Convenant Gemeente Den Haag en zorgverzekeraar VGZ
INHOUDSOPGAVE
Convenant
2
Bijlage 1
Basisdocument
8
Bijlage 2
Werkagenda
18
1
CONVENANT SAMENWERKING GEMEENTE DEN HAAG EN ZORGVERZEKERAAR VGZ 2015-2017
Partijen De Gemeente Den Haag: De verzekeraars
: VGZ Zorgverzekeraar N.V.; IZZ Zorgverzekeraar N.V.; IZA Zorgverzekeraar N.V.; N.V. Zorgverzekeraar UMC; N.V. VGZ Cares; N.V. Univé Zorg
zowel elk voor zich als tezamen aangeduid als “VGZ” In dit convenant spreken de gemeente Den Haag en VGZ (hierna te noemen: convenantpartners) af zich te committeren aan een resultaatgerichte samenwerking op de snijvlakken van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet publieke gezondheid (Wpg), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het convenant bestrijkt een periode van drie jaar1. De samenwerking geeft in de gemeente Den Haag mede inhoud en vorm aan een effectief, efficiënt en duurzaam stelsel van gezondheidsbevordering, welzijn, ondersteuning en zorg. Het uitgangspunt daarbij is dat de eigen kracht en het oplossingsvermogen van (kwetsbare) burgers wordt gestimuleerd en dat burgers de ondersteuning en zorg krijgen die ze nodig hebben. De convenantpartners willen de gezondheid en het welbevinden van de inwoners van Haagse burgers verbeteren en op peil houden en de zorgkosten beheersbaar houden. Dit met behoud van toegankelijke, betaalbare ondersteuning en zorg voor hen die het nodig hebben. Convenantpartners zetten zich in om op het snijvlak van de verschillende wettelijke verantwoordelijkheden een gezamenlijk resultaat te behalen. De convenantpartners werken de gewenste resultaten separaat uit in een werkagenda. Daarbij werken de convenantpartners samen vanuit vertrouwen en transparantie. De convenantpartners geloven met de uitvoering van de werkagenda het verschil te kunnen maken voor de Haagse burgers. De convenantpartners geven de samenwerking in de praktijk vorm in samenspraak met de uitvoerende organisaties en hulpverleners en werken programmatisch aan de uitvoering van dit convenant.
1
De convenantpartners streven naar een duurzame samenwerking. Dit convenant is daar de opmaat toe. Voor verstrijken van de periode van drie jaar gaan partijen in overleg over voortzetting dan wel vernieuwing van het convenant.
2
Overwegende: a. dat de convenantpartners in de afgelopen periode met elkaar van gedachten hebben gewisseld over de gevolgen van nieuwe wet- en regelgeving (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet, Wpg, Wlz, Zvw) en de raakvlakken tussen de verantwoordelijkheden van gemeente en zorgverzekeraar; b. dat er sprake is van een stijgende zorgvraag en beperkte middelen en dat samenwerking
tussen gemeente en zorgverzekeraar van toegevoegde waarde kan zijn is om burgers zelfredzamer te maken en de zorg en de maatschappelijke ondersteuning betaalbaar en toegankelijk te houden; c.
dat de convenantpartners ervan overtuigd zijn dat zij dit kunnen realiseren in partnerschap, met onderlinge afstemming van gezondheidsbevordering, zorg, ondersteuning en welzijn en op basis van overeenstemmende belangen en wederzijdse inzet en vertrouwen;
d. dat de convenantspartners ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben met betrekking
tot het verzorgen van een goed aanbod van ondersteuning en zorg voor haar burgers c.q. verzekerden. e. dat het jaar 2015 een overgangsjaar is waarin inzicht wordt verkregen in hoe de gewijzigde wetgeving in de praktijk uitpakt, waar knelpunten ontstaan en waar kansen liggen en dat dat kan leiden tot wijzigingen in de afspraken; f. dat de convenantpartners werken met een gezamenlijke werkagenda die voorziet in helder geformuleerde afspraken en afstemming in de praktijk; g. dat de convenantpartners overeenstemming hebben bereikt over de prioriteiten, de duur, de aanpak, de werkagenda en de overlegstructuur.
Komen het volgende overeen ten aanzien van A. Ambitie B. Uitgangspunten C. Werkwijze D. Monitoring, evaluatie en informatie-uitwisseling E. Financiering F. Overige convenant afspraken
3
A. Ambitie De ambitie van de convenantpartners is: Meer gezonde en vitale Haagse burgers en minder zorgafhankelijkheid en inefficiënt zorggebruik door: o het versterken van de samenhang tussen ondersteuning en zorg in de wijken met een gezamenlijke visie op de uitvoering door organisaties en professionals. Dit is gericht op het stimuleren en ondersteunen van de eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van burgers en het bevorderen van de gezondheid en kwaliteit van leven; o het zo efficiënt en effectief mogelijk organiseren van ondersteuning en zorg waardoor de kwaliteit hoog is en de kosten beheersbaar blijven; o het gezamenlijk ontwikkelen van business cases als onderbouwing van het rendement van de gezamenlijke inzet. B. Uitgangspunten De afspraken die worden vastgelegd in dit convenant en het werkplan sluiten aan bij de uitgangspunten van de gemeente zoals vastgelegd in bijgevoegde uitgangspuntennotitie (zie bijlage1). Deze uitgangspunten zijn onderschreven door alle zorgverzekeraars waarmee de gemeente Den Haag een samenwerkingsconvenant sluit. Zo wordt een eenduidige Haagse aanpak zo veel mogelijk geborgd. Eventuele aanvullende uitgangspunten die van toepassing zijn op de samenwerking tussen VGZ en de gemeente Den Haag zijn opgenomen in de werkagenda. C. Werkwijze o De convenantpartners houden toezicht op de continuïteit van het convenant, de relevantie en uitvoerbaarheid van afspraken, de kwaliteit van de uitvoering, de verbinding tussen de betrokken partijen en de verbreding van de opgedane ervaringen; o
De uitvoering van het convenant wordt gecoördineerd door een regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van beide convenantpartners;
o
De regiegroep heeft geen bevoegdheid om namens de convenantpartners besluiten te nemen, maar bereidt indien nodig formele besluitvorming door en tussen de convenantpartners voor;
o
De werkagenda van het convenant wordt uitgevoerd via een werkplan en programmatische aanpak;
o
De convenantpartners onderkennen dat een zorgvuldige communicatie van belang is voor het slagen van het convenant, zowel intern als met contract- en samenwerkingspartners, en stemmen daartoe onderling af.
