Concept Visie Breda Doet, samen verder! 1. Inleiding In Breda is het goed leven, veel bewoners ervaren dit zo. Dat willen we graag zo houden. Hier werken we samen aan, met bewoners, organisaties en overheid. De maatschappij verandert door invloed van onder andere vergrijzing, individualisering, bewoners die meer zeggenschap willen over voorzieningen en meer eigen verantwoordelijkheid nemen, Dat vraagt om een andere manier van denken en doen, ook binnen het sociaal domein. We kijken samen naar andere manieren om samen een goede basis te kunnen bieden voor iedere bewoner van Breda. Zodat mensen hun leven kunnen leiden op de manier waarop zij dat wensen. We bieden iedereen een kans om mee te doen en Breda voor hen een prettige plek te laten zijn om te leven. We vragen iedereen om daaraan een bijdrage te leveren, op de manier waarop hij/zij dat kan en wil. Dat doen we vanuit de volgende ambitie: Ambitie We streven naar een samenleving waarin mensen mee kunnen doen, hun talenten kunnen ontplooien, regie kunnen voeren op hun leven en een 'thuis' hebben. Een samenleving die klaar staat voor mensen die hierbij hulp nodig hebben.
2. Breda Doet Alle organisaties, diensten en voorzieningen samen die mensen ondersteunen, de leefbaarheid vergroten en bevorderen dat mensen mee kunnen doen binnen de maatschappij, vormen samen het sociaal domein. Voorheen lag een deel van de verantwoordelijkheid voor dat sociaal domein bij het rijk en was er voor elk probleem een voorziening waar je aanspraak op kon maken. Dit stelsel werd te duur en daarbij kregen mensen, ondanks alle voorzieningen, niet altijd de ondersteuning die ze nodig hadden. Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor bijna dat hele sociaal domein. Dit betekent dat wij, bewoners, ondernemers, professionals van Breda, het verschil kunnen maken. Daarbij denken we in kansen en niet vanuit problemen. We vragen bewoners zo veel mogelijk zelf actief te zijn. We kijken naar wat mensen kunnen en waar mensen passie voor hebben. We maken het verschil door ons te richten op de volgende uitgangspunten: • Van zorgen voor… naar zorgen dat…, van ver weg naar dichtbij Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen leven. Als het je even niet lukt om je leven op de rit te houden, dan is er iemand in de buurt die ondersteuning biedt om dat wel te kunnen. • Van recht op een regeling naar recht op een perspectief en van deeloplossingen naar een integrale oplossing) We geloven niet meer in het recht op regelingen. We geloven wel dat iedereen recht heeft op een perspectief in zijn leven. Je hebt recht op ondersteuning bij het maken en uitvoeren van je plan. Het liefst één plan, in plaats van allemaal deeloplossingen. • Van standaardpakket naar maatwerk Recht op wat je nodig hebt, dat is gelijkheid. Iedereen is anders en verdient de ondersteuning die op dat moment nodig is. • Van protocollen naar professionele ruimte en van verwijzen naar goed overdragen Voor de vrijwilligers en professionals die ondersteuning bieden betekent dit alles heel wat.
IW 12052016
1
Ze bepalen samen met de bewoner wat er nodig is. En iemand wegsturen omdat ‘je er niet van bent’, dat kan niet meer. Iedereen heeft in zijn leven momenten dat er een of meerdere vragen zijn, met de hierboven genoemde uitgangspunten komt de vraag ergens in de piramide terecht. Meer zaken worden in de basis opgepakt, vanuit preventie, om te voorkomen dat mensen met hun hulpvragen in de intensievere zorg terecht komen. Preventie is niet alleen voorkomen, maar ook nazorg bieden aan mensen die uit de intensieve zorg komen. Soms kan een interventie op intensieve en specialistische ondersteuning nodig zijn om lucht te geven waarna de inwoner zelf en met ondersteuning uit zijn eigen omgeving verder kan.
