Concept
Jaarstukken 2012
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Versie 5.0, 17 mei 2013
2
Voorwoord Ook beter, sneller en goedkoper heeft een prijs Beter, sneller en goedkoper werken voor de inwoners, bedrijven en de instellingen in de Drechtsteden, dat is het motto van de gemeenschappelijke regeling. Alleen door intensief en goed samen te werken, zowel bestuurlijk als ambtelijk als met onze partners in de samenleving kan dat motto waargemaakt worden. De samenwerking in de Drechtsteden is in bestuurlijk Nederland spreekwoordelijk. In het afgelopen jaar was er gemiddeld wel elke week een ontvangst van bestuurders of ambtenaren met belangstelling voor onze aanpak. Op verzoek van de Drechtraad is in kaart gebracht wat de samenwerking nu concreet oplevert aan besparingen en extra subsidies. Over een periode van vijf jaar is de begroting van de gemeenschappelijke regeling met ruim 10% afgenomen, het personeelsbestand gekrompen en er is sinds 2005 ruim 225 miljoen euro aan subsidies toegekend door provincie, rijk en Europa. De conclusie is dat samenwerking loont, maar niemand zal beweren dat samenwerken gemakkelijk is. De forse bezuinigingen in deze tijden van financiële en economische recessie, de grote decentralisatieopgaven van rijk naar gemeente vergen een nog intensievere samenwerking en vooral ook tot solidariteit van bestuurders en medewerkers. Daarom is er alle aandacht voor de toekomst van het regionale bestuurlijke en het organisatorische netwerk. Flexibiliteit en efficiënte daadkracht zijn van essentieel belang. Voor het Drechtstedenbestuur betekent dat blijvend investeren in de kwaliteit van medewerkers en I&A-voorzieningen, die onontbeerlijk zijn voor de bedrijfsvoering en voor de kwaliteit van dienstverlening. Voor het tweede jaar op rij, kan worden geconstateerd dat het concern Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden de financiën op orde heeft. De zes ‘dochters’ hebben niet alleen de boekhouding op orde, maar hebben op hoofdlijnen alle doelstellingen voor 2012 bereikt. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen sprake is van tekorten en overschotten. In deze jaarrekening vindt u een uitvoerige toelichting op de afwijkingen ten opzichte van de begroting. De jaarrekening van de GRD in zijn totaliteit laat een positief resultaat zien. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit voornamelijk te danken is aan een overschot op de rekening van de Sociale Dienst Drechtsteden. Het Servicecentrum Drechtsteden is de spil in de interne dienstverlening en ondersteunt de primaire processen van de gemeenten. De organisatie is in nauw overleg met medewerkers en klanten heringericht om nog efficiënter te kunnen voldoen aan steeds veranderende vraag. Ook Bureau Drechtsteden en de Sociale Dienst hebben zich herbezonnen op efficiency en effectiviteit en op de inrichting organisatie. Dat levert op korte termijn kwaliteitswinst op en op de wat langere termijn ook besparingen. Maar zeker bij organisatieveranderingen geldt dat kosten voor de baat gaan. In de Jaarrekening 2012 is goed terug te vinden waar de zes organisaties in dat jaar op hebben ingezet, hoe en met welke concrete resultaten en tegen welke kosten. Als regionaal portefeuillehouder Financiën ben ik – en is het Drechtstedenbestuur - trots op de resultaten. De jaarrekening geeft inzicht in resultaten. Met dat inzicht en een heldere focus op de toekomst kan worden getoetst of wij op de goede weg zijn. Ik kan en wil niet verhullen dat wij in 2013 nog pittige discussies over financiën moeten voeren. Het Drechtstedenbestuur heeft alle begrip voor de druk die er al op gemeentefinanciën staat, maar zal desondanks aandringen op robuuste besluitvorming. Enerzijds omdat bijvoorbeeld projecten uit het verleden nu eindelijk in financiële zin ordentelijk moeten worden afgerond om een goede basis te leggen onder de toekomst van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, anderzijds omdat wij blijvend moeten investeren in de toekomst van onze samenwerking.
R.T.A. Korteland
3
Jaarstukken 2012 GR Drechtsteden
1. Samenvatting…………………………………………………………………………………………………5 2. Programma’s………………………………………………………………………………………………….8 2.1 Bureau Drechtsteden…………………………………………………………………………………...8 2.2 Bestuur en Staf…………………………………………………………………………...……………24 2.2 Manden Maken………………………………………….………………………..……………………27 2.4 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………………………29 2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden……………………………………………………..………………49 2.6 Servicecentrum Drechtsteden……………………………………………………………………..…52 2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden………………………………………….……….……………….57 2.8 Gemeentebelastingen Drechtsteden………………………………………………………………..59 2.9 Algemene dekkingsmiddelen………………………………………………………………………...62 3. Verplichte paragrafen…………………………………………………….……………………………….63 3.1 Weerstandsvermogen………………………………………………………………….……………..63 3.2 Bedrijfsvoering…………………….……………………………………………………….………….66 3.3 Onderhoud kapitaalgoederen………………………………………………………….…………….72 3.4 Financiering………………………………………………………………………………………….…73 3.5 Verbonden partijen………………………………………………………………………....…………76 3.6 Rechtmatigheid………………………………………………………………………………….…….77 4. Jaarrekening………………………………………………………………………………………………...79 4.1 Resultaatbestemming…………………………………………………………………………………79 4.2 Programmarekening………………………………………………………………………….……….82 4.3 Balans………………………………………………………………………………………………..…84 4.4 Toelichtingen………………………………………………………………………………………..…86 5. Controleverklaring…………………………………………………………………………………………96 6. Vaststelling…………………………………………………………………………………………………97 Bijlagen…………………………………………………………………………………………………………98 Bijlage 1 Stand van zaken fonds Manden Maken .……………………………………………………98 Bijlage 2 Overzicht investeringen 2012..……………………………………...…………………….….99 Bijlage 3 SISA-bijlagen…..……………………………………………………………………………...100 Bijlage 4 Interne verrekeningen……………………………………………………..……………….…109 Bijlage 5 Lijst met genomen besluiten……………………………………………………..….…….…110 Bijlage 6 Moties en amendementen……………………………………………………………………116
4
1. Samenvatting Bureau Drechtsteden Op 1 april 2012 is gestart met het nieuwe bureau Drechtsteden. Aanleiding voor de reorganisatie was dat het netwerk van de samenwerkende Drechtsteden en de allianties met strategische partners vragen om een meer strategische inzet. Daarnaast was een steviger positionering als concernstaf gewenst en was sprake van vraag naar extra inzet op een kwalitatief hoogwaardige procesvoering ten aan zien van bestuurs- en raadsondersteuning. Rond de zomer van 2012 is gedebatteerd in de Drechtraad over het actualiseren van het rMJP. Daarbij is vastgesteld dat ook in de komende periode de prioriteiten liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Economie – arbeidsmarkt: Vooral van belang dit jaar is de economische impuls ten behoeve van invulling economische agenda zuidvleugel en topsector water en logistiek, waarvan de uitwerking via zeven investeringslijnen plaatsvindt: herstructurering bedrijventerreinen , Bevorderen transport schone schepen ( LNG/ Schone motor), Maritieme campus, Continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Woonklimaat: bij woonklimaat spelen vooral de thema’s bereikbaarheid en groen een belangrijke rol. Bestuur en Staf Het programma Bestuur stond 2012 in het teken van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden, een voortzetting van het debat in de lokale raden in 2011-2012 over de toekomst van het eigen, lokale gemeentebestuur en het toekomstperspectief van de Drechtsteden. In het kader van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden werd in 2012 de politieke en bestuurlijke oproep gedaan de al dan niet vermeende vrijblijvendheid van regionaal beleid en regionale afspraken uit te bannen en duidelijkheid te scheppen over de taakverdeling tussen het lokale en het regionale niveau, te bepalen welke thema’s tot de agenda van de regio behoren met de bijbehorende organisatie van de zeggenschap. Dit onderdeel van het debat over de bestuurlijke toekomst werd bekend onder de termen programmering / programmatische afstemming. Het inhoudelijke debat over de programmering van de regionale agenda zal naar verwachting voor het zomerreces van 2013 zijn afgerond. Manden Maken Manden Maken heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteitssprong in de Drechtsteden, zowel op fysiek, economisch als sociaal terrein. Onder andere is de regionale kennisinfrastructuur versterkt door een samenhangende ontwikkeling van het onderwijsconcept tussen het Leerpark en drie LOC’s. Het uitgangspunt bij de bestuurlijke besluitvorming in april 2011 was dat Manden Maken financieel en inhoudelijk als programma afgerond zou zijn. Het begrotingsprogramma is in 2012 blijven bestaan om het programma administratief af te handelen. Met het opstellen van de 1e bestuursrapportage is gebleken dat een aantal projecten een langere doorlooptijd heeft. In het afgelopen jaar is bij de afhandeling van de besluitvorming over de (financiële) afhechting van Manden Maken uit 2011 ook duidelijk geworden dat er nog een tekort dreigt. Er heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken van de administratie van Manden Maken. Hieruit is gebleken dat er een overtekening van projecten is ten opzichte van het in Manden Maken beschikbare bedrag ter grootte van € 3,8 miljoen. Om dit tekort terug te dringen is een aantal oplossingsrichtingen onderzocht. Dit heeft geleid tot een aanvullende besparing op nog uit te betalen projecten van € 775.000. Het tekort komt hierdoor op ruim € 3 miljoen. Sociale Dienst Drechtsteden Het afgelopen jaar stond in het teken van de aanhoudende economische crisis. Achterblijvende economische groei zorgde voor een daling van het aantal beschikbare banen en een verdere stijging van de werkloosheid. Alle zeilen werden bijgezet om het groeiende klantenbestand een halt toe te roepen. Ingezet werd op onder andere instroombeperking, een actieve werkgeversbenadering via Baanbrekend Drechtsteden en de klantbenadering vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’. En niet zonder enig succes: waar de SDD in de ‘Benchmark grote gemeenten’ over de eerste vijf maanden van het jaar ‘als grootste stijger’ nog hekkensluiter was, blijkt het SDD over het gehele jaar genomen
5
uiteindelijk bovengemiddeld te scoren. Toch is de doelstelling ‘Een daling van het klantenbestand met 350 uitkeringen’ niet gehaald: op 31 december 2012 waren er 4.835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan het jaar ervoor. Naast deze doelstelling was er bij de SDD een tweede doelstelling die inhield dat de programmakosten van de WMO niet meer zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011. Aangezien de programmakosten van de WMO met € 1,6 miljoen zijn gedaald, is deze doelstelling ruimschoots behaald. Ingenieursbureau Drechtsteden In 2012 heeft het IBD zich vooral gericht op het verbeteren van zowel de dienstverlening aan, als de relatie met de opdrachtgevers. Projectmatig creëren en de zorg voor de projectbeleving stonden (en staan nog steeds) hoog op de agenda. Uit de positieve reacties van de reguliere opdrachtgevers in Dordrecht en Zwijndrecht blijkt dat de extra inspanning om de relatie en dienstverlening te verbeteren zeker tot succes heeft geleid. De verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer verandert steeds meer tot een intensieve samenwerkingsrelatie. Servicecentrum Drechtsteden De missie van het SCD is een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die zijn klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Het doel is om de komende jaren een toonaangevende shared serviceorganisatie binnen het publieke domein in Nederland te worden. Om dit te kunnen realiseren zijn drie met elkaar samenhangende veranderopdrachten geformuleerd; aansturing en rollen in het netwerk, nieuwe klantrelaties en doorontwikkeling SCD. Aansturing en rollen in het netwerk; Nieuwe klantrelaties; In 2012 is er een meerpartijenovereenkomst (MPO) gesloten over de toekomstige relatie tussen het SCD en de GR’en Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ. Doorontwikkeling SCD; In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van het SCD die ertoe moeten leiden dat het SCD de komende jaren resultaten boekt op het gebied van klanttevredenheid, organisatievolwassenheid en besparingen. Onderzoekcentrum Drechtsteden In 2012 heeft het OCD zich sterk ingezet op de externe acquisitie. Dit heeft geresulteerd in enkele externe opdrachten en een fors aantal “extra” interne opdrachten. Daarnaast heeft het OCD gewerkt aan haar “strategisch partnerschap”. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het jaar 2012 markeerde voor het GBD een nieuwe ontwikkelingsfase: de startblokken voorbij, een nieuwe ronde. Een nieuwe ontwikkelingsfase – de startblokken voorbij – vroeg ook een vernieuwde aansturing. Het perspectief van een gelande organisatie gaf immers ook het startpunt aan voor doorontwikkeling. Voor 2012 was de overgang naar een meer procesgerichte organisatie een belangrijke opgave. Financiële uitkomst De jaarrekening van de GD sluit 2012 af met een positief resultaat van € 15 miljoen. In het jaarverslag is per GRD-dochter een toelichting en analyse op het resultaat opgenomen. Hieronder is in grote lijnen de opbouw van het positieve resultaat weergegeven. Bureau Drechtsteden laat een positief resultaat zien van ongeveer € 1.000. Dit resultaat is het gevolg van lagere personele lasten, een lagere besteding van het werkprogramma en op de extra impuls economie. De onderbesteding op het werkprogramma is het gevolg van goedkoper uitgevallen projecten en van projecten die door eigen medewerkers van Bureau Drechtsteden zijn uitgevoerd. Op het programma Bestuur en Staf is een tekort van € 9.000 als gevolg van hogere lasten voor de Drechtstedendinsdagen en extra kosten voor de regiogriffie. Deze hogere lasten zijn deels gecompenseerd door een voordeel op de personele lasten.
