Corporate Recovery: koersen door zwaar weer
NIVRA-NOvAA-debatbijeenkomst 14 oktober 2009
Opening
Prof.mr. Bob Wessels Universiteit Leiden Dagvoorzitter
Programma • • • • • • • •
De kleur is rood - Eric Boerma Juridische herstructurering en doorstart - Marc van Oers Lunch Bestuurdersaansprakelijkheid - Paul Peeters Het vlot van de Medusa - Karin Luttikhuis Corporate recovery in België - Melissa Vanmeenen Pauze Corporate recovery in Nederland; do’s en don’ts - Bernard Prins • Het huwelijksvermogensrecht in het kader van de kredietcrisis - Alexander Labohm • Afsluiting en borrel
De kleur is rood
(borsato)
Erik Boerma vice‐president rechtbank ‘s‐Hertogenbosch
• Introductie • Een veilige en legale doorstart, namelijk? • Do’s • Don’ts
Introductie, of whats up Uitgesproken insolventies per rechtbank tot en met week 38 van 2009 Rechtbank
Faillissementen
Schuldsaneringen
Surseances
Totaal
Den Bosch
816
304
46
1166
Amsterdam
730
635
63
1428
Den Haag
663
548
56
1267
Utrecht
616
232
65
913
Rotterdam
608
439
39
1086
Breda
582
543
30
1155
Arnhem
508
269
40
817
Zwolle
448
643
14
1105
Zutphen
447
192
21
660
Almelo
416
239
4
659
Haarlem
404
371
12
787
Assen
267
195
16
478
Alkmaar
261
246
15
522
Groningen
259
339
8
606
Roermond
249
190
13
452
Leeuwarden
214
309
4
527
Maastricht
210
351
6
567
Dordrecht
189
53
5
247
Middelburg
117
65
7
189
8004
6163
464
14631
Instroom insolventies den Bosch Faillissementen
1998:
1999:
2000:
2001:
2002:
2003:
2004:
2005:
2006:
2007:
2008
2009
Instroom faillissement
387
306
337
440
641
747
934
912
777
582
626
123
Voorraad faillissementen
911
822
822
1001
1325
1611
1875
1993
1704
1624
1681
1998:
1999:
2000:
2001:
2002:
2003:
2004:
2005:
2006:
2007:
2008
2009
Instroom schuldsanering
4
446
637
533
566
673
1014
889
1245
1176
472
67
Voorraad schuldsanering
4
425
988
1377
1758
2095
2558
2735
3288
3668
3087
Insolventie totaal
1998:
1999:
2000:
2001:
2002:
2003:
2004:
2005:
2006:
2007:
2008
Instroom insolventie
391
752
974
973
1207
1420
1948
1801
2022
1758
1098
Voorraad insolventie
915
1247
1810
2378
3083
3706
4433
4728
4992
5292
4768
WSNP
2009
Doorstart? • Insolad jaarcongres 2008 doorstart • Doorstart is vanuit optiek fw geen doel – De fw spreekt er ook niet over – Fw is –strikt genomen‐ collectief verhaal op vermogen schuldenaar – En kent, behoudens wsnp, geen bepalingen die zien op andere belangen dan die van schuldeisers
• Definitie: al dan niet gedeeltelijk behoud van een deel van de kernactiviteiten van een onderneming • Relativering: merendeel van doorstarten in deze –economische‐ zin vinden buiten faillissement plaats (6% binnen fail, 2,3 van totaal reorganisaties)
• Conflict fw (maximalisering opbrengst) en doorstarter? • Niet per se: forumgedachte – Doorstart bijna alleen vanuit eigen aangifte – Merendeel insolventies op verzoek crediteuren (zij hebben de stekker ook in handen) – Niet mogelijk vanuit wsnp, behoudens akkoord of dwangakkoord
• Curator en rc bepalen!
• Forum: belangenhebbende melden zich • Toezicht op curator: manier waarop is aan toezicht onderworpen, niet de uitkomst • Met andere woorden: ik beoordeel of de curator transparant is, fair is naar partijen, oog heeft voor alle belangen waaronder die van werknemers, behoud onderneming, opbrengst, strafrechtelijk etc.
• Realiteit: ontslag is not the issue • Opbrengst, bestuurdersaansprakelijkheid, gebrek aan biedingen, fricties wel. – Er bestaat alleen een marktprijs (ergo: de curator is vaak veroordeeld tot de doorstarter) – Prijsbepaling is stiefkindje – Gebrek aan transparantie (administratief of strafrechtelijk) kan doorstart in de weg staan – Derden bezien oud‐bestuurder met argwaan – Doorstart slaagt alleen met instemmen van stakeholders – Complexe afwegingen leg ik voor aan crediteuren
Andere wegen? • Surseance? • Akkoord/dwangakkoord wsnp?
• En belangrijkste: bereidt je cliënt voor dat hij de controle kwijt is – Strafrecht – Instrumenten failwet – Bestuurdersaansprakelijkheid
• De belangrijkste do is: You always control what you do, so make this your end
De dont’s: • Vooral niet voorbereiden • Hou de administratie vooral achter (er bestaat geen retentierecht op de administratieve bescheiden) • Deponeer de komende jaren niet tijdig je jaarrekening • Pas vooral de handelsnaam nog aan 3 dagen voor faillissement
Juridische herstructurering en doorstart Fiscale aspecten
Mr Dr M.H.M. van Oers AA/Actuaris AG
Doorstartconstructies Drie hoofdvormen: 1.
akkoord: verschillende akkoordvarianten, maar percentageakkoord meest voorkomend
2.
aandelentransactie: gaat meestal wel gepaard met akkoord
3.
activatransactie: activatransactie na faillissement populair saneringsmiddel, want (1) overnemende partij is vrij in personeelskeuze en (2) nieuwe rechtspersoon neemt in beginsel oude schulden niet over
Fiscale voorrechten drie fiscale voorrechten algemeen voorrecht (artikel 21, eerste lid, Iw 1990) betreft goederen van de belastingschuldige bodemvoorrecht (artikel 21, tweede lid, Iw 1990) betreft bodemzaken (zeg inventaris, maar geen voorraden en vorderingen) van de belastingschuldige. Gevolg: fiscus gaat voor op de bank voor zover verpande bodemzaken bodemrecht (artikel 22, derde lid, Iw 1990) betreft bodemzaken die aan derden toebehoren
Bodembeslag
leggen van bodembeslag bemoeilijkt doorstart
belangrijkste effecten bodembeslag: blokkerende werking/vervreemdingsverbod afschrikkingseffect crediteuren
fiscus kan ook bodembeslag leggen op bodemzaken die nog eigendom (zijn) van leveranciers (ook tijdens faillissement)
door mogelijkheid van bodembeslag ontstaat er een wedloop tussen onbetaalde leveranciers en de bank met de fiscus
Bodembeslag
fiscus ontziet reële eigendom
leveranciers met huur, bruikleen en operational leasing zijn safe
leveranciers met huurkoop, financial leasing en eigendomsvoorbehoud zijn niet safe
bank: verliest van de fiscus inzake verpande bodemzaken
Bodembeslag accountant moet bij een doorstart dus rekening houden met acties van drie partijen
fiscus: leggen bodembeslag
onbetaalde leveranciers: halen spullen weg
bank: bodemverhuurconstructie
Bodemverhuurconstructie
de bank gaat het perceel van de belastingschuldige huren
gevolg: geen bodem belastingschuldige meer
groot aantal handelingen nodig, want bodem mag niet meer in gebruik zijn bij belastingschuldige
staking bedrijfsactiviteiten, personeel moet worden heengezonden, zakelijke huurprijs, sleutels moeten worden ingenomen etc.
Bodembeslag
werk in stilte
let op bij melding betalingsonmacht: sommige Ontvangers leggen dan standaard bodembeslag
invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven (>50 werknemers) die voortbestaan kunnen bedreigen moeten worden voorgelegd aan Ministerie (art. 1.1.7 Linv. 2008)
is er wel bodembeslag mogelijk? (human capital)
treedt in overleg met bank: dichtdraaien kredietkraan, bodemverhuurconstructie etc.
