Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental Als gemeenten samen gaan — en dat gebeurt aan de lopende band — fuseren uiteindelijk bijna altijd ook de lokale PvdA-afdelingen uit die gemeenten. Daar is vaak weinig aan te doen, maar het is niet goed voor het ledental van de PvdA, concludeert Jan Lunsing in een onderzoek onder Groningse afdelingen. jan r. lunsing
24
Steeds meer gemeenten worden na een herindelingsronde samengevoegd, en in het kielzog van die samenvoegingen fuseren in de regel ook de lokale PvdA-afdelingen binnen die gemeenten. Soms gaan lokale afdelingen van de PvdA al samen voordat gemeenten besluiten tot fusie ¬ bijvoorbeeld omdat er onvoldoende leden zijn om volksvertegenwoordigers te rekruteren.1 De fusies van lokale afdelingen hebben grote nadelen: ze hollen de politieke infrastructuur uit en de PvdA verliest er leden door. Dat is althans de conclusie die ik trek uit een vergelijking van de ledengegevens in de provincie Groningen met cijfers over inwonersaantallen van gemeenten van het cbs. Twee PvdA-afdelingen wil ik in dit artikel als casus nemen om mijn stelling te ondersteunen: die in Oldambt ¬ de gemeente die twee jaar geleden ontstond uit een samenvoeging van drie kleinere gemeenten ¬ en die in Hoogkerk, de gemeente die al in 1969 opging in Groningen. De vraag die uit mijn Over de auteur Jan R. Lunsing is onderzoeker bij StiBaBo Noot zie pagina 28 s & d 4 | 20 12
stelling volgt, is wat nu beter is: meerdere lokale PvdA-afdelingen die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden of één afdeling met in totaal uiteindelijk minder leden? Niet echt een vrolijke keuze. Het systeem van politieke verenigingen met leden zorgt ervoor dat mensen die politieke interesse hebben, leren hoe democratie werkt. Ze leren dat hun standpunten soms onjuist zijn, dat gelijk hebben en gelijk krijgen niet dezelfde dingen zijn. En dat je als je op de lange termijn iets wilt bereiken, je op de korte termijn niet visieloos kunt regeren. Een politieke infrastructuur werkt goed als partijen naast politici veel leden en veel actieve leden hebben (dat wil zeggen: leden die een rol hebben in de vereniging als afgevaardigde of bestuurslid). Het werkt niet als er weinig leden zijn en als er nauwelijks actieve leden zijn. En daar wringt de schoen bij fusies tussen gemeenten: deze brengen het aantal leden van politieke partijen, en het aantal actieve leden, naar beneden. Dat geldt naar mijn overtuiging niet alleen voor de PvdA, maar voor alle ledenpartijen ¬ al richt mijn onderzoek zich alleen op de PvdA. Partijen die in sommige
Jan R. Lunsing Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental Groningse gemeenten tegen de trend in groeien, zoals de sp, zullen onder dezelfde effecten te lijden hebben en minder snel groeien. resultaten onderzoek Uit mijn onderzoek naar fusies van lokale PvdA-afdelingen blijken drie zaken. Ten eerste: leden die wonen in een hoofdkern ¬ de plaats met het grootste aantal inwoners binnen een gemeente ¬ zijn vaker actief lid dan leden die in andere grote plaatsen van de gemeente wonen. Een plausibele verklaring daarvoor is dat zij vaker de afdelingsvergaderingen bijwonen. Mensen hebben nu eenmaal vaak geen zin om ’s avonds voor een vergadering eerst een half uur in de auto te zitten en dan niet de tijd te hebben om gezellig te borrelen na afloop. Als je in de hoofdkern woont, wandel je naar de vergadering; als je buiten deze kern woont, is het al gauw te ver weg. Aangezien de afgevaardigden en bestuursleden voornamelijk gerekruteerd worden uit de bezoekers van ledenvergaderingen, is de locatie van de ledenvergadering bepalend voor wie wel en niet in een bestuur komt, wel en niet afgevaardigde wordt en misschien zelfs voor wie wel en niet raadslid of wethouder wordt. Dit blijkt uit tabel 1: meer dan 65% van de actieve leden in de provincie Groningen woont in een hoofdkern van een van de gemeentes. Ten tweede: in de hoofdkern is er een oververtegenwoordiging van leden, politici en vrijwilligers ten opzichte van andere plaatsen van de gemeente. Tabel 1 toont dat, uitzonderingen zoals De Marne en Oldambt daargelaten, het percentage leden in de hoofdkern groter is dan het percentage inwoners in de hoofdkern. Ten derde geldt: hoe groter de lokale PvdAafdeling, hoe lager het percentage actieve leden. Bij grotere afdelingen (in grotere gemeenten) zijn nu eenmaal minder bestuurlijke functies te verdelen. Je zou het de wet van de minimale bezetting kunnen noemen. Elke afdeling heeft ten minste een voorzitter, secretaris en penningmeester. Dat betekent dat een kleine afdes & d 4 | 20 12
