Dicussienotitie dierenwelzijn in Breda
1. Inleiding Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid om de dieren die zich binnen haar grenzen bevinden te beschermen. Inwoners houden gezelschapsdieren, zoals honden en katten maar ook exotische vogels of reptielen. In het buitengebied bevinden zich grote aantallen landbouwdieren. De grootste groep dieren wordt gevormd door in de natuur levende dieren (fauna). Tegenover deze vele dieren hebben wij als mens verplichtingen. Dieren horen bij de samenleving en een gemeente zonder dieren zou aanzienlijk inboeten aan levendigheid, waarde en veelzijdigheid. Dieren verdienen onze aandacht en zorg, of men dat nu godsdienstig, humanistisch of anderszins fundeert. Dit geldt zowel voor huisdieren, landbouwdieren als de in de natuur levende dieren. 2. Doelstelling dierenwelzijnsbeleid Het doel van een gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid is om alle rollen en taken die de gemeente heeft in relatie tot dierenwelzijn bij elkaar te brengen, waardoor het mogelijk wordt het belang van dierenwelzijn integraal af te wegen bij besluiten op andere beleidsterreinen. Een nieuw dierenwelzijnsbeleid maakt het mogelijk gezamenlijke activiteiten op te pakken met maatschappelijke organisaties op het gebied van Dierenwelzijn. De gemeente Breda kan hierin een voorbeeldfunctie vervullen in de regio. Dit is van belang omdat dierenartsen, opvangcentra, dierenambulance en handhavende instanties ook regionaal samenwerken. Ook zou in het kader van een nieuw dierenwelzijnsbeleid het goed zijn als naast een wethouder, die dierenwelzijn in zijn portefeuille heeft, ook een ambtenaar als vast aanspreekpunt voor dierenwelzijn benoemd zou worden.
Er wordt een ambtenaar als vast aanspreekpunt voor dierenwelzijn benoemd.
3. Juridisch kader Op 1 januari 2013 is de Wet dieren in werking getreden. De wet stelt zelf een beperkt aantal regels en biedt daarnaast de mogelijkheid om allerlei zaken over en voor dieren te regelen in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB´s) en ministeriële regelingen. In de Wet dieren zijn de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, Diergeneesmiddelenwet, Wet op de dierenbescherming en de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 opgegaan. Daarnaast is de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet sinds 2002 in werking. De Wet dieren is gericht op de bescherming van het individuele dier. In de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet is de uitwerking van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn opgenomen. Deze wetten gaan over de bescherming van soorten in de natuur, waaronder in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën en een aantal vissen, libellen, vlinders en plantensoorten. Op grond van haar verordenende bevoegdheid (art. 149 Gemeentewet) kan de gemeenteraad regels stellen m.b.t. het welzijn en de bescherming van dieren, mits hiermee niet in strijd wordt gehandeld met wet- en regelgeving van een hogere overheid.
4. Hondenbeleid Een goed en succesvol hondenbeleid probeert overlast van honden te bestrijden door goede voorzieningen te treffen in de openbare ruimte, rekening houdend met het welzijn van de honden. De gemeente heft hondenbelasting van de houders van een of meerdere honden. De gemeentelijke website vermeldt dat de opbrengst voornamelijk bestemd is voor kostenbestrijding van aanleg en onderhoud van hondenuitlaatplaatsen en de handhaving door hondenwachters. Het zou goed zijn als de hondenbelasting in zijn geheel besteed zou worden aan maatregelen voor honden zoals voldoende uitrengebieden en speelvelden, voorzieningen voor het bestrijden en opruimen van hondenpoep en voorlichtingsmateriaal.
De hondenbelasting wordt in zijn geheel besteed aan maatregelen voor honden.