6
Het positieve resultaat van de Sociale Dienst Drechtsteden bedraagt € 18,5 miljoen. Dit resultaat is ontstaan doordat gemeenten een hoger inkomensdeel hebben ontvangen dan aanvankelijk was voorzien. Alle gemeenten hebben een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 toegekend gekregen van in totaal € 7 miljoen. Daarnaast zijn zoveel mogelijk apparaatslasten ten laste van het participatiebudget gebracht. Van het participatiebudget 2012 is uiteindelijk ruim € 4 miljoen overgebleven, die conform reserveringsregeling worden doorgeschoven naar 2013. Op het apparaat is, na dotatie aan de voorziening frictiekosten SDD van € 1,5 miljoen, een positief resultaat van € 4,7 miljoen. Op de WMO is een resultaat behaald van € 3,1 miljoen, dit doordat de uitgaven zijn gedaald en hogere inkomsten vanuit CAK. Het Ingenieursbureau Drechtsteden sluit 2012 af met een positief resultaat van € 381.000 als gevolg van hogere productiviteit dan was begroot. Als gevolg van de financiële taakstelling had het IBD een winstdoelstelling van € 151.000 en deze is dan ook ruimschoots behaald. In het kader van de doorontwikkeling van het SCD zijn de processen bij het SCD doorgelicht en dit heeft ertoe geleidt dat een reorganisatie heeft plaatsgevonden. Ondanks de reorganisatie bij het Servicecentrum Drechtsteden heeft het SCD een operationeel resultaat van € 94.000 behaald. Als gevolg van de reorganisatie zijn medewerkers bovenformatief geplaatst. Voor 2012 bracht dit een last van € 974.000 met zich mee en voor de komende jaren is een voorziening ter hoogte van € 3,5 miljoen gevormd. Deze is ten laste van de exploitatie van 2012 gevormd. Hierdoor bedraagt het negatieve resultaat van 2012 van het SCD € 4,4 miljoen. Het Onderzoekcentrum heeft het jaar positief afgesloten met een resultaat van € 19.000. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft een positief resultaat behaald van € 224.000 als gevolg van hogere inkomsten vanuit opgelegde dwangbevelen en aanmaningen en lagere operationele lasten. Op de algemene dekkingsmiddelen is een positief resultaat ontstaan van € 254.000 als gevolg van het renteresultaat. (Bedragen x € 1 miljoen)
Reserves Toevoegen Vrijvallen 1 1 -9 -9
Saldo BDS B&S SDD Participatie Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaat
4.423 1.436 6.994 1.306 -238 4.725
4.423
IBD SCD frictie SCD bedrijfsvoering GBD OCD Algemene dekkingsmiddelen
381 -4.523 94 224 19 254
69
ICT inhaalafschrijving Manden Maken Totaal
15.087
800 4.500 281 -238
860
2.236 2.494 1.025 860 4.725 312 -4.523 0 224 19 254
94
3.300 3.025 15.446
Afrekenen met gemeenten
1.660
-3.300 -3.025 1. 301
7
2 Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden De jaarrekening over 2012 van het “nieuwe” bureau Drechtsteden ligt voor u. Op 1 april 2012 is namelijk formeel gestart met het “nieuwe” bureau Drechtsteden (BDS). Aanleiding voor de reorganisatie was het feit dat het netwerk van de samenwerkende Drechtsteden en de allianties met strategische partners vragen om een meer strategische inzet. Daarnaast was een steviger positionering als concernstaf gewenst en was sprake van vraag naar extra inzet op een kwalitatief hoogwaardige procesvoering ten aanzien van bestuurs- en raadsondersteuning. Door Bureau Drechtsteden worden drie taakvelden ingevuld: concerntaken, strategisch beleid en ondersteuning besluitvorming. De financiering van BDS loopt voornamelijk via door de Drechtraad vastgestelde inwonerbijdragen. Naast een algemene bijdrage voor de programma’s Bureau Drechtsteden en Bestuur en Staf, worden ten behoeve van taken van BDS of ten behoeve van financiering van gezamenlijke activiteiten (denk aan bijvoorbeeld Waterbus en NME) specifieke inwonerbijdragen geïnd. De voorliggende jaarstukken bevat de weerslag van een jaar werken aan het verwezenlijke van het rMJP en aan sturing en ondersteuning op en ten behoeve van het concern. Bureau Drechtsteden is de ambtelijke spil in de regionale samenwerking. Vanuit het Handelingskader Sturingsmethodiek dat in 2011 door het DSB is vastgesteld, waarbij versterking van eigenaarschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid de kern is, is begin 2012 de herpositionering van het bureau afgerond, waardoor de nadruk veel meer op regie is komen te liggen. De rol van regisseur speelt op drie terreinen: netwerkinhoud, netwerkbestuur en interne concernsturing. Op het terrein netwerkinhoud zijn de belangrijkste dossiers (regionale prioriteiten) in deze bestuursperiode economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat. Economie – arbeidsmarkt: vooral van belang dit jaar is de economische impuls ten behoeve van de invulling economische agenda zuidvleugel en de topsector water en logistiek, waarvan de uitwerking via 7 investeringslijnen plaatsvindt: Herstructurering bedrijventerreinen , Bevorderen transport schone schepen ( LNG/ Schone motor), maritieme campus, continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Woonklimaat: bij woonklimaat spelen vooral de thema’s bereikbaarheid en groen een belangrijke rol. Op het terrein netwerkbestuur zijn de belangrijkste dossiers: aangaan externe allianties, monitoren Drechtstedendinsdagen, strategische communicatie en bestuurlijke vernieuwing. Op het terrein Concernsturing: inrichten en gebruiken van een passend instrumentarium voor de bedrijfsvoering; het benoemen en vastleggen van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen het regionale netwerk en op basis daarvan het instrumentarium voor sturing, verantwoording en toezicht inrichten en de uitvoering van de vastgestelde Financiële Strategie. Bovenregionaal vertalen de prioriteiten zich onder andere in het: gestaag verder werken aan de uitwerking van de gebiedsagenda Zuidvleugel 2010-2020; eensgezind aan de slag gaan rond de uitvoering van de economische agenda Zuidvleugel 2012-2015 met een volwaardige rol voor de Drechtsteden; willen vervullen van een leidende schakelrol in het smeden van functionele allianties in de Zuid-Westelijke Delta op de as Rotterdam - Antwerpen. stevige samenwerking met de provincie Zuid-Holland door middel van een in april vastgestelde samenwerkingsagenda.
8
Wat hebben wij bereikt? Rond de zomer van 2012 is door de Drechtraad gedebatteerd over het te actualiseren rMJP aan de hand van de zogeheten Tussenbalans. Daarbij is vastgesteld dat in deze tijden van crisis de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van de Drechtsteden gebaat zijn bij een consistent en robuust overheidsbeleid. De focus die in deze debatten is aangebracht, behoud en versterking van de economische ontwikkelingskracht en waarborgen en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit zijn het kader voor deze actualisatie. Het huidige rMJP bevatte een koers en deze koers blijft het uitgangspunt. Dit betekent dat we blijven werken vanuit het streefbeeld “Samen Stad aan het Water”. De pieken Water, Landschap en Binnenstad, bepalen onverminderd de focus in het bestaande beleid en zijn de basis van waaruit we de kwaliteitssprong willen maken. Het fundament vraagt blijvende aandacht, want dat moet op orde zijn om in de pieken te excelleren. De prioriteiten blijven ook de komende periode liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Om binnen die prioriteiten het juiste te doen, stemmen we de activiteiten van de komende jaren af op de veranderende samenleving. Nog meer dan we al hebben gedaan realiseren we ons dat onze activiteiten gericht moeten zijn op het aantrekken van mensen, bedrijven en investeringen door een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te bieden. Onze koers die het fundament op orde brengt en de pieken versterkt is daarvoor het geschikte kader waar we het over eens zijn. Drie elementen zijn bepalend voor de invulling van de activiteiten die we de komende jaren regionaal moeten oppakken om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Ten eerste is dat de realisatie dat onze regionaal beschikbare middelen alleen als we ze gericht inzetten het verschil kunnen maken. Dat doen ze door investeringen van anderen los te maken en deze te richten. Ten tweede realiseren we ons dat onze afzonderlijke activiteiten meer dan ooit afgestemd en gefocust moeten worden om elkaar te versterken in plaats van afbreuk aan elkaar te doen. En ten derde, we hebben een veel beter bewustzijn gekregen op wat het juiste schaalniveau is voor het oppakken van onderwerpen. We organiseren ambities daar waar ze het meest efficiënt en effectief zijn. In de bespreking van de tussenbalans door de Drechtraad is focus aangebracht in de thema’s die de komende jaren van belang zijn om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Focus betekent in het geval van het rMJP dat we de juiste dingen willen doen (en dat betekent kiezen want sommige activiteiten doen we niet meer), en het betekent ook dat we alle activiteiten gaan focussen op het leveren van de gewenste bijdrage aan onze doelen. In dat kader zijn de door de Drechtraad gestelde prioriteiten samengebracht onder vier samenhangende focuspunten, namelijk: - maritieme en logistieke topregio, met als doel het versterken van economische activiteiten door investeringen van het bedrijfsleven te faciliteren en te versterken. - aantrekkelijk woonklimaat, gericht op versterking van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving. - sociaal sterk, werken we aan versterken van de werkgelegenheid door met focus op vergroten van de veiligheid en zelfredzaamheid en het voorkomen dan wel opvangen van achterstandsgroepen. - bestuurlijk, ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking.
9
Hoe hebben we gemeten? Kritische succesfactor Economische structuur
Werkgelegenheid
Kwaliteit van het werkklimaat Uitgifte bedrijventerreinen Bedrijfs- en kantoorruimte
Leegstand winkelruimte
Bezoek aan toeristische iconen
Prestatie-indicator
0-waarde 2010
Totale bedrijvigheid (aantal vestigingen met minimaal 1 werkzame persoon die ≥12 uur per week werkt)
9.995 (1.1.2009)
Bedrijvigheid in maritieme cluster Aantal startende ondernemers
820 (1.1.2010) 1.432 (2009)
Totale werkgelegenheid (aantal werkzame personen ≥ 12 uur per week) Werkgelegenheid maritiem cluster Drechtsteden Oordeel ondernemers ondernemingsklimaat Uitgifte t.o.v. aanbod
102.988 (1.1.2009)
7.500 (1.1.2010) 6,6 (2008) 7,9% (2009) 22% (19%) (2009) 71% (39%) (2009) 148 27.717 (2009)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
10.706 (1.1.2010)
11.234 (1.1.2012)
11.763 (1.1.2011) -
-
1.658 (2010)
ca. 1.600 (2012)
1.746 (2011) 103.148 (1.1.2010)
102.275 (1.1.2012)
103.995 (1.1.2011) -
-
- Binnenstad Dordrecht (aantal toeristische bezoekers)
711.000 (2008) 1,5 mln (2008)
6,8 (2010) 8,2% (2010) 12% (16%) (2011) 12% (28%) (2011) 172 26.784 (2010) 208 30.614 (2011) 834.000 (2010) 2,0 mln (2010)
- Werelderfgoed Kinderdijk (aantal bezoekers)
112.198 (2008)
128.915 (2011)
132.968 (2012)
- Hollandse Biesbosch (aantal bezoekers)
127.837 (2009)
112.785 (2011)
110.897 (2012)
Ratio’s* (t.o.v. landelijk) - kantorenmarkt - bedrijfsruimtemarkt Leegstand winkelruimte - aantal verkoopruimten - aantal m2 vvo
meting in 2013 1,4% (2011) 13% (13%) (2012) 23% (33%) (2012) 227 38.570 (2012)
818.000 (2011) 2,4 mln (2011)
Algemene Toelichting Voor een aantal kentallen geldt dat definities zijn aangepast. Om de kentallen vergelijkbaar te houden zijn de kentallen conform de nieuwe definities met terugwerkende kracht voor 2010 en 2011 aangepast. * Toelichting ratio kantoren en bedrijfsruimte De ratio geeft de verhouding weer tussen het aanbod en de opname van bedrijfsmatig vastgoed. Alle opnames van het jaar worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aanbod aan het eind van het jaar. Een ratio van 55-60% wordt vaak als een gezonde ratio bestempeld.
10
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Fysiek Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Ruimtelijke ordening Participatie actualisatie provinciale structuurvisie (PSV)
Verwerking van door de Drechtsteden gewenste wijzigingen in de provinciale structuurvisie.
Jaarlijks wordt de PSV geactualiseerd. Per brief van 30 mei heeft het Drechtstedenbestuur gebruik gemaakt van de mogelijkheid de actualisatie te beïnvloeden. 2013 staat in het teken van een herziening, dat betekent dat de PSV geheel wordt herzien.
Gebiedsvisie Deltapoort
Verbetering van de leefbaarheid en versterking van de economie in het deel van de Zuidvleugel tussen Rotterdam en Dordrecht.
Op 12 juni 2012 heeft de Drechtraad de Gebiedsvisie Deltapoort als richtinggevend kader voor regionale afwegingen vastgesteld. Hiermee kan aan de uitvoering van de verschillende opgenomen projecten worden gewerkt. Wegens verdergaande planvorming blijven de Drechtsteden in 2013 participeren en coördineren met het oog op de regionale afstemming.
Regionale structuurvisie Drechtsteden
Herziening van het regionale ruimtelijk beleid en verwerking van nieuwe ontwikkelingen en inzichten waaronder het nieuwe rMJP.
Op 27 juni 2012 is ingestemd met de startnotitie tot aanpassing van de regionale structuurvisie. De werkzaamheden zijn gestart.
Project Merwedezone
Verbetering van leefkwaliteit in de zuidrand van de Alblasserwaard.
De visiefase van het Project Merwedezone is eind augustus 2012 afgerond. Het is nu aan de gemeenten om het voortouw in de concrete uitvoering van projecten te nemen. De Drechtsteden bereiden een plan van aanpak voor de afstemming van deze uitvoering voor. Verder hebben de Drechtsteden geen coördinerende rol meer.
Zuidvleugel
Versterking van de vitaliteit van de Zuidvleugel door afstemming en richten van investeringen in ruimte, economie veiligheid en bereikbaarheid.
