Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer
De Hout zone ECOLOGISCHE VERBINDINGEN
Stedelijke ecologische hoofdstructuur belangrijkste verbindingszones en stapstenen wenselijke verbindingszone belangrijkste waterlopen grote groengebieden
HOUTZONE
2
3
Inhoud Voorwoord De natuur in de Houtzone Het groen in de Houtzone Wat doet de gemeente? Kan er meer? U en de natuur: samen aan de slag
Aan de binnenkant van het omslag vindt u een kaartje van het gebied
Voorwoord 3 6 10 14 16 18
Den Haag is een groene stad, met vele parken, bossen, landgoederen, bomenlanen, waterwegen en ander groen. De Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur vormt het groene kader van de stad en de verbinding met het buitengebied. Kerngebieden voor stedelijke natuur zijn de grote groengebieden. Verbindingswegen tussen deze gebieden zijn de ecologische verbindingszones. Planten en dieren kunnen zo van het ene gebied naar het andere komen. Dit bevordert de natuurwaarde en voorkomt inteelt en het uitbreken van ziektes. Over de stad verspreid liggen verschillende verbindingszones, ieder met hun eigen karakteristieken. Dit boekje gaat over één van deze zones: de Houtzone. De Houtzone ligt waar heel vroeger de strandwallen en strandvlakten achter de duinen lagen. Dit is de zone van de landgoederen, waar vanaf het midden van de 16e eeuw boerderijen uitgroeiden tot grote en kleine buitenplaatsen. Zo waren er de landgoederen Oostduin, Arendsdorp, Clingendael en Waalsdorp. In de 19e eeuw werden er landschapsparken aangelegd in Engelse stijl. Toen de woonwijken werden aangelegd, zijn de restanten van de landgoederen op harmonieuze wijze in de aanleg van de wijken opgenomen. Zij zijn als zodanig nog goed herkenbaar. De grote groengebieden in de zone zijn alle landgoederen en landschapsparken: Clingendael, Oosterbeek, Haagse Bos, Marlot en Reigersbergen. Zij bestaan voornamelijk uit bos. De Houtzone is dan ook de meest bosrijke zone van Den Haag.
4
WA S S E N A A R S E W E G
5
L A A N VA N C L I N G E N D A E L
De vele kleine groene elementen in de woonwijken, zoals bermen met boombeplanting (vaak langs water), bomenlanen, kleine bosjes en water met oevers zijn de onmisbare schakels tussen de grote groengebieden. Zo ontstaat voor planten en dieren een groot aaneengesloten bosgebied, met watergangen met natuurlijk begroeide oevers.
VA N S O U T E L A N D E L A A N
Dit boekje gaat over de betekenis van deze kleine groene elementen voor de natuur in de Houtzone en over de keuzes die gemaakt worden bij het beheer van deze elementen.
6
7
Vingerhelmbloem Sneeuwklokje Wilde hyacint Lelietje-van-dalen Sneeuwroem
De natuur in de Hout zone De grote groengebieden in de Houtzone bestaan vooral uit landgoederen en parken. Ook de kleine groenelementen in de wijken bestaan vooral uit bomen en struiken. Er komen dan ook veel planten en dieren van bossen voor. Sommige soorten zijn specifiek voor oude bossen of voor landgoedbossen. In en langs het water komen oeverplanten, amfibieën en waterplanten voor. GEWONE VLIER
DALKRUID
LAANBOMEN
RUSSULA
VINGERHELMBLOEM
Zomereik Beuk Iep Linde Paardekastanje Vleugelnoot
SNEEUWROEM
VA N H O G E N H O U C K L A A N
Karakteristiek voor de Houtzone zijn de stinzenplanten. Deze oorspronkelijk uit verre landen afkomstige planten werden vroeger in tuinen van buitenplaatsen en landhuizen aangeplant als extra sierwaarde.
Ook mooie statige lanen met oude bomen zijn typerend voor de Houtzone. De oude bomen hebben een belangrijke natuurwaarde, bijvoorbeeld voor vleermuizen, vogels en insecten.
