CSPE GL
2014
landbouw-breed - afdelingsprogramma landbouw
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2014 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PG-5018-b-14-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6 7
8
9
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
PG-5018-b-14-1-i
2
lees verder ►►►
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
4
5
6
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
PG-5018-b-14-1-i
3
lees verder ►►►
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
7
8
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PG-5018-b-14-1-i
4
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ONDERDEEL B
ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsites) en Word, uitwerkbijlage 1 richttijd: 60 minuten
2
minitoets
variant a, b, c, d
3
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite) en PowerPoint
ONDERDEEL C 4
praktijkopdracht
5
praktijkopdracht
ONDERDEEL D 6
praktijkopdracht
7
praktijkopdracht
8-9
praktijkopdrachten
10
schriftelijke opdracht
ONDERDEEL E 11
akg*
richttijd: 60 minuten
richttijd: 20 minuten ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite) en PowerPoint
1
richttijd: 40 minuten bijlage 6 richttijd: 40 minuten
praktijkopdracht
ONDERDEEL F
6 richttijd: 50 minuten
12-13 schriftelijke opdrachten uitwerkbijlage 2 14
minitoets
ONDERDEEL G 15
*
variant a, b, c, d richttijd: 40 minuten
praktijkopdracht
6
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PG-5018-b-14-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname. Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl Planning afname Kandidaten kunnen onderdeel C alleen uitvoeren na onderdeel B. Onderdeel C wordt bij voorkeur snel na onderdeel B uitgevoerd. U hoeft dit cspe niet in één dag af te nemen. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand
opdracht
start_grondwijk.htm + map grondwijk
1
start_fruitbomen.htm + map fruitbomen
1
start_tuincentrum.htm + map tuincentrum
3
Internet Explorer (offline beschikbare website) Op de dvd staan het bestand start_grondwijk.htm en de map grondwijk. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website over stadsgroen in Grondwijk. Kopieer het bestand start_grondwijk.htm samen met de map grondwijk naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_grondwijk.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_grondwijk.htm. Op de dvd staan het bestand start_fruitbomen.htm en de map fruitbomen. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website over fruitbomen. Kopieer het bestand start_fruitbomen.htm samen met de map fruitbomen naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_fruitbomen.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_fruitbomen.htm.
PG-5018-b-14-1-i
6
lees verder ►►►
Op de dvd staan het bestand start_tuincentrum.htm en de map tuincentrum. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website over een deel van een tuincentrum. Kopieer het bestand start_tuincentrum.htm samen met de map tuincentrum naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_tuincentrum.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_tuincentrum.htm. Voor het goed functioneren van de websites kan het noodzakelijk zijn actieve inhoud toe te staan en de eventuele pop-up-blokkering op te heffen. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Afname varianten Bij onderdeel D maakt u verschillende doosjes met eieren om te schouwen, zodat niet elke kandidaat die de eieren goed beoordeelt, eenzelfde resultaat krijgt. toelichting bij de beoordeling Onderdeel C opdracht 4 Tijdens de presentatie beoordeelt u niet of de dia’s juist zijn; dat beoordeelt u aan de hand van de afdruk van de dia’s of door beoordeling van het digitale bestand: vierkante_metertuin [jouw naam].ppt. opdracht 5 Bij de beoordeling van de cijfers die de kandidaat zichzelf geeft, kunt u gebruikmaken van uw beoordelingen bij de aspecten 3c en 4. De kandidaat voert de eigen beoordeling uit met een driepuntsschaal. Als u uw eigen beoordeling van opdracht 4 gebruikt om die te vergelijken met de beoordeling van de kandidaat, moet u die vertalen naar de driepuntsschaal van de kandidaat. Onderdeel D en E In het opdrachtenboekje wordt niet aangegeven dat de kandidaat moet opruimen. Het opruimen wordt wel beoordeeld. De kandidaat behoort op eigen initiatief de materialen en gereedschappen die hij gebruikt heeft op te ruimen. Als hij dit niet op eigen initiatief doet, is de beoordeling voor opruimen onafhankelijk van de kwaliteit van het werk 0 scorepunten. Als u tegen een kandidaat (die bijvoorbeeld aangeeft dat hij klaar is met de opdracht) zegt dat hij nog moet opruimen, moet u vermijden dat andere kandidaten dit kunnen horen. Onderdeel G Om te beoordelen of de kandidaat onderdeel G in 40 minuten volledig afrondt, noteert u zelf wanneer de kandidaat met onderdeel G begint en eindigt, zodat u de beoordeling bij beoordelingsaspect 15d kunt invullen. In het beoordelingsschema bij onderdeel G kunt u de begin- en eindtijden per kandidaat noteren. De kandidaat krijgt bij 15d 2 scorepunten als hij binnen 40 minuten klaar is met onderdeel G en 0 scorepunten als hij daarmee niet binnen 40 minuten klaar is. Bij dit beoordelingsaspect geeft u aan niemand 1 scorepunt.