4
D. Monitoring, evaluatie en informatie-uitwisseling o Binnen de kaders van de wettelijke verantwoordelijkheden van de convenantpartners, de wet en regelgeving op het gebied van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers en van het professioneel handelen, willen convenantpartners komen tot betere informatie-uitwisseling ten behoeve van de samenwerking en minder bureaucratie; o Resultaten en samenwerkingsdoelen worden op pragmatische wijze gemonitord; o Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande, voor de convenantpartners beschikbare databronnen; o Om inzicht te krijgen in het verloop en de resultaten van het convenant vindt monitoring plaats van werkplan en projecten op kosten, output en outcome. E. Financiering o
Convenantpartners gaan er van uit dat benodigde middelen worden gefinancierd vanuit reguliere financieringsstromen en beschikbare menskracht, voor elke partij naar eigen deel. Dit alles binnen de bestaande wettelijke kaders.
F. Overige convenant afspraken o
Het convenant bestaat uit 1. het onderhavige document, 2. de uitgangspuntennotitie en 3. de werkagenda. Deze onderdelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De convenantpartners zijn verantwoordelijk voor eventuele tussentijdse bijstelling van het convenant;
o
Indien een convenantpartner de andere convenantpartner gegevens wil verstrekken in het kader van de samenwerking, maar aan het gebruik en/of de verspreiding van de gegevens beperkingen wenst te stellen, bijvoorbeeld als het gaat om concurrentie gevoelige informatie, brengt hij de andere partner daarvan voorafgaand aan het verstrekken op de hoogte. De informatieverstrekking vindt pas plaats indien en voor zover over de beperkingen overeenstemming wordt bereikt. Hetzelfde geldt indien een convenantpartner aan het gebruik en/of de verspreiding van een mogelijk concreet uit de samenwerking voortvloeiend resultaat beperkingen wenst te stellen;
o
Externe communicatie over het convenant en de uitvoering daarvan vindt plaats na overleg tussen beide convenantpartners;
o
De zorgverzekeraar is zich ervan bewust en respecteert dat de gemeenteraad wordt gekend in het convenant en de werkagenda. Voor zover dit leidt tot verzoeken tot wijziging wordt dit besproken tussen de convenantpartners; Bij urgente zaken en/of calamiteiten die van invloed zijn op de samenwerkings(afspraken) zullen convenantpartners elkaar informeren en afstemming zoeken;
o
5
o
Gedurende de looptijd van dit convenant kunnen aanspraken van verzekerden en/of verantwoordelijkheden van convenantpartners uit hoofde van wet- en regelgeving wijzigen of als gevolg van een gewijzigde marktpositie. Indien die wijzigingen effect (kunnen) hebben op de inhoud van dit convenant treden partijen met elkaar in overleg om waar nodig vervangende afspraken te maken. Dit gebeurt met inachtneming van weten regelgeving. In geval van interne beleidswijzigingen bij (een van) de partijen worden gevolgen voor de convenantafspraken in gezamenlijkheid beoordeeld. De vervangende afspraken doen zoveel mogelijk recht aan de intenties van de partijen bij het aangaan van dit convenant;
o
Als zich omstandigheden of gebeurtenissen voordoen die de samenwerking tussen partijen (dreigen te) beïnvloeden, informeren partijen elkaar schriftelijk. Overleg vindt plaats uiterlijk 14 dagen nadat één der partijen hierom heeft verzocht;
o
De convenantpartners nemen bij de uitvoering van dit convenant de wettelijke bepalingen in acht, waarbij met name worden genoemd de bepalingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens;
o
De convenantpartners evalueren in de regiegroep de samenwerking en de uitvoering van het convenant jaarlijks. De evaluatie van het derde jaar vindt plaats tenminste drie maanden voor het aflopen van het convenant;
o
Hoewel er sprake is van duurzame samenwerking, zijn de werkagenda en het werkplan geen statische documenten, maar zullen deze aan verandering onderhevig zijn als gevolg van nieuwe inzichten, onverwachte knelpunten en wijzigingen in de prioriteiten die zich voordoen in de praktijk;
o
Dit convenant treedt in werking op 27 januari 2015. Tenzij anders overeengekomen eindigt dit convenant op 31 december 2017;
o
De afzonderlijke convenantpartners kunnen het convenant op elk ogenblik tegen elk tijdstip opzeggen, zonder inachtneming van een opzegtermijn. Op het tijdstip van ondertekening streven de convenantpartners naar samenwerking tenminste tot en met 31 december 2017 en eventuele meningsverschillen op te lossen middels aanpassing van afspraken;
o
Drie maanden voor het einde van het convenant treden de convenantpartners met elkaar in overleg over eventuele voortzetting voor een nieuwe termijn;
o
Dit convenant roept geen rechtens relevante verplichtingen in het leven. Dat kan uitsluitend geschieden door nadere contractuele afspraken tussen de convenantpartners.
6
Gemeente Den Haag Vertegenwoordigd door: De heer drs. K.P. Klein Wethouder Stedelijke Economie, Zorg en Havens Op 27 januari 2015
_____________________ VGZ Vertegenwoordigd door: De heer B. Bokma Directeur Zorginkoop Generieke en Integrale Zorg Op 27 januari 2015
_____________________
7
Bijlage 1 BASISDOCUMENT VOOR SAMENWERKING GEMEENTE DEN HAAG EN ZORGVERZEKERAARS
1. Inleiding In de afgelopen decennia is op onderdelen de houdbaarheid van het Nederlandse zorgstelsel steeds meer onder druk komen te staan. Dat heeft geleid tot een aantal grote hervormingen die er in het kort op neerkomen dat de AWBZ als volksverzekering is teruggebracht tot de langdurige zorg in een instelling2. Alle extramurale zorg- en ondersteuningscomponenten worden ondergebracht in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze decentralisaties gaan gepaard met forse bezuinigingen. Uitgangspunt van de veranderingen is de eigen kracht van burgers. Problemen worden niet meer bekeken vanuit de beperking, maar vanuit de mogelijkheden: wat kan iemand zelf en/of met behulp van zijn netwerk om zijn problemen op te lossen en welke evt zorg of ondersteuning is aanvullend nodig om de betreffende persoon weer optimaal zelfredzaam te krijgen. Kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg gaan hierbij hand in hand. De decentralisaties betekenen dat gemeenten en zorgverzekeraars op de gebieden van zorg en welzijn moeten samenwerken en ieder vanuit zijn eigen rol en wettelijke kaders verantwoordelijk is voor de uitvoering van alle zorg en ondersteuning aan burgers die (nog) zelfstandig in de wijk wonen. De gemeente Den Haag en de zorgverzekeraars zijn samen verantwoordelijk voor het verbinden van deze verantwoordelijkheden op het gebied van zorg en welzijn. Het aantal zelfstandig wonende burgers groeit navenant door de aangescherpte toegangsvereisten voor (langdurige) opname. De urgentie voor gemeenten en zorgverzekeraars om samen te werken neemt als gevolg van alle ontwikkelingen toe doordat: • Een deel van de burgers met beide partijen te maken krijgt (wanneer zij zijn aangewezen op zowel voorzieningen vanuit de Wmo als vanuit de Zvw, bijvoorbeeld verzorging en begeleiding) waardoor aansluiting van voorzieningen en diensten van belang is; • er overlap dan wel hiaten zitten in het aanbod vanuit de Wmo en dat vanuit de Zvw wat betekent dat er een risico is dat zaken dubbel worden gedaan; • beide partijen te maken hebben met krappere budgetten waardoor efficiënte keuzes gemaakt moeten worden en er kansen liggen om gezamenlijk te investeren in zaken die in wederzijds belang zijn; • in zowel de Wmo als de Zvw het accent ligt op zorg dichtbij en eigen kracht wat vraagt om een slimme en efficiënte organisatie van welzijn en zorg in de wijken. 2
Onder de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) die per 2015 de AWBZ vervangt
8
Naast dat burgers belang hebben bij een goede toegang tot en afstemming van de verschillende zorg en ondersteuning vanuit de verschillende stelsels, kunnen ook zorgverzekeraars en gemeenten elkaar versterken door waar mogelijk krachten te bundelen.