Akkoord: moeilijk te realiseren
weinig akkoorden in surseance of faillissement, hoewel deze zogeheten dwangakkoorden kennen
buitengerechtelijk akkoord: moeilijk, want alleen crediteuren gebonden die instemmen met akkoord
HR 12 augustus 2005, NJ 2006, 230: crediteur kan gedwongen toe te treden tot akkoord indien misbruik van bevoegdheid
nieuwe Insolventiewet: buitengerechtelijk akkoord is mogelijk bij > 50% crediteuren, mits > 50% van het kapitaal vertegenwoordigende
Akkoord: kwijtschelding schulden kwijtscheldingswinstvrijstelling
gaat om prijsgeven van rechten door schuldeisers compensabele verliezen 50.000 kwijtscheldingswinst 60.000 vrijstelling 10.000 (60.000 – 50.000)
Let op! beperkingen bij f.e. Vpb (artikelen 8, vierde lid, en 15ac, tweede lid, Wet Vpb 1969) en deelnemersverhoudingen (artikel 13ba, vierde lid, Wet Vpb 1969)
Akkoord met fiscus
art. 20-22 Uitv.reg. Iw: voorwaarden kwijtschelding in zakelijke sfeer
drie belangrijkste voorwaarden: - tenminste dubbele percentage van hetgeen concurrente crediteuren ontvangen - geen derde kunnen aanspreken (denk aan bestuurder van BV-belastingschuldige) - perspectieven onderneming na akkoord
Akkoord: correctie vooraftrek OB vooraftrek van OB ingekomen facturen moet worden gecorrigeerd correctie vooraftrek doorgaans grootste belastingschuld bij insolventies ook hier kan sinds 2003 dubbele percentage toegepast worden
Aandelentransactie
fiscaal onaantrekkelijk door deelnemingsvrijstelling
Voorbeeld: aankoop van aandelen in mooie jaren voor € 500.000 huidige waarde aandelen: nihil verkoop aandelen: fiscaal verlies € 0
alternatief: liquidatie deelneming betekent liquidatieverlies (niet als onderneming binnen het concern wordt voortgezet)
DGA die zijn BV liquideert kan ook een verlies nemen: 25% van (verkrijgingsprijs – liquidatieuitkeringen)
Aandelentransactie
oppassen bij fiscale eenheid OB en/of Vpb
bij fiscale eenheid OB worden aandelen in zieke onderdelen vervreemd juist om een fiscale claim niet te laten neerslaan bij gezonde onderdelen
bij fiscale eenheid Vpb ontstaat juist een belastingschuld bij vervreemding aandelen in zieke onderdelen
F.e. OB en hoofdelijke aansprakelijkheid
geregeld in artikel 43, eerste lid, Inv.
alle onderdelen f.e. OB hoofdelijk aansprakelijk, ongeacht bij welk onderdeel de schuld is ontstaan
materieel criterium: belastingschulden hebben betrekking op periode dat f.e. OB
nuancering: aansprakelijkheid loopt door tot schriftelijke kennisgeving van einde fiscale eenheid OB aan inspecteur
Verbreking fiscale eenheid OB
bij de insolvente werkmaatschappij zal artikel 29,2-schuld ontstaan, waarvoor de andere onderdelen van de f.e. OB hoofdelijk aansprakelijk zouden worden indien en voordien geen verbreking door verbreking kan mogelijk worden voorkomen dat claim van fiscus ‘neerslaat’ op andere onderdelen van f.e. OB ‘mogelijk’: in literatuur discussie en jurisprudentie geen uitsluitsel praktijk: verbreekt en fiscus accepteert het de facto
Tips verbreking f.e. OB
verbreek zo tijdig/snel mogelijk HR 1 juli 1997, BNB 1997/368: schuld ex artikel 29, tweede lid, Wet OB 1968, ontstaat dag vóór faillietverklaring dus te laat bij faillissement let op schriftelijke melding bij inspecteur (art. 43, lid 1, Inv.), anders loopt hoofdelijke aansprakelijkheid door
Algemeen advies: afvragen of een fiscale eenheid OB in de huidige tijd wel moet worden gevormd
Fiscale eenheid Vpb
artikel 15aj, derde lid, Wet Vpb 1969
in het zicht van liquidatie moet dochtermaatschappij haar schulden op de bedrijfswaarde stellen, als deze lager is dan nominale waarde
gevolg: winstneming door herwaardering nog tijdens f.e. Vpb
Praktijkgeval art. 15aj, lid 3 Rechtbank Arnhem 27 juni 2007, VN 2008/11.15 fiscale eenheid Vpb 21-11-2003: moeder verkoopt 10% van de aandelen, verbreking fiscale eenheid Vpb 02-12-2003: aanvraag faillissement 03-12-2003: faillietverklaring F BV 05-03-2004: overname activa F BV door zuster G BV 14-11-2006: opheffing faillissement inspecteur: op 21-11-2003 schulden van F BV op bedrijfswaarde stellen, in casu 0. Nominale waarde € 512.495, dus vrijval € 512.495 t.g.v. fiscale eenheid Vpb Rechtbank: inspecteur krijgt gelijk
Fiscale eenheid Vpb praktijkvragen over artikel 15aj, derde lid, Wet Vpb 1969 1. ‘in zicht van liquidatie’: duur? mogelijk 6,5 jaar omvat ‘liquidatie’ ook faillissement? Mees: “nee” (WFR 2003/6514, blz. 175-178). Aan de andere kant in PG voorbeelden met faillissement 2. ‘bedrijfwaarde’: bedrijfswaarde van de schuld = nominale waarde, maar het moet gaan om bedrijfswaarde van de vordering. Wat gaat rechter doen?
Tips verbreking f.e. Vpb
ontvlechting is moeilijke zaak vóórdat artikel 15aj, derde lid, toepassing kan vinden, maar dat is mogelijk jaren indien te laat: dan proberen vermeende ondeugdelijkheden artikel 15aj, derde lid, aan de orde te stellen bij rechter echt te laat: activatransactie (want artikel geldt alleen bij ontvoeging door aandelentransactie)
Algemeen advies: afvragen of een fiscale eenheid Vpb in de huidige tijd wel moet worden gevormd
Activatransactie
zit weinig fiscaals aan voor winstregime
winst = verkoopprijs minus boekwaarde
vaak veel compensabele verliezen
overdragende vennootschap vaak geliquideerd (denk aan liquidatieverlies)
Activatransactie
artikel 31 Wet OB: geen dienst/levering bij overdracht onderneming
bij verkoop losse zaken normaal OB verschuldigd
sinds 1 januari 2008 is verleggingsregeling uitgebreid:
we hadden al: bij onroerende zaken optie tot belaste levering
nieuw: 1. bij levering aan een ondernemer tot executie van een in zekerheid gegeven (on)roerende zaak 2. bij levering aan een ondernemer van een onroerende zaak op grond van een executoriale titel
Afronding
doorstart van onderneming is mijnenveld
keyfactors voor succes: juiste timing, goede kennis en ook wat geluk
hoofdlijnen van vandaag moeten tot de parate kennis van accountants behoren
BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID
Paul J. Peters
Home
Bestuurdersaansprakelijkheid Hoofdregel: alleen de rechtspersoon is aansprakelijk Uitzondering: doorbraak van aansprakelijkheid interne aansprakelijkheid externe aansprakelijkheid
Home
Interne aansprakelijkheid Interne aansprakelijkheid: aansprakelijkheid jegens de vennootschap zelf art. 2:9 BW Wanprestatie
Home
Externe aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid: aansprakelijkheid jegens tegenover derden, ondermeer de Faillissementsboedel. Niet limitatief: Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) Derde anti-misbruikwet (art. 2:138 en 2:248 BW)
Home
Interne aansprakelijkheid: art. 2:9 BW “Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan of te wenden.”
Home
Interne aansprakelijkheid: art. 2:9 BW “Ernstig verwijt” criterium, sterk van omstandigheden van het geval afhankelijk. Belangrijkste omstandigheid: “Het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak is berekend en deze nauwgezet vervult. (HR 10 januari 1997, NJ 1997, 360, Staleman van de Ven) Handelen in strijd met statutaire bepalingen, sterke aanwijzing voor aanwezigheid ernstig verwijt (HR 29 november 2002, NJ 2003, 455)
Home
Interne aansprakelijkheid: art. 2:9 BW Vordering vennootschap op bestuurder Tijdens faillissement exclusieve bevoegdheid curator i.t.t. 2:248 BW schadevordering, aantonen causaal verband, geen driejaarstermijn Hoofdelijke aansprakelijkheid met disculpatiemogelijkheid, individuele bestuurder Décharge bevrijdt bestuurder van interne aansprakelijkheid jegens vennootschap
Home
Interne aansprakelijkheid: wanprestatie Contractuele basis tussen bestuurder en rechtspersoon (bijvoorbeeld arbeidsovereenkomst, opdracht). Aansprakelijkheid indien de bestuurder opzet of bewuste roekeloosheid kan worden verweten (HR 10 december 1999, NJ 2000/6). Praktisch van minder belang.