5. Dieren in nood Voor noodsituaties is het sinds 2011 mogelijk het landelijk meldnummer 144 (Red een Dier) te bellen. Ook is er in Breda een dierenambulance 24 uur per dag inzetbaar voor het vervoeren van gewonde en zieke dieren naar een dierenarts en het ophalen en onderbrengen van zwerfdieren bij een dierenasiel en naar specialistische opvang zoals het vogelrevalidatiecentrum in Zundert. Er bestaat geen landelijke wetgeving voor het exploiteren van een dierenambulance. In het Regionaal Crisisplan 2012 - 2016 van de Veiligheidsregio Midden en West Brabant zijn er voor huisdieren en vee ook regels opgenomen die ervoor moeten zorgen dat bij noodsituaties dieren zo spoedig mogelijk uit hun levensbedreigende of benarde situaties bevrijd worden, hulp krijgen en opgevangen worden. De gemeente zou zorg moeten dragen voor een draaiboek voor de afstemming van taken tussen verantwoordelijke personen en diensten als het gaat om calamiteiten waar dieren bij betrokken zijn. Ook in het wild levende dieren kunnen in nood komen. In artikel 2 van de Flora- en Faunawet is een zorgplicht vastgelegd voor in het wild levende dieren. Voor hulpbehoevende dieren, als gevolg van tegen natuurlijk handelen, zou de gemeente voorwaarden moeten scheppen zodat de dieren tijdelijk opgevangen en verzorgd kunnen worden in een professioneel opvangadres. Waarna de dieren teruggezet kunnen worden in de vrije natuur. Het mishandelen van dieren is een misdrijf en verdient een serieuze aanpak en vervolging van de daders. Hiervoor moeten de agenten van de dierenpolitie ingezet worden. Zij zijn volledig bevoegd voor alle andere onderdelen van het politiewerk, maar krijgen aan de Politieacademie een gespecialiseerde opleiding. De dierenpolitie komt in actie tegen: mishandelen en doden van dieren, verwaarlozen van dieren, dierenporno en stroperij. Zowel de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) als de afdelingsinspecteurs van de dierenbescherming kunnen hierbij ingeschakeld worden. Daarnaast kan de gemeente als extra ondersteuning de gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) de taak geven toezicht te houden op dierenmishandeling, illegale jacht en stroperij etc.
De gemeente gaat zorgen voor de afstemming van taken tussen verantwoordelijke personen en diensten als het gaat om calamiteiten waar dieren bij betrokken zijn.
De gemeente zorgt ervoor dat hulpbehoevende in het wild levende dieren tijdelijk opgevangen en verzorgd worden in een professioneel opvangadres.
De gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) krijgen de taak toezicht te houden op dierenmishandeling, illegale jacht en stroperij etc
6. Overlast van dieren Bij de aanwezigheid van een groot aantal in het wild levende dieren op een locatie of in een gebied kan er overlast of schade ontstaan door dieren. De gemeente geeft via de website al nuttige informatie over wat burgers en bedrijven zelf kunnen doen om overlast te voorkomen of te beperken. Als dit niet voldoende is zou de gemeente uit moeten gaan van een diervriendelijke aanpak in drie stappen. Eerst preventieve maatregelen nemen, dan beheersmaatregelen zodat de overlast niet groter wordt en dan pas overgaan tot het nemen van maatregelen waarmee de overlast op een diervriendelijke manier wordt beëindigd. Hierbij is het wenselijk dat de gemeente advies vraagt van deskundigen op dit gebied zoals de regionale afdeling van de Dierenbescherming.
De gemeente neemt bij overlast van dieren eerst preventieve maatregelen en als dat niet voldoende is, wordt met maatregelen de overlast op een diervriendelijke manier beëindigd.
7. Voorlichting en educatie Voorlichting en educatie zijn belangrijke communicatiemiddelen voor een goede samenleving tussen mensen en dieren. Zo kan in lesprogramma’s van het basisonderwijs en VMBO aandacht worden besteed aan het onderwerp dierzorg en dierenbescherming. De Dierenbescherming heeft een jeugdclub Kids for Animals waarin kinderen leren hoe ze met dieren om moeten gaan. De gemeente kan via de website, berichten in huis aan huisbladen en in informatiefolders praktische informatie geven over zaken die gerelateerd zijn aan het houden van dieren. In dierenpensions, kinderboerderij, stadsboerderij of hertenkamp kan aandacht worden geschonken aan educatie over omgang met dieren. Het verantwoord met elkaar in contact brengen van kinderen en dieren is van essentieel belang voor de gedragsbepaling van het kind ten opzichte van het dier. Wel is het van belang dat de gemeente aan het oprichten en beheren van een kinderboerderij of een hertenkamp voorwaarden verbindt, die moeten waarborgen dat de dieren zich op soorteigen manier kunnen gedragen.