2. Basisdocument en bilaterale convenanten Dit basisdocument is op initiatief van de gemeente Den Haag samengesteld. Er zijn meerdere zorgverzekeraars die allen een belangrijk deel van de Haagse populatie tot hun clientèle mogen rekenen. De gemeente Den Haag voelt zich gehouden om waar mogelijk met deze zorgverzekeraars samenwerkingsafspraken te maken. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in bilaterale convenanten die aansluiten bij de basisprincipes en uitgangspunten zoals verwoord in dit basisdocument. Op die manier wordt een eenduidige Haagse aanpak geborgd. Rekening houdend met de in dit document vastgelegde basisprincipes en uitgangspunten, en aangestuurd door het eigen beleid van de zorgverzekeraar, kunnen aanvullingen op, versterkingen van teksten naast verduidelijkingen in het bilaterale convenant worden opgenomen. Verdere vertaling van die convenantafspraken in beleid en uitvoering gebeurt in onderliggende programma’s.
3. Doelstelling van de samenwerking Meer gezonde en vitale Hagenaars en minder zorgafhankelijkheid en inefficiënt zorggebruik door: 1. het versterken van de samenhang tussen zorg en welzijn in de wijken wat van belang is voor het stimuleren en ondersteunen van de eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van burgers en daarmee voor het bevorderen van de kwaliteit van leven; 2. het zo efficiënt mogelijk organiseren van integrale zorg en welzijn waardoor de kwaliteit hoog is en de kosten beheersbaar blijven. 3. Het gezamenlijk ontwikkelen van businesscases als middel voor onderbouwing van (het rendement van) de gezamenlijke inzet.
4. Dienstverleningsmodel gemeente Den Haag In het kader van de aangekondigde drie decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet) richt de gemeente Den Haag voor het sociale domein een dienstverleningsmodel in voor alle Haagse burgers. Het dienstverleningsmodel biedt mogelijkheden om dit, ook in gezamenlijkheid met het zorgdomein, verder uit te werken en kan een instrument zijn om de doelstelling van de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeente te behalen. Ongeveer 80% van de Haagse burgers is zelfredzaam in het oplossen van vragen op het terrein van zorg, inkomen, werk, opvoeding en wonen.
9
De dienstverlening die zich richt op de groep zelfredzame burgers bestaat uit drie instrumenten: click, call en face: - Click: denhaag.nl wordt hét startpunt voor burgers en professionals voor advies, informatie en het aanvragen van voorzieningen. De forse uitbreiding van de internetdienstverlening vermindert de gemiddelde afhandelingstijd naar verwachting met 25-50%. - Call: één herkenbaar nummer voor de telefonische toegang van de gemeente. - Face: voor burgers die hulp nodig hebben met de digitale dienstverlening komen er voor iedereen (binnen 1,5 km van zijn/haar huis) servicepunten waar zij door professionals of vrijwilligers geholpen worden. De resterende burgers hebben in meer of mindere mate concrete ondersteuning nodig in de vorm van casusregie omdat bij hen in meer of minder mate vaardigheden om problemen zelfstandig op te lossen (inclusief de zorgmijders) ontbreken. Via sociaal wijkteams en jeugdteams krijgen de meest kwetsbare groepen hulp die nodig is. Elk wijkteam heeft in haar bedieningsgebied de groep kwetsbare burgers in beeld. Het sociaal wijkteam handelt als er zorg of dienstverleningsvragen zijn die moeten worden georganiseerd en gecoördineerd, en als deze burgers met hun mantelzorgers en/of de civil society daartoe zelf niet (meer) in staat zijn. Het wijkteam staat voor een interdisciplinaire gebiedsgerichte samenwerking (vinden, verbinden, aanpakken) zodat Haagse Burgers met onvoldoende zelfregie, tijdig passende zorg en ondersteuning ontvangen. Het inrichten van wijkteams levert een bijdrage aan kwaliteitsverbetering van zorg en ondersteuning. En aan kostenbesparing, door het terugdringen van coördinatie op coördinatie en van overlap dan wel hiaten in het aanbod. De coördinatie van de zorg en hulpverlening aan kwetsbare jongeren en van gezinsproblematiek ligt bij de jeugdteams. Het coördineren van zorg en hulp bij OGGZ-problematiek ligt bij de afdeling CCP van de GGD Haaglanden.
