Connect Co n n e ct i s e e n u i t g a v e v a n HE T S T I CHT ( s t i ch t i n g v o o r k a t h o l i e k e n a l g e m e e n b i j z o n d e r p r i m a i r o n d e r w i j s ) t e n b e h o e v e v a n h e t p e r s o n e e l e n d e g e m e e n s c h a p p e l i j k e m e d e z e g g e n s ch a p s r a a d
Oktober 2014 Jaargang 12, nr 1
Strategisch beleidsplan Het Sticht Op 18 en 19 september is een twee-daagse bijeenkomst gehouden met alle directeuren, Kees Timmers, Frida Hunink en Marleen Remmers. Doel van deze bijeenkomst om met elkaar na te denken over de onderwerpen die een plek moeten krijgen in het nieuwe strategische beleidsplan van het Sticht. Het huidige beleidsplan (Kern en Koers II) heeft een looptijd tot en met zomer 2015. Voor de zomervakantie hebben we met elkaar al teruggekeken op dit huidige beleidsplan; wat moet behouden blijven, en wat moet er eventueel anders in het nieuwe beleidsplan. We zijn begonnen met een inspirerend werkbezoek aan “de Werkplaats” te Bilthoven vanuit het idee dat het goed en inspirerend is om buiten je eigen grenzen te kijken. Niet om zaken te kopiëren, maar wel om te kijken wat we van anderen kunnen leren. Vervolgens hebben we benoemd welke onderwerpen in het nieuwe plan in elk geval veel aandacht zouden moeten krijgen, waarbij we uiteraard aansluiting zoeken bij datgene wat in het bestuursakkoord gezegd wordt. Tegelijkertijd kijken we naar de ontwikkelingen die we zelf zien: een terugtredende lokale overheid, demografische ontwikkelingen (krimp) en maatschappelijke opvattingen over bijvoorbeeld de kwaliteit van onderwijs. Vanaf 18.30 uur kwamen onze gasten binnen: van elke school hadden we leerkrachten en ouders (GMR-leden) uitgenodigd om met ons mee te denken en te praten over wat de komende jaren volgens hen belangrijk wordt. Er waren zo’n 40 zeer betrokken ouders en medewerkers die hun inzichten met ons wilden delen op velerlei gebieden. De volgende dag hebben we een aantal thema’s verder uitgewerkt; wat willen wij met professionalisering? Hoe willen we medewerkers boeien, binden en uitdagen? Wat betekent de krimp voor ons als geheel en de afzonderlijke scholen in het bijzonder? Hoe zien we de rol van ICT de komende jaren, enz. enz. We sloten af met een workshop drummen in de buitenlucht onder de enthousiasmerende leiding van Jaap Pluijgers van de Zeister slagwerkschool midden Nederland. Essentie van samen musiceren is natuurlijk dat je kijkt naar de leider, luistert naar je eigen instrument en elkaar, en oefent. Over het resultaat waren de meningen verschillend: wij hadden er plezier in, de buren (zorginstelling Sherpa) minder, en ook de hertjes en vogels komen langzamerhand weer tot rust. Met alle input die we gekregen hebben gaan wij – vooral het College van Bestuur – aan de slag. Uiteraard komen we met het resultaat bij directeuren, GMR en Raad
In dit nummer:
Strategisch beleidsplan
1
Strategisch beleidsplan Duurzame inzetbaarheid
2
ABP en Loyalis Fietsreglement ABC Het Sticht Nieuwe leden RvT gezocht
3
De leraar weet het vaak toch écht het beste
4
redactie: Laan van Vollenhove 3045 3706 AL Zeist Telefoon: (030) 6939464 E-mail:
[email protected] Info: www.hetsticht.nl