Home
Samenvattend praktisch Statutaire bepalingen naleven Adequaat / décharge besluit Goedkeuring besluit etc. Zorgvuldigheid
Home
Externe aansprakelijkheid art. 6:162 BW Deze aansprakelijkheid zal zich met name voordoen ingeval van een (naderend) faillissement en een vennootschap niet meer in staat is geheel of gedeeltelijk na te komen (HR 21 december 2001, NJ 2005, 96 (Sobi/Hurks)
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 6:162 BW Criterium: persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurder, commissaris en aandeelhouders ingeval van persoonlijke onrechtmatige daad en persoonlijke verwijtbaarheid (HR 25 november 1927, NJ 1928, 364 (Hertszschmar/Mendes de Léon)
Home
“Beklamel” gevallen en duurovereenkomsten Bij aangaan van verplichtingen c.q. overeenkomst, is bestuurder in beginsel persoonlijk aansprakelijk indien hij wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden voor de als gevolg van niet nakoming door de wederpartij te lijden schade De persoonlijke verwijtbaarheid door de bestuurder kan worden aangetast door omstandigheden aan te voeren die zijn handelswijze rechtvaardigde
Home
“Beklamel”gevallen en duurovereenkomsten Voor wat betreft het aangaan van duurovereenkomsten kan van een bestuurder niet worden gevergd dat hij de hele periode overziet (HR 20 november 1993, NJ 1999, 684 (Wijsmuller)
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 6:162 BW Persoonlijke aansprakelijkheid ingeval de bestuurder kan worden verweten te hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de door hem bestuurde vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet nakomt en daarvoor aan de wederpartij van de vennootschap schade berokkent en de bestuurder een voldoende ernstig (persoonlijk) verwijt kan worden gemaakt (zie recent HR 8 december 2006, NJ 2006, 659, Ontvanger / Roelofsen) Onttrekken zaken aan pandrecht (HR 12 juli 2002, JOR 2002, 160 (Ensing/IDM)
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 6:162 BW Aansprakelijkheid van aandeelhouder (HR 21 december 2001, NJ 2005, 96) Vaststellen van de hechte aard van de concernstructuur en de daarbij horende ingrijpmacht van de moeder Concluderen tot een zorgplicht van de moeder tegenover de schuldeisers van de dochter vanwege de hechte concernstructuur Bepalen van het tijdstip waarop de moeder van de deplorabele toestand van haar dochter geacht mag worden op de hoogte te zijn en haar zorgplicht deswege werd geactiveerd (peildatum) Beslissen of moeder haar zorgplicht in voldoende mate is nagekomen
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 6:162 BW Curator bevoegd ten behoeve van belangen van gezamenlijke schuldeisers bestuurders aan te spreken op grond van onrechtmatige daad (HR 14 januari 1983, NJ 1983, 597, Peeters q.q. Gatzen) Geen exclusieve bevoegdheid curator (HR 21 december 2001, NJ 2005/95) De curator kan niet zonder machtiging van de individuele schuldeisers vorderingen instellen die alleen aan individuele schuldeisers toekomen (HR 16 september 2005, Journaal IF&Z 2005, 282 Bannenberg q.q.)
Home
Praktisch t.a.v. 6:162 BW Aan de vooravond van een faillissement werken met: reële exploitatieprognoses reële liquiditeitsprognoses
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW “In geval van faillissement van de B.V. is iedere bestuurder jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van de schulden voor zover niet door vereffening voldaan”. (lid 1). Voorwaarden: kennelijk onbehoorlijk bestuur aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement
Home
Wie is bestuur? Formele bestuurder: natuurlijk of rechtspersoon die deel uitmaakt van orgaan dat belast is met besturen van m.n. N.V. en B.V. Gelijkstelling met bestuurders: 2:151/261 lid 1 BW: allen die zonder deel uit te maken van bestuur NV/BV op grond van de statuten of krachtens besluit AvA voor zekere tijd of onder bijzondere omstandigheden daden van bestuur verrichten. 2:138/248 lid 7 BW: degene die beleid mede bepaalt als ware hij bestuurder. Pseudo-bestuurder bij niet bestaande rechtspersonen (2:4 lid 4 BW). Bestuurder van vereniging, coöperatie, onderlinge, waarborgmaatschappij en stichting die VPB-plichtig is.
Home
Wie is aansprakelijk? Aansprakelijke personen 1. 2. 3. 4.
bestuurder (mede)beleidsbepaler tweedegraads bestuurder (art. 2:11 BW) in Nederland gefailleerde buitenlandse rechtspersonen: a. bestuurders b. leiding van in Nederland verrichte werkzaamheden (art. 5 WCC) 5. commissarissen (art. 2:149/259 BW)
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Exclusieve actie van de faillissementscurator. Hoofdelijke aansprakelijkheid, maar disculpatie- mogelijkheid individuele bestuurder. Aansprakelijkheid ziet op gehele tekort in faillissement (algemene faillissementskosten inbegrepen). Décharge staat aansprakelijkheid ex. art. 2:138 en art. 2:248 BW niet in de weg. Curator naast actie ex 2:138/248 BW, vordering ex art 2:9 BW.
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Kennelijk onbehoorlijk bestuur ‘Evident’ Uitgangspunt: beleid dat geen bestuurder met vereiste bekwaamheid zou hebben uitgevoerd 3 jaren voorafgaand aan faillissement
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Aanwijzingen kennelijk onbehoorlijk bestuur (sterk casuïstisch): Strijd met vennootschappelijk doel of belang Verwaarlozing kredietbewaking Het zich niet tijdig indekken tegen duidelijk voorzienbare risico’s Zonder behoorlijke voorbereiding nemen van belangrijke beslissingen Het ernstig verwaarlozen van het personeelsbeleid zodat …
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Niet vergewissen van kredietwaardigheid van contractpartners en debiteuren Het zich bij belangrijke transacties niet voorzien van deskundige voorlichting en bijstand Onrechtvaardige persoonlijke verrijking Verwaarlozen van fundamentele bestuursplichten, waaronder het inlichten van commissarissen Incompetent gebleken bestuurders tóch vrijheid geven
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Rechtspraak Niet: Onopzettelijk fouten / domheden Normale risico’s verbonden aan ondernemerschap Wijsheid ‘achteraf’ Ruimte voor (desnoods gedurfd) ondernemerschap: HR 30 mei 1997, NJ 1997,671 Wel: beleid dat géén bestuurder met vereiste bekwaamheid zou hebben uitgevoerd roekeloos, lichtzinnig, onbezonnen en onverantwoord gedrag
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Omkering bewijslast Niet tijdig publiceren jaarrekening (2:394 BW) Niet voldoen aan de boekhoudplicht (2:10 BW) Gevolg: Kennelijk onbehoorlijk bestuur staat vast. (Rechts) vermoeden dat dit een belangrijk oorzaak is van het faillissement.
Home
Omkering bewijslast Boekhoudverplichting ex art. 2:10 HR 11 juni 1993, NJ 1993, 713 “Die bepaling regelt niet op welke wijze de administratie van de rechtspersoon dient te worden ingericht en volstaat met de eis dat zodanige aantekeningen worden aangehouden dat daaruit te allen tijde de rechten en plichten van de rechtspersoon kunnen worden gekend. In de laatste alinea van de r.o. 4.6 heeft het Hof overwogen dat de administratie zodanig was dat men snel inzicht kan krijgen in de debiteurenen crediteurenpositie op enig moment en…
Home
Omkering bewijslast Boekhoudverplichting ex art. 2:10 … dat deze posities en stand van liquiditeiten gezien de aard en omvang van de onderneming een redelijk inzicht geven in de vermogenspositie. Door op grond van deze op zichzelf in cassatie niet bestreden overwegingen te oordelen dat aan de eisen van artikel 2:14 lid 1 is voldaan, heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.” Publicatieverplichting ex art. 2:394 13 maanden na afloop boekjaar accountantsverklaring
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW De aangesprokene kan, indien sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, aansprakelijkheid trachten te ontkomen door: 1. weerlegging van het causale verband tussen dit (wettelijk vermoeden) feit en het faillissement. 2. het inroepen van een individuele disculpatie. 3. het aantonen dat de functie van de aangesprokene een andere is, bv commissaris. 4. het aantonen dat het verzuim onbelangrijk is (bv. de situatie dat de jaarrekening 2 dagen te laat wordt gedeponeerd, achterstand ten gevolge van computerstoring of ziekte van administrateur. Of sprake is van een onbelangrijk verzuim is sterk afhankelijk van de mate van het kennelijk onbehoorlijk bestuur).
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Praktisch gevolg: Theorie: Enige ontsnappingsmogelijkheid is om aan te tonen dat het faillissement in belangrijke mate te wijten is aan andere (externe) factoren. Praktijk: Rechters willen alleen veroordelen indien materiële gronden voor ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ aanwezig zijn.
Home
Externe aansprakelijkheid: art. 2:138 en 2:248 BW Praktisch:
Jaarrekening tijdig / compleet publiceren Boekhouding voortdurend bijwerken Belangrijke beslissingen adequaat documenteren
Home
AKD Prinsen Van Wijmen N.V. Admiraliteitskade 50 Postbus 4302 3006 AH Rotterdam www.akd.nl
Paul J. Peters Tel.: 088 253 55 63 Fax: 088 253 55 92 Mobiel: 06 53 98 08 63 E-mail:
[email protected]
Home
Insolventie
Het vlot van de Medusa Prof. mr.dr. Karin Luttikhuis RA
Insolventie y Indeling presentatie: - Hoe kunnen bedrijven financiële problemen
oplossen?
- Welke personen zijn bij insolventie betrokken in
Nederland en internationaal gezien, in het bijzonder in Engeland?
- Welke eisen worden aan deze betrokkenen gesteld?
