CONCEPTONTWIKKELING SCHOONMAAK EN AFVAL 18 oktober 2012 Aanwezig:
Luc Vullers – voorzitter Tom Vanpoucke – secretaris Anja Van Coillie – administratief medewerker/patrimonium Ines Cardoen - verantwoordelijke Residentie Deeveland Eveline Depruyst - hoofdverpleegkundige Filip Vandendriessche - technische dienst Rita Latré – centrumleider lokaal dienstencentrum Griet Seroels – directeur WZC
Alex de Kind – Probis
Verontschuldigd: Bernard Pottie – financieel beheerder
VERSLAG 1. DOELSTELLING WORKSHOP Het
is
de
bedoeling
van
deze
workshop
om
inzake
organisatie
van
schoonmaak/onderhoud en afvalverwerking op een gefundeerde (onderbouwde) wijze bewuste keuzes te maken en dit in functie van de nodige infrastructuur. Ook hier is het weer erg belangrijk te vertrekken van de wijze waarop er (door de bewoners, gebruikers en anderen) geleefd wordt in de voorziening. Wederom bestaat er niet één waarheid. Elke keuze heeft voor- en nadelen. Belangrijk is dat er keuzes worden gemaakt die passen bij de visie en het leefconcept van het huis!
2. TOELICHTING THEMA - AFVALVERWERKING A. Wettelijk kader -
VLAREA en VLAREM II regelen binnen Vlaanderen de afvalstoffenproblematiek -
VLAREA (specifiek m.b.t. afvalstoffen)
-
VLAREM II (via milieuvoorwaarden)
p. 1/9
-
-
-
Terminologie: producent en/of houder
-
Verplichtingen van de producent: -
in het algemeen
-
in het perspectief van het milieuvergunningsdecreet en Vlarem II
FOST en Val-I-Pac -
Onderscheid FOST en Val-I-Pac
-
Val-I-Pac en de rol ervan binnen het afvalbeleid en –beheer
PRESTI -
Definities en doelstellingen
-
Programma’s en doelgroepen
B. Vlaams beleid inzake afvalbeheer, beheersing én voorkoming -
Uitgangspunten en doelstellingen
-
Toepassing (afdwingbaarheid)
-
Afvalstoffen in de bejaardenzorg Algemeen
-
-
Huishoudelijk afval
-
Bedrijfsafval (in het bijzonder keukenafval – specifieke verwerking hiervan)
Medisch afval -
Medisch afval als bijzondere afvalstof
-
Wat is medisch afval en wie genereert medisch afval (geneeskundig beroep)?
-
Deelstromen binnen medisch afval
-
Verpakking, etikettering, ophaling en verwerking van de verschillende deelstromen
-
Gevaarlijk afval -
Gevaarlijk aval als bijzondere afvalstof
-
Verpakking, etikettering, ophaling en verwerking van de verschillende deelstromen
C. Aandachtspunten en conclusies -
Scheiding van afvalstoffen (nu en toekomst)
-
Tussentijdse en definitieve opslag
-
Transport
-
Overlastelementen
p. 2/9
D. Schema voorstelling van de te maken keuzes AFVAL
Type
Leefgr./Centr.
Verpleegkundig materiaal -
Verzorgingssets
Medisch
-
Medisch materiaal
Medisch
-
Apotheek/genees middelen
Gewoon/medisch
-
Disposables/incont inentie
Gewoon/medisch
Voeding -
Afval van de maaltijden
Gewoon
-
Verpakkingsafval dranken
Plastic/PET/glas
-
Verpakkingsafval voedingswaren
Gewoon/plastic PET/glas/papier
Schoonmaak -
Verpakkingsafval
Gewoon/gevaarlijk afval
Technische dienst -
Specifieke producten
Gevaarlijk afval
p. 3/9
3. TOELICHTING THEMA - SCHOONMAAKONDERHOUD A. Algemeen De doelstelling van het schoonmaken in het woonzorgcentrum is het bewerkstelligen van de veiligheid en gezondheid voor alle (zorgbehoevende) bewoners die in het WZC wonen, de medewerkers die er werken en bezoekers. Uitgangspunten hierbij zijn: -
het realiseren van een goed leef- en werkklimaat
-
het voorkomen van onhygiënische toestanden
-
het imago van het gebouw te behouden (op te krikken), het visueel proper zijn
-
het verlengen van de levensduur van afwerkmaterialen
-
realiseren van een effectieve kosten/kwaliteitsverhouding
-
door efficiëntie van schoonmaak grote ‘technische’ onderhoudsbeurten kunnen worden uitgesteld zoals bijv. schilderbeurten
De schoonmaak in een rusthuisgebouw maakt onderdeel uit van de algemene verzorging, comfort en bescherming van de bewoners. Zij vormen een risicogroep (epidemiologisch) omwille van de hoge gemiddelde leeftijd en/of verzwakte toestand waardoor er hogere eisen worden gesteld aan de schoonmaak. Het hygiënisch schoonmaken vereist een goede methodiek (concept) en werksysteem (dewelke ook moet worden gevolgd). Tegelijkertijd vormt een schoon gebouw het visitekaartje van het rusthuis, het visuele aspect is hierbij belangrijk. Het moet proper ogen. Dit visueel schoonmaken kan pas worden gerealiseerd door het (correct) gebruiken van specifieke producten en/of machines. Hierbij wordt afgestapt van de idee dat alles nat moet worden gereinigd, goed ruiken en glanzen. Beide systemen (hygiënisch en visueel) vereisen een goede begeleiding en ondersteuning van het schoonmaakpersoneel.
