Creditmanagement Trendmeter 14 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht
oktober 2014
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 1
Copyright © 2014 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. VCMB Trendmeter 14 20078 / oktober 2014
Pag. 2
Voorwoord Wat zijn de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van credit management?” Om antwoord te kunnen geven op deze vraag heeft Blauw Research in opdracht van het VCMB het 14e credit management Trendmeter onderzoek uitgevoerd. Dit rapport geeft inzicht in de resultaten. Wij wensen u veel leesplezier toe!
Rotterdam, oktober 2014
Projectteam: Pascal den Hertog, Senior Research Manager Björn Terlouw, Research Manager
Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com
VCMB Trendmeter 14
Legenda
Inhoudsopgave 1 Betaaltrends 1.1 DSO 1.2 Betalingsgedrag klanten 1.3 Oninbare vorderingen 1.4 Betalingstermijnen 1.5 Betalingsmoraal Nederlandse bedrijven
4 5 6 7 8 9
Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen. Betekenis van de pictogrammen:
2 Betaalgedrag overheid 2.1 Betalingsmoraal 2.2 Rol overheid 2.3 Boete overheid 2.4 Griffiekosten
10 11 12 13 14
Positieve bevinding
Aandachtspunt Opvallend resultaat
3 Alternatieve financieringsvormen 15 3.1 Ketenfinanciering 16 3.2 Bekendheid alternatieve financieringsvormen 17
5 Vakgebied credit manager 5.1 Positie CM 5.2 Innovaties
18 19 20
Bijlage Verantwoording
21
Bijlage achtergrondkenmerken
22
20078 / oktober 2014
Aanvulling Blauw Research
Pag. 3
Hoofdstuk I: Betaaltrends
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 4
Credit managers hebben het afgelopen jaar het aantal dagen dat een factuur open staat zien afnemen. Betalingstermijn klant cmt 14 2014…
27%
cmt 13 2013…
22%
43%
28%
cmt 12 2012…
23%
cmt 11 2011…
20%
cmt10 2010…
60%
12%
65%
9%
55%
23%
56% 20%
40%
0-15 dagen 61-90 dagen
17% 60%
80%
35
29
29
30
26
24
25 20
1.1 DSO
10
gem: 31 dagen
In 2013 zag nog ruim één op de zes (18%) credit managers de DSO afnemen. Dit is in 2014 gestegen naar bijna één op de drie (31%). Na in 2013 een lagere gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum te hebben bereikt (26 dagen), is dit in 2014 licht gestegen naar 29 dagen. Factureren lijkt dit jaar iets moeilijker te zijn geworden.
15
5
100%
16-30 dagen weet niet
32 30
gem: 31 dagen gem: 29 dagen
11%
Betaaltrends
Gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum
gem: 26 dagen gem: 27 dagen gem: 27 dagen
21%
62%
cmt9 20% 2010… 0%
7%
1
0
cmt9 2010 (n=125)
31-60 dagen
cmt10 2010 (n=101)
cmt 11 2011 (n=113)
cmt 12 2012 (n=110)
cmt 13 2013 (n=117)
cmt 14 2014 (n=96)
Verandering DSO 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
40%
40%
38% 34%
34%
33% 29%
31%
28%
24%
25%
23% 15%
2% cmt9 2010 (n=125) toegenomen
VCMB Trendmeter 14
47%
45%
43%
42%
6%
4%
1% cmt10 2010 (n=101)
18%
cmt 11 2011 (n=113) gelijk gebleven
Vraag: Welke betalingstermijn hanteert uw organisatie naar uw afnemers?