De gemeente gaat via de website, berichten in huis aan huisbladen en in informatiefolders praktische informatie geven over zaken die gerelateerd zijn aan het houden van dieren.
Aan het oprichten en beheren van een kinderboerderij of een hertenkamp worden voorwaarden verbonden, die moeten waarborgen dat de dieren zich op soorteigen manier kunnen gedragen
8. Opvang van zwerfdieren Gemeenten zijn op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht om op haar grondgebied zwervend aangetroffen dieren op te vangen en twee weken t.b.v. een eventuele eigenaar te verzorgen. De gemeente heeft hierover afspraken met het Dierenasiel Breda, de dierenambulance en andere dierenopvangcentra gemaakt. Die krijgen daarvoor voldoende kostendekkende steun om de wettelijke verplichting van de gemeente op een adequate manier uit te voeren. Breda doet dat gezamenlijk met Oosterhout, Etten-Leur, Gilze en Rijen, Drimmelen, Dongen, Zundert, Geertruidenberg en Alphen-Chaam. Voor de kosten na de eerste twee weken en medische behandeling is het asiel afhankelijk van bijdragen van de Dierenbescherming. Kosten die door dierenartsen worden gemaakt binnen de eerste twee weken zouden in principe ook door de gezamenlijke gemeentes betaald moeten worden. Op dit moment is na jarenlange voorbereiding een nieuw dierenopvangcentrum in aanbouw op dezelfde locatie als het huidige pand. Ook de dierenambulance zal daar gestationeerd worden. Daarnaast maakt de gemeente, ook t.a.v. de opvang van fauna, goede afspraken met de dierenambulance en andere dierenopvangcentra. Om te voorkomen dat katten gaan zwerven, moet de gemeente het chippen van katten stimuleren. Het chippen van honden is in de wet geregeld. Niet alleen wordt hiermee leed voorkomen, maar ook wordt de gemeente niet onnodig geconfronteerd met extra kosten. Ondanks dat de opvang van zwerfdieren goed geregeld is heeft de gemeente Breda een probleem met verwilderde zwerfkatten. De gemeente zou hier een meer actieve rol moeten gaan spelen door de inwoners goede voorlichting te geven over het houden van huiskatten, geboortebeperking en over wat inwoners moeten doen als ze zwerfkatten vinden of overlast ervaren. De dierenbescherming heeft in 2012 in Breda 46 volwassen katten gevangen, gecastreerd of gesteriliseerd en weer op de vangplek teruggezet. Omdat hierdoor overlast voorkomen wordt, is het gewenst dat de gemeentes hiervoor een financiële ondersteuning geven.
Kosten die door dierenartsen binnen de wettelijk verplichtte opvangperiode worden gemaakt, worden door de gezamenlijke gemeentes betaald.
De gemeente maakt ook voor de opvang van fauna, goede afspraken met de dierenambulance en andere dierenopvangcentra.
De gemeente gaat voorlichting geven over het voorkomen van verwilderde zwerfkatten.
Voor het steriliseren van verwilderde zwerfkatten gaat de gemeente de dierenbescherming financieel ondersteunen.
