Muzenstraat 61 Postbus 16107 2500 BC Den Haag telefoon (070) 888 12 12 fax (070) 888 12 80
IPO-reactie op Miljoenennota 2010
Ook provincies in ‘zwaar weer’ Kabinet sorteert voor op magere jaren
Den Haag, 16 september 2009 Uitgave van het Interprovinciaal Overleg (IPO) Postbus 16107 2500 BC DEN HAAG (070) 888 1212 www.ipo.nl
Inhoud 1. Algemeen 2. Bestuur 3. Financiën 4. Europa 5. Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen 6. Landelijk Gebied 7. Mobiliteit 8. Economie 9. Water 10. Milieu 11. Jeugdzorg 12. Cultuur
1. Algemeen De financieel-economische crisis noodzaakt het kabinet tot het aankondigen van ingrijpende maatregelen voor de overheidsfinanciën. Die gelden nog niet voor 2010, zoals het kabinet eerder heeft besloten, maar worden vanaf 2011 geconcretiseerd. Het IPO onderschrijft de noodzaak en de urgentie van de maatregelen waarop het kabinet bij de presentatie van de begroting 2010 voorsorteert. De kabinetsvoornemens hebben ook grote gevolgen voor de provinciale financiën en leiden opgeteld tot een structurele korting op het Provinciefonds van een half miljard euro. Deze bezuiniging overtreft de bezuinigingen die het Rijk voor zichzelf wil doorvoeren, doordat vanaf 2011 een eenzijdige bezuiniging van 300 miljoen euro op het Provinciefonds wordt voorgesteld. De uitvoering van de provinciale kerntaken, zoals op gebied van wegen en openbaar vervoer, natuur en landschap, milieu– en waterbeheer en culturele voorzieningen, komt daardoor fors onder druk te staan. Samenwerking overheden noodzakelijk Alle overheden staan voor een grote opgave, waarvoor samenwerking tussen overheden noodzakelijk is. Het IPO betreurt het dat het kabinet nog geen initiatief heeft genomen voor overleg tussen de overheden over de ingrijpende plannen en de wijze waarop de decentrale overheden bij de voorbereiding worden betrokken. IPOvoorzitter Jan Franssen: ‘De bezuinigingen raken de decentrale overheden in het hart. Ook de provincies zullen ingrijpende keuzen moeten maken. Maar het kabinet kan niet met de luiken dicht voorstellen voorbereiden waar we achteraf alleen maar ja of nee tegen kunnen zeggen. Dat overleg moet er nu snel komen.’ Provincies wijzen extra bezuiniging in 2011 af Het kabinet en de provincies hebben in 2008 een bestuursakkoord gesloten, waarin is vastgelegd dat de provincies tot 2012 jaarlijks 200 miljoen euro bijdragen aan de Rijksbegroting. Het kabinet stelt voor om daar bovenop in 2011 nog eens 300 miljoen op het Provinciefonds te korten en deze bezuiniging daarna structureel te maken. Franssen: ‘Er vindt nu een verdiepingsslag plaats naar de hoogte van de aanvullende bezuinigingen vanaf 2011. Toch blijven we vinden dat de aanvullende bezuiniging in 2011 in strijd is met het bestuursakkoord. Wij stemmen daar niet mee in. In het overleg over de verdiepingsslag komen we daarop terug.’ Samen investeren in de regio De bezuinigingen vanaf 2012 hebben grote gevolgen voor de overheidsinvesteringen op regionaal niveau. Heroverweging van al vastgelegde plannen is onvermijdelijk. Bovendien heeft het kabinet tot nu gekoerst op beëindiging van het Europees regionaal (innovatie)beleid voor Nederland vanaf 2014, waardoor ook deze bron voor het stimuleren van regionale investeringen droog valt. De provincies roepen het kabinet op een andere aanpak te kiezen door minder geld aan de decentrale overheden te onttrekken en juist samen te investeren in de ontwikkeling van de regio. Wachtlijsten jeugdzorg niet weg Voor jeugdzorg is in 2010 substantieel minder geld beschikbaar dan in 2009. Maar minister Rouvoet schroeft de ambities niet terug, terwijl de vraag naar jeugdzorg toeneemt. De minister wil van geen wachtlijsten weten. IPO-voorzitter Franssen: ‘We hebben de afgelopen jaren een efficiencyverbetering doorgevoerd van bijna 20 procent. Meer kinderen worden daardoor voor hetzelfde geld geholpen. Dat kan niet eindeloos doorgaan. Gemeenten moeten meer werk maken van preventief jeugdbeleid. Provincies willen daarbij graag ondersteunen. Maar het is niet realistisch te verwachten dat er met het budget dat in 2010 beschikbaar is voor de jeugdzorg, geen wachtlijsten meer zijn. De provincies zijn uiteraard bereid tot overleg met de minister over het maken van realistische afspraken.’
