Creditmanagement Trendmeter 13 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht Persrapport bij persbericht over betalingstermijnen
2013
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 1
Copyright © 2013 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. VCMB Trendmeter 13 B16208 / oktober 2013
Pag. 2
Legenda
Voorwoord Wat zijn de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van credit management?” Om antwoord te kunnen geven op deze vraag heeft Blauw Research in opdracht van het VCMB het 13e credit management Trendmeter onderzoek uitgevoerd. Dit rapport geeft inzicht in de resultaten.
Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen.
Wij wensen u veel leesplezier toe!
Betekenis van de pictogrammen: Positieve bevinding
Rotterdam, 2013
Aandachtspunt Projectteam: Lion Jacobi, projectmanager Marlies Kerklaan, business cell manager
Opvallend resultaat Aanvulling Blauw Research
Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com
Contactpersonen: Lion Jacobi,
[email protected] Marlies Kerklaan,
[email protected]
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 3
1. Kort & Krachtig
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 4
1
Kort & Krachtig
Organisaties betalen sneller ondanks aanhoudende crisis
Organisaties betalen sneller dan vorig jaar
Waar in 2012 nog de hoogste gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum in jaren werd bereikt (32 dagen), is dit in 2013 gedaald naar 26 dagen.
VCMB Trendmeter 13
Beduidend minder (28% vs. 74%) credit managers verwachten verdere verslechtering betalingsmoraal.
Credit management draagt mogelijk bij aan kortere betalingstermijn
Crisis duurt ondanks positieve signalen voort
De positie van credit management binnen de organisatie blijft net als in 2012 in belang toenemen (74%). Bijna de helft (48%) van de bedrijven is dan ook meer gaan investeren in credit management.
Net als vorig jaar probeert ruim één op de tien organisaties de crisis het hoofd te bieden door ruilhandel te bedrijven (13%).
B16208 / oktober 2013
Pag. 5
2. Betaaltrends
Iedere Trendmeter wordt aan credit managers gevraagd naar het betaalgedrag van Nederlandse bedrijven. Op deze manier kunnen trends in het betaalgedrag worden blootgelegd. Ook wordt de attitude van credit managers ten aanzien van de betalingsmoraal in kaart gebracht. Hoofdstuk twee geeft de gevonden trends en resultaten weer ten aanzien van het betaalgedrag van het Nederlandse bedrijfsleven. Tevens zijn er deze meting een aantal nieuwe vragen toegevoegd omtrent betaalgedrag, ook deze resultaten zijn in hoofdstuk twee terug te vinden.
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 6
Ondanks de aanhoudende crisis is in 2013 het gemiddelde aantal dagen dat een factuur open staat flink afgenomen Betalingstermijn klant cmt 13 2013 (n=120) cmt 12 2012 (n=110) cmt 11 2011 (n=113) cmt10 2010 (n=101) cmt9 2010 (n=125) cmt8 2009 (n=123)
28%
60%
23%
65%
20%
55%
23%
62%
20%
56%
23%
9%
30
gem: 31 dagen
25
gem: 29 dagen
20
15%
50%
0-15 dagen 61-90 dagen
35
gem: 27 dagen
17%
56%
0%
gem: 27 dagen
11%
DSO
30
29
32
29
26 24
Credit managers hebben het afgelopen jaar het aantal dagen dat een factuur open staat licht zien afnemen. Waar in 2012 nog vier op de tien credit managers de DSO zagen toenemen, is dit in 2013 gedaald naar een op de drie.
15
gem: 31 dagen
10
gem: 29 dagen
5 0
100%
16-30 dagen weet niet
Betaaltrends
Gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum
12%
21%
2
cmt8 2009 (n=123)
31-60 dagen
cmt9 2010 (n=125)
cmt10 2010 (n=101)
cmt 11 2011 (n=113)
cmt 12 2012 (n=110)
cmt 13 2013 (n=117)
Waar in 2012 nog de hoogste gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum in jaren werd bereikt (32 dagen), is dit in 2013 gedaald naar 26 dagen. Factureren in crisistijden is weer wat makkelijker geworden voor bedrijven.
Verandering DSO 60% 50% 40%
49%
29%
30% 20%
40%
40%
34%
34%
33%
32% 24%
28% 23%
18%
10%
47%
45%
43%
42%
15% 2%
2%
18%
4%
1%
2%
0% cmt8 2009 (n=123) toegenomen VCMB Trendmeter 13
cmt9 2010 (n=125)
cmt10 2010 (n=101) gelijk gebleven
cmt 11 2011 (n=113)
Vraag: Welke betalingstermijn hanteert uw organisatie naar uw afnemers?
cmt 12 2012 (n=110)
afgenomen B16208 / oktober 2013
weet niet
cmt 13 2013 (n=120)
Vraag: Wat is op dit moment bij u de gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum?
