Wonen, Wijken en Integratie Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Verslag 14 oktober 2009 Bijeenkomst Gemeenschappelijke Integratie Agenda gemeente Gilze en Rijen
Onderwijs
Colofon
Programmamanager: Radj Ramcharan Projectleider: Eke Gerritsma Secretariaat: Alette Saaltink FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling Servicecentrum Integratie Postbus 201 3500 AE Utrecht 030 297 43 21
[email protected] www.forum.nl Utrecht, oktober 2008
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
2
Opening
door de dagvoorzitter Roel de Krijger De dagvoorzitter heet iedereen van harte welkom namens de Basisschool De Vijf Eiken, Palet, Gemeente Gilze en Rijen, het Ministerie van VROM/WWI en FORUM. Het doel van vandaag is meer inzicht te krijgen in belangrijke thema’s rondom onderwijs: mentoring, segregatie en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).
Roel de Krijger programmamanager Samenleven en Zorg & Welzijn bij Palet.
De voorzitter neemt de aanwezigen mee terug in de tijd, terug naar zijn eigen basisschoolperiode. Hij vertelt over de witte school waarop hij zat en de dag waarop twee Marokkaanse meisjes bij hem in de klas kwamen. De een kon beter meekomen op school dan de ander, waardoor het ene meisje zich over het andere ontfermde. Deze school bestaat inmiddels niet meer, de wijk is veranderd. Veel witte mensen zijn uit de wijk weggetrokken of sturen hun kinderen naar een andere school. Dit voorbeeld illustreert in het klein de thema’s waarover vandaag wordt gesproken (waaronder mentoring en segregatie).
Onder zijn leiding werd in 2004 en 2005 een groot veranderingsproces ingezet om de positie van FORUM als onafhankelijk kennisinstituut verder te verstevigen. Sadik Harchaoui is voorzitter van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Hij heeft zitting in het bestuur van de NPS, het Nederlands Rode Kruis en het Prins Claus Fonds. Daarnaast is hij lid van de Commissie veiligheid en persoonlijke levenssfeer. Tevens neemt hij deel aan verschillende adviescommissies waaronder het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
3
Welkomstwoord
door Hatice Can-Engin Hatice Can-Engin is trots op de scholen in haar gemeente. Deze scholen hebben laten zien hoe we kunnen samenwerken om de schoolprestaties van allochtone leerlingen te verbeteren. Gemeente Gilze en Rijen is hierin succesvol geweest op haar eigen manier. Hatice Can-Engin verwacht veel van de 33 leerlingen die nu deelnemen aan de bijlessen. Wat dat betreft is ze tevreden. Hatice Can-Engin laat vervolgens een dvd zien met meer informatie over het samenwerkingsproject in Gilze en Rijen. Dvd
Hatice Can-Engin (PvdA) is wethouder gemeente Gilze en Rijen. Haar portefeuille bestaat uit onderwijs, sociale zaken, communicatie, volksgezondheid, cultuur en integratie. Ze is directeur geweest bij het Inspraakorgaan Turken (IOT).
De dvd vertelt over de aanpak van ontwikkelingsachterstanden bij allochtone kinderen in de gemeente Gilze en Rijen. Door de samenwerking met diverse partijen in de gemeente kan een dreigende ontwikkelingsachterstand nu al op jonge leeftijd worden vastgesteld, te beginnen op het consultatiebureau. Vervolgens begint het voorkomen van schooluitval al op de peuterspeelzaal. Hier helpt het instrument Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) om achterstanden op tijd te herkennen en aan te pakken. Op de peuterspeelzaal in Gilze en Rijen wordt nu een peutervolgsysteem gebruikt, waarbij indien nodig extra begeleiding wordt ingezet. Hierbij kan worden samengewerkt met de jeugdzorg. Alles gebeurt in overleg met de ouders. De gemeente financiert het, waardoor de extra begeleiding gratis kan worden aangeboden aan de ouders. Ook op de basisschool is extra begeleiding beschikbaar, onder andere via een coachingstraject. Dit coachingstraject (of mentoring) is zowel bedoeld voor leerlingen die slecht presteren, evenals voor kinderen die met extra steun een hoger onderwijs