Opdrachten voor beleidsonderzoeken niet helder Het kabinet kondigt liefst twintig beleidsonderzoeken aan die voorstellen moeten opleveren voor ingrijpende bezuinigingen vanaf 2011. Een aantal onderzoeken raakt ook de provincies. Het gaat om de beleidsonderzoeken naar ‘leefomgeving en milieu’, ‘mobiliteit en water’, ‘openbaar bestuur’ en ‘energie en klimaat’. De opdrachten voor deze brede heroverwegingen zijn nog allerminst helder, soms zelfs cryptisch. Dat geldt in het bijzonder voor de heroverweging van het openbaar bestuur. Staat de inrichting van ons openbaar bestuur ten principale ter discussie of gaat het alleen om de omvang van de ambtelijke apparaten? Nader overleg met het kabinet moet duidelijkheid bieden, ook over de betrokkenheid van decentrale overheden. Crisis- en herstelwet naar parlement Op Prinsjesdag heeft het kabinet ook de Crisis- en herstelwet ingediend bij de Tweede Kamer. De wet is gericht op versnelling en vereenvoudiging van procedures voor ruimtelijke, bouw- en energieprojecten. Voor de lange termijn wordt een actieprogramma ‘Vernieuwing instrumentarium milieu en ruimtelijke ontwikkeling’ uitgevoerd. Het IPO heeft in augustus op hoofdlijnen positief gereageerd op de doelstellingen van de wet. De Raad van State is zeer kritisch op onderdelen van het wetsvoorstel, zoals op de afschaffing van het beroepsrecht voor decentrale overheden en op de wijziging van de Natuurbeschermingswet. Het kabinet negeert het advies van de Raad van State. Het IPO zet in op verdere integratie van regelgeving en op een gezamenlijke lobby in Brussel voor een meer integrale belangenafweging. Waar nodig zal het IPO de parlementaire behandeling beïnvloeden. 2. Bestuur Bestuurlijke verhoudingen Kabinet Op het vlak van de taakverdeling tussen overheidslagen zijn goede afspraken gemaakt in de bestuursakkoorden met VNG en IPO. Het is nu zaak hieraan nader invulling te geven. (….) De provinciale overheid speelt een belangrijke rol op het fysieke domein en zal in het kader van het effectueren van een nieuw stelsel van bestuurlijk toezicht een grotere verantwoordelijkheid gaan dragen. (…) Nadrukkelijk zal in 2010 gewerkt worden aan de uitvoering van de bestuursakkoorden (….). Uit de eerste voortgangsrapportage blijkt dat gemeenten, provincies en de rijksoverheid op de goede weg zijn uitvoering te geven aan de beide bestuursakkoorden. IPO In het bestuursakkoord met het kabinet zijn goede afspraken gemaakt, onder meer over het profiel van de provincies, met een bijbehorend decentralisatiepakket. Het profiel houdt in dat provincies zich vooral concentreren op het ruimtelijk-economisch domein en cultuur. Het vergt grote inspanningen van provincies en het kabinet om de afspraken in deze kabinetsperiode te realiseren. Provincies maken werk van de uitvoering, onder meer door het provinciale uitvoeringsprogramma. Aan rijkszijde is versterking van de regierol van de minister van BZK noodzakelijk. In een op korte termijn te organiseren bestuurlijk overleg tussen de bewindspersonen van BZK en het IPO spreken wij verder over de uitvoering van het bestuursakkoord. Een sterke regierol van de minister van BZK is eveneens nodig bij het effectueren van het nieuwe toezichtstelsel volgens het advies van de Commissie Oosting. Het is een omvangrijke operatie, waarbij nog veel weerstanden bij de departementen moeten worden overwonnen. Het nieuwe stelsel geeft de provincies een zwaardere rol op het gebied van toezicht. De provincies bereiden zich hierop terdege voor.
Wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen Kabinet In 2010 zal (….) de wet gewijzigd worden op basis van praktijkvoorbeelden. IPO Tot onze verbazing zegt het kabinet niets over de evaluatie van de Wgr-plus die in 2010 moet worden afgerond. Wij gaan ervan uit op korte termijn betrokken te worden bij de aanpak en opzet van deze evaluatie. 3. Financiën Brede heroverwegingen Kabinet De heroverwegingen moeten leiden tot een ruim aanbod van besparingsmogelijkheden zodat de politiek later kan kiezen. Om creatieve en kritische benaderingen te bevorderen, moet voor elk beleidsveld ten minste een verplichte variant worden ontwikkeld met een structurele omvang van 20 procent van de nettouitgaven (inclusief fiscale subsidies) in 2010. De operatie start in oktober 2009 en eindigt in het tweede kwartaal van 2010. Dit schept ruimte de resultaten waar mogelijk te betrekken bij de voorbereiding van de Miljoenennota 2011. IPO Het IPO wil op korte termijn overleg met het kabinet over de wijze waarop de provincies bij de voorbereiding van de heroverwegingsvoorstellen worden betrokken. Enkele thema’s van de heroverwegingen als leefomgeving en natuur, mobiliteit, water en openbaar bestuur raken de provincies in hun kern. Provincies lopen het gevaar bij de heroverwegingen dubbel te worden belast: via de maatregelen die de provincies direct raken en via de doorwerking van de bezuinigingen op de accressen door de normeringsystematiek. Als de heroverweging leidt tot bezuinigingen van 20 procent op de rijksbegroting zullen deze via de normeringsystematiek leiden tot een 20 procent lager Provinciefonds (ongeveer 200 miljoen euro bovenop de al aangekondigde bezuiniging van 300 miljoen euro). Ontwikkeling accressen Kabinet Fondsbeheerders adviseren provincies en gemeenten behoedzaam te zijn bij het opstellen van de meerjarenbegrotingen en hebben onzekerheden in eerste instantie vertaald in een p.m.-raming voor 2012 en erna. IPO Het IPO kan zich vinden in het advies. In het voorjaar zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt over vaste reële accressen voor de periode 2009 tot en met 2011. Vanaf 2012 wordt de normeringsystematiek weer toegepast. Besluiten over heroverwegingen die in het voorjaar 2010 worden genomen, kunnen vanaf 2011 resulteren in omvangrijke bezuinigingen op de rijksbegroting. Deze werken via de normeringsystematiek door in de accressen van het Provinciefonds. Vanaf 2012 moet er rekening worden gehouden met de bedragen die de provincies hebben ingeleverd bij de afspraken over de periode 2009-2011. Wet tekortreductie rijk en medeoverheden Kabinet Het kabinet legt de afspraak over de jaarlijkse verbetering van het structurele saldo wettelijk vast in de Wet tekortreductie Rijk en medeoverheden. De wet voorziet ook in de normering van het EMU-saldo van gemeenten, provincies en waterschappen. IPO Het rijk mag de medeoverheden geen strakke normen voor het EMU-saldo opleggen: gemeenten, provincies en gemeenten zijn wettelijk verplicht een sluitende begroting
