CONCEPTONTWIKKELING WASSERIJ EN LINNEN 18 oktober 2012
Aanwezig:
Luc Vullers – voorzitter Tom Vanpoucke – secretaris Anja Van Coillie – administratief medewerker/patrimonium Ines Cardoen - verantwoordelijke Residentie Deeveland Eveline Depruyst - hoofdverpleegkundige Filip Vandendriessche - technische dienst Rita Latré – centrumleider lokaal dienstencentrum Griet Seroels – directeur WZC
Alex de Kind – Probis
Verontschuldigd: Bernard Pottie – financieel beheerder
VERSLAG DOELSTELLING WORKSHOP Het is de bedoeling van deze workshop om inzake organisatie van wasserij en linnen op een gefundeerde (onderbouwde) wijze bewuste keuzes te maken en dit in functie van het ontwikkelen van de nodige infrastructuur. Het is hier belangrijk te vertrekken van de manier waarop er (door de bewoners, gebruikers en anderen) geleefd wordt in de voorziening. Er bestaat niet één waarheid. Elke keuze heeft zijn voor- en nadelen. Belangrijk is dat er keuzes gemaakt worden die passen bij de visie en het leefconcept van het OCMW Meulebeke op ouderenzorg en wonen voor ouderen.
Directe doelstellingen van de workshop zijn: -
Definiëring van de dienstverlening die men wil aanbieden (uitgaande van reeds ingenomen standpunten),
-
De beslissing nemen (voorbereiden) of men deze dienstverlening zelf wil aanbieden, wil inkopen of een combinatie van beide,
p. 1/7
-
Zicht krijgen op de afgeleide aspecten m.b.t. frequenties/aantallen, organisatie, distributie en (deels ook al) locatie.
TOELICHTING THEMA A) Basiskeuzes
Eigen wasserij <> externe wasserij (uitbesteding)
Serviceniveau aan de klant
Tewerkstellingsmotief
Schaalgrootte
Oppervlakte en investering
BTW-impact
B) Milieu en wetgeving
ARAB (ten laatste 1 september 2011)
VLAREM II algemene rubrieken (geïnstalleerd vermogen, afvalwaterlozing, opslag chemische stoffen) en rubriek wasserijen (geïnstalleerd vermogen/drijfkracht) en eventuele bijzonder voorwaarden die aan de milieuvergunning gekoppeld kunnen worden inzake bijv. afvalwater
Afvalwater (lozing en kwaliteit)
Product- en procesaansprakelijkheid
Bedrijfskleding: Wet Glinne, persoonlijke beschermingsmaatregelen (PBM) met de toepasselijke EN-normen, RABC
Plat linnen: erkenningsnormen ROB
Verschillen tussen de regelgeving van toepassing voor ziekenhuizen en voor de residentiële ouderenzorg
C) Linnenbeheer
Een goed linnenbeheerssysteem omvat afspraken over volgende elementen: -
-
-
Product
Samenstelling van het totale linnen pakket
Samenstelling van het pakket afgestemd op de leefgroep
Distributie
Frequentie van afleveringen
Afleverpunten –en tijden
Inzameling van vuil wasgoed
Informatie
Beheersinformatie
Informatiseringniveau
Huren/leasen vs. kopen
p. 2/7
D) Interne wasserij
Kengetallen volumes (kg per bewoners)
Kengetallen en randvoorwaarden personeelsbezetting (VTE)
Kengetallen benodigde ruimte/oppervlakte (m²)
Voorbeelden van lay-out en inrichting
Benadering van capaciteitsbepaling
Centraal (op niveau WZC) of decentraal (bijv. leefgroep-, afdelingsniveau)
E) Water
Waterbevoorrading, waterkwaliteit en de meest voorkomende problemen bij een afwijkende waterkwaliteit
Kengetallen rond waterverbruik en alternatief waterverbruik
F) Schema’s voorstelling van de (te maken) keuzes Eigendom, onderhoud en distributie
EIGENDOM
ONDERHOUD
DISTRIBUTIE
Plat linnen -
Bedlinnen
-
Badlinnen
-
Tafellinnen
Beroepskledij Persoonlijke was Diversen
Frequenties leveren en ophalen van resp. proper en vuil linnen
PROPER
VUIL
OPMERKINGEN
Persoonlijke was Plat linnen Beroepskledij Diversen
Schoonmaaksysteem
p. 3/7
Locaties: aflever- en ophaalplaatsen van proper en vuil linnen
PROPER
VUIL
OPMERKINGEN
Persoonlijke was Plat linnen Kleedkamer
Beroepskledij
Schoonmaaksysteem
Diversen
BESPREKING THEMA A) Huidige werking Al gedurende meer dan 25 jaar wordt er samengewerkt met Malysse voor het huren en wassen van het linnen Het plat linnen wordt 2 keer per week (dinsdag en vrijdag) opgehaald door de externe wasserij. Intern