Insolventie y Onderneming in financiële moeilijkheden:
oplossingen: - Formele procedures: Faillissement, WSNP,
Surseance van betaling - Informele reorganisatie: herstructurering van
bedrijfsactiviteiten, financiële herstructurering, beiden
Aantal en omvang van de insolventie y Informele reorganisatie: { Het aantal informele reorganisaties dat plaatsvindt is niet geregistreerd. { Een voorzichtige schatting leidt tot een uitkomst van bijna 23.000 in 2002 en 26.000 in 2003 y Formele procedures: - Surceance van betaling: onbekend - Faillissementsprocedure van bedrijven: - Uitgesproken aantal faillissementen in 2008: 4.635;
2009: eerste kwartaal verdubbeld ten opzichte van 2008
Grote stijging aantal faillissementen in 2009
Totaal uitgesproken faillissementen Perioden
aantal
2009 1e kwartaal
2614
2009 2e kwartaal
2751
2009 3e kwartaal
2578
Betrokken personen in Nederland bij insolventie y Informele reorganisatie:
diverse professionals; geen toezichthouder; y Formele procedures: - Faillissementsprocedure: curator: beheer; art. 68 Fw - Rechter-commissaris: toezicht; art. 64 Fw - Met regelmaat door curator een accountant
betrokken
Opleiding betrokken personen in Nederland bij insolventie y Informele reorganisatie:
Geen opleidingsvereisten y Formele procedures: y faillissementsprocedure: curator:
Geen opleidingsvereisten in de wet In de praktijk meestal advocaten benoemd als curator met jarenlange ervaring met insolventies en een insolventieopleiding
Opleiding betrokken personen in Nederland bij insolventie In de praktijk uit interviews blijkt dat met regelmaat een accountant betrokken door de curator naast een curator in een faillissement van voldoende omvang; Keuze van de accountant gebaseerd op ervaring; Op dit moment is ons geen insolventieopleiding bekend voor accountants;
Insolventie in internationaal perspectief
Betrokkenen bij insolventie y Onderzoek waarbij de leden van INSOL International
geënquêteerd zijn; y INSOL International is een wereldwijde organisatie van nationale verenigingen van accountants en advocaten die zich hebben gespecialiseerd in turnaround and insolvency. Er zijn wereldwijd 40 Member Associations met 10,000 professionals die lid zijn van INSOL International. y Het onderzoek richt zich op de vraag: wie zijn de betrokkenen bij het beheer van insolventieprocedures y In totaal zijn er aan circa 1000 leden vragen voorgelegd uit een bestand van 10.000 leden
Insolventierecht in internationaal perspectief y 1)Who is involved in administrating the formal
insolvency process? y Advocaten, accountants, beiden of anderen? y Advocaten, accountants, beiden, anderen, geen
y Figuur 1: who is involved in administrating
the formal insolvency process
Insolventierecht in internationaal perspectief y 2)Who is most of the time involved in
administrating the formal process? y Advocaten, accountants, beiden of anderen? y Advocaten, accountants, beiden , anderen, geen
Insolventierecht in internationaal perspectief y 3)Who is involved in administrating the informal
insolvency process? y Advocaten, accountants, beiden of anderen? y Advocaten, accountants, beiden , anderen, geen
Insolventie in Engeland en aantallen y Informele reorganisatie: y Informal rescue procedures y (geen data over bekend) y Formele procedure: y Company Voluntary Arrangement (CVA) y Members' Voluntary Liquidation (MVL) y Creditors' Voluntary Liquidation (CVL) y Compulsory winding-up y Administration (Enterprise Act 2002)
Betrokken personen bij insolventie in Engeland y Informele reorganisatie: y Informal rescue procedures: y Weinig over bekend en geen eisen hieraan gesteld door
de wet
y Formele procedures: y In alle formele procedures moet je een Insolvency
Practitioner (IP) betrekken, dat staat in de wet; y In de wet staat ook dat IP verzekerd moet zijn, dat hij verbonden dient te zijn aan een beroepsorganisatie, de opleidingsvereisten, ervaring en kwalificaties (wordt later behandeld bij opleiding)
Insolventie in VK y Regelgeving rond Insolvency Practitioners in VK y Department of Business, Enterprise and Regulatory Reform (BERR) en de
Secretary of State (SoS)
y IPs member of Recognised Professional Bodies (RPBs), RPBs houden y y y y y y y y
toezicht op IPs: Chartered Association of Certified Accountants ACCA Insolvency Practitioners Association IPA Institute of Chartered Accountants in England and Wales ICAEW Institute of Chartered Accountants in Ierland ICAI Institute of Chartered Accountants in Scotland ICAS Law Society of England and Wales LS Law Society of Scotland LSS (sommige IPs direct benoemd door SoS)
Secretary of State
BERR Insolvency Services (IS)
JIEB Exams Experience Insurance
IA 1986
RPBs Candidate
Regulatory Bodies: JIC, R3, IS SIPs
Regulations And supervision
RPB internal rules „Dear IP” bulletins RPB supervision
Practice
Insolvency Practitioners - UK y Opleiding en kwalificaties: IA 1986, Arikel 230,
Artikel 1(2), 2(4), 4(2), 7(5), 19(2)(a), 45(2), 62(2), 98(2)(a), 171(4), 172(5), 255(a)(d), 256(3)(a), 258(3), 273(2), 286(2), 292(2), 298(6) y Kwalificaties: lidmaatschap in RPB, ervaring en slagen voor de JIEB (joint insolvency examination Board) (zie volgende sheet) of je kunt worden benoemd door de Secretary of State y Additionele vereisten door RPBs y Continue monitoring door RPBs
Insolvency Practitioners - UK y Opleiding en kwalificaties: y Joint Insolvency Examination Board: examens:
Knowledge F1 Accountant in Businesss (AB) F2 Management Accounting (MA) F3 Financial Accounting (FA) Skills F4 Corporate and Business Law (CL) F5 Performance Management (PM) F6 Taxation (TX) F7 Financial Reporting (FR) F8 Audit and Assurance (AA) F9 Financial Management (FM) Professional (five papers in total)
Essentials P1 Professional Accountant (PA) P2 Corporate Reporting (CR) P3 Business Analysis (BA) Options (two to be completed) P4 Advanced Financial Management (AFM) P5 Advanced Performance Management (APM) P6 Advanced Taxation (ATX) P7 Advanced Audit and Assurance (AAA) Fundamentals (nine papers in total)
Vereisten en opleiding IP’s in UK: samenvatting
JIEB Exams Work Experience Structured training in Ethics Initial professional development
Training Contract
The IP
Insolvency Practitioners - UK y IPs in aantal: ongeveer 1,700 y Grootste organisatie is ICAEW: 679 y Anderen variëren van tientallen (LSS) en (ICAI) and
honderden(ICAS, ACCA, IPA, LS) y Ongeveeer 65 IPs benoemd door Secretary of State
Insolvency Practitioners - UK y Werkdruk IP’s (2008) Compulsory Liquid.
Creditors Voluntary Liquid.
MVLs
CVAs
Administration (EA02)
Administrator Appointments
5 494
10 041
867
587
4 820
2
2,83
0,001
No. of IPs
1700 No. of cases per IP
3,23
5,90
0,51
0,34
y Hartelijk dank voor uw aandacht.