5. Basisprincipes samenwerking Uitgaan van de eigen kracht en versterken van de civil society Inwoners van Den Haag zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en het oplossen van eventuele problemen. Zij helpen daarbij ook elkaar. Waar nodig wordt ondersteuning en zorg geboden die erop is gericht de zelfredzaamheid te herstellen en waar dat niet lukt te stabiliseren. Belangrijke uitgangspunten zijn: - lichte ondersteuning waar mogelijk, intensieve ondersteuning waar nodig: als de gemeente aanvullend (op de eigen kracht/sociaal netwerk) hulp inzet dient deze zoveel mogelijk aan te sluiten bij de werkelijke behoefte van de burger, dat wil zeggen afgestemd op de eigen mogelijkheden in combinatie met de omvang van de problematiek; - algemeen en collectief boven individueel en specifiek: als de gemeente voorzieningen inzet kijkt ze eerst naar algemeen toegankelijke voorzieningen of oplossingen met een
10
-
-
groepsgewijze uitvoering. Pas als die niet volstaan, zet de gemeente individuele voorzieningen in. Voorzieningen zijn cultuursensitief, maar zoveel mogelijk algemeen van aard in plaats van gericht op specifieke (sub)doelgroepen; waar mogelijk richt de gemeente zich op de inzet van vrijwilligers en stimuleren in het professionele aanbod de samenwerking met vrijwilligers. Ook ervaringsdeskundigen vormen een belangrijk onderdeel van de vrijwillige inzet; de gemeente zorgt voor een goede ondersteuning van mantelzorgers.
Bevorderen van gezondheid en gezond gedrag Een goede gezondheid heeft positieve invloed op de maatschappelijke kansen en mogelijkheden die mensen hebben. Gezonde mensen zijn over het algemeen gelukkiger, maatschappelijk actiever en productiever. Daarbij kosten ze de gemeenschap w.o. de gemeente en de zorgverzekeraar minder geld omdat ze minder zorg en ondersteuning nodig hebben. Gezondheid hangt enerzijds samen met gedrag oftewel leefstijl. Anderzijds zijn ook de fysieke en sociale omgeving van invloed op de gezondheid. Gezondheidsbevordering vraagt dan ook om een brede, integrale benadering en samenwerking met partijen ook buiten het zorgdomein. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: - gezondheid en mogelijkheden staan centraal, niet ziekte en beperking - de problematiek en behoeften in de wijk/buurt staan centraal, niet de aanwezige voorzieningen en organisaties - de problematiek en behoeften in de wijk/buurt zijn eenduidig geformuleerd - een integrale benadering van gezondheid en welbevinden, dus ook het meenemen van relevante factoren buiten het zorgdomein, is essentieel voor duurzame resultaten
Voorkomen is beter dan genezen Preventie is een belangrijk middel om gezondheid te bevorderen. Onder preventie verstaan we het voorkomen van (verergering of terugkeer van) problematiek. Nazorg valt daarmee ook onder preventie. Door in te zetten op preventie neemt de gezondheid van de Haagse burger toe en het (zware) zorggebruik af. Net als bij alle interventies op het gebied van zorg en ondersteuning speelt ook bij preventie (bevordering van) de eigen kracht een centrale rol.
Samenhangende zorg en ondersteuning dichtbij Door zorg en ondersteuning dichtbij de burgers te organiseren zullen mensen gemakkelijker hun weg vinden naar activiteiten en voorzieningen en zullen (dreigende) problemen sneller worden gesignaleerd. Ook kan beter worden ingespeeld op specifieke kenmerken van wijken en buurten en behoeften van de wijkbewoners. Sommige Haagse burgers hebben te maken met problemen op meerdere levensgebieden en zijn afhankelijk van verschillende vormen van zorg en ondersteuning. Deze moeten optimaal op elkaar zijn afgestemd. Een integraal aanbod begint bij een integrale klantbenadering. Een goede infrastructuur in de wijken kenmerkt zich door een sterke integrale keten van zorg en welzijn
11
waarbij de burger geen schotten ervaart tussen stelsels. Tevens zal afstemming van voorzieningen en activiteiten leiden tot een efficiënter gebruik van organisatie van zorg en ondersteuning. Belangrijk in de samenhangende aanpak is het principe 1 plan – 1 huishouden – 1 casemanager. Ook is het van belang dat signalen van (terugkerende) problematiek in een wijk of bevolkingsgroep vanuit het sociaal wijkteam teruggekoppeld worden naar de gemeentelijke organisatie of de relevante zorgpartners zodat er waar mogelijk collectieve oplossingen worden gevonden in plaats van individuele.
Zorg voor kwetsbaren via wijkteams Zo’n 80% van de Haagse burgers vindt zelf zijn weg naar oplossingen van vragen op het gebied van zorg en ondersteuning. Door deze zelfredzaamheid te stimuleren en te faciliteren zorgen we ervoor dat zij “aan de goede kant van de streep” blijven. De schaarse middelen kunnen daarom worden ingezet voor de 20% kwetsbare Hagenaars. Zij krijgen via sociaal wijkteams en de jeugdteams de hulp die nodig is.
Goede zorg is toegankelijk en betaalbaar voor iedereen Voor de Haagse burger met een laag inkomen is er een collectieve zorgverzekering die voor deze groep de toegang tot erkende interventies borgt. De samenwerking met zorgverzekeraars vloeit onder andere voort uit het contracteren van een tweetal zorgverzekeraars op basis van een aanbesteding.
Actieve mensen zijn gezonder Werk is het belangrijkste middel om mee te doen in de samenleving. Werk (betaald en onbetaald) en actieve participatie dragen bij aan zelfredzaamheid en het hebben van sociale contacten. Dat is weer van positieve invloed op het gevoel van eigenwaarde. Werk is ook de ultieme vorm van preventie voor voorkomen van zorg!
Investeren in ouders is investeren in kinderen Kinderen worden in hoge mate beïnvloed door het welbevinden van hun ouders. Er is een grotere kans op psychosociale problemen bij kinderen wanneer ouders werkloos zijn of ziek zijn of in een sociaal isolement verkeren.
Nieuwe woon-zorgconcepten Door de extramuralisering wordt de zorg en welzijn meer naar de wijk gebracht. Ook de Haagse burger met een zware zorgvraag moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat vraagt om een nieuwe, innovatieve kijk op de combinatie wonen en zorg. Nieuwe bouwconcepten gelden meestal voor de langere termijn. Voor de kortere termijn kan worden gedacht aan oplossingen in de sfeer van e-health, domotica en een goede zorg- en ondersteuningsinfrastructuur in de wijken.
12
Als gevolg van het scheiden van wonen en zorg zullen mensen in een instelling huur moeten gaan betalen. Ook dat vraagt een andere kijk op de combinatie wonen-zorg.
Continuïteit en duurzaamheid Voorkomen moet worden dat (resultaten van) goedlopende projecten slechts van korte duur zijn als gevolg van incidentele (co-)financiering. Waar mogelijk en lonend wordt continuïteit geborgd door een programmatische aanpak met een duurzaam karakter. Indien een structurele financiering van een project niet geborgd kan worden waardoor het duurzaam karakter onder druk komt te staan, dan onderzoeken de gemeente en de zorgverzekeraars de mogelijkheden van een financiering alsnog.
