondigde activiteiten. Inhoudelijke inbreng in Fabriekslawaai als informatieblad rond cultuur en kunst door de Dienst Vlaamse Aangelegenheden met respect voor de eigenheid van het blad als versterker van de sociale, lokale samenhang.
5.6.4. Langs digitale weg De Dienst Vlaamse Aangelegenheden ontwikkelt een eigen webstek als communicatiemiddel voor de eigen activiteiten en voor het Nederlandstalig cultureel aanbod in de gemeente. Indicatoren: Uitbreiding van het gebruik van hoger vermelde bestaande web sites voor de communicatie van het Nederlandstalig cultureel aanbod van alle betrokken actoren. Bewaking en evaluatie van de kwaliteit van de digitaal gecommuniceerde informatie en vooral van de permanente actualisering van de communicatie.
5.6.5. Bovenlokale communicatie Het gemeentelijk cultuurbeleid werkt samen met de dienst communicatie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, met Cultuurnet Vlaanderen, met Onthaal en Promotie Brussel en met de regionale media zoals Deze Week in Brussel en TV Brussel voor een regionale communicatiestrategie. Indicatoren: Lokale culturele evenementen bereiken een publiek van buiten de gemeente. Lokale culturele evenementen krijgen belangstelling van de regionale pers. De hoger genoemde partners ondersteunen de cultuurcommunicatie van evenementen met regionale uitstraling. De bewaking van de kwaliteit van de samenwerking met deze partners is systematisch.
5.6.6. Over het muurtje kijken
67
Het cultuurbeleid maakt het eigen aanbod ook bekend bij de bevolking van de andere gemeenten en vice versa. Het bouwt een samenwerking uit met de cultuurbeleidscoördinatoren uit de andere gemeenten. Indicatoren: Het volume van het gecommuniceerde aanbod afkomstig uit de andere gemeenten via de eerder genoemde kanalen (zie 5.6.1 tot 5.6.3.). De toename van het publiek aan de lokale culturele activiteiten.
5.7. Kwaliteiten in de verf gezet Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid wil de sterke punten van Sint-Gillis beklemtonen. 5.7.1. Erfgoed Het cultuurbeleid ontsluit het bijzondere erfgoed van Sint-Gillis voor een Nederlandstalig publiek. Het organiseert op een hedendaagse en dynamische manier activiteiten die het publiek naar het erfgoed brengen. Er worden inspanningen geleverd om activiteiten in te richten op maat van verschillende doelgroepen zoals kinderen en jongeren. Het cultuurbeleid werkt samen met lokale en andere partners gespecialiseerd in de ontsluiting van erfgoed. Het cultuurbeleid werkt mee aan de jaarlijkse Erfgoeddag en aan het jaarlijkse Open Monumenten Weekend. Het cultuurbeleid heeft aandacht voor de verdere inventarisatie van het gemeentelijk kunstbezit. Indicatoren: De stijging van het aantal activiteiten rond het lokaal erfgoed en volkscultuur, vanaf 2004 en berekend op jaarbasis. De stijging van het aantal bezoekers van deze activiteiten. De stijgende bekendheid van Sint-Gillis als gemeente met bijzonder erfgoed.
5.7.2. Openbare ruimte Het cultuurbeleid weet de bijzondere openbare ruimte van Sint-Gillis met haar warm en gezellig straatleven naar waarde te schatten. Het cultuurbeleid weet het aantrekkelijke ‘dorpscentrum’ van Sint-Gillis naar waarde te schatten. Indicatoren: De verdere ontsluiting en het gebruik van de wijk rond het Voorplein als trekpleister voor kunst en cultuur: de toename van het aantalculturele activiteiten georganiseerd op het Voorplein of omgeving. Het gebruik van het vernieuwde Marie-Jansonplein voor kunst en cultuur.
De toename van het aantal open lucht activiteiten.
68
5.7.3. Artistiek imago Het cultuurbeleid bouwt het artistiek imago van Sint-Gillis verder uit. Het cultuurbeleid plaatst Nederlandstalige, professionele artiesten op de kaart. Het cultuurbeleid geeft Nederlandstalige, lokale, professionele artiesten van allerlei disciplines een forum en een publiek. Indicatoren: De stijging van de deelname van professionele, lokale, Nederlandstalige kunstenaars aan de bestaande culturele en artistieke initiatieven (zie 5.1.1.), bekeken op jaarbasis (cultureel seizoen). De stijging van het aantal tentoonstellingen of optredens, in de brede zin van het woord, van professionele, lokale Nederlandstalige kunstenaars. De kwaliteit van het aanbod en de systematische bewaking van deze kwaliteit. De stijging van het publiek dat zijn weg vindt naar de kunst, gemeten per voorstelling/tentoonstelling.
5.8. Bibliotheek en gemeente: Nederlandstalig, gemeentelijk cultuurbeleid De gemeente garandeert de uitvoering van het Nederlandstalige cultuurbeleid en de oprichting van de Nederlandstalige, openbare, gemeentelijke bibliotheek. 5.8.1. Nederlandstalig, gemeentelijk cultuurbeleid De gemeente staat borg voor de nodige financiële ondersteuning voor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden kijkt toe op de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. De gemeente ondersteunt de werking van de cultuurbeleidscoördinator en zorgt voor de nodige infrastructuur in het stadhuis zodat de coördinator deze opdracht in gunstige omstandigheden tot een goed einde kan brengen. Indicatoren: Het gemeentelijk cultuurbeleid beschikt over voldoende middelen voor de realisatie van het cultuurbeleidsplan.
5.8.2. Gemeentelijke Nederlandstalige openbare bibliotheek De gemeente geeft de nodige financiële ondersteuning aan de oprichting en de werking van een Nederlandstalige, openbare, gemeentelijke bibliotheek. Ze onderschrijft mee de doelstellingen van de bibliotheekwerking zoals die geformuleerd zullen worden in het beleidsplan van de in 2006 opgerichte bibliotheek. De gemeente zorgt voor een duidelijke signalisatie naar de bibliotheek.
69
De dienst Vlaamse Aangelegenheden bereidt de opening van de bibliotheek grondig voor door regelmatig overleg in een speciaal daartoe in het leven geroepen werkgroep. Indicatoren: De oprichting van een aantrekkelijke en dynamische bibliotheek met een sterke, lokale verankering. Vanaf de opening van de bibliotheek: de stijging van het aantal leners.
70
Hoofdstuk 6 Beleidsinstrumenten en - middelen Dit hoofdstuk gaat in op de beleidsinstrumenten. Beleidsinstrumenten zijn instrumenten of producten die worden ingezet om de beoogde doelstellingen te realiseren. De beleidsinstrumenten gaan over de manier waarop de doelstellingen zullen gerealiseerd worden. Daar waar doelstellingen spreken over het waarom, spreken beleidsinstrumenten over het hoe.
6.1. Beleidsinstrumenten Doelstelling Instrumenten Timing Vlaamse aangelegenheden, een culturele partner: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van Sint-Gillis maakt actief deel uit van en versterkt het horizontale netwerk van lokale culturele actoren. Vlaamse aangelegenheden, een nieuwkomer: Het gemeentelijk cultuurbeleid neemt deel aan tal van Systematische opvolging van lokale initiatieven Vanaf 2004. bestaande, lokale initiatieven zoals het Parcours en deelname aan voorbereidende vergaderingen. d’Artistes, het Parcours Conté, het Parcours de Convivialité, de straatfeesten. Het versterkt deze initiatieven. Het streeft naar een bijzondere en vernieuwende invalshoek voor haar deelname aan deze activiteiten. Gemeenschapscentrum en bibliotheek: prioritaire partners: Het gemeentelijk cultuurbeleid zwengelt het permanent Deelname van de cultuurbeleidscoördinator en de Vanaf 2004. overleg tussen de Nederlandstalige actoren aan: het bibliothecaris aan de gemeenschapscentrum de Pianofabriek, de programmeringvergaderingen van de Nederlandstalige openbare gemeentelijke bibliotheek en Pianofabriek. de gemeente als evenwaardige, culturele spelers op het Jaarlijkse toetsing (oktober) van de diverse Vanaf 2004. terrein. jaarplannen voor het komende werkjaar door de
71
De cultuurbeleidscoördinator vormt de motor van dit beroepskrachten. overleg. Jaarlijkse toetsing (februari) van de De kwaliteit van dit overleg wordt permanent en werkingsverslagen door de beroepskrachten. systematisch bewaakt door de beroepskrachten. Terugkoppeling van de jaarplannen naar het adviesorgaan voor cultuur. Jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Het gemeentelijk cultuurbeleid zwengelt de samenwerking Implementatie van lokale cultuur van dialoog en tussen de Nederlandstalige actoren aan: het openheid onder Nederlandstalige actoren. gemeenschapscentrum, de bibliotheek en de Dienst Vlaamse Aangelegenheden. Gemeenschapscentrum, gemeente en bibliotheek organiseren jaarlijks samen het nieuwjaarsconcert, de 11juli viering, de jeugdboekenweek en de bibliotheekweek. Door overleg en samenwerking ontstaat er een lokaal cultuurbeleid waarbij alle lokale, Nederlandstalige partners samen aan de weg timmeren. Een nieuwkomer met een eigen profiel: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid wordt een Opsporing van leemten en noden in het huidig volwaardige culturele speler op het terrein. cultureel leven van de gemeente. Het wil daartoe eigen accenten leggen op het vlak van Inrichting van activiteiten met een eigen accent vernieuwing, cultuurtoeleiding, gemeenschapsvorming en die inspelen op bestaande inhoudelijke en de inrichting van bijzondere projecten. geografische leemten in het huidig cultureel leven van de gemeente. De ruimte ontginnen: Inherent aan de bovenstaande, concrete doelstelling opent Voorbereiding van de op te richten gemeentelijke, het cultuurbeleid een ruimte waarin permanent aandacht openbare Nederlandstalige bibliotheek. kan besteed worden aan lokale kunstenaars en aan Onderzoek naar mogelijkheden van omvorming ontmoeting en gemeenschapsvorming. van die ruimte (letterlijk én figuurlijk) tot een Deze ruimte wordt ontsloten in de in 2006 op te richten oord van kunst, cultuur en ontmoeting door een gemeentelijke bibliotheek die een centrum wordt van werkgroep.