B. Wettelijk kader -
Erkenningsnormen (cf. besluit Vlaamse regering) inzake onderhoud van het gebouw, personeelsomkadering en bijscholing
C. Normering -
Schoonmaken als vak (iedereen heeft er ook steeds een mening over)
-
Cyclisch proces
-
Arbeidsintensieve activiteit die te normeren valt
p. 4/9
D. Kostenaspecten: “make or buy” ? Detaillering van de directe (primaire) kostaspecten van het schoonmaakonderhoud
-
naar personeels-, machine- en materiaalkost. Afgeleide (secundaire) kostenaspecten aan schoonmaakonderhoud
-
E. Trends en concepten De algemene evolutie op het vlak van vloer- en interieuronderhoud (van dweil en
-
trekker tot …) De meest actuele trends inzake:
-
-
werksystemen aan de hand van materialen (stofkwaliteiten poetsdoeken/mops), doseersystemen (verbruik en veiligheid), ecologie (herbruikbare materialen) en ergonomie (materialen en methodes)
-
schoonmaakmethodieken (concepten): schoonmaakactiviteiten al dan niet in combinatie met andere taken zoals distributie (bv. van linnen, afval en voeding) en indirecte zorg (bv. maaltijdondersteuning en opmaak bedden)
F. Schema voorstelling van de te maken keuzes De keuzes die kunnen worden gemaakt en hun mogelijke impact ervan worden in onderstaand schema weergegeven. SCHOONMAAK/ ONDERHOUD
FASE 1
FASE 2 EN VERDER
Methodiek en werksysteem -
Hygiëne en visualiteit
Wasvolume
-
Categoriale werking
Opslag
-
Materialen
Opslag + distributie (was)
Afwerkingsmaterialen
Concept - distributie -
Linnen
Opslag + distributie
Organisatie
-
Afval
Opslag + distributie
Organisatie
-
Voeding
Distributie
Organisatie + HACCP
in combinatie met: -
Maaltijdondersteuning
-
Opmaak bedden
Zie hiervoor Opslag (ligging)
Organisatie
p. 5/9
4. BESPREKING THEMA - AFVAL A. Sorteren Het is de bedoeling om in de toekomst nog meer rekening te houden met het milieu en de regelgeving dienaangaande. Momenteel worden er reeds verschillende fracties gesorteerd restafval, pampers, glas, papier/karton, keukenafval. Op centraal niveau wordt er gewerkt met containers die opgehaald worden door de firma SITA. Het afval wordt dagelijks (toch zeker wat restafval en pampers betreft) afgevoerd van de afdeling. Op de afdeling worden momenteel restafval, pampers, glas, papier/karton gesorteerd. Inmiddels worden restafval en pampers terug tezamen verwerkt en is een uitsortering van de twee afzonderlijk ervan niet meer noodzakelijk. Voor het specifieke medisch afval (waaronder naalden) wordt er gewerkt met enerzijds naaldcontainers en anderzijds via specifieke recipiënten met een gele zak. Toekomstig zal er een verdergaande sortering voorzien worden. Op niveau van de bewonerskamer zal –zoals nu- het restafval, het papier/karton en het glas gesorteerd worden. Daarnaast zullen op de afdelingen volgende fracties gesorteerd worden: -
restafval & pampers
-
papier/karton
-
glas
-
PMD
-
medisch afval
-
GFT afval (maaltijden - afdelingskeuken)
Er vanuit gaande dat het GFT-afval op de bewonerskamer (vaak enkel ‘fruit’) zeer beperkt zal blijven kan dit bij het restafval gedaan worden of kan de bewoner, of diens familie, die absoluut toch wil sorteren dit ook kwijt bij het GFT afval van de afdelingskeuken. Dit afval zal naar de centrale keuken gebracht worden (mee met de retour van de middagmaaltijden).
Drankverpakkingen zijn meestal glazen flessen. Enkel voor melk en fruitsap is er sprake van brik of plastic flessen. Het aandeel PMD zal hierdoor naar verwachting beperkt zijn.