Gezamenlijk investeren in gedeelde belangen Gemeente en verzekeraars hebben beide belang bij gezondere, actievere burgers en het zoveel mogelijk tegengaan of vertragen van het gebruik van (zware) zorg. Gedeelde baten vragen om een gedeelde investering, waarbij onvermijdelijk (deels) zal gelden dat de kosten voor de baten uit gaan. Een zorgvangnet voor mensen, veelal onverzekerden zonder middelen of zonder structuur, zoals dak- en thuislozen, is een gezamenlijke zorg, steeds met het doel om de mensen weer terug in reguliere zorg te krijgen. Het bereiken van een betere gezondheid kan voor deze mensen een middel zijn op de weg naar stabilisering en/of meer zelfredzaamheid.
Gezamenlijke inzet beperkt zich niet tot alleen de eigen verzekerden Alhoewel de verzekeraars primair het belang dienen van de eigen verzekerden is de gezamenlijke inzet van gemeente en zorgverzekeraar zoveel mogelijk gericht op de hele wijk/populatie/doelgroep en dus kunnen de elders verzekerden in de wijk van de gezamenlijke aanpak (mee)profiteren.
6. Thema’s voor samenwerking a. Deelname aan sociale wijkteams door gemeente, zorg en welzijn Zoals hierboven is beschreven, krijgen de meest kwetsbare Hagenaars (20%) via sociale wijkteams en de jeugdteams van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de hulp die nodig is. De vaste deelnemers zijn specialisten uit de driehoek gemeente, zorg en welzijn. Afhankelijk van de problematiek in de wijk en de wijkkenmerken bestaat het sociaal wijkteam uit 10-12 deelnemers en een teamvoorzitter zonder caseload. Daarnaast kunnen overige specialisten worden uitgenodigd voor specifieke casussen. De jeugdteams bestaan uit de gemeentelijke gezinscoaches en de op afroep meest voorkomende jeugdspecialisten. De jeugdteams van het CJG zijn al gevormd en worden in 2014 versterkt met toegangsmedewerkers van Bureau Jeugdzorg en een groter hulpaanbod van de jeugdhulpinstellingen. Dit op basis van de innovatieagenda jeugd.
13
De gemeente borgt de gemeentelijke deelname aan het beide teams, en als financier van de welzijnsorganisaties ook de deelname vanuit welzijn. Verder faciliteert de gemeente de onafhankelijke teamvoorzitter. De (vooralsnog preferente) zorgverzekeraar borgt waar mogelijk de deelname vanuit de zorg door middel van beschikbaarheid en financiering van de wijkverpleegkundige. De leden van het sociaal wijkteam hebben ieder een vastgelegd aantal uren per week vrijgemaakt binnen de eigen aanstelling voor hun taken binnen het wijkteam. Het wijkteam zorgt dat er één afgestemd plan komt voor de hulpvragen, met één coördinator. Waar nodig wordt snelle adequate inzet van specialistische hulp geregeld. De inrichting van wijkteams gebeurt gefaseerd. Samen met de zorgverzekeraars worden op basis van objectieve criteria over de kenmerken en samenstelling van de wijken worden de wijkteams verdeeld over de stad. Er wordt aansluiting gezocht bij al bestaande samenwerkingsverbanden. Nadere invulling van de afspraken wordt programmatisch per wijkteam vormgegeven met de zorgverzekeraar waarmee in de betreffende wijk wordt samengewerkt. De uitwerking van de jeugdteams speelt zich deels op regionaal niveau af.
b. Verbinding nulde en eerste lijn Verschuivingen van de zorg binnen de ZVW vragen om een andere organisatie en versterking van de eerstelijnszorg. Als gevolg van de wijkaanpak komen zorg en welzijn steeds dichter bij elkaar. Verbinding van welzijn en de eerstelijnszorg in de wijk biedt goede kansen om de juiste zorg en ondersteuning op maat te bieden. Huisartsenpraktijken, in casu de huisarts en/of de praktijkondersteuner, zijn de spil van de eerstelijnszorg. Zij zijn meestal het eerste aanspreekpunt en zijn bekend met de medische voorgeschiedenis en sociale context van de patiënt. Naast de wijkverpleegkundige vervullen zij daarmee een waardevolle rol in de (vroeg)signalering. De huisartsenpraktijken zijn tevens de poortwachter naar andere hulpverleners of specialisten. In veel gevallen is de vraag aan de huisarts niet medisch van aard, maar is sociale problematiek de onderliggende oorzaak. Door een brede benadering is een meer passend antwoord mogelijk en kan tijdige signalering naar een sociaal wijkteam of jeugdteam preventief werken. De tijdige signalering dient door een samenwerkingsstructuur te worden geborgd. Betere samenwerking tussen de verschillende eerste- en nuldelijns functionarissen in de wijken levert de volgende voordelen op3: - de patiënt/burger wordt snel en goed geholpen, of zijn vraag nu een medische of sociaalmaatschappelijke achtergrond heeft; - de verschillende partijen zijn goed geïnformeerd over elkaars werkzaamheden en benutten elkaars rol en expertise in de aanpak van problemen in de buurt; - gezamenlijke organisatie van goede zorg en ondersteuning in de buurt; - voorkomen van dubbel werk door afstemming 3
Uit de werkmap van de LHV en de VNG “Huisarts & Gemeente, Samen werken in de wijk”
14
Samenwerking tussen huisartsenpraktijken en andere zorgprofessionals, de sociale wijkteams en de jeugdteams is belangrijk vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg, preventie en doelmatigheid. De gemeente Den Haag en de (preferente) zorgverzekeraars maken afspraken samenwerking en afstemming ten behoeve van een sterke integrale keten van zorg en welzijn in de wijken. Betrokkenheid bij de sociaal wijkteams en de jeugdteams, deskundigheidsbevordering en vrije ruimte in de toegang tot en levering van zorg- en welzijnsproducten maken onderdeel uit van deze afspraken. Wat betreft jeugd streven de gemeente en de zorgverzekeraars naar een hechtere samenwerking en afstemming tussen de huisartsenpraktijk en jeugdteams in het CJG waardoor zowel bij huisarts als bij jeugdarts relevante hiaten in de (sociaal) medische dossiers kunnen worden voorkomen.