ling met 30 leden automatisch 10% actieve leden heeft, terwijl een grote afdeling met 1200 leden (zoals Groningen) maar liefst 120 bestuursleden zou moeten hebben om hetzelfde percentage te halen. De drempel om actief te worden in een grote afdeling is hoger. casus hoogkerk Mijn stelling dat gemeentelijke herindelingen negatief uitpakken voor lokale PvdA-afdelingen laat zich goed illustreren aan de hand van de casus Hoogkerk, een gemeente die al in 1969 als zelfstandige gemeente werd opgeheven en sindsdien onderdeel uitmaakt van Groningen. Destijds was er een sterk levende afdeling van de PvdA die onder meer afdwong dat er in Hoogkerk eeuwig een gemeentebalie zou blijven bestaan. In 2009 dreigde deze balie alsnog gesloten te worden, maar dankzij protesterende Hoogkerkers is dat voorkomen. Hoogkerk heeft dus nog steeds actieve burgers, maar daar zitten weinig PvdA’ers meer tussen. Als actief lid van de afdeling Groningen zou ik alle actieve Hoogkerkers in de afdeling Groningen moeten kennen. Helaas is er sinds 1997 geen enkele Hoogkerker in het bestuur van de afdeling Groningen te vinden en zijn mij anderszins ook geen Hoogkerkers bekend die actief zijn of waren. Het ledental van de PvdA is sinds de herindeling van Hoogkerk in 1996 fors gedaald, veel sterker dan de landelijke afname van het aantal PvdA-leden. Het landelijke dalingspercentage sinds 1969 is 51,9%; in Hoogkerk daalde het aantal leden met 77%. Er wonen nu in de twee postcodes van Hoogkerk niet meer dan 22 leden. casus oldambt Dat dit effect van een sterk teruglopend aantal leden in gefuseerde afdelingen zich pas in de loop der jaren voordoet, zou afgeleid kunnen worden uit de casus van de gemeente Oldambt ¬ in 2010 ontstaan uit een samenvoeging van Winschoten, Reiderland en Scheemda. Ook de
25
Jan R. Lunsing Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental
Gemeente
Hoofdkern
Inwoners PvdA-leden hoofdkern t.o.v. hoofdkern t.o.v. PvdA-politici in Actieve leden hele gemeente hele gemeente hoofdkern PvdA in hoofd (%)* (%)** (%) kern (%)
Appingedam
Appingedam
94,9
100,0
100,0
100,0
Bedum
Bedum
75,6
72,6
75,0
100,0
Delfzijl
Delfzijl
67,9
59,7
60,0
75,0
Groningen
Groningen
95,1
99,9
100,0
100,0
Grootegast
Grootegast
25,6
26,1
0,0
50,0
HoogezandSappemeer
HoogezandSappemeer
81,0
91,2
100,0
90,9
Leek
Leek
77,5
63,0
66,7
42,9
De Marne
Leens
15,5
10,7
0,0
0,0
Loppersum
Loppersum
22,8
28,4
0,0
20,0
Marum
Marum
45,4
71,4
50,0
71,4
Menterwolde Muntendam
34,5
38,0
60,0
50,0
Pekela
Oude Pekela
52,6
81,3
100,0
100,0
Slochteren
Slochteren
12,7
15,6
20,0
0,0
Stadskanaal
Stadskanaal
62,3
81,3
77,8
80,0
Vlagtwedde
Ter Apel***
33,2
57,5
20,0
80,0
Eemsmond
Uithuizen
28,5
48,3
60,0
64,3
Ten Boer
Ten Boer
55,7
47,9
50,0
100,0
Veendam
VeendamWildervank****
89,5
98,0
90,0
100,0
Bellingwedde Wedde
6,7
16,1
50,0
20,0
Oldambt
Winschoten
48,1
45,5
40,0
40,0
Winsum
Winsum
52,2
54,6
85,7
36,4
Zuidhorn
ZuidhornNoordhorn*****
44,2
53,6
50,0
100,0
Haren
Haren
92,6
86,6
75,0
91,7
52,8
58,6
57,8
65,8
26
Gemiddeld s & d 4 | 20 12
Jan R. Lunsing Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental
Tabel 1 P vdA-leden in de provincie Groningen afgewogen tegen het aantal inwoners per gemeente ***** G egevens over inwoners zijn van het cbs 2008. Dit is het meest recente jaar waar inwoners per kern zijn aangegeven. ***** De gegevens over het aantal leden is de stand van december 2011. ***** I n Vlagtwedde is Ter Apel als kernplaats genomen, hoewel het gemeentehuis in Sellingen staat. Dit is gedaan omdat de spreiding van leden daartoe aanleiding gaf; die wonen vooral in Ter Apel. ***** H elaas maakt het cbs geen onderscheid tussen Wildervank en Veendam, zodat niet is na te gaan of Wildervanksters vergeleken met Veendammers relatief minder actief zijn binnen deze gemeente. ***** Idem voor de kernen Noordhorn en Zuidhorn. Bron: ledengegevens van de PvdA Gewest Groningen en www.statline.nl (cbs)