op te stellen. Een eventueel EMU-tekort van de medeoverheden is alleen het gevolg van de berekeningsmethode die gebaseerd is op het kasstelsel. Specifieke uitkeringen In de begroting voor 2010 lijken geen ingrepen plaats te vinden in de indexering van de specifieke uitkeringen. IPO Het IPO is hier tevreden over. BTW-compensatiefonds Kabinet De effectiviteitevaluatie naar het BTW-compensatiefonds vindt plaats in 2009 en 2010. Het bestaansrecht van het fonds wordt kritisch onderzocht. IPO Oorspronkelijk pleitten de meeste provincies voor opheffing van het BTWcompensatiefonds vanwege de complexiteit en de administratieve belasting. Nu declareren de provincies meer dan de korting die indertijd op het Provinciefonds is doorgevoerd. De animo om het fonds op te heffen is zo goed als verdwenen. Het btwbewustzijn bij de provincies is toegenomen. Belastingplan 2010 Kabinet Het kabinet vergroot de prikkel voor de keuze van zeer zuinige auto’s in het belastingplan door naast de vrijstelling van de Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) ook een nihiltarief voor de motorrijtuigenbelasting (MRB) in te voeren. De definitie van zeer zuinige personenauto’s wordt periodiek herzien. De ontwikkelingen op het vlak van nulemissieauto’s en zeer zuinige personenauto’s worden gevolgd. IPO Voor de provincies is er sprake van een inkomstenderving. Het IPO zal de ontwikkelingen op dit vlak goed volgen, want bij een doorgaande groei van het aantal zeer zuinige auto’s zijn de budgettaire gevolgen voor de provincies aanzienlijk. De minister van Financiën opent de mogelijkheid om via een verhoging van de opcenten de negatieve gevolgen voor de opbrengst van de opcenten MRB op te vangen. Kilometerprijs Kabinet Het kabinet introduceert een landelijke kilometerprijs gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken. De opbrengsten van de bestaande BPM, MRB en Belasting zware motorrijtuigen worden omgezet in een kilometertarief. IPO Het IPO pleit voor het niet meenemen van de provinciale opcenten MRB bij de berekening van de kilometerprijs. Of dat daadwerkelijk gebeurt, wordt pas duidelijk bij de publicatie van het desbetreffende wetsontwerp.
4. Europa Algemeen Kabinet Het kabinet onderschrijft de grote invloed van de Europese Unie op het functioneren van de provincies en wil hierover communiceren op nationaal niveau. Het kabinet voert in 2010 de Europese paragraaf van het Bestuursakkoord rijk-provincies uit. In 2010 treedt het Verdrag van Lissabon in werking. Het moet de Europese Unie slagvaardiger en transparanter maken. Ook start de aanpak van knelpunten in de
grensoverschrijdende samenwerking. Er is een agenda opgesteld met de provincies en de Duitse en Belgische federale en regionale regeringen opgesteld. IPO In 2008 maakte het IPO in het actieplan ‘Europa en decentrale overheden’ afspraken met het kabinet over de betrokkenheid van decentrale overheden bij het nationale Europabeleid. Het IPO ziet graag dat het kabinet in 2010 deze afspraken nakomt. Het Verdrag van Lissabon versterkt de positie van decentrale overheden in Europa en in het Comité van de Regio’s. Betere regelgeving Kabinet In 2010 verkent op initiatief van het ministerie van BZK een kopgroep van EUlidstaten de mogelijkheden voor effectievere analyses van de impact van EU-regels op decentrale overheden. IPO Het IPO juicht dit toe. Het IPO heeft zich ingezet voor betere impact assessments van de gevolgen van EU-regels voor decentrale overheden. De inzet van het IPO is dat EU-regels decentrale overheden voldoende beleidsruimte laten én dat er meer aandacht is voor de administratieve lasten van EU-regels op decentrale overheden. Structuurfondsen Kabinet Het kabinet erkent de bijdrage van Europese structuurfondsen aan de versterking van de Nederlandse concurrentiekracht en kansrijke projecten over de landsgrenzen. Deze programma’s sluiten aan bij de nationale beleidsagenda. IPO Het IPO zou deze constatering graag als steun in de rug opvatten voor zijn pleidooi om Nederlandse provincies en gemeenten ook na 2013 in aanmerking te laten komen voor Europese structuurfondsen voor grensoverschrijdende, interregionale en transnationale projecten, alsmede voor het versterken van de concurrentiepositie. Over de volgende periode doet het kabinet echter geen uitspraak. Het kabinet heeft tot nu juist gekoerst op beëindiging van het Europees regionaal (innovatie)beleid na 2013. Staatssteun en aanbestedingen Kabinet Het ministerie van BZK bekijkt of activiteiten voor een betere uitvoerbaarheid van de regels voor de diensten van algemeen economisch belang mogelijk zijn. IPO De EU-regels voor diensten van algemeen economisch belang zijn onevenredig in de beperking van de beleidsruimte van decentrale overheden. Ook veroorzaken deze regels onevenredige administratieve lasten. Het IPO verwacht dan ook dat het kabinet zich krachtig zal inzetten voor de versoepeling en vereenvoudiging van deze regels. 5. Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen Herordening van de ruimte Kabinet Het kabinet ziet 2010 als een belangrijk jaar in het herordenen van de ruimte, onder andere door de inwerkingtreding van de AMvB Ruimte. De tussentijdse evaluatie van de Nota Ruimte neemt de consequenties van de economische crisis mee. Ook wordt de effectiviteit van de inzet van financiële middelen, de ervaringen met de sturingsfilosofie en met de verdeling van bevoegdheden geëvalueerd.