niveau kunnen halen. De coaching is een aanvulling op het bestaande zorgaanbod en vindt plaats met inzet van jonge ervaringsdeskundigen (bijvoorbeeld door hoger opgeleide studenten). Deze mentoren begeleiden leerlingen bij hun huiswerk en ondersteunen hen in sociaal-emotioneel opzicht. Dit alles met de instemming van ouders en leerkrachten. De coachinggesprekken vinden plaats op de school zelf. De resultaten van dit coachingtraject zijn: - minder leerlingen haken vroegtijdig af - de leerlingen presteren beter - de leerlingen zitten beter in hun vel. Aan het einde van de dvd vertellen kinderen zelf over hun ervaringen met hun coaches: hun reacties zijn erg positief.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
4
Cijfers uit onderzoek laten zien dat de investeringen in onderwijs resultaten opleveren. De achterstanden van allochtone leerlingen worden ingelopen. Allochtone leerlingen boeken nu méér vooruitgang dan allochtone leerlingen. Maar dat is nog geen reden om nu achterover te leunen. We moeten blijven stimuleren. Dit vergt veel van de onderwijzers. Zij verdienen dan ook hulde hiervoor. Onder-advisering Als het gaat om de ontwikkelingsachterstand van allochtone kinderen zijn er dus verschillende instrumenten die in hun schoolcarrière kunnen worden ingezet (zoals coaching of mentoring). Daarnaast heb je ook nog het probleem van de onderadvisering. Deze onderadvisering kán er toe leiden dat leerlingen terecht komen op een school die niet past bij zijn of haar behoeften. Zo kan er verveling ontstaan en schooluitval. Aan de andere kant kan het ook goed werken, bijvoorbeeld omdat sommige leerlingen baat hebben bij een langer schooltraject (om dan bijvoorbeeld drie jaar later alsnog op de HAVO te komen). Het kost dan wel extra tijd, maar het is een kans voor deze leerlingen. Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van het ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon Haimé als coördinator van de eerste slachtofferhulpprojecten in Rotterdam. Als wetgevingsjurist en plv directeur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken was ze betrokken bij uiteenlopende wetgevingstrajecten. Sinds 1996 vervult zij leidinggevende posities bij de Rijksoverheid.
Heel belangrijk is de overdracht vanuit het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Dit zijn dingen die op individuele wijze moeten plaatsvinden. Vanmiddag wordt ook gesproken over segregatie in het basisonderwijs. Scholen zijn over het algemeen dé plek voor ontmoeting. Juist op school leer je de waarden en normen van de samenleving kennen. Het is ook hier dat je kunt voorkomen dat kinderen angst ontwikkelen voor het vreemde. Daarom zou het tegengaan van segregatie juist al op de basisschool moeten plaatsvinden. Volgens Marilyn Haimé kunnen we nota’s vol schrijven over wat moet gebeuren, maar het enige wat echt helpt is één op één hulp voor leerlingen. Daarbij is samenwerking heel belangrijk. Maar om te kunnen samenwerken moet je de andere partners kennen. Zoek daarom vooral de meerwaarde bij elkaar en in de samenwerking. De kinderen van vandaag zijn ook de leraren van de toekomst. Haimé: ‘Laten we in ze investeren, zorgen dat ze naar school gaan en dat ze het onderwijs kunnen volgen dat bij ze past’.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
6
Workshop ‘Segregatie in het onderwijs’
onder leiding van Eefje Vonken De deelnemers stellen zich aan elkaar voor. Deelnemers aan de workshop zijn onder meer Ruth Frans, projectleider Kenniscentrum Gemengde scholen en Jos Melief, directeur basisschool Cleijn Hasselt in Tilburg. Verder nemen deel de wethouder Jeugd uit Gilze en Rijen, een beleidsmedewerker Onderwijs uit Oosterhout, raadsleden uit de gemeenten Dongen, Bergen op Zoom, Waalwijk, Breda en Baarle Nassau, een wethouder uit Oosterhout, een adviseur en een coördinator van Palet, en een beleidsmedewerker van de gemeente Eindhoven. Keuzecriteria
Eefje Vonken is adviseur bij Palet.
