Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Concurrentie van een bloemenstal bij het winkelcentrum Muziekwijk Gemeente Almere Dienst Stadsbeheer
7 augustus 2009 RA0941078
Samenvatting Een eigenaar van een bloemenzaak in winkelcentrum Muziekwijk Almere kan zich niet vinden in het feit dat de gemeente een bloemenverkoper een vergunning geeft voor een vaste standplaats voor de verkoop van bloemen en planten op de parkeerplaats pal tegenover zijn winkel. De gemeente stelt zich op het standpunt dat het reguleren van concurrentieverhoudingen geen gemeentelijke taak is. De vergunning is verstrekt zonder advies van de politie over de verkeerssituatie. Verzoeker dient een bezwaarschrift in. Tijdens de procedure wijzigt de gemeente de vergunde locatie. Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard. Verzoeker kan zich in de gang van zaken niet vinden en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman stelt een onderzoek in en houdt een hoorzitting. Hij komt tot de conclusie dat de vergunning gezien de verkeersveiligheid niet verleend had mogen worden zonder een positief advies van de politie. Verder was het onzorgvuldig van de gemeente om de vergunde locatie tijdens de bezwaarschriftprocedure te wijzigen. Het onderzoek naar de naleving van de vergunningsvoorwaarden door de milieuinspecteur schoot tekort.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn: • het verlenen van een vergunning voor een vaste standplaats zonder goedkeurend advies van de politie: onbehoorlijk; • het tijdens een bezwaarschriftprocedure wijzigen van de vergunde locatie voor een vaste standplaats: onzorgvuldig; • het onderzoek door de milieu-inspecteur naar de melding overtreding vergunningvoorwaarden: onbehoorlijk.
Rapportnummer: RA0941078 Datum : 7 augustus 2009 Pagina : 2/6
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 24 november 2007 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Almere, Dienst Stadsbeheer. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: • het verlenen van een vergunning voor vaste standplaats zonder goedkeurend advies van de politie; • het tijdens een bezwaarschriftprocedure wijzigen van de vergunde locatie voor een vaste standplaats; • het onderzoek door de milieu-inspecteur naar de melding overtreding vergunningvoorwaarden.
Bevindingen achtergrond van het verzoek Verzoeker heeft een bloemenzaak in winkelcentrum Muziekwijk Almere. In januari 2006 vraagt een andere bloemenverkoper een vergunning aan voor een vaste standplaats voor de verkoop van bloemen en planten op de parkeerplaats pal tegenover verzoekers winkel. Hij krijgt een vergunning. Verzoeker kan zich in de vergunningverlening niet vinden en dient een bezwaarschrift in. Het voornaamste bezwaar dat hij aanvoert is dat de locatie te dicht bij zijn winkel is. Hij vreest omzetverlies. Op 28 november 2006 verklaart de gemeente het bezwaarschrift ongegrond. In het besluit wordt niet specifiek ingegaan op verzoekers bezwaar over de keuze van de locatie. Daar komt bij dat tijdens de hoorzitting van 29 september 2006 bleek dat in afwijking van in de vergunning vermelde locatie Messiaenplantsoen, de gemeente de locatie heeft gewijzigd. De standplaatshouder heeft van de gemeente toestemming gekregen om op de parkeerplaats nog dichter bij verzoekers winkel standplaats in te nemen op de Rimsky Korssakovweg. De gemeente had verzoeker daarvan niet op de hoogte gesteld. Tijdens de hoorzitting geeft de standplaatshouder aan bereid te zijn om een andere locatie te accepteren. De gemeente stelt zich verder op het standpunt dat het reguleren van concurrentieverhoudingen geen gemeentelijke taak is. Verzoeker begrijpt dit voor zover het betreft de normale concurrentie tussen winkeliers die in dezelfde branche werkzaam zijn. Een concurrent met heel beperkte kosten en een maximale flexibiliteit is zijns inziens van een andere orde. Een bloemenstal zo dicht bij een gewone bloemenwinkel kan de doodsteek voor de onderneming betekenen. Verzoeker vindt dat de gemeente ook in dit opzicht onzorgvuldig heeft gehandeld. Verzoeker constateert dat de standplaatshouder zich niet houdt aan de vergunningvoorwaarden. Zo neemt hij veel meer ruimte in beslag dan volgens de vergunningvoorwaarden is toegestaan. De vergunning is verleend voor een aanhangwagen, maar de