wordt-
dagelijks - het vuil linnen van de afdelingen weggehaald en
centraal verzameld. Het zuivere linnen wordt, eveneens 2x per week, in bulk aangeleverd. Een detail-sortering voor levering aan de afdeling wordt door personeel van het WZC gedaan. De persoonlijke was, die niet in de dagprijs zit, wordt voor zover de familie deze niet wast eveneens uitbesteed aan de firma Malysse. Voor bewoners waarvan de persoonlijke was (alles wat in eigendom is van de bewoner) niet door familie wordt gedaan, wordt deze eveneens 2 maal per week opgehaald door de externe wasserij en volgt deze de systematiek van het plat linnen en de beroepskledij. Per bewoner wordt er een waszak voorzien waarin de vuil was wordt opgeslagen (in de bewonerskamer). De propere was wordt in een pakket pér bewoner teruggeleverd voorzien van een pakbon/factuur. Voor de bewoners met dementie stelt de huidige werkwijze soms een probleem, ttz sommige bewoners halen vuile was uit de waszak en doen deze terug aan of leggen die tussen de propere was. De beroepskledij wordt eveneens tweemaal per week opgehaald en teruggeleverd. De gewassen kledij wordt in bulk aangeleverd en nadien verdeeld. Er is gekozen om met kledingstukken op naam te werken. Voor voltijdse medewerkers worden er
4 en voor
deeltijdse medewerkers 3 kledingstukken ingezet.
p. 4/7
De diversen worden binnen het WZC gewassen. Enerzijds is er op de afdeling een wasmachine voorzien en anderzijds wordt er in de kelder van de serviceflats ook gewassen. Op de afdeling staat een Primus wasmachine (7.5 kg) en een droogkast. In de kelder van de serviceflats staan 3 wasmachines met jetons en 2 droogkasten aangevuld met 1 huishoudelijke wasmachine voor keukenhanddoeken. Momenteel zorgt het wassen van ‘diversen’ in de kelder wel eens voor praktische problemen met de bewoners van de serviceflats die op dat ogenblik geen gebruik kunnen maken van deze was- en droogmachines. Op de afdeling worden slaapzakken, matrashoezen, netbroeken, medicatiepotjes, positioneringskussens, hoofdkussens, banden voor hef- en tilmateriaal en accidentele bewonerskleding gewassen. In de kelder van de serviceflats worden vlakmoppen, microvezeldoeken, keukenhanddoeken, tafelkleedjes en gordijnen gewassen. B) Toekomstige werking De huidige wijze van werken en samenwerken met de externe wasserij verloopt vlot en hierdoor is het niet de bedoeling van het OCMW om een eigen wasserij te gaan organiseren. Tevens is op basis van de uiteenzetting tijdens de workshop (met name met betrekking tot de kleding behorende tot de persoonlijke beschermingsmiddelen (P.B.M.)) gebleken dat het niet interessant is om voor het OCMW en de gemeente tezamen bijvoorbeeld de beroepskleding te laten wassen.
Enkel voor wassen van de ‘diversen’ zal het OCMW zelf instaan. Gezien de praktische problemen die zich momenteel stellen naar het gebruik van de wasend droogmachines in de kelder van de serviceflats, opteert het OCMW om voor de diversen te voorzien in een afzonderlijke (ruimte én) was en droogmachines. Aangezien de artikelen die gewassen worden identiek zullen blijven aan hetgeen er vandaag gewassen wordt, is het noodzakelijk dat deze toestellen in een ruimte (zie verslag “schoonmaak en afval”) geplaatst worden die in de nabijheid of in de “loop”lijn van de schoonmaakdienst en de centrale keuken gelegen is. Idealiter ligt deze ruimte in de nabijheid of op de weg naar de centrale kleedkamers. Met betrekking tot de bestaande “was”ruimte in de kelder van de serviceflats is het van belang aandacht te hebben of de ruimte en capaciteit zullen volstaan gegeven de uitbreiding van het aantal serviceflats met 35 wooneenheden gekoppeld aan het gegeven dat er in deze serviceflats zelf geen ruimte voor was- en/of droogmachines voorzien zal worden.