Eefje Vonken vraagt de deelnemers eerst twee aan twee te inventariseren welke criteria bij hen persoonlijk van belang zijn bij het maken van een keuze voor een school. Daarna wordt aan de groep gerapporteerd wat de bevindingen waren. Genoemd worden de volgende criteria en argumenten: De sfeer en cultuur van een school. De afstand (voor iedereen ligt de grens weer ergens anders, mede afhankelijk van de omvang van de woonplaats). De grootte van een school (voorkeur voor kleiner). De nabijheid van een oppas of opa en oma. De methode van een school (Jenaplan, Montessori). De aanwezigheid van vriendjes en vriendinnetjes en van kinderen uit de straat. De aanwezigheid van broertjes of zusjes. De kwaliteit van het onderwijs (cito-scores en doorstroom cijfers). Samenvattend valt op dat vooral praktische argumenten een rol spelen, samen met de sfeer van een school en de vorm van het onderwijs. Over diversiteit is niet of nauwelijks gesproken. Mengen en integratie zal door veel mensen als belangrijk worden ervaren, maar bij het kiezen van een school voor je kind, kies je niet op grond van dat soort argumenten. En wat als de dichtstbijzijnde school een ‘zwarte’ school is? Iemand merkt op dat ouders over het algemeen zullen kiezen voor een school ‘met ons soort mensen’. In feite kiezen ze daarmee voor sfeer en uitstraling van een school. Onderzoek in Tilburg Belangrijk blijft de vraag: maar hóe kun je gaan mengen? Hoe zorg je voor scholen met diversiteit? Jos Melief wordt uitgenodigd hier verder op in te gaan, als ervaringsdeskundige directeur van
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
7
een voornamelijk ‘zwarte’ school. Jos Melief vertelt over het onderzoek dat is gedaan over keuzecriteria van ouders bij het al dan niet kiezen voor de Cleijn Hasselt Basisschool. Hiervoor is onderzoek gedaan onder zowel ouders van leerlingen van zijn school als van ouders uit hetzelfde postcode gebied die géén kinderen op deze school hebben. Uit de voorafgaande literatuurstudie bleek dat de volgende vier criteria van belang waren bij de keuze van ouders voor een school Bereikbaarheid van de school. Kwaliteit van het onderwijs. Richting of levensbeschouwing van de school. Etnische samenstelling. Daarnaast spelen de opleiding en de etniciteit van de ouders een rol, zo blijkt uit de literatuur. Op basis van de gesprekken met ouders en de ingevulde vragenlijsten heeft de onderzoeker tien doorslaggevende criteria vastgesteld: 1. 2. 3.
De goede sfeer. De nabijheid van de school. Het hebben van een continurooster (met de pauze gaan de leerlingen dan niet naar huis). 4. De goede naam of reputatie van een school. 5. Weinig allochtone kinderen. 6. Goede contacten met leerkrachten en directie. 7. Aansluiting op de opvoeding. 8. Goed individuele begeleiding. 9. Goede citoscores en uitstroomcijfers. 10. Veilig leerklimaat. Voor Jos Melief was het verrassend dat de citoscores pas op de negende plaats kwamen. De conclusies die uit het onderzoek getrokken kunnen worden zijn: ouders kiezen de school op basis van gemak en sfeer (subjectieve redenen), de bereikbaarheid en de etnische samenstelling. Advies Op grond van dit onderzoek is een advies uitgebracht aan de school. Het advies hield in: Werk samen met de peuterspeelzaal Werk met een continurooster Profileer je als school op sfeer en service, met andere woorden: accepteer je situatie en werk van daaruit.
Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van het Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon Haimé als coördinator van
8
Na het onderzoek heeft ondermeer een debat in de gemeente plaats gevonden. Hieruit bleek ondermeer dat Marokkaanse ouders vroegen: ‘Segregatie? Wat bedoelen jullie daarmee?’. Er ligt een uitdaging om aan de acceptatie van ouders onderling te werken. Tegelijk is het volgens Jos Melief zo dat hoe meer je segregatie benadrukt, hoe meer je segregatie in de hand werkt. Daarom heeft hij er nu voor gekozen met het Suikerfeest en offerfeest álle leerlingen vrij te geven, zodat je leerlingen geen uitzondering laat zijn. Wat heeft de school met de adviezen gedaan? Ze zorgen er in de eerste plaats voor dat goed onderwijs wordt gegeven. Er wordt nu samengewerkt met de peuterspeelzaal (en kinderopvang). Later wil Jos Melief ook een fysieke samenvoeging van de partners (op één locatie). Het advies wat hij anderen graag mee zou willen geven is: zorg ervoor dat toeleiding naar de school plaatsvindt vanuit de peuterspeelzaal en dagopvang. Verder denkt de school nog na over het invoeren van een continurooster. Voor kinderen is de pauze tussen de middag heel goed, alleen voor ouders is het vaak niet handig. Ook behoort inmiddels een verlengd dagarrangement tot de mogelijkheden. En niet onbelangrijk: op verjaardagen zorgt hij ervoor dat hij positief over zijn eigen school spreekt.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
9
Inleiding
door Marilyn Haimé Marilyn Haimé complimenteert de gemeente met de dvd, en geeft aan dat dit precies weergeeft hoe Hatice Can-Engin is: iemand die overal tussendoor loopt en overal verbindingen legt.
Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van het ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon Haimé als coördinator van de eerste slachtofferhulpprojecten in Rotterdam. Als wetgevingsjurist en plv directeur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken was ze betrokken bij uiteenlopende wetgevingstrajecten. Sinds 1996 vervult zij leidinggevende posities bij de Rijksoverheid.