9. Vermaak met dieren Uit verschillende internationale onderzoeken komt naar voren dat er aanwijzingen zijn dat het welzijn van wilde dieren wordt aangetast als zij kunstjes moeten doen die in
strijd zijn met de eigen waarde en de natuurlijke geaardheid van de dieren. Dit is met name voor dieren in een circus het geval. Daarnaast hebben circusdieren nog te maken met een beperkte huisvestinggrootte in transportwagens. Deze onnatuurlijke omstandigheden maken dat de dieren door stress en verveling gestoord gedrag gaan vertonen. In het regeerakkoord van oktober 2012 hebben VVD en PvdA afgesproken om het gebruik van wilde dieren in circussen te gaan verbieden. Staatssecretaris Sharon Dijksma zal hiervoor een wetsontwerp aan de Tweede Kamer voorleggen. Vooruitlopend hierop heeft de gemeente Dongen dit verbod al in hun evenementen beleid opgenomen. Ook de circussen anticiperen hier al op. Zo heeft het Nederlands Nationaal Circus Herman Renz in een verklaring bekend gemaakt te stoppen met het gebruik van wilde dieren in haar voorstellingen. De gemeente heeft bepaald dat er in Breda jaarlijks drie circussen op openbaar grondgebied mogen plaatsvinden. In veel landen in Europa en daar buiten wordt al restrictief welzijnsbeleid voor wilde dieren in circussen gevoerd. Ook Breda zou vooruitlopend op het wetsontwerp bij het uitnodigen van circussen de voorkeur moeten laten uitgaan naar circussen zónder wilde dieren. Het succes van bijvoorbeeld Cirque du Soleil laat zien dat het bezoeken van dit type circussen meer dan de moeite waard is.
Breda laat vooruitlopend op Rijkswetgeving bij het uitnodigen van circussen de voorkeur uitgaan naar circussen zónder wilde dieren.
10. Landbouwdieren De huidige manier waarop landbouwdieren worden gehuisvest leidt bij steeds meer mensen tot het besef dat we tegen ethische- en gezondheids- en milieugrenzen aanlopen. Het burgerinitiatief ’Megastallen nee’ heeft duidelijk gemaakt dat de meeste burgers geen dieren in megastallen, zonder bewegingsruimte, daglicht of frisse lucht meer willen. Met name het gevaar voor de volksgezondheid heeft er toe geleid dat er verandering is gekomen. Nieuwe wetenschappelijke inzichten in de risico’s van de grootschalige veehouderij voor de volksgezondheid zoals Q-koorts en antibioticaresistentie, hebben geleid tot het opheffen van de Reconstructiewet en is er bij de afsluiting van de Ruwenberg-conferentie in februari van dit jaar de ambitie uitgesproken dat er in Noord-Brabant een standaard moet komen voor duurzame veehouderij. Om de natuur te beschermen is toen ook de Verordening Stikstof en Natura 2000 vastgesteld, waarin maatregelen voor de intensieve veehouderij zijn vastgelegd, die ervoor moeten zorgen dat de stikstof depositie op Natura 2000 gebieden op gevoelige natuurgebieden gaat afnemen. Het Ulvenhoutse bos is een gebied waar kleine toenames van stikstof-deposities al kunnen leiden tot significante effecten. In bestemmingsplannen moet de gemeente er strikt op toezien dat door technische maatregelen zoals het toepassen van luchtwassers en saldering de stikstof depositie zal gaan afnemen. Daarnaast kan de gemeente de biologische en diervriendelijke landbouw stimuleren. Dat vraagt om een duidelijke visie en een proactief beleid van de gemeente om agrariërs, die diervriendelijk willen werken, te ondersteunen en belemmeringen bij omschakeling naar een diervriendelijker veehouderij weg te nemen. Bij verpachting van gemeentelijke gronden zou de gemeente de voorwaarde moeten stellen dat er binnen vijf jaar omgeschakeld wordt naar biologische landbouw. Daarnaast zou de gemeente met
consumentenvoorlichting de biologische en diervriendelijke landbouw meer onder de aandacht van het brede publiek moeten brengen.
In bestemmingsplannen gaat de gemeente er strikt op toezien dat de stikstofdepositie op het Ulvenhoutsebos zal gaan afnemen. De gemeente gaat de biologische en diervriendelijke landbouw stimuleren en op verpachtte gemeentelijke gronden de voorwaarde stellen dat er binnen vijf jaar omgeschakeld wordt naar biologische landbouw
De gemeente gaat met consumentenvoorlichting de biologische en diervriendelijke landbouw meer onder de aandacht van het brede publiek brengen.