p. 5/7
Naast de centrale ruimte om ‘diversen’ te wassen wordt er per afdeling (32 of 33 bewoners) voorzien in een wasmachine (en droogkast), waar de artikelen zoals die zich nu ook reeds aandienen (zie hiervoor) gewassen kunnen worden. Deze wasmachine en droogkast worden geïncorporeerd in een vuile opslagruimte tezamen met het vuil linnen (tussenopslag) en het afval (zie verslag “schoonmaak en afval”). Opslag en distributie (bewonerswas, plat linnen en beroepskledij)
Bewonerswas:
De wijze waarop momenteel de bewonerswas wordt opgeslagen (op de bewonerskamer tot op het moment van ophaling door de externe wasserij of door de familie) kan behouden blijven. Ook voor (de leefgroep van) bewoners met dementie kan dit zo blijven op voorwaarde dat de kast in de sanitaire cel, waarin de vuile bewonerswas wordt opgeslagen, afsluitbaar kan zijn. Het spreekt voor zich dat de propere bewonerswas in de kasten wordt gelegd van de desbetreffende bewoner (identieke kastindeling?). Voor de distributie van de bewonerswas wordt uitgegaan van een combinatie met een parallel lopende werking aan die van het plat linnen zijnde twee maal per week een aanlevering pér afdeling.
Plat linnen:
Voor de distributie van het plat linnen wordt er bij het nieuwe WZC vertrokken van het uitgangspunt dat het proper linnen pér afdeling wordt aangeleverd door de externe wasserij en dit tot op de loskade.
Rechtstreekse leveringen tot op niveau van de
afdelingen zijn niet gewenst. Het uitgangspunt is eveneens dat er- zoals nu - twee maal per week aangeleverd zou worden. Hieruit volgt dat er voor de opslag in een opslagruimte voor plat linnen op afdelingsniveau (32 of 33 bewoners) voorzien dient te worden (én dit rekening te houden met een opslagcapaciteit voor een gemiddelde linnenvoorraad van circa 4 dagen).
Voor de distributie van het vuil (plat) linnen wordt er bij het nieuwe WZC vertrokken van het uitgangspunt dat er voorzien wordt in een dagelijkse afvoer van de afdelingen. Het vuil linnen zal vervolgens centraal opgeslagen worden (bij voorkeur in een overdekte ruimte die wind- en waterdicht is maar niet inpandig in het nieuwe WZC dient voorzien te worden (maar wel in de nabijheid van de loskade). Naast een centrale opslagruimte dient er pér afdeling voorzien te worden in een mogelijkheid voor tussenopslag van het vuil linnen. In een vuile opslagruimte (zie ook verslag “schoonmaak en afval”) wordt de tussenopslag van vuil linnen gecombineerd met de opslag van afval en de plaats waar een wasmachine per afdeling geplaatst wordt.
p. 6/7
Voor het WZC is er géén behoefte om nog te voorzien in een centrale voorraad van plat linnen.
Beroepskledij:
Het OCMW kiest ervoor om in de toekomst verder te werken met het principe van een centrale kleedkamer. Bijgevolg zal de werking zoals die heden bestaat met betrekking tot de beroepskledij in hoge mate behouden kunnen worden. De distributie/aanlevering zal twee maal per week geschieden voor de gewassen beroepskledij en de vuile beroepskledij wordt eveneens tweemaal per week afgevoerd. De vuile beroepskledij wordt opgeslagen in vuil linnen zakken in de nabijheid van de centrale kleedkamer. De toelevering van gewassen beroepskledij zal aan of in de nabijheid van decentrale kleedkamer geschieden.
Voor de overige diensten van het OCMW (serviceflats, lokaal dienstencentrum, sociaal huis) dient er niets voorzien (ruimtelijk, functioneel, architecturaal) te worden met betrekking tot was en linnen.
Voor verslag Alex de Kind
p. 7/7