De Drechtsteden participeren actief in de Zuidvleugel, omdat dit een belangrijk samenwerkingsverband is waarin afspraken worden gemaakt over ruimtelijke ontwikkeling, economische ontwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid. Het is een continu proces. De economische agenda geeft inzicht in de prioriteitsstelling ten aanzien van de bedrijfsterreinen en heeft als concreet resultaat de totstandkoming van
Stedenbaanplus
Vergroting van het aanbod openbaar vervoer op de oude lijn tussen Dordrecht en Leiden, en goede aansluiting op
In 2012 is gewerkt aan: beïnvloeding van het programma hoogfrequent spoor
11
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat aanvoerlijnen als de MerwedeLingeLijn. Doel is spoorboekloos te kunnen rijden (minimaal 6 treinen per uur).
Stand van zaken behoud van de Intercity Kwaliteit van Station Dordrecht Veiligheid rond goederenvervoer op het spoor waaronder de Boog van Meteren
Stedenbaanplus werkt daartoe concreet aan versterking van de stationsomgevingen en vergroting van het ruimtelijk programma met als doel meer potentiële reizigers rond die stations. Deltri
Verstevigen van de relaties tussen de Rotterdam, Drechtsteden, West-Brabant en de betrokken provincies, gericht op afstemming van investeringen en gezamenlijk optrekken op de dossiers groen, ruimte, economie, bereikbaarheid en veiligheid richting rijk en Europa.
In 2012 is gewerkt aan: havenvisies Rotterdam en Moerdijk uitvoeringsagenda bedrijventerreinen agenda bereikbaarheid (weg, spoor, water) bepalen gezamenlijke inzet richting rijk en Europa concreet maken ambities economie en leefbaarheid uitwisselen kennis arbeidsmarkt samenhang Deltri Vlaams Nederlandse Delta
Groen, Water, Milieu Groenblauw netwerk
De realisatie van het regionaal uitvoeringsprogramma gericht op groenprojecten in de Drechtstedelijke buitengebieden door middel van het organiseren en zekerstellen van provinciale middelen.
12 juni 2012 heeft het Drechtstedenbestuur kennisgenomen van de groslijst met de hierin benoemde prioriteiten uit het regionale uitvoeringsprogramma. Het komt nu op uitvoering aan voor die projecten waar provinciale middelen op ingezet gaan worden. De Drechtstedengemeenten zijn aan zet.
Water op de kaart/Deltadeelprogramma
Ontwikkelen van kennis op het gebied van waterveiligheid in de regio in het kader van de klimaatverandering en het deelnemen in het zogeheten Deltadeelprogramma Rijnmond Drechtsteden.
In 2012 heeft het Deltadeelprogramma vooral verkend wat eventuele problemen in Rijnmond-Drechtsteden en wat mogelijke oplossingen daarvoor zijn. In 2014 maakt het rijk hierin keuzen, 2013 staat in het teken van nader onderzoek en het trechteren van de opties om het probleem aan te pakken. Regionale coördinatie op onze betrokkenheid blijft ook in 2013 noodzakelijk.
Externe veiligheid
Verkleinen van de risico’s in de Drechtsteden ten gevolge van de overschrijdingen van de normen voor externe veiligheid op met name het doorgaande spoor.
Verschillende activiteiten zijn in 2012 uitgevoerd. Er wordt regulier gelobbyd bij relevante partners om het probleem te blijven agenderen. Zo is in juni 2012 een motie in de kamer behandeld die de minister opdraagt middelen vrij te maken
12
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken om de problemen in de Drechtsteden te verlichten. Ook is actief gereageerd op de MER Boog van Meteren, omdat deze een deel van de oplossing voor de Drechtsteden is. De Drechtraad is per brief van 10 oktober 2012 hierover geïnformeerd. Om de veiligheid op orde te krijgen is blijvende agendering bij rijk en provincie samen met onze partners noodzakelijk.
Routekaart Drechtsteden/ Energieprogramma
De Drechtsteden hebben zichzelf klimaatdoelen gesteld. Doelstellingen t.o.v. 2009: -energiebesparing van 10% in 2015; - 3% extra duurzame energie opgewekt uit eigen bronnen.
Op 26 juni heeft het DSB via de zogeheten Routekaart inzicht gekregen in kansrijke activiteiten om de klimaatdoelen te bereiken. Op basis hiervan wordt gewerkt aan nieuwe concrete activiteiten. Tegelijk wordt al veel gedaan via het Energieprogramma: -Energiebesparing koopwoningen -collectieve inkoop zonnepanelen -zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen -energiebesparing gemeente- en regiokantoren - duurzame mobiliteit in het kader waarvan de Lean and Green award is toegekend.
Programma luchtkwaliteit
Verbetering van de luchtkwaliteit zodat de Drechtsteden voldoen aan de landelijke normen.
In de op 27 juni 2012 door het DSB vastgestelde rapportage wordt de stand van zaken weergegeven en zijn voorstellen gedaan tot actualisatie van de uitvoering van het Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015. De uitvoering van de verschillende projecten is in volle gang. Bijzondere aandacht is er geweest voor het project Restwarmte. 8 maart 2012 heeft het DSB ingestemd met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst (convenant) “Warmtelevering Drechtsteden: lange termijn samenwerking. Daarmee krijgt het project concreet vorm. De gemeenten zijn aan zet om de uitvoering te organiseren. Ook belangrijk in de regio is het project Walstroom. Dat voorziet in electriciteitsvoorzieningen voor de binnenvaart wanneer ze in de Drechtsteden aan de wal liggen. In 2012 is de projectfase afgerond. De voorzieningen op de wal zijn gerealiseerd en worden nu geëxploiteerd. Tot nog toe is gewerkt op basis van ramingen. De ervaringen met de exploitatie van de afgelopen periode worden gebruikt om de exploitatie voor de
13
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken komende jaren robuust te maken.
Milieumonitor
Monitoring van de resultaten van de inspanningen op verbetering van de milieukwaliteit met het oog op tijdige bijsturing.
De milieumonitor wordt begin 2013 opgeleverd voor bespreking. De monitor wordt tweejaarlijks gemaakt.
Natuur en Milieu-educatie
Betrokkenheid en bewustzijn op milieu bij met name inwoners in de Drechtsteden vergroten
NME 2012 is conform de regionaal gemaakte afspraken op basis van een vooraf geaccordeerd jaarprogramma door Weizigt uitgevoerd. De betrokkenheid van de samenleving is nog steeds groot.
Regionaal mobiliteitsplan
Inzicht in de beleidsdoelen van de Drechtsteden ten aanzien van mobiliteit om door middel van regionaal samenhangende maatregelen de bereikbaarheid van de Drechtsteden te verbeteren. Op basis hiervan kunnen concrete projecten ter vergroting van de bereikbaarheid van de Drechtsteden worden voorbereid en opgestart.
Op 4 december 2012 heeft de Drechtraad het regionaal mobiliteitsplan vastgesteld. Met ingang van 2013 zal worden gewerkt aan de uitvoering, zowel regionaal als (voornamelijk) lokaal.
Visie Openbaar Vervoer
De Drechtsteden willen samen sturen op de invulling van de tot 2018 verleende ov-concessie Drechtsteden-Alblasserwaard (beperkt mogelijk). Daarnaast willen de Drechtsteden gefundeerd meepraten over de invulling van de nieuwe concessie en verder waarvan de voorbereiding in 2014 al zal starten.
In 2012 is met stakeholders is een interviewronde gehouden. Op basis daarvan is een notitie van uitgangspunten opgesteld. Op basis hiervan wordt de OVvisie opgesteld en in discussie gebracht, met het oog op besluitvorming in 2013.
Hoogwaardig openbaar vervoer
Realisatie van infrastructuur ten behoeve van hoogwaardig openbaar vervoer in de Drechtsteden.
Het programma is de afgelopen jaren uitgerold en in 2013 wordt voorzien in afronding van regionale verantwoordelijkheid. Gerealiseerde projecten zijn onder andere de busstations Dordrecht en Zwijndrecht, en vrijliggende infrastructuur in bijna alle gemeenten. Gemeenten die nog niet geheel gereed zijn worden vanaf 2013 zelf verantwoordelijk voor de coördinatie op de subsidiegelden. Dit is verantwoord omdat de meeste projecten zijn uitgevoerd.
Afstemming/lobby gemotoriseerd verkeer/openbaar vervoer
Verbetering van de bereikbaarheid van de Drechtsteden via zowel de weg
Het is van belang om voortdurend te lobbyen voor de inzet van rijks- en provinciale middelen op de belangrijke
Bereikbaarheid
14
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
als het spoor.
infrastructuur in de Drechtsteden. In 2012 is het vooral gegaan over de gemaakte afspraken rond de N3-A16 en de Intercitykwaliteit Dordrecht. Ook de A15 is nogmaals geagendeerd. Dit is evenwel moeilijk gebleken vanwege de bezuinigingen bij het rijk.
Verkeersveiligheid
Uitvoeren MJP 2011-2013 gericht op het uitvoeren van projecten die de verkeersveiligheid verbeteren.
Het programma is in uitvoering via de werkgroep verkeersveiligheid. Het betreft concrete gemeentelijke projecten.
Haalbaarheidsonderzoek Investeringsfonds Fiets
Vervolmaken regionale fietsroutes zodat fietsen aantrekkelijker wordt en meer mensen de fiets pakken.
Deze activiteit is in 2012 concreet opgepakt via de provinciale BDU-uitvraag en wordt gekoppeld aan bestaande fietspadenplannen van gemeenten en provincie. Op 7 februari 2012 heeft het DSB €250.000 vanuit de uitvraag BDU 2012/2013 als spaarproject gelabeld aan het thema fiets.
Mobiliteitsmanagement
Vermindering van de hoeveelheid autoverkeer bij het bedrijfsleven. Dit draagt direct bij aan verbetering van de bereikbaarheid en versterking van de leefkwaliteit. Er is immers minder kans op congestie en luchtvervuiling.
In 2011 is al gesignaleerd dat de concrete aanpak “Zakelijk Slim Mobiel” (ZSM) niet de gewenste resultaten geeft. Met name het aanbodgerichte onderdeel werkt niet. Terwijl het probleem (vraaggerichte) onderdeel wel voorzien in een behoefte bij de bedrijven. Dit traject is dan ook halverwege gestopt. Inmiddels is door rijk en provincie de vraaggerichte aanpak geadopteerd in het kader van Beter benutten en rijk en provincie vragen de Drechtsteden zich hierbij aan te sluiten. Het Drechtstedenbestuur heeft zich hier positief over uitgelaten en de samenwerking is in 2012 concreet voorbereid ter besluitvorming begin 2013.
WSV Woondag/woonpromotie
De Drechtsteden via woonpromotie waaronder de Woondag als aantrekkelijk woongebied op de kaart zetten
De Woondag heeft 6 oktober 2012 plaatsgevonden. Ook zijn de woonkrant en het woonmagazine uitgebracht om mensen over wonen in de Drechtsteden te informeren. De resultaten van de Woondag 2012 worden begin 2013 geëvalueerd.
Woonmonitor plus
Zicht krijgen op de verwachte doelgroepen en hun huisvesting in de Drechtsteden
Oktober 2012 heeft ABF research in opdracht van de corporaties en gemeenten de woningmarktverkenning en doelgroepenanalyse voor de Drechtsteden opgeleverd. Mede op basis hiervan worden de PALT-afspraken herijkt en wordt het woonbeleid waar nodig aangepast.
15
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Rapportage wonen/ regie woningbouwprogramma
Inzicht in het functioneren van en woningmarkt en de sturing daarop.
Het Drechtstedenbestuur heeft op 16 mei 2012 de rapportage wonen in de Drechtsteden 2012 vastgesteld. De resultaten hiervan zijn mede de basis voor aanpassingen in het woonbeleid.
PALT
Samenwerking gemeenten – corporaties, via gerichte prestatieafspraken.
De jaarvergadering PALT heeft op 29 juni 2012 plaatsgevonden. Belangrijke onderwerpen zijn de actualisatie van de afspraken en de woningbouwprogrammering. De vraag is aan de orde of en in hoeverre het voorliggende rijksbeleid, de financiële omstandigheden in de sector en de huidige marktontwikkeling van invloed zijn op de gemaakte afspraken. In 2013 wordt PALT daartoe herijkt.
Task Force
Rapportage voortgang regionale woningbouwprojecten gericht op realisatie van grote aantallen woningen door middel van versterking van projectmatig werken.
De task-force heeft zijn werk gedaan, de projectmatige aanpak is verankerd in de regio. Hierdoor en wegens de economische situatie en de stagnerende woningmarkt is de task-force opgeheven. Via de eindrapportage van juni 2012 heeft de task-force haar werkzaamheden over de periode 2002 t/m 2011 beëindigd.
Platform Drechtsteden Bouwt
Onderhouden van relaties en inhoudelijke voeding met de marktpartijen over de ontwikkelingen van de woningbouw.
Het platform heeft op 29 oktober 2012 een eerste discussie bijeenkomst georganiseerd met als doel inbreng te organiseren ten behoeve van een aangescherpte woningbouwprogrammering. Deze was druk bezocht en voorziet in een behoefte bij overheid en marktpartijen.
Woonruimteverdeling
Beleid volgen, beoordelen en zonodig regionaal bijstellen.
Dit is een continu proces gericht op het beschikbaar stellen van woningen aan de betrokken doelgroepen.
Kwaliteitsbeleid
Vergroten van de kwaliteit van de nieuwbouw uitgaand boven wat wettelijk verplicht is. Het gaat daarbij om onder andere veiligheid en duurzaamheid.
In 2012 is het instrument GPR (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn) volop gebruikt in de Drechtsteden. Tijdens de Woondag 2012 is kort stilgestaan bij de resultaten van GPR. GPR wordt als instrument goed benut en als hulp ervaren.
Coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3)
Vastleggen van de prestatieafspraken rijkssubsidie voor stedelijke vernieuwing opdat gemeenten weten welke middelen ze voor welke projecten kunnen inzetten op stedelijke vernieuwing.
Op 9 november 2012 heeft het Drechtstedenbestuur ingestemd met het voorstel tot herverdeling van de ISV 3 subsidie. De Drechtraad is hierover per brief geïnformeerd. Gemeenten hebben duidelijkheid over de voor hen beschikbare middelen.
