CONSULTVAARDIGHEDEN: HET SLECHT NIEUWSGESPREK Versie november 2000 Docentendeel
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens
Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De Onderwijscoördinator HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerp tekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerp tekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma wordt aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen, van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker(s): Marion Schmitz en Chris Claus= Trefwoorden ICPC LHK
: : :
Datum en naam laatste wijzigingen: november 2000, Marion Schmitz
Contactpersoon Telefoon
: :
Marion Schmitz 020-4448396
Huisartsopleiding Afdeling HVSG Vrije Universiteit Overschiestraat 180 1062 XW Amsterdam
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING................................................................................................................................................. 4 1 1.1 1.2
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ............................................................................ 4 Aanvangsniveau ............................................................................................................................ 4 Algemene doelstellingen ............................................................................................................... 4
2
METHODIEK .................................................................................................................................... 4
3 3.1 3.2
ORGANISATIE................................................................................................................................. 4 Voorbereiding deelnemers............................................................................................................. 4 Tijdschema .................................................................................................................................... 5
4 4.1
LITERATUUR................................................................................................................................... 5 Verplichte literatuur....................................................................................................................... 5
5 5.1 5.2
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT6 Inhoud HAIO-deel......................................................................................................................... 6 Docentinstructie............................................................................................................................. 6
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT ............................................................................................ 8
7
SAMENVATTING OWP SLECHT NIEUWS GESPREK ............................................................... 8
BIJLAGE 1
HET SLECHT-NIEUWS GESPREK .................................................................................. 9
BIJLAGE 2
WERKWIJZE WANNEER GEOEFEND WORDT IN SUBGROEPJES......................... 13
BIJLAGE 3A
ROLLENSPEL SLECHT-NIEUWS GESPREK .......................................................... 14
BIJLAGE 3B
ROLLENSPEL SLECHT-NIEUWS GESPREK .......................................................... 15
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
3
INLEIDING Dit programma "Het Slecht-nieuws gesprek" maakt deel uit van een serie onderwijsprogramma's in het eerste jaar van de Huisartsopleiding over basale consultvaardigheden. Dit programma wordt bij voorkeur op één dagdeel voorafgaand aan het OWP "Omgaan met gevoelens" gegeven.
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau De HAIO heeft ervaring met het geven van informatie aan patiënten, in het bijzonder emotioneel belastende informatie.
1.2
Algemene doelstellingen Na afloop van het onderwijsprogramma is de HAIO in staat: 1. De HAIO kan de fasen van het slecht-nieuws gesprek benoemen en onderscheiden in een consult. 2. De HAIO kent de valkuilen bij het geven van slecht nieuws. 3. De HAIO kan belangrijk nieuws neutraal en zonder omwegen mededelen. 4. De HAIO kan de gespreksvaardigheden, die bij een bepaalde fase van het slecht-nieuwsgesprek horen, in de betreffende fase toepassen.
2
METHODIEK Uitwisselen ervaringen Ervaringen met het brengen van slecht nieuws worden uitgewisseld. Een model voor het slecht-nieuws gesprek Voorbeelden op video en informatie uit het leergesprek met de opleider, worden gebruikt om model en valkuilen (Bijlage 1) te bespreken. Rollenspel HAIO's oefenen (naar keus)met een door henzelf als moeilijk ervaren slecht-nieuws boodschap uit de praktijk of oefenen gebruikmakend van het gegeven rollenspel. Evaluatie Leerpunten, welke strategie spreekt aan
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding deelnemers -
Lezen verplichte literatuur
-
Huiswerkopdracht I: Bereid een vijf-minuten verslag voor over de eerste of de meest indrukwekkende keer dat je slecht nieuws aan een patiënt moest vertellen. Leg de nadruk op je eigen ervaringen tijdens het gesprek met de patiënt. Huiswerkopdracht II: Vraag aan je opleider of en hoe hij/zij een slecht nieuws gesprek voert. informeer naar tips of goede raad. Noteer de adviezen zo letterlijk mogelijk. Hiervan wordt gebruik gemaakt tijdens de terugkomdag. Huiswerkopdracht III: Bedenk zelf een slecht-nieuws boodschap die je moeilijk vindt om te geven en zou willen oefenen op de terugkomdag.
