Versie: 002
Handboek DIERENWELZIJN SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 1
Versie: 002
Handboek DIERENWELZIJN slachterij [ ........ ] Inhoudsopgave Pagina 1. Verklaring welzijnsbeleid en systeem 2. Onderwerp en toepassingsgebied procesbeheerssysteem dierenwelzijn Scope Wetgeving dierenwelzijn Uitsluitingen Het Dierenwelzijnshandboek Definities 3. Procesbeheerssysteem dierenwelzijn Opbouw Onderverdeling systeem Het proces van voortdurend verbeteren 4. Inrichting en uitrusting Uitrusting/voorzieningen lossen Bouw, inrichting, uitrusting onderbrengen Apparatuur/voorzieningen fixeren Apparatuur/voorzieningen bedwelmen/doden Getuigschriften voor vakbekwaamheid 5. Gegevens en plattegrond slachterij 6. Functieoverzicht 7. Standaardwerkwijzen & monitoringprocedures 8. Bijlagen: A. Tabellen inrichting en uitrusting B. Parameters elektrisch bedwelmen hoefdieren en gekweekt wild C. Register van maatregelen D. Checklist onbedwelmd slachten E. Getuigschriften voor vakbekwaamheid F. Gebruiks- en onderhoudsinstructies van toestellen en apparatuur G. Monitoringschema’s doden
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 2
Versie: 002
1. Verklaring welzijnsbeleid en systeem Om de kwaliteit van diensten en producten te beheersen, heeft de directie van slachterij [ ........ ] een dierenwelzijnssysteem ingericht met de intentie deze na te leven, te onderhouden en waar mogelijk te verbeteren. Het doel van het procesbeheerssysteem is om ervoor te zorgen dat bij het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten, de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard. Het dierenwelzijnssysteem wordt onderschreven door de directieleden en alle medewerkers van slachterij [ ........ ]. Het systeem voldoet aan de wettelijke eisen volgens de dierenwelzijnsverordening voor het slachten en doden nr. 1099/2009. De directieleden, medewerkers en het daarmee samenhangende beleid zorgen ervoor dat bij het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten, de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard. De directieleden en functionaris dierenwelzijn zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het systeem en zien erop toe, dat alle medewerkers werken conform de standaardwerkwijzen van slachterij [ ........ ]. Het systeem wordt jaarlijks geëvalueerd a.d.h.v. de monitoringsprocedures en register van maatregelen. Het welzijnsbeleid van slachterij [ ........ ] is er altijd op gericht dat bij het doden van dieren, en alle daarmee verband houdende activiteiten, elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard. Op deze wijze garandeert slachterij [ ........ ] het dierenwelzijn van de slachtdieren. Minder stress leidt tot een betere kwaliteit vlees. In een stresstoestand komt adrenaline vrij. De adrenaline zet een mechanisme in werking dat voor een versnelde afbraak van de glycogeen-reserves zorgt. De pH in het vlees daalt dan ook zeer snel, waardoor het vlees een slecht waterbindend vermogen heeft. Het vlees is dan taai. Geen stress zorgt voor pH-neutraal vlees wat niet taai, maar mals is. Door het bevorderen van het dierenwelzijn biedt slachterij [ ........ ] haar klanten dus een goede kwaliteit vlees.
2. Onderwerp en toepassingsgebied procesbeheerssysteem dierenwelzijn Dit handboek beschrijft het procesbeheerssysteem dierenwelzijn gebaseerd op wetgeving dierenwelzijn. Het systeem is bedoeld voor roodvleesslachterijen die meer dan 10 GVE per week slachten. Wetgeving dierenwelzijn Europese wetgeving: • Hygiënepakket: Verordeningen 852-853-854-882/2004 • Transportverordening 1/2005 • Verordening dierenwelzijn bij slachten 1099/2009 • Richtlijn bescherming van dieren bij het slachten of doden 93/119/EG (bijlage A en C (deels) Nederlandse wetgeving: • Wet Dieren • Regeling doden van dieren 2012 • Besluit houders van dieren • Regeling houders van dieren • Beleidsregels dierenwelzijn 2009 • Besluit handhaving en overige zaken Wet Dieren • Regeling handhaving en overige zaken Wet Dieren Toelichting De activiteiten in het kader van dierenwelzijn volgens Verordening (EG) nr. 1/2005 vallen onder de verantwoordelijkheid van de persoon die de zorg heeft voor de dieren. De eisen voor Verordening (EG) nr. 1/2005 zijn van toepassing op vervoer van vee binnen de EU en tijdens in- en uitvoer in de douanegebieden van de EU.