Corporate recovery in België De wet betreffende de continuïteit van ondernemingen
Prof. Melissa Vanmeenen 14 oktober 2009
Overzicht • Wat vooraf ging… • Basisconcepten van de wet • De WCO in praktijk
99
Wat vooraf ging…
De wet gerechtelijk akkoord • Wet betreffende het gerechtelijk akkoord van 17 juli 1997 (W.G.A.) – - In werking van jan. 1998 tot april 2009 - Doelstelling: gerechtelijk akkoord wordt de regel en faillissement wordt slechts uitzonderlijk aangewend - Mislukt! – cf. cijfers - Oorzaken
101
Aantal gerechtelijke akkoorden 1998-maart 2009 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Gerechtelijk Akkoord toegestaan
180
169
140
151
130
99
98
82
91
73
78
25
Faillissement
147
141
103
126
99
80
60
50
54
46
42
5
Bron Graydon 102
De nieuwe Belgische wet • Sinds 2000 pogingen tot hervormingen • Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van ondernemingen in moeilijkheden - Afgekort W.C.O. - Inwerkingtreding: 1 april 2009
103
Kern • Continuïteit van de onderneming(sactiviteit) waarborgen: redden wat te redden valt! • Portaal met vrije toegang: “bedreiging van continuïteit onmiddellijk of op termijn” volstaat om opschorting van betaling te krijgen • Keuzemogelijkheden voor de onderneming in moeilijkheden
104
Basisconcepten van de wet
Overzicht keuzemogelijkheden • “Buitengerechtelijke” of preprocedurele reorganisatie: - opsporing van ondernemingen in moeilijkheden (handelsonderzoek) - bewarende maatregelen: ondernemingsbemiddelaar en gerechtsmandataris - buitengerechtelijk minnelijk akkoord
• Gerechtelijke reorganisatie: - = opschorting van betaling voor bepaalde periode - tijdens deze periode herstel bewerkstelligen door • minnelijk akkoord • collectief akkoord • overdracht onder gerechtelijk gezag 106
Het handelsonderzoek • Big brother is watching you… • Rechtbank van koophandel verzamelt gegevens over alle ondernemingen in het arrondissement waaruit financiële moeilijkheden blijken: - Vb achterstallen bij de fiscus, veroordelingen, onderzoek jaarrekeningen, enz. – “alles kan en mag” • Ondernemingen worden opgeroepen door de rechtbank en ondervraagd over de situatie en de mogelijke herstelmaatregelen - Bijstand van accountant is zeer gebruikelijk – het gaat om een bedrijfseconomische analyse • Besluit: waartoe leidt dit? 107
Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord • Het minnelijk akkoord is een overeenkomst gesloten tussen een schuldenaar en zijn schuldeisers waarin de schuldeisers volgens de modaliteiten van de overeenkomst instemmen met een uitstel van betaling, kwijtschelding of een andere maatregel die het financiële herstel van de schuldenaar kan bevorderen • Voordelen minnelijk akkoord: - Reorganisatie zonder publiciteit of procedurekosten - Wilsautonomie – vrije keuze m.b.t. schuldeisers en inhoud van het akkoord - Confidentialiteit – “geheime akkoorden” - Wettelijke bescherming van alle betalingen gedaan binnen dit akkoord – risico op misbruik? • Bijstand ondernemingsbemiddelaar mogelijk
108
De gerechtelijke reorganisatie •
Hoofdkenmerk: opschorting van betaling voor een bepaalde periode (6m verlengbaar tot 18m), d.w.z. je moet je schulden niet betalen •
•
Rechten van schuldeisers zijn zeer sterk beknot
Procedure in de regel enkel op verzoek van de schuldenaar Procedure onder toezicht van de rechtbank, maar schuldenaar blijft in beginsel volledig beschikkingsbevoegd 3 alternatieve herstelschema’s – vrije keuze
• • • • •
Een (gerechtelijk) minnelijk akkoord Een collectief akkoord Overdracht onder gerechtelijk gezag 109
De gerechtelijke reorganisatie 1. •
• • 2. • • •
Gerechtelijk minnelijk akkoord Akkoord waarbij zowel de inhoud als de betrokken schuldeisers vrij gekozen kunnen worden Vrijwillig akkoord van schuldeisers nodig Nadeel: procedurekosten, openbaarheid, toezicht door de rechter Collectief akkoord Herstelplan waarover gestemd wordt door alle betrokken schuldeisers Meerderheid van schuldeisers beslist Homologatie door de rechtbank 110
De gerechtelijke reorganisatie 3. •
• • •
Overdracht onder gerechtelijk gezag Gerechtsmandataris verkoopt onder toezicht van de rechtbank een deel of het geheel van de onderneming Schuldenaar heeft geen beslissingsmacht Deze overdracht kan worden opgedrongen aan de schuldenaar Eigenlijk sterfhuisconstructie onder toezicht van de rechtbank
111
De WCO in de praktijk • Hoeveel gerechtelijke reorganisaties werden toegekend? • Welke ondernemingen vragen een gerechtelijke reorganisatie? • Welk herstelschema werd gekozen? • Wat is de gemiddelde duur van de opschorting van betaling?
112
De WCO in de praktijk 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2009
april
mei
juni
juli
augustus
september
25
58
79
68
24
27
Bron Graydon, stand tot 19 sept 2009: 281 vonnissen
113
De WCO in de praktijk 2009 vanaf april: gerechtelijke reorganisaties volgens rechtsvorm 120
100
80
60
40
20
0
2009 vanaf april
NV ‐ SA ‐ AG
BVBA ‐ SPRL ‐ GMBH
EVBA ‐ SPRU
CV ‐ SC
CVBA ‐ SCRL
105
110
10
1
6
Eenmanszaak ‐ Entreprise à COMV ‐ SCS une personne 40
2
VOF ‐ SNC 5
Bron Graydon, stand tot 19 sept 2009: 281 vonnissen 114
De WCO in de praktijk Gerechtelijke Reorganisaties per activiteit DIENSTVERLENING AAN BEDRIJVEN; 37
50
40
ANDERE; 12 WATER‐EN AFVALBEHANDELING, SANERING; 2 ENERGIEPRODUCTIE ; 0 REPARATIE EN ONDERHOUD ; 0 ANDERE INDUSTRIE; 1 MEUBELINDUSTRIE; 1 BOUW VAN VERVOERSTUIGEN EN COMPONENTEN; 1 MACHINEBOUW; 3
BOUWMATERIALENINDUSTRIE; 3
ELECTROTECHNIEK, ELECTRONICA & COMPUTERS; 4 METAALINDUSTRIE; 19
PAPIERINDUSTRIE; 0
CHEMISCHE‐& KUNSTSTOFINDUSTRIE; 4 DRUKKERIJEN, UITGEVERIJEN en MEDIA; 11 HOUTINDUSTRIE; 1 TEXTIEL en LEDERINDUSTRIE; 3 VISSERIJ en AQUACULTUUR; 0
VOEDINGSINDUSTRIE en VOEDINGSNIJVERHEID; 6 LAND‐en BOSBOUW; 2 IMMO; 5 SPORT & RECREATIE; 4 VERZEKERINGEN EN VERMOGENSBEHEER; 1
HANDELSBEMIDDELING; 7
GARAGEHOUDERS & AANVERWANTE SECTOREN; 12 GROOTHANDEL; 21 TRANSPORT; 17
10
KLEINHANDEL; 25
20
HORECA; 25
30
BOUW; 54
60
0
2009
Bron Graydon, stand tot 19 sept 2009: 281 vonnissen
115
Historiek Aantal bedrijven met een voorafgaand afgesloten faillissement
1
Aantal bedrijven met een voorafgaand ingetrokken faillissement
3
Aantal bedrijven met een voorafgaand Gerechtelijk akkoord
7
Aantal bedrijven met faillissement tegelijk met huidige GR uitgesproken
1
Aantal vonissen van opschorting Aantal opschortingen met GEPUBLICEERD PRIMAIR doel
281 117
Aantal opschortingen met minnelijk akkoord to doel
18
aantal opschortingen met collectief akkoord tot doel
93
aantal opschortingen met gerechtelijke overdracht tot doel
Aantal opschortingen met VERMOEDELIJK PRIMAIR doel
6
194
Aantal opschortingen met minnelijk akkoord to doel
18
aantal opschortingen met collectief akkoord tot doel
170
aantal opschortingen met gerechtelijke overdracht tot doel
6
Looptijd van de initieel toegekende opschorting gemiddelde looptijd in dagen
150
Minimum aantal dagen
35
Q1 in aantal dagen
121
Mediaan in aantal dagen
175
Q3 in aantal dagen
183
Maximum in aantal dagen
188
Aantal opschortingen herroepen voor stemmingsdatum
12
Aantal opschortingen herroepen voor stemming zonder faillissement Aantal opschortingen herroepen voor stemming met faillissement
1 11
gemiddelde looptijd in dagen
83
Minimum aantal dagen
35
Q1 in aantal dagen
56
Mediaan in aantal dagen
90
Q3 in aantal dagen
104
Maximum in aantal dagen
133
Aantal sluitingen van procedures zonder faillissement Aantal Wijzigingen van doel
4 5
van Minnelijk akkoord naar Collectief akkoord
1
van Minnellijk akkoord naar Overdracht onder Gerechtelijk Gezag
0
van Collectief akkoord naar Overdracht onder Gerechtelijk Gezag
4
Bron Graydon, stand tot 19 sept 2009
116
Besluit • Continuïteit centraal: redden wat te redden valt… (maar op wiens kosten?) • Opmars van de procedure, maar de effecten ervan zijn nog lang niet duidelijk
117
Corporate Recovery in Nederland: do’s en don’ts Bernard Prins PriceWaterhouseCoopers 3&
Onderneming • •
Wat doe ik in – stel – drie weken: Iedere dag verdampt waarde - Hoeveel cash te genereren - Koers op liquiditeit - Nieuw businessplan, laatste cijfers richtinggevend voor toekomst - Wat zij value drivers; klanten / leveranciers / personeel vasthouden - Herstructureringsplan opstellen - Financieringsruimte Ù aanwezig Ö behoefte - Plan moet haalbaar zijn, uitgaan van vertroebelde relaties - Nieuwe marktomstandigheden; beperk werkkapitaal
oktober 2009 PricewaterhouseCoopers
Onderneming (vervolg) -
Relatie bank: betrouwbaarheid van cijfers (ex post en ex ante) Convenant breekt: bank onrustig, zoek tijdig nieuwe financiering Continuïteit levert meer op dan discontinuïteit Banken eisen (nu) veel additionele informatie
oktober 2009 PricewaterhouseCoopers
Ondernemer • • • • •
Houdt equity vast Converteerbare preferente aandelen uitgeven Schuld omzetten in aandelen Houdt scheiding natuurlijke Ù rechtspersoon Let op dwars- en kruisverbanden
oktober 2009 PricewaterhouseCoopers
Wat is dom? • • • • • • •
Werknemers op laatste moment wel betalen (UWV) Strategische crediteuren niet betalen Niet dwang crediteuren wel betalen Verkeerde informatie verschaffen Niet weten waar je staat, ken cash/convenant positie Ken agenda stakeholders Probleem niet (h)erkennen, wat is kwaal, wat is symptoom
oktober 2009 PricewaterhouseCoopers
Wat is goed? • • • • • • • • • • •
Binden assets Lek boven water halen Ö maak bedrijf verkoopbaar Opgeven ego’s Communicatieplan, intern zowel als extern Overtreffen van verwachtingen Maximaliseer flexibiliteit Vertrouwen creëren Evenwicht vinden tussen vertrouwde kennis en nieuw elan Fall back scenario hebben Key assets binden Kies plaats van insolventie (wellicht netwerk in stand te houden)
oktober 2009 PricewaterhouseCoopers
Het huwelijksvermogensrecht in het kader van de kredietcrisis
Mr. A.N. Labohm Vicepresident Hof` `s-Gravenhage en lector personen– en familierecht SSR
Onderwerpen
Kasstromen en de kredietcrisis. Wettelijke gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden. De omvang van de gemeenschap. Wat blijft buiten de verdeling. Privé vermogen man, privé vermogen vrouw en het gemeenschapsvermogen. Aansprakelijkheid, draagplicht en verhaalbaarheid van schulden. De afstand van de gemeenschap en het aangaan van huwelijkse voorwaarden staande huwelijk. De faillissementsboedel. De privé goederen van de niet gefailleerde echtgenoot De pauliana en het handelen van de echtgenoten De bescherming van het gezin 1:88 BW Het vervlogen vermogen op de peildatum. Het vervlogen vermogen en de vaststelling van de verrekeningsvordering.