2% cmt 12 2012 (n=110) afgenomen 20078 / oktober 2014
cmt 13 2013 (n=120) weet niet
cmt 14 2014 (n=96)
Vraag: Wat is op dit moment bij u de gemiddelde betalingstermijn na vervaldatum? Vraag: Heeft u de afgelopen 6 maanden het gemiddelde aantal dagen dat een rekening open staat (DSO) zien veranderen? Pag. 5
Credit managers geven in 2014 een factuur minder snel uit handen aan een incasso-organisatie dan in 2013. Aandeel betaling binnen termijn cmt 14 2014 (n=96)
13%
cmt 13 2013 (n=120)
8%
cmt 12 2012 (n=110)
7%
cmt 11 2011 (n=113)
12%
cmt10 2010 (n=101)
16%
23%
50%
31%
7%
50%
27%
6%
51%
27%
9%
44%
32%
13%
35%
12%
14%
26%
46%
cmt 14 2014 10% (n=96)
cmt 13 2013 (n=120)
0%
VCMB Trendmeter 14
50% 26%-50% weet niet
cmt 12 2012 (n=110)
29%
19%
31%
31%
cmt 11 2011 11% (n=113)
cmt10 2010 (n=101)
27%
41%
38%
8%
23%
10%
20%
7%
31%
26%
6%
38%
14%
9%
15% gem:82 dagen
13%
10%
17%
7%
13%
gem:74 dagen
gem:74 dagen
1.2 Betalingsgedrag klanten
20%
40%
0-30 dagen 61-90 dagen 121-150 dagen weet niet 20078 / oktober 2014
60%
80%
Credit managers geven minder snel een factuur uit handen. Waar in 2013 een factuur na gemiddeld 74 dagen uit handen werd gegeven, is dit in 2014 gestegen naar 82 dagen. Ondanks een afnemende DSO blijft het aandeel klanten dat betaalt binnen de afgesproken betalingstermijn gelijk: 71% betaalt binnen de afgesproken termijn tegenover 73% in 2013 (niet in grafiek). Dit houdt in dat 29% van de organisaties hun rekening niet op tijd betaalt.
gem:81 dagen
gem:89 dagen
gem:84 dagen
7%
100% 51%-75%
32%
15%
0%
minder dan 26% meer dan 75%
Betaaltrends
Factuur uit handen (aantal dagen)
cmt9 2010 (n=125)
cmt9 2010 (n=125)
1
100%
31-60 dagen 91-120 dagen meer dan 150 dagen
Vraag: Welk percentage van uw portefeuille betaalt binnen de afgesproken betaaltermijn? Vraag: Na hoeveel dagen na vervaldatum geeft u een factuur uit handen (het laten innen van een factuur door een extern incassobureau/ deurwaarder)?
Pag. 6
Bijna de helft van de credit managers heeft gebruik gemaakt van eigendomsvoorbehoud om oninbare vorderingen te voorkomen.
1
Betaaltrends
1.3 Oninbare vorderingen
Rechten innen vorderingen
Oninbare vorderingen 72%
eigendomsvoorbehoud
46%
pandrecht op goederen
Evenals in 2013 geven zeven op de tien (72%) bedrijven aan dat minder dan een procent van de omzet is afgeschreven op oninbare vorderingen.
44%
25%
59%
7%8%
7% 3% 5%
minder dan 1% tussen 2% - 3% weet niet
13%
tussen 1% - 2% meer dan 3%
pandrecht op debiteurenportefeuille
19%
retentierecht
19%
66%
8%7%
n=96
Vorderingen laten liggen 61%
8%11%
69%
Vraag: Welk percentage van de omzet heeft u in 2013 moeten afschrijven op oninbare vorderingen? opschortingsrecht
19%
0%
20%
49%
40%
20% 13%
60%
80%
100%
zelf gebruik gemaakt van deze zekerheden
31%
bekend met deze zekerheden, maar hier nog geen gebruik van gemaakt niet bekend met deze zekerheden ja
nee n=96
VCMB Trendmeter 14
Vraag: Hieronder staat een aantal mogelijke zekerheden die organisaties met elkaar kunnen overeenkomen. Kunt u aangeven in hoeverre u bekend bent met deze zekerheden?
weet niet
Vraag: Heeft uw organisatie vorderingen afgeschreven omdat de verwachtte opbrengsten niet opwogen tegen het kostenrisico?
n=96 20078 / oktober 2014
Pag. 7
Ruim twee derde van de credit managers zegt verschillende betalingstermijnen te hanteren bij verschillende klanten.
1
Betaaltrends
1.4 Betalingstermijnen
Reden verschillende betalingstermijn
Verschillende betalingstermijnen
“Onze internationale portefeuille is van dien aard dat wij gedwongen worden heel veel verschillende termijnen en overige condities te accepteren.”
68%
Bijna twee derde van de credit managers (63%) geeft aan een factuur van leveranciers binnen 30 dagen na vervaldatum te betalen.
“Als dezelfde klant ons met 45 dagen betaalt, betalen wij hem ook met 45 dagen.” 15%
17%
“Op basis van marge, commerciële belangen.” ja
soms
omzet
en
nee n=96
Betaaltermijn aan leveranciers na vervaldatum 31% 32%
Vraag: Hanteert u verschillende betalingstermijnen voor verschillende klanten? Vraag: Wanneer hanteert u verschillende betalingstermijnen bij verschillende klanten?