PvdA-afdelingen in die gemeenten zijn toen samengevoegd. Helaas zijn de gegevens van actieve leden van voor en na de samenvoeging van de drie afdelingen niet beschikbaar. Wel beschikbaar zijn cijfers van het aantal leden in maart 2010 en december 2010. Hieruit blijkt dat de afdeling Oldambt in die periode niet uitzonderlijk veel ledenverlies heeft gekend. Dat is wellicht ook niet te verwachten, zo kort na een herindelingsronde. Uit tabel 1 blijkt dat Oldambt een van de gemeenten is waar het percentage leden, politici en vrijwilligers in de hoofdkern kleiner is dan het percentage inwoners van de hoofdkern. In tabel 2 staan dezelfde gegevens, maar dan met de som van de voormalige drie hoofdkernen: Winschoten, Scheemda en Finsterwolde (Reiderland). Nu blijkt het percentage inwoners
kleiner dan het percentage leden, politici en vrijwilligers. Dit moet een effect zijn van de zorgvuldige fusering van de afdelingen. In het bestuur waren de drie voormalige afdelingen goed vertegenwoordigd, waardoor de inwoners van Scheemda en Finsterwolde automatisch nog steeds goed vertegenwoordigd zijn. De komende jaren is het interessant te kijken hoe het ledental, en het aantal actieve leden in Oldambt zich ontwikkelt. Als Oldambt gaat leven naar de theorie dat vooral leden in de hoofdkern actief zijn, zal het percentage van leden, politici en vrijwilligers stijgen. Ledenvergaderingen en bestuursvergaderingen zullen in toenemende mate in de hoofdkern Winschoten worden gehouden, waarna het percentage actieve leden, dat uit de bezoekers van de ledenvergaderingen wordt gerekruteerd, in toenemende
Tabel 2 P vdA-leden in de gemeente Oldambt afgewogen tegen het aantal inwoners Inwoners hoofdkern t.o.v. hele gemeente (%)
Leden hoofdkern t.o.v. hele gemeente (%)
Winschoten
48,1
45,5
40,0
40,0
Scheemda, Finsterwolde en Winschoten
62,4
66,8
60,0
70,0
Gemeente
Hoofdkern
Oldambt Oldambt
s & d 4 | 20 12
Politici in hoofdkern (%)
27 Vrijwilligers in hoofdkern (%)
Jan R. Lunsing Grotere afdelingen zijn slecht voor het ledental mate eveneens uit Winschoten zal komen. Het aantal leden en vrijwilligers uit Scheemda en Finsterwolde zal hoogstwaarschijnlijk afnemen, terwijl het aantal vrijwilligers uit de kern Winschoten waarschijnlijk onvoldoende zal toenemen om dit verlies aan vrijwilligers op te vangen. conclusie Mijn stelling is dus dat door fusies van lokale afdelingen van politieke partijen een geringer percentage leden uit een kleinere groep mensen moet proberen de contacten met de achterban te onderhouden. Zonder herindelingen zou Nederland nu fors meer gemeenten tellen, en fors meer lokale PvdA-afdelingen. De politieke partijen, en zeker de traditionele politieke partijen, zouden dan wel eens meer leden gehad kunnen hebben. Wat is nu beter: noodlijdende kleine PvdA-afdelingen koste wat kost zelfstandig proberen te laten zijn, of besluiten tot fusie tot een grotere afdeling? Het is natuurlijk moeilijk kiezen tussen twee kwaden. Voor het ledenbehoud is het verstandig om niet te fuseren, maar als het niet anders kan, omdat de afzonderlijke afdelingen te weinig leden op vergaderingen bijeen krijgen, is het wel eens onvermijdelijk. De nieuwe,
28
s & d 4 | 20 12
grotere afdelingen zouden er in dat geval wel rekening mee kunnen houden dat ze een groot gebied representeren. In dat verband heb ik drie adviezen voor afdelingen die zijn samengegaan: > Installeer subafdelingsbesturen van lokale PvdA-afdelingen in wijken en in andere plaatsen dan de hoofdkern. > Werf politici, bestuurders en vrijwilligers uit zo veel mogelijk kernen. In grote steden zoals Groningen, zou een zekere vertegenwoordiging van wijken binnen het afdelingsbestuur nagestreefd kunnen worden. > Organiseer (afdeling)vergaderingen in zoveel mogelijk plaatsen, niet alleen in de hoofdkern van de gemeente. Maar beter, veel beter dan het inzetten van dit soort lapmiddelen zou het natuurlijk zijn als de kleine afdelingen, met Hans Spekmans campagne en Diederik Samsons energie in de rug, hun ledental zouden kunnen verdubbelen, en tegelijk de nodige verjonging zouden doormaken. Noot 1 In Groningen is dit het geval op het Hoogeland en bij de samenwerking van de afdelingen Stadskanaal, Bellingwedde en Vlagtwedde.