Deze bijeenkomst vindt plaats in het kader van de Gemeenschappelijk Integratie Agenda (GIA). Er zijn inmiddels achttien van deze bijeenkomsten geweest in Nederland. De bijeenkomst van vandaag is de derde die in de provincie NoordBrabant plaatsvindt. Het doel van de bijeenkomsten is het leggen van verbindingen, zowel tussen het rijk (waar het geld vandaan komt en de kaders worden uitgezet) als de gemeente (de plek waar het moet gebeuren). Yusuf als voorbeeld Vandaag staat onderwijs centraal. De vraag is: Hoe kunnen we onze gemeenschappelijke ambities vorm geven? Als voorbeeld noemt Marilyn Haimé het jongetje Yusuf. Yusuf is 2 jaar oud en geboren in Nederland. Hij woont in een wijk met veel migranten. Zijn moeder heeft niet veel onderwijs gehad, spreekt weinig Nederlands en komt weinig buiten. Zijn vader werkt en is weinig thuis. Wat zijn nu de kansen van Yusuf? De meeste kinderen in Nederland krijgen genoeg prikkels, maar bij Yusuf is er meer nodig. Voor kinderen als Yusuf is voor en vroegschoolse educatie (VVE) erg belangrijk. VVE is zijn kans om te spelen met andere kinderen, zijn kans om zijn taalachterstand in te halen. Op deze manier is VVE zelfs belangrijk voor zijn hele vervolgloopbaan in het onderwijs. VVE richt zich met name op kinderen van ouders met een lager opleidingsniveau. Het rijk investeert 100% in deze doelgroep. Hier, in de VVE, ligt dé kans voor Yusuf. Koppeling inburgering - VVE Maar om Yusuf die kans te geven, moeten zijn ouders overtuigd worden zodat hij ook daadwerkelijk aan de VVE gaat deelnemen. In het verlengde hiervan is het belangrijk dat zijn moeder de taal leert, want alleen op deze manier kan zij met de begeleiders van de peuterspeelzaal en later op school met de juf en meester communiceren over de ontwikkeling van Yusuf. Daarom is het belangrijk dat inburgering en VVE op één locatie plaatsvindt, bijvoorbeeld in één schoolgebouw. Op deze manier kun je ouders gelijk opvang bieden én hen laten inburgeren, terwijl tegelijk hun kind andere kinderen leert kennen. Hier, in deze combinatie, ligt de sleutel voor de toekomst.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
5
Reacties Daarna reageren de overige deelnemers en worden vragen gesteld. Een vraag is of een peuterspeelzaal minder wordt gewaardeerd door allochtone ouders dan door autochtone ouders. Enkele deelnemers constateren dat het aanbieden van de mogelijkheid van een peuterspeelzaal te vrijblijvend is voor veel allochtone ouders. Eigenlijk zou je moeten zeggen: ‘U móet uw kind naar de speelzaal brengen’. Eefje Vonken stelt de vraag hoe belangrijk mengen eigenlijk is. Is het wel belangrijk? Een van de deelnemers, de wethouder uit Oosterhout, gaf bij het voorstelrondje al aan dat zijn gemeente een zwarte school heeft, maar dat hij geen problemen ziet hierin. Volgens de Oosterhoutse wethouder zijn we nu vooral met de achterkant van het probleem bezig en zou het beter zijn het jeugdbeleid al bij -9 maanden te starten. In ieder geval moet je eerder beginnen. Moeten we wel mengen? Dus ook de vraag: moeten we eigenlijk wel mengen? Kinderen hebben zelf geen problemen met segregatie. Dus waarom mengen? Geconstateerd wordt dat menging belangrijk is zodat we allemaal met andere culturen leren omgaan. Bovendien is het inefficiënt als kinderen van scholen worden gehaald. Zo krijg je leegstand op de ene plek en overbezetting op een andere. Maar, wordt opgemerkt, dit zijn vooral politieke redenen voor menging en sociaal-maatschappelijke. Een vraag in het verlengde hiervan is of je eigenlijk zou moeten mengen op basis van cultuur of etniciteit of toch niet eerder op basis van sociaaleconomische achtergrond. In feite moet een school een afspiegeling van de wijk zijn en is het dus eerst zaak de wijk ook gemengd te krijgen. Grenzen van menging Aan de orde komt het voorbeeld van een peuterspeelzaal in Oosterhout waar moeders mee mochten komen met hun kinderen en de moeders door vrijwilligers werden bezig gehouden en begeleid. Een ander voorbeeld, ook uit Oosterhout, is van een school die aan het verzwarten is en daarvoor ouderambassadeurs in het leven hebben geroepen die het tij moeten keren. Deze ouders ‘ronselen’ andere witte kinderen. Ook wordt gesproken over de grens van menging. Je kunt best positief zijn over gemengde scholen en je witte kind op zo’n school hebben, maar als je kind niet wordt uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes en de gebruikelijke Nederlandse dingen zoals
Marilyn Haimé is Gemeenschappelijke Integratie directeur Inburgering enAgenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen Integratie van het ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon
10
traktaties et cetera niet mee kan maken, rijst de vraag: is dit ook in het belang van mijn kind? Een vraag is ook op welk punt, bij welke mengverhouding de balans omslaat. Is dat bij 30-70, of bij 35-65? Het antwoord hierop is niet gemakkelijk te geven. Geconstateerd wordt nogmaals dat het erg belangrijk is hoe het team en de directie van een school functioneert en dat dat heel bepalend is voor een school, net als de houding van ouders. Overheden zouden moeten stimuleren meer open te staan voor elkaar. Maatschappelijk vraagstuk Segregatie is dus vooral een politiek en maatschappelijk vraagstuk wat speelt op hoog niveau. Het is vooral op dat niveau dat het gevolgen heeft (gettovorming et cetera). Op de korte termijn is het daarom voor ouders niet het meest urgente. De politiek vindt wel dat segregatie een probleem is, juist omdat het een maatschappelijk probleem is. En als mensen elkaar moeten ontmoeten is een school een goede plek daarvoor. Ruth Frans merkt op dat van de gemeentes in Nederland die meedoen aan een pilot waarin geëxperimenteerd wordt met interventies tegen segregatie, Nijmegen en Deventer het verst zijn met een centraal aanmeldbeleid voor scholen. In deze twee steden is ervoor gekozen op aanmelding te sturen. Hier wordt met argusogen naar gekeken, omdat in Nederland artikel 23 (vrijheid van onderwijs) van de grondwet als belangrijk recht wordt gezien, wat hierdoor in het gedrang zou kunnen komen. Maar in Nijmegen en Deventer wordt bij de aanmeldingen gekeken naar sociaaleconomische achtergronden en niet naar culturele of etnische achtergronden. Op deze manier is dit beleid niet discriminatoir. Ouderparticipatie Het is inmiddels bekend dat initiatieven van ouders om segregatie op school tegen te gaan, succesvol kunnen zijn. In Rotterdam zijn hier meerdere voorbeelden van. Wel is het hiervoor nodig dat meerdere ouders tegelijk hun kinderen op een ‘zwarte’ school laten instromen, want met de toestroom van één kind is er nog geen sprake van integratie. De vraag blijft hoe je dit als school kunt bevorderen. Als voorbeeld wordt nog genoemd de stad Den Haag. Den Haag is een gesegregeerde stad. Hier zijn alle scholen verplicht iets te doen tegen segregatie. Zo is hier een samenwerking opgestart tussen zwarte en witte scholen. Hierbij maken leerlingen van beide scholen kennis met elkaar en met elkaars buurt. Bij deze Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van hetAgenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen Gemeenschappelijke Integratie ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon Haimé als coördinator van
11
uitwisseling waren soms ook ouders aanwezig. Dit leidde ook tot verbaasde reacties van ouders over de ‘luxe’ van zwarte scholen, omdat deze veel meer geld tot hun beschikking kregen (in het kader van de gewichtsregeling). Deuren openen Hatice Can-Engin merkt op dat zij heel blij was dat het bestuur van een zwarte school in Gilze en Rijen besloten heeft deze school te sluiten. Er kwamen geen Nederlandse burgers meer, er was geen goede doorstroom meer en geen dynamiek. Volgens haar zou zo’n school niet moeten bestaan in Nederland. Een essentiële vraag aan de politiek in dit opzicht is: wil je hierin sturen? Dit is een gevoelig punt in de Nederlandse samenleving, omdat het dan gaat over beperking van de keuzevrijheid voor onderwijs. Maar soms zul je moeten sturen. Zij staat dan ook achter de Nijmeegse aanpak (met een centraal aanmeldbeleid). Tenslotte wijst Hatice Can-Engin er nog op dat zij toen ze net in Nederland was zelf heel actief is geweest om haar kinderen ook bij andere kinderen te laten uitnodigen voor samenspelen en dergelijke. Zij heeft letterlijk op allerlei deuren geklopt om dat te bereiken, maar heeft ervaren dat niet alle deuren opengingen. Daar ligt dus ook een probleem. En ook daar ligt een taak en rol voor de overheid.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
12
Workshop ‘Voor en vroegschoolse educatie’
onder leiding van Ronald Hazelzet Voor kinderen met een dreigende of feitelijke (taal)achterstand worden op de peuterspeelzalen speciale educatieprogramma’s aangeboden: voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Daarin wordt kinderen extra ondersteuning aangeboden voor de ontwikkeling van hun Nederlandse taalvaardigheid, specifieke schooltaalvaardigheid en sociale vaardigheden voor de schoolcontext. Waarom is VVE belangrijk?
Ronald Hazelzet is adviseur bij het programma Samenleven bij Palet.