Vanaf 2004. Vanaf 2004. Vanaf 2004. Vanaf 2004.
Vanaf 2004. Vanaf 2004.
Vanaf december 2003.
72
ontmoeting via kunst en cultuur. Het gebouw waarin de toekomstige bibliotheek gehuisvest wordt, krijgt aandacht via culturele manifestaties en raakt zo bekend bij het publiek.
De deur staat altijd open: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van individuen en verenigingen. We weten wat er leeft: Het gemeentelijk cultuurbeleid houdt de vinger aan de pols van het lokaal verenigingsleven en van wat formeel en informeel leeft op vlak van kunst en cultuur in SintGillis. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden levert inspanningen om al wat cultureel leeft blijvend in kaart te brengen en op te volgen. De geleverde inspanningen tijdens het proces van de cultuurbeleidsplanning zijn daartoe al een eerste aanzet. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden kent creatieve individuen en ondersteunt en stimuleert hen bij de uitvoering van hun ideeën.
Men weet ons te vinden: Het cultuurbeleid stimuleert verenigingen en individuen de weg te vinden naar de Dienst Vlaamse Aangelegenheden met voorstellen. Het cultuurbeleid werkt samen met lokale verenigingen en
Inrichting van culturele manifestaties in het gebouw van de toekomstige bibliotheek, voor zover dit de geplande verbouwingswerken niet hindert.
Voor de eerste keer in mei 2004 naar aanleiding van Parcours d’Artistes.
Sint-Gillis is laagdrempelig en stimuleert initiatieven van Verdere uitwerking van de situatieschets: opzet Vanaf 2004. van een systeem om informatie te rangschikken en aan te vullen. Contact met beroepskrachten en vrijwilligers van Vanaf 2004. lokaal socio-cultureel leven.
Contact met creatieve individuen van de Vanaf 2004. gemeente. Verder onderzoek naar de mogelijkheden van het Vanaf 2004. voeren van een ondersteunend én een stimulerend beleid. Onderzoek naar én implementatie van Vanaf 2004. drempelverlagende stimulansen naar de Dienst Vlaamse Aangelegenheden toe. Toenadering tot lokale verenigingen en Vanaf 2004. 73
individuen.
individuen als geprivilegieerde partners bij de uitwerking van activiteiten. Vlaamse Aangelegenheden, een partner voor andere culturen: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid speelt in op het multiculturele karakter van Sint-Gillis. Samenwerking met de Dienst Cultuur: Het gemeentelijk cultuurbeleid sluit aan bij de Regelmatig overleg. Vanaf 2004. activiteiten ingericht door de Dienst Cultuur van de Implementatie van het cultuurbeleidsplan. gemeente en nodigt uit tot volwaardige samenwerking met Samenwerking bij gezamenlijke activiteiten. de Dienst Cultuur. Samenwerking met de anderstalige Uitbouw van een repertorium van de Vanaf 2004. gemeenschappen: Het gemeentelijk cultuurbeleid speelt in op het verenigingen van de anderstalige multiculturele karakter van de gemeente en zoekt gemeenschappen. aanknoping bij verenigingen en individuen uit de Contact met leden uit anderstalige anderstalige gemeenschappen. gemeenschappen. Samenwerking met het Lokaal Steunpunt voor etnisch-culturele minderheden: Het cultuurbeleid en het Lokaal Steunpunt voor etnisch- Onderzoek naar en implementatie van opportuun Vanaf 2004. culturele minderheden zetten samen een beleid en beleid in samenwerking met Lokaal Steunpunt activiteiten op het getouw voor minderheden en minder voor etnisch-culturele minderheden. bedeelde groepen uit de gemeente. De sociaal-artistieke kaart: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid van Sint-Gillis richt sociaal–artistieke projecten in. Het cultuurbeleid richt sociaal-artistieke projecten in op Onderzoek van bestaande sociaal-artistieke 2004 lokaal niveau. Dergelijke projecten versterken de sociale projecten en structuren. Bijscholing van de cohesie in een wijk, in de gemeente (geografisch) of binnen cultuurbeleidscoördinator rond dit thema. een bepaalde doelgroep én bereiken een goedartistiek Onderzoek naar de opportuniteit van de uitbouw niveau. Er wordt gestreefd naar een verfrissende en van dergelijke projecten en structuren in de emancipatorische aanpak van sociaal-artistieke projecten gemeente Sint-Gillis. Zoektocht naar mogelijke waarbij de deelnemers zelf ‘regisseur’ worden van hun externe partners voor dergelijke projecten of eigen leven. structuren. 74
Concrete uitwerking van één sociaal – artistiek 2005 project als laboratoriumfunctie. Evaluatie. Indien een positieve evaluatie: de start van een 2006 reguliere werking rond sociaal – artistieke projecten. Aandacht voor bijzondere doelgroepen: Gemeentelijk cultuurbeleid is ook doelgroepenbeleid. Senioren: Het cultuurbeleid heeft aandacht voor de bijzondere Onderzoek naar het bestaande aanbod en Vanaf 2004. doelgroep senioren en denkt samen met het opsporen van leemtes in dat aanbod. gemeenschapscentrum na over een socio-cultureel aanbod Inrichting van aanbod op maat van senioren van op maat van de Nederlandstalige senioren van Sint-Gillis. de gemeente.
Kinderen en jongeren: Het cultuurbeleid heeft aandacht voor kinderen en jongeren. Het cultuurbeleid wil kunst brengen, voor en door jongeren en streeft naar een samenwerking met de Nederlandstalige scholen uit de gemeente om kunsteducatie ingang te doen vinden. Het cultuurbeleid werkt samen met de Pianofabriek om dit kunsteducatief aanbod op een hoog niveau uit te werken. Weg van platgetreden paden: Het cultuurbeleid bedient de cultuur – en kunstminnende bevolkingsgroep met een kwalitatief aanbod. Ze schuwt daarbij moeilijkere en minder toegankelijke kunst niet. Amateurkunstenaars: Het cultuurbeleid ondersteunt en simuleert amateur-
Start van kunsteducatief aanbod in Vanaf 2004 samenwerking met scholen, met externe partners en met de Pianofabriek.
Onderzoeksfase waarin wordt nagegaan welk Vanaf 2004. aanbod opportuun is in Sint-Gillis. Opstart van dat aanbod. Vanaf 2005. Onderzoeksfase
waarin
amateurkunstenaars Vanaf 2004. 75
kunstenaars uit de gemeente.
worden in kaart gebracht en waarin wordt nagegaan welke werking voor hen op het getouw kan worden gezet. Het cultuurbeleid werkt samen met het Vlaamse Centrum Deelname aan activiteiten van Vlaams Centrum Vanaf 2005. voor Amateurkunsten en neemt deel aan initiatieven voor Amateurskunsten zoals de week van de genomen door deze belangrijke partner. amateurkunsten. Onbekend is onbemind: communicatie Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid werkt aan een goede cultuurcommunicatie. Gemeente + gemeenschapcentrum + bib: een Onderzoek naar en implementatie van een gezamenlijke strategie: Gemeenschapscentrum, bibliotheek en Dienst Vlaamse efficiënte, gemeenschappelijke strategie voor Aangelegenheden zetten een gemeenschappelijke cultuurcommunicatie. communicatiestrategie op het getouw om alle culturele manifestaties bekendheid te geven bij het publiek. Bibliotheek: speerpunt in communicatiestrategie: De bibliotheek wordt ingezet als belangrijke Onderzoek naar een manier om de bibliotheek informatieverspreider rond cultuur en vorming. Het verder uit te bouwen als informatieverspreider aanbod van lokale en bovenlokale culturele actoren en rond cultuur en vorming. vormingsinstellingen wordt er bekend gemaakt. Over bladen en blaadjes: het cultureel magazine: Er wordt blijvend gewerkt aan een optimalisering van de Onderzoek, samen met de Pianofabriek, naar cultuurcommunicatie via de bestaande bladen: manieren om de (geschreven) Fabriekslawaai en Info Cultuur. cultuurcommunicatie te verbeteren. Infocultuur besteedt aandacht aan het cultureel aanbod Permanente opvolging van dit kanaal door de van de 3 Nederlandstalige actoren. Dienst Vlaamse Aangelegenheden. Het logo van het gemeentelijk cultuurbeleid werkt Frequent en systematisch gebruik van het logo herkenbaarheid en zichtbaarheid van haar activiteiten in bij alle communicatie van de dienst Vlaamse de hand. Aangelegenheden. Er wordt blijvend nagedacht aan Fabriekslawaai als een De cultuurbeleidscoördinator maakt deel uit van blad voor cultuurcommunicatie. De Dienst Vlaamse de redactievergadering van Fabriekslawaai.