Nb: plaatje van piramide wordt nog aangepast
3. Hoe gaan we ambities realiseren? Binnen het sociaal domein vindt de gemeente het belangrijk, dat mensen in Breda meedoen naar vermogen, hun talenten ontwikkelen, regie voeren op hun eigen leven en een ‘thuis’ hebben; Breda een samenleving is die klaar staat voor mensen die daarbij hulp nodig hebben; (particuliere) initiatieven, organisaties, aanbieders of ondernemers gefaciliteerd worden om dit met elkaar te realiseren en dat de rol die gemeente daarin neemt, helder is. We sturen als gemeente binnen het sociaal domein vanuit 2 verschillende invalshoeken: - Voor een aantal thema’s wil de gemeente de garantie dat deze goed geregeld zijn. Dit zijn de thema’s die de basis vormen om de ambitie voor het sociaal domein te behalen. Ze vormen het fundament van het sociaal domein in Breda. Wanneer deze zaken niet goed geregeld zijn, lopen kwetsbare groepen een te groot risico om buiten de boot te vallen. De gemeente neemt hierin haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als er sprake is van een maatschappelijke verantwoordelijkheid, formuleert de gemeente Breda gewenste maatschappelijk resultaten en stuurt hier op. Om deze maatschappelijke resultaten te bereiken worden aan zogenoemde thematafels gezamenlijke plannen gemaakt. De uitvoering van deze plannen moet leiden tot aantoonbare effecten op het maatschappelijk resultaat.
-
Voor andere thema’s of initiatieven die bijdragen aan Breda, als plezierige stad om te leven, met goede sociaal maatschappelijke voorzieningen, vindt de gemeente het belangrijk om de initiatieven die hiervoor vanuit bewoners, organisaties en (sociaal) ondernemers komen, zo goed mogelijk te steunen/faciliteren. De gemeente doet dit vanuit een maatschappelijke betrokkenheid bij deze initiatieven.
IW 12052016
2
Als er sprake is van maatschappelijke betrokkenheid, stimuleert en faciliteert de gemeente, zonder hierbij heel sterk op maatschappelijk resultaten te sturen. Wel maken we spelregels om (samen met bewoners) te kunnen beslissen welke initiatieven we stimuleren en/of faciliteren..
4. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente, sturen op maatschappelijke resultaat 4.1 Thema’s Om een goede basis voor het sociaal domein te bieden, bekijken we Breda door de ogen van haar bewoners. Welke zaken (thema’s) zijn voor de bewoner van Breda belangrijk om Breda de stad te laten zijn waar je je thuis voelt? Als je prettig wilt wonen in een stad, dan wil je dat kinderen er prettig kunnen opgroeien, mensen kunnen leren en ontwikkelen, werken, ontmoeten, betrokken zijn en lekker kunnen leven! Deze thema’s zijn gekozen als uitgangspunt voor het formuleren van de gewenste maatschappelijke resultaten. De maatschappelijke resultaten en indicatoren zijn in de bijlagen per thema uitgewerkt. Opgroeien Een brede ontwikkeling biedt kinderen de kans om te ontdekken waar zijn of haar talenten en competenties liggen en deze verder te ontwikkelen. Ouders hebben daarin een verantwoordelijkheid, maar kunnen daarbij om steun vragen, wanneer zij dat nodig hebben. Een brede ontwikkeling vindt plaats op vele vlakken, op het gebied van spelen, leren, cultuur en sport, maar ook als kinderen (buiten) spelen en andere kinderen ontmoeten. Een goed aanbod in vrijetijdsbesteding is een basisvoorziening voor ieder kind. Dit aanbod moet aansluiten op de behoefte van kinderen. Kinderen doen mee in het bedenken en uitwerken daarvan en voelen zich gehoord. Ze zijn actief betrokken bij beslissingen die voor hen van belang zijn. Een goede jeugd is de basis voor een goede toekomst. Elk kind in Breda krijgt de mogelijkheid om gelukkig op te groeien, in een veilige omgeving. We