IPO Het lijkt erop dat VROM in 2010 de focus verlegt van decentralisatie naar het identificeren van nieuwe centrale ruimtelijke opgaven. De provincies volgen dit scherp. Er wordt geen perspectief geboden op noodzakelijke ruimtelijke investeringen na 2014. Wel wordt volgend jaar een ruimtelijke investeringsagenda gemaakt. De provincies willen hierop met een eigen investeringsagenda insteken. Mooi Nederland Kabinet Het kabinet zet onverminderd in op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In 2010 worden onomkeerbare afspraken met andere overheden en sectoren gemaakt, over de sanering van 200 hectare kassen in 10 gebiedsprojecten in Nationale Landschappen en Rijksbufferzones. Per aangewezen Rijksbufferzone wordt in 2010 een gebiedsontwikkelingsstrategie vastgesteld met een concreet uitvoeringsprogramma. IPO De VROM-begroting bevestigt alle afspraken Samenwerkingsagenda Mooi Nederland.
met
IPO
en
VNG
uit
de
Woningbouw en stedelijke vernieuwing Kabinet Het kabinet heeft 395 miljoen vrijgemaakt voor de bestrijding van de maatregelen tegen de kredietcrisis op het gebied van woningbouw. Deze middelen zijn deels afkomstig uit de begroting van WWI zelf. Het Budget Locatiegebonden Subsidies (BLS; 150 miljoen) komt te vervallen. Het kabinet begint in 2010 met nieuw stedenbeleid voor de periode 2010-2014 en reserveert 1,2 miljard euro voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). De decentralisatie naar provincie- en gemeentefonds wordt aangekondigd. Wel is een taakstelling uit de voorjaarsnota ingevuld van 48 miljoen. Het kabinet heeft veel aandacht voor de aanpak van krimp. In het najaar komt het met het Actieplan Bevolkingsdaling. Het kabinet vindt solidariteit tussen krimp- en groeiregio’s noodzakelijk. Hoe zich dit vertaalt in financiële middelen, is in deze begroting nog niet duidelijk gemaakt. IPO Het IPO betreurt dat er geen middelen meer zijn voor de verstedelijkingsafspraken. De BLS-middelen komen immers geheel ten goede aan de maatregelen voor de kredietcrisis. Daarmee komt het kabinet terug van het voornemen tot decentralisatie van het BLS-budget dat in het bestuursakkoord met de provincies is vastgelegd. De decentralisatie van het ISV-budget is eveneens een afspraak uit het bestuursakkoord. Per 1 januari 2011 zal het budget voor de niet-rechtstreekse gemeenten via het provinciefonds lopen. Het IPO en de VNG zijn medeopstellers van het Actieplan Bevolkingsdaling. Het IPObestuur behandelt dit Actieplan in het najaar. Het IPO onderschrijft de gevoelde urgentie van het Kabinet om veel aandacht te schenken aan de krimpproblematiek.
6. Landelijk gebied Algemeen De begroting LNV is onduidelijk, ondanks de overzichtsconstructie ILG. Het is moeilijk te herleiden waar de begrotingsvoorstellen een toename of afname van de budgetten laat zien. De indruk bestaat dat de bedragen worden gesaldeerd en dat biedt weinig transparantie.