Verslag over de studie-tweedaagse van Linda Kroon, directeur van De Kameleon: Donderdag 18 en vrijdag 19 september stond een tweedaagse gepland voor de schoolleiders gezamenlijk met het college van bestuur. Twee dagen op de ‘hei’ met elkaar praten over het Strategisch Beleidsplan van Het Sticht. Eerlijk gezegd keek ik er niet naar uit, mijn agenda zat al overvol en dan ook nog twee dagen praten over het strategische beleidsplan……Afijn, we zouden starten op de Werkplaats in Bilthoven, dus ik zou het wel gaan ervaren. Wat er toen gebeurde op de Werkplaats is lastig onder woorden te brengen, maar het verhaal van de directeur van de Werkplaats was zo enorm treffend dat alles in mij wakker geschud werd. Zijn woorden raakten mij en dat overkomt mij niet zo snel……..Sterker nog: nooit eerder had ik dit gevoel zo sterk ervaren op een studiedag. En wat maakte dat ik zo geraakt werd door ‘woorden van een voor mij volslagen onbekende man’? Het was niet eens zozeer het verhaal over de school, maar het ging vooral over ‘jezelf telkens de vraag stellen wat je aan het doen bent, voor wie je dit doet, waarom je zo handelt en vanuit welke gedachte’. Ik denk dat de meeste directeuren, maar ook leerkrachten zo aan hun onderwijs carrière zijn begonnen, ik in ieder geval wel, maar heb gemerkt dat ik me de laatste jaren teveel heb laten leiden door zaken die er wellicht wel toe doen, maar eigenlijk niet mijn werk zouden moeten ‘overheersen’. Gelukkig kan ik zeggen dat deze woorden mij niet alleen hebben geraakt, maar ook echt weer nieuwe energie hebben gegeven. Energie die ik blijf inzetten voor de collega’s op de werkvloer, want dat is de reden dat ik destijds leerkracht en directeur wilde worden. Naast dit bijzondere bezoek zijn wij er volgens mij in geslaagd om, met dank aan van RvT, collega’s, GMR-leden, nieuwe input te leveren voor het nieuwe Strategische Beleidsplan voor de komende jaren. Bedankt! Linda Kroon
Bapo vervalt en wordt “Duurzame inzetbaarheid “ (ingangsdatum 01-10-2014) In de nieuwe CAO wordt gesproken over duurzame inzetbaarheid voor alle werknemers. Hiermee komen de Bapo en de leeftijdsuren voor OOP-ers te vervallen. Het gaat hierbij om faciliteiten die iedereen in staat stelt keuzes te maken ter waarborging en ter versterking van de duurzame inzetbaarheid. De nieuwe regeling bestaat uit drie elementen: Een budget van 40 uren voor alle werknemers (naar rato) Een bijzonder budget voor startende leraren Een bijzonder budget voor oudere werknemers Wat houdt de nieuwe regeling /een bijzonder budget voor oudere werknemers in? Een werknemer van 57 jaar heeft recht op een bijzonder budget in tijd van 130 uur per jaar (deeltijders naar rato). Deze uren staan naast het duurzame inzetbaarheidsbudget van 40 uur dat voor alle werknemers geldt. Oudere werknemers kunnen deze uren (40 uur) ook inzetten voor verlof. De eigen bijdrage wordt dan 50% (40% voor werknemers benoemd in een functie schaal 8 of lager) en wordt berekend over het salaris van maximaal 130 uur verlof. Over de 40 uur wordt dus geen eigen bijdrage verwacht. Wat zijn nu de consequenties voor de werknemers die reeds gebruik maken van de Bapo? Er komt een overgangsregeling voor gebruikers kleine Bapo ( voorheen 170 uur op jaarbasis). Werknemers die op 30-09-2014 klein Bapo-verlof genieten kunnen gebruik maken van overgangsrecht (130 uur tegen 50% eigen bijdrage bovenop de 40 uur duurzame inzetbaarheid). Zodra deze werknemers 57 jaar zijn kunnen ze gebruik maken van de nieuwe regeling. Eigenlijk mogen deze werknemers dus eerder gebruik maken van de nieuwe regeling. Er komt een overgangsregeling voor gebruikers