6% 29%
VCMB Trendmeter 14
0-15 dagen
16-30 dagen
61-90 dagen
weet niet
Vraag: Binnen hoeveel dagen betaalt uw organisatie gemiddeld een factuur van leveranciers na vervaldatum?
31-60 dagen n=96 20078 / oktober 2014
Pag. 8
Credit managers zijn in 2014 minder negatief dan afgelopen jaar over de ontwikkeling van de betalingsmoraal van Nederlandse bedrijven. Betalingsmoraal Nederlandse overheid
Waardering betalingsmoraal Nederlandse bedrijven 2014 n=96
2013 n=120
7%
60%
11%
0% goed
60%
20% redelijk
40%
60%
matig
28%
nationale overheid
23%
lokale overheid
80%
slecht
33%
32%
17%
16%
31%
20%
17%
30%
0%
100% goed
weet niet
redelijk
50% matig
slecht
weet niet / geen ervaring
Een op de drie credit managers (33%) vindt de betalingsmoraal van de nationale overheid matig of slecht. Een even groot aandeel vindt dit van de lokale overheid (37% matig of slecht).
74% 69%
70% 60%
50%
56%
52%
49%
50% 37%
40%
31%
30%
28%
24%
21% 23%
20%
15%
11%
10%
2%
4%
1%
2%
14% 15% 3%
2%
1%
0% cmt9 2010 (n=125)
cmt10 2010 (n=101)
cmt 11 2011 (n=113) verbeteren
VCMB Trendmeter 14
1.5 Betalingsmoraal Nederlandse bedrijven
100%
Verandering betalingsmoraal
20%
Betaaltrends
Credit managers zijn positiever gestemd over de ontwikkeling van de betalingsmoraal van Nederlandse bedrijven. In 2013 dacht ruim een kwart (28%) van de credit managers dat de betalingsmoraal zou verslechteren, dit jaar ligt dit aandeel nog niet eens op een zesde van de credit managers. Het verschil met 2012 is helemaal groot: toentertijd dacht bijna driekwart dat de betalingsmoraal zou verslechteren.
n=96
80%
1
verslechteren
cmt 12 2012 (n=110) gelijk blijven
cmt 13 2013 (n=120)
cmt 14 2014 (n=96)
Vraag: Wat vindt u van de betalingsmoraal bij Nederlandse bedrijven/de overheid? Vraag: Verwacht u dat de betalingsmoraal de komende twaalf maanden zal…
weet niet
20078 / oktober 2014
Pag. 9
Hoofdstuk II: Betaalgedrag overheid
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 10
De betalingsmoraal van zowel de nationale- als lokale overheden wordt door ongeveer één op de drie creditmanagers als redelijk tot goed beoordeeld.
2
Betaalgedrag overheid
2.1 Betalingsmoraal
Betalingsmoraal Nederlandse overheid
nationale overheid 3%
33%
lokale overheid
17%
32%
0% goed
10%
20%
20%
30%
redelijk
40% matig
50%
16%
31%
17%
30%
60%
slecht
70%
80%
Creditmanagers verwachten dat de betalingsmoraal van de overheid komend jaar gelijk zal blijven (68%). Slechts een klein deel verwacht dat het zal verslechteren (3%).
90%
100%
weet niet / geen ervaring n=96
Verwachting betalingsmoraal overheid 67,7%
3,1% 5,2%
Vraag: Wat vindt u van de betalingsmoraal van de verschillende Nederlandse overheden?
24,0%
verbeteren gelijk blijven VCMB Trendmeter 14
verslechteren weet niet
n=96 20078 / oktober 2014
Vraag: Verwacht u dat de betalingsmoraal van de Nederlandse overheid de komende twaalf maanden zal… Pag. 11
Meerderheid van de creditmanagers vindt dat de betalingsmoraal van de overheid sneller verbeterd kan worden. 2013 Stellingen rol overheid (% [zeer] mee eens) De betalingmoraal van de overheid zou sneller verbeterd kunnen worden.
34%
De overheid moet met meer regelgeving komen om betaalgedrag te verbeteren.
21%
Overheden zijn slechte betalers.