ILG en btw-compensatie Kabinet Bij de voorjaarnota 2007 is 113 miljoen euro van de LNV-begroting overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds (3,7 procent van het ILG-budget). In de Voorjaarsnota 2009 heeft een correctie plaatsgevonden voor het deel dat niet voor de provincies declarabel is bij het fonds. Uit de begroting blijkt dat nu 85 miljoen beschikbaar is. Dit bedrag zal op basis van de midterm review nader worden verdeeld. IPO Volgens ons bedraagt de omvang van de btw-compensatie 100 miljoen euro. Onduidelijk is waar het bedrag van 85 miljoen vandaan komt en waar de resterende 15 miljoen is gebleven. Beheer Kabinet De kwaliteit van de terreinen met agrarisch natuurbeheer, vooral de weidevogelgebieden, blijft achter bij de verwachtingen. Het kabinet wil die trend keren en investeert extra in natuur. In verband met de stijgende kosten voor de schade van grotere aantallen overwinterende ganzen wordt het uitgavenbudget verhoogd. De middelen gaan naar de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer en (voor een groter beroep op) het Faunafonds. IPO De beleidsvoornemens van het kabinet zijn in tegenspraak met de bedragen in de begroting. In plaats van een verzwaring zien we daar een verlaging van de uitgaven. Faunafonds Kabinet Het kabinet geeft aan dat de decentralisatie van het Faunafonds naar de provincies uiterlijk in 2010 gebeurt. In de LNV-begroting is voor 2009 nog 15 miljoen voor het Faunafonds opgenomen, vanaf 2010 en volgende jaren ongeveer 7,8 miljoen. IPO IPO heeft in het kader van de decentralisatie van het Faunafonds door het LEI (Wageningen UR) een risicoanalyse laten uitvoeren naar de ontwikkeling van de schadetegemoetkomingen. Daaruit blijkt dat die schadetegemoetkomingen jaarlijks met 16 à 17 procent stijgen, van naar verwachting 10 miljoen euro in 2010 tot 13,5 miljoen in 2013. Daar bovenop komen de andere taken die het Faunafonds uitvoert. Het bedrag in de begroting staat in geen verhouding tot de verwachte uitgaven. Om de decentralisatie te kunnen realiseren is een wetswijziging nodig. Het is zeer onzeker of de wetswijziging nog in 2010 gerealiseerd wordt. Met de decentralisatie van het Faunafonds naar de provincies lijkt LNV ten onrechte een bezuiniging te willen bewerkstellingen. 7. Mobiliteit Kabinet De voornemens uit de begroting 2009 zijn doorgetrokken naar de begroting 2010. Ingezet wordt op snellere en betere besluitvorming via de nieuwe Tracéwet en aanpassing van het MIRT-spelregelkader. De voorbereidingen voor de invoering van Anders Betalen voor Mobiliteit gaan onverminderd door, ondanks stijgende investeringskosten, waarvoor tot 2020 een aanvullend bedrag van 280 miljoen euro wordt uitgetrokken. Voor de stimulering van de economie worden uitgaven voor hoofdwegennet (213 miljoen euro voor bruggen en renovatie wegen door vorstschade) naar voren gehaald. De uitgaven aan spoorwegen stijgen met 300 miljoen. De Miljoenennota kondigt vanaf 2011 echter een structurele bezuiniging aan op het Infrastructuurfonds
voor een bedrag van 120 miljoen euro per jaar als bijdrage aan de kabinetsbrede bezuiniging van 1,8 miljard euro. De hoogte van de Brede Doeluitkering stijgt licht ten opzichte van de begroting 2009. De halvering van de BDU-index uit 2009 wordt ongedaan gemaakt. Aan de BDU worden rijksmiddelen toegevoegd voor de uitvoering van het Actieprogramma Regionaal OV uit de Mobiliteitsaanpak. Ook de 10 miljoen euro (amendement-Cramer) voor de quick scan decentrale spoorlijnen uit de Mobiliteitsaanpak vloeit in de BDU. IPO Het IPO is tevreden dat nieuwe bezuinigingen op de BDU-index uitblijven. Wel is het vreemd dat de begroting met geen woord rept over de evaluatie van de BDU in 2010 en het voornemen tot decentralisatie in 2011 naar het Provinciefonds. Het IPO is tevreden dat rijksmiddelen uit de Mobiliteitsaanpak in de BDU vloeien en niet als aparte cofinanciering aan de provincies ter beschikking worden gesteld. Voor 300 miljoen euro is de dekking geregeld, de overige 200 miljoen komt uit gereserveerde gelden voor de enveloppe openbaar vervoer. Bij het Infrastructuurfonds is na 2011 sprake van structurele bezuinigingen. Daarmee komt een einde aan de reële groeiafspraak van 2,8 procent per jaar. Daarbij komt dat er sprake is van een snelle afbouw van rijksbudgetten voor stimulering van toegankelijk OV en marktwerking OV in vergelijking met de begroting 2009. Daartegenover staan nieuwe begrotingsposten voor regionale bereikbaarheid en regionale OV-systemen, die niet worden toegelicht. Hoe de bezuiniging op het Infrastructuurfonds uitpakt voor het halen van de doelstellingen van de Nota Mobiliteit en de torenhoge ambities van de Mobiliteitsaanpak is nog ongewis, maar budgetbeperkingen dragen zeker niet bij aan het sneller en beter realiseren van projecten. 8. Economie Innovatie bevorderen Kabinet Samen met bedrijven en regionale partners richt EZ zich op kansrijke clusters van bedrijven en instellingen in top- en grensregio’s. Om deze clusters te stimuleren en een goed vestigingsklimaat te realiseren, worden verschillende instrumenten ingezet waaronder Pieken in de Delta. IPO Rond Pieken in de Delta is het belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt tussen rijk en provincies, waarmee uitvoering wordt gegeven aan het Bestuursakkoord. Voor provincies betekent dit een versterkte rol in de regio, zonder daarmee de regierol van het rijk te ontkennen. Nederlandse positie innovatievermogen Kabinet In internationale vergelijkingen van innovatievermogen kenmerkt Nederland zich door een middenpositie. In een separate beleidsbrief wordt ingegaan op de nationale ambitie voor onderwijs, kennis en innovatie voor de middellange termijn. Het kabinet wil extra inzetten op de acquisitie van kennisintensieve ondernemingen. IPO Het IPO signaleert dat het rijk wel de noodzaak ziet om te investeren in de economie, maar zich tegelijkertijd door de crisis laat belemmeren. Het IPO pleit voor meer geld voor grootschalige onderzoeksinfrastructuren, niet alleen nationaal via het FES, maar ook door extra geld vanuit Brussel binnen te halen.