PG-5018-b-14-1-i
7
lees verder ►►►
Aanbevelingen per opdracht/onderdeel Onderdeel B De kandidaten slaan de presentatie op, op een USB-stick. Als de kandidaat klaar is met de opdracht, bewaart u de USB-stick tot de kandidaat de presentatie gaat uitvoeren, zodat hij het document in de tussenliggende tijd niet kan wijzigen. Onderdeel C opdracht 4 De kandidaat voert de presentatie uit voor de leidinggevende van het tuincentrum. U kunt als examinator zelf deze rol spelen. De kandidaat krijgt 5 minuten de tijd om de presentatie voor te bereiden. Als de kandidaat onderdeel B, het maken van de presentatie, veel eerder uitvoerde, kunt u de voorbereidingstijd van de kandidaat wat verlengen, bijvoorbeeld tot 10 minuten. Tijdens de voorbereiding beschikt de kandidaat over een computer met daarop het bestand start_tuincentrum.htm en de USB-stick met de eigen PowerPointpresentatie. Voor de presentatie is een laptop met beamer of een digibord nodig, zodat de kandidaat zijn presentatie kan projecteren. Bovendien heeft u een aparte ruimte nodig, zodat kandidaten elkaars presentatie niet kunnen horen en zien. Tijdens de presentatie kijkt u de kandidaat vriendelijk aan en af en toe knikt u instemmend, ook als daar wat betreft presentatie of inhoud weinig aanleiding voor is. U zegt niets tijdens de presentatie. Aan het einde van de presentatie kunt u bedanken. Als er een tweede corrector aanwezig is, vertoont hij ditzelfde gedrag. Onderdeel D Voor dit onderdeel zijn verse en oude eieren nodig. Let op: bewaar de eieren die de kandidaten moeten schouwen met de punt naar beneden en zet ze ook met de punt naar beneden in het doosje. Omdat de eieren van kippen die verschillende soorten voer hebben gegeten verschillend gekleurde dooiers hebben, kunt u het beste alle eieren bij dezelfde kippenboerderij halen. De oude eieren haalt u vier weken voor het examen en die bewaart u in de koelkast. De verse eieren haalt u zo kort mogelijk voor het examen; ze mogen niet meer dan één week oud zijn. Elke kandidaat heeft één vers ei en één oud ei nodig om te breken. Daarnaast heeft elke kandidaat vijf eieren nodig vers en oud ‘gemengd’, die hij gaat schouwen. Deze eieren kunnen door meer kandidaten na elkaar gebruikt worden. U maakt hiervoor enkele doosjes met genummerde eieren, bijvoorbeeld: aantal oude eieren
aantal verse eieren
doosje A
3
2
doosje B
1
4
doosje C
2
3
doosje D
4
1
PG-5018-b-14-1-i
8
lees verder ►►►
U neemt eieren waarbij door schouwen zichtbaar is welke oud en vers zijn. U nummert deze eieren en schrijft voor uzelf op welke oud zijn en welke vers zijn, zodat u deze informatie bij de beoordeling van het werk van de kandidaat kunt gebruiken. Nadat een kandidaat de eieren geschouwd heeft, zet u ze weer met de punt naar beneden en op nummervolgorde in het doosje voor u ze aan een volgende kandidaat aanbiedt. Om de eieren te schouwen houden de kandidaten het ei en de lamp in een kartonnen doos, zodat het enigszins donker is. De kandidaat moet twee eieren breken. Dat kan op de tafel, maar ook op grote, platte borden of schalen; per ei één bord of schaal. Op tafel gebroken eieren kan de kandidaat gemakkelijk met een raamwisser van de tafel verwijderen. Als u een raamwisser wilt laten gebruiken, legt u die klaar en stelt u de kandidaten hiervan op de hoogte. Onderdeel E Voor onderdeel E heeft de kandidaat behalve de genoemde materialen en producten een normale keukenuitrusting nodig die geschikt is om opdrachten voor VAP uit te voeren. De kandidaat heeft een refractometer nodig en een eenvoudige gebruiksaanwijzing voor het meten van de refractie. Als u de originele gebruiksaanwijzing niet meer heeft, kunt