Vraag: Heeft u de afgelopen 6 maanden het gemiddelde aantal dagen dat een rekening open staat (DSO) zien veranderen? Pag. 7
Credit managers lijken in 2013 een factuur minder snel uit handen te geven aan een incasso-organisatie Aandeel betaling binnen termijn cmt 13 2013 (n=120)
8%
cmt 12 2012 (n=110)
7%
cmt 11 2011 (n=113)
27%
12%
cmt10 2010 (n=101)
14%
50%
51%
27%
16%
cmt9 2010 (n=125)
cmt8 2009 (n=123)
31%
26%
9%
44%
32%
6%
35%
46%
cmt 13 2013 (n=120)
15%
cmt 12 2012 (n=110)
13%
12%
cmt10 2010 (n=101)
32%
36%
meer dan 75% VCMB Trendmeter 13
20% 40% 26%-50% weet niet
60%
31%
31%
41%
38%
cmt9 2010 5% (n=125)
23%
10%
20%
7%
31%
26%
33%
8%
14%
13% gem:74 dagen
10%
17%
gem:74 dagen
gem:81 dagen
80% 100% 51%-75%
Betalingsgedrag klanten
20%
40%
38%
9%
13%
gem:84 dagen
24%
15%
15%
gem:84 dagen
0-30 dagen 61-90 dagen 121-150 dagen weet niet B16208 / oktober 2013
60%
80%
Credit managers lijken minder snel een factuur uit handen te geven. Waar in 2012 nog een op de vijf binnen 30 dagen een extern incassobureau of deurwaarder inschakelde, is dit in 2013 bijna een op de zes. Ondanks een licht afnemende DSO, blijft het aandeel betalingen binnen de termijn gelijk. De helft van de credit managers geeft aan dat binnen hun organisatie driekwart van de betalingen binnen de betalingstermijn wordt ontvangen.
gem:89 7% dagen
12% 0%
0% minder dan 26%
29%
19%
cmt8 2009 7% (n=123) 16%
Betaaltrends
Factuur uit handen (aantal dagen)
cmt 11 2011 (n=113)
7%
2
100%
31-60 dagen 91-120 dagen meer dan 150 dagen
Vraag: Welk percentage van uw portefeuille betaalt binnen de afgesproken betaaltermijn? Vraag: Na hoeveel dagen na vervaldatum geeft u een factuur uit handen (het laten innen van een factuur door een extern incassobureau/ deurwaarder)?
Pag. 8
Een kwart van de bedrijven (25%) liep afgelopen jaar meer dan 1% van de omzet mis door niet betaalde facturen.
2
Betaaltrends
Oninbare vorderingen
Oninbare vorderingen Evenals in 2012 geven zeven op de tien bedrijven aan dat minder dan een procent van de omzet is afgeschreven op oninbare vorderingen.
70%
5% 3%
minder dan 1%
4%
tussen 1% - 2%
20%
tussen 2% - 3%
meer dan 3%
weet niet n=120
Vraag: Welk percentage van de omzet heeft u in 2012 moeten afschrijven op oninbare vorderingen?
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 9
Beduidend minder credit managers verwachten dat betalingsmoraal het komende jaar verder zal verslechteren
de
Waardering betalingsmoraal overheid
2013 n=120
2013 n=120
2012 n=110
11%
0% goed
60%
49%
20%
redelijk
23%
matig
3%
32%
40%
60%
slecht
weet niet
80%
23%
2012 n=110
100%
17%
0% goed
redelijk
20%
26%
17%
Waar in 2012 nog bijna driekwart (74%) van de credit managers verwachtte dat de betalingsmoraal zou verslechteren, is dit in 2013 nog maar ruim een kwart (28%). Het merendeel van de credit managers (56%) verwacht dat de betalingsmoraal de komende twaalf maanden gelijk zal blijven.
34%
15%
39%
20%
40%
60%
matig
slecht
weet niet
Betaaltrends
Betalingsmoraal Nederlandse bedrijven
Waardering betalingsmoraal Nederlandse bedrijven 11%
2
80%
100%
De betalingsmoraal van Nederlandse bedrijven in 2013 is verbeterd ten opzichte van 2012. Waar in 2012 nog bijna twee op de vijf bedrijven (39%) de moraal matig tot slecht vonden, is dit in 2013 nog maar een kwart (26%).
Verandering betalingsmoraal 80%
De betalingsmoraal van de overheid is daarentegen niet verbeterd. Vier op de tien beoordelen de betalingsmoraal van de overheid als matig tot slecht (37%).