Lissabonstrategie Kabinet Het kabinet is verantwoordelijk voor de uitvoering van de strategie en stelt in 2010 de voortgangsrapportage op het Nationale Hervormingsprogramma (NHP) op. IPO De inbreng van de decentrale overheden in het Nationaal Hervormingsprogramma is verbeterd. Het Buck-rapport maakt inzichtelijk welke krachtige rol de decentrale overheden spelen bij de uitvoering van het NHP. Het IPO juicht toe dat het ministerie aangeeft meer gezamenlijk na te willen denken over de nieuwe Lissabonstrategie, onder andere in aanloop naar de Voorjaarstop van maart 2010. Bedrijventerreinen Kabinet Het kabinet heeft afgesproken van 2009 tot en met 2013 6500 hectare te herstructureren. In 2010 werken de ministeries van VROM en EZ met provincies en gemeenten aan de uitvoering van deze afspraken. Samen met het IPO en de VNG wordt in 2010 een kennisnetwerk bedrijventerreinen opgericht. IPO De provincies willen bij het opstellen van de provinciale herstructureringsopgave uitgaan van werkelijk beschikbare middelen. Hiervoor zijn verschillende redenen: de voorgenomen korting op het Provinciefonds, de terughoudendheid bij gemeenten om opbrengsten van nieuwe bedrijventerreinen aan herstructurering van bestaande terreinen te besteden en het niet optimaal kunnen benutten van zijn middelen door uiteenlopende subsidievoorwaarden. De provincies zijn bereid de uitvoering van de 6500 ha op te pakken maar willen niet op voorhand aan deze opgave worden gebonden. Het voortouw van het kennisnetwerk ligt bij VROM via het Kennis- en leertraject Mooi Nederland. Het IPO wil betrokken blijven bij de opzet en uitvoering van dit kennisnetwerk. Toerisme Kabinet De doelstelling van het toeristisch promotiebeleid is het stimuleren van het inkomend toerisme naar ons land. Daarnaast zet EZ zich in voor een goed ondernemingsklimaat voor de sector toerisme en recreatie. IPO Het IPO wil meer aandacht voor het binnenlands toerisme. De provincies zijn pilots ‘Regionale beeldverhalen’ begonnen om innovatie en gebiedsgericht werken te stimuleren. Een Kennisprogramma, samen met EZ opgezet, versterkt deze pilots. Dit Kennisprogramma wordt gekoppeld aan het al bestaande Innovatieprogramma van het ministerie van LNV. Ook vindt IPO het belangrijk om nauw samen te werken met VROM, om gebiedsgericht werken goed in te bedden. Voor Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE): zie hoofdstuk 10 Milieu 9. Water Kabinet In 2010 zal gewerkt worden aan de uitwerking van het Nationaal Waterplan. De overige activiteiten hebben met name betrekking op de uitwerking van het advies van de Deltacommissie: de parlementaire behandeling van de Deltawet en de uitwerking van het Deltaprogramma. Een eerste stap wordt gezet in de uitvoering van de stroomgebiedbeheerplannen in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water. De aanpak van de economische crisis leidt tot een versneld inzetten van 100 miljoen euro voor kustversterking (zandsuppleties). De brede heroverweging voorziet in
doelmatiger en rationeler waterbeheer, met als inzet 100 miljoen bezuiniging per 2011. IPO Het IPO vindt het belangrijk dat provincies betrokken zijn bij de nadere uitwerking van het advies van de Deltacommissie. In het Nationaal Wateroverleg zijn hierover afspraken gemaakt. Kennis en draagvlak vanuit de regio zijn van belang voor het opstellen en uitvoeren van het Deltaprogramma. Provincies willen bijdragen aan de nadere vorm van het Deltaprogramma en kunnen de regierol nemen bij regionale uitwerkingen van het programma. In de begroting is voor waterveiligheid een korting doorgevoerd van 68 miljoen op het hoogwaterbeschermingsprogramma. Het is belangrijk dat dit programma voortvarend wordt opgepakt, gezien gemaakte bestuurlijke afspraken. Een korting moet niet tot vertraging leiden. In het kader van de brede heroverweging voor het waterbeheer wil het IPO betrokken zijn bij de aanpak en de taakstelling. 10. Milieu Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) Kabinet Ruimere en robuustere financiering van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) via een opslag op het elektriciteitstarief. (… ) Ieder jaar wordt een subsidieplafond opengesteld. (…) In de brief aan de Tweede Kamer van 17 april jl. is aangegeven dat de Minister van Economische Zaken voor het einde van 2009 de Kamer zal informeren over de vormgeving van deze nieuwe financieringswijze en de consequenties daarvan. Daarbij blijft het huidige sturingsmechanisme van de SDE — conform het aanvullend beleidsakkoord — gehandhaafd. Dit impliceert budgettering door middel van plafonds en handhaven van het gesloten-eindekarakter van de SDE. IPO Het IPO betreurt de starheid van de uitvoering van de SDE (budgetteren via plafonds en gesloten-eindekarakter). Hierdoor zullen ook in de komende jaren budgetten onderbenut blijven of juist ontoereikend blijken om de vele aanvragen te ondersteunen. Het IPO steunt het voornemen voor een financiering van de SDE via een opslag op de elektriciteitstarieven. Dit biedt perspectief op een voortzetting op lange termijn van de stimulering voor duurzame energieproductie. Windenergie Kabinet Derde ronde subsidies voor duurzame energie (via de SDE), met een focus op de toename van windenergie op land. In de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Mijnbouwwet is de Rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaard op grote energie-infrastructuurprojecten, waaronder voor windenergie. Er komt 15 miljoen extra voor windenergie op zee in 2010 beschikbaar gesteld en in totaal 2,4 miljard euro voor de periode van 2014 tot en met 2029. Dit leidt tot 500 MW extra op zee, bovenop de geplande 450 MW. Er komt een gemeenschappelijk actieplan om de windparken op de Noordzee te verbinden met het stroomnet in Noordwest-Europa. IPO Het kabinet streeft naar meer windenergie op land maar heeft tot nu toe weinig gedaan om de knelpunten weg te nemen. Het kabinet heeft ook geen enkele aandacht voor de provinciale inzet die nodig is om de toename van windenergie op land te realiseren. Het IPO is van mening dat deze inspanning zich ook zou moeten richten op een intelligente infrastructuur voor elektriciteit op land die ook ruimte biedt voor decentrale duurzame stroomproductie. Positief is dat het Kabinet met deze
maatregelen laat zien ook verder te denken dan 2010 en aandacht te schenken aan een elektriciteitinfrastructuur die toegesneden is op duurzame energie. Elektrische auto Kabinet Een extra impuls van 60 miljoen euro voor duurzaam ondernemen, waarvan er 20 is bestemd voor de elektrische auto. In totaal 65 miljoen extra investering voor de ontwikkeling van de elektrische auto. IPO Elektrisch rijden is een veelbelovende technologie, maar met de stimulering van elektrisch rijden dreigt het kabinet voorbij te gaan aan de noodzaak om tijdens de energietransitie de overstap op aardgas en biogas als brandstof te faciliteren. Hierover zijn afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord tussen Rijk en provincies in januari 2009. Emission Trading System Kabinet Eén van de pijlers onder de aanpak van broeikasgassen is het Europees marktmechanisme voor CO2-uitstoot, het Emission Trading System. Belangrijk speerpunt in 2010: uitwerking van de afspraken over de internationale financiële architectuur, de bronnen, besteding en toezicht op de middelen. IPO De decentrale overheden willen betrokken zijn bij het bepalen van de bestemming van de ETS-opbrengsten, die, als het aan provincies ligt, ten goede komen aan projecten op het gebied van mitigatie (tegengaan klimaatverandering) en adaptatie (aanpassen aan klimaatverandering). Groen Akkoord Kabinet ‘Het klimaatbeleid is niet langer het exclusieve terrein van de minister van VROM. Dat bleek eens te meer bij de presentatie van het aanvullend beleidsakkoord in april 2009 en het Groen Akkoord met provincies en gemeenten.’ IPO Het Groen Akkoord tussen rijk, provincies, waterschappen en gemeenten is nog niet gesloten. Het IPO acht de meerwaarde van een nieuw akkoord in aanvulling op het bestaande klimaatakkoord beperkt. Wabo Kabinet De totale reductie (in administratieve lasten) ten gevolge van Wabo, de uitvoeringsregelgeving en Omgevingsloket online komt neer op circa 105 miljoen per jaar voor bedrijven en circa 26 miljoen en 18.000 uur aan tijdsbesteding per jaar voor burgers. IPO Het IPO steunt lastenverlichting voor burgers en bedrijven, maar heeft vragen bij de uitkomst van de rekensom. De kosten en baten van met name de overheden zouden ook moeten worden meegenomen. De op te zetten regionale uitvoeringsorganisaties (Mans) dreigen bij de start te maken te krijgen met tekorten in formatie om een adequaat uitvoeringsniveau te bereiken. Handhaving en toezicht Kabinet De voortvarendheid waarmee de gezamenlijke overheden komen tot de inrichting van robuuste uitvoeringorganisaties, de verbetering van de horizontale verantwoording en de ontwikkeling van informatiearrangementen voor interbestuurlijke gegevens en
