CSPE GL
2010
verzorging - uiterlijke verzorging - zorg en welzijn-breed
minitoets bij opdracht 12
variant a
Naam kandidaat _______________________________
Kandidaatnummer ______________
Meerkeuzevragen − Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). − Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.
(1)
2p
1
A B C D
{
(2)
A B C D
{ X {
B
(3)
A B C D
{ X { X
Om overgewicht vast te stellen wordt de Body Mass Index gebruikt. (Lichaamsgewicht gedeeld door het kwadraat van je lengte (= lengte x lengte)). Het getal voor een gezond gewicht ligt tussen 18.5 en 25. In toenemende mate komt er kritiek over de BMI. Recente inzichten tonen aan dat risico’s op hart- en vaatziekten samenhangen met de tailleomvang van mensen. Ongeveer een kwart van de mannen in Nederland heeft een te grote tailleomvang. In onderstaande tabel staan een aantal beweringen naar aanleiding van bovenstaand artikel. Geef aan welke conclusies juist en welke onjuist zijn. juist
onjuist
Iemand met een BMI van 27 heeft altijd overgewicht. 25% van de vrouwen in Nederland heeft een te dikke buik. Henk heeft een te grote tailleomvang, hij heeft meer risico op hart en vaatziekten. Margriet heeft een lengte van 1.50 m en een gewicht van 50 kg. Zij heeft een BMI van 22.22.
PG-5016-b-10-1-m9
1
lees verder ►►►
1p
2
Onderzoek in veel landen laat zien dat de verhouding tussen tailleomvang en heupomvang een goede maat is voor het inschatten van gezondheidsrisico’s. Dit wordt berekend door de omvang van de taille te delen door de omvang van de heupen. Er is bij mannen sprake van overgewicht als de uitkomst hoger is dan 0,9. Marius heeft een heupomvang van 108 en een tailleomvang van 94 cm. Wat zegt de uitkomst van de berekening van de verhouding tussen heupomvang en tailleomvang over zijn gewicht? A gezond gewicht B gezondheidsrisico C mogelijk overgewicht D mogelijk ondergewicht
1p
3
Sportcentrum de Poort gaat in oktober 2010 starten met Activio. Activio is een effectief, motiverend en leuk concept voor op hartslag gebaseerde groepstraining. De sporters voeren zelf hun maximale hartslag in, die is onder andere afhankelijk van de leeftijd. De sporters krijgen een hartslagmeter en via de nieuwste digitale techniek kunnen zij hun resultaten aflezen op twee grote schermen.
Het klokje geeft twee getallen weer. Het bovenste getal is de actuele hartslag. Het onderste getal is het percentage van de maximale hartslag. Tijdens de spinningles geeft de hartslagmeter van de instructeur de volgende getallen weer.
138 75 Wat is de maximale hartslag die de instructeur heeft ingevoerd? 158 172 184 203
A B C D
PG-5016-b-10-1-m9
2
lees verder ►►►
1p
4
Agressie en geweld, seksuele intimidatie, pesten en werkstress zijn vormen van wat de Arbowet psychosociale arbeidsbelasting noemt. Op het werk kunnen werknemers bijvoorbeeld te maken krijgen met beledigingen of overvallen. De werknemers worden door de Arbowet beschermd. In welke zin staat hoe de Arbowet de werknemers het best beschermt? A Werkgevers worden geadviseerd beleid te voeren om agressie en geweld op het werk tegen te gaan. B Werkgevers zijn tot niets verplicht want de werknemer kan het ook uitgelokt hebben. C Werkgevers zijn verplicht beleid te voeren om agressie en geweld op het werk tegen te gaan . D Werkgevers zijn verplicht om te helpen bij het vinden van ander werk.
1p
5
Maaike is lid van Sportschool de Poort. In een krantenartikel leest zij dat men bij één uur fitness 380 calorieën verbruikt en bij één uur spinning 660 calorieën. Zij volgt één keer per week een fitnesscircuit van drie kwartier en twee keer per week een spinningles van 50 minuten.
Hoeveel calorieën verbruikt Maaike tijdens die drie trainingen volgens de informatie uit het krantenartikel? A 1050 B 1175 C 1385 D 1475
PG-5016-b-10-1-m9
3
lees verder ►►►
1p
6
De Stichting Landelijke Erkenningsregeling Fitness (LERF) is een, onafhankelijke, door de branche in samenwerking met het ministerie van VWS opgerichte stichting. Men beoordeelt aspecten als accommodatie - hygiëne – veiligheid - deskundigheid personeel - apparatuur, etc. Een centrum dat na keuring aan de (minimaal) gestelde eisen kan voldoen wordt LERF Basis gecertificeerd. Sportcentrum de Poort beschikt over het LERF keurmerk. Welke uitspraken over het LERF-keurmerk zijn juist? A Een sportschool met een LERF-keurmerk heeft automatisch ook een milieukeurmerk. B Het keurmerk geeft de garantie dat er in de kleedkamers niets wordt gestolen. C Het is verboden een sportschool te beginnen zonder eerst het keurmerk te hebben behaald, dit staat in de Arbowet. D Het keurmerk geeft garanties over de kwaliteit van bijvoorbeeld de apparatuur, maar geeft geen garanties over de gezelligheid.