11. Pelsdieren Jaarlijks worden in Nederland 6 miljoen nertsen gefokt en gedood voor hun vacht. Dit gebeurt op zo’n 170 bontfokkerijen waar nertsen hun hele leven moeten slijten in draadgazen kooien. Met een ruime meerderheid is in december 2012 het verbod op het houden en doden van nertsen door de Eerste Kamer aangenomen. Tijdens de stemming bleek dat de senatoren akkoord gingen met de nieuwe wet, die de nertsenfokkers nog tot 2024 de tijd geeft om te bouwen naar een andere bedrijfstak. Nu hiervoor een wettelijk kader aanwezig is, is het wenselijk dat de gemeente de bestemmingsplannen Buitengebied zodanig aanpast, dat de pelsdierhouderij wordt uitgesloten.
De bestemmingsplannen Buitengebied worden zodanig aanpast, dat de pelsdierhouderij wordt uitgesloten.
12. In het wild levende dieren In de Flora- en faunawet, die per 1 april 2002 in werking is getreden, is de bescherming van alle in het wild levende dieren het uitgangspunt. Daarbij wordt van dieren ook de intrinsieke waarde erkend, ongeacht of het nu om inheemse diersoorten of zgn. “exoten” gaat. Er mag alleen met het geweer worden ingegrepen wanneer er een dwingende, gegronde, zwaarwegende en gerechtvaardigde noodzaak is, bijvoorbeeld wanneer er gevaar dreigt voor de openbare veiligheid of volksgezondheid, belangrijke schade aan de landbouw, én er geen alternatieven zijn. Plezierjacht op de vrij bejaagbare soorten zoals fazant, houtduif, haas, konijn, wilde eend heeft niets met rationeel faunabeheer te maken maar is vooral een vorm van vrijetijdsbesteding waar jagers veel geld voor over hebben. Feitelijk is de plezierjacht strijdig met de uitgangspunten van de wet. De gemeente gaat een restrictief jachtbeleid voeren door het jachtrecht niet te verhuren voor gronden die bij haar in eigendom zijn dan wel de verpachting te beperken enkel ten behoeve van de bestrijding van belangrijke faunaschade. Wildschade zou primair op diervriendelijke wijze bestreden kunnen worden. Ook zou voor het houden van viswedstrijden, het gebruik van levend aas en visnetten in gemeentelijke wateren een restrictief beleid gevoerd moeten worden.
Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden om de nest- en rustplaatsen van vogels te verstoren. Helaas worden ze tijdens werkzaamheden vaak ongemerkt en onbedoeld verstoord. Snoeiwerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden buiten het broedseizoen. Vergunningen voor het kappen of vellen van houtopstand (kapvergunning) kunnen om verschillende redenen geweigerd worden. Aantasting van natuurwaarden door de aanwezigheid van een nestel- of schuilgelegenheid is een van deze weigerings gronden. Om de aanwezigheid van vogels, insecten (bijen) en kleine zoogdieren(vleermuizen) in de buitenruimte te bevorderen kunnen in groenstroken van enige betekenis beschermde biotopen worden gecreëerd. Daarnaast kunnen verwildering van begroeiing en de aanleg van hout- en takkenhopen (rillen) de broedgelegenheid bevorderen. De gemeente kan bij elk nieuwbouwproject met de door Vogelbescherming Nederland ontwikkelde checklist inventariseren welke voorzieningen voor vogels en groen in een bouwproject toepasbaar zijn. Met de checklist kunnen eenvoudig toepasbare maatregelen worden gekozen die goed zijn voor de stadsnatuur en speciaal voor vogels. De gemeente kan met het oog op het beschermen van fauna verkeersbesluiten nemen voor wegen die door haar worden beheerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om het afsluiten van wegen tijdens de paddentrek of het beperken van de maximumsnelheid om overstekende dieren te beschermen. Amfibieën zijn met de invoering van de Flora- en faunawet wettelijk beschermd. Daarvoor is niet alleen een geschikte biotoop nodig, maar ook een amfibievriendelijke infrastructuur. Het maaien van waterplanten in sloten moet bij voorkeur worden uitgevoerd buiten het paaiseizoen van amfibieën en vissen. Bij noodzakelijke wateren baggerwerken moeten vissen zoveel mogelijk worden ontzien.