74%
70% 60%
50%
48%
50%
39%
40%
37% 31%
30% 20%
56%
52%
49%
21% 23%
20%
15%
11%
10%
10%
3%
2%
4%
1%
2%
1%
2%
0% cmt8 2009 (n=123)
cmt9 2010 (n=125)
cmt10 2010 (n=101) verbeteren
VCMB Trendmeter 13
Basis: alle respondenten, die zich een mening kunnen vormen over de betalingsmoraal bij Nederlandse bedrijven/de overheid.
28%
24%
verslechteren
cmt 11 2011 (n=113) gelijk blijven
cmt 12 2012 (n=110)
cmt 13 2013 (n=120)
Vraag: Wat vindt u van de betalingsmoraal bij Nederlandse bedrijven/de overheid? Vraag: Verwacht u dat de betalingsmoraal de komende twaalf maanden zal…
weet niet
B16208 / oktober 2013
Pag. 10
Overheid heeft zich in de ogen van credit managers niet weten te verbeteren in 2013
2
Betaaltrends
Betalingsmoraal overheid
Stellingen rol overheid De betalingmoraal van de overheid zou sneller verbeterd kunnen worden.
30%
De overheid moet met meer regelgeving komen om betaalgedrag te verbeteren.
15%
Overheden zijn slechte betalers.
13%
De overheid houdt zich beter aan de afgesproken betalingstermijn dan vorig jaar.
VCMB Trendmeter 13
33%
23%
23%
0% zeer mee eens noch mee eens, noch mee oneens zeer mee oneens
25%
20%
12%
19%
16%
30%
10% 8%
11% 5%
27%
5%6%
40%
60%
enigszins mee eens enigszins mee oneens weet niet/ n.v.t. B16208 / oktober 2013
De mening van credit managers over de rol van de overheid is onveranderd ten opzichte van 2012. Meer dan de helft (55%) van de credit managers vindt dat de betalingsmoraal van de overheid sneller verbeterd zou kunnen worden.
15%
De vraag naar meer regelgeving blijft onverminderd groot. De helft van de credit managers (48%) is van mening dat de overheid met meer regels moet komen om het betaalgedrag te verbeteren.
32%
37%
80%
100%
Vraag: Hieronder staat een aantal stellingen over de rol van de overheid. In welke mate bent u het eens met deze stellingen?
n=120 Pag. 11
Ruilhandel komt nog steeds voor, maar is niet significant toegenomen in 2013 Ruilhandel 2012
2
Betaaltrends
Ruilhandel
Ruilhandel 2013
80,0%
92,0%
Acht op de tien bedrijven zeggen niet aan ruilhandel te doen. Desondanks is 13% van de credit managers het afgelopen jaar in aanraking geweest met ruihandel.
13,0% 8,0% 7,0%
ja
nee
weet niet
ja
nee
weet niet
n=110
n=120
Voorbeeld 1 van ruilhandel: ‘’Geleverde diensten in ruil advertentieruimte (bartering).’’
VCMB Trendmeter 13
voor
Voorbeeld 2 van ruilhandel:
Voorbeeld 3 van ruilhandel:
‘’Over en weer gebruik maken van elkaars diensten en de facturen tegen elkaar wegstrepen. ’’
‘’Hotelovernachtingen ter betaling van onze diensten.’’
B16208 / oktober 2013
Vraag: Omdat bedrijven door de aanhoudende crisis steeds vaker hun rekeningen niet kunnen betalen, lijkt de traditionele ruilhandel weer in populariteit toe te nemen. Dit wil zeggen dat bedrijven niet betalen voor producten of diensten, maar hier producten of diensten tegenover zetten. Is uw organisatie hier het afgelopen jaar mee in aanraking geweest?
Pag. 12
3. Vakgebied credit manager
VCMB Trendmeter 13
B16208 / oktober 2013
Pag. 13
De positie van credit management binnen de organisatie is onveranderd gebleven in 2013.
3
Vakgebied credit manager
Positie CM
Stellingen positie credit management Credit Management is het afgelopen jaar belangrijker geworden binnen mijn organisatie.
33%
Ook andere afdelingen (zoals sales of inkoop) zien het nut van Credit Management steeds meer in.
30%
Mijn organisatie is het afgelopen jaar meer gaan investeren in Credit Management.
Credit Management is binnen mijn organisatie meer gecentraliseerd het afgelopen jaar.
Het aantal FTE voor Credit Management is het afgelopen jaar toegenomen binnen mijn organisatie.