zorgen dat kinderen een veilig thuis hebben, in een positieve omgeving, waar geen problemen zijn met huiselijk geweld. Wij hebben aandacht voor kinderen die opgroeien in armoede en dagelijks geconfronteerd worden met geldgebrek. Het is belangrijk dat kinderen stevig in hun schoenen staan, voor zichzelf op kunnen komen en niet vanzelfsprekend met de groep meelopen. Op deze manier kan er preventief ingespeeld worden op thema’s als bijvoorbeeld radicalisering, pesten, de omgang met social media, seksualiteit, alcohol- en drugsgebruik. Ook is er aandacht voor een gezonde leefstijl voor kinderen, waarbij ze gezond eten en voldoende bewegen. Leren, ontwikkelen en werken Elk kind krijgt het onderwijs dat bij hem of haar past. Kinderen leren zelf spelend de taal te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Wanneer extra ondersteuning op taal of ontwikkeling nodig is, krijgen de kinderen voor- en vroegschoolse educatie aangeboden. De inzet van spel als middel is daarbij het belangrijkste middel. Ook ouders worden hierbij betrokken. Zij krijgen instrumenten in handen om zelf de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Met het onderwijs, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en gemeente wordt een strategische onderwijsagenda opgesteld. Ook laaggeletterdheid bij volwassenen is een belangrijk aandachtspunt. Er zijn verschillende routes naar werk. In principe willen we dat elke jongere naar school gaat of werkt, of wordt geholpen om daar te komen. Een belangrijk speerpunt is het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Jongeren worden vanaf hun opleiding goed voorbereid op de
IW 12052016
3
arbeidsmarkt. Jongeren die door omstandigheden binnen het onderwijs niet meer welkom zijn, bieden we toch de kans hun competenties te ontwikkelen. We zoeken naar mogelijkheden om samen met bedrijven deze jongeren door ervarend leren voor te bereiden op een passende baan. Bewoners kunnen zelf in hun levensonderhoud voorzien. Het liefst hebben alle mensen betaald werk, tenzij ze daar niet toe in staat zijn. Mensen doen mee naar vermogen: zij werken, volgen een passende opleiding of ondernemen activiteiten om aan een baan te komen. Bewoners worden ondersteund bij toeleiding naar een betaalde baan. Mensen die een bijstandsuitkering krijgen, leveren daarvoor een maatschappelijke inspanning. Als er geen werk beschikbaar is of mensen kunnen (nog) niet werken, dan verwachten we dat ze werken aan hun ontwikkeling of activiteiten ondernemen die een bijdrage leveren aan de maatschappij. Ontmoeten De contacten met andere mensen dragen voor veel mensen bij aan zich thuis voelen in hun stad, wijk of dorp. Contacten met mensen in de omgeving, voorkomt eenzaamheid. Wanneer mensen een eigen netwerk hebben, kunnen zij daar vaak ook op steunen wanneer het (even) niet goed met ze gaat. Zo creëren bewoners hun eigen sociaal vangnet. In eerste instantie is dit aan de bewoners zelf om contacten met anderen te leggen. Kwetsbare groepen, zoals mensen met beperkingen, kinderen in achterstandsposities, chronisch zieken en ouderen die hulp nodig hebben, of bewoners met geldzorgen willen we daarbij ondersteunen. (Het aanbod van) organisaties die die steun bieden, brengen we zoveel mogelijk samen in één accommodatie, zoals buurt- en gemeenschapshuizen. Daarnaast zijn er ook andere maatschappelijk voorzieningen die als ontmoetingsplek gebruikt worden: bijvoorbeeld scholen, sportkantines, sportzalen, scoutinggebouwen en ontmoetingsruimten in woonzorg residenties. Ook parken en pleinen in de openbare ruimte bieden ruimte om elkaar te ontmoeten. En tenslotte is er ook nog de commerciële sector (horeca) die zaalruimtes