Op gemeentelijke gronden wordt de verpachting beperkt tot diervriendelijke bestrijding van belangrijke faunaschade.
Bij het houden van viswedstrijden, wordt voor het gebruik van levend aas en visnetten een restrictief beleid gevoerd.
De gemeente gaat in groenstroken en bij nieuwbouwprojecten met eenvoudig toepasbare maatregelen de waarde van de stadsnatuur verhogen.
De gemeente zorgt voor een amfibievriendelijke infrastructuur en bij het maaien van waterplanten wordt rekening gehouden met het paaiseizoen van amfibieën en vissen.
13. Relatie mens en dier Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat het houden van gezelschapsdieren een positief effect heeft op het psychische en fysieke welzijn van mensen. Dieren hebben een belangrijke functie in een gezin. Voor ouderen en eenzame mensen is een dier vaak hun enige houvast. Daarom is het voor ouderen ongewenst dat bij opname in een verzorgingshuis of aanleunwoning afstand gedaan moet worden van het huisdier. Bij de stichting Elisabeth zijn huisdieren toegelaten vanwege de belangrijke sociale en soms therapeutische functie van huisdieren. Er wordt wel verwacht dat de eigenaren zelf de zorg voor het dier op zich nemen. De stichting organiseert ook projecten met dieren die een functie hebben zoals honden-aaiprojecten. De gemeente kan zorginstellingen gaan stimuleren om in alle woonzorgcentra huisdieren toe te laten. Helaas zijn er mensen, die de verzorging van hun huisdier niet meer kunnen betalen
als gevolg van een veranderde inkomenssituatie. Zeker wanneer het dier medische verzorging nodig heeft, zijn mensen gedwongen hun dier dan naar het asiel brengen. In het kader van het armoedebeleid zou de gemeente kunnen nagaan of er samen met dierenartsen een kortingsregeling te ontwikkelen is bijvoorbeeld voor BredaPashouders.
De gemeente stimuleert zorginstellingen om in alle woonzorgcentra huisdieren toe te laten.
In het kader van het armoedebeleid zoekt de gemeente samen met dierenartsen naar mogelijkheden om een kortingsregeling te ontwikkelen bijvoorbeeld voor BredaPashouders.
14. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
Het is mogelijk om als gemeente dierenwelzijn op te nemen in de criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Naast mensenrechten, arbeidsomstandigheden en milieu kan er ook met dierenwelzijn rekening gehouden worden. De gemeente vervult een voorbeeldfunctie door het dierenwelzijnsbeleid uit te dragen naar organisaties en bedrijven door bij het beheer van het gemeentelijke groen rekening te houden met de biodiversiteit, bescherming van dieren en hun leefgebieden. De gemeente gaat in haar bestemmingsplannen de diervriendelijke, duurzame veehouderij stimuleren en in haar eigen restaurant alleen scharrel en/of biologische en vegetarische gerechten aan te bieden en één keer per maand aandacht te vragen voor dierenwelzijn door een vis- en vleesloze dag in de kantines te introduceren.
De gemeente vervult een voorbeeldfunctie door in de criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ook met dierenwelzijn rekening te houden.
In bestemmingsplannen wordt de diervriendelijke, duurzame veehouderij gestimuleerd.
De gemeente biedt in haar eigen restaurant alleen scharrel en/of biologische en vegetarische gerechten aan en introduceert één keer per maand een vis- en vleesloze dag.
15. Financiën Voor het uitvoeren van de wettelijke taak voor het opvangen van zwerfdieren heeft de gemeente 110.000 Euro op de begroting staan. Andere taken die uitgevoerd worden zijn verdeeld over verschillende beleidsterreinen. Daarnaast heeft de gemeente inkomsten uit de hondenbelasting. Uitvoeren van een aantal maatregelen zoals die in deze discussienotitie zijn opgenomen hebben geen financiële consequenties omdat deze uit bestaande formatie en budgetten bekostigd kunnen worden.