standplaatshouder parkeert zijn bestelbus met aanhangwagen de hele dag op een parkeerplaats (blauwe zone) en zijn bloemenstal neemt over de hele lengte van de bestelbus en aanhangwagen de helft van het trottoir in beslag. Daar komt bij dat de uitstalling van de bloemenstal de doorgang voor winkelend publiek belemmert. Ook is de bloemenstal open op andere dagen dan volgens de vergunning is toegestaan. Verzoeker meldt dit bij afdeling vergunningverlening die de melding doorgeeft aan de afdeling Handhaving. Verzoeker vraagt zich af of de gemeente bereid is om met de bloemenverkoper van de standplaats in overleg te treden om naar een andere locatie om te zien. Verzoeker kan zich in de gang van zaken niet vinden en wendt zich tot de ombudsman. reactie Stadsbeheer De gemeente (het college van B en W) toetst vergunningaanvragen voor standplaatsen aan artikel E.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2005 (APV 2005), en aan het standplaatsenbeleid “Nota straathandel” vastgesteld op 1 januari 2005. In deze nota is o.a. beleid geformuleerd voor het innemen
Rapportnummer: RA0941078 Datum : 7 augustus 2009 Pagina : 3/6
van vaste standplaatsen. Onderdeel van dit beleid is dat een aanvrager in principe vrij is een vergunningaanvraag te doen voor een willekeurige locatie in Almere. Deze locatie wordt getoetst aan aspecten als openbare orde, verkeersveiligheid en het voorkomen of beperken van overlast. Met betrekking tot de onderhavige vergunning ontbreekt het advies van de politie in dit dossier. De afdeling was in de veronderstelling dat deze er bij zat. Het adviesformulier dat naar de politie is gestuurd, is niet voor de gestelde termijn retour ontvangen. In dat geval gaat de afdeling er vanuit dat er geen bezwaren zijn en dat de vergunning verleend kan worden, tenzij de afdeling de weigeringgronden op grond van de APV kan toepassen. Achteraf laat de politie weten dat in verband met de verkeersveiligheid nooit toestemming voor deze locatie gegeven had mogen worden. De gemeente verleent in juni 2006 een vergunning voor de vaste standplaats zonder goedkeurend advies. De vergunning wordt verleend voor het innemen van een vaste standplaats met een aanhangwagen (3,00x1,50x1,20 meter) en een bloemenparasol ten behoeve van de verkoop van bloemen en planten op donderdag, vrijdag en zaterdag tot wederopzegging. De vergunning is voor de locatie Messiaenplantsoen (tekst en kaart vergunning) bij het winkelcentrum Muziekwijk. De gemeente maakt geen verschil tussen gelijkwaardige concurrenten onderling en tussen ongelijkwaardige concurrenten. De rechter heeft in een vaste lijn van jurisprudentie geoordeeld dat economische motieven in beginsel bij deze beoordeling geen rol mogen spelen. Dat betekent dat de concurrentiepositie van een reeds gevestigde winkelier, in dit geval de bloemist in winkelcentrum Muziekwijk, geen reden mag zijn de standplaatsvergunning te weigeren. Hierop bestaat slechts één uitzondering, namelijk wanneer uit onderzoek zou blijken dat het voorzieningenniveau voor de consument in gevaar zou komen. De uitzondering is ook omschreven in de weigeringgronden van artikel E.2.3 van de APV 2005. Wel wordt om marktvorming te voorkomen slechts één standplaatsvergunning per locatie verstrekt. In de aanvraag was de locatie nabij de flats aan het Messiaenplantsoen als standplaatslocatie aangevraagd, echter had de aanvrager dit in de situatietekening niet duidelijk aangegeven. In feite is door miscommunicatie tussen ambtenaar, stadsdeelkantoor en aanvrager de eerste vergunning verleend nabij de flats aan het Messiaenplantsoen Dit was niet correct en de vergunning is na overleg met betrokken diensten (stadsdeelkantoor, brandweer en politie) gewijzigd naar de huidige locatie; het parkeerterrein aan het Messiaenplantsoen. De gemeente is niet voornemens de vergunning van de standplaats uit te breiden tot vijf dagen per week. Op 30 juli 2007 is hier wel een aanvraag voor ingediend door de standplaatshouder, maar deze is op 8 oktober 2007 ingetrokken. Standplaatsvergunningen worden verleend tot wederopzegging. Het staat de aanvrager vrij om een andere aanvraag voor een andere locatie in te dienen. Vanuit de gemeente is het op momenteel niet aan de orde om de standplaatshouder een ander locatie toe te kennen en/of de vergunning in trekken.