-
-
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
4
3.2
Tijdschema Tijdschema
Programma per onderdeel
Tijdsduur
00 – 30
Uitwisseling ervaringen
30 min.
30 – 60
Video slecht-nieuws gesprek
30 min.
60 – 90
Rollenspel
30 min.
90 – 105
Evaluatie/Leerpunten
15 min.
(evaluatie wordt overgeslagen wanneer OWP "Omgaan met gevoelens" op één dagdeel wordt gegeven)
4
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur - Consultvoering in de Huisartsgeneeskunde (in bezit) - Bijlage I: Het slecht-nieuws gesprek, Marion Schmitz - J. Wouda e.a. Medische Communicatie, hfst. 10 'Lastige gesprekken beheersen' (in bezit).
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
5
5
5.1
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT Inhoud HAIO-deel Inleiding, hoofdstuk 1 tot en met 4, bijlagen 1, 2 , 3a en 3b Docent: HAB en GW'er Voorbereiding docent: Literatuur en programma doornemen. De verkorte versie (15 min) videoband uit Groningen van Peter Bügel "Het Slecht-nieuws gesprek" vertoning van een inadequaat en een adequaat slecht-nieuws gesprek (de inleiding is weggelaten: slecht gebracht en een herhaling van Bijlage I). De totale tijd voor dit OWP samen met “Omgaan met gevoelens” op een dagdeel is vrij krap. Je kunt de programma’s in elkaar schuiven.
5.2
Docentinstructie 5.3.1. Opwarmer: Uitwisselen ervaringen (30 min.) Doel: aansluiting vinden bij de eigen (gevoelsmatige) ervaringen als HAIO Vorm: in 2 subgroepen, één met de HAB, de ander met de GW-er erbij (30 min).Wanneer er maar één groepsbegeleider is, dan verdeel je de groep in subgroepjes van 4 personen (om zo efficiënt mogelijk met de tijd om te gaan). Werkwijze: Bespreek kort het hele programma. Naar aanleiding van Huiswerkopdracht I: ervaringen met het slecht-nieuws gesprek delen. Iedere HAIO krijgt 5 minuten de tijd om verslag te doen van zijn/haar eerste of meest in het geheugen gegrifte ervaringen met slecht nieuws. Vestig als begeleider vooral de aandacht op de beleving van de brenger vooraf en de (verwachte en daadwerkelijke) reactie van de patiënt. Hoe 'het zou moeten' komt in 5.3.2 aan de orde. 5.3.2 Model voor een slecht-nieuws gesprek (30 min) Doel: bespreken van het model en de valkuilen, in aansluiting op leergesprek met de opleider Huiswerkopdracht II Vorm: vertoning van 2e deel videoband: voorbeelden van inadequaat en adequaat slechtnieuws gesprek en groepsgesprek daarover Werkwijze: 1. Inleiding: In Bijlage I is het model voor een slecht-nieuws gesprek beschreven: dat heeft iedereen gelezen. We laten nu op de band zien hoe het werkt en leggen een link met het leergesprek met de opleider over zijn/haar aanpak van slecht nieuws. 2. Vertoon het tweede deel van de videoband "Het slecht-nieuws gesprek": een "inadequaat" en een "adequaat" gesprek. 3. Nabespreken van de videoband: * welke fases in het geven van slecht-nieuws heb je gezien en wat was het effekt? * wat zijn overeenkomsten en verschillen met de adviezen van je opleider zoals ten aanzien van het slecht-nieuws gesprek (Huiswerkopdracht II)? De "do's" en "don't's" van het geven van slecht nieuws hebben minder met theoretische kennis te maken dan met praktijkervaring. Bespreek de tips en adviezen van de opleiders en kijk of deze passen op de eigen ervaringen met het geven van slecht nieuws. Geef als docent waar nodig je mening over het meer of minder gewenst zijn van een bepaalde benadering; licht ook toe, dat er geen standaardbenadering is, die voor alle patiënten de beste is.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
6