voor operationele handhavinggegevens bepalen de mate waarin de VROM-Inspectie (VI) haar stelselrol met zo min mogelijk toezichtlast kan uitvoeren. IPO De VROM-Inspectie heeft vele taken waarvan slechts het systeemtoezicht op de gemeenten overgedragen wordt op provincies. In de begroting van VROM/VI heeft dit echter geen financiële vertaling gekregen. Overigens wijzen eerste eigen berekeningen op de noodzaak van forse uitbreiding van capaciteit en financiering om regionale uitvoeringsorganisaties tot stand te brengen. Ondergrond Kabinet Door toevoeging van nieuwe functies en door bovengronds ruimtegebrek ontstaat meer druk om ook de ondergrondse ruimte te benutten. Daarom is het van belang de verschillende functies in de ondergrond af te stemmen door middel van ruimtelijke ordening. IPO Het IPO ziet de ruimtelijke ordening voor de ondergrond in samenhang met de bovengrond en ziet daarin een belangrijke rol voor de provincies. 11. Jeugdzorg Kabinet Het kabinet stelt voor de provinciale jeugdzorg (zorgaanbod en Bureaus jeugdzorg) vooralsnog 1 miljard en 28 miljoen euro beschikbaar. Het bestuurlijk overleg tussen rijk en IPO heeft nog niet geleid tot het definitief vaststellen van het budget 2010. Ook stelt het kabinet 12,6 miljoen beschikbaar voor de opvang van weglekeffecten naar de jeugdzorg als gevolg van de wijzigingen AWBZ. Het voorkomen van een langere wachttijd dan negen weken is een beleidsdoelstelling. IPO Voor zover te traceren is het bedrag van 1 miljard en 28 miljoen euro lager dan het structurele bedrag van 2009. Nader overleg op korte termijn is daarom noodzakelijk. Het IPO wacht de uitkomst ervan af, maar is bezorgd of jongeren in 2010 wel de zorg krijgen die zij nodig hebben. Wil aan alle vraag naar zorg worden voldaan, dan is er een hoger budget nodig. Het IPO heeft een voorstel voor een kostprijs per gebruiker gedaan. Het is aan het kabinet om voldoende budget beschikbaar te stellen waarmee jongeren binnen negen weken kunnen worden geholpen. Wil Bureau Jeugdzorg de groei in meldingen en zijn nieuwe taken kunnen accommoderen, dan is daarvoor minimaal 38 miljoen euro meer nodig. Dit is nog niet in de kabinetsvoorstellen opgenomen. Het is terecht dat het kabinet 12,6 miljoen euro beschikbaar stelt voor opvang van het weglekeffect als gevolg van de wijziging AWBZ. Extra cliënten opvangen als gevolg van deze stelselwijziging, vraagt immers extra middelen. Van de overeenkomst jeugdzorg 2008-2009 tussen rijk en IPO heeft het rijk de provincies 20 miljoen euro voor 2010 toegezegd voor de doorloop van de hulp door het wegwerken van wachtlijsten in 2009. Dit bedrag is niet in de Rijksbegroting opgenomen. Als het kabinet dit toegezegde bedrag niet beschikbaar stelt, dan zullen de afspraken over de te realiseren productie in 2008-2009 (aantal zorggebruikers) alsnog neerwaarts moeten worden bijgesteld. 12. Cultuur Monumenten Kabinet Het nieuwe monumentenstelsel wordt meer gebiedsgericht. Het zorgt voor afname van regeldruk en toename van herbestemming. De toevoeging van 23 miljoen euro
aan de begroting van OCW wordt de eerstkomende twee jaar ingezet voor het versneld inlopen van restauratieachterstanden. In 2012 worden middelen ingezet voor de prioriteiten uit de beleidsnotitie Modernisering Monumentenzorg. IPO Rijk en provincies pakken tot 2012 de restauratie van rijksmonumenten aan met een bedrag van ten minste 38 miljoen euro. Het IPO onderschrijft de uitgangspunten voor de modernisering monumentenzorg. Provincies willen met het rijk samenwerken bij het inzetten van middelen voor gebiedsgerichte monumentenzorg. Mooier Nederland Kabinet Het kabinet trekt tussen 2010–2012 2 miljoen euro per jaar uit voor het versterken van stedenbouw en regionaal ontwerp. IPO Het IPO beveelt aan om activiteiten van OCW op het terrein van het integrale programma Mooi Nederland beter af te stemmen met activiteiten van andere departementen. De maatregelen ter versterking van stedenbouw en regionaal ontwerp moeten worden afgestemd op de gebiedsgerichte en integrale aanpak van provincies. Archeologie Kabinet Bij excessieve kosten moeten lagere overheden een beroep kunnen doen op het rijk voor een tegemoetkoming. IPO Het IPO gaat ervan uit dat de afspraken die zijn gemaakt met de minister van OCW en de VNG onverkort van kracht zijn, ondanks het feit dat de minister van OCW het hiervoor gereserveerde budget aan het gemeentefonds heeft toegevoegd. Bibliotheekvernieuwing Kabinet Aansturing van de bibliotheekvernieuwing is in handen van een tijdelijke regiegroep die bestaat uit vertegenwoordigers van OCW, Vereniging van Openbare Bibliotheken en de Commissie Calff. Deze groep stuurt de opzet en uitwerking van de plannen 2009-2012 aan via een projectgroep. IPO Het draagvlak voor de bibliotheekvernieuwing brokkelt af. In april 2008 verscheen de eindrapportage maar daarna zijn er nauwelijks vervolgstappen gezet. Provincies, die de vernieuwing met gemeenten en de bibliotheken uitvoeren, vragen voor 2010 helderheid over het vervolg. Zij hebben aangegeven zich te beperken tot de verantwoordelijkheid voor de steunfunctie bibliotheken (provinciale serviceorganisatie).