aanbiedt. Bewoners weten zelf vaak het beste welke accommodaties er zijn en welke daarvan het beste past bij de activiteit die men wil organiseren. Betrokken zijn Bewoners ervaren dat ze een zinvolle daginvulling hebben, dat ze van waarde zijn, iets nuttigs doen en er dus toe doen. Dat kan door te werken, maar ook door op een andere manier bij te dragen aan de maatschappij, zoals het verzorgen van familie of gezin of vrijwilligerswerk. Bewoners zijn betrokken bij hun omgeving en participeren daarin. Een bijdrage leveren aan je omgeving doe je niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. Bewoners die een bijdrage willen leveren of een initiatief willen opzetten, worden daarbij ondersteund. Mantelzorgers zijn een groep die speciale aandacht krijgt. Zij voelen zich gesteund in het combineren van hun dagtaken met de extra zorgtaken en kunnen een beroep doen op ondersteuning, wanneer ze dat nodig hebben. Iedereen heeft wel eens ondersteuning nodig als het (even) niet zo goed gaat. Voor de een is dat vaker of structureler dan de ander. We zorgen er samen voor dat dan de juiste ondersteuning geboden wordt. Leven! Bewoners zitten lekker in hun vel en voelen zich fit. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Wanneer mensen zich prettig voelen in hun leefomgeving, draagt dit daaraan bij. Als mensen zich fitter voelen, zijn zij in staat om langer prettig thuis te wonen. Indien nodig, krijgen zij daarbij hulp en ondersteuning. Bewoners zijn zich bewust van het belang van een actieve en gezonde leefstijl. Een leefstijl waarbij men voldoende beweegt en gezond eet. Sporten en bewegen is voor veel mensen een sociale en zinvolle activiteit en levert ook andere positieve neveneffecten op, zoals een betere gezondheid, het tegen gaan van overgewicht en betere motorische ontwikkeling. Het beweegaanbod in Breda is voor iedereen toegankelijk en sluit aan op IW 12052016
4
de behoeften van alle bewoners. We streven er naar dat er voor iedereen die wil bewegen een mogelijkheid is om dat te doen. Oók voor hen die buitenspel staan, omdat zij het lidmaatschap niet kunnen betalen. Of zij die een steuntje in de rug nodig hebben, omdat het hen ontbreekt aan sociaal netwerk en vaardigheden. Iedereen kan sporten in Breda en bewoners die hulp hierbij nodig hebben, kunnen dit krijgen, ongeacht achtergrond, beperking of levenssituatie. Bewoners weinig bewegen, worden gestimuleerd dit meer te gaan doen. De inrichting van de openbare ruimte nodigt uit tot bewegen. Sportaccommodaties zijn gericht op multifunctioneel gebruik. Verenigingen stellen hun accommodatie ook open voor andere doelgroepen en leveren zo een bijdrage op het gebied van welzijn, gezondheid, participatie en zorg. Beweegaanbieders zijn maatschappelijk betrokken, bieden een veilige omgeving om te bewegen en maken optimaal gebruik van de inzet van vrijwilligers. 4.2 Principes Wanneer de gemeente wil sturen op maatschappelijke resultaten, zijn er een aantal overkoepelende principes te benoemen, dat op elk thema van toepassing is. Samenredzaamheid We willen dat Breda een stad is, waar bewoners betrokken bij elkaar zijn en mensen in hun omgeving elkaar helpen om een goed bestaan te kunnen hebben. Daarvoor is het van belang dat mensen elkaar kennen, dat kan bijvoorbeeld door buurtcontacten, (vrijwilligers)werk, via verenigingen of mantelzorg. Zo kunnen mensen onderling, zonder dat tussenkomst van een (overheids)instelling noodzakelijk is, elkaar een steuntje in de rug geven. Dat zit vaak in kleine dingen: Zo kun je af en toe een boodschap doen voor je bejaarde buurvrouw, een ziek familielid bijstaan of vrijwilligerswerk doen bij de kinderboerderij. Vrijwillige inzet Bij het realiseren van maatschappelijke resultaten, gaan we uit van het principe: vrijwillige inzet waar het kan, inzet van professionals waar het moet. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de samenwerking en afstemming tussen de vrijwilliger en de professional. Vrijwillige inzet wordt gestimuleerd en vraag en aanbod komt goed bij elkaar. Bewoners ervaren zo weinig mogelijk drempels om zich in te zetten als vrijwilliger. Integraal Integraal werken is nodig om maatschappelijke resultaten te behalen. Dat betekent dat we van maatschappelijke partners verwachten dat zij hun kracht en expertise bundelen en vanuit die samenhang tot voorstellen of een aanpak komen. Een maatschappelijk resultaat is zelden door één organisatie te realiseren. Andersom kan het ook zijn dat één organisatie bijdraagt aan verschillende maatschappelijke resultaten. Kijk ook over de heg van de eigen sector heen! We zorgen voor een plek, waar bewoners terecht kunnen voor vragen over ondersteuning in het sociaal domein, of vragen over het omgaan met een lichamelijke‐ verstandelijke‐ of psychische beperking (cliëntondersteuning). Een voorbeeld daarvan is Zorg voor elkaar Breda, een netwerk van organisaties en de gemeente, die onder het motto ‘goede zorg doen we samen’ , samenwerken om ervoor te zorgen dat iedere inwoner van Breda de ondersteuning, hulp of zorg krijgt die nodig is. Toegankelijk voor iedereen Het aanbod in het sociale domein is toegankelijk en sluit aan op de behoeften en mogelijkheden van alle bewoners, dus ook mensen met een beperking, mensen met een andere culturele achtergrond, mensen die minder te besteden hebben, jong en oud. We bieden voorzieningen dichtbij de mensen in de buurt. In communicatie richting bewoners gebruiken we eenvoudige taal, waar nodig en mogelijk met pictogrammen.
IW 12052016
5
Participatie Als er geen werk beschikbaar is of mensen kunnen (nog) niet werken, dan verwachten we dat ze werken aan hun ontwikkeling of activiteiten ondernemen die een bijdrage leveren aan de maatschappij. Mensen nemen dan deel aan een activeringstraject, waarmee ze weer gaan deelnemen aan het maatschappelijke leven en hun netwerk uitbreiden. Samen met maatschappelijke organisaties zoeken we naar geschikte activeringsplekken in de wijken, die op verschillende vlakken te realiseren zijn. 4.3 Thematafels Het uitgangspunt is dat de inzet op de verschillende thema’s op stedelijk en/of regionaal niveau wordt opgepakt. Dit gebeurt aan de thematafels. Aan deze tafels nemen de verschillende organisaties uit de stad plaats, die werkzaam zijn binnen het thema en met hun activiteiten bijdragen aan het gewenste maatschappelijke effect. De gemeente faciliteert deze tafels. Aan de thematafel maken organisaties samen een uitvoeringsplan voor het betreffende thema. De afspraken uit het uitvoeringsplan kunnen voor meerdere jaren gelden. Naast een uitvoeringsplan, wordt er ook een ontwikkelingsagenda gemaakt. Hierin zijn onderwerpen opgenomen die het waard zijn om verder te onderzoeken of ontwikkelen. In overleg met de gemeente wordt bepaald hoe deze agenda uitgevoerd wordt. Binnen de plannen is ruimte om de inzet of ondersteuning per wijk te laten variëren, afhankelijk van kenmerken van de wijk (bijvoorbeeld met betrekking tot samenredzaamheid en vrijwillige inzet).. Aan de thematafels worden daarover nadere afspraken gemaakt. De thematafels richten zich in principe op activiteiten op stedelijk en regionaal niveau. Daarnaast zijn er veel initiatieven die in dorpen en wijken plaatsvinden, die we ondersteunen. Deze komen in hoofdstuk 5 aan de orde. Waar initiatieven op wijkniveau de inhoud van de thematafels raken, vindt afstemming plaats.