16
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Proeftuin Maritieme Innovatie
Initiëren en uitvoeren van collectieve innovatieprojecten bij bedrijven, zoveel mogelijk met studenten van MBO en HBO.
De proeftuin is goed bij onderwijsinstellingen en bedrijfsleven aangetakt. Dit resulteert in een oplopend aantal projecten. De in deze zomer gehouden Maritime Innovation Experience is hier een goed voorbeeld van. Het project gaat zijn laatste jaar in.
Relatiebeheer en promotie maritiem cluster
Promoten van de regio door als maritieme topregio en versterken contacten met het bedrijfsleven in deze sector
De ROM-D heeft vanuit een van de gemeenten een strategisch adviseur acquisitie aangesteld, die nader uitwerking geeft aan deze activiteit zoals het uitbrengen van regionale bidbooks aan bedrijven en het organiseren van gemeentelijk accountmanagementoverleg.
Uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen (UPB)
Opstellen en vaststellen van een regionaal uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen.
In 2012 is het UPB vastgesteld.
Detailhandelsbeleid
Actualiseren van de regionale structuurvisie detailhandel en horeca Drechtsteden.
Deze activiteit, aanvankelijk door bezuinigingen uitgesteld, is in het laatste kwartaal van 2012 opgestart. De onderzoekscomponent is reeds uitgevoerd.
Kantorenstrategie
Actualiseren van de regionale Kantorenstrategie; maken van afspraken om te komen tot een gezonde kantorenmarkt.
Deze activiteit is in 2012 gestart. In de zomer is een kantorensymposium georganiseerd, waarbij ook het onderzoek naar de marktsituatie is gepresenteerd. Begin 2013 wordt de strategie in besluitvorming gebracht.
Promotie vrijetijdseconomie
Uitvoeren van een pakket aan samenhangende promotieactiviteiten op het gebied van vrijetijdseconomie
De VVV Zuid-Holland Zuid heeft in opdracht van de Drechtsteden een pakket aan promotieactiviteiten uitgevoerd en hiervoor cofinanciering van derden aangetrokken.
Stimuleren ondernemerschap vrijetijdseconomie/Nieuwe Markten
Stimuleren van ondernemersinitiatieven en arrangementen op het gebied van vrijetijdseconomie.
Doordat de eerste fase onvoldoende uitzicht op een concreet uitvoeringsprogramma opleverde, is in overleg met de provincie, besloten dit project stop te zetten.
7 investeringslijnen:
Investeren in het vestigings(leef)klimaat
Voor de uitvoering van de zeven investeringslijnen is door de Drechtraad op 27 juni 2012 € 130.000 beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn in 2012 gematcht om nieuwe initiatieven te stimuleren en nieuwe private investeringen voor de regio Drechtsteden uit te lokken. Deze zijn door de regionale portefeuillehouders samen met
1. Herstructurering bedrijventerreinen. 2. Schone Schepen. 3. Maritieme Campus 4. University College 5. Showcase bouwen met
De aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt te verbeteren Innovatie en valorisatie van kennis te versnellen Door middel van promotie en acquisitie op het terrein van
17
Product/activiteit/project water 6. Ecoshape
Beoogd resultaat water- en deltatechnologie de kracht van de regio nog beter uitventen
partners uit de Zuidvleugel, bedrijfsleven en kennisinstellingen in 2012 uitgewerkt tot concrete voorstellen, voorzien van privaat/publieke financiering. Op basis van de Economische Agenda Zuidvleugel heeft de Stuurgroep Economische Agenda Zuidvleugel groen licht gegeven op de toekenning van een investeringspakket van meer dan € 72 miljoen voor de uitvoering van 22 prioritaire projecten de in de Zuidvleugel. Een deel van deze investeringen heeft betrekking op de delta/maritieme projecten in de Drechtsteden. In de periode 2013 – 2015 zullen de projecten verder tot realisatie worden gebracht.
Verbinden van de iconen Kinderdijk, Binnenstad Dordrecht en Biesbosch.
De aanvraag Provinciaal Wandelpadennetwerk is opgesteld en ingediend. Op basis hiervan kunnen subsidies worden aangevraagd ten behoeve van de realisatie.
7. Promotie en acquisitie maritiem cluster
Regionale Wandelpaden Infrastructuur
Stand van zaken
Aanleggen recreatieve infrastructuur. Watertaxisteigers/Waterbushalte Ark
Creëren van vervoersinfrastructuur over water.
In 2007 is subsidie verleend voor de aanleg van steigers tbv watertaxi’s. Dit project lag al jaren stil. Er is in 2012 een succesvol verzoek opgesteld om deze subsidie te mogen aanwenden voor een waterbushalte bij de Ark. Realisatie is voorzien in 2013.
Infozuilen
Verblijfsduur van de bezoeker te verlengen met als gevolg een stijging van de gemiddelde besteding per bezoeker.
In 2007 is subsidie verleend voor dit project. Ook dit project was stilgevallen. In 2012 zijn op één na, de ontbrekende zuilen geplaatst. Plaatsing van de laatste infozuil zal in de eerste helft van 2013 plaatsvinden.
De versterking van de culturele identiteit van de Drechtsteden. De versterking van de koppeling tussen stad en de directe omgeving.
18
Sociaal Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Jeugd Regionale Agenda Samenleving (RAS): Inzet t.a.v. jeugd en preventief jeugdbeleid
Realisatie van minimaal 4.166 cliënt contacturen. Verder oppakken regionale opgaven w.o. ontwikkeling en implementatie nazorg, continueren procesondersteuning Zorg voor Jeugd, passend onderwijs, realisatie en doorontwikkelen CJG. Regionale opgaven beogen ontwikkelen preventief jeugdbeleid in aansluiting op de decentralisatie van de jeugdzorg.
Het door de provincie verplicht gestelde minimaal aantal te realiseren cliënt contact uren wordt gehaald. Daarnaast is er budgettaire ruimte voor het realiseren van een aantal regionale opgaven zoals hiernaast (links) genoemd. Samenwerking t.a.v. CJG’s is gerealiseerd. Er wordt samengewerkt t.a.v. de afspraken met regionale partners over de zorginfrastructuur t.b.v. jeugd De doorontwikkeling CJG is geannuleerd. Het daarvoor bestemde budget is ingezet voor twee pilots VOLG. Opbrengst opdracht Passend Onderwijs is vertraagd door val kabinet en nieuw rijksbeleid. Voortzetting in 2013. Procescoordinatie Zorg voor jeugd is een vast taak en is gericht op verbeterde deelname van instellingen. Met behulp van JSO is methode ontwikkeld om uitstroom Jeugdzorg beter en sneller toe te leiden naar het lokale beleid. Deze regionale opgaven worden in het eerste kwartaal van 2013 verantwoord in het PFO. Voortzetting is afhankelijk van besluitvorming in het DSB In het 3e kwartaal heeft de provincie aangegeven in plaats van de RAS af te bouwen over een aantal jaar, dit nu op heel korte termijn te doen. Geen meerjarig convenant RAS meer, maar een subsidie tot juli 2013.
Coördinatie RAS Jeugd
Coördineren van de uitvoering van de RAS 2012 waaronder preventief jeugdbeleid + regionale opgaven jeugd 2012 en opstellen advies toekomst RAS
Nagedacht moet worden over de invulling van de opgaven preventief jeugdbeleid nadat de RAS subsidie vanaf 1 juli 2013 stopt.
Coördineren van de uitvoering van het programma cultuurparticipatie 2012 en beheren netwerk cultuur.
In verband met het wegvallen van provinciale subsidie cultuurparticipatie na 2012 is een adviestraject toekomst cultuurparticipatie gestart.
Cultuurparticipatie Coördinatie RAS Cultuurparticipatie
Inwoners van de Drechtsteden in staat stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. Cultuurnetwerker
Doel is om cultuureductatie structureel te verankeren in het
Voorzetting is onzeker, is onderdeel van
19
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
basisonderwijs.
adviestraject toekomst cultuurparticipatie
Coördinatie WMO Regiegroep
Afstemming regionale WMO taken en klankbord decentralisaties WMO.
Conform
WMO De Kanteling
Realiseren De Kanteling
Conform. Project in 2012 afgerond. Voortzetting lokaal. Een paar regionale taken worden regulier onderdeel van WMO regiegroep
WMO
Een sluitend aanbod ondersteuning bieden voor wie dat nodig heeft, waarbij een ‘kanteling’ plaatsvindt van ‘claimgedrag’ in het kader van de compensatieplicht naar ‘eigen verantwoordelijkheid’ in samenhang met maatwerk bij collectieve voorzieningen. WMO decentralisatie huishoudelijke hulp
Restant budget wordt ingezet voor voortgang De kanteling “afstemming lokale projecten”
Realisatie visie en beleidstraject.
Conform. Implementatie en uitvoering door SDD
Afstemming decentralisatie jeugdzorg met als resultaat een gezamenlijke visie, ontwerp en transformatieplan.
Afstemming zowel binnen Drechtsteden als Zuid-Holland Zuid. De 19 gemeenten hebben in maart een bestuursopdracht jeugdzorg geaccordeerd. Dit jaar is tweemaal een voortgangsrapportage ontvangen.
Afstemming decentralisatie AWBZ.
De concept visie op de Extramurale begeleiding uit de AWBZ is in de 1e helft 2012 besproken en in de 2e helft 2012 vastgesteld als richtinggevend kader voor verdere beleidsontwikkeling. De invoerings- datum van 01-01-14 is na de val van het kabinet uitgesteld waardoor 2012 benut kon worden voor het zorgvuldig inrichten van het beleidsproces.
Decentralisaties Jeugdzorg
AWBZ
Eind 2012 is een procesvoorstel opgesteld t.b.v. de Innovatieagenda AWBZ 2013-2014 waarin pilots en experimenten gestart zullen worden. Samenhang decentralisaties
20
Afstemming samenhang decentralisaties.
Om de samenhang tussen de drie grote decentralisaties die op gemeenten afkomen te bewaken, is in juni een bestuursopdracht Afstemming drie Decentralisaties opgesteld. De samenhang is noodzaak en biedt kansen. Voortgang, knelpunten en kansen worden periodiek besproken in het Drechtstedenbestuur.
Product/activiteit/project Bestuursakkoord Sociaal
Beoogd resultaat Opstellen Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord Drechtsteden.
Stand van zaken Als gevolg van het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ is eind 2012 aan het Drechtstedenbestuur voorgesteld om in 2013 een Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord sociaal uit te werken vanuit de visie participeren naar vermogen.
Arbeidsmarktbeleid Afstemming programma arbeidsmarktbeleid
Afstemming over onderdelen van het programma die betrekking hebben op: 1. aansluiting Onderwijs & Arbeidsmarkt 2. matching vraag en aanbod, het versterken 3. kennisinfrastuctuur hoger onderwijs 4. vergroten urgentiebesef. Een aantal onderdelen valt onder het regionaal programma Economie.
Het programmama is onderdeel van het rMJP en wordt bekostigd door de gemeente Dordrecht. Op onderdelen wordt een beroep gedaan op bijdragen van de overige gemeenten. Tweemaal per jaar wordt middels de voortgangsrapportage gerapporteerd over behaalde resultaten van het programma. Vier maal per jaar verschijnt een conjunctuurnotitie.
Participatiewet, visie en beleidsontwikkeling
Uitwerken visie op de Participatiewet.
In maart 2012 heeft het Drechtstedenbestuur opdracht gegeven voor het uitwerken van een plan van aanpak Wet Werken na Vermogen. Na de val van het kabinet is de WWnV ingetrokken. Het nieuwe kabinet kwam met een opvolger, de Participatiewet, die per 1 januari 2014 ingevoerd wordt. Eind 2012 is een regionale visie op de P-wet tot stand gekomen en een concept voorstel om te komen tot een nieuwe organisatie van de keten Werk & Inkomen.
Uitwerking motie laaggeletterdheid
Voorbereiden Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid 2013-2016.
Een motie Laaggeletterdheid namens de fracties Groen Links en Samenwerkende Lokale Partijen in Drechtraad in juli heeft geresulteerd in een bestuursopdracht ‘Voorbereiding Actieplan Laaggeletterdheid’ in september/oktober. De analyse van laaggeletterdheid in de regio is in december besproken in de Drechtraad. Verdere uitwerking van de opdracht loopt door tot mei 2013.
Bestuurlijke besluitvorming SDD door DSB en Drechtraad
Conform. Aandachtspunt is de betrokkenheid van gemeenten bij SDD beleid en vice versa afstemming hierover met de lokale gemeenten
Overig Besluitvorming over het beleid SDD
21
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.448 5.735 -713 127 840 713 6.575 6.575 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 8.856 8.352 -504 127 632 505 8.983 8.984 1
Lasten -2.408 0 -2.408
Afwijking Baten Saldo 2.617 209 -208 -208 2.409 1
Resultaatanalyse Het programma Bureau Drechtsteden heeft een positief resultaat van € 1.000. Voorgesteld wordt om dit te verrekenen met de exploitatiereserve van Bureau Drechtsteden. (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A. personele lasten B. werkprogramma 2012 C. extra impuls economie D. BDU Verkeer E. Projecten gefinancierd door derden F. Vrijval/overig Subtotaal
D. E.
G.