18%
8%
0%
VCMB Trendmeter 13
25%
29%
10% 14%
21%
17%
49%
30%
13%
Het Credit Management is het afgelopen jaar versoepeld binnen mijn organisatie.
zeer mee eens noch mee eens, noch mee oneens zeer mee oneens
41%
32%
17%
23%
24%
20% 40% 60% enigszins mee eens enigszins mee oneens
5%
13% 5%
14%
13%
De economische crisis zorgt ervoor dat credit management misschien nog wel belangrijker is dan ooit. Evenals in 2012 geeft het merendeel (74%) van de credit managers aan dat credit management het afgelopen jaar belangrijker is geworden. Bijna de helft (48%) van de bedrijven is dan ook meer gaan investeren in credit management. Slechts een op de tien organisaties heeft het beleid ten aanzien van credit management versoepeld. Bij het merendeel van de bedrijven is dit niet aan de orde.
9% 9%
32%
43%
80%
100%
Vraag: Hieronder staat een aantal stellingen over de positie van het vakgebied credit management binnen uw organisatie. In welke mate bent u het eens met deze stellingen?
n=120 B16208 / oktober 2013
Pag. 14
Bijlage Verantwoording Inleiding Acht jaar geleden is OnGuard gestart met het credit management Trendmeter Onderzoek. Vanaf de vorige (12e) meting heeft OnGuard het onderzoek overgedragen aan het VCMB. Door continu onderzoek uit te laten voeren onder credit managers wil het VCMB meer inzicht krijgen in de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van credit management. Doelgroep en methode De doelgroep van het onderzoek bestaat uit credit managers en consorten. De gegevensverzameling in dit onderzoek heeft via het onderzoekspanel van het VCMB plaatsgevonden. Dit onderzoek geeft cijfermatige inzichten en is dus kwantitatief van aard. De (potentiële) respondenten ontvingen een uitnodigingsmail met een link, met daarin een unieke code en wachtwoord. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. De vragenlijst voor dit onderzoek is ontwikkeld door Blauw Research in samenwerking met het VCMB. Vervolgens is de vragenlijst geprogrammeerd en getest in DubInterviewer (WAPI-software). Steekproef, veldwerk Het volledige onderzoekspanel van het VCMB is benaderd voor het onderzoek. Uiteindelijk hebben 120 respondenten meegedaan aan het onderzoek.
VCMB Trendmeter 13
Bij aanvang van het onderzoek is 10% van de bruto steekproef uitgenodigd. Op het moment, dat ongeveer 10% van de beoogde (netto) respons was behaald, zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Deze hadden zich niet voorgedaan. Vervolgens is de overige 90% uitgenodigd voor het onderzoek. Om de respons te bevorderen is er tussentijds een tweetal herinneringsmails verstuurd naar alle panelleden, die –op het moment van versturen- nog niet aan het onderzoek hadden geparticipeerd. De veldwerkperiode heeft gelopen van 30 september tot en met 17 oktober 2013. De invulduur van de vragenlijst betrof gemiddeld 15 minuten. Dataverwerking De mate waarin de uitkomsten van het onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep gelden, uit zich o.a. in de validiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan. Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed.
B16208 / oktober 2013
Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van (beproefde) antwoordcategorieën en –schalen. Voor zover mogelijk zijn alle antwoordcategorieën en vraagblokken gerandomiseerd en gerouleerd, waardoor mogelijke volgorde-effecten zijn uitgesloten. De vragenlijst is vooraf uitvoerig getest, waardoor interpretatiefouten bij respondenten zijn geminimaliseerd. De enquête wordt computerondersteund afgenomen, waardoor een tussentijdse nauwkeurige controle mogelijk is.
Betrouwbaarheid Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor de statistische analyses. Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% (=0,05). Dit betekent dat met minimaal 95% betrouwbaarheid gesteld kan worden dat waargenomen verschillen in de steekproef ook voor de gehele onderzoekspopulatie gelden.
Pag. 15
Bijlage achtergrondkenmerken Branche/sector
Functie Credit Manager
34%
anders
Doelgroep
23%
20%
Debiteurenbewaker/-…
business to business
93%
13%
Teamleader Credit…
11%
Financieel directeur
25% 22%
9%
Hoofd administratie
business to consumer
6%
Consultant
8%
3%
Risk Manager
2%
Financial Services manager
2%
ICT-manager/medewerker
34%
3%
19% overheid
1% 0%
20%
40% n=120
handel/distributie
productie/industrie
dienstverlening
financiële dienstverlening
overheid/non profit
overig
Grootte CM afdeling 1 medewerker
n=120
Grootte bedrijf
23%
0%
40%
60%
80%
100% n=120
Gebruik CM software
21%
66%
32% 2-5 medewerkers
20%
46%
6-10 medewerkers
20%
14%
11-15 medewerkers
5% 6%
16-25 medewerkers
3%
26 medewerkers of meer geen CM afdeling
34%
5% 0%
VCMB Trendmeter 13
42%
7%
10%
20%
30%
40%
50% n=120
1-19 medewerkers 100-499 medewerkers B16208 / oktober 2013
20-99 medewerkers 500 medewerkers of meer n=120
ja
nee n=120 Pag. 16