5.3.3. Rollenspel (30 min. Doel: zelf ervaren van slecht-nieuws boodschappen Vorm: naar keuze: − in subgroepjes van 3 (alleen als een groep makkelijk is met rollenspelen doen) − plenair waar de docent het spel opzet en de nabespreking kan structureren Werkwijze: − Bij de keus voor de rol kan er geoefend worden met een moeilijke situatie die eerder in de uitwisseling van ervaringen door een HAIO genoemd is, of een zelfbedachte casus naar aanleiding van Huiswerkopdracht III. − of er kan gebruik bemaakt worden van het bijgevoegde rollenspel. Laat de groep er zelf voor kiezen. − Bespreek vooraf hoe de situatie zo realistisch mogelijk gespeeld kan worden. In sommige groepen is nog niet veel gewerkt met een rollenspel. Vertel dat het erg belangrijk is dat de patient zich goed inleeft in de rol van de patient en zich verder niet druk maakt over de rol van de dokter. − Bespreek Bijlage 2: de werkwijze in de subgroepjes van drie HAIO's. Probeer bij de samenstelling van de groepjes in ieder groepje een goede HAIO te hebben, ga zelf bij het zwakste groepje zitten. 5.3.4 Evaluatie Inventariseer leerpunten en waar men de komende tijd vooral mee gaat oefenen. (Wanneer het tweede dagdeel "omgaan met gevoelens" is, wordt dit onderdeel betrokken bij de evaluatie van het gehele dagdeel)
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
7
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT Materiaal: -
7
Video afspeel-apparatuur De videoband: Het Slechtnieuwsgesprek (de korte versie van 15 min Een extra ruimte voor het uitwisselen van de ervaringen en het oefenen van de rollenspelen.
SAMENVATTING OWP SLECHT NIEUWS GESPREK Het programma beoogt de HAIO in staat te stellen emotioneel belastend nieuws zo te brengen, dat de patiënt in staat is zich open te stellen voor het nieuws en het te verwerken of een begin te maken met het aanvaardingsproces. Dit wordt geëffectueerd middels het bespreken van eigen ervaringen tot nu toe, het verzamelen van tips en het oefenen van het in de literatuur beschreven model.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
8
BIJLAGE 1
HET SLECHT-NIEUWS GESPREK Marion Schmitz
Een informatiegesprek waarbij de gegeven informatie door de ontvanger als een "slecht-nieuws" boodschap ervaren wordt, noemen we een slecht-nieuws gesprek. In sommige gevallen is het evident dat het gaat om een slecht-nieuws gesprek. Toch is het lang niet altijd voor de dokter voorspelbaar hoe de patiënt op informatie zal gaan reageren. Bijvoorbeeld bij de mededeling "er is geen lichamelijke afwijking gevonden" zal de ene patiënt opgelucht zijn, terwijl een ander zich juist ongelukkig voelt en reageert met "hoe kán dat nou, er móet toch iets aan de hand zijn, ik heb er steeds last van!" Wat maakt het slecht-nieuws gesprek zo moeilijk zowel voor de patiënt als voor de dokter? In dit stuk zullen we eerst proberen een antwoord op deze vraag te geven en vervolgens een model beschrijven dat tot steun kan dienen om bij de geschetste moeilijkheden op professionele wijze met het slecht-nieuws gesprek om te gaan.
1. Slecht-nieuws voor de patiënt Het ontvangen van een "slecht-nieuws" boodschap kan voor de patiënt lastig zijn omdat: - hij informatie krijgt, soms volkomen onverwacht, die moeilijk te verwerken is; - hij door emoties wordt overvallen: dit geeft vaak controle-verlies wat door ieder mens als zeer vervelend ervaren wordt; - hij informatie niet goed kan opnemen: om de emoties de baas te blijven wordt het slechte-nieuws ontkend of verdrongen: het wordt niet of slechts ten dele gehoord; - hij door emoties meestal beperkt in staat is te luisteren en te communiceren.