Vanaf 2004.
Vanaf 2006.
Vanaf 2004. Vanaf 2004. Vanaf 2004. Vanaf 2004.
76
Aangelegenheden draagt hiertoe een steentje bij. Langs digitale weg: De Dienst Vlaamse Aangelegenheden ontwikkelt een eigen webstek als communicatiemiddel voor de eigen activiteiten en voor het Nederlandstalig cultureel aanbod in de gemeente. Bovenlokale communicatie: Het cultuurbeleid werkt samen met de dienst Communicatie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, met Cultuurnet Vlaanderen, met Onthaal en Promotie Brussel en met de regionale media zoals Deze Week in Brussel en TV Brussel voor een regionale communicatiestrategie. Over het muurtje kijken: Het cultuurbeleid maakt het eigen aanbod ook bekend bij de bevolking van de andere gemeenten en vice versa. Het bouwt een samenwerking uit met de cultuurbeleidscoördinatoren van de andere gemeenten.
Ontwikkeling en opvolging van eigen webstek Vanaf 2004. voor Vlaamse Aangelegenheden Sint-Gillis. Implementatie van verbeterde digitale Vanaf 2004. communicatiestrategieën. Start met gemeenschappelijke Vanaf 2004. communicatiestrategie van alle Nederlandstalige actoren.
Start met gemeenschappelijke Vanaf 2004. communicatiestrategie van Nederlandstalige actoren. Onderzoek naar mogelijk netwerk met andere partners. Bibliotheek en gemeenschapscentrum als verspreidingspunt voor informatie rond cultureel aanbod van andere gemeenten.
Kwaliteit in de verf zetten: Het gemeentelijk, Nederlandstalig cultuurbeleid wil de sterke punten van Sint-Gillis beklemtonen. Erfgoed: Het gemeentelijk cultuurbeleid ontsluit het bijzondere Onderzoek naar hiaten in het bestaand aanbod. Vanaf 2004. erfgoed van Sint-Gillis voor een Nederlandstalig publiek. Opzet van originele activiteiten rond de Vanaf 2004. Het organiseert op een hedendaagse en dynamische ontsluiting van erfgoed, enerzijds gekoppeld aan manier activiteiten die het publiek naar het erfgoed bestaande lokale of bovenlokale initiatieven zoals brengen en dit samen met lokale en bovenlokale partners. het Parcours d’Artistes of de Vlaamse erfgoeddag en anderzijds losse, op zichzelf staande 77
activiteiten die toewerken naar de start van een reguliere werking rond de ontsluiting van erfgoed. Er worden inspanningen geleverd om activiteiten in te Onderzoek naar activiteiten rond Vanaf 2004. richten op maat van verschillende doelgroepen zoals erfgoedontsluiting naar specifieke doelgroepen kinderen en jongeren. toe. Het cultuurbeleid heeft aandacht voor de verdere Vorming rond inventarisatie en start met Vanaf 2004. inventarisatie van het gemeentelijk kunstbezit. inventarisatie van het kunstbezit in samenwerking met de Franstalige Cultuurdienst. Openbare ruimte: Het cultuurbeleid schat de bijzondere openbare ruimte van Opzet van activiteiten die aansluiten bij Vanaf 2004. Sint-Gillis met haar warm en gezellig straatleven naar bovenstaande doelstellingen in de openbare waarde. ruimte in het algemeen en in het centrum in het Het cultuurbeleid schat het aantrekkelijke ‘dorpscentrum’ bijzonder. van Sint-Gillis naar waarde. Artistiek imago: Het cultuurbeleid bouwt het artistiek imago van Sint- Opzet van een repertorium van alle Vanaf 2004. Gillis verder uit. Nederlandstalige, professionele kunstenaars uit de gemeente. Het cultuurbeleid plaatst Nederlandstalige, professionele Samenwerking met lokale, Nederlandstalige, Vanaf 2004. artiesten op de kaart door met hen samen te werken. professionele artiesten. Het cultuurbeleid geeft Nederlandstalige, lokale, Beleid van ondersteuning en stimulering van professionele artiesten van allerlei disciplines een forum lokale kunstenaars. en een publiek. Gemeente + bib: Nederlandstalig, gemeentelijk cultuurbeleid De gemeente garandeert de ontwikkeling van het Nederlandstalige cultuurbeleid en van de Nederlandstalige, openbare, gemeentelijke bibliotheek. Nederlandstalig, gemeentelijk cultuurbeleid: De gemeente staat borg voor de nodige financiële Budgettaire voorziening voor Vlaamse Vanaf 2004. ondersteuning voor de uitvoering van het Aangelegenheden in de gemeentebegroting. cultuurbeleidsplan. 78
De cultuurbeleidscoördinator is de spil van het cultuurbeleidsplan en moet toezien op de uitvoering ervan. De gemeente ondersteunt de werking van de cultuurbeleidscoördinator en zorgt voor de nodige infrastructuur in het stadhuis zodat de coördinator deze opdracht in gunstige omstandigheden tot een goed einde kan brengen. Gemeentelijke Nederlandstalige openbare Budgettaire voorziening voor Vlaamse Vanaf 2004. bibliotheek: De gemeente geeft de nodige financiële ondersteuning aan Aangelegenheden in de gemeentebegroting. de oprichting en de werking van een Nederlandstalige, openbare, gemeentelijke bibliotheek. Ze onderschrijft mee de doelstellingen van de bibliotheekwerking zoals die geformuleerd zullen worden in het beleidsplan van de in 2006 opgerichte bibliotheek. De gemeente zorgt voor een duidelijke signalisatie naar de bibliotheek. De dienst Vlaamse Aangelegenheden bereidt de opening van de bibliotheek grondig voor door regelmatig overleg in een speciaal daartoe in het leven geroepen werkgroep.
79
6.2. Beleidsmiddelen 6.2.1. Budget Dienst Vlaamse Aangelegenheden Het budget afkomstig van de Dienst Vlaamse Aangelegenheden dat kan besteed worden aan het inrichten van socio-culturele, culturele en artistieke projecten bedraagt jaarlijks ongeveer 20.000 €. Veel werkingsmiddelen van de dienst, gingen naar de uitbouw van de bibliotheek. In 2002 en in 2003 werd de collectie uitgebreid tegen een waarde van 15.000 €. Vanaf 2004 gaan deze middelen naar de loonkost van een deeltijdse bibliothecaris. 6.2.2. Subsidies Vlaamse Gemeenschapscommissie voor vernieuwende en bijzondere projecten Het decreet op lokaal cultuurbeleid voorziet dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie de gemeente jaarlijks subsidies toekent ter ondersteuning van de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. In 2003 kon de gemeente Sint-Gillis maximaal rekenen op 12.780,30 € voor de uitvoering van bijzondere en vernieuwende projecten. Dit bedrag wordt berekend aan 1 euro per inwoner, naar de 30%-regel die van kracht is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het bedrag kan dus licht verschillen, afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. Om van de subsidies te kunnen genieten, dient jaarlijks een actieplan ingediend waarin de doelstellingen van het cultuurbeleidsplan concreet vorm krijgen in vernieuwende en bijzondere projecten. Maar wat zijn bijzondere en vernieuwende projecten? Het kader voor de invulling van deze projecten wordt geboden door de “Memorie van toelichting bij het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid“. De criteria waaraan deze projecten moeten voldoen zijn de volgende: - mensen samenbrengen in functie van zelfontplooiing, maatschappelijke participatie en emancipatie - aandacht voor kwaliteit, vernieuwing, ontsluiting en aan de verhoging van culturele participatie - antwoord op alle culturele noden en behoeften van de hele bevolking. Een meer verfijnde invulling is gebeurd door de cultuurbeleidscoördinator van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Volgens deze coördinator hebben bijzondere en kwalitatieve projecten de ambitie om: - bijzondere doelgroepen aan te boren - cultuurparticipatie te bevorderen - bijzondere projecten te ondersteunen in het kader van witte vlekken in de gemeente en dit zowel geografisch als inhoudelijk.