Kasstromen En de kredietcrisis
Kasstromen zijn van belang bij: A) bepaling van de alimentatie van de ondernemer; B) de waardering van ondernemingsvermogen; C) de vaststelling van de winst die naar maatschappelijke normen kan worden uitgekeerd; D) vaststellen of iemand in staat van insolventie verkeerd.
Kasstromen De eenmanszaak
De eenmanszaak van de man in 2008 De man exploiteert in de vorm van een eenmanszaak een bouwbedrijf. Er zijn 7 werknemers in dienst, loonsom € 350.000,De overige uitgaven van het productieproces bedragen € 150.000,Aankoop Volkswagen transporter € 50.000,Verkoop Volkswagen transporter € 10.000,Afschrijvingen onroerendgoed 5% Garantie voorziening € 10.000,Geldlening € 250.000,-, aflossing € 50.000,- per jaar. In oktober 2008 valt de omzet stil. De man kan de bedrijfsgebouwen niet verkopen. De bank is sinds januari 2009 niet meer bereid om enige financiering te verstrekken.
Kasstromen De eenmanszaak De balans per 31 december 2008 Onroerendgoed Debiteuren Bank Voorraad Totaal
€ 1.000.000,€ 200.000,€ 50.000,€ 100.000,€ 1.350.000,-
Kapitaal Voorziening Crediteuren Banklening Totaal
€ 1.000.000,€ 30.000,€ 70.000,€ 250.000,€ 1.350.000,-
Kasstromen De eenmanszaak Het kasstroomoverzicht betreffende het jaar 2008 ziet er als volgt uit: Bedrijfsresultaat nihil Aanpassingen voor: a) Afschrijvingen € 40.000,b) Voorziening € 10.000,c) Totaal € 50.000,Verandering werkkapitaal a) Debiteuren toenamen Kasstroom uit operationele activiteiten
€ 50.000,- € 50.000,€ nihil
a) Investering Volkswagen - € 50.000,b) Desinvestering Volkswagen € 10.000,Kasstroom uit investeringsactiviteiten
- € 40.000,-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing lening Netto kasstroom is negatief
- € 50.000,- € 90.000,-
Kasstromen & De Tremanormen
Winst + afschrijving Gecorrigeerde winst 2006 € 250.000,- + € 40.000,- = € 290.000,2007 € 200.000,- + € 40.000,- = € 240.000,2008 nihil + € 40.000,- = € 40.000,Gemiddeld resultaat over drie jaar = € 190.000,Alimentatie wordt vastgesteld op basis gemiddelde resultaat over de afgelopen drie jaar, dus € 190.000,-
De eenmanszaak de conclusie
De onderneming is solvabel, een eigenvermogen van € 1.000.000,Op basis van de Tremanormen bedraagt de gemiddelde winst € 190.000,Op basis van de Tremanormen bedraagt de alimentatie ten minste een derde deel van € 190.000,- of wel € 63.333,-. De kasstroom van de eenmanszaak is negatief € 90.000,De man kan geen alimentatie betalen op basis van het kasstroomoverzicht. De man kan geen activa verkopen en geen geld aan trekken. Hat vaststellen van de draagkracht op basis van de Tremanormen kan de man in zeer ernstige betalingsmoeilijkheden brengen. Op basis van het kasstroomoverzicht kan er geen winst worden uitgekeerd in de zin van art 1:141 lid 4 BW. De negatieve kasstroom beïnvloed de waarde van de onderneming.
Huwelijkse voorwaarden & Het verrekenbeding
De overeenkomst van huwelijkse voorwaarden boek 1 titel 8 art 1:114 BW tot en met 1:143 BW. Koude uitsluiting Uitsluiting met een periodiek verrekenbeding Uitsluiting met een finaal verrekenbeding
Het vervlogen vermogen & De vaststelling van de verrekeningsvordering Gehuwd, huwelijkse voorwaarden en het verrekenbeding. Vermogen op datum indiening verzoekschrift tot echtscheiding 1-8-2007. Vermogen man a) Aandelen Fortis € 600.000,b) Waarde onderneming € 1.400.000,Vermogen vrouw a) Woonhuis € 500.000,Vermogen op datum behandeling bij het hof 14-10-2009. Vermogen man a) Aandelen Fortis 20.000 x € 0.89,€ 17.800,b) Waarde onderneming (liquidatie waarde) € 250.000,Vermogen vrouw a) Woonhuis € 475.000,-
Verrekenbeding & De onderneming
Waardering van het ondernemingsvermogen? Het vaststellen van de winst die naar maatschappelijke normen kan worden uitgekeerd?
Waardering van ondernemingsvermogen & De peildatum
De peildatum voor de waardering van het ondernemingsvermogen is de datum indiening verzoekschrift tot echtscheiding tenzij in de overeenkomst van huwelijkse voorwaarden een andere peildatum is overeengekomen. Indiening verzoekschrift tot echtscheiding 1 maart 2007. Het bouwbedrijf heeft op voormelde datum nog veel opdrachten, een positieve kasstroom en een goed resultaat. Behandeling van het geschil inzake de waardering van het ondernemingsvermogen bij het hof 14 oktober 2009. Er zijn geen nieuwe opdrachten meer, kasstroom is negatief en het resultaat is negatief. Wat zijn de uitgangspunten voor de waardering van de onderneming? Als u door de rechtbank tot deskundige bent benoemd, welk advies geeft u aan de rechtbank? Geeft u aan de rechter een advies over de financiering van de overbedelingsvordering? Hoe ziet u uw eigen verantwoordelijkheid als accountant?
Uitkeerbare winst in de zin van art 1:141 lid 4 en 5 BW
1:141 lid 4 BW. Indien een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van een niet op zijn eigen naam uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen, en een verrekenbeding is overeengekomen dat ook ondernemingswinsten omvat, worden de niet uitgekeerde winsten uit zodanige onderneming, voor zover in het maatschappelijk verkeer als redelijk beschouwd, eveneens in aanmerking genomen bij de vaststelling van de verrekenplicht van die echtgenoot onverminderd het eerste lid.
Uitkeerbare winst & Hoe stelt u die vast?
Winst uit onderneming behoort tot het te verrekenen vermogen Rechtsvorm van de onderneming, eenmanszaak, personenvennootschap, BV Fiscale jaarwinst art 3:25 Inkomstenbelasting, art 3:8 IB Totaalwinst Fiscale winst in de zin van art 8 VPB 1969 Art 2:216 BW Hoge Raad 6 oktober 1989 NJ 1990,286. De bestuurder kan in beginsel nadat hij weet of moet weten dat de onderneming feitelijk insolvent is, aangesproken worden op gevolgen van het aangaan van nieuwe verplichtingen of – meer algemeen- het voortzetten van de onderneming. Hoge Raad 8 november 1991 NJ 1992, 174 (Nimox) Hoge Raad 6 november 2004 JOR 2004, 67 (Didam) Zie H. Beckman, hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht, 2008, blz 95
Winst en continuïteit RB Zutphen 18-10-2006 LJN:AZ0633 Op grond van de solvabiliteittoets van de onderneming wordt slechts een deel van de winst in de verrekening betrokken.