grote Bapo ( voorheen 340 uur op jaarbasis). Werknemers die op 30-09-2014 groot Bapo-verlof genieten kunnen gebruik maken van overgangsrecht. Zij kunnen direct gebruik maken van de nieuwe regeling duurzame inzetbaarheid voor oudere werknemers (ook als zij pas 56 jaar zijn). Daarnaast genieten zij 170 uur bijzonder verlof (deeltijders naar rato). De eigen bijdrage bedraagt 50% (40% voor werknemers benoemd in een functie schaal 8 of lager) over het salaris van de bijzondere verlofuren, maximaal 300 uur. Dit recht bestaat tot aan de pensioendatum, maximaal tot aan de AOW-leeftijd. Wat gebeurt er met spaar-Bapo? Werknemers met gespaard Bapo-verlof worden in staat gesteld om het gespaarde Bapo-verlof op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Toch nog vragen neem dan contact op met Frida Hunink (030-6919193) Uit Onderhandelaarsakkoord dd 2 juli 2014
Pagina 2
Connect
ABP en Loyalis Een aantal medewerkers heeft onlangs een brief ontvangen van het ABP met als mededeling “uniform pensioenoverzicht einde deelneming”. En dat terwijl jullie allemaal nog gewoon in dienst zijn bij Het Sticht. Wat is er gebeurd? Het schijnt dat het probleem voorkomt bij werkgevers die per 1-1-2014 zijn overgegaan naar een ander administratiekantoor. Het ABP geeft aan het nieuwe administratiekantoor aan dat ze nog een levering verwachten van 2013, echter deze is al gedaan door het vorige administratiekantoor. Ons administratiekantoor Concent probeert dit op te lossen door de ingangsdatum contract aan te passen. Als jullie als medewerker op het overzicht kijken van Mijn ABP kan je zien dat er gewoon pensioen wordt opgebouwd. Mocht dit toch niet het geval zijn dan horen wij dat graag, zodat wij dit kunnen voorleggen aan Concent en oplossen. De uitschrijving bij Loyalis (IPAP-verzekering) heeft hier indirect ook mee te maken. Hier gaat het echter om een particuliere verzekering en is het gewenst dat je als medewerker zelf contact opneemt met Loyalis om dit recht te zetten. Toch nog vragen, bel gerust met Frida Hunink (030-6939464)
Fietsreglement Het Sticht Het Sticht maakt sinds 01-01-2013 gebruik van de Werkkostenregeling (verplicht vanaf 1 januari 2015). De werkkostenregeling vervangt alle bestaande regels voor vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikking stellingen, die een werkgever aan een werknemer kan toekennen. Het fietsreglement Het Sticht valt onder die Werkkostenregeling en heeft ten doel het gebruik van de fiets voor het werk door werknemers van Het Sticht te bevorderen. Middels het fietsreglement Het Sticht wordt beoogd op fiscaal aantrekkelijke wijze de eventuele drempel voor de aanschaf van een fiets te verlagen. Deelname aan het fietsreglement Het Sticht staat open voor werknemers die zelf een fiets aanschaffen. Wel is het aantal aan te schaffen fietsen per jaar voor alle medewerkers van Het Sticht gemaximeerd op 15. Dit om te voorkomen dat het maximum bedrag van de Werkkostenregeling ( 1,2 % van de totale fiscale loonsom) wordt overschreden. Eens per drie kalenderjaren is deelname per persoon aan het fietsreglement Het Sticht toegestaan, waarbij het jaar van aanschaf van de fiets als ingangsdatum bepalend is voor het berekenen van deze periode. Meer informatie of deze faciliteit aanvragen is te verkrijgen bij Frida Hunink (
[email protected]). De volledige tekst van het fietsreglement staat ter informatie op de website van Het Sticht.