80
6.2.3. Personeel In de gemeente ging op 1 mei 2003 een cultuurbeleidscoördinator niveau A aan het werk die belast is met de redactie en de uitvoering van een cultuurbeleidsplan voor de realisatie van het decreet van 13 juli 2003 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. De cultuurbeleidscoördinator maakt deel uit van de Dienst Vlaamse Aangelegenheden en ressorteert onder de politieke bevoegdheid van de Schepen van Vlaamse Aangelegenheden. De coördinator werkt voltijds. De Dienst Vlaamse Aangelegenheden beschikt over een diensthoofd niveau A die voltijds werkt en over een administratief medewerker niveau D die eveneens voltijds aan de slag is. Het personeelskader van de bibliotheek bestaat uit een bibliothecaris niveau A die op 1 januari 2004 deeltijds aan de slag is gegaan. 6.2.4. Advisering De gemeenteraad besliste op 27 juni 2002 tot de oprichting van een voorlopig adviesorgaan voor de opstelling van een lokaal cultuurbeleidsplan voor SintGillis. Dit orgaan adviseerde en begeleidde de cultuurbeleidscoördinator bij de opmaak van het beleidsplan. Het adviesorgaan voor cultuurbeleid in Sint-Gillis zal in de toekomst de taak op zich nemen advies te verlenen aan de gemeente met betrekking tot de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Op de samenstelling, werking en bevoegdheden van dit orgaan wordt in detail ingegaan in bijlage29. 6.2.5. Infrastructuur Het voorlopig adviesorgaan heeft als taak de “modaliteiten voor het ter beschikking stellen van de culturele infrastructuur (het gemeenschapscentrum de Pianofabriek, nvdr) jaarlijks vast te leggen in overleg met de betrokkenen (de gemeente, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de beheerraad van het gemeenschapscentrum, nvdr)” 30 en dit in het kader van de uitvoering van het cultuurbeleidsplan 2004-2007 voor Sint-Gillis. Deze modaliteiten werden vastgelegd in een overeenkomst tussen het gemeenschapscentrum en het College van Burgemeester en schepenen. Meer details zijn te vinden in bijlage31. Voor de uitvoering van sommige projecten van het jaarlijkse actieplan en die aansluiten bij de doelstellingen van het globale cultuurbeleidsplan, kan de cultuurbeleidscoördinator, in overleg met de Dienst Cultuur en met andere 29
Bijlage 6 Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de gemeente Sint-Gillis, dd. 22 december 2002. 31 Bijlage 7 30
81
betrokken gemeentelijke diensten, gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur: het Volkshuis, het Pelgrimshuis, de zalen van het Stadhuis en de openbare ruimte.
82
Hoofdstuk 7 Afspraken omtrent implementatie, evaluatie en bijsturing Het stond al eerder in dit beleidsplan te lezen: strategische planning is een cyclisch proces. Het impliceert een permanente evaluatie: vinger aan de pols houden is de boodschap. Dit hoofdstuk gaat dan ook na welke werk – en tijdsplanning het cultuurbeleidsplan volgt nadat de dop op de pen is gegaan. In tweede instantie gaat er aandacht naar de bijsturing en de evaluatiemechanismen. Tenslotte is geëxpliciteerd hoe het plan, zowel intern als extern, gecommuniceerd zal worden.
7.1. Algemeen Dit beleidsplan werd opgemaakt volgens de regelgeving uitgewerkt in het decreet op het lokaal cultuurbeleid, het uitvoeringsbesluit en het ministerieel besluit over de opmaak en de structuur van het beleidsplan. In uitvoering van het decreet werd bij het collegebesluit van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een overeenkomst uitgewerkt die het gebruik regelt van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum de Pianofabriek door de gemeente in uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Op basis van het cultuurbeleidsplan voor Sint-Gillis 2004 – 2007 worden ter uitvoering overeenkomsten gesloten met de Vlaamse Gemeenschap en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het gemeentelijk cultuurbeleidsplan wordt voor advies bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie die het zal toetsen aan haar beleidsplan voor grootstedelijk beleid. Daarna wordt het cultuurbeleidsplan ingediend bij de administratie van de Vlaamse Gemeenschap. Het Vlaamse decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid geeft de gemeente de kans om samen te werken met de Vlaamse Gemeenschapscommissie over het voeren van een plaatselijk cultuurbeleid. Er is voldaan aan de twee basisvoorwaarden voorzien in het decreet namelijk het bestaan van een gemeenschapscentrum in de gemeente en het bestaan van een erkende, gemeentelijke, openbare, Nederlandstalige bibliotheek. Deze laatste zal, zoals elders in dit plan is aangegeven, worden opgericht in 2006. Beide instanties komen in dit plan naar voren als prioritaire partners bij het voeren van een lokaal Nederlandstalig cultuurbeleid in Sint-Gillis. De verdere timing wordt duidelijk in volgend schema.
17 februari 1 maart
2004
Cultuurbeleidsplan indienen bij het college Werkingsverslag 2003 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap 83
3 maart maart april 1 mei Goedkeuring Vlaamse Gemeenschap
1 maart
2005
1 mei eind 2005
1 maart
2006
1 mei
1 maart 1 mei 1 mei
2007
Cultuurbeleidsplan indienen bij de gemeenteraad Cultuurbeleidsplan indienen voor advies bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie Cultuurbeleidsplan indienen bij de Vlaamse Gemeenschap Actieplan indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Start eerste looptijd Cultuurbeleidsplan Werkingsverslag 2004 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Actieplan 2005 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Start van de 2de helft van de looptijd van het beleidsplan: evaluatie en bijsturen van het plan indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Werkingsverslag 2005 indienen bij Vlaamse Gemeenschapscommissie bij de Vlaamse Gemeenschap Actieplan 2006 indienen bij Vlaamse Gemeenschapscommissie bij de Vlaamse Gemeenschap
de en de en
Werkingsverslag 2006 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Actieplan 2007 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap Cultuurbeleidsplan Sint-Gillis 20072013 indienen bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie en bij de Vlaamse Gemeenschap
84
7.2. Implementatie Niet zelden werd gezegd dat het cultuurbeleidsplan nogal ‘theoretisch’ en ‘abstract’ is. Zelfs zij die van dichtbij betrokken waren bij de opmaak van dit plan, zagen niet altijd het onmiddellijke verband met hun eigen werkzaamheden op het terrein. De uitdaging bestaat er dus in acties en activiteiten in te richten die het plan op een ludieke en lichte manier tastbaar en concreet maken. Dit gaat in 2 richtingen. Er is de interne implementatie, waarbij het plan wordt terug gekoppeld naar diegenen die hier aangeduid werden met ‘de prioritaire partners’: het gemeenschapscentrum en de bibliotheek maar zeker ook de Franstalige partners. Dan is er de externe implementatie, zeg maar het brede publiek, de bevolking. 7.2.1. Interne acties - Het plan wordt voorgesteld aan de gemeenschapsraad en aan de beheerraad van het gemeenschapscentrum. - De schepen van Vlaamse Aangelegenheden woont de beheerraden bij van de Pianofabriek en zal regelmatig beleidsitems uit het plan op de agenda zetten. - De bijeenkomsten van de gemeenschapsraad zullen ook dienen voor terugkoppeling en toetsing van het plan. - Het definitieve adviesorgaan heeft een belangrijke adviesfunctie naar de uitvoering van het plan toe. - Het werkingsverslag en actieplan voorgesteld aan gemeenschapsraad en aan adviesraad. - Het plan wordt voorgesteld aan de partners van de Franse Gemeenschap. 7.2.2. Externe acties - Het plan werd reeds 2 keren toegelicht in Fabriekslawaai. Dit zal zo blijven door middel van artikels over concrete beleidsitems en activiteiten daar rond. - Na de goedkeuring van het plan door de gemeente zal er aandacht aan besteed worden in het gemeentelijk informatieblad en op de webstek van de gemeente. - Wanneer de webstek van Vlaamse Aangelegenheden operationeel is, en dit is voorzien in september 2004, zal het plan ook daarop te lezen zijn en heeft de bevolking de mogelijkheid om het te becommentariëren. De bevolking zak overigens ook verder uitgenodigd worden om haar stem te laten horen in het lokaal cultuurbeleid. - Na de goedkeuring van het plan door de administratie van de Vlaamse Gemeenschap, in het najaar, wordt een persconferentie gehouden. 7.2.3. Evaluatie en bijsturing - Het adviesorgaan maakt jaarlijks een evaluatie van het cultuurbeleidsplan en van de uitvoering ervan. Hun analyse wordt meegenomen naar de opmaak van het jaarlijkse actieplan en naar het werkingsverslag. - Het adviesorgaan zal ook een belangrijke rol spelen in de tussentijdse evaluatie en in de bijsturing van het plan, gebaseerd op deze evaluatie. 85