Baten BDU Verkeer Projecten gefinancierd door derden Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/S* I I I I I I
I I
Voordeel
Nadeel -47
-3 -2.725
-47 150 58 -2.675 58 48 -2.408
-58 -58
-2.675 58 2.617
-2.783 -208 -2.991
209 208 1
150 58 -2.675 58 51 317
2.675 2.675 2.992 2.992
Saldo
Gemeente**
Toelichting: A. Personele lasten Bureau Drechtsteden In de buraps is gemeld dat een overschrijding werd verwacht van op personele lasten door de inhuur van de Drechtstedensecretaris en als gevolg van de CAO. Deels is dit opgevangen door vacatureruimte, die is ontstaan doordat nieuwe collegae later zijn gestart met hun functie binnen Bureau Drechtsteden. B. lagere besteding werkprogramma 2012 Er zit een onderbesteding op het werkprogramma van € 150.000. Een aantal projecten zijn goedkoper uitgevallen, doordat er minder uren zijn gemaakt dan begroot. Tevens zijn projecten door eigen medewerkers van Bureau Drechtsteden uitgevoerd, zodat de claims op het werkprogramma vrijvalt. Het werkprogramma wordt grotendeels gefinancierd uit een bedrage uit de BWS-reserve. Hierdoor is er een lager bedrag onttrokken uit dit reserve. C. lagere bestedingen extra impuls economie Het Drechtstedenbestuur heeft in 2012 besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs zeven investeringslijnen. Voor deze extra impuls is € 130.000 aanvullend budget nodig. Bij de tweede burap is voorgesteld om dit bedrag te onttrekken uit de BWS-reserve. Een deel van de kosten wordt echter doorgeschoven naar 2013, zodat er voor het jaar 2012 een lagere onttrekking wordt gedaan uit de reserve.
22
D. Brede doeluitkering verkeer (BDU) Vanuit de provincie Zuid-Holland ontvangt Bureau Drechtsteden subsidies voor het uitvoeren van projecten. In 2012 is ca 2,7 miljoen extra uitgegeven. Dit is bestemd voor het project Stationsomgeving Dordrecht. E. Projecten gefinancierd door middelen van derden Naast de bovenstaande BDU-gelden ontvangt Bureau Drechtsteden van en via de gemeenten en de provincie Zuid Holland voor andere projecten en investeringen subsidies. Te denken valt aan subsidie voor het verbeteren van de Luchtkwaliteit in de Drechtsteden, ISV3 en Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). In 2012 hebben wij € 58.000 minder uitgegeven aan deze projecten dan begroot. F. Vrijval/overig Er zijn oude verplichtingen vrijgevallen. G. Mutaties reserves/resultaatbestemming De punten C en D leiden tot een mutatie in de reserves. Bij deze twee punten staat een verdere toelichting opgenomen.
23
2.2 Bestuur en Staf Bestuur In het programma Bestuur stond 2012 in het teken van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden, een voortzetting van het debat in de lokale raden in 2011-2012 over de toekomst van het eigen, lokale gemeentebestuur en het toekomstperspectief op de Drechtsteden. Een belangrijk hulpmiddel voor het debat in 2012 over de toekomst van het netwerkbestuur was de Verkenning naar mogelijkheden het netwerkbestuur door te ontwikkelen en effectiever en efficiënter in te richten. Deze verkenning gaf de opbrengst en weging van de vanuit verschillende kanten (raden, colleges, Drechtstedenbestuur, commissies Meijdam en Scholten) ingebrachte ideeën. Het debat over deze ideeën heeft eind 2012 geleid tot een afbakening van haalbare en effectieve opties, waarvoor naar verwachting in het eerste of tweede kwartaal van 2013 opdracht tot nadere uitwerking en/of voorbereiding van implementatie wordt gegeven. In het kader van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden werd in 2012 de politieke en bestuurlijke oproep gedaan de al dan niet vermeende vrijblijvendheid van regionaal beleid en regionale afspraken uit te bannen en duidelijkheid te scheppen over de taakverdeling tussen het lokale en het regionale niveau, te bepalen welke thema’s tot de agenda van de regio behoren met de bijbehorende organisatie van de zeggenschap. Dit onderdeel van het debat over de bestuurlijke toekomst werd bekend onder de termen programmering / programmatische afstemming. Het inhoudelijke debat over de programmering van de regionale agenda zal naar verwachting voor het zomerreces van 2013 zijn afgerond. De Drechtraad heeft in de tweede helft van 2012 nadrukkelijk het initiatief voor het debat en het proces van visievorming over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden naar zich toegetrokken. Onder opdrachtgeverschap van de Agendacommissie uit de Drechtraad is een raadswerkgroep gevormd met een belangrijke rol in begeleiding van het proces van debat en besluitvorming en stroomlijning van de lokale en regionale processen. In 2012 is het programma Netwerkdemocratie Drechtsteden afgerond. Dit programma was gestart naar aanleiding van de rapporten van de commissies Meijdam en Scholten II over de samenwerking in de Drechtsteden, en had vooral ten doel met extra aandacht voor strategische communicatie en lobby- en externe allianties-activiteiten, en een evaluatie van de Drechtstedendinsdag, impuls te geven aan de ontwikkeling van het netwerk. In oktober 2012 is de Drechtraad geïnformeerd over de resultaten van het programma, en de inbedding van activiteiten in de reguliere activiteiten. Bijzondere aandacht in het kader van het programma netwerkdemocratie verdienen de acties die voortkomen uit de evaluatie van de Drechtstedendinsdag uit 2011. Er zijn, met onder andere verbeteringen in de aanbieding en het format van vergaderstukken, stappen gezet in de opzet en inhoudelijke programmering van de Drechtstedendinsdag, om zo het regionale platform voor raadsleden, bestuurders en maatschappelijke partners, gestalte te geven en door te ontwikkelen. In de tweede helft van 2013 zal, als voorbereiding op de nieuwe raadsperiode vanaf 2014, de opbrengst van de aanbevelingen uit de evaluatie worden geïnventariseerd en in een overdrachtsdocument aan de formateur worden meegegeven. Tijdens de Drechtstedendinsdag van 3 juli 2012 is er, tijdens de beraadslagingen over de jaarrekening 2011, 1e bestuursrapportage 2012 en primaire begroting 2013, door de Drechtraad de Zomermotie ingediend. Met deze motie roept de Drechtraad het Drechtstedenbestuur op om invulling te geven aan nadere bezuinigingen. In november 2012 heeft het Drechtstedenbestuur, door middel van een raadsinformatiebrief, een aantal bezuinigingsmogelijkheden gepresenteerd. In de carrousel Middelen van december 2012 heeft de portefeuillehouder toegezegd om de voorstellen uit te werken en deze in het voorjaar voor te leggen aan de Drechtraad. Als gevolg van de verwachte daling van het gemeentefonds zal de GRD opnieuw met bezuinigingsvoorstellen komen. Deze voorstellen zullen dezelfde inhoud hebben als de voorstellen die in de raadsinformatiebrief Zomermotie zijn genoemd. Het totaal aan bezuinigingen zal in het 2e kwartaal van 2013 worden gepresenteerd aan het Drechtstedenbestuur.
24
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Netwerkbestuur
Verdere versterking van de politiekbestuurlijke samenwerking in de Drechtsteden, met het oog op optimale vervulling van de maatschappelijke opgaven van gemeenten en regio.
Debat gestart in 2012.
Programma Netwerkdemocratie Drechtsteden
Impuls aan de ontwikkeling van het netwerk.
Programma is in de tweede helft van 2012 afgerond, de Drechtraad is geïnformeerd met een raadsinformatiebrief
Monitoring Drechtstedendinsdag
Effectief platform voor ontmoeting en stimulering van bestuurlijke kennisuitwisseling, synergie en besluitvorming.
Permanente aandacht voor de effectiviteit van de Drechtstedendinsdag. In de raadsinformatiebrief in het kader van de afronding van het programma Netwerkdemocratie Drechtsteden is de stand van zaken gemeld van de opvolging van de aanbevelingen uit de evaluatie van 2011 van de Drechtstedendinsdag.
Programmering / Programmatische afstemming
Afspraken over principes van programmering en het domein van de regionale strategische agenda.
Debat gestart in 2012.
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Programma Bestuur en staf Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 2.151 2.151 0 0 0 0 2.151 2.151 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 2.167 2.158 -9 0 0 0 2.167 2.158 -9
Lasten -17 0 -17
Afwijking Baten Saldo 8 -9 0 0 8 -9
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Hogere lasten Drechtstedendinsdagen B Extra kosten regiogriffie C Personele lasten bestuur en staf Subtotaal Baten Overig Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/S* S I I
I
Voordeel
Nadeel -10 -20
13 13
-30
8 8
Saldo
Gemeente**
-10 -20 13 -17
Nee Nee Nee
8 8
Nee
21
-30
-9
21
-30
-9
25
Op het programma Bestuur en staf zit een overschrijding van € 9.000. Voorgesteld wordt om die te verrekenen met de exploitatiereserve van Bureau Drechtsteden. Toelichting: A. Hogere lasten Drechtstedendinsdagen Bij de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is afgesproken dat een norm van € 5.000 per keer gehanteerd wordt voor de organisatie van de Drechtstedendinsdag. Het beschikbare budget is € 50.000, berekend op tien bijeenkomsten. In de Drechtraad van juli is een motie aangenomen, waarin besloten is om de norm te verhogen van € 5.000 naar € 7.000 per Drechtstedendinsdag. In 2012 zijn elf bijeenkomsten georganiseerd, gemiddeld heeft de organisatie daarvan € 7.300 gekost. Dit levert een overschrijding op van ca. € 10.000 ten opzichte van het medio 2012 vastgestelde verhoogde budget. B. Extra kosten regiogriffie De gemeente Sliedrecht heeft aangegeven extra kosten te hebben gemaakt voor de regio-griffie. Afgesproken is dat Drechtsteden deze kosten in 2012 zal vergoeden. Deze overschrijding is aangekondigd in de 2e burap. C. Personele lasten bestuur en staf Als gevolg van vacatureruimte in 2012 is er vrijval op de personele lasten.
26
2.3 Manden Maken Manden Maken heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteitssprong in de Drechtsteden, zowel op fysiek, economisch als sociaal terrein. Onder andere is de regionale kennisinfrastructuur versterkt door een samenhangende ontwikkeling van het onderwijsconcept tussen het Leerpark en drie LOC’s. Het uitgangspunt bij de bestuurlijke besluitvorming in april 2011 was dat Manden Maken financieel en inhoudelijk als programma afgerond zou zijn. Het begrotingsprogramma is in 2012 blijven bestaan om het programma administratief af te handelen. Met het opstellen van de 1e burap 2012 is gebleken dat een aantal projecten een langere doorlooptijd heeft. In het afgelopen jaar is bij de afhandeling van de besluitvorming over de (financiële) afhechting van Manden Maken uit 2011 ook duidelijk geworden dat er nog een tekort dreigt. Tijdens de 2e burap 2012 is dan ook gemeld dat er sprake was van overtekening van projecten en dat gewerkt werd aan de oplossingsrichtingen daarvoor. Teneinde zicht te krijgen op de noodzakelijke oplossingsrichtingen heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken van de administratie van Manden Maken. Uit dit onderzoek blijkt dat: a. De genoemde bedragen in de financiële afhechting van 2011 in werkelijkheid tegenvallen (lagere rentebaten, lagere ingeschatte vrijval, diversen), ter grootte van € 712.000; b. De provincie Zuid-Holland rechtstreeks beschikkingen heeft afgegeven aan gemeenten/waterschappen in plaats van aan de Drechtsteden, zonder dat dit goed in de administratie van het fonds Manden Maken is verwerkt. Concreet betekent dit dat Drechtsteden rekende op dit bedrag voor de in portefeuille Manden Maken opgenomen projecten, terwijl de provincie andere projecten heeft beschikt en daar het label Manden Maken op heeft geplakt. In totaal gaat het daarbij om een bedrag van € 1,2 miljoen. c. In het kader van het afsluitend arrangement in het kader van de bovenvermelde afhechting 2011 heeft de Provincie een beschikking van € 1,9 miljoen afgegeven voor het Genie- en Citadelterrein, een project in exploitatie bij ROM-D. Dit project bleek als enige te voldoen aan de door de provincie gestelde voorwaarden. Dit project maakt echter geen deel uit van de oorspronkelijke projectenlijst Manden Maken. Het bood echter als enige project (en passend in onze doelstellingen) de mogelijkheid gebruik te maken van provinciale subsidies en eventueel de mogelijkheid bij positieve exploitatieresultaten van de ROM-D een deel van het bedrag terug te kunnen ontvangen. d. a t/m c leidt tot de conclusie dat er een overtekening van projecten is ten opzichte van het in Manden Maken beschikbare bedrag ter grootte van maximaal € 3,8 mln. Om dit tekort terug te dringen is een aantal oplossingsrichtingen onderzocht. Dit heeft geleid tot een aanvullende besparing op eerder uit Manden Maken toegezegde bedragen aan het HOV-D programma ter grootte van € 775.000. In 2012 heeft het Drechtstedenbestur besloten om “Het Plaatje” toe te voegen aan de projectenportefeuille van Manden Maken. Het tekort op het programmabudget Manden Maken komt hierdoor op ruim € 3 miljoen. Voorgesteld wordt om dit tekort via resultaatbestemming bij deze jaarrekening te verrekenen.
Stand van zaken fonds per 31 december 2012
3.363.000
Nog te ontvangen inkomsten van provincie Zuid Holland
1.740.000
Nog te betalen aan projecten: Maasterras Energiehuis Hofkwartier Station baanhoek Overheveling naar HOV-D fase 2 Zeehavens T Plaatje
Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Overhevelen in 2013 Uitbetalen na 2013 Uitbetalen na 2013
260.000 1.896.000 660.000 4.200.000 225.000 507.000 400.000 -8.148.000
Tekort Manden Maken
3.045.000
27
Wat heeft het gekost? Naast de activiteiten in het kader van de afwikkeling van het fonds Manden Maken is in 2012 op de projecten die in de portefeuille van het programma en het bijbehorende investeringsfonds zitten ontwikkeling geweest. Dit heeft geleid tot de navolgende mutaties in de reserves ten behoeve van Manden Maken. (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo -1.357 431 1.788 1.788 0 -1.788 431 431 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo -1.352 431 1.783 1.788 5 -1.783 436 436 0
Lasten -5 0 -5
Afwijking Baten Saldo 0 -5 5 5 5 0
Resultaatanalyse In 2012 is een correctie aan de lastenkant gedaan. Dit heeft te maken met het feit dat in 2011 reeds een uitbetaling is gedaan voor het project Burg. Keijzerweg uit Papendrecht, terwijl de Drechtsteden in 2012 hiervoor een bijdrage is ontvangen van de provincie Zuid-Holland. Eind 2012 resteert een bedrag van ruim € 3,363 miljoen in het fonds Manden Maken.