5. Maatschappelijke betrokkenheid – de gemeente als facilitator Als er sprake is van een maatschappelijke betrokkenheid, stimuleert en faciliteert de gemeente, zonder hierbij sterk op het maatschappelijk resultaat te sturen. Over deze initiatieven hoeft dus geen verantwoording op basis van maatschappelijke resultaten afgelegd te worden. Dat wil niet zeggen dat de initiatieven niet kunnen bijdragen aan de maatschappelijke resultaten, die initiatieven zijn echter van een zodanige aard, meestal opgepakt door bewoners en vrijwilligers op wijk- of dorpsniveau, dat we van hen geen uitgebreide effectmetingen eisen. Wat verstaan we onder stimuleren en faciliteren: - stelt ruimte ter beschikking - stelt menskracht/professionele inzet ter beschikking - stelt infrastructuur ter beschikking - stelt financiële middelen ter beschikking - spant zich in om initiatief te verbinden met andere (markt)partijen - zoekt in overleg naar mogelijkheden om wetten, regels en richtlijnen niet/minder zwaar toe te passen of te handhaven Samen met de bewoners van wijken en dorpen bepalen we welke initiatieven ondersteund worden. Hiervoor ontwikkelen we samen met de wijken en dorpen spelregels.
IW 12052016
6
5.1 Wijkaanpak We stimuleren, faciliteren en ondersteunen de initiatieven van Bredanaars en versterken zo dat ze op de manier die past bij de wijk of het dorp regie kunnen voeren over hun woon- en leefsituatie. Regie voeren wil zeggen dat ze met elkaar thema’s benoemen, keuzes maken, personen en initiatieven verbinden en versterken en de benodigde professionele ondersteuning of financiële middelen regelen. Dit gebeurt via wijkplatforms. De wijkplatforms krijgen een wijk/dorpseigen invulling, soms met een grote zelfstandigheid van buurtondernemingen ondersteund door wijkmanagers, soms in een combinatie van wijk- of dorpsraden met professionele wijkorganisaties (bijv. woningcorporaties, onderwijs en ondernemers) met wijkmanagers, soms is het een combinatie van wijkprofessionals en wijkmanagers die initiatieven beoordelen. De mate waarin en de manier waarop een initiatief ondersteund wordt, is aan het wijkplatform. Allereerst zal het platform bekijken in hoeverre het initiatief van belang is voor de wijk en vervolgens wat er nodig om het initiatief verder te brengen, of te versterken. We hanteren daarbij als uitgangspunt dat voor initiatieven niet op voorhand financiële middelen nodig zijn. Vaak kan een initiatief door slim, op een creatieve manier verbinden en combineren van al beschikbare inzet van mensen en voorzieningen, gerealiseerd worden. Hierbij kun je denken aan inzet van studenten of van wijknetwerkers, jeugd- en jongerenwerkers of sport- of cultuurcoaches. Als het nodig is kan bijvoorbeeld via crowdfunding financiering geregeld worden. Soms is het nodig om daar vanuit de gemeente nog aanvullende middelen voor beschikbaar te stellen. Vaak in de vorm van cofinanciering en als “motor” om een initiatief een extra duwtje te geven. Daarvoor hebben we het flexibel wijkbudget tot onze beschikking. Initiatiefnemers ontvangen dan een bijdrage voor het opzetten van activiteiten, waaronder een vergoeding voor de huisvestingskosten. Daarmee kunnen initiatiefnemers zelf bepalen op welke locatie zij deze activiteiten plaats willen laten vinden. In het flexibel wijkbudget worden de huidige de huidige activiteitensubsidies, wijkimpulsgelden, subsidies wijk en dorpsraden, en de aan gebruikers toebedeelde exploitatiebudgetten voor accommodaties samengevoegd en voor een deel wijkgericht ingezet. Binnen de wijkaanpak is er ook een verbinding met de thematafels. Binnen de afspraken die door de thematafels gemaakt worden, is ruimte voor maatwerk per wijk. Over de inzet van dit maatwerk, wordt op wijkniveau samen met de bewoners van het wijkplatform afspraken gemaakt. 