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 3
Versie: 002 3. Procesbeheerssysteem dierenwelzijn Opbouw Het procesbeheerssysteem dierenwelzijn in slachterij [ ........ ] bestaat uit een aantal niveaus die achtereenvolgend steeds gedetailleerder worden en als volgt zijn opgebouwd:
beleid monitoring en werkwijzen inrichtingseisen bijlagen, controlelijsten
Onderverdeling systeem Het procesbeheerssysteem dierenwelzijn in slachterijen is onder te verdelen in onderstaande deelprocessen. In de plattegrond is de route van deze processen schematisch weergegeven.
lossen
onderbrengen
fixeren
verbloeden
bedwelmen
Het proces van voortdurend verbeteren. Het bewaken, meten, analyseren en zo mogelijk verbeteren van deze processen gebeurt volgens onderstaand model. Deze werkwijze staat beschreven in hoofdstuk 7. onder monitoring (parameters en controlefrequentie), de standaardwerkwijzen (controles met de acties per afwijking), het functieoverzicht (functionaris voor het dierenwelzijn) en het register van maatregelen (bijlage B).
Plan Do Check Act
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
= = = =
systeem en werkwijze uitvoeren (standaardwerkwijze) controleren (monitoring) evalueren en bijsturen
Pagina 4
Versie: 002
7. Standaardwerkwijzen en monitoringprocedures In dit hoofdstuk zijn de standaardwerkwijzen opgenomen van slachterij [ ........ ] van lossen tot en met verbloeden. Het betreffen schriftelijke instructies om uniformiteit te bewerkstelligen bij het uitvoeren van een specifieke functie of norm (Verordening 1169/2009, art. 2 lid i). 7.1 Standaardwerkwijzen Het doel van de standaardwerkwijzen is om een uniforme werkwijze rondom dierenwelzijn in slachterij [……..] te bewerkstelligen. In deze paragraaf zijn de standaardwerkwijzen (SWW) van lossen tot en met verbloeden opgenomen. Voor onbedwelmd slachten van geiten en schapen is een aparte SWW opgenomen. SWW 1
LOSSEN
Betreft Schriftelijke instructie van het lossen om de uniformiteit hiervan bij slachterij [ ........ ] te bewerkstelligen (VO 1099/2009 art. 2 lid i) met als doel om te waarborgen dat dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard (art. 6). Doel Waarborgen dat dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard (VO 1099/2009 art. 6) Toepassingsgebied De aankomst van en het omgaan met dieren. Lossen De dieren worden zo spoedig mogelijk na aankomst uitgeladen en vervolgens zonder onnodige vertraging geslacht. Natuurlijke eigenschappen Bij het lossen wordt rekening gehouden met en gebruik gemaakt van de natuurlijke eigenschappen en kenmerken van de dieren: - Runderen/kalveren zijn kuddedieren en lopen graag bij elkaar en achter elkaar aan. - Schapen en geiten zijn kuddedieren en voelen zich prettig in groepjes en worden zoveel mogelijk verplaatst in groepen van 4 tot 5 dieren. - Varkens zijn kuddedieren en lopen liever naast elkaar dan achter elkaar (van donker naar licht). Als de leider meegaat volgt de rest. - Paarden zijn kuddedieren (met duidelijke leider), prooidieren (dus schrikachtig) en gewend aan mensen. Eén per keer verplaatsen en kalmerend praten. Wat absoluut verboden is! - de dieren te slaan of te schoppen - op een bijzonder gevoelig deel van het lichaam op zodanige wijze druk uit te oefenen dat het de dieren vermijdbare pijn of vermijdbaar lijden berokkent - de dieren bij kop, oren, horens, poten, staart of vacht op te tillen of voort te trekken, of ze zodanig te behandelen dat het hun pijn of vermijdbaar lijden berokkent - prikstokken of andere puntige voorwerpen te gebruiken - de staarten van dieren om te draaien, te verbrijzelen of te breken of de dieren in de ogen te grijpen. Mogelijke knelpunten bij lossen - Dieren willen de laadklep niet af of staan stil voor de ingang - Dieren lopen terug - Dieren lopen elkaar vast - Slappe dieren gaan liggen - Als dieren mensen zien, gaan ze stil staan
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 5
Versie: 002
Tabel mechanische bedwelming De volgende figuren illustreren een correcte toepassing
RUND De optimale positie voor plaatsing van het schietmasker is op de kruising van twee denkbeeldige lijnen die lopen van de middenbovenzijde van de ogen naar de tegenover gelegen hoornbasis
VARKEN Moeilijkste dieren om te schieten (hersenen liggen diep, dik voorhoofd). De optimale positie voor plaatsing van het schietmasker is 20 mm boven de ogen in het midden van het voorhoofd.