BEPLANTING
Sleedoorn Gewone vlier Eenstijlige meidoorn Hulst Hazelaar Lijsterbes Bosanemoon Gewone salomonszegel Dalkruid Look-zonder-look Speenkruid paddestoelen
SLEEDOORN
Sleedoorn en Gewone vlier zijn struiken die in de Houtzone veel voorkomen. Sleedoorn geeft het groen in het voorjaar een fleurig aanzicht. De bloemen zijn dan een belangrijke voedselbron voor vroeg vliegende bijen- en vliegensoorten. Later komen er blauwe vruchten aan (’Sleepruimen’) die door vogels zeer gewaardeerd worden.
BOSANEMOON
Planten als Bosanemoon en Dalkruid zijn typerend voor oudere bossen. Waar dergelijke soorten groeien zijn in het algemeen nog meer bijzondere natuurwaarden te vinden.
STINZENPLANTEN
In de bossen komen veel paddestoelen voor. Met name de oudere bossen zijn soortenrijk. Clingendael behoort zelfs tot een van de waardevolste gebieden voor paddestoelen in Nederland.
8
9 VLINDERS
Argusvlinder Groot koolwitje Klein koolwitje Klein geaderd witje Citroenvlinder Dagpauwoog Kleine vos
N AT U U RV R I E N D E L I J K E OEVERS
Gele lis Grote kattenstaart Grote lisdodde Watermunt Gele waterkers
ZOOGDIEREN
Eekhoorn Vleermuizen Konijn Vos Egel EEKHOORN
GROTE BONTE SPECHT
N AT U U R V R I E N D E L I J K E OEVER (LINKS)
GELE LIS
KLEIN GEADERD WITJE
VOGELS
Boomklever Nachtegaal Gekraagde roodstaart Boomkruiper Bosuil Grote bonte specht Groene specht Winterkoning Roodborst Zanglijster Pimpelmees Fuut Blauwe reiger
NACHTEGAAL EN (ONDER) FUUT
GROENE KIKKER
AMFIBIEËN
Kleine watersalamander Groene kikker Bruine kikker Gewone pad
EGEL
Door de grote hoeveelheid bos is de Houtzone zeer geschikt voor de eekhoorn. Wel is het juist voor deze soort van belang dat de bosgebieden zoveel mogelijk met elkaar verbonden worden. De drukke wegen vormen voor de eekhoorn een grote barrière, vooral de Benoordenhoutseweg.
In de Houtzone komen veel vogels van bossen en struwelen voor, ook minder algemene soorten.
De gemeente legt op een aantal plaatsen in de Houtzone natuurvriendelijke oevers aan. Dit zijn oevers zonder harde beschoeiing. Zo krijgt de natuurlijke begroeiing een kans. Ook watervogels, vissen, amfibieën, libellen en vlinders profiteren hiervan.
Op bloemrijke plaatsen kun je vrij algemene vlindersoorten aantreffen als argusvlinder, groot en klein koolwitje, klein geaderd witje, citroenvlinder, dagpauwoog en kleine vos.
10
11
Het groen in de Hout zone In de verschillende grote groengebieden leven veel, soms bijzondere, planten en dieren. Voor planten en dieren is het, net als voor ons mensen, belangrijk om niet aangewezen te zijn op een klein, geïsoleerd woongebied. Hoe meer verbindingen er zijn tussen de grote groengebieden, hoe beter planten en dieren zich kunnen handhaven. In de ideale situatie zijn daarom alle grote groengebieden in de Houtzone met elkaar verbonden. Dieren en planten kunnen zich dan verplaatsen in één aaneengesloten bosgebied. Het on-onderbroken verbinden van de grote groengebieden is helaas lang niet altijd mogelijk. Drukke wegen, huizen, steile oevers en dergelijke zijn voorlopig nog onoplosbare barrières. In de verbinding spelen daarom de kleinere groene elementen, die in de woonwijken liggen, een belangrijke rol. In de Houtzone zijn deze kleine groenelementen vaak lijnvormig: bermen met boombeplanting, bomenlanen, meer natuurlijk ingerichte bomenlanen met struweel of water met oevers. Meestal staan er (vaak waardevolle oude) bomen in. Deze kleine groenelementen vormen vaak voor veel dieren en planten net die onmisbare ’stapstenen’, via welke ze het volgende grote groengebied kunnen bereiken. Het belang van deze kleinere groenelementen voor de natuur moet daarom niet onderschat worden. Daarnaast is het groen natuurlijk zeker zo belangrijk om ervan te genieten. Je kunt er wandelen, spelen of op een andere manier recreëren en het is ook nog mooi om te zien.