Hoofdstuk 8 Bijlagen Bijlage 1: Overzicht van de vergaderdata van het voorlopig adviesorgaan voor het lokaal cultuurbeleid van Sint-Gillis Datum Dinsdag 24 juni 2003 Woensdag 3 september 2003 Dinsdag 4 november 2003 Woensdag 3 december 2003 Dinsdag 13 januari 2004 Maandag 26 januari 2004 Maandag 9 februari 2004
Besproken onderwerp Communicatie – en participatieproces bij de opstelling van het cultuurbeleidsplan Visietekst (sneuvelnota) Zwakte/Sterkte analyse Doelstellingen Actieplan 2004 – rol van het adviesorgaan Samenstelling en werking van het adviesorgaan Advisering van het cultuurbeleidsplan
86
Bijlage 2: Overzicht van de gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de verenigingen, actief op cultureel, socio-cultureel of artistiek vlak en verbonden aan de Pianofabriek Datum 17 juli
Contactpersonen Lieve De Kempeneer
8 september
Hugo Boutsen
2 oktober
Sieg Monten
2 oktober 8 oktober
8 oktober
Tony Queeckers Peter Van Rompaey Marisol Palomo Cristina Albrecht Marie Coppens Jamila Johri
9 oktober
Leon Menzynski
13 oktober
Bernadette Her r e m a n s
14 oktober
Bernard Desmet
15 oktober
Anne Marie Mox
16 oktober
Cathy Van Keymeulen
22 oktober 22 oktober
Maggy Labeau Omar Wasquea Aramayo
22 oktober
Fedor Villafane
30 oktober
Karin Vyncke
Vereniging De Lork
Activiteit Tehuis mentaal gehandicapten De Toeter Taalstimulering en huiswerkklasjes voor kinderen NT2 Lessen Nederlands Eloquentia Filmproducties Muziek Publique Dans – en muziekcursussen rond wereldmuziek Citadelle Multiculturele vrouwenwerking Brukselki Moderne dans voor Poolse kinderen Directrice SintNeder l a n dstalig Gillisschool kleuter – en lager onderwijs Masereelfonds Socio - culturele Brussel activiteiten Directrice SintNederlandstalig Gillisschool kleuter – en lager onderwijs Wereldwerkgroep Informatie rond internationale solidariteit Coördinator Steply Salondansen Coördinator Ajayu Promotie Boliviaanse culturen Coördinator A m a u t a Promotie LatijnsAmerikaanse culturen Dans: tango en salsa Danseres/choreografe Hedendaagse Aquilon dansproducties en performances
87
Bijlage 3: Overzicht van de gesprekken met gemeentelijke diensten Datum 28 mei
Contactpersoon Jean Spinette
Identificatie Diensthoofd Cultuur
7 juli
Lieve Vandermot
7 juli
Leila Ouriaghli
Sociaal assistent Sociale dienst Adjunct Dienst Jeugd
8 juli
Edgard Feyen
2 september
Catherine Lehon
4 september
Julie Lechat
november
Erik Van Braekel
17 november
Martine Wille
Verantwoordelijke wijkantenne Voorplein Gemeentelijke Franstalige openbare bibliotheek Medewerker dienst Onderwijs
Medewerker Stedenbouwkundige dienst en verantwoordelijke wijkcontracten Schepen van o. a. Patrimonium
Onderwerp Samenwerking lokaal cultuurbeleid en dienst cultuur Werking en publiek Sociale dienst Werking dienst Jeugd Werking wijkantennes Franstalige en Nederlandstalige bibliotheek Culturele projecten in het onderwijs – Gemeentelijk en niet -gemeentelijk onderwijs in SintGillis Wijkcontract Munthof -Metaal
Gemeentepolitiek rond patrimonium
88
Bijlage 4: Overzicht van de gesprekken met lokale culturele actoren Datum 8 juli 9 juli 17 juli
Contactpersoon Laurence Adon Ursula Adelsdorfer Linda Wullus
Identificatie Coördinator Article 27 Medewerkster Mission Locale Jeunes Dagelijkse leiding Hallepoort Directrice La Maison du Livre Educatief verantwoordelijke Hallepoort Directeur Espace Photographique Contretype Coördinatoren Espace Catastrophe La Maison des Enfants
30 juli
Joelle Baumerder
6 augustus
Françoise Putman
7 augustus
Jean-Louis Godefroid
12 augustus 22 september 26 september 1 oktober 6 oktober
Catherine Majis Benoît Litt Emilio Navarro Catherine Wielant Olivier Istat Philippe Briquet
Coördinatrice Lezarts Urbaines Coördinator Douzerome Coördinator Cercle Historique
30 oktober 26 november
Laurence Deletaille Laurent d’Ursel
Coördinatrice Arcadia
5 januari
Gauthier Flemal
Kunstenaar en (voormalig) organisator van Volders en fête Kunstenaar en (voormalig) organisator van de straatfeesten in de Jean Robiestraat
Onderwerp Werking Article 27 Werking MLJ Beleid Hallepoort La Maison du Livre Kunsteducatie
Espace Photographique Contretype Espace Catastrophe La Maison des Enfants Straattheater en Lezarts Urbaines Douzerome Documentatiecentrum en activiteiten van Cerlce Historique Ontsluiting erfgoed door Arcadia Volders en fête Straatfeest in de Jean Robiestraat
89
Bijlage 5: Overzicht van de vergaderingen van het Brussels overleg tussen de cultuurbeleidscoördinatoren tijdens het proces van de cultuurbeleidsplanning Datum 8 mei 13 juni 24 september 23 oktober 27 november 16 december 29 januari 17 februari
Onderwerp Wijziging decreet – Actieplan – Subsidiedossier VGC Stand van zaken: lokaal cultuurbeleid in Brussel – Uitwerking volgende vergadering Feestnamiddag georganiseerd door Cultuur Lokaal in Beveren Studiedag: kennismaking met de werking van de directie cultuur van de VGC Ontmoeting met Kunstenoverleg Brussel Evaluatierapport gemeentelijke projecten 2003 Evaluatie van de cultuurfunctionarissen over de samenwerking met de cultuurbeleidscoördinatoren Evaluatierapport gemeentelijke projecten: bakens voor de toekomst Actieplan Vlaamse Gemeenschapscommissie 2004 Ontmoeting met Mars Moriau, directeur Cultuur van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Ontmoeting met het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten
90
Bijlage 6: Werkingsreglement organisatie van het overleg en de inspraak naar aanleiding van het decreet op het geïntegreerd cultuurbeleid. 1. Doelstelling 1.1. Het Decreet op het Geïntegreerd Cultuurbeleid van 13 juli 2001 bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak voor het cultuurbeleid een bevoegdheid is van het Gemeentebestuur (art.56). Hiertoe nodigt het College van Burgemeester en Schepenen bij de aanvang van elke legislatuur alle culturele actoren uit om deel te nemen aan de inspraak. De nieuwe samenstelling dient te gebeuren binnen de 6 maanden na elke installatie van de nieuwe gemeenteraad. (art. 64). 1.2. Tevens bepaalt de Vlaamse Gemeenschapscommissie in haar omzendbrief van 24 december 2001 dat de gemeenschapsraad van het Gemeenschapscentrum in de gemeentelijke adviesraad moet gepositioneerd zijn, wat duidelijk moet worden in het Cultuurbeleidsplan. 1.3. Het gemeentebestuur van Sint-Gillis heeft in zijn Cultuurbeleidsplan 20042007 geopteerd voor de oprichting van een adviesraad, die als volgt wordt samengesteld: - 2 afgevaardigden van de leden van de algemene vergadering (gemeenschapsraad) van het gemeenschapscentrum de Pianofabriek, - de voorzitter en de centrumverantwoordelijke van het gemeenschapscentrum de Pianofabriek, - het diensthoofd Vlaamse Aangelegenheden, - de Cultuurbeleidscoördinator van de dienst Vlaamse Aangelegenheden van de gemeente Sint-Gillis, - de verantwoordelijke van het Lokaal Steunpunt voor Etnisch-Culturele minderheden of zijn afgevaardigde, - de vertegenwoordiger van de multiculturele werking van het gemeenschapscentrum de Pianofabriek of zijn afgevaardigde, - de bibliothecaris van het filiaal van Sint-Gillis van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek, - de vertegenwoordiger van de school ‘Het Bronneke’ en van de ‘Sint-Gillisschool’, beide Nederlandstalige kleuter – en basisscholen in Sint-Gillis, - het diensthoofd van de Dienst Cultuur, - 3 vertegenwoordigers van het gemeentelijk cultureel leven 1.4. Deze adviesraad heeft tot doel: 1.4.1. het bevorderen van een kwalitatief en integraal en cultuurbeleid zoals beschreven in art. 3 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een integraal en kwalitatief lokaal cultuurbeleid. De raad brengt advies uit bij de opmaak, de uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk
91