Dergelijke ondersteuning in de vorm van VVE (en ook stimulering van interactieve communicatie tussen ouder en kind, bijvoorbeeld middels een Palet-project als TOLK taalstimulering thuis) is erg belangrijk om een domino-effect aan achterstand in basisonderwijs en voortgezet onderwijs te voorkomen. De nieuwe VVE-doelstelling vanuit het Ministerie van Onderwijs In 2008 nam 70% van de doelgroep (kinderen van 2-4 jaar) deel aan VVE. Het Ministerie van Onderwijs & Wetenschappen geeft de komende jaren aan gemeenten de doelstelling om 100% VVEdeelname door 2-4-jarige kinderen te realiseren. Hoe kan deze doelstelling bereikt worden? Daarover ging de VVE-workshop. Inhoud van de workshop De workshop opende met een welkom, agendavoorstel en presentatie van de focus: hoe kan de doelstelling van 100% bereikt worden? Welke good practices en ideeen heeft of kent elke deelnemer? Welke van de gedeelde ideeen en good practices neemt men mee terug naar de eigen werksituatie? Na een korte voorstelronde volgde een kadering waarin het wat, wie en waarom van VVE geschetst werd: de definities van VVE en VVE-gerelateerde begrippen; de spelers: ouders/verzorgers, gemeenten, jeugdzorg, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, kinderopvang, basisonderwijs; en de redenene, motieven, waarden om VVE te verschaffen: welbevinden van het kind, diens schoolsucces, en later maatschappelijke participatie. Vervolgens werden het waarom-niet en het hoe van VVE uitgebreid onder de loep genomen. De workshopgroep ging uiteen in twee groepen die elk een creatieve discussie met elkaar aangingen en de resultaten daarvan op een poster met post-its verzamelden. Die resultaten
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
13
werden vervolgens plenair gepresenteerd, verduidelijkt, herclusterd en soms ook herbenoemd.
besproken,
Resultaat van de workshop Het resultaat van het werk in de subgroepen en in de plenaire discussie in de workshop was als volgt: Succesfactoren VVE – waarom komt 70% wel? brede bekendheid: wel variaties per gemeente en per doelgroep kost (bijna) niets van 2-4 jaar: geringe eigen bijdrage standpunt van de ouders: VVE is belangrijk; opvoeden doe je niet alleen professionalisering van de VVE: getraind en meer personeel ketensamenwerking: neemt toe Belemmeringen VVE – waarom komt 30% niet? geld: eigen bijdrage is een drempel voor sommige gezinnen vrijblijvendheid: VVE is niet verplicht, wat de zwaksten benadeelt Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van het ministerie van VROM. Na haar rechtenstudie begon Haimé als coördinator van de eerste slachtofferhulpprojecten in Rotterdam. Als wetgevingsjurist en plv directeur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken was ze betrokken bij uiteenlopende wetgevingstrajecten. Sinds 1996 vervult zij leidinggevende posities bij de Rijksoverheid.
verzorgingsgerichtheid: kinderdagverblijven hebben meer focus op verzorging dan op onderwijs onbekendheid, drempelvrees, te weinig besef van belang VVE bij ouders Aanpak VVE-werving – hoe naar de 80-90-100%? Korte termijn: meer, betere, slimmere voorlichting, zoals meer voorlichting aan ouders: consultatiebureaus geven VVE-voorlichting, sleutelfiguren uit de buurt/gemeenschap bezoeken ouders aan huis om voor te lichten, allochtone zelforganisaties verzorgen VVE-voorlichting, voorlichters spreken oudersmet-peuters aan op jaarmarkten e.d., verzamelen en verspreiden van aansprekende succesverhalen, peer recruitment: ouders werven ouders, gemeente stuurt verjaardagskaart: ‘Hoera, je bent 2 jaar! Kom naar VVE!’ deze acties liggen grotendeels op het niveau van uitvoering en taktiek Middeltermijn:
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
14
doorgaande leerlijnen tussen peuterspeelzalen/kinderdagverblijven en basisonderwijs verder ontwikkelen en uitnutten blijven inzetten op betere ketensamenwerking tussen gemeenten, consultatiebureaus, peuterspeelzalen, basisscholen e.d. voorlichting inbedden in brede school (broertje komt in groep 1: o, heb jij ook nog een zusje? actie om haar in VVE te krijgen geïntegreerde kindercentra ontwikkelen (bestaan hier en daar al) waar peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en kinderopvang onder een dak zitten deze acties bewegen zich op het niveau van samenwerking, strategie en bestuur Lange termijn: de Scandinavische en Belgische modellen navolgen: VVE wordt omgevormd tot een basisvoorziening die verplicht is voor iedereen, en daarom ook gratis. deze actie bevindt zich op het niveau van visieontwikkeling en politieke besluitvorming
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
15
Plenaire afsluiting
met Roel de Krijger De drie workshopleiders worden uitgenodigd de belangrijkste bevindingen uit de workshops te rapporteren. Het mentoren project Leuk was dat alle betrokkenen in de workshop aanwezig waren. Belangrijk en opvallend was het enthousiasme van basisschool De Vijf Eiken en de interesse van een andere basisschool uit Gilze (De Wildschut) om ook met dit project aan de slag te gaan.