28%
25%
0%
VCMB Trendmeter 14
33%
16%
De overheid houdt zich beter aan de afgesproken betalingstermijn dan vorig jaar.
zeer mee eens noch mee eens, noch mee oneens zeer mee oneens
32%
15%
20%
24%
20%
9%
40%
14%
9%
11% 8%
60%
enigszins mee eens enigszins mee oneens weet niet / n.v.t. 20078 / oktober 2014
55%
23%
18%
Betaalgedrag overheid
2.2 Rol overheid
De vraag naar meer regelgeving blijft onverminderd groot; 55% van de credit managers is van mening dat de overheid met meer regelgeving moet komen om het betaalgedrag te verbeteren. In 2013 was dit 48%.
48%
36%
25%
24%
28%
80%
2
100%
n=96
Vraag: Wat vindt u van de betalingsmoraal van de verschillende Nederlandse overheden?
Pag. 12
Creditmanagers zijn goed bekend met de boete die in rekening kan worden gebracht indien de overheid te laat betaalt. Slechts 7% heeft ook daadwerkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid.
2
Betaalgedrag overheid
2.3 Boete overheid
Mening boete ik word liever op tijd betaald
Bekendheid boete overheid
2014 (n=96) 7%
0%
40%
20%
9% 11%
40%
60%
32%
80%
Zes op de tien (59%) creditmanagers wordt liever op tijd betaald dan dat zij de overheid beboeten met €40.
59%
die boete staat niet in verhouding tot het liquiditeitsprobleem dat het oplevert
13%
ik doe geen zaken met de overheid
11%
die boete wordt toch nooit betaald
3%
ik vind het een goede regeling
2%
100%
goed mee bekend, we hebben hier gebruik van gemaakt goed mee bekend, maar we hebben er geen gebruik van gemaakt enigszins mee bekend, ik heb een indruk wat het inhoud mee bekend, ik heb er wel eens van gehoord onbekend
anders
5%
weet niet
6%
0%
20%
Vraag: Wanneer de overheid te laat betaalt kan een boete van minstens €40,- in rekening worden gebracht. In hoeverre bent u bekend met deze regeling?
40%
60%
80%
Vraag: Welke van onderstaande antwoorden geeft uw mening over deze regeling het beste weer?
n=96 VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 13
De helft van de creditmanagers vindt de stijging van de griffiekosten een bedreiging voor de continuïteit van het MKB.
22%
36%
De stijging van de griffiekosten is een bedreiging voor de continuïteit van het MKB.
28%
21%
De stijging van de griffiekosten heeft geen invloed op onze incassostrategie.
Mijn organisatie zet sinds de stijging van de griffiekosten minder zaken door voor gerechtelijke incasso.
20%
0%
24%
22%
15%
20%
40%
9%
9% 10%
15%
9%
69%
16%
18%
30%
28%
22%
29%
60%
80%
8% 7%
De stijging van de griffiekosten heeft bij een derde (32%) van de bedrijven invloed op de incassostrategie.
8%
13%
100%
enigszins mee eens
noch mee eens, noch mee oneens
enigszins mee oneens
zeer mee oneens
weet niet / n.v.t. 20078 / oktober 2014
55%
Het aandeel creditmanagers dat vindt dat de griffiekosten te hoog zijn voor bedragen net boven de €500 is ongeveer even groot als vorig jaar (2014: 73%, 2013: 69%). Hetzelfde geldt voor het aandeel dat de €500 grens belemmerend vindt werken (2014: 64%, 2013: 54%).
11%
zeer mee eens
VCMB Trendmeter 14
2.4 Griffiekosten
(% [zeer] mee eens)
51%
De € 500,- grens werkt belemmerend.
Betaalgedrag overheid
2013
Griffiekosten De griffiekosten zijn te hoog voor bedragen net boven de € 500,-.
2
Vraag: In hoeverre bent u het eens met onderstaande uitspraken over de griffiekosten die betaald dienen te worden bij een gerechtelijke procedure?
n=96 Pag. 14
Hoofdstuk III: Alternatieve financieringsvormen
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 15
Bijna de helft van de creditmanagers is inhoudelijk bekend met het begrip ‘ketenfinanciering’. 3% geeft aan deze vorm zelf aan te bieden. Bekendheid ketenfinanciering
2014 (n=96)
18%
0%
20%
27%
40%
18%
60%
3
Alternatieve financieringsvormen
3.1 Ketenfinanciering
Eén derde van de creditmanagers (33%) is positief over de alternatieve financieringsvorm ‘ketenfinanciering’. Vrijwel niemand is negatief over deze vorm van financiering.