cultuurbeleidsplan en wordt aldus betrokken bij voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. 1.4.2. het adviseren van de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen inzake het cultuurbeleid m.b.t. de culturele aangelegenheden, volgens art. 4 van de bijzondere wet van 8.8.1980 op de hervorming van de instellingen: (art.58) • bescherming en luister van de taal; • aanmoediging van de vorming van navorsers; • de schone kunsten; • het cultureel patrimonium, de musea en andere wetenschappelijkculturele instellingen (met uitzondering van monumenten en landschappen); • de bibliotheken, discotheken en soortelijke diensten; • het jeugdbeleid; • de permanente opvoeding en de culturele animatie; • de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; • de vrijetijdsbesteding en het toerisme; • de voorschoolse vorming in de peutertuinen; • de post- en parascolaire vorming; • de artistieke vorming; • de intellectuele, morele en sociale vorming; • de sociale promotie; • de beroepsomscholing en -bijscholing. 1.5. Om deze doelstellingen te verwezenlijken zal de raad, op vraag van het gemeentebestuur of op eigen initiatief, advies uitbrengen. 1.6. Om de adviesfunctie mogelijk te maken worden tussen het gemeentebestuur en de adviesraad werkbare en sluitende afspraken gemaakt inzake alle noodzakelijke informatie-uitwisseling en een doeltreffende opvolging. Deze afspraken worden vastgelegd in een protocol tussen het schepencollege en de adviesraad binnen de drie maanden na de installatie van de raad. 1.6. De gemeente moet geen advies vragen over de opmaak van de gemeentelijke begroting. (art.58) 2. Organisatie en samenstelling 2.1. Volgende actoren worden uitgenodigd om deel te nemen aan inspraak en overleg (art. 56): 1° culturele verenigingen en organisaties die werken met vrijwilligers en hun werking op het grondgebied van Sint-Gillis of buurgemeenten ontplooien 2° professionele culturele organisaties en instellingen die hun werking op het grondgebied Sint-Gillis of buurgemeenten ontplooien 3° deskundigen in de culturele materie, woonachtig in Sint-Gillis of buurgemeenten 2.2. Deskundigen dienen te beantwoorden aan het volgend profiel: 92
- actief werkzaam in de culturele sector, hetzij vrijwillig, hetzij professioneel - het hebben van een ruime kijk op cultuur 2.3. Alle leden van de adviesraad onderschrijven de doelstellingen van het Cultuurbeleidsplan Sint-Gillis 2004-2007. 2.3. Alle leden van de adviesraad onderschrijven ook het verdraagzaamheidprincipe dat inhoudt: 2.3.1. Alle beginselen van de democratie en de grondwet na te leven en toe te passen. 2.3.2. Het samenwerkingsmodel tussen de verschillende gemeenschappen in het Brussels hoofdstedelijk gewest te ondersteunen. 2.3.3. Het harmonisch samenleven van de verschillende volkeren, rassen, culturen en godsdiensten binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest te helpen bevorderen. Leden die via daden, woorden, handelingen of deelname aan publicaties kennelijk tegenstrijdig handelen met dit door hen ondertekend engagement, kunnen uit de het adviesorgaan gezet worden na een stemming waarbij het akkoord van de helft plus één van de aanwezige leden vereist is. 2.4. Voor specifieke projecten of materies kan de adviesraad ad-hoc werkgroepen oprichten. 2.5. De raad helpt de gemeente bij het organiseren van de burgerparticipatie. Zo kan - via tijdelijke overlegstructuren - ook de ruimere bevolking uitgenodigd worden op de bijeenkomsten. 2.6. De raad is het kanaal om onderzoek te verrichten en documentatie en informatie te verzamelen over het culturele leven en de culturele behoeften in het werkingsgebied. Vertegenwoordigers van verenigingen die in de raad zetelen laten informatie dan ook doorstromen naar de achterban en peilen naar standpunten. 2.7. De bevoegde schepen wordt uitgenodigd als waarnemer. 2.8. De cultuurbeleidscoördinator woont, als waarnemer, alle vergaderingen bij. 2.9. In onderling overleg en akkoord kunnen andere gemeentelijke culturele ambtenaren of medewerkers toegelaten worden als waarnemer. 2.10. De dienst Vlaamse Aangelegenheden van de gemeente fungeert als administratief centrum voor de verdere administratieve afhandeling en verzending en plaats van het centraal archief. 2.11. Politieke mandatarissen kunnen geen deel uitmaken van de adviesraad. 3. Bevoegdheden, mandaten en werking
93
3.1. De adviesraad heeft tot doel het adviseren van de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en schepenen inzake het cultuurbeleid m.b.t. de culturele aangelegenheden, volgens art. 4 van de bijzondere wet van 8.8.1980 op de hervorming van de instellingen: (art.58) • bescherming en luister van de taal; • aanmoediging van de vorming van navorsers; • de schone kunsten; • het cultureel patrimonium, de musea en andere wetenschappelijkculturele instellingen (met uitzondering van monumenten en landschappen); • de bibliotheken, discotheken en soortelijke diensten; • het jeugdbeleid; • de permanente opvoeding en de culturele animatie; • de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; • de vrijetijdsbesteding en het toerisme; • de voorschoolse vorming in de peutertuinen; • de post- en parascolaire vorming; • de artistieke vorming; • de intellectuele, morele en sociale vorming; • de sociale promotie; • de beroepsomscholing en -bijscholing. 3.2. De adviesraad kiest onder haar leden een voorzitter, een ondervoorzitter en secretaris. Deze verkozen leden fungeren als een dagelijks bestuur en verzekeren de continuïteit van de werking. 3.3. Hun taak bestaat erin om regelmatig (minstens 3 keer per jaar) de vergadering bijeen te roepen, de agenda te bepalen en het verslag op te stellen. De gemeente staat in voor de nodige logistieke en administratieve ondersteuning. 3.4. De raad neemt initiatieven om haar werking te stimuleren en om deze dichter bij de bevolking te brengen. 3.5. De duur van de bestuursmandaten bedraagt normaal 6 jaar en lopen tot de raad opnieuw wordt samengesteld door de nieuwe gemeenteraad, uiterlijk binnen de 6 maanden na de installatie van deze nieuwe gemeenteraad. (art.64) De verkiezingen van de nieuwe bestuursmandaten dienen te gebeuren binnen de maand na de nieuwe samenstelling. 3.6. De verkiezing van de voorzitter, ondervoorzitter en secretaris gebeuren via geheime stemming. 3.8. Aan het mandaat van een lid / bestuurslid komt een einde door: 1° ontslag uit de vereniging of organisatie waarvoor het lid is afgevaardigd 2° aanvaarden van een politiek mandaat 3° als deskundige niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van Sint-Gillis of buurgemeenten
94
4° als culturele vereniging, organisatie of instelling geen werking meer ontplooien op het grondgebied van Sint-Gillis of buurgemeenten 5° overlijden 3.9. De raad voorziet binnen de 3 maanden in vervanging van een bestuurslid via verkiezingen. 3.10. De vergaderingen gebeuren in gesloten zitting. Derden kunnen uitgenodigd worden om hieraan deel te nemen. 3.11. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen en mits de helft van de leden van de raad aanwezig is. 3.12. De raad beslist binnen de 3 maanden na haar eerste zitting over een huishoudelijk reglement dat de modaliteiten van haar werking specificeert. Dit huishoudelijk reglement volgt de regelgeving uitgewerkt in dit werkingsreglement. 4. Overgangsmaatregelen 4.1. Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door de gemeenteraad. 4.2. Het heft alle eerdere reglementen dienaangaande op. 4.3. De eerste adviesraad op basis van dit reglement wordt binnen de 3 maanden, na goedkeuring van dit reglement door de gemeenteraad, opgericht. 4.4. Het mandaat van deze eerste adviesraad loopt tot maximum 6 maanden na de installatie van de gemeenteraad die voorkomt uit de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006.
95
Bijlage 7: Overeenkomst tussen het Gemeenschapscentrum de Pianofabriek en het College van Burgemeester en schepenen van Sint-Gillis over het gebruik van de infrastructuur van de Pianofabriek door de Dienst Vlaamse Aangelegenheden van de gemeente Sint-Gillis ter uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleidsplan voor Sint-Gillis; voor het jaar 2004: 1.Situering Het gemeenschapscentrum de Pianofabriek wordt momenteel verbouwd. Door deze verbouwingen is het centrum genoodzaakt haar eigen activiteiten, alsook de activiteiten van de verenigingen die er onderdak vinden, af te slanken. Het einde van deze vermageringskuur is nog niet in zicht: de verbouwingswerken duren tot 2006. Pas dan opent het vernieuwde centrum haar deuren. De gemeente heeft zin voor realiteit en beseft dat zij geen extra druk mag uitoefenen op het centrum dat nu al om ruimte verlegen zit. De gemeente houdt er rekening mee dat ze voor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan moet uitwijken naar andere plaatsen dan het gemeenschapscentrum. De verbouwingen hebben tot gevolg dat het centrum regelmatig op zoek moet naar alternatieve huisvesting, die ze onder andere vindt in de gemeentelijke culturele infrastructuur van het Volkshuis. 2. Overeenkomst Tussen enerzijds, Gemeenschapscentrum de Pianofabriek, Fortstraat 35 in 1060 Sint-Gillis, vertegenwoordigd door Jean Engelen, voorzitter en anderzijds, het College van Burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Gillis, vertegenwoordigd door mevrouw Novalet – Van Vooren, schepen van Vlaamse Aangelegenheden en de voogdij over het OCMW wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1. De gemeente houdt op regelmatige basis vergadering in verband met de opmaak en de uitvoering van het cultuurbeleidsplan in het centrum. Elke aanvraag voor het gebruik van vergaderruimte dient apart te worden ingediend en het gebruik van vergaderruimte is gratis.