5.2 Stedelijke aanpak Wij zien dat in Breda heel veel enthousiasme, daadkracht en kennis aanwezig is en dat mensen zich willen inzetten voor Breda. We volgen en stimuleren innovaties binnen het sociaal domein en betrekken daarbij de stad. We praten meer mét mensen dan óver mensen. Wij geven vertrouwen en vragen ook om vertrouwen. Ook is er een veranderende relatie tussen markt, burger en overheid en ontstaan steeds meer vormen van publiek-private samenwerking. Om initiatieven vanuit bewoners en professionals meer ruimte te geven, moet de gemeente meer loslaten. We gaan initiatief en samenwerking speels aanjagen, prikkelen en stimuleren en gericht investeren in energie. Wij werken vanuit de kernwaarden: lef, vertrouwen, partnerschap, innovatie en maatwerk. 'Ja, mits...' kenmerkt ons handelen. Wij willen de beweging maken van ‘van recht op naar wat nodig is.’ Regels zijn niet leidend maar een instrument. Een meer participerende, faciliterende overheid en meer betrokkenheid en invloed van burgers, bedrijven en organisaties, vraagt van zowel van bestuur als van ambtenaren om flexibeler te zijn en te opereren. Daarbij is het belangrijk dat wij leren uit bureaucratische reflexen te stappen, belemmeringen weg te nemen en maatschappelijke doelstellingen centraal te stellen. De gemeente moet samen met burgers, professionals, vrijwilligers en organisaties uitzoeken wat werkt, en wat niet en daarvan
IW 12052016
7
leren. We zoeken energie en dynamiek in de Bredase samenleving op en we delen voorbeelden van innovaties in stad, regio en in het land. We hebben met deze manier van werken al een start gemaakt, er is al veel gaande in de stad. Dit kan nog wel beter in beeld gebracht worden. Enkele voorbeelden zijn: - Zorginnovatie: aan tafels met zorgpartners in gesprek om te komen tot zorginnovatie; regie ligt bij gemeente; inhoud bepaalt de tafel; - Re- integratie proeftuin; waarvan ONS coöperatief en Vrije Uitloop voorbeelden zijn. Dit ontwikkelen we door naar sociaal aandeelhouderschap. Als eerste stad in Nederland zetten we deze vorm van samenwerking op; - Subsidie voor burgerinitiatieven; zoals Steungezin.nl, Tientjes; - Alternatieve financieringsvormen zoals crowdfunding via BredaBreed, fondswerving in cocreatie met partners. Loslaten en innovatie stimuleren betekent dat nieuwe vormen van samenwerking tussen de gemeente, bewoners en ondernemers ontstaan. Daarbij zien we onder andere de volgende kansen. Nieuwe werkvormen/platforms Aansluiten bij de beweging in de samenleving betekent dat we open willen staan voor nieuwe werkvormen die passen bij de nieuwe platforms. Van oudsher nodigde de gemeente bewoners aan tafel. De nieuwe samenleving vraagt (ook) om andere vormen van dialoog en public innovation. City-labs en social labs zijn daarvan voorbeelden. De realisatie van Pakhuis B kan deze beweging versterken. Ideeën uit wijken en dorpen worden versterkt door deze te verbinden aan andere partners, zoals studenten, andere bewoners en