34%
80%
100%
goed mee bekend, wij bieden het zelf aan goed mee bekend, maar wij bieden het zelf niet aan enigszins mee bekend, ik heb een indruk wat het inhoud mee bekend, ik heb er wel eens van gehoord onbekend
Waardering ketenfinanciering
Vraag: In hoeverre ketenfinanciering? 2014 (n=96)
31%
0%
VCMB Trendmeter 14
47%
20% 40% 60% 80% zeer positief positief niet positief, maar ook niet negatief negatief zeer negatief weet niet 20078 / oktober 2014
bent
u
bekend
met
18%
100%
Vraag: Bij ketenfinanciering krijgen toeleveranciers een betaalgarantie van hun klant. Met die garantie wordt voorfinanciering door een bank of andere financiers mogelijk. Dit is een vorm van financiering voor de gehele waardeketen van leverancier tot producent. In hoeverre bent u positief of negatief over deze vorm van financiering? Pag. 16
Het leverancierskrediet is het meest bekend onder creditmanagers. De MKB obligatiefondsen en kredietunies zijn relatief onbekend. Alternatieve financieringsvormen leverancierskrediet kapitaalverstrekking door familieleden
34%
7%
20%
44%
microkrediet
durfkapitaal
32%
35%
5%
21%
kredietunies
17% 0%
20%
17%
Het leverancierskrediet (34%) wordt door ongeveer een op de drie creditmanagers gebruikt.
11%
14%
33%
36%
21%
46% 60%
80%
goed mee bekend, we hebben hier gebruik van gemaakt goed mee bekend, maar we hebben er geen gebruik van gemaakt enigszins mee bekend, ik heb een indruk wat het inhoud mee bekend, ik heb er wel eens van gehoord onbekend VCMB Trendmeter 14
3.2 Bekendheid alternatieve financieringsvormen
21%
18%
40%
6%
Alternatieve financieringsvormen
15%
19%
27%
17%
7%
20%
24%
22%
19%
15%
33%
33%
MKB obligatiefondsen
11%
47%
crowdfunding
reverse factoring
45%
3
20078 / oktober 2014
100%
n=96
Vraag: In welke mate bent u bekend met onderstaande alternatieve financieringsvormen?
Pag. 17
Hoofdstuk IV: Vakgebied credit manager
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Pag. 18
Credit management is minder belangrijk geworden binnen de organisatie dan in 2013.
27%
Credit Management is het afgelopen jaar belangrijker geworden binnen mijn organisatie.
25%
34%
6%
27%
8%
6%
74%
79%
Mijn organisatie is het afgelopen jaar meer gaan investeren in Credit Management.
15%
23%
32%
11% 10% 8%
48%
Credit Management is binnen mijn organisatie meer gecentraliseerd het afgelopen jaar.
14%
24%
34%
7% 13% 8%
42%
Het aantal FTE voor Credit Management is het afgelopen jaar toegenomen binnen mijn organisatie. Vanwege omstandigheden als professionalisering, automatisering, borging proces, shake out moeten Credit Management afdelingen krimpen.
10% 6%
7%
Het Credit Management is het afgelopen jaar versoepeld binnen mijn organisatie.
9%
0% zeer mee eens enigszins mee oneens VCMB Trendmeter 14
enigszins mee eens zeer mee oneens
29%
18%
21%
29%
20%
11%
34%
8%
11%
35%
7%
22%
40%
4.1 Positie CM
(% [zeer] mee eens)
20%
34%
Vakgebied credit manager
2013
Stellingen positie credit management Ook andere afdelingen (zoals sales of inkoop) zien het nut van Credit Management steeds meer in.
4
60%
31%
80%
6%
100%
noch mee eens, noch mee oneens weet niet / n.v.t. n=96 20078 / oktober 2014
25%
9% Vraag: Hieronder staat een aantal stellingen over de positie van het vakgebied credit management binnen uw organisatie. In welke mate bent u het eens met deze stellingen?
Pag. 19
Credit marketing, big data en ketenfinanciering: voorbeelden van innovaties die organisaties de afgelopen jaren hebben doorgemaakt
4
Vakgebied credit manager
4.2 Innovaties
“Ketenfinanciering”
“CreditMarketing”
“Credit risk-proces”
“Debiteuren software” “Deurwaarder Data App” “Gebruik van big data” “Customer journey mapping” “BI analyse op profielniveau” “De verbeterde samenwerking met de salesorganisatie”
“Self service portalen”
“IBAN”
‘’Digitalisering aanmaningstraject” “Niet teveel op DSO managen” “Goederen ruil”
VCMB Trendmeter 14
20078 / oktober 2014
Vraag: Kunt u voorbeelden noemen van innovaties die het credit management binnen uw organisatie de afgelopen jaren heeft doorgemaakt?