VA N M O N T F O O R T L A A N
De Van Hogenhoucklaan, de Van Soutelandelaan en de Van Montfoortlaan hebben een belangrijke verbindingsfunctie tussen de landgoederen Clingendael en Oostduin/Arendsorp. Het zijn lanen die vroeger tot landgoederen behoorden. Zij zijn harmonieus ingepast in de aanleg van de wijk en hebben tevens een hoge cultuurhistorische waarde. De insecten die in en rond deze bomen leven vormen een belangrijke voedselbron voor vleermuizen en vogels.
12
13
NEUHUYSKADE
B O S WA A L S D O R P E RW E G
ECODUCT OVER DE LANDSCHEIDINGSWEG
De Neuhuyskade, Hart Nibrigkade, Van Mojalenlaan, Laan van Clingendael en Wassenaarseweg hebben een belangrijke verbindingsfunctie tussen het Haagse Bos en de landgoederen Clingendael en Oostduin/ Arendsdorp. Het zijn strak aangelegde groenvoorzieningen, die een hoge cultuurhistorische waarde hebben. Dit komt door de goed bewaarde aanleg en door hun fraaie uiterlijk.
Het bos langs de Waalsdorperweg is een vrij natuurlijk, soortenrijk en gevarieerd bosje. Het vormt een stapsteen van de duinbosgebieden in de stad naar de Oostduinen.
Een belangrijke groenvoorziening in de Houtzone is het in 2001 aangelegde ecoduct/fietspad/ ruiterpad over de Landscheidingsweg. Het ecoduct verbindt voor dieren als de eekhoorn, wezel, bunzing en wellicht ook voor zandhagedissen en padden het duingebied Groenendaal met de aan de andere zijde van de Landscheidingsweg gelegen duinen van Meijendel.
F I E T S PA D 1 0
AMONSVLAKTE
14
15
Wat doet de gemeente? De meeste parkjes, bermen, bomenrijen, kleine bosjes en oevers van ecologische verbindingszones worden door de gemeente natuurvriendelijk beheerd. De mogelijkheden voor natuur worden gecombineerd met andere functies die het groen heeft. De invloed van wandelen is anders dan van spelen of van verkeerswegen die het groen doorsnijden. Soms heeft het groen een belangrijke cultuurhistorische waarde, waardoor gekozen wordt voor een minder natuurlijke inrichting. Bij het maken van een keuze wordt rekening gehouden met een groot aantal zaken, waaronder:
– – – – – –
Geschiktheid voor planten en dieren Binnen de bovenstaande andere functies worden de groenelementen zo beheerd dat ze zo goed mogelijk kunnen bijdragen aan het verbinden van de grote groengebieden. Ze moeten dus geschikt gemaakt worden voor de planten en dieren waarvoor de Houtzone van belang is. Dat betekent bijvoorbeeld dat: uitheemse soorten (zoals Sneeuwbes) zoveel mogelijk vervangen worden door soorten die hier wel thuishoren; harde oeverbeschoeiingen soms vervangen worden door natuurlijk begroeide oevers; grasbermen waar mogelijk niet vaker dan 2x per jaar gemaaid worden; in bospercelen een dichte struiklaag ontwikkeld wordt voor vogels en zoogdieren; dood hout waar mogelijk blijft liggen of staan, mits het geen gevaar oplevert; enkele bomen soms gekapt moeten worden (’dunnen’) om de andere bomen en struiken de kans te geven goed uit te groeien.