28
2.4 Sociale Dienst Drechtsteden In de begroting 2012 heeft de SDD als doelstelling afgesproken dat aan het eind van dat jaar: 1. Het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontvangt 350 lager is dan het aantal op 1 januari (van 4.674 naar 4.324). Deze doelstelling hebben wij niet gehaald. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering is met 161 gestegen naar 4.835. 2. De programmakosten WMO niet zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011. Deze doelstelling hebben we meer dan gehaald. De uitgaven Wmo zijn met € 1,6 miljoen gedaald. Het afgelopen jaar stond in het teken van de aanhoudende economische crisis. Achterblijvende economische groei zorgde voor een daling van het aantal beschikbare banen en een verdere stijging van de werkloosheid. Alle zeilen werden bijgezet om het groeiende klantenbestand een halt toe te roepen. Ingezet werd op onder andere instroombeperking, een actieve werkgeversbenadering via Baanbrekend Drechtsteden en de klantbenadering vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’. En niet zonder enig succes: waar de SDD in de ‘Benchmark grote gemeenten’ over de eerste vijf maanden van het jaar ‘als grootste stijger’ nog hekkensluiter was, blijken we over het gehele jaar genomen uiteindelijk bovengemiddeld te scoren. Toch hebben we de doelstelling ‘Een daling van het klantenbestand met 350 uitkeringen’ niet gehaald: op 31 december 2012 waren er 4.835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan het jaar ervoor. Naast de economische crisis dwongen zowel de val van het kabinet Rutte als het ‘Vijfpartijenakkoord’ ons ertoe onze initiële uitvoeringsplannen op een aantal punten te herzien. Zo werd de Wwb huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht afgeschaft en de Wet werken naar vermogen (Wwnv) controversieel verklaard. Dit laatste had weliswaar geen direct gevolg voor 2012, maar de voorbereidingen waren inmiddels in volle gang ingezet. In financiële zin was 2012 positief. Zo ontvingen de gemeenten een hoger inkomensdeel dan aanvankelijk voorzien en hebben alle gemeenten daarnaast een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 toegekend gekregen van in totaal € 7 miljoen, omdat er sprake is van een uitzonderlijke arbeidsmarkt binnen de Drechtsteden in combinatie met een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Binnen de Wmo is door een andere manier van indiceren - waarbij eerst gekeken wordt naar de mogelijkheden van de klant en zijn of haar omgeving en het scherper inkopen van voorzieningen - een omslag kunnen maken in de alsmaar stijgende uitgaven. Per saldo resulteert dit in een lagere gemeentelijke bijdrage van € 2,8 miljoen ten opzichte van de Wmo-begroting. Bij de ‘hulp bij het huishouden’ is succesvol de bestuurlijke aanbesteding ‘Huishoudelijke Ondersteuning’ afgerond, waarbij we samen met de aanbieders tot een nieuwe werkwijze zijn gekomen op basis van resultaatfinanciering Zoals bij de bestuursrapportage aangekondigd hebben we in 2012 zoveel mogelijk apparaatlasten, waaronder ook de kosten van de Budgetadvies en Schuldbemiddeling, ten laste van het participatiebudget gebracht. Ook wordt eenmalig een bedrag van € 1,5 miljoen toegevoegd aan de voorziening frictiekosten. Het uiteindelijke resultaat op het apparaat bedraagt € 4,7 miljoen. Ook is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli in werking getreden. Het in het kader van deze wet verplichte beleidsplan schuldhulpverlening is door de Drechtraad vastgesteld en de uitvoering is hierop aangepast. De inzet van de afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling werd beloond met de KIWA NEN-certificering schuldhulpverlening. 2012 was ook het jaar waarin de vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’ ontwikkelde nieuwe organisatie van start ging. Vanuit de overtuiging dat ieder mens zelfstandig wil zijn en zelf de regie over zijn of haar leven wil voeren, zijn processen ingericht op zelfsturing van de klant. In 2012 is een vergelijkbaar innovatieprogramma binnen de Wmo voorbereid. Geïnvesteerd is in de organisatie en doorontwikkeling van het personeel.
29
(Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Resultaat voor bestemming
Lasten
Baten
204.170
203.750
0
420
204.170
Participatie
Baten
Saldo
-420
190.232
209.232
19.315
13.938
5.795
420
1.000
206
-794
-1.000
-214
-1.214
204.170
0
191.082
209.603
18.521
12.938
5.583
18.521
31.070
31.070
0
24.269
29.753
5.484
6.801
-1.317
5.484
0
0
0
0
1.436
1.436
0
1.436
1.436
34.270
34.270
0
34.965
34.965
0
-695
695
0
Wet Inburgering (oud) WSW Kinderopvang
Afwijking
Lasten
Resultaatbestemming Resultaat na bestemming
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Saldo 19.735
1.070
1.070
0
923
1.015
92
147
-55
92
82.830
82.830
0
81.289
89.427
8.138
1.541
6.597
8.138
8.310
8.310
0
6.729
8.538
1.809
1.581
228
1.809
WMO Huishoudelijke hulp
30.731
30.731
0
29.766
30. 575
809
-964
-156
809
WMO Hulpmiddelen
12.149
12.149
0
11.314
11.733
419
836
-416
419
3.740
3.740
0
1.827
2.161
334
1.913
-1.579
334
204.170
204.170
0
191.082
209.603
18.521
13.088
5.433
18.521
Inkomensondersteuning Minimabeleid
Budgetadvies en schuldbemiddeling Totaal
2.4.1. Participatiebudget Dit programma omvat de onderdelen Re-integratie, Inburgering en Educatie. Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2012: Het aantal mensen dat eind 2012 een bijstandsuitkering ontvangt is 350 lager dan op 1 januari 2012. Op 31 december 2012 zijn er 4835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan op 1 januari 2012. De doelstelling is daarmee niet gerealiseerd. Klantenaantallen 4900 4800 4700 4600
realisatie target
4500 4400 4300 4200 wk 1
wk 4
wk 8
wk 12
wk 16
wk 20
wk 24
wk 28
wk 32
wk 36
wk 40
wk 44
wk 48
wk 52
weeknummer
De volgende grafiek geeft de ontwikkeling weer van het klantenbestand ten opzichte van 2010.
30
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Re-integratie Zoals uit navolgende grafiek blijkt, zijn de eerste 3 maanden van het jaar in eerste instantie debet aan de stijging van het bijstandsbestand. De maanden daarna heeft er een kentering plaatsgevonden als gevolg van het inregelen van Partner in Zelfstandigheid en is het bestand licht gedaald. Hieraan ontleenden wij ten tijde van de tweede verslagperiode nog de hoop en verwachting dat we in de laatste verslagperiode de zaken nog recht konden zetten door een pakket aanvullende maatregelen. Helaas bleek het tij nog niet (volledig) gekeerd: in de laatste maanden is het bestand weer gestegen maar minder sterk dan de landelijke trend. Aanvalsplan Medio 2012 is het zogenaamde aanvalsplan gestart. Dit ten behoeve het alsnog behalen van de doelstelling 2012. Onderstaande maatregelen hebben deels in 2012 geleid tot verhogen van de uitstroom, maar hebben voor een belangrijk deel ook voorwaarden gecreëerd waar we in 2013 profijt van zullen hebben. Onderstaande acties zijn binnen het aanvalsplan tot uitvoer gebracht.
Kerngroep bedrijven; sessie met een enthousiaste groep bedrijven ten behoeve van het ontwikkelen van nieuwe dienstverlening aansluitend bij behoefte van bedrijven. Momenteel wordt gesproken over het opzetten van een flexpool met/door bedrijven. Werkbezoeken met 50 klanten Branchegerichte speeddates Collectieve klanttrainingen Netwerkborrels en aansluiten bij bestaande netwerksessies, beurzen PR / Communicatie; ex-klanten als ambassadeur en waardering goede werkgevers Versnellen uitrol digitale dienstverlening Klanten met arbeidsplicht krijgen wekelijks vacatures per mail of SMS (ontwikkeld en gaat in eerste kwartaal 2013 uitgerold worden) Stimuleren parttime werk en van parttime naar fulltime Scan voorliggende voorzieningen Handhaving; extra capaciteit op risicoprofielen en themaonderzoeken Extra actie op ‘niet-willers’ Inzet op tegenprestaties Eind januari 2013 zijn alle klanten geregistreerd met CV, motivatie, interesse, mogelijkheden en beperkingen. De CV-tool is operationeel. Het bestand wordt ook in 2013 up to date gehouden en gebruikt voor vacatures en matches.
31
Instroom/Uitstroom 2012 per maand - Totaal SDD 300 250 200 Instroom
150
Uitstroom
100 50 0 jan- feb- mrt- apr- mei- junjul- aug- sep- okt- nov- dec2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012
Ondanks dat we ver van onze doelstelling verwijderd zijn gebleven, geeft onze positie (ontwikkeling) binnen de ‘Benchmark grote gemeenten’ aan dat we het in de tweede helft van het jaar in vergelijking met veel andere gemeenten relatief goed hebben gedaan (zie onderstaande grafiek). Waar we in de eerste verslagperiode – als grootste stijger – nog hekkensluiter waren, blijken we over het hele jaar genomen uiteindelijk beter dan het gemiddelde te scoren. Ultimo 2012 is ons bestand over het gehele jaar met 3,4% gegroeid, tegenover 4,5% gemiddeld binnen de Benchmark. Daarmee bezetten we de middelste positie op de ranglijst. Waar onze bestandstoename sinds juni min of meer is afgevlakt, heeft die bij veel andere gemeenten in de tweede helft van het jaar juist gepiekt.
Ontwikkeling WWB < 65 jaar 2012 december 2012 ten opzichte van december 2011
10,2%
0,6%
0,7% 1,5% 2,3%
1,9% 1,7%
4,9% 4,4% 3,8%
2,5% 3,3% 4,0%
1,9% 1,9% 2,2%
1,0% 1,7% 1,8%
1,4% 1,1% 1,5%
6,1% 6,9%
Zwolle
Den Haag
Zaanstad
Alkmaar
Apeldoorn
'november 2012
Almere
Rotterdam
Eindhoven
Utrecht
'oktober 2012
Enschede
Den Bosch
Amsterdam
Drechtsteden
Nijmegen
Tilburg
Groningen
Arnhem
Breda
-2,5%
-0,8% -0,7% -0,1%
0,0%
0,9% 1,7% 2,5%
4,7% 5,5% 5,7%
6,5%
2,5%
2,4% 3,0% 3,4%
4,4% 5,3%
4,7% 5,5% 4,7%
5,0%
3,4%
4,1% 5,1%
7,5%
4,8% 5,7%
6,5%
7,7%
10,0%
8,3%
9,2%
12,5%
11,6% 12,2% 11,5%
15,0%
'december
In vergelijking met de tweede helft vorig jaar was er de eerste zes maanden van 2012 vooral sprake van een achterblijvende uitstroom in relatie tot een nagenoeg gelijkblijvende instroom. In de tweede helft van het jaar zien we juist een stijging van de instroom terwijl de uitstroom een verbetering laat
32
zien. Ook het aantal meldingen aan de poort (voorafgaand aan een aanvraag) is in de laatste maanden fors toegenomen. 2011 Instroom Uitstroom
jan - jun 1.408 1.437
2012 jul - dec 1.152 1.532
jan - jun 1.135 979
jul - dec 1.236 1.265
Het eerste effect, de achterblijvende uitstroom in de eerste helft van het jaar, wijten we vooral aan de reorganisatie. Hierover hebben we in de eerste verslagperiode gerapporteerd. Uit de zojuist afgeronde evaluatie van Baanbrekend Drechtsteden is gebleken, dat ook hier ten gevolge van inregeleffecten (in vooral de eerste helft van het jaar) de resultaten zijn achtergebleven bij de verwachtingen. Het tweede effect, de toenemende instroom in de tweede helft van het jaar en dan vooral in de laatste maanden, valt vooral te verklaren vanuit de verslechterde economische omstandigheden. Dit effect wordt gedempt door aantrekkende uitstroomresultaten. Ten tijde van de 2e bestuursrapportage was een overschot op het Participatiebudget van € 7,5 miljoen gepresenteerd. Door enerzijds achterblijvende verplichtingen op inburgering en re-integratie en anderzijds minder uitgaven door het niet behalen van onze ambitie is dit bedrag hoger uitgevallen dan verwacht. Bij de programmarapportage was immers rekening gehouden met de benodigde arrangementskosten voor begeleiding van mensen naar en op vacatures passend bij de benodigde plaatsingen bij de vastgehouden ambitie qua klantenbestand. Met het niet realiseren van die ambitie als gevolg van te weinig plaatsingsmogelijkheden hebben we ook een deel van die middelen alsnog niet nodig gehad. Onderstaande tabel geeft inzicht in het verloop van het overschot gedurende het 2e half jaar. (Bedragen x € 1.000) Beschikbaar budget
23.704
2e bestuursrapportage Re-integratie
-11.928 Verwachte uitgaven 2012
Aanvalsplan
-1.000
Inburgering
-1.400
Educatie
-1.827
Verwacht overschot
7.549
Acties nav 2e bestuursrapportage Oproep indiening projecten Apparaat Frontoffice Subtotaal
-51 Memo september 2012 -2.699 4.799
Jaarrekening Re-integratie
1.979 Minder uitgaven door niet behalen van de ambitie
Aanvalsplan
-27 Meer uitgaven
Inburgering
345 Minder uitgaven door achterblijvende instroom
Educatie Subtotaal
-14 meer uitgaven 7.082
Acties ivm terugdringen restitutie Rijk Herhaalde oproep januari 2013 Apparaat ABS Definitief Overschot
-825 Regionale projecten -1.958 4.299 € 4.060.000 wordt overgeheveld naar 2013 € 240.000 wordt gerestitueerd aan Rijk
33