Roel de Krijger is programmamanager Samenleven en Zorg & Welzijn bij Palet.
Onder zijn leiding werd in 2004 en 2005 een groot veranderingsproces ingezet om de positie van FORUM als onafhankelijk kennisinstituut verder te verstevigen. Sadik Harchaoui is voorzitter van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Hij heeft zitting in het bestuur van de NPS, het Nederlands Rode Kruis en het Prins Claus Fonds. Daarnaast is hij lid van de Commissie veiligheid en persoonlijke levenssfeer. Tevens neemt hij deel aan verschillende adviescommissies waaronder het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
Er kwamen veel vragen van andere scholen over de ervaring met het mentorenproject. Een van de vragen was ook: hoe gaat het straks in de toekomst als Palet zich terugtrekt? Misschien is het handig hier apart nog een workshop over te organiseren. Een deelnemer aan de workshop vult aan dat het enthousiasme over het project erg groot is en gedragen wordt door de ouders. Blijkbaar helpt het kinderen op school over een drempel heen. Mooi hierbij is dat het mentoren gewoon op school en onder schooltijd plaatsvindt. Het lijkt daarmee een kansrijk project, ook voor andere scholen. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) In de workshop is aandacht besteed aan de vragen: waarom wel VVE en waarom niet? Succesfactoren die zijn genoemd: De bekendheid onder ouders; Weten ouders dat het bestaat en wat het verschil is met gewoon onderwijs? Financiën; Als een gemeente het project subsidieert hoeven ouders nog maar een deel van de kosten te betalen. De houding van de ouders; Het bewustzijn van ouders dat hun kind ook echt iets leert bij VVE is erg belangrijk. Professionalisering van de leiders van de VVE. Ketensamenwerking, bijvoorbeeld met het kinderdagverblijf en het basisonderwijs. Belemmeringen die naar voren kwamen: De kosten; VVE kost geld. De houding van de ouders; ouders beslissen of hun kind al dan niet naar de VVE kan. Vrijblijvendheid; ouders kunnen kiezen, het is niet verplicht. Dit zou op wetsniveau aangepakt moeten worden.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
16
Concrete adviezen Ook kwamen uit de workshop enkele concrete adviezen. Op korte termijn is voorlichting heel belangrijk. Vooral reclame van ouders op ouders is belangrijk. Maar ook de peuterspeelzalen zouden contact moeten zoeken met allochtone ouders, bijvoorbeeld via zelforganisaties. Genoemd is een voorbeeld van een peuterspeelzaal die naar braderieën en jaarmarkten gaat om daar direct contact te leggen met allochtone ouders en hen over de speelzaal te vertellen. In de voorlichting is het daarnaast van belang het verschil tussen een crèche en VVE te maken. Verder werd genoemd dat een laagdrempelige benadering erg belangrijk is en de ketengerichte benadering. Ook is gesproken over het verplichten van VVE. De vraag is of je dat kunt doen, maar een omslag in het denken hierover is wel nodig. Volgens Hatice Can-Engin gaat het er vooral om dat je mensen overtuigt van het belang van VVE. Voor de middellange termijn zou je vooral de ketensamenwerking tussen lokale spelers moeten verstevigen (zowel op managementniveau als op inhoudsniveau). En voor de lange termijn zouden peuterspeelzalen én VVE tot de basisvoorzieningen moeten horen (volgens het Belgische en Scandinavische model). Kortom: een doorlopend leertraject is erg belangrijk. Het begint al op het consultatiebureau (signalering), daarna met VVE, en vervolgens het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Segregatie In de workshop is gesproken over ‘zwarte’ scholen en ‘witte’ scholen, en is de vraag gesteld: ‘segregatie, wat houdt het in, en op welk niveau speelt het?’. Geconstateerd is dat segregatie vooral speelt op hoog niveau. Individuele mensen hebben hier niet zoveel mee te maken. Mede daarom is segregatie lastig tegen te gaan. Ouders kiezen voor een school op basis van gemak, sfeer en gevoel. Opvallend is dat schoolkeuze niet plaatsvindt op basis van cito-scores. Er is dus een conflict tussen de wensen van het individu en het collectieve, politieke perspectief. De vraag is hoe je deze twee samenbrengt. Scholen kunnen proberen de schoolkeuze te beïnvloeden, juist door in te spelen op sfeer en gevoel. Ook zijn initiatieven van ouders nodig om een stap te maken. Tegelijk is dit nog niet genoeg. Je kunt wel concreet gaan mengen, maar dat betekent nog niet dat kinderen en ouders ook