Rapportnummer: RA0941078 Datum : 7 augustus 2009 Pagina : 4/6
nadere ontwikkelingen In september 2008 neemt een milieu-inspecteur de melding in onderzoek. De milieu-inspecteur gaat op verschillende keren op verschillende tijdstippen bij de bloemenstal langs maar constateert geen overtredingen van de vergunningvoorschriften. De milieu-inspecteur legt zijn bevindingen niet in een rapport vast maar hij laat de afdeling Vergunningverlening per e-mail laten weten dat de vergunningvoorschriften niet worden geschonden. Aangezien de standplaatshouder niet alleen standplaats inneemt met zijn aanhangwagen maar ook met zijn bestelbus en een stuk trottoir van zo’n 10 x 2,5 meter in beslag neemt (dit is inclusief de parasol van zo’n 2 x 2 meter), stelt de ombudsman tijdens de hoorzitting op 15 januari 2009 dat de standplaatshouder wel degelijk in strijd met de vergunning handelt. Naar aanleiding van het onderzoek van de ombudsman vindt er op 22 september 2008 overleg plaats tussen de gemeente en de standplaatshouder. Er komen twee alternatieve locaties ter sprake voor de bloemenstal. Het betreft een locatie op het Messiaenplantsoen en een locatie op de laden- en loshaven bij de geldautomaat vlakbij de huidige locatie. De standplaatshouder wijst de eerst genoemde locatie in eerste instantie af omdat de toestroom van klanten onvoldoende is. De locatie op de laden- en loshaven acht hij wel geschikt. Wanneer verzoeker op de hoogte komt van de uitkomst van het overleg van 22 september 2008 is hij ontstemd. Hij vindt dat hij voor de bijeenkomst had moeten worden uitgenodigd. Verzoeker had al bezwaar tegen de oorspronkelijk vergunde locatie Messiaenplantsoen. In strijd met de vergunning heeft de gemeente toestemming gegeven om dichterbij zijn winkel standplaats in te nemen op de Rimsky Korssakovweg. Als klap op de vuurpijl is er nu sprake van een locatie op een laad- en loshaven nog dichter bij zijn winkel. Hierop besluit de ombudsman een hoorzitting te houden en nodigt betrokkenen hiervoor uit. Nadat de uitnodiging is verstuurd, organiseert de gemeente een gesprek tussen de standplaatshouder en twee medewerkers van de afdeling vergunningen. Tijdens het gesprek geeft de standplaatshouder aan toch bereid te zijn over te gaan naar de locatie op het Messiaenplantsoen onder voorwaarde dat de standplaatsvergunning met meerdere dagen wordt uitgebreid om mogelijke inkomstenderving op te vangen. Op 15 januari 2009 houdt de ombudsman een hoorzitting. Aanwezig zijn verzoeker en de standplaatshouder, vertegenwoordigers van de gemeente (waaronder de afdeling Vergunningen) en de wijkregisseur. Van deze hoorzitting is geen apart verslag gemaakt. Voor zover relevant zijn de verklaringen van de aanwezigen in de achtergrond van het verzoek verwerkt.
Rapportnummer: RA0941078 Datum : 7 augustus 2009 Pagina : 5/6
reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar Stadsbeheer gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Stadsbeheer heeft laten weten geen op- of aanmerkingen te hebben. Verder hebben verzoeker en de milieu-inspecteur enige opmerkingen gemaakt die voor zover relevant, in het verslag van bevindingen zijn verwerkt.
Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving, fair play, evenredigheid en administratieve nauwkeurigheid.
Overwegingen het verlenen van een vergunning voor een vaste standplaats zonder goedkeurend advies van de politie Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving houdt in dat bestuursorganen bij de voorbereiding van hun handelingen de relevante informatie verwerven. In deze zaak heeft de gemeente een vergunning verstrekt zonder advies van de politie. Tijdens de bezwaarschriftprocedure is de locatie gewijzigd naar een locatie op twee parkeerplaatsen en een deel van het trottoir. Op deze nieuwe locatie was de verkeersveiligheid in het geding. Een advies van de politie was dan ook onontbeerlijk. Door de vergunning af te geven zonder advies van de politie, heeft Stadsbeheer in strijd met dit vereiste gehandeld. het tijdens een bezwaarschriftprocedure wijzigen van de vergunde locatie voor een vaste standplaats Het beginsel van fair play houdt in dat een bestuursorgaan burgers de mogelijkheid moet geven hun procedurele kansen te benutten. Verzoeker was tegen de vergunningverlening van de bloemenstal op een bepaalde plek. De ombudsman is van oordeel dat na de vergunningverlening de locatie in beginsel niet meer gewijzigd kan worden maar zeker niet meer tijdens de hoorzitting van een bezwaarschriftprocedure. Verzoeker was daardoor niet (meer) in staat om zijn bezwaren tegen de nieuwe locatie in te dienen en daardoor ernstig gehinderd in zijn procedurele kansen. De gemeente heeft in strijd met het fair play beginsel gehandeld. het onderzoek door de milieu-inspecteur naar de melding overtreding vergunningvoorwaarden Het beginsel van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat een bestuursorgaan secuur moet werken. Dat impliceert een deugdelijke dossiervorming en het soms actief verwerven van informatie. Tijdens de hoorzitting van de ombudsman is vast komen te staan dat de standplaatshouder meer ruimte in beslag neemt voor de verkoop van bloemen dat volgens de vergunning is toegestaan. De milieu-inspecteur heeft na onderzoek ter plaatse geen overtredingen van de vergunningvoorschriften door de standplaatshouder vast gesteld. Aangezien de milieu-inspecteur zijn bevindingen niet in een rapport heeft vastgelegd, valt niet te verifiëren op grond van welke overwegingen de milieu-inspecteur tot zijn oordeel is gekomen. De milieu-inspecteur heeft het beginsel van administratieve nauwkeurigheid geschonden.
Rapportnummer: RA0941078 Datum : 7 augustus 2009 Pagina : 6/6
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft: • het verlenen van een vergunning voor een vaste standplaats zonder goedkeurend advies van de politie: onbehoorlijk; • het tijdens een bezwaarschriftprocedure wijzigen van de vergunde locatie voor een vaste standplaats: onzorgvuldig; • het onderzoek door de milieu-inspecteur naar de melding overtreding vergunningvoorwaarden: onbehoorlijk.