Winst en continuïteit Gerechtshof `s-Gravenhage 28-2-2007 LJN:BA1935 Ro 37 Voor de vaststelling van de winst die naar maatschappelijke normen kan worden uitgekeerd acht het hof onder meer van belang dat: – De continuïteit van de onderneming als gevolg van de uikering niet in gevaar komt; – De onderneming over voldoende weerstandvermogen blijft beschikken om moeilijke tijden te kunnen overleven; – De verdere groei van de onderneming niet wordt belemmerd; – De uitkering niet in strijd is met de statuten van de BV; – De uitkering niet in strijd is met artikel 2:216 BW – De verhouding eigen- en vreemd vermogen in overeenstemming is met hetgeen in de branche gebruikelijk is.
Winst en continuïteit Gerechtshof `'s-Hertogenbosch 19-8-2008 LJN:BE8983 Partijen zijn het er over eens dat de man in ieder geval op het moment dat hij uit de maatschap treedt, zal kunnen beschikken over de hem toegekende doch niet uitgekeerde winsten. Ook indien moet worden aangenomen dat het standpunt dat de gereserveerde winsten thans niet liquide gemaakt kunnen worden juist is, kan de man dit, in de bijzondere omstandigheden van dit geval, in redelijkheid niet aan de vrouw tegenwerpen. Van belang in dit verband is allereerst dat de rechtbank heeft vastgesteld dat de financiële afwikkeling van de echtscheiding tussen partijen nagenoeg met gesloten beurzen kan plaatsvinden wanneer de voormalige echtelijke woning met de daarop rustende hypotheken en de Aegon beleggingsverzekering tezamen met de ingevolge het verrekenbeding verschuldigde gelden in de financiële afwikkeling worden betrokken.
De omvang van de gemeenschap
Artikel 1:94 BW 1) De gemeenschap omvat, wat haar baten betreft, alle tegenwoordige en toekomstige goederen der echtgenoten, met uitzondering van goederen ten aanzien waarvan bij uitsterste wilsbeschikking van de erflater of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, en met uitzondering van het vruchtgebruik, bedoeld in afdeling 2 van titel 3 van boek 4. 2) Zij omvat, wat haar lasten betreft, alle schulden van ieder der echtgenoten. 3) Goederen en schulden die aan een der echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet. 4) Onverminderd het in artikel 155 van dit boek bepaalde pensioenrechten waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is alsmede met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen niet in de gemeenschap vallen.
De wettelijke gemeenschap van goederen art 1:94 BW Als partijen in de wettelijke gemeenschap van goederen zijn gehuwd kan er sprake zijn van drie vermogens: A) Privé vermogen man; B) Privé vermogen vrouw; C) Gemeenschapsvermogen. Als partijen op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd kunnen er ook drie vermogens zijn: a) Privé vermogen man; b) Privé vermogen vrouw; c) Gemeenschapsvermogen, denk aan mede eigendom van de woning, gemeenschap van inboedel enz.
Wat blijft buiten de verdeling?
Verknochtheid Criterium: de aard van het goed, zolas deze aard mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald. HR 3 november 2006 NJ 2008,258. HR 15 februari 2008 LJN:BC0377 (VUT uitkering is verknocht). Gerechtshof `s-Gravenhage 13 februari 2008 LJN: BC4531 immateriële schadevergoeding en het leerstuk van de ongerechtvaardigde verrijking. HR 26 september 2008 LJN:BF2295 HR 17 oktober 2008 LJN:BE9080 Uitkeringen uit stamrechtverzekering na ontbinding zijn verknocht.
HR 26 september 2008 LJN:BF2295
Degene die zich op verknochtheid van goederen beroept, dient te stellen op grond waarvan daarvan sprake is. Anders dan namens de vrouw is aangevoerd, kan niet op grond van redelijkheid en billijkheid worden aangenomen dat in geval als het onderhavige hetgeen door wederbelegging van een geldsom die, naar in cassatie moet worden aangenomen, strekte tot vergoeding van immateriële schade, is verkregen, eveneens verknocht is.
Relatief verknocht
Goed is niet verknocht en behoort tot de gemeenschap. Toedeling zonder waardevergoeding. Toerekening schuld zonder verrekening, HR 25 juni 1993, NJ 1994, 41, belastingschuld over alimentatie. Vgl art 1:101 BW: aanspraak op toedeling aan betreffende echtgenoot.
Wat blijft buiten de verdeling?
Uitsluitingsclausule Ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift is bepaald dat…… Bij testament beperkte uitleg bedoeling erflater HR 17 november 2000 NJ 2001,349. Bij schenkingen: vormvrij. (hand tot hand/bankoverschrijvingen. Bewijslast HR 20 december 1991 NJ 1992, 624. Zaaksvervangingsproblematiek via art 1:124/125 BW.
De omvang van de gemeenschap Een praktijk casus De man en de vrouw zijn in de wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd. De vrouw krijgt een schenking van haar ouders van € 250.000,- onder een uitsluitingsclausule. Het bedrag wordt op de bankrekening van de vrouw gestort, waarop een bedrag stond van € 2.500,-. De vrouw koopt en krijgt geleverd een Saab cabriolet van € 50.000,-, zij betaalt de Saabdealer door overschrijving van haar bankrekening naar de bankrekening van de Saabdealer.
De omvang van de gemeenschap Een praktijk casus Een banksaldo is een goed 3:1 BW. Men kan geen bezit of eigendom hebben van uitsluitend naar soort en hoeveelheid bepaalde zaken (Hoge Raad 12 januari 1968 NJ 1968, 274 Teixera de Mattos). Het bedrag van € 250.000,- is vermengd met het bedrag van € 2.500, Het totale banksaldo behoort tot de gemeenschap. De Saab is aan de zijde van de vrouw in de gemeenschap gevallen, de Saab valt in de gemeenschap. De waardedaling van de Saab komt ten laste van de gemeenschap. De vrouw heeft een vordering op de gemeenschap van € 250.000, Als de man in staat van faillissement wordt verklaard kan zij haar vordering indienen bij de curator art 61 lid 6 FW.
De omvang van de gemeenschap Een praktijkcasus
De mogelijke oplossing Er dient van de schenking een schenkingsakte te worden opgemaakt, alsmede dient er aangifte te worden verricht voor het schenkingsrecht (art 61 lid 3 FW). Uit de schenkingsakte moet volgen dat de schenking is gedaan onder een uitsluitingsclausule. Door de vrouw moet, specifiek voor deze schenking, een bankrekening worden geopend. Via deze bankrekening mogen alleen privé transacties van de vrouw worden geboekt. Er mag op deze rekening dus niet worden gestort haar maandelijkse salaris. Dit salaris valt in de gemeenschap. De Saab moet door de vrouw worden gekocht, aan haar worden geleverd en door haar worden betaald van de door haar geopende schenkingsrekening ( art 61 lid 4 FW). Let op zaaksvervanging
Welke schulden moeten we onderscheiden?
Privé schulden van de man. Door de man zelf aangegane gemeenschapsschulden. Door de vrouw zelf aangegane gemeenschapsschulden. Privé schulden van de vrouw. Gezamenlijke schulden van de echtgenoten, 1:85 BW, art 1:90 BW lid 4 BW en andere hoofdelijke schulden van de echtgenoten.
Waar moeten we bij schulden nog meer op letten?
Wie is/zijn aansprakelijk? Wie is/zijn draagplichtig? Op welk vermogen kan de schuld worden verhaald?
Schulden Een voorbeeld De man exploiteert in de vorm van een eenmanszaak een witlofkwekerij. De man gaat bij de bank een lening aan van € 1.000.000,-. De lening van € 1.000.000,- betreft een gemeenschapsschuld. De man en de vrouw zijn beide draagplichtig voor de schuld aan de Bank. De lening is aan de zijde van de man in de gemeenschap gevallen. De man is aansprakelijk voor de lening aangezien hij de contractant is van de bank. De lening is tijdens de gemeenschap verhaalbaar op: de gemeenschap en het privé vermogen van de man. De lening is tijdens de gemeenschap niet verhaalbaar op het privé vermogen van de vrouw, zijnde de schenking die de vrouw ad € 250.000,- onder een uitsluitingsclausule van haar ouders heeft verkregen. Na ontbinding van de gemeenschap kan de Bank de helft van de lening € 500.000,- eveneens verhalen op het privé vermogen van de vrouw.
Schulden Een voorbeeld Het privé vermogen van de vrouw € 250.000,Artikel 1:103 BW Afstand van de gemeenschap 1.Ieder der echtgenoten heeft het recht van de gemeenschap afstand te doen; alle daarmee strijdige overeenkomsten zijn nietig. 2. Het deel der gemeenschap waarvan afstand wordt gedaan, wast aan bij het deel van de andere echtgenoot. 3. De echtgenoot die afstand heeft gedaan, kan uit de gemeenschap niets terugvorderen dan alleen zijn bed met bijbehorend beddengoed en de kleren die hij voor zijn persoonlijk gebruik nodig heeft. Hij kan de papieren en gedenkstukken, tot zijn familie behorende, tegen de geschatte prijs overnemen. 4. Door de afstand wordt hij ontheven van de aansprakelijkheid en de draagplicht voor schulden der gemeenschap, waarvoor hij voor de ontbinding der gemeenschap niet aansprakelijk was. 5. Hij blijft aansprakelijk voor de schulden der gemeenschap, waarvoor hij voor de ontbinding der gemeenschap aansprakelijk was enz.