Economisch gezien was het derde kwartaal van 2012 onverwacht slecht. In zijn juniraming ging het CPB er nog van uit dat het dieptepunt van de crisis was bereikt. Maar na de kleine opleving in de eerste helft van het jaar (lichte groei) is de economische ontwikkeling in het derde kwartaal ver teruggezakt. In het 4e kwartaaloverzicht van het CBS is de teruggang van de economie met 0,9% ten opzichte van 2011 gepresenteerd. Nu (februari 2013) is de Nederlandse economie voor de 3e maal in 5 jaar in een recessie beland. Volgens de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie van het UWV is in de Arbeidsmarktregio Drechtsteden (dit is inclusief Gorinchem / Waardenland) het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in november 2012 ten opzichte van een jaar eerder met 24,8% gestegen (ook hier blijkt een sterke toename van de instroom in de tweede helft van het jaar). Het aantal vacatures is in diezelfde periode is met 18,3% gedaald. Dat is slecht nieuws voor vooral onze kandidaten, die veelal moeten concurreren met werkzoekenden met een relevantere opleiding of werkervaring. Geconcludeerd moet worden dat deze verslechterde economische omstandigheden in de tweede helft van het jaar een streep hebben getrokken door onze verwachting om met een pakket aanvullende maatregelen alsnog onze doelstelling te kunnen realiseren. Dat de maatregelen wel effect hebben gehad blijkt uit de verbeterde uitstroom en onze positieverbetering binnen de Benchmark. Achteraf moeten we concluderen dat de economische ontwikkelingen ons hebben ingehaald en dat onze doelstelling, met de huidige kennis en ervaring en in een jaar van reorganisatie, niet realistisch is gebleken. In 2012 zijn 2.170 klanten uitgestroomd, waarvan 870 naar werk, 746 op grond van handhaving en 554 op basis van niet door ons te beïnvloeden factoren zoals verhuizing, overlijden, AOW en dergelijke. Wat betreft de uitstroom naar werk is de meeste uitstroom is gerealiseerd naar de volgende branches: Industrieel/productie 16,4% Bouw (m.n. sloop) 10,5% Administratief 9,8% Schoonmaak 7,5% Zorg/verpleging 6,7% Inburgering 2012 was voor de uitvoering van de Wet inburgering een overgangsjaar. Op 1 januari is de wetswijziging in werking getreden, waarmee de uitvoering en het budget bij gemeenten zijn verdwenen. Wel blijven wij na die datum nog verantwoordelijk voor de afronding van lopende inburgerings- en handhavingstrajecten. Tot en met 31 december 2012 zijn 183 nieuwe inburgeraars uit de wettelijke doelgroep (conform de Inburgeringsagenda 2012) met een meerjarig traject gestart. In 2012 zijn 184 mensen geslaagd voor het inburgeringsexamen. Met ingang van 1 januari 2013 volgen er nog 397 inburgeraars een gefinancierd traject. Daarnaast zijn er nog 1.359 handhavingstrajecten (trajecten waarbij wij de inburgeringsplicht hebben opgelegd en bewaken, maar het traject niet financieren). Op grond van het overgangsrecht bij de wetswijziging wordt nog rekening gehouden met 40 nieuw te starten inburgeringstrajecten in de eerste maanden van 2013. Deze personen beschikken nog over ‘oud’ recht. Naar verwachting zullen alle lopende trajecten ultimo 2016 zijn afgerond. Educatie Voor 2012 en ook 2013 zijn de educatiemiddelen geoormerkt en geldt een bestedingsverplichting bij het ROC. Het cursusaanbod was zoveel mogelijk gericht op positieverbetering op de arbeidsmarkt en aanpak laaggeletterdheid, vooral Nederlands als tweede taal en voortrajecten Inburgering (alfabetisering) en voor budgetbeheersing. In 2012 zijn 4 cursussen alfabetisering, 4 cursussen laaggeletterdheid, 9 cursussen niveauverhoging Nederlands en 4 cursussen budgetteren ingezet. In totaal zijn in 2012 zijn 399 deelnemers gestart. 160 deelnemers hebben inmiddels het gewenste resultaat bereikt. In de tweede helft van 2012 is een wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) van kracht geworden die met ingang van 1 januari 2013 is ingegaan. De middelen voor het volwassenenonderwijs gaan voortaan rechtstreeks naar het ROC. De middelen voor educatie worden nog wel naar
34
de gemeenten overgeheveld. In 2013 mogen de educatiemiddelen slechts nog worden ingezet op niveauverhoging van Nederlandse taal en rekenen. Mede vanwege de wetswijziging zijn in november de beleidsregels educatie aangepast. Eind 2012 is de productovereenkomst met Da Vinci herzien en een nieuwe voor 2013 overeengekomen. ID-banen Op 1 augustus 2012 is de subsidie voor 135 van de 170 ID-banen stopgezet. Dit is exclusief de werknemers geboren in of voor 1950. In het voorjaar 2012 bleek er ruimte in het Participatiebudget te zijn om de ID-subsidie voor een beperkte groep werknemers voort te zetten, daarom is op 16 mei 2012 besloten de regeling te behouden voor werknemers geboren in of voor 1950. Hierdoor hebben 32 werknemers hun baan kunnen behouden tot 1 januari 2014. Ten tijde van het voorstel was er geen zicht op het uiteindelijke overschot om alle ID-banen (langer) te kunnen behouden. Ook vanuit het incidentele overschot 2012 zouden we een grotere groep hoogstens een half jaar langer kunnen subsidiëren, maar niet structureel in stand kunnen houden. Ook hebben wij signalen ontvangen van werkgevers dat zij reeds alles in werking hebben gesteld om de ID-werknemers een nieuwe functie aan te bieden of reeds ontslagprocedures hebben ingezet. Voor hen was het niet wenselijk om dit alles terug te draaien. Voor de werknemers is een outplacementvergoeding beschikbaar gesteld. Deze vergoeding is bedoeld om ontslag van ID-werknemers te voorkomen of om de kansen op de arbeidsmarkt na ontslag te vergroten. De vergoeding is 124 keer aangevraagd en toegekend. Mede door de inzet van deze vergoeding hebben 30 werknemers hun baan na 1 augustus 2012 behouden. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Participatie Apparaatskosten Subtotaal Wet Inburgering (oud) Totaal
23.700
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
23.700
0
18.623
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
22.922
4.299
5.077
Saldo
Effect gemeenten
-778
4.299
0
Baten
7.370
7.370
0
5.646
6.831
1.185
1.724
-539
1.185
1.185
31.070
31.070
0
24.269
29.753
5.484
6.801
-1.317
5.484
1.185
0
0
0
0
1.436
1.436
0
1.436
1.436
3.776
31.070
31.070
0
24.269
31.189
6.920
6.920
119
6.920
4.961
Resultaat op de baten Participatie € 778.000 (nadeel, incidenteel) De baten zijn opgebouwd uit definitief Rijksbudget 2012 van € 16,2 miljoen en de reserveringsregeling 2011 van € 6,7 miljoen. Bij de definitieve vaststelling is het Rijksbudget educatie met € 13.600 opwaarts bijgesteld. In de begrote baten is rekening gehouden met € 795.000 onttrekking voorziening ten behoeve van inzet outplacementtrajecten ID werknemers. Deze lasten zijn nu rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. De lasten zijn daarmee met een gelijk bedrag verlaagd. Resultaat op de lasten Participatie € 5.077.000 (voordeel, incidenteel) De lasten op Participatie zijn in 2012 beduidend minder dan de beschikbare middelen (incl. reserveringsregeling 2011). Dit is het gevolg van de maatregelen die wij – als antwoord op de bezuinigingen van de komende jaren – in 2012 hebben doorgevoerd. We hebben de uitvoering van reintegratieactiviteiten grotendeels in eigen hand genomen en afstand gedaan van relatief dure trajecten door externe re-integratiebureaus en sterk gericht op resultaat trajecten (op korte termijn) en koppeling aan daadwerkelijke plaatsing / vacature. De focus is verlegd van langdurige toeleidingstrajecten naar zo direct mogelijke inpassing op de arbeidsmarkt, waarbij een centrale rol is toebedeeld aan Baanbrekend Drechtsteden. Waar echter, zoals voorgaand gerapporteerd, de plaatsingen van Baanbrekend Drechtsteden in 2012 zijn achtergebleven bij de verwachtingen, geldt dat bijgevolg ook voor de begrote kosten van de re-integratie werkovereenkomsten en de daarbij behorende arrangementen.
35
In 2012 zijn hierdoor de kosten verder teruggedrongen binnen de begroting dan wij tevoren hadden gecalculeerd. Dit mede als gevolg van de ruime reserveringsregeling vanuit 2011 waardoor in 2012 € 6,7 miljoen extra beschikbaar was. Zoals aangekondigd in de 2e bestuursrapportage 2012 zijn er acties ten uitvoer gebracht om de uitstroom en zelfstandigheid van klanten te vergroten. De kosten van de ingezette acties van het aanvalsplan is voor € 1.027.400 gefinancierd uit het Participatiebudget. In de zomer van 2012 is een oproep aan de gemeenten en partners gedaan tot indienen lokale projecten die bijdragen aan de bestandsdaling van het aantal uitkeringsontvangers van de SDD. Dit heeft toen slechts 1 project, zijnde Educado 2.0 ad € 51.800 opgeleverd. In het 4e kwartaal is deze oproep herhaald. In januari 2013 is er nog een actie gepleegd ter voorkoming van terugbetaling van het overschot aan het Rijk. Programma Arbeidsmarktbeleid, gemeenten Dordrecht en Hendrik-Ido-Ambacht hebben (lokale) projecten voor een bedrag van € 824.600 ingediend. Voorgesteld wordt in te stemmen met een eenmalige dekking uit het Participatiebudget. Eenmalige bijdrage projecten 2012 Gemeente Dordrecht Sociaal wijkteam Crabbehof en werkmakelaar Doelstelling: Terugdringen hoge percentage werkloosheid in de wijk Crabbehof Aanpak: Jobready maken werkzoekenden Beoogd resultaat: 90 werklozen met grote afstand bemiddelen naar regulier werk
Bedrag € 221.383
Programma Arbeidsmarkt Aanpak jeugdwerkloosheid Doelstelling: Werking van arbeidsmarkt optimaliseren Aanpak: Diverse projecten voor jongeren, inzet op school-werk werk-werk uitkering-werk Beoogd resultaat; a. 100 jongeren toeleiden naar leerwerkbaan of een stage en b. Alliantievorming tussen publieke en private organisaties
€ 305.733
Impuls onderkant arbeidsmarkt Doelstelling: Bevorderen van participatie van mensen met een beperkte verdiencapaciteit Aanpak: Initiëren van leerwerkbedrijven die ingezet worden voor maatschappelijk relevante taken Beoogd resultaat: realiseren van 700 leerwerkplekken
€ 245.068
Gemeente H.I. Ambacht Lokaal Ambachts Bedrijf Doelstelling: Terugdringen hoge percentage werkloosheid Aanpak: Jobready maken van mensen met afstand van de arbeidsmarkt Beoogd resultaat: realisatie lokaal leerbedrijf
€
Totaal
€ 824.638
52.455
Omdat meer middelen resteren dan overgeheveld mogen worden naar 2013, hebben wij zoals in de 2e bestuursrapportage aangegeven, eenmalig, bij de jaarrekening de maximaal mogelijke apparaatskosten ad € 4,7 miljoen ten laste van het participatiebudget gebracht waarmee de gemeentelijke bijdragen voor 2012 met dit bedrag zijn verlaagd. Saldo € 4.299.000 (saldo reserveringsregeling) Restant beperkt tot € 4.423.000. Van dit bedrag wordt € 4.059.000 overgeheveld naar 2013 conform het maximale op de zogenaamde reserveringsregeling. Het restant van € 240.000 moet worden terugbetaald aan het Rijk. Afrekening Wet Inburgering cohort 2007 – 2009 (baten € 5.050.00 voordeel / incidenteel) Zoals bij de 2e bestuursrapportage 2012 vermeld is het Agentschap SZW / Min. SZW overgaan tot definitieve afrekening met de gemeenten van het cohort 2007 – 2009 Wet inburgering. Het betreft hier de afrekening van de eerste jaren inburgering toen de Wet inburgering nog geen onderdeel uitmaakte van het Participatiebudget. Ten aanzien van de gemeenten die voorheen deel uitmaakten van het samenwerkingsverband Drechtsteden moet van het overschot nog een bedrag van € 1,2 miljoen worden terugbetaald aan het Rijk, waarna het restant bedrag € 1,4 miljoen ten gunste van de gemeenten komt. Voorstel is om dit bedrag naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten uit te keren.
36
Destijds maakte voor de gemeente Dordrecht de Wet Inburgering onderdeel uit van het Grootstedenbeleid BDU SIV. Het restantbedrag van deze middelen bedraagt ruim € 2,4 miljoen. Van het voorschot dient Dordrecht een bedrag € 0,9 miljoen terug te betalen aan het Rijk, waarna het restantbedrag ten gunste van de gemeente vrijvalt. Nu definitief met alle gemeenten wordt afgerekend, is er geen noodzaak meer tot het verder aanhouden van de Reserve Inburgering. Voorgesteld wordt het saldo van € 0,8 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de gemeenten. Conform financieringsafspraken vindt uitkering uit de reserve plaats naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 539.000 nadeel, incidenteel / lasten € 1.724.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget. Historisch perspectief 2007 - 2012 Jaarlijks wordt de SDD geconfronteerd met een verlaging van het budget participatie voor reintegratie, inburgering en educatie. Onderstaande tabel geeft ook inzicht in het budget- en uitgavenverloop vanaf 2007 (exclusief reserveringsregeling). Zoals uit deze grafiek blijkt overschrijden de reguliere uitgaven en het Aanvalsplan 2012 het jaarbudget niet. Dit is exclusief de kosten die zijn opgevoerd in verband met de dreiging van het overschot zijnde apparaatlasten en de eenmalige bijdrage aan projecten 2012.