96
Artikel 2. Activiteiten die samen met de Pianofabriek worden uitgewerkt in het kader van het cultuurbeleidsplan en waarvoor het centrum in ieder geval letterlijk ruimte voorzag binnen haar werking, kunnen doorgaan in het centrum, maar dit moet telkens gebeuren in goede samenspraak met de programmatoren van het centrum. In dat geval is het gebruik van de ruimte van de Pianofabriek gratis. Artikel 3. Vanaf 2006, eens het vernieuwde centrum in gebruik is genomen, wordt herbeken op welke manier het centrum plaats biedt aan de activiteiten van het jaarlijkse actieplan, dat wordt opgesteld ter uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Dan kan vastgelegd worden tegen welke prijs de gemeente haar activiteiten kan laten doorgaan in het gemeenschapscentrum. Artikel 4. Activiteiten, zoals het nieuwjaarsconcert en de 11-juli viering, die het centrum en de gemeente samen inrichten, kunnen doorgaan in gemeentelijke culturele infrastructuur. Elke aanvraag dient daarvoor apart te worden ingediend en dit moet telkens gebeuren in goede samenspraak met de gemeentelijke administratie. De prijs voor het gebruik van deze infrastructuur wordt geval per geval bekeken. Namens het College: de Gemeentesecretaris, Charley Tac
Namens de Pianofabriek: de Voorzitter, Jean Engelen
Namens de Burgemeester, De afgevaardigde Schepen, M. M. Novalet Van Vooren
97
Bijlage 8: Samenstelling van het beheersorgaan van gemeenschapscentrum de Pianofabriek De Algemene Vergadering heeft tijdens de vergadering van 21/09/03 overeenkomstig artikelen 16 en 18 van de statuten tot leden van de Raad van Bestuur benoemd : Naam :
Voornaam : Adres : Afgevaardigd/Gecoöpteerd
Cihan
Yashar Kung Fu Wu Shu
Rochefortplein 3 - 1190 Brussel
Marchi
Loredana Lokaal Steunpunt
Werkhuizenstraat 25 - 1080 Brussel
Smeets
Tom FC De Pianofabriek
Vanderschrieckstraat 87 - 1060 Brussel
Van Keymeulen Cathy Wereldwerkgroep
Fernand Bernierstraat 29 - 1060 Brussel
Van den Houte Yoris Aquilon
Ieperlaan 25 - 1000 Brussel
De Greef
Dirk Wijgaardstraat 59 - 1703 Schepdaal ESF-VDAB Beroepsopleidingen Geluid&Licht
Paenhuysen
Jan Brussel Natuur
Coenraetstraat 13/bus4 - 1060 Brussel
Dobbelaere
Griet Gezinsbond
Jourdanstraat 76 - 1060 Brussel
Engelen
Jean Breinbrekers
Krakeelstraat 1/32 - 1000 Brussel
Everduin
Phylma Gecoöpteerd
Charleroise steenweg 163 - 1060 Brussel
Brugmans
Jean-Luc Gecoöpteerd
Verzetsplein 16 - 1070 Brussel
Vandenabeele Geert Gecoöpteerd
Rogierlaan 86 - 1030 Schaarbeek
98
Van Looy
Johan Gedelegeerd overheid
Munthofstraat 15 - 1060 Brussel
Functies: Jean Engelen: Cathy Van Keymeulen Tom Smeets Geert Vandenabeele
voorzitter secretaris ondervoorzitter penningmeester
99
Bijlage 9: Samenstelling van de algemene vergadering/gemeenschapsraad van vzw gemeenschapscentrum de Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 Sint-Gillis; 21 september 2003. 1. Verenigingen NAAM VERENIGING 1. FC De Pianofabriek
NAAM EN ADRES AFGEVAARDIGDEN Smeets Tom Vanderschrickstraat 87 1060 Brussel 0486/36 34 14
[email protected] Wim van Roy Waterkracht 17 1210 SJN
ACTIVITEIT zaalvoetbal
2. Kung Fu Chang Sint-Gillis
Yashar Cihan Kung Fu en Tai Chi Rochefortplein 3 Chuan 1190 Brussel voor volwassenen en 02/534 93 16 kinderen
[email protected] 3. Lokaal Loredana Marchi Lokaal Steunpunt voor Steunpunt SintWerkhuizenstraat 25 etnisch-culturele Gillis 1080 SJM minderheden 02/4117495 Candaele Trees Fortstraat 35 1060 SG 025410170 4. De Toeter Faiza La Frarchi kinderatelier L.Krepellaan 33 1600 Sint-Pieters-Leeuw 5. Wereldwerkgroep Van Keymeulen Cathy informatie en F. Bernierstraat 29 solidariteitsactiviteiten 1060 Brussel rond de noord zuid 02/539 39 33 thematiek
[email protected] 6. T.Y.L. Eloquentia Queeckers Tony productie Fortstraat 35 langspeelfilms 1060 Brussel 015/41 70 44 0495/40.57.34 (vanaf 13.00)
[email protected] 7. Inyange v.z.w. Mukarugomwa Agnès socio-culturele en Delannoystraat 58-60 vormende activiteiten 1080 Brussel voor Rwandezen 0497/87.91.14
[email protected] Rugandura Thierry Idem 0485/78 13 79
100
8. Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek
Relinde Raeymaekers Muntplein 6 1000 Brussel 02/229 18 44 Karla Janssens Idem
[email protected] 9. Breinbrekers Jean Engelen (filosofische Krakeelstraat 1, bus 32 lezingen) 1000 BXL 02/229.18.40
[email protected] 10. Frisse Folk Koen Dhondt Sint-Gillis Voorplein 20 bus 4 1060 Brussel 0474/785805
[email protected] 11. Nederlandstalige Zuster Carita Pastorale Vanderschrickstraat 103 Gemeenschap 1060 Brussel 02/538 43 61 Pastoor Rabau Piet Vorstsesteenweg 199 1060 Sint-Gillis 0477/50.15.91 12. Estacion Tango Molini Sergio vzw Ravenlaan 20 1800 Vilvoorde 02/270 37 07
[email protected] 13. Steply Labeau Maggy Tervaetestraat 82/10 1040 Brussel 02/733 24 42 Neirinckx G. Glycienenlaan 52 1950 Kraainem 02/642 57 25 14. Ajayu Lisandro Alanes Stationstraat 133 2860 Sint Kathelijne Waver 0479/51.33.57
[email protected] Vasquez-Aramayo Omar Rue du Bailli 63 1050 BXL 02/537.88.29 15. De Weeg, Langlet Pascal consultatiebureau Albaniëstraat 9 1060 Brussel 02/534 93 58 16. Tirasila vzw Schraenen Vital Koningslaan 169 1160 Brussel 02/537 09 23 0477/51 58 63
[email protected]
bibliotheekvoorziening
aanzet tot kritische reflectie a.h.v. lezingen
traditionele dans uit Europa
pastorale begeleiding en animatie van de Nederlandstalige gemeenschap
cursussen en evenementen rond tango
salondans
promotie van Boliviaanse folklore
consultatiebureau voor het jonge kind
theatergezelschap
101
17. Percutattoo
Cauwel Martine Beeckmansstraat 2 1180 Brussel Vanderheyden Nathalie Haachtsesteenweg 280 1030 Brussel 18. Conny & The Guldentops Conny Nuyorican Co Victor Jacobslaan 60 1040 Brussel 0486/28 48 69
[email protected] 19. Herremans Bernadette Gemeenschapsschool Bronstraat 86A Sint-Gillis 1060 Brussel 02/538 54 52 Fax: 02/306.72.60
[email protected] 20. Sint-Gillisschool Mox Anne Marie Montenegrostraat 21 1060 Brussel 02/538 06 28
[email protected] 21. De Lork vzw Dekempeneer Lieve Jean Robiestraat 29 1060 Brussel 02/534 50 51
[email protected] 22. Masereelfonds Spriet Georges F. Bernierstraat 29 1060 Brussel Bernard Desmet Kazernestraat 33 1000 Brussel 02/502 38 80
[email protected] 23. Comité de Mr. Hidali Defense de Saint- Av. Henri Jaspar 131 Gilles 1060 BXL 02/539.22.83 Pascale Strompers Av. Henri Jaspar 131 1060 BXL 02/539.22.83 24. Culturele Saïd Elfaldi Vereniging Erf ’t Hof Ten Berg 10 N’Imazighen 1090 Jette 02/645.50.33 0476/96.49.25
[email protected] Cherif Hamdis Rue du Clabecq 4 1460 Ittre 067/64.67.75 0496.78.50.20
Afrikaanse percussie
salsa
basisschool
basisschool
voorziening gehandicaptenzorg
vormingsinstelling
studie en actie rond urbanisme in de gemeente
promotie Berberse cultuur
102
25. Gezinsbond
26. Koerdisch Instituut vzw
27. Aquilon vzw
28. Sociale Vervoerdienst Brussel vzw
29. CVO-BXL, NT2afdeling