“Het werkt bij Het Sticht” Het ABC-boekje “Het werkt bij Het Sticht” is aangepast aan de huidige situatie. Voor zover mogelijk is de nieuwe CAO PO hierin opgenomen. Het boekje geeft informatie die voor Het Sticht-medewerkers van belang kan zijn. Het boekje is in alfabetische volgorde opgesteld, het geeft informatie over onderwerpen zoals de arbeidsvoorwaarden en andere wetenswaardigheden met een korte beschrijving en waar mogelijk wordt er verwezen naar de plek waar de uitgebreide informatie te vinden is. Het boekje is te verkrijgen bij je directeur of op de website van Het Sticht. (www.hetsticht.nl)
Het Sticht zoekt twee nieuwe leden voor de Raad van Toezicht Omdat twee leden van de RvT statutair aftreden, zoekt de Raad twee nieuwe toezichthouders. De selectieprocedure is recent gestart. Kandidaten kunnen zich tot 31 oktober aanmelden. De advertentie staat op de website van Het Sticht. NB. Medewerkers die in dienst zijn van Het Sticht kunnen geen lid van de RvT worden!
Jaargang 12, nr 1
Pagina 3
De leraar weet het vaak toch écht het beste Interview Arnold Jonk , onderwijsinspecteur. Komend jaar wordt het advies van de basisschool nog belangrijker bij de keuze voor de middelbare school. Een leraar kan goed advies geven, blijkt uit onderzoek. Door onze redacteur JULIETTE VASTERMAN UTRECHT. Utrecht. Basisscholen blijken het niveau van de leerlingen in groep acht beter in te schatten dan toetsinstituut Cito. Driekwart van de kinderen zit drie jaar later in het voortgezet onderwijs op een niveau dat gelijk is aan het advies van de leerkracht. Dat is belangrijk nieuws, afkomstig uit onderzoek van de Onderwijsinspectie naar de kwaliteit van het basisschooladvies. Want dit schooljaar wordt het advies van de leerkrachten over het niveau van de leerlingen uit groep acht leidend voor de doorstroming naar de middelbare school. Eerder bleek dat de score van de eindtoets, zoals die van Cito, de schoolcarrière van een kind te veel bepaalde – veel middelbare scholen eisten een minimale score voor toelating. Dat moest anders, vond de politiek. Daarom moeten scholen nu eerst advies uitbrengen, waarmee ouders hun kind kunnen inschrijven op een middelbare school. Pas daarna wordt de eindtoets afgenomen. Maar de vraag was: kúnnen leraren wel een goede inschatting maken? „Het antwoord is dus ja”, zegt Arnold Jonk. Hij is hoofdinspecteur primair onderwijs bij de Onderwijsinspectie. De leerkracht doet het zelfs beter dan het Cito. „Hij kent een kind vaak al jaren, kijkt niet alleen naar de cognitieve ontwikkeling, maar ook naar motivatie en doorzettingsvermogen. En dat werkt. De eindtoets is maar een momentopname.” Uit het onderzoek blijkt dat basisscholen regelmatig een hoger advies geven dan uit de scores van de eindtoets blijkt. „Dat klopt. In een kwart van de gevallen is het advies hoger dan wat de score van de Citotoets aangeeft. Dat is niet erg. We zien dat een hoger advies vaak ook leidt tot een hoger opleidingsniveau. Blijkbaar geeft het kinderen zelfvertrouwen en stimuleert het ze aan de verwachtingen te voldoen. „In deze context kun je dus ook concluderen dat het perfecte advies voor een kind niet bestaat. Want het kind is geen machine, maar een mens in ontwikkeling. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen. Denk aan ambitie, steun uit de omgeving, de puberteit. Een kind dat vmbo-t is geadviseerd en dat het goed doet op dat niveau, had wellicht ook havo kunnen doen.” Waar komen die hoge schooladviezen vandaan? „De afgelopen jaren zagen we dat basisscholen gemiddeld steeds hogere onderwijsniveaus adviseerden. Steeds meer kinderen kwamen op havo en vwo terecht – en deden het daar goed. Inmiddels is deze toename afgevlakt. Het aantal kinderen dat dit niveau aankan, is wellicht bereikt. „De toestroom van de afgelopen jaren naar havo en vwo heeft misschien te maken met de prestatiemaatschappij. De druk komt vanuit de overheid en de ouders van de leerlingen.” Volgens het onderzoek voelt 44 procent van de basisscholen zich onder druk gezet door ouders om hoger te adviseren. „Ik begrijp dat wel. Ouders kennen hun kind als geen ander. Ze mogen best kritisch zijn over de keuzes van de school. Het advies is immers zo bepalend voor de rest van de schoolcarrière. Hoger opgeleid zijn betekent toch vaak een betere baan, meer inkomen en een gezonder leven – even los van de vraag of je gelukkig bent. „Maar het moet natuurlijk niet zo zijn dat scholen onverantwoorde adviezen gaan geven. Daar ben ik overigens niet bang voor. Iedere school heeft honderden kinderen naar het voortgezet onderwijs zien gaan, ze zijn professioneel genoeg om de juiste inschatting te maken.” Om de druk weg te nemen, pleit u voor brede brugklassen met verschillende niveaus. „We zien dat brede brugklassen steeds meer verdwijnen. Dat is niet handig. Zoals ik eerder zei: een kind is geen machine. Hij of zij is nog in ontwikkeling. En omdat wij in Nederland kinderen al vroeg selecteren voor een bepaald niveau is het handig om ze naar een brugklas te doen waar ze nog alle kanten op kunnen. „Uit ons onderzoek blijkt ook dat scholengemeenschappen met verschillende niveaus goed zijn voor de doorstroom van leerlingen. Van een kind met een vmbo-t-advies is de kans aanzienlijk groter dat het de overstap naar de havo maakt als het op een scholengemeenschap zit. Gaat de leerling naar een school waar ook lagere
Pagina 4
Connect
niveaus dan vmbo-t worden aangeboden, dan stijgt de kans dat hij afstroomt. Je kan het zo zien: een school die geen lagere niveaus aanbiedt, zal beter zijn best doen de leerling binnenboord te houden. En de leerling zal zelf ook harder werken om te kunnen blijven.” Een ander belangrijke conclusie uit de studie is dat allochtone kinderen geen lager advies krijgen dan uit de Citotoets blijkt. Maar kinderen uit een lager sociaal-economisch milieu wel. „Ja, dat is een belangrijk onderwerp. Leerkrachten schatten deze leerlingen blijkbaar anders in. Dat is deels terecht. Een kind van hoger opgeleide ouders krijgt eerder bijles, gaat vaker naar het museum en voert eerder discussies aan de keukentafel. Dat helpt allemaal in je schoolloopbaan. „Maar als leerlingen uit een lagere sociaal-economische klasse meer begeleiding en ondersteuning zouden krijgen, kunnen deze kinderen vaak nog een enorme groei maken. Misschien wel een grotere groei dan de leerling van de hoger opgeleide ouders, die door alle bagage vanuit huis al maximale leerprestaties heeft bereikt. „Ook leerlingen in Friesland, Groningen en Limburg blijken een lager advies te krijgen. Hoe dat precies komt, weten we nog niet. Je zou kunnen denken dat er in die regio’s misschien meer lageropgeleiden wonen, dat de cultuur ‘steek je hoofd niet boven het maaiveld uit’ is, en dat middelbare scholen op een grote afstand liggen. En dat kinderen daarom eerder naar een school om de hoek gaan, waar wellicht geen havo of vwo is.” Dit artikel is verschenen in het NRC Handelsblad van vrijdag 10 oktober 2014 op pagina 8 & 9
Pagina 5