2. Het meedelen van slecht-nieuws voor de dokter Het geven van informatie die als slecht-nieuws boodschap overkomt, kan voor de huisarts lastig zijn omdat: - de onvoorspelbaarheid van de reacties van de patiënt (zowel positieve als negatieve) bij het geven van informatie: zelfs wanneer de dokter bij het geven van de boodschap niet aan slechtnieuws gedacht heeft, kan de patiënt toch emotioneel reageren; - de inhoud van de boodschap bij de dokter zelf ook emoties kan oproepen: bv. dramatische boodschappen bij jonge patiënten, of bij patiënten waar een jarenlange persoonlijke band mee bestaat; - iedere patiënt gevoelens weer anders kan uiten, en soms op een manier die voor de dokter niet goed herkenbaar of invoelbaar is; - controle-verlies bij de patiënt ook bij de dokter angst voor controle-verlies en daarbij vermijdingsgedrag kan oproepen: het slechte-nieuws wordt verhullend of onduidelijk overgebracht; - een goede informatieoverdracht wordt bemoeilijkt doordat emoties bij de patiënt het luisteren verhinderen.
3. Doel van het slecht-nieuws gesprek Het doel van het slecht-nieuws gesprek is 1. informatie aan de patiënt verschaffen over de bevindingen en de prognose 2. bespreken van het te volgen beleid: wat moet er gebeuren? 3. afspraken maken over: hoe pakken we het concreet aan? Dit zijn dezelfde doelstellingen die gelden voor de afronding van ieder medisch handelen in het kader van een consult. Deze doelstellingen zijn slechts haalbaar in de specifieke situatie van een slecht-nieuws gesprek, wanneer de huisarts voldoet aan de volgende voorwaarden: A. aandacht heeft voor emoties B. het informatieverwerkingsproces goed bewaakt. We lichten dit nader toe.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
9
3A.
Aandacht voor emoties
Emoties kunnen een goede informatie-uitwisseling in de weg staan. De communicatie wordt als het ware vertraagd. Aandacht voor emoties helpt om contact met de patiënt te houden. De patiënt laten uiten wat er bij hem/haar opgeroepen wordt, doet de emotionele spanning verminderen en helpt om de communicatie tussen arts en patiënt te herstellen of in stand te houden. Wanneer de emotionele spanning verlaagt, ontstaat er weer ruimte voor het opnemen van nieuwe informatie. Pas wanneer de patiënt kan luisteren, zijn er ook afspraken te maken over wat er moet gebeuren en hoe het aangepakt gaat worden. Dit betekent dat er soms een fasering in de tijd moet plaatsvinden: niet alles kan in een gesprek aan de orde komen. 3B .
Het informatie-verwerkingsproces
Wil de patiënt zijn medewerking verlenen aan de verkregen informatie en advies, dan dient de huisarts rekening te houden met de volgende vragen: a. staat de patiënt OPEN voor wat ik te vertellen heb: is de emotionele barrière voldoende verminderd? b. BEGRIJPT de patiënt wat ik zeg: praat ik op zijn niveau? c. WIL de patiënt meewerken: probeert hij de informatie te ACCEPTEREN? d. is het beleid haalbaar/uitvoerbaar: zal hij het ook KUNNEN DOEN? Dit zijn dezelfde stappen in het informatie-verwerkingsproces die al eerder in de syllabus Consultvoering in de huisartsgeneeskunde genoemd zijn: OPENSTAAN, BEGRIJPEN, WILLEN en DOEN: OPENSTAAN: de patiënt moet openstaan voor de informatie (kunnen luisteren) BEGRIJPEN: de informatie moet in begrijpelijke taal gegeven worden het belangrijkste eerst niet teveel tegelijk, steeds om een reaktie vragend WILLEN: de informatie moet door de patiënt geaccepteerd worden, wil hij/zij medewerking verlenen aan het beleid DOEN: de afspraken dienen helder, haalbaar en uitvoerbaar te zijn.
4. Een model voor het slecht-nieuwsgesprek en de mogelijke valkuilen Om op professionele wijze een slecht-nieuws gesprek te voeren, en rekening houdend met de genoemde voorwaarden, kan in de praktijk gebruik gemaakt worden van het hierna volgende fasemodel voor een slecht-nieuws gesprek. Fase 1: de mededeling van de informatie/het slechte nieuws inleiden Fase 2: het slechte-nieuws meedelen Fase 3: ruimte bieden voor gevoelens Fase 4: uitwerken of toelichten van de informatie Fase 5: afspraken over te voeren beleid We werken deze fases nu verder uit.