30. Citadelle
31. Amauta
32. Muziek Publique
33. Vallabhatta Brussel
34. Bruxelki
35. Al Badri
Casier Heidi Albaniëstraat 9 1060 Brussel 02/534 93 58 Griet Dobbelaere Jourdan 76 1060 Sint-Gillis
[email protected] Derwich Ferho Bonneelstraat 16 1210 Brussel 02/230 34 02
[email protected] Driesen Lieve Idem Yoris Van den Houtte Iepenlaan 25 1000 BXL 0476/33.26.85
[email protected] Penninckx Alex Fontainasstraat 13/2 1060 Brussel 02/534 27 54
[email protected] Monten Sieg Karel Bogaerdlaan 4 1020 Brussel 02/411 63 84
[email protected] Johri Jamila Pierre Decosterstraat 29 1190 Brussel 02/537 05 14 Villafane Fedor C. de Vigneriestrat 44 1040 Brussel 02/733 27 02 Palomo Marisol Adolf Maxlaan 97 1000 Brussel 02/217 26 00 Hulsbergen Anouk Bonaventurestraat 100 1090 Brussel 02/476 98 07 kalémail.be Kaerts Kris Idem Leon Menzynski Waterloose steenweg 58/1 1060 BXL 02/539.03.01 Naïma Khalkaoui Fernand Bernier 77 1060 BXL 0478/40.04.66
promotie Koerdische cultuur
dansgezelschap
vervoer van personen die het openbaar vervoer niet kunnen gebruiken lessen Nederlands
werking rond Noord-Afrikaanse vrouwen promotie van LatijnsAmerikaanse cultuur in het bijzonder deze van de Quechuas concerten en cursussen wereldmuziek promotie van Kalaripayat
Dans
103
36. Iran Comité
37. Brussel Natuur
38 ESF-VDAB Beroepsopleidingen geluids- en lichttechnieken
naï
[email protected] Hosseinzadeh Jafar C Woestelaan 47/24 1090 Jette 02/4283184 0475/665.314 Jan Paenhuyzen Coenraetstraat 13/bus 4 1060 Brussel 02/5348801 0485948379 Dirk De Greef Wijgaardstraat 59 1703 Schepdaal 02/569.85.70
[email protected]
promotie van Iraanse cultuur bij Belgen en vice versa
vorming in geluid - en lichttechnieken
2. Gecoöpteerden
NAAM EN ADRES Brugmans Jean-Luc Verzetsplein 16 – 1070 Brussel
[email protected] De Wit Luc Coppendries 2 – 1854 Beigem Stevens Willem Bordeauxstraat 32 – 1060 Brussel Nader Sidi Ahmed Albaniëstraat 97 1060 Sint-Gillis 02/231.55.
[email protected] Everduin Phylma Charleroise steenweg 163 1060 Brussel Vandenabeele Geert Rogierlaan 86 - 1030 Schaarbeek 3. Waarnemers
NAAM EN ADRES Van Looy Johan Koningsveldstraat 141 1040 Brussel Novalet – Van Vooren Vlaamse Schepen gemeente SintGillis Munthofstraat 118 – 1060 Brussel
Afgevaardigde overheid
Katleen De Ridder Lokaal Cultuurbeleidscoördinator
104
Geert Steendam Centrumverantwoordelijke De Pianofabriek
105
Bijlage 10: Gebruikersreglement van gemeenschapscentrum de Pianofabriek Art. 1: Een aanvraag voor het gebruik van lokalen moet gericht worden aan vzw Gemeenschapscentrum Sint-Gillis. De aanvraag gebeurt schriftelijk op de daartoe bestemde formulieren. De aanvraag dient minstens twee weken vooraf op het secretariaat van de vzw toe te komen. Art. 2: Toezegging van lokalen gebeurt door ondertekening van het daartoe bestemde contract. De gebruiker dient in staat te zijn het contract voor te leggen aan elke beheerder van de vzw die erom vraagt. De Pianofabriek, via de conciërge of zijn aangestelde, heeft ten alle tijden toegang tot de lokalen. Art. 3: Elke gebruiker verbindt er zich toe het Nederlandstalig karakter van het Gemeenschapscentrum te eerbiedigen en te vrijwaren. Op alle publiciteit voor een activiteit die tot een ruimer publiek dan de eigen leden gericht is, moet het Nederlands evenwaardig zijn aan eventuele andere gebruikte talen. Gebruiker bezorgt twee exemplaren van elk drukwerk over zijn activiteit in het centrum. Art. 4: Alle dranken worden afgenomen van de vzw gemeenschapscentrum. In uitzonderlijke situaties kan aangevraagd worden om zelf wijn mee te brengen. In dit geval dient er een stopselrecht betaald worden. Bij drankverbruik noteert hij het aantal consumpties op de daartoe bestemde enveloppe en steek het verschuldigde bedrag in deze enveloppe. Deze wordt afgegeven aan het onthaal of de conciërge. Art. 5: Voor het betreden van het lokaal moet een daartoe bestemde daglijst getekend worden (akkoord met de toestand van het lokaal en de materialen die er zich bevinden) waarna de sleutel overhandigd wordt. Bij het begin van de activiteit moet steeds de nooduitgangdeur losgemaakt worden. Bij het einde van de activiteit moet de gebruiker de huisbewaarster oproepen om nazicht te doen en de deuren te sluiten. Art. 6: Conform de reglementen van de brandveiligheid moet de deur tussen het lokaal en de trappenhal dicht zijn. Het is dus niet toegelaten bvb. omwille van verluchting, deze deur te laten openstaan. Art. 7: De gebruiker moet steeds het maximum aantal toegelaten personen per lokaal respecteren. Art. 8: De gebruiker staat in voor het toezicht tijdens de activiteiten, de ingangscontrole tot het einde van de activiteit en het sluitingsuur. Bij het verlaten van het gebouw zal hij de lichten doven en ramen en deuren sluiten. Art. 9: Het is verboden nagels te slaan in, te schrijven op of te plakken op deuren, ramen, muren, panelen of vloeren of hierin enig hechtingsmiddel aan te brengen. Wanneer een buitengewone schoonmaak nodig blijkt, beschadigen of een 106
overmatig gebruik van water, elektriciteit of brandstof worden vastgesteld, zal dit in rekening gebracht worden van de gebruiker. Gebeurlijke beschadigingen aan lokalen, materiaal of meubilair, defecten aan de installatie dienen onmiddellijk aangegeven te worden. Beschadigingen zullen aan de gebruiker aangerekend worden aan de prijs van de herstellingswaarde, opgemaakt bij bestek, of aan vervangingswaarde. Art. 10: Voor en na gebruik van apparatuur en keukenmateriaal zal een verantwoordelijke van de vzw een controle uitvoeren. Vastgestelde beschadigingen en / of verlies dienen vergoed te worden. Art. 11: De gebruikers verbinden zich er toe de lokalen zelf volledig in orde te brengen zowel voor als onmiddellijk na de activiteit. Voor grotere activiteiten of feesten kan de beheerraad toelating verstrekken om de zaal daags na de activiteit in orde te brengen. Art. 12: Alle lokalen moeten verlaten worden om 22.00 uur, behoudens afwijking toegestaan door de beheerraad en vermeld op het aanvraagformulier. Art. 13: Het niet naleven van deze voorwaarden kan voor de gebruikers de verwijdering en zelfs een tijdelijk of definitief toegangsverbod tot gevolg hebben. Het gebruik van het lokaal wordt slechts teruggegeven na vaststelling van de stipte naleving van alle verplichtingen. Art. 14: Activiteiten met een politiek karakter zijn toegelaten op voorwaarde dat de beslotenheid van de activiteit bewaard blijft, geen affiches op deuren of muren.
107
Bijlage 11: Advies van het voorlopig cultuurbeleid in Sint-Gillis
adviesorgaan
voor
lokaal
Tijdens de vergadering van het voorlopig adviesorgaan voor lokaal cultuurbeleid in Sint-Gillis van 9 februari 2004 werd beslist om het ontwerp van het cultuurbeleidsplan voor Sint-Gillis 2004 – 2007 een positief advies te geven.
Maria Magdalena Novalet – Van Vooren Voorzitter
108