c. Sluitende GGZ-keten dichtbij Door behandeling, begeleiding en beschermd wonen van mensen met psychiatrische problematiek goed op elkaar af te stemmen kan efficiënt en effectief worden toegewerkt naar meer eigen regie en zelfstandigheid. Gemeente en zorgverzekeraar werken aan een sluitende keten van voorkomen of genezen/stabiliseren tot aan het tegengaan van terugval. Er worden afspraken gemaakt over samenwerking en verwijzing tussen gemeente en welzijn, POH-GGZ, generalistische basis-GGZ en specialistische (jeugd) GGZ. Daarnaast kunnen specifieke afspraken m.b.t. tandheelkundige zorg bijdragen aan de terugkeer in de maatschappij van bijzondere groepen zoals bijvoorbeeld verslaafde dak- en thuislozen.
d. Aansluiting preventieprogramma’s Gezamenlijke investeringen in preventie kunnen een groot maatschappelijk en financieel rendement opleveren. Gemeente en zorgverzekeraars zetten gezamenlijk in op het vroeg signaleren van dreigende problematiek en het tijdig interveniëren om zware zorg/ondersteuning te voorkomen. Belangrijk daarbij is dat alle wijkprofessionals, vanuit gemeente, welzijn en eerste lijn, zich breed inzetten in het oppakken van hulpvragen. Kern van de preventieve aanpak is het stimuleren van de eigen regie. De gemeente is verantwoordelijk voor de collectieve en selectieve preventie (deels ook voor geïndiceerde preventie): respectievelijk het voorkomen van ziekten in de algemene populatie (bijvoorbeeld tegengaan van gebruik van genotsmiddelen en het vroegtijdig signaleren van risico’s op problemen bij opgroeien en opvoeden) en het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag bij groepen met een verhoogd risico (bijvoorbeeld griepprik of tegengaan van psychische problemen bij gezinnen met een lage SES). De zorgverzekeraar is verantwoordelijk voor de geïndiceerde preventie, die er op gericht is om het ontstaan van een ziekte te voorkomen bij een individu met een verhoogd risico op ziekte.
15
Voor de zorggerelateerde preventie met als doel de ziektelast te verlagen of verergering te voorkomen (bijvoorbeeld leven met een chronische ziekte). De invulling hiervan kan per verzekeraar verschillen. De GGD Haaglanden heeft tot taak om samen met de samenwerkingspartners de volksgezondheid in de gemeenten uit de regio te bewaken, beschermen en bevorderen. Preventie is de corebusiness van de GGD. Samenwerking tussen zorgverzekeraars, gemeente en GGD is daarom van groot belang. Door aansluiting te zoeken tussen de verschillende vormen van preventie kunnen deze elkaar versterken. Preventie houdt ook een andere benaderingswijze van de professional naar de patiënt in: aanspreken op eigen kracht. Zo houdt preventie niet op aan de voorkant noch is er sprake van dweilen met de kraan open doordat de preventie pas wordt ingezet wanneer er al symptomen of problemen zijn. Inzet op preventie gaat dus als het ware van voorzorg tot nazorg. Daar waar de verschillende verantwoordelijkheden elkaar overlappen kan door afstemming van inzet en activiteiten doelmatigheidswinst worden behaald. Afstemming tussen gemeente en zorgverzekeraar kan plaatsvinden op de volgende Preventiethema’s: - gezondheidsvoorlichting en leefstijlinterventies gericht op gezondheid en gezond gedrag - tegengaan van eenzaamheid en sociaal isolement om sociale netwerken te verstevigen en het welbevinden te vergroten - depressie en psychosociale problematiek - schuldenproblematiek (vaak een achterliggende oorzaak van depressie of andere (geestelijke) gezondheidsklachten) - valpreventie - gezondheidsbescherming, bijvoorbeeld het tegengaan van infectieziekten - inspelen op risico’s op onveilig opgroeien en opvoeden bij gesignaleerde problematiek bij ouders/verzorgers - participatiebevordering (bij achterliggende oorzaak van gezondheidsproblematiek) e. Gecombineerde producten Gemeente en zorgverzekeraar verkennen de mogelijkheden om, daar waar voorzieningen en activiteiten vanuit de Wmo en de Zvw elkaar overlappen, te komen tot combinatieproducten. Zo wordt enerzijds de samenhangende zorg voor de Haagse burger gewaarborgd, anderzijds is er sprake van meer doelmatigheid. Te denken valt bijvoorbeeld aan combinaties van persoonlijke verzorging en begeleiding of thuiszorg en hulp bij het huishouden, daar waar Hagenaars op de verschillende voorzieningen zijn aangewezen. Daar waar combinatieproducten (nog) niet tot de mogelijkheden behoren worden goede afspraken gemaakt over de afbakening van taken tussen gemeente en zorgverzekeraars.
16
f. Innovatieve woon-zorg concepten Gemeente en zorgverzekeraars inventariseren samen de mogelijkheden, behoeften en noden met betrekking tot passende vormen van wonen en zorg die recht doen aan het principe van de eigen kracht en zelfstandigheid. Zij trekken daarbij gelijk op richting zorgaanbieders. Dit resulteert in een adequate woningvoorraad voor alle Hagenaars verspreid over de stad. Met hulpmiddelen als domotica en e-health en slimmere alarmeringssystemen t.a.v. valrisico’s kunnen een aantal van de medische nadelen van langer thuis wonen worden opgevangen. Ook dit ligt op de scheidslijn van de gemeentelijke verantwoordelijkheid (begeleiding/ondersteuning) en die van de zorgverzekeraar (zorg).
g. Afstemming met de intramurale zorg Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor de uitvoering van de intramurale zorg. Wanneer intensieve zorg in een instelling nodig is, is het van belang dat de betreffende Hagenaar snel op een passende plek terecht kan. Ook intramuraal is de zorg waar mogelijk gericht op herstel en uitstroom naar een reguliere woning, al dan niet via een beschermde woonvorm. Een stap die zorgvuldig moet plaatsvinden en waarvoor goede afstemming tussen zorgkantoor enerzijds en gemeente en zorgverzekeraars anderzijds van belang is en waarin er te allen tijde voor wordt gewaakt dat de patiënt/cliënt tussen wal en schip valt. Zorg voor kwetsbaren eindigt dan niet bij de eigen grens maar bij de juiste plek en adequaat geregelde zorg in de volgende fase.
h. Jeugd Naast bovengenoemde thema’s geldt specifiek voor jeugd dat er meer nadruk ligt op de bovenlokale en regionale samenwerking. De regio Haaglanden is, conform de afspraken tussen VNG en ZN, aanspreekpunt voor de inkoop van de jeugd-GGZ. Naar verwachting wordt het CZ die namens de andere zorgverzekeraars de afgesproken ondersteuning gaat leveren.