1p
7
Op zondagochtend brengt Elsbeth haar twee kinderen naar de kinderopvang van het sportcentrum. Chris van drie jaar en Jesse van anderhalf verschillen in gedrag en ontwikkeling. De ontwikkeling van kinderen wordt bepaald door interne en externe factoren. Geef bij alle vier de factoren aan of het om een interne of externe factor gaat. intern
extern
intelligentie gezinssituatie woonomgeving aanleg
1p
8
Transvetten Plantaardige olie is goedkoop, maar hard vet is praktischer in gebruik. Als men plantaardige oliën verhardt dan ontstaan er transvetten. Transvetten zijn erg ongezond, ze verhogen de hoeveelheid (slecht) cholesterol. Het verhoogt de kans op hart en vaatziekten en diabetes 2. Fastfood en ook veel harde koekjes, zoutjes en gebak bevatten transvetten. Dit wordt lang niet altijd op het etiket vermeld. In Sportcentrum de Poort wordt verantwoord gefrituurd. Wat wordt verstaan onder verantwoord frituren? A Er wordt alleen gefrituurd in het weekend, dan krijgen mensen minder vet naar binnen. B Er wordt gefrituurd met hard vet gemengd met olie, zo wordt het aantal transvetten verminderd. C Er wordt gefrituurd met olijfolie, die bevat verzadigde vetten. D Er wordt gefrituurd met zonnebloemolie, die bevat geen transvetten.
PG-5016-b-10-1-m9
4
lees verder ►►►
1p
9
Hieronder staan een aantal ontwikkelingen die kinderen doormaken. 1 zeggen van het eerste woordje 2 eenkennig worden 3 een teamsport gaan beoefenen 4 solitair spel 5 fijne motoriek ontwikkelen 6 herkennen van bekende stemmen 7 leren rekening houden met anderen 8 ontwikkelen van het karakter Wat is de juiste volgorde van de SOCIALE ontwikkelingen vanaf de geboorte? A 6, 2, 4, 7, 3 B 2, 6, 7, 4, 3 C 1, 2, 6, 8, 3 D 2, 1, 8, 4, 5
1p
10
Obesitas in relatie tot het opleidingniveau. 25 percentage mensen met obesitas 20
15
10
5
0
18-29 jaar
30-44 jaar
45-64 jaar
65+ leeftijd
Legenda: basisonderwijs LBO MAVO VMBO HAVO VWO MBO HBO Universiteit
Bekijk de gegevens van de grafiek. Welke van de onderstaande conclusies is JUIST? A In alle leeftijdsgroepen komt obesitas het meest voor bij mensen met de laagste opleiding. B In de groep van 18 tot 29 jaar is het aantal mensen met obesitas gedaald. C Als het opleidingsniveau stijgt daalt het percentage obesitasgevallen bij alle leeftijdsgroepen. D 10% van de mensen boven 65 jaar met een HBO opleiding heeft obesitas.
PG-5016-b-10-1-m9
5
lees verder ►►►
1p
11
Minke viert haar partijtje op het sportcentrum. Minke is 6 jaar. In welke zin staan drie JUISTE beweringen over kinderen van 6 jaar? A Minke is een kleuter, na schooltijd kan zij naar de buitenschoolse opvang, kinderen van haar leeftijd hebben veel behoefte aan bewegen. B Minke is een puber, kinderen van die leeftijd houden er van om dingen te verzamelen, de meeste kinderen van 6 jaar zijn ’s nachts zindelijk. C Minke is een schoolkind, kinderen van deze leeftijd hebben veel behoefte aan tv kijken, haar verstandkiezen komen binnenkort door. D Minke is een schoolkind, na schooltijd kan zij naar de buitenschoolse opvang, skates zijn een geschikt verjaardagscadeau.
1p
12
De eigenaar van Sportcentrum de Poort vindt het belangrijk dat er milieubewust gehandeld wordt. In welke zin staan drie voorbeelden van milieubewust handelen? A De douches hebben drukknoppen, het water wordt verwarmd met zonnecollectoren, het afval wordt gescheiden. B Het sportcentrum heeft een logo ‘wij denken aan het milieu’ op de deur hangen, er hangen spaarlampen op de bovenverdieping, er hangt een keurmerk verantwoord frituren. C Het sportcentrum controleert wekelijks de waterleiding op legionella, tijdens de spinningles draait de airco nooit maximaal, in de kleedkamers brandt het licht nooit volop. D In het sportcentrum draagt men zorg voor de veiligheid van de sporters, in de douches zitten waterbesparende douchekoppen, de boiler staat nooit hoger dan 60º.
PG-5016-b-10-1-m9
6
lees verder ►►►
1p
13
Janneke van 7 jaar kiest op haar kinderpartijtje in Sportcentrum de Poort voor junior-aerobics. De kinderen (allemaal meisjes) leren een aantal basispatronen van verschillende pasjes ondersteund door armbewegingen. Deze worden uiteindelijk in een bepaalde volgorde samengevoegd. En natuurlijk met activerende muziek.
De meisjes die de les junior-aerobics volgen A ontwikkelen hun grove motoriek,coördinatie en uithoudingsvermogen, de meeste meisjes van deze leeftijd vinden junior-aerobics leuk. B ontwikkelen hun grove motoriek, coördinatie en taalontwikkeling, maar de meeste meisjes van deze leeftijd vinden junior-aerobics niet zo leuk. C ontwikkelen hun fijne motoriek, uithoudingsvermogen en geestelijke ontwikkeling, de meeste meisjes van deze leeftijd vinden junior-aerobics leuk. D ontwikkelen hun fijne motoriek, uithoudingsvermogen en sociale ontwikkeling, maar de meeste meisjes van deze leeftijd vinden junioraerobics niet zo leuk.
PG-5016-b-10-1-m9*
7
lees verdereinde ►►►