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen Marilyn Haimé is directeur Inburgering en Integratie van het
17
daadwerkelijk in elkaars leefwereld komen. Met andere woorden: mengen is nog geen integreren. Het zal daarom nog moeite kosten de echte brug te slaan. Ook is gezegd: scholen zouden een afspiegeling moeten zijn van een wijk, maar soms is de wijk gesegregeerd. Om dat aan te pakken zou je op het niveau van woningtoewijzing stappen moeten ondernemen. Maar ook dan zijn er nog mogelijkheden om te ‘mengen’, namelijk door een uitwisseling tussen ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen te laten plaatsvinden (zoals in Den Haag gebeurt). Een belangrijk advies dat uit deze workshop naar voren kwam is: ga samenwerken in de keten en werk op persoonlijke wijze. Vanuit de zaal wordt nog een voorbeeld ingebracht: de zogenaamde ouderkamers zoals deze zijn opgezet in Tilburg Noord. Hierbij worden activiteiten en ontmoetingen georganiseerd voor kinderen van één a twee jaar oud én hun ouders op een school. Ouders gingen samen aan de slag met bepaalde thema’s en maakten zo al kennis met de school en het schoolgebouw. Door deze kennismaking werd deze school al een veilige, vertrouwde omgeving voor de ouders en is de kans vergroot dat ouders kun kind naar deze school zullen laten gaan.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
18
Afsluiting
Door Hatice Can-Engin Hatice Can-Engin is erg blij met de aanwezigheid van vertegenwoordigers van andere gemeenten. Zij heeft het gevoel dat Gilze en Rijen met haar projecten goed op weg is. Zij hoopt dat alle deelnemers met enthousiasme teruggaan naar hun eigen gemeente en hierover vertellen. De dvd die is gemaakt komt nog ter beschikking van FORUM en Palet. Belangrijk is dat de kennis en ervaring die hier is opgedaan niet in een la blijft liggen. Hatice Can-Engin bedankt de deelnemers en hoopt dat iedereen als buurman of buurvrouw de deur open doet voor vreemdelingen.
Hatice Can-Engin (PvdA) is wethouder gemeente Gilze en Rijen. Haar portefeuille bestaat uit onderwijs, sociale zaken, communicatie, volksgezondheid, cultuur en integratie. Ze is directeur geweest bij het Inspraakorgaan Turken (IOT).
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
19
Raad voor Raad
Wat is GIA?
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Datgene wat ons bindt Dit is een bijeenkomst in het kader van de gemeenschappelijke integratieagenda: “Datgene wat ons bindt”. De gemeenschappelijke integratieagenda is een handreiking voor gemeenten. Deze kunt u downloaden via www.forum.nl/integratieagenda. De handreiking beoogt meer samenhang te creëren tussen de activiteiten van Rijk en gemeenten op het gebied van integratie. Gemeenten en Rijk kunnen zelf bepalen hoe en op welke wijze men de handreiking wil gebruiken in hun beleid. De gemeenschappelijke integratieagenda is te gebruiken bij het vormgeven en uitvoeren van integratiebeleid. Naast een visie op integratiebeleid bevat de agenda ook concrete handvatten om mee aan de slag te gaan. De gemeenschappelijke integratieagenda is een levend document. Steeds weer wordt de agenda aangepast aan actuele ontwikkelingen, praktijkervaringen en veranderende inzichten. Om dit proces te stimuleren, worden thematische bijeenkomsten georganiseerd voor personen en organisaties die landelijk, lokaal of regionaal werken op dit terrein. De coördinatie hiervan is in handen van FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Het gaat om 63 themabijeenkomsten in de verschillende provincies over een periode van drie jaar. De organisatie van de bijeenkomsten is in handen van provinciale instellingen, ondersteund door FORUM.
Informatie Voor meer informatie over de GIA bijeenkomsten: www.forum.nl/integratieagenda Voor overige vragen op het gebied van integratie(beleid): Servicecentrum Integratie FORUM tel: 030 - 297 4123 e-mail:
[email protected] website: si.forum.nl
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
20
Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de gemeente Gilze en Rijen in samenwerking met Palet, adviseurs in diversiteit en ondersteund door FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling. Deze bijeenkomst werd mede mogelijk gemaakt door het ministerie van VROM.
Gemeenschappelijke Integratie Agenda – Onderwijs – 14 oktober 2009 – Gilze Rijen
21