17
Bijlage 2 WERKAGENDA GEMEENTE DEN HAAG – ZORGVERZEKERAAR VGZ Inleiding De gemeente Den Haag en VGZ, de convenantpartners, hebben gemeenschappelijke doelstellingen op het snijvlak van ondersteuning en zorg. Daarbij dragen zij verschillende verantwoordelijkheden. De zorgverzekeraar richt zich primair op het medische domein, de gemeente richt zich primair op het sociale domein. Het gezamenlijke doel is goede gezondheid voor zoveel mogelijk burgers met een effectieve en efficiënte inzet van middelen. De gemeente Den Haag en VGZ werken aan deze doelstelling via het vergroten van de participatie, het versterken van eigen regie van burgers, het stimuleren van zelfmanagement, sturing op efficiënte inzet van middelen en een sterk lokaal gezondheidsbeleid. Preventie speelt daarbij een belangrijke rol: het waar mogelijk voorkomen van (escalatie van) problemen en gebruik van zware zorg De rollen van de gemeente Den Haag en VGZ op het terrein van ondersteuning en zorg zijn vergelijkbaar: beide zijn opdrachtgever en financier. Zij hebben daarmee een regierol en kunnen vanuit hun verantwoordelijkheden sturing geven. In deze werkagenda benoemen gemeente en verzekeraar op welke onderwerpen zij samenwerkingsmogelijkheden zien. De gemeenschappelijke uitdaging is de Haagse burgers de ondersteuning en/of zorg te bieden die zij nodig hebben, zonder dat zij daarbij last hebben van de verschillende verantwoordelijkheden van gemeente en verzekeraar. De gemeente Den Haag en VGZ zetten zich samen, ieder vanuit hun eigen rol, in om dit mogelijk te maken en stellen daarbij eisen aan integraliteit, doelmatigheid en kwaliteit. Convenant als start De convenantpartners werken samen vanuit goed partnerschap en bottom-up benadering. Het gezamenlijke doel is de Haagse burger met zorg- en ondersteuningsbehoeften te helpen zelfstandig en zelfredzaam te leven in zijn vertrouwde omgeving. Het uitgangspunt is dat inwoners de ondersteuning en zorg krijgen die ze nodig hebben en die zoveel mogelijk aansluit bij de manier waarop zij hun leven vorm willen geven en willen deelnemen aan de samenleving. Bewustwording van eigen kracht is daarbij belangrijk. Convenantpartners gaan ervan uit dat wanneer mensen zelf regie ervaren zij dit ook zullen aanwenden om hun leefomgeving te verbeteren. Convenantpartners zien de wijkgerichte benadering als het model waarbinnen de op zelfstandigheid gerichte ondersteuning het beste vorm kan krijgen. Goed partnerschap betekent ook dat convenantpartners eventuele acute vraagstukken op het grensvlak van Zvw en Wmo, door middel van korte communicatielijnen, snel en adequaat gezamenlijk zullen worden opgepakt. Haagse burgers mogen door de transities en de beheersing van de zorgkosten niet tussen wal en schip raken.
18
uitwerken •2015 •bottom up aanpak
•2016 •verbinden vraag en aanbod
verkennen
•2017 •nieuwe arrangementen
ontwikkelen
De werkagenda Deze werkagenda maakt deel uit van het convenant tussen VGZ en de gemeente Den Haag. In de werkagenda staat de gezamenlijke inzet op een aantal thema’s benoemd. In het kader van de jaarlijkse convenantcyclus kunnen elk jaar nieuwe projecten worden afgesproken of bestaande projecten worden verstevigd. De werkagenda vervolgens in 2015 worden uitgewerkt in een concreet werkplan. De werkagenda en het werkplan zijn geen statische documenten, maar zullen aan verandering onderhevig zijn als gevolg van nieuwe inzichten, onverwachte knelpunten en wijzigingen in de prioriteiten. Pas in de praktijk blijkt immers waar de exacte knelpunten en kansen liggen.
1. Samenwerken in de wijk: doelstellingen, stappen en resultaten 2015 Om ervoor te zorgen dat inwoners de zorg die ze nodig hebben ook goed en snel krijgen richt de gemeente Den Haag ca. 27 sociale wijkzorgteams in. Deze teams richten zich op de ondersteuning van Hagenaars die kampen met meerdere, ernstige problemen, maar onvoldoende in staat zijn deze zelf op te lossen. In de wijkzorgteams werken gemeente, zorg en welzijn samen. VGZ en de gemeente Den Haag versterken de samenwerking tussen zorg en ondersteuning, in het bijzonder in achterstandswijken. Vooral voor kwetsbare burgers is het belangrijk dat de eerstelijnszorg optimaal aansluit bij de sociale wijkzorgteams. Zo komen de juiste vragen bij de juiste hulpverlener terecht die daar doelgericht mee aan de slag kan. Convenantpartners streven naar effectieve (wijk)netwerken van samenwerkende zorg- en welzijnsorganisaties, waarin problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en snel en adequaat opgepakt. De huisarts en het sociaal wijkzorgteam, waarin naast gemeente en welzijn ook de wijkverpleegkundige participeert, hebben daarbij een spilrol. De huisarts kan vragen op het gebied van het sociaal domein snel en effectief verwijzen naar daarvoor bestemde voorzieningen of hulpverleners. Convenantpartners willen komen tot een goed en samenhangend pakket van zorg- en ondersteuningsdiensten voor de mensen in de wijk.
19
1.1. Doelstelling: Het aanbod en de gewenste onderlinge afstemming in deze wijk is goed in beeld. 1.2. Doelstelling: Via een wijkgerichte en vraaggerichte bottom-up werkwijze bepalen van nadere prioriteiten en passende interventies. 1.3. Doelstelling: Binnen een gezamenlijk gekozen wijk met grote gezondheidsachterstanden is de samenwerking tussen zorg en ondersteuning versterkt. Daarbij wordt nadrukkelijk een relatie gelegd tussen noodzaak en behoefte van de burgers.
Beoogde resultaten Stap 1 * Voortbouwen aan een gezamenlijke wijkaanpak mede op basis van ervaringen in de twee wijken vanuit de twee pilots minima contracten4; * Vormgeven van scan gebruikmakend van zoveel mogelijk bestaande inventarisatie instrumenten; * Afspraken over gezamenlijke monitoring in de wijk waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande monitors (o.a GGD betrekken) en registraties en aangesloten op vergelijkbare monitors. Stap 2 * Scan uitvoeren om het (veelal zeer diverse) aanbod, de gewenste afstemming daartussen en ook vragen en behoeften van wijkbewoners in beeld te brengen; * Op basis van de scan wordt de inzet van activiteiten en interventies bv gericht op participatie, aanpak GGZ-problematiek, schulden, overgewicht etc bepaald; * Verschillende professionals werken samen aan integrale ondersteuningsarrangementen in samenspraak met burgers. De planning is afhankelijk van de evaluatie van de pilots in het kader van de minima contracten.