OP DOOD HOUT LEVEN ALLERLEI PLANTEN EN DIEREN
Het gebruik van het groen Een park moet gebruikt kunnen worden om te wandelen en te spelen. Dit betekent dat bijvoorbeeld gazons gemaaid moeten worden en overhangende takken langs de paden op tijd verwijderd moeten worden om de paden vrij te houden. Bij verkeerswegen mag het groen de verkeersveiligheid niet belemmeren. Behoud van het oorspronkelijke ontwerp Strak aangelegde groenvoorzieningen als de Hart Nibrigkade en de Neuhuyskade zijn bij de aanleg ingepast in het ontwerp van de wijk en met een bepaalde visie ontworpen. Dit geldt ook voor de statige bomenlanen als de Laan van Clingendael en de Wassenaarseweg. Juist in de Houtzone hebben veel groenelementen een dergelijke cultuurhistorische oorsprong. Deze cultuurhistorische waarde wordt zoveel mogelijk behouden. Het moet er mooi uitzien Hoewel ’mooi’ een begrip is waaronder iedereen iets anders verstaat, wordt elk groenelement zo beheerd dat het past in zijn omgeving en een hoge belevingswaarde heeft. Belangrijk is vooral dat het schoon is.
16
17
Kan er meer? Drukke wegen als de Noordelijke Randweg/ Landscheidingsweg, Benoordenhoutseweg, Laan van Nieuw Oost Indië, Bezuidenhoutseweg en de Van Alkemadelaan vormen een barrière voor veel zoogdieren, amfibieën en insecten. Alleen dieren als vogels en vleermuizen, die er overheen vliegen, hebben hier weinig hinder van.
Voor één van deze beperkingen is inmiddels een oplossing: over de Landscheidingsweg is in 2001 een gecombineerd ecoduct/fietspad/ruiterpad aangelegd. Om de overige beperkingen op te heffen zijn nog meer van dergelijke vergaande inrichtingsmaatregelen nodig. Dergelijke grootschalige maatregelen zijn op korte termijn niet te verwachten. Dat betekent dat het belang van de kleinere groenelementen als schakel tussen de grote groengebieden alleen maar groter wordt. Door het juiste beheer en kleine aanpassingen in de inrichting wordt hun verbindende functie zo goed mogelijk benut.
D E VA N A L K E M A D E L A A N V O R M T V O O R V E E L D I E R E N EEN BARRIÈRE
18
19
U en de natuur: samen aan de slag Wat u zelf kunt doen om de natuur in uw omgeving een handje te helpen:
AANSPREEKPUNTEN G E M E E N T E L I J K C O N TA C T C E N T R U M
(070) 353 30 00
Wanneer u in een groenelement in uw omgeving voor de natuur ongewenste ontwikkelingen signaleert waaraan iets gedaan kan worden, neem dan contact op met het Gemeentelijk ContactCentrum.
HAAGS MILIEUCENTRUM
(070) 305 02 86, met aangesloten natuurverenigingen, o.a.: – Haagse Vogelbescherming – Stichting Egelopvang – Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging – Algemene Vereniging voor Natuurbescherming Den Haag – Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie
U kunt kiezen voor een natuurlijke inrichting van uw tuin. Zo mogelijk kunt u de inrichting afstemmen op een nabij gelegen verbindingszone. Misschien heeft u belangstelling om te helpen om regelmatig te kijken en te tellen welke planten en dieren voorkomen in de grote groengebieden of de verbindingszones. Deze gegevens worden gebruikt om bij te houden welke natuur in de stad aanwezig is en om het beheer te toetsen. Hiervoor kunt u contact opnemen met het Haags Milieucentrum of één van de natuurverenigingen. De Werkgroep Kerk en Milieu zet zich onder meer in om bij kerken een bloementuin te realiseren. Deze geeft bloemen voor de eredienst, fungeert als stiltetuin of als ontmoetingsplaats voor buurtbewoners.
OVERAL IS WEL EEN PLEKJE TE VINDEN VOOR EEN STUKJE GROEN
M I L I E U I N F O R M AT I E C E N T R U M
(070) 305 23 00 N A D E R E I N F O R M AT I E
www.denhaag.nl/ecozones
U I T G AV E
Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer Postbus 12651 2500 DP Den Haag TEKST
De Groene Ruimte BV, Wageningen FOTO’S
Dienst Stadsbeheer, Den Haag • De Groene Ruimte BV (Marjolein Schnaar) • Gert van der Slikke, Den Haag • Jeroen Scheelings, Amsterdam • Stichting Egelopvang Den Haag (Loes Jalink) • Haagse Vogelbescherming (Henk Harmsen) VORMGEVING
Weijsters & Kooij, Grave DRUK
Hub. Tonnaer bv, Kelpen-Oler
deze brochure is gedrukt op minder milieubelastend papier januari 2005