Pag. 20
Bijlage Verantwoording Inleiding Negen jaar geleden is OnGuard gestart met het creditmanagement Trendmeter Onderzoek. Vanaf 2012 heeft OnGuard het onderzoek overgedragen aan het VCMB. Door continu onderzoek uit te laten voeren onder credit managers wil het VCMB meer inzicht krijgen in de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van creditmanagement.
Doelgroep en methode De doelgroep van het onderzoek bestaat uit credit managers en consorten. De gegevensverzameling in dit onderzoek heeft via het onderzoekspanel van VCMB plaatsgevonden. Het onderzoek geeft cijfermatige inzichten en is dus kwantitatief van aard. De (potentiële) respondenten ontvingen een uitnodigingsmail met een link, met daarin een unieke code en wachtwoord. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. De vragenlijst voor dit onderzoek is ontwikkeld door Blauw Research in samenwerking met het VCMB. Vervolgens is de vragenlijst geprogrammeerd en getest in de software van Blauw Research.
VCMB Trendmeter 14
Steekproef, veldwerk Het volledige onderzoekspanel van het VCMB is benaderd voor het onderzoek. De bruto steekproef bestond uit een benadering van 427 panelleden. Uiteindelijk hebben 96 respondenten meegedaan aan het onderzoek.
Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed.
Bij aanvang van het onderzoek is 10% van de bruto steekproef uitgenodigd. Op het moment, dat ongeveer 10% van de beoogde (netto) respons was behaald, zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Deze hadden zich niet voorgedaan. Vervolgens is de overige 90% uitgenodigd voor het onderzoek.
Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van (beproefde) antwoordcategorieën en –schalen. Voor zover mogelijk zijn alle antwoordcategorieën en vraagblokken gerandomiseerd en gerouleerd, waardoor mogelijke volgorde-effecten zijn uitgesloten. De vragenlijst is vooraf uitvoerig getest, waardoor interpretatiefouten bij respondenten zijn geminimaliseerd. De enquête wordt computerondersteund afgenomen, waardoor een tussentijdse nauwkeurige controle mogelijk is.
Om de respons te bevorderen is er tussentijds een tweetal herinneringsmails verstuurd naar alle panelleden, die –op het moment van versturen- nog niet aan het onderzoek hadden deelgenomen. De veldwerkperiode heeft gelopen van 26 september tot en met 19 oktober 2014. De invulduur van de vragenlijst betrof gemiddeld 12 minuten. Dataverwerking De mate waarin de uitkomsten van het onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep gelden, uit zich o.a. in de validiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan.
20078 / oktober 2014
Betrouwbaarheid Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor de statistische analyses. Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% (=0,05). Dit betekent dat met minimaal 95% betrouwbaarheid gesteld kan worden dat waargenomen verschillen in de steekproef ook voor de gehele onderzoekspopulatie gelden.
Pag. 21
Bijlage achtergrondkenmerken Functie Credit Manager
Branche/sector
34%
Teamleader Credit…
23%
15%
Debiteurenbewaker/-…
13%
Hoofd administratie
5%
Financieel directeur
22%
23%
Doelgroep
4%
Consultant
3%
Financial Services manager
2%
Risk Manager
business to business
10%
1%
anders
89%
18%
3% 23%
0%
20%
40% n=96
financiële dienstverlening handel/distributie overheid/non profit weet niet
Grootte CM afdeling 1 medewerker
business to consumer
dienstverlening productie/industrie overig
39% n=96
overheid 27%
Grootte bedrijf
21%
weet niet 1%
2-5 medewerkers
43%
6-10 medewerkers
34%
22%
0%
18%
11-15 medewerkers
20%
40%
60%
80%
100% n=96
4%
10%
16-25 medewerkers
2% 26 medewerkers of meer
7% 32%
geen CM afdeling
5%
weet niet
2% 0%
VCMB Trendmeter 14
10%
20%
30%
40%
50% n=96
1-19 medewerkers 100-499 medewerkers weet ik niet 20078 / oktober 2014
20-99 medewerkers 500 medewerkers of meer n=96 Pag. 22