u zelf een gebruiksaanwijzing maken. Er kunnen meerdere kandidaten na elkaar met eenzelfde refractometer werken, maar zij voeren de metingen individueel uit. Onderdeel G U heeft drie soorten bloemen nodig, bijvoorbeeld roos, chrysant, (tros)anjer en duizendschoon. Verder drie soorten groen, bijvoorbeeld appeltjesblad of klimop en nog twee fijnere soorten groen, bijvoorbeeld buxus en/of asparagus en/of conifeer. De kandidaat krijgt vijf bloemen per soort en voldoende groen. De bloemen en het groen liggen in een pakket klaar voor de kandidaat. De kandidaat gebruikt voor de biedermeier een rond, simpel plastic schaaltje van ongeveer 12 cm, waarin precies een steekschuimrondje met een doorsnede van 8 cm past. Wanneer u bepaalde materialen niet kunt krijgen, koopt u hiervoor vergelijkbare alternatieven in. U zorgt dat de kandidaat tijdens dit onderdeel op een klok of wekker kan kijken. U beoordeelt of de kandidaat het onderdeel in 40 minuten afrondt. Verder gaat u bij dit onderdeel op de voor u gebruikelijke manier met de examentijd om.
PG-5018-b-14-1-i
9
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7. Overzicht per onderdeel Onderdeel A liniaal kleurpotlood Onderdeel B USB-stick Onderdeel C USB-stick met PowerPointpresentatie van de kandidaat laptop met beamer of een digibord Onderdeel D kladpapier 1 vers ei 1 oud ei eventueel 2 grote platte, borden of schalen 5 extra eieren, genummerd 1 tot en met 5, deze eieren kunnen door meer kandidaten gebruikt worden eierdoos 2 satéprikkers schouwlamp kartonnen doos om enigszins in het donker te schouwen Onderdeel E 350 g aardbeien 1 etiket keukenrol desinfectiemiddel, bijvoorbeeld soda weegschaal vergiet pot met deksel van ongeveer 320 ml refractometer gebruiksaanwijzing voor een refractometer ongeveer 320 gram normale (niet halfzoete) geleisuiker 4 druppels citroensap
PG-5018-b-14-1-i
10
lees verder ►►►
Onderdeel G rond plastic schaaltje met een doorsnede van ongeveer 12 cm droog steekschuimrondje van 8 cm 3 verschillende soorten bloemen 3 verschillende soorten groen kaartje allesknipper of snoeischaar mes klok of wekker
PG-5018-b-14-1-i
11
lees verder ►►►
CSPE GL
2014
landbouw-breed - afdelingsprogramma landbouw
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Tijdens het examen werk je bij Tuincentrum Grondwijk. Het tuincentrum heeft ook een dierenafdeling en een bloemenafdeling. Je werkt op verschillende afdelingen en je bent contactpersoon voor een stadstuinproject in een stadswijk. Wat ga je doen? Je dient een projectaanvraag in bij de gemeente omdat buurtbewoners een stadstuin willen inrichten. Je informeert de bewoners met een PowerPointpresentatie over een vierkante-metertuin. Daarna werk je op andere afdelingen van het tuincentrum. Je maakt twee minitoetsen. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
projectaanvraag indienen voor het stadstuinproject
Onderdeel B
een minitoets maken een PowerPointpresentatie maken over een vierkantemetertuin
Onderdeel C
de PowerPointpresentatie presenteren voor je leidinggevende
Onderdeel D
geschikte kippen voor de stadstuin kiezen, een plattegrond voor een kippenverblijf tekenen, de versheid van eieren onderzoeken
Onderdeel E
aardbeienjam maken met de juiste hoeveelheid suiker
Onderdeel F
artikelen afprijzen voor de dierenafdeling en de financiële gevolgen berekenen een minitoets maken
Onderdeel G
een biedermeier maken
Je wordt bij bepaalde opdrachten ook beoordeeld op algemene beroepsvaardigheden, zoals veilig en systematisch werken, opruimen, beleefdheid en duidelijk spreken. Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PG-5018-b-14-1-i
12
lees verder ►►► einde