Fase 1: de inleiding Aan het begin van het gesprek geeft de dokter een kleine inleiding om het contact te openen en af te tasten of de ontvanger zich openstelt voor de informatie. Bijvoorbeeld: "U bent naar het laboratorium geweest en ik heb de uitslag van het bloedonderzoek ontvangen. Ik heb helaas een naar bericht voor u". Als blijkt dat de patiënt goed bereikbaar is, kan gelijk doorgegaan worden naar fase 2. Mocht blijken dat de ontvanger afhaakt, tekenen van verwarring vertoont of op andere wijze te kennen geeft niet open te staan voor de boodschap, ga dan niet verder, maar herstel het contact. (Hoe voelt de patiënt zich, wil hij dat er iemand anders bij komt, of dat iemand die ook aanwezig is, juist weg gaat?).
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
10
Valkuil: de inleiding te lang maken waardoor allerlei zijpaden betreden worden en het steeds moeilijker voor de dokter wordt om met het slecht-nieuws te komen. Fase 2: de mededeling van het slechte-nieuws Vertel vervolgens het nieuws zo kort, snel en zakelijk mogelijk. Draai er niet om heen, gebruik geen eufemismen of moeilijke woorden. Het gaat om de feiten van de belangrijkste informatie. Sommige patiënten stellen het op prijs de officiële medische terminologie te horen, zij voelen zich dan gelijkwaardig behandeld en het stelt hun in staat zelf meer informatie te verzamelen. Bij andere patiënten moet juist medisch jargon vermeden worden. Dit betekent vooraf inschatten en aftasten tijdens het gesprek hoe er gereageerd wordt. Valkuilen: Angst voor de reaktie van de patiënt of angst voor de eigen emoties kunnen resulteren in vermijdigsgedrag van de brenger. Hierdoor kan de neiging ontstaan het slechte-nieuws af te zwakken, positiever voor te stellen of te verpakken in verhullende taal waardoor de boodschap onduidelijk wordt: het nieuws komt niet goed over en wordt niet gehoord. Een andere vorm van vermijding is de 'hang yourself methode', waarbij via vragen wordt geprobeerd de ontvanger het nieuws zelf onder woorden te laten brengen: "heeft u al een idee van de uitslag?" "waarvoor denkt u dat ik u heb laten komen?" Goed en slecht nieuws vermengen ("de pil vergulden") komt veel voor in de volgende vorm: "mijnheer Jansen ik heb voor u een slecht en een goed bericht. Het slechte bericht is dat het inderdaad kanker is en het goede bericht is dat we er nog van alles aan kunnen doen". Ook als de mededeling inhoudelijk volkomen juist is, dienen deze zaken uit elkaar gehouden te worden, omdat ze twee verschillende reacties oproepen. Mijnheer Jansen dient eerst de kans krijgen te reageren op het feit dat hij kanker heeft. De dooie mus is een tactiek waarbij het slechte nieuws in zo'n context wordt geplaatst dat de ontvanger eigenlijk blij moet zijn dat het nieuws niet nog veel slechter is: "Uw man is overleden, maar hij heeft absoluut niet geleden". De toevoeging maakt het voor de ontvanger moeilijker zijn reacties te uiten: er ontstaat verwarring omdat twee verschillende emotionele reacties opgeroepen worden.