€ x miljoen
Totaal beschikbare budget Participatie afgezet tegen de uitgaven 50 45 40 35 30 25 20 15 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jaren budget
uitgaven
2.4.2. Wsw
Wat hebben wij bereikt? De ambities voor 2012 waren: 1. Het bieden van passend werk zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever (betreft de beweging van binnen naar buiten evenals werken naar vermogen voor sw-geïndiceerde werknemers met een indicatie “begeleid werken”). 2. Het uitbreiden van strategische allianties tussen Drechtwerk en derden. De prestatieafspraken tussen de GR Drechtsteden en de GR Drechtwerk zijn vastgesteld op 20 maart 2012.
37
Kritische succesfactor Beweging van binnen naar buiten Werken naar vermogen Samenwerking met derden
Prestatie-indicator Aandeel intern beschut Aandeel extern beschut Detachering/begeleid werken Aandeel werknemers met indicatie begeleid werken in begeleid werken/detachering Aantal strategische allianties
Normering 37% 30% 33% 60%
Realisatie 36% 30% 34% *nnb
4
0
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Door Drechtwerk is aangegeven dat, in verband met een andere prioriteitsstelling, in 2012 niet actief is gestuurd op de prestatieafspraken. Er is geen nadere interpretatie ontvangen met betrekking tot de gepresenteerde resultaten. Het Rijk legt gemeenten jaarlijks een taakstelling op voor het realiseren van een minimum aantal Wsw-plaatsen, uitgedrukt in te realiseren arbeidsjaren. Voor de Drechtsteden samen ging het in 2012 om 1.307 te realiseren full time Wsw-plaatsen. Op grond van deze taakstelling is in 2012 aan 1.446 personen werk geboden binnen de Sociale werkvoorziening. In nauwe samenwerking met Drechtwerk hebben we gestuurd op een zo naadloos mogelijke realisatie van de taakstelling; overrealisatie betekent bijbetalen en onderrealisatie terugbetalen. Omdat overrealisatie dreigde, hebben we gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitruil. Gemeenten met onderrealisatie mogen hun taakstelling – en de daarbij behorende subsidie – overdragen aan gemeenten met overrealisatie. Deze uitruil heeft in het derde kwartaal geleid tot een opwaartse bijstelling van het budget met € 480.000. Er zijn 18,5 te realiseren arbeidsjaren van de gemeente Enschede overgedragen aan de Drechtsteden. Door de uitruil met Enschede was er tevens meer ruimte om sw-ers in dienst te nemen. In 2012 zijn in totaal 45 personen ingestroomd bij Drechtwerk. Ondanks die instroom is de wachtlijst in 2012 met 9 personen toegenomen: op 31 december 2012 stonden er nog 372 personen op de wachtlijst. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten WSW Apparaatskosten Totaal
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
33.920
33.920
0
34.615
34.615
0
-695
695
0
39
350
350
0
350
350
0
0
0
0
0
34.270
34.270
0
34.965
34.965
0
-695
695
0
39
Resultaat op de Wsw € 0 (structureel) Feitelijk betreft het hier het doorgeven van rijksmiddelen, waardoor de gerealiseerde lasten Wsw gelijk zijn aan de begrote lasten. Het effect gemeenten, groot € 39.000, betreft een betaling aan de gemeente Dordrecht welke wij van Drechtwerk hadden ontvangen in verband met een onderrealisatie 2011.
2.4.3. Kinderopvang
Wat hebben wij bereikt? De maatregelen die in 2011 zijn ingevoerd hebben ertoe geleid dat de uitgaven ten laste van kinderopvang in 2012 met 14% zijn teruggelopen ten opzichte van het jaar 2011. Dit is voornamelijk het gevolg van het aanpassen van het beleid SMI. In 2012 hebben 506 personen gebruik gemaakt van kinderopvang, waarvan 267 op grond van studiefinanciering en 233 op grond van re-integratie / inburgering. Het gebruik van kinderopvang op sociaal-medische indicatie (SMI) was beperkt: in totaal 6 personen.
38
Wat hebben wij daarvoor gedaan? De tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang zijn in 2012 verstrekt conform de in 2011 aangescherpte regelgeving. De Wet kinderopvang is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd. De verstrekking van kinderopvangtoeslag is volledig overgeheveld naar de Belastingdienst. Wij blijven na die datum wel verantwoordelijk voor de compensatie van de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang voor doelgroepouders en de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie. De gemeentelijke regelgeving is op bovenstaande punten omgezet naar de nieuwe situatie. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 WKO SMI Apparaatskosten Totaal
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
550
550
0
476
476
0
74
-74
0
73
30
30
0
13
13
0
17
-17
0
17
490
490
0
434
526
92
56
-36
92
92
1.070
1.070
0
923
1.015
92
147
-55
92
182
Resultaat op de baten Kinderopvang € 91.000 (nadeel, incidenteel) Door de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van voor- en nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten. Resultaat op de lasten Kinderopvang € 91.000 (voordeel, incidenteel) Door een striktere handhaving op kinderopvang voor de doelgroep klanten met studiefinanciering en de aanscherping van de voorwaarden SMI (eind 2011 is hiermee een start gemaakt) is nu een resultaat van € 91.000 behaald. Naast de hierboven vermelde lasten is voor € 322.000 ten behoeve van de doelgroep participatie (uitkeringsgerechtigden, nuggers en inburgeraars) ten laste van het participatiebudget gebracht. Dit betreft circa 40% van de totale uitgaven voor de kinderopvang die op deze wijze kunnen worden gedekt. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 36.000 voordeel, incidenteel / lasten € 56.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.4 Inkomen
Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2012: Het aantal mensen dat eind 2012 een bijstandsuitkering ontvangt is 350 lager dan op 1 januari 2012 (zie de uitgebreide toelichting bij programma Participatie ). Deze doelstelling is niet gehaald. Op 31 december 2012 bedroeg het klantenbestand 4.835 uitkeringsgerechtigden, dit zijn er 161 meer dan waarmee we van start gingen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het onderdeel Re-integratie van paragraaf 2.2.1 Participatiebudget.
39
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Inkomensondersteuning 2012 leeftijdsopbouw
2012 leefvorm 100% 90%
100%
13%
16%
90%
80% 70%
80%
22%
30%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
62%
57%
20%
10%
10%
0%
0%
alleenstaande
sdd
alleenstaande ouder
71%
61%
30%
20%
landelijk
22%
31%
8%
7%
landelijk gehuw den
jonger dan 27 jaar
sdd
tussen 27 en 55 jaar
55 jaar en ouder
De bestandsopbouw over 2012 laat nauwelijks verschillen zien ten opzichte van 2011. Alleen met betrekking tot de leeftijdsopbouw valt op dat het aantal jongeren onder de 27 jaar dat inkomensondersteuning ontvangt gedaald is van 11,5% naar 7% van het bestand. De aanscherping van de WWB, waardoor jongeren die kunnen studeren geen recht meer hebben op een uitkering, heeft hier met name aan bijgedragen. Eind 2012 ontvingen bijna 300 personen onder de 27 jaar inkomensondersteuning. Met deze afname is het aandeel jongeren in de bijstand meer dan voorheen in overeenstemming met het landelijke beeld. Het landelijke aandeel jongeren in de bijstand is veel minder sterk afgenomen: van 9% naar 8%. In vergelijking met de landelijk cijfers zijn er in de Drechtsteden procentueel meer alleenstaande ouders in de bijstand. Qua leeftijdsopbouw zijn er meer klanten van 27 tot 55 jaar en minder in de leeftijd boven de 55 jaar. Stapeleffecten Als gevolg van de maatregelen Kabinet Rutte 1 is er (politieke) aandacht voor de stapelingseffecten van de verschillende maatregelen uit het regeerakkoord voor het inkomen van kwetsbare groepen in de samenleving. De val van dit kabinet heeft er echter toe geleid dat een groot aantal maatregelen niet is uitgevoerd of zelfs is teruggedraaid. Zo werd de huishoudinkomenstoets, waardoor per huishouden (inclusief meerderjarige kinderen) nog maar recht is op 1 uitkering, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 afgeschaft. De start van een landelijk onderzoek naar deze stapelingseffecten op initiatief van de G32 en het ministerie van SZW, waaraan ook de Drechtsteden mee zouden doen, heeft door de verminderde urgentie vertraging op gelopen. De landelijke monitor naar inkomensgevolgen voor huishoudens is daarom nog niet beschikbaar. De eerste regionale inzichten in de inkomenspositie van huishoudens zal daarom verkregen worden uit het onderzoek dat begin 2013 in samenwerking met het NIBUD wordt uigevoerd in het kader van de evaluatie van het Minimabeleid. Handhaving Ook in 2012 is met handhavingactiviteit een bijdrage geleverd aan de bestandsbeheersing. Klanten zijn ten aanzien van hun arbeidsverplichtingen aangesproken op hun houding en gedrag en gesanctioneerd door hun uitkering tijdelijk te verlagen. Bij vermoeden dat de informatieplicht niet (voldoende) is nagekomen, krijgt de klant eerst de gelegenheid om alsnog de relevante informatie te verstrekken. Doet de klant dit niet of blijkt uit deze informatie dat er geen recht op bijstand is, dan wordt de uitkering beëindigd. Over het gehele jaar zijn verder 746 uitkeringen beëindigd als gevolg van handhaving. Een extra impuls aan bestandsreductie is gegeven met de inzet van een scan op voorliggende voorzieningen, themaonderzoeken en aandacht voor extra risicoprofielen. Het innovatieve internetrechercheren, waardoor fraudesignalen kunnen worden vergeleken met informatie die steeds meer op de (nieuwe) digitale media te vinden is, heeft daarbij zijn waarde bewezen, ondanks een tegenvallende proef met een ondersteunende (en arbeidsbesparende) webapplicatie.
40
Debiteuren In de 1e bestuursrapportage 2012 werd een mogelijk nadeel van €1,2 miljoen gerapporteerd op terugvordering en -betaling van ten onrechte verstrekte uitkeringen en van verstrekte leningen, waarbij op dat moment de ambitie werd opgenomen daarvan alsnog € 700.000 in te gaan lopen en een nadeel van € 500.000 werd gepresenteerd. Het inlopen is echter slechts ten dele gelukt waarbij het nadeel is opgelopen tot € 988.000. Dit betreft overigens geen ‘echt’ verlies omdat de vorderingen grotendeels blijven bestaan en worden over een langere termijn ingevorderd. Om te voorkomen dat deze zaken de begrotingen en jaarrekeningen blijven beïnvloeden is bij de begroting 2013 inmiddels een andere systematiek doorgevoerd waarmee deze afwikkeling op de balans plaatsvindt in plaats van in de begroting. Ondanks de investeringen, door scholing en training van medewerkers in onder andere telefonische incasso en aanscherping van de afspraken met het externe incassobureau en de stroomlijning van het terugvorderingsbeleid, waardoor meer maatwerk mogelijk is en het incassoproces minder arbeidsintensief is geworden, is de geprognosticeerde opbrengst niet behaald. In het huidige economische klimaat blijken debiteuren minder financiële ruimte te hebben. In afstemming met de debiteur wordt gezocht naar reële mogelijkheden voor hem of haar. Dit heeft als positief effect dat het commitment van het terugbetalen groeit en hiermee het risico van niet betalen afneemt. Een nadelig effect is dat de terugbetaling over een langere periode plaatsvindt. Jaarlijks vindt er een (her)waardering plaats van het totale uitstaande debiteurensaldo SDD, ten behoeve van actualisatie van het saldo. Ten opzichte van het jaar 2011 is het reëel uitstaande saldo per ultimo 2012 met € 150.000 als gevolg van de jaarlijkse herwaardering afgenomen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Inkomensondersteuning Apparaatskosten Totaal
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
76.880
76.880
0
76.040
83.034
6.994
840
6.154
6.994
6.994
5.950
5.950
0
5.249
6.393
1.144
701
443
1.144
1.144
82.830
82.830
0
81.289
89.427
8.138
1.541
6.597
8.138
8.138
Het jaar 2012 heeft op het programma Inkomensondersteuning geleid tot een overschot van bijna € 7,0 miljoen. Het in de 2e bestuursrapportage 2012 verwachte overschot van € 2,5 miljoen is als gevolg van de achterblijvende uitstroom niet gerealiseerd. Het resultaat 2012 is positief doordat het ministerie van SZW de claim voor de Incidentele Aanvullende Uitkering in het tekort 2011 geheel heeft toegekend. Dit betekent een extra inkomst van € 7,0 miljoen in 2012. Met de toekenning geeft het ministerie ook nadrukkelijk een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Resultaat op de baten Inkomen: € 6.154.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde baten Inkomensondersteuning zijn € 6.154.000 hoger dan de totale begrote baten. Het resultaat op de baten laat zich als volgt verklaren: hogere rijksvergoeding Incidentele Aanvullende Uitkeringen 2011 als gevolg van de toekenningen van de door ons ingediende aanvragen betreffende het jaar 2011 € 7.037.000. hogere rijksvergoedingen Inkomensondersteuning (BUIG) als gevolg van de definitief vastgestelde budgetten voor het jaar 2012 ad € 201.000. hogere rijksvergoedingen BBZ ad € 54.000. lagere debiteureninkomsten terugvordering en verhaal ad € 988.000. incidenteel nadeel op de herwaardering van het debiteurensaldo ad € 150.000. Resultaat op de lasten Inkomen: € 840.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde lasten Inkomensondersteuning zijn € 840.000 lager dan de totale begrote lasten. Het resultaat op de lasten laat zich als volgt verklaren: hogere uitkeringslasten Wwb door de achterblijvende daling en zelfs stijging gedurende het jaar 2012 ad € 1.955.000. lagere uitkeringslasten IIB (Ioaw, Ioaz en Bbz) vooral door de daling van het aantal verstrekte kredieten ingevolge de Bbz ad € 315.000. geprognosticeerde dotatie aan de reserve Inkomensondersteuning ad € 2.480.000, vermeld in de 2e bestuursrapportage 2012.
41
Resultaat op de apparaatskosten (baten € 443.000 voordeel, incidenteel / lasten € 701.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.5. Minimabeleid
Wat hebben wij bereikt ? Doelstelling: Het minimabeleid in de Drechtsteden