p. 6/9
B. Verzameling en opslag Binnen het woonzorgcentrum zijn 3 niveaus waar afval ontstaat: - op de bewonerskamer - bij het toedienen van zorg - bij het maaltijdgebeuren Alle
fracties
die
delicaat
of
geurgevoelig
zijn
worden
dagelijks
uit
zowel
de
bewonerskamer als van de afdeling verwijderd. Om te vermijden dat deze afvalstromen in de gang zouden staan wordt de voorkeur gegeven aan een beperkte mogelijkheid voor tussenopslag en wel in een vuile opslagruimte. In deze ruimte dient naast de opslag van afval eveneens vuil linnen opgeslagen te worden en de wasmachine per afdeling voorzien te worden. Van hieruit worden voornoemde afvalstromen (dagelijks dus) afgevoerd en naar een centrale opslagruimte voor afval gebracht. Voor de centrale opslag is er vanuit het OCMW veel interesse om te werken met zogenaamde MOLOK-containers en dit voor de verschillende afvalfracties. Een en ander vereist wel dat een vlotte circulatie naar deze MOLOK containers mogelijk is én
de
mogelijkheid
om
de
finale
opslag
zo
dicht
mogelijk
bij
de
centrale
loskade(s)/afdelingen te organiseren (loopafstanden vermijden). Medisch afval dient – zoals nu reeds het geval is - achter “slot en grendel” en buiten de woonomgeving van zodra definitief gesloten. Medicatie gaat vooralsnog niet terug naar de apotheek (er wordt op maandbasis met verschillende lokale apotheken gewerkt die geen terugname doen) en wordt aldus als medisch afval verwerkt. GFT en keukenafval zal toekomstig vanuit de 2 afdelingskeukens naar de centrale keuken getransporteerd
worden
(retour
met
de
middagmaaltijden).
In
de
onmiddellijke
omgeving van de centrale keuken zou, voor dit specifiek te verwerken afval, in een aangepaste (MOLOK ?) container voorzien kunnen worden.
5. BESPREKING THEMA – SCHOONMAAKONDERHOUD A. Huidige werking Momenteel wordt het schoonmaakonderhoud in eigen beheer uitgevoerd.
B. Doelgroepen Met het oog op het organiseren/opzetten van schoonmaakonderhoud is het belangrijk te weten voor welke doelgroepen er in de toekomst moet gewerkt worden. Een ‘afdelings- of leefgroepgerichte’ bezetting van het personeel schoonmaakonderhoud geniet de voorkeur. Dit betekent dat een personeelslid op ‘zijn/haar’ afdeling instaat voor het onderhoud. De functie van het onderhoud kan in combinatie met andere (indirecte zorgondersteunende) taken uitgroeien tot meer dan schoonmaken alleen, waarbij
p. 7/9
bijvoorbeeld het opmaken van bedden of het verzorgen van transporttaken tot de mogelijkheid behoort. De ligging en positionering van opslagruimten ten opzichte van elkaar kan dan wel van belang zijn. Het OCMW zal zich intern verder beraden over deze denkpiste die gezien het nieuwbouwproject gekoppeld aan de (tanende) beschikbaarheid van personeelsprofielen (verpleegkundigen/verzorgenden) steeds actueler wordt. Verder wordt in dit kader nogmaals gerefereerd aan het eerder besproken en positief onthaalde ‘huismoedermodel’ (zie workshop keuken).
C. Praktische werking Momenteel wordt er 7 dagen op 7 schoongemaakt, maar in het weekend is er een lagere bezetting en een aangepast schoonmaakprogramma. Er wordt gewerkt met een 1 vlakmop per kamer. De microvezeldoeken worden in meerdere kamers gebruikt maar nà elk gebruik gespoeld. De schrob-zuigmachine wordt gebruikt voor het reinigen van grote oppervlakten (gangen,
gemeenschappelijke
ruimtes,…)
en
meestal
door
één
en
hetzelfde
personeelslid. Het is de bedoeling dit principe in de toekomst te behouden. Het personeel van de schoonmaakdienst werkt momenteel vaak ook voltijds en dus wordt er ook in de namiddag schoongemaakt. Het idee om naar de toekomst toe te evolueren om enkel in de voormiddag schoon te maken waardoor de namiddag maximaal gevrijwaard blijft voor het ontvangen van bezoek, het organiseren van animatie of ergo activiteiten of gewoon aan de bewoner de mogelijkheid te bieden ongestoord een dutje te doen, wordt sterk overwogen.
D. Stockage poetsmateriaal De voorkeur gaat wat opslag en distributie betreft naar enerzijds een centrale setting zijnde een opslagruimte voor de opslag van: - de schoonmaakkar die instaat voor de schoonmaak van de publieke delen - de schrobzuigautomaat - de centrale voorraad van schoonmaakmiddelen en materialen - de wasmachine voor het wassen van de diversen (zie verslag Wasserij en linnen)
p. 8/9
Anderzijds zal er per afdeling voorzien dienen te worden in een opslagruimte voor het opbergen van de schoonmaakkarren (2) van de afdeling, de afdelingsvoorraad aan schoonmaakproducten en de (eventuele) andere machines (stofzuiger, boenmachine,..). Deze opslagruimte zou voorzien dienen te worden van een watertoevoer en uitgietbak.
Op afdelingsniveau tenslotte zou voorzien kunnen worden in een basisuitrusting aan poetsmateriaal (emmer, dweil, vloerwisser en neutraal reinigingsmiddel) voor verpleegof zorgkundigen die dienstig kunnen zijn bij ‘accidenten’ bijv. incontinentie-ongelukje bewoner, …
Voor verslag Alex de Kind
p. 9/9