Schulden een voorbeeld Het privé vermogen van de vrouw van € 250.000,HR 21 februari 1997 NJ 1998,205
Het middel stelt de vraag aan de orde of in een geval als het onderhavige, waarin partijen de tussen hen bestaande algehele gemeenschap willen opheffen door bij huwelijkse voorwaarden elke gemeenschap uit te sluiten, gevaar voor benadeling van schuldeisers bestaat indien hun de mogelijkheid van verhaal op baten ontgaat, die zonder de ontbinding van de gemeenschap in de toekomst in die gemeenschap zouden vallen. In een dergelijk geval wordt in beginsel reeds in de bescherming van de schuldeisers van de gemeenschap voorzien door 1:102 BW. Dit artikel is hier van toepassing omdat de opheffing van de gemeenschap bij huwelijkse voorwaarden ingevolge aart 1:99 lid 1, aanhef en onder d, tot ontbinding van die gemeenschap leidt. Het artikel heeft tot gevolg dat na de ontbinding ieder van de echtgenoten aansprakelijk is voor de gemeenschapsschulden voor de helft. Met dit wettelijke stelsel zou het niet stroken om in het kader van art 1:119 BW aan de schuldeisers een verdere bescherming te geven door onder het in lid 3 van die bepaling bedoelde gevaar voor benadeling mede te begrijpen het aan elke opheffing van de gemeenschap verbonden gevolg dat aan schuldeisers van die gemeenschap het voordeel onthouden van de mogelijkheid van verhaal op de goederen die zonder die opheffing in de toekomst in de gemeenschap zouden vallen. Een andere opvatting zou, naar de onderhavige zaak demonstreert, het ook onmogelijk maken om door middel van het maken of wijzigen van huwelijkse voorwaarden voor wat betreft toekomstig vermogen een nieuw regime te scheppen, dat beter dan het aanvankelijke regime het gezin beschermt tegen de financiële risico`s die aan een door een der echtgenoten uitgeoefend bedrijf of beroep zijn verbonden.
Omvang van het faillissement
Artikel 20 FW Het faillissement omvat het gehele vermogen van den schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft. Goederen die buiten het faillissement blijven zijn: Art 21 FW Art 21 a FW a) het recht op het doen afkopen van een levensverzekering voor zover de begunstigde of de verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt.
Schulden en faillissement
Als de man die in gemeenschap van goederen is gehuwd met de vrouw, in staat van faillissement wordt verklaard, moet er een analyse worden gemaakt van de schulden en het vermogen. Privé vermogen man, privé vermogen vrouw, gemeenschapsvermogen. Privé schulden van de man. Door de man zelf aangegane gemeenschapsschulden. Door de vrouw zelf aangegane gemeenschapsschulden. Privé schulden van de vrouw. Gezamenlijke schulden van de echtgenoten, 1:85 BW, art 1:90 BW lid 4 BW en andere hoofdelijke schulden van de echtgenoten.
Faillissement en de gemeenschap
Artikel 63 Fw 1.Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, wordt als het faillissement van die gemeenschap behandeld. Het omvat, behoudens de uitzonderingen van artikel 21, alle goederen, die in de gemeenschap vallen, en strekt ten behoeve van alle schuldeisers, die op de goederen der gemeenschap verhaal hebben. Goederen die de gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die daarop verhaald kunnen worden, indien er generelei gemeenschap was. 2. Het faillissement van de ene echtgenoot houdt niet in het faillissement van de andere echtgenoot ( HR. 13 juli 2001 NJ 2001, 525. 3. Door het faillissement wordt de gemeenschap niet ontbonden. 4. Het bestuur van de gemeenschap komt in handen van de curator (art 23 en 68 Fw) 5. De echtgenoten kunnen na de faillietverklaring geen verplichtingen meer aangaan ten laste van de gemeenschap.
Het terugnemen van goederen art 61 FW
De echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde neemt alle goederen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgoederengemeenschap onderscheidenlijk de gemeenschap van het geregistreerd partnerschap vallen terug. De aanbrengst van de bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden geregistreerd partnerschap buiten de gemeenschap gehouden rechten aan toonder en zaken die geen register goederen zijn, kan slechts worden bewezen zoals bij art 1: 130 BW ten opzichte van derden is voorgeschreven; Van de aan de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde opgekomen rechten aan toonder en zaken die geen register goederen zijn, ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking van erflater of bij gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, moet, in geval van geschil door beschrijving blijken. Het zelfde geldt voor zodanige rechten en zaken, hem staande huwelijk of geregistreerd partnerschap bij erfenis, legaat of schenking opgekomen, die ingevolge de huwelijkse voorwaarden onderscheidenlijk de voorwaarden van geregistreerd partnerschap buiten de gemeenschap vallen. De goederen, voortgesproten uit de belegging of wederbelegging van gelden van de echtgenoten of geregistreerde partner van de gefailleerde buiten de gemeenschap toebehorende, worden insgelijk door die echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner teruggenomen, mits de belegging of wederbelegging, in geval van geschil, door voldoende bescheiden, ten genoegen van de rechter te bewijzen. Indien de goederen aan de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde toebehorende, door de gefailleerde zijn vervreemd, doch de koopprijs nog niet is betaald, of we de kooppenningen nog onvermengd met de failliete boedel aanwezig zijn, kan de echtgenoot onderscheidelijk de geregistreerde partner zijn recht op terugneming van die koopprijs of op de voorhanden kooppenningen uitoefenen. Voor zijn persoonlijke schuldvorderingen treedt de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde als schuldeiser op.
Het terugnemen van goederen art 61 FW en Huwelijkse voorwaarden Het zilveren bestek staat niet op de staat van aanbrengsten. De vrouw koopt en krijgt geleverd een Porsche. De Porsche is betaald van de bankrekening waarop gelden van de vrouw en de man zijn gestort (HR 3 februari 1984 NJ 1984, 752). De vrouw erft een schilderij van haar vader, dit schilderij is niet opgenomen in de boedelbeschrijving. De vrouw koop op de beurs in Maastricht een schilderij voor € 100.000,-. Zij bezit niet meer de aankoop bewijzen noch het betalingsbewijs. De gefailleerde (voor faillissement) koopt en krijgt een zeilboot geleverd van € 100.000,-. De boot is betaald door de vrouw.
Faillissement en ontbinding van de gemeenschap
De gefailleerde mag van echt scheiden. Voor ontbinding van de gemeenschap zie 1: 99 BW Na ontbinding kan de niet gefailleerde echtgenoot afstand doen van de gemeenschap (1:103 BW). Na ontbinding van de gemeenschap valt het inkomen van de niet gefailleerde echtgenoot niet meer in de gemeenschap noch in de faillissementsboedel. Voor de verdere gevolgen van afstand van de afstand van de gemeenschap zie HR 21 februari 1997 NJ 1998,205.
De pauliana en het handelen van de echtgenoten
Artikel 42 FW De curator kan ten behoeve van de boedel elke rechtshandeling die de schuldenaar voor de faillietverklaring onverplicht heeft verricht en waarvan deze bij dit verrichten wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, door een buitenrechtelijke verklaring vernietigen. Het betalen van een niet opeisbare vordering is een onverplichte rechtshandeling (HR 30 september 1994 NJ 1995,626) Hoe te handelen als de ene echtgenoot een vordering op de ander heeft en de voorwaarden liggen niet schriftelijk vast? Zie artikel 43 FW, vermoedens bij pauliana.
Bescherming van het gezin artikel 1 : 88 BW.
C . Overeenkomsten die ertoe strekken dat hij, anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van de derde verbindt; 5. Toestemming voor een rechtshandeling als bedoeld in lid 1 onder c, is niet vereist, indien zij wordt verricht door een bestuurder van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die daarvan alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen houdt en mits zij geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van de vennootschap.
Bescherming gezin Normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf Het moet gaan om rechtshandelingen die voor het door de betrokkene uitgeoefende beroep of bedrijf kenmerkend zijn in die zin, dat zij in de normale uitoefening daarvan plegen te worden verricht. HR 31 mei 1991 NJ 1991,777. Voor het aangaan van een niet alledaags krediet is de toestemming van de andere echtegenoot noodzakelijk (HR 8 juli 2005 NJ 2006,96).
Bescherming gezin De BV Regeling is geschreven voor vennootschappen met een eenvoudige structuur HR 20 januari 2006 NJ 2006,79 . Bestuurder/aandeelhouderschap op het moment van het aangaan van de borgtocht. Zeggenschap en bestuurder.
Afsluiting
Prof.mr. Bob Wessels