2. Eigen kracht en preventie: doelstellingen, stappen en resultaten 2015 Preventie is een belangrijk middel voor het bevorderen en behouden van gezondheid, vitaliteit en zelfredzaamheid van de Haagse inwoners. Dat zijn voorwaarden om actief deel te nemen aan de maatschappij. De bevordering van een gezonde leefstijl, het voorkomen
4
De gemeente Den Haag biedt in samenwerking met zorgverzekeraars Azivo en VGZ Zorgverzekeraar N.V. onder het merk Izacura in aanvulling op de gemeentelijke voorzieningen een collectieve zorgverzekering met een uitgebreide aanvullende ziektekostenverzekering aan. Onderdeel van de afspraken in het kader van deze minima contracten zijn twee pilots gericht op samenwerking in de wijk op het gebied van ondersteuning en zorg.
20
en terugdringen van sociaal isolement en het versterken van de eigen kracht zijn daarom van belang. Een (chronische) ziekte of beperking hoeft geen belemmering te zijn om actief te zijn. De verwachting is dat door preventieve activiteiten in zorg en sociaal domein te verbinden gezondheid(sbevordering) en eigen kracht meer en beter bevorderd zullen worden dan door afzonderlijke inzet. Met als gevolg dat het beroep op zorg en professionele ondersteuning daalt en dat de levenskwaliteit van de Haagse burger stijgt. Het financiële rendement van deze preventieve activiteiten is nog moeilijk aan te tonen. Momenteel wordt door het ministerie van VWS onderzoek gedaan naar de effecten van Gecombineerde Leefstijl Interventie-programma’s (GLI) en de aanpassing van inkoopbeleid door zorgverzekeraars. VGZ en de gemeente Den Haag zetten zich in voor duurzame preventieactiviteiten en willen samenwerking realiseren op het gebied van kinderen met overgewicht. Convenantpartners onderzoeken waar het beleid van VGZ en het bestaande programma “Haagse Aanpak Gezond Gewicht” met elkaar overeenkomen en kan worden doorontwikkeld naar een gezamenlijke uitvoering en beleid, passend binnen de budgettaire kaders. 2.1. Doelstelling: Het realiseren van duurzame financiering van gezamenlijke preventieve projecten, waaronder GLI, en uitbreiding of versterking van bestaande trajecten. Beoogde resultaten Planning: 2015 * Het komen tot gezamenlijke uitgangspunten en randvoorwaarden (en eventuele herijking) van het bestaande programma’s o.a “Haagse aanpak Gezond gewicht, zodat vanaf 2016 voor kinderen voor wie er dan een aanspraak bestaat vanuit de zorgverzekeringswet, voor een vooraf af te spreken instroom, we kunnen gaan financieren, monitoren op outcome en effecten. De gepleegde interventie in 2016 zal worden geëvalueerd waarna er bij gebleken resultaten een bredere uitrol kan plaatsvinden in 2017. Om zoveel mogelijk kinderen én hun ouders te bereiken is het van belang dat huisartsen en andere eerste- en tweedelijns hulpverleners dan goed op de hoogte zijn van het programma en actief gaan doorverwijzen. Ook in de werkwijze van het jeugdteam moet deze aanpak verankerd zijn
3. Afhankelijkheden: doelstellingen, stappen en resultaten 2015 De herziening van de langdurige zorg, de decentralisatie van de jeugdzorg en de wijzigingen in de basis GGZ leiden tot een aantal afhankelijkheden tussen zorgverzekeraar en gemeente. Het gaat zowel over afhankelijkheden en afwentelrisico’s als over samenwerkingsmogelijkheden en substitutievoordelen.
21
Jeugd De convenantpartners willen dat jongeren geen last hebben van de twee verschillende inkoopstelsels. Daarom willen zij samen zorgen voor een sluitend aanbod rond de leeftijdsgrens van 18 om de continuïteit van de zorg te borgen en mogelijke uitval te voorkomen. Zo kunnen sommige jongeren gebaat zijn bij een gecontinueerde inzet van de JGGZ behandelaar. Vroegsignalering kan escalatie van problemen voorkomen. Gemeente en VGZ stemmen - daar waar dat mogelijk is en is toegestaan- af hoe zij invulling geven aan de inkoop voor deze doelgroep. GGZ De convenantpartners monitoren en bepreken de mogelijke negatieve gevolgen voortvloeiend uit de beheersing van uitgaven in curatieve GGZ-zorg. Mensen met psychische aandoeningen willen bij voorkeur in hun eigen omgeving of poliklinisch behandeld worden, daarnaast willen zij een baan of een andere zinvolle dagbesteding en vrienden en sociale contacten. Actief deel uit maken van de samenleving is van belang voor herstel en stabiliteit. Daarom moet er niet alleen worden gestreefd naar herstel van de gezondheid, maar ook naar herstel van participatie en burgerschap. Raakvlakken Wmo-Zvw De convenantpartners spannen zich samen in voor de versterking van een sluitend ondersteuning- zorgaanbod en op de snijvlakken van de Wmo en Zvw. 3.1. Doelstelling: Verbeterde samenwerking tussen zorgverzekeraar en gemeenten op het gebied van de verwachte overlappende of tussen “de wal en schip vallende” doelgroepen. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor en afstemming over probleemgevallen op het grensvlak van Zvw en Wmo. 3.2. Doelstelling: Voorkomen van afwenteling van zorgkosten en afstemming van het ondersteuning- en zorgaanbod tussen Wmo en Zvw ten aanzien van deze doelgroepen. Resultaten Planning: 1ste half jaar 2015 * Op basis van casuïstiek worden de afhankelijkheden, afwentelingsrisico’s, leemtes en samenwerkingsmogelijkheden tussen gemeente en zorgverzekeraar in beeld gebracht ten aanzien van: - de doorstroom van jeugdigen vanuit de Jeugdwet naar Zvw(18- en 18 +) - een sluitende GGZ keten - de maatschappelijke opvang, Oggz en verslavingszorg * Organisatie van een brainstormsessie om te exploreren hoe de samenwerking tussen convenantpartners kan bijdragen aan het maken van een keuze voor samenhangende en elkaar versterkende interventies vanuit ondersteuning en zorg voor GGZ cliënten, vanuit de nieuwe gezondheidsdefinitie van Machteld Huber.
22