Fase 3: ruimte bieden voor gevoelens Na de korte presentatie van de belangrijkste informatie, laat de dokter een stilte vallen en wacht af: een reaktie van de patiënt komt dan meestal vanzelf. Vaak is het nauwelijks nodig een vraag te stellen als de patiënt ruimte voor een reaktie krijgt. Als de patiënt stil blijft, kan de dokter vragen: "wat roept dit bij u op", of: "wat gaat er in u om", of als je emoties ziet: "het lijkt heel wat in u op te roepen", gevolgd door een stilte. Elke emotionele reactie betekent dat de patiënt zich instelt op het nieuws. Dat wil niet zeggen dat de patiënt direct raad weet met de boodschap, maar slechts, dat het proces van verwerking begonnen is. De patiënt kan bang worden of boos of verdrietig, maar ook allerlei informatie willen hebben. Bijvoorbeeld: "hoe kan dat nou, is het wel echt goed uitgezocht?". Meestal is dit een manier om de verwerking nog even uit te stellen, een vorm van ontkenning van het slechte-nieuws. Wanneer op deze vraag informatie wordt gegeven dringt dit meestal nauwelijks door. Een herhaling van de boodschap, of "u kunt het nauwelijks geloven?" is dan de beste reaktie. De patiënt kan ook verdoofd reageren of het nieuws bagatelliseren. Probeer de patiënt niet van de ernst van de situatie te overtuigen, maar herhaal nog eens de kern van de boodschap en benoem hardop wat u ziet gebeuren bijvoorbeeld "ik zie dat u het moeilijk vindt om te reageren". Valkuilen: Te uitgebreid ingaan op vragen om informatie voordat er aandacht geweest is voor de emotionele reactie De informatie die dan gegeven wordt, wordt niet goed gehoord terwijl de gevoelslading niet aan de orde komt.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
11
-
-
Allerlei emotie-dempende strategieën zoals bagatelliseren (verkleinwoorden gebruiken als: hartruisjes, vlekjes op de longen), relativeren (u moet maar denken: "u heeft in het andere oog nog een zicht van 80%") Begrip vragen voor de eigen rol op dat moment ("het is voor ons ook heel moeilijk u dit te moeten vertellen"). Het wordt echter vaak wel gewaardeerd wanneer de boodschapper laat blijken door de boodschap ook aangeslagen te zijn: dit wordt gezien als een bewijs van betrokkenheid en interesse, maar dat is iets anders dan begrip vragen!
Fase 4: uitwerking van de informatie Nadat de ontvanger van de boodschap de eerste schok heeft verwerkt, is aanvullende informatie op zijn plaats. Welke informatie voor de patiënt op dat moment het meest relevant is, kan het beste vragenderwijs ontdekt worden. Hierbij gelden de eerder in de syllabus "Consultvoering in de huisartsgeneeskunde" besproken principes van het informatieverwerkingsproces voor een goede informatieoverdracht: - staat de patiënt open voor de informatie, zo niet ga terug naar fase 3 - waar wil de patiënt informatie over: wat weet hij wel en wat niet? - maak een indeling in categorieën: prognose/beloop, en beleid/therapie - geef de informatie in kleine stukjes en vraag steeds om een reaktie - toets of de informatie begrepen is - herhaal de belangrijkste informatie één of meer keer - informatie moet bezinken: geef daar de tijd voor.
Fase 5: Afspraken over te voeren beleid Vooral bij een dramatische slecht-nieuws boodschap is het verstandig niet teveel in één gesprek te willen. Het is beter de patiënt de gelegenheid te geven een en ander te verwerken voordat er besluiten en acties ondernomen worden. Biedt de patiënt de mogelijkheid aan op de informatie terug te komen. Ook als er haast is: spreiding over een ochtend en middag-gesprek, of over twee dagen, is vaak mogelijk. Het aanbieden van een vervolggesprek geldt niet alleen voor een somatische slecht-nieuws boodschap maar soms ook voor het verwerken van mededelingen als "er is niets gevonden". Een ander punt is dat de patiënt de gelegenheid geboden wordt keuzes te maken in het beleid. Dit is van belang voor het gevoel van eigenwaarde. De patiënt zelf mee laten beslissen helpt om hem niet het gevoel te geven een totale speelbal te zijn van het lot. Zelf achter een besluit te staan heeft een gunstig effekt op een actieve inzet bij de uitvoering van de afspraken. Bespreek zonodig de eigen rol als huisarts in het beleid, vooral wanneer er verwezen wordt naar een specialist.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
12
BIJLAGE 2
WERKWIJZE WANNEER GEOEFEND WORDT IN SUBGROEPJES
Verdeel de rollen tussen A, B, C (en evt. D): A is huisarts: gebruik gegeven rol of bedenk hardop een slecht-nieuws boodschap die je zelf moeilijk vindt om te geven (bv. naar aanleiding van Huiswerkopdracht I) en vertel de uitgangssituatie aan B en C B is patiënt: gebruik gegeven rol of bedenk (in stilte of in overleg met C) bij de slechtnieuws boodschap van A omstandigheden en gevoelens voor jezelf als patiënt C is observator: help met het opstarten, bewaak de tijd, observeer en vul het observatieschema in.