Bron: Guidance Notes No. 2: Captive-Bolt Stunning of Livestock, HSA 2013. Humane Slaughter Association, The Old School, Brewhouse Hill, Wheathampstead, Herts., AL4 8AN, UK. www.hsa.org.uk
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 6
Versie: 002
8. Bijlagen A. TABELLEN Tabel 1. Indeling bouw en apparatuur/voorzieningen LOSSEN Verordening (EG) nr. 1/2005 Onderwerp Normen a. Losvoorzieningen -een anti slip vloer -aan de zijkant voorzien van zijwanden of relingen om te voorkomen dat de dieren eraf vallen
Info Algemeen geldt dat losvoorzieningen zo gemaakt, onderhouden en gebruikt worden dat de dieren letsel en lijden bespaard wordt.
Bijlage I, hoofdstuk III, punt 1.3
b. Hellingsgraad losbruggen
-niet te steil
De hellingsgraad mag voor varkens, kalveren en paarden niet steiler zijn dan 20° (36,4%) en voor schapen en volwassen runderen niet stijl;er dan 26° 34’ (50%). Als de hellingsgraad meer dan 10° (17,6%) moet de brug voorzien zijn van een systeem (bijv. dwarslatten) waardoor de dieren gemakkelijk en zonder risico of problemen het voertuig uit kunnen lopen. c. Verlichting -tijdens het lossen is passende verlichting Volgens de verlichtingsnormen NEN-EN 1264-1 aanwezig en NEN 3087 is minimaal 200 lux nodig om Bijlage I, Hoofdstuk III, punt 1.6 visuele taken te kunnen verrichten. Een lichtsterkte van 10 tot 200 lux wordt gerekend tot de zgn. oriëntatieverlichting; 200 lux of meer tot de werkverlichting. N.B. Dit zijn eisen voor de vervoerder van vee binnen de EU en tijdens in- en uitvoer in douanegebied van EU, maar in overweging 16 staat dat bij het vervoer van dieren niet alleen vervoerders zijn betrokken, maar ook veehouders, handelaars, verzamelcentra, slachthuizen e.d. Daarom gelden sommige verplichtingen met betrekking tot het welzijn van dieren voor iedereen die bij het vervoer van dieren betrokken is. Bijlage I, hoofdstuk III, punt 1.4a
Tabel 2. Indeling bouw en uitrusting ONDERBRENGEN en VERPLAATSEN Verordening (EG) nr. 853/2004 en nr. 1099/2009 / richtlijn 93/119/EG Onderwerp Normen Info a. Onderbrengvoor- - zo ontworpen, gebouwd en onderhouden -dieren hebben fysiek comfort en bescherming zieningen, loopdat de dieren elke vermijdbare vorm van (schoon, behaaglijk met bescherming tegen paden en drijfpijn, spanning of lijden wordt bespaard. vallen en uitglijden) gangen. - het hele jaar door waarborgen -beschermd tegen letsel VO 1099/2009 art. 3 lid 3 -behandeld en gehuisvest in overeenstemming met hun normale gedrag b. Drijfgangen - zijn zo geconstrueerd dat het gevaar voor Deze eisen gelden voor slachthuizen of verwonding van de dieren zo klein mogelijk drijfgangen die vóór 1-1-2013 zijn gebouwd. is, en zo aangelegd dat gebruik gemaakt kan worden van kudde-instinct. VO 1099/2009 art. 29.1 en art 28 lid 1a / RL 93/119 > Bijlage A deel II punt 3, 2e zin**
Hokken, drijfgangen en looppaden
- zijn zodanig ontworpen en gebouwd dat: a. de dieren moeten volgens normaal loopgedrag en zonder afleiding vrij in de gewenste richting kunnen bewegen b. varkens en schapen naast elkaar kunnen lopen m.u.v. looppaden die naar fixatieuitrusting leiden
Deze eisen gelden voor slachthuizen of drijfgangen die na 1-1-2013 zijn gebouwd.
VO 1099/2009 art. 14.1 > bijlage II punt 2.1
c. Vloeren
- leveren zo min mogelijk gevaar voor uitglijden op en veroorzaken geen verwondingen bij contact.
Deze eisen gelden voor slachthuizen die na 1-12013 zijn gebouwd.
VO 1099/2009 art. 29.1 en art 28 lid 1a / RL 93/119 > Bijlage A deel II punt 7**
d. Aanbinden dieren - voldoet aan welzijnseisen VO 1099/2009 art, 15.1 > bijlage III punt 1.10
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Touwen of andere middelen zijn zo sterk dat: - ze niet breken, en - zo lang zijn dat de dieren kunnen gaan liggen, eten en drinken, en - zijn zo ontworpen dat risico van wurging of verwonding is uitgesloten, en dat het dier snel losgemaakt kan worden
Pagina 7
Versie: 002
SVN © 2014 Handboek dierenwelzijn
Pagina 8