ondernemers. De eerste ervaringen met praktijklabs van studenten in de wijk zijn opgedaan in het project ‘Thuis in de Wijk’ met Avans. Vervolgplannen worden opgenomen in het plan ‘sociale werkplaatsen’. Sociaal ondernemerschap Een sociaal ondernemer zet de maatschappelijke waarde van zijn onderneming voorop. De uitgangspunten om sociaal ondernemerschap in de stad te ondersteunen zijn: • Faciliteren in plaats van sturen; • Ondersteunen in plaats van afrekenen; • Resultaatbekostiging versus inspanningsverplichting; • Prestatieafspraken versus subsidie; • Duurzaam versus eenmalig/tijdelijk; • Ondernemen versus overleven (vraagt om ondernemers, commercie en winst mag). Sociaal ondernemerschap kan klein beginnen en ondersteund worden vanuit maatschappelijke betrokkenheid, maar kan doorgroeien naar een deelnemer aan de thematafels. Alternatieve financieringsvormen Per innovatie/initiatief kijken we welke financieringsvorm het beste past ter ondersteuning. Zo onderzoeken wij de mogelijkheid van leningen, kredieten, crowdfunding en microfinanciering en matchfunding. Voor crowdfunding is het platform BredaBreed opgezet. De gemeente zal op basis van eigen selectiecriteria initiatieven ondersteunen en verder helpen en wordt zo matchfunder op het platform BredaBreed. Zo ontstaat er stapelfinanciering die projecten verder helpt om door te groeien.
IW 12052016
8
Bijlagen Maatschappelijke resultaten (indicatoren worden nog toegevoegd) Maatschappelijk resultaat: 1. Jeugdigen groeien gezond en veilig op en kunnen hun talenten ontplooien - Meer kinderen groeien op in een veilige omgeving; - Meer ouders voelen zich gesteund in de opvoeding van hun kinderen; - Meer kinderen komen voorbereid in het basisonderwijs, als extra ondersteuning op het gebied van taal of ontwikkeling nodig is; - De weerbaarheid van kinderen en jongeren neemt toe.
Maatschappelijk resultaat: 2. Elke jongere gaat naar school en/of heeft werk en elke volwassen heeft werk en/of een zinvolle dagbesteding - Elk kind krijgt het onderwijs dat bij hem of haar past; - Elke jongere gaat naar school of werkt, of wordt geholpen om daar te komen; - Alle jongeren komen goed voorbereid op de arbeidsmarkt. - Mensen die niet kunnen werken, hebben een zinvolle daginvulling.
Maatschappelijk resultaat: 3. Mensen hebben een steunnetwerk en zijn zoveel mogelijk in staat problemen in hun eigen netwerk op te lossen - Meer volwassenen kunnen Nederlands spreken, lezen en schrijven. - Meer bewoners kunnen in hun eigen levensonderhoud voorzien; - Mensen die niet kunnen werken, hebben een zinvolle daginvulling; - Mantelzorgers voelen zich gesteund om mantelzorg te combineren met hun eigen dagtaken; - Mantelzorgers zijn tevreden over de ondersteuning bij hulpvragen; - Bewoners voelen zich ondersteund bij het realiseren van initiatieven en het doen van vrijwilligerswerk. Maatschappelijk resultaat: 4. Bewoners zitten fysiek en mentaal goed in hun vel en voelen zich prettig in hun leefomgeving - Kinderen, jongeren en volwassenen hebben een gezonde leefstijl; - Voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren sluiten goed aan op hun behoeften; - Bewoners zijn tevreden over de sport-, speel- en beweegmogelijkheden in hun omgeving; - Ouderen en mensen met een beperking wonen langer prettig thuis, indien nodig met ondersteuning/hulp; - Bewoners voelen zich prettig in hun leefomgeving.
IW 12052016
9