Tijdsindeling: (30 min. in totaal) - 5 min bedenken van welke slecht-nieuws boodschap geoefend wordt en/of inleven in gegeven rol - 10 min spelen - 15 min nabespreking
Observatiepunten Fase 1 de inleiding tot de mededeling van de informatie/het slechte nieuws (valkuil: te lang) ........................................................
Fase 2
de mededeling van het slechte nieuws (valkuilen: pil vergulden, hang yourself, dooie mus, te lang)
........................................................
Fase 3
ruimte bieden voor gevoelens (valkuilen: geen stiltes, bagatelliseren, teveel info, gevoelens vermijden)
........................................................
Fase 4
uitwerking van of toelichting op de informatie (valkuilen: teveel zelf aan het woord, te snel gaan)
........................................................
Fase 5
afspraken over te voeren beleid (valkuilen: pt.geen keuzes laten maken, te snel gaan)
……………………………………… Nabesprekings-vragen: 1. 2. 3.
Hoe was het gevoelsmatig voor de dokter om te doen? Hoe was het gevoelsmatig voor de patiënt? Bespreek wat opgevallen is bij de observatiepunten
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
13
BIJLAGE 3A
ROLLENSPEL SLECHT-NIEUWS GESPREK
Rol arts
Ik ben huisarts in een middelgrote provinciestad en heb sinds twee jaar een goed lopende praktijk. Ik verwacht André(e) de Jager nu op mijn afspraken spreekuur voor de uitslag van de CT-scan, die ik twee dagen geleden heb laten maken. De neuroloog die de scan gemaakt heeft belde de uitslag door. Hij gaat net op vakantie en vroeg mij de uitslag aan de patiënt mee te delen. Ik ken André(e) niet zo goed. Ik zag hem de vorige keer voor het eerst. Hij/zij is 36 jaar, werkt zelfstandig op een makelaarskantoor en woont samen met een vaste partner. De voorgeschiedenis vermeldt een vaatanomalie in de rechter partiele hersenkwab: deze is 8 jaar geleden totaal verwijderd. Gedurende 4 jaar is hij/zij intensief door de specialisten gecontroleerd; sindsdien echter niet meer, gezien de stabiele situatie. Kans op recidief is er wel, maar heel gering. Nu is hij /zij 3 dagen geleden bij mij geweest met klachten over achterhoofdpijn en draaiduizelingen. Ik heb direct een CT-scan aangevraagd gezien de voorgeschiedenis. Ik heb vanmorgen een telefoontje gekregen van de neuroloog met de mededeling dat er inderdaad een verdichting zichtbaar is, doorsnee 1 cm, die met de klachten verband kan houden. Het advies luidt: zo spoedig mogelijk opname.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
14
BIJLAGE 3B
ROLLENSPEL SLECHT-NIEUWS GESPREK
Rol patient: André(e) de Jager
Ik ben André(e) de Jager, 36 jaar en werk sinds 2 jaar zelfstandig als makelaar, samen met 3 collega’s. Ik heb nu zo’n 7 jaar een vaste partner, waarmee ik samenwoon. We hebben nog geen kinderen, maar “ondernemen zorgvuldige pogingen”, zoals dat heet. Op 28-jarige leeftijd is er bij mij een hersentumor verwijderd die gelukkig goedaardig bleek te zijn, een vaatanomalie. Een vreselijke intensieve periode was dat toen: onderzoeken, operatie, controles. Het duurde een hele tijd voordat ik weer redelijk op de been was. Ik ben blij dat ik nu sinds 2 jaar eindelijk weer normaal in mijn vak bezig ben. Door de artsen ben ik 4 jaar geleden “genezen” verklaard en hoef niet meer voor controles te komen. Hoewel me gezegd is dat er een hele kleine kans op recidief is, moet ik zeggen dat ik daar tot vorige week geen enkele rekening meer mee hield. Toen ben ik me dan ook rot geschrokken: ik kreeg weer last van hoofdpijn en ontzettende duizelingen, alles draaide. Ik ben direct weer naar mijn huisarts gegaan. Die vertrouwde het niet en stuurde me gelukkig direct voor een CT-scan. Deze is 2 dagen geleden gemaakt, en nu ga ik weer naar de huisarts voor de uitslag. Eerlijk gezegd ben ik op het ergste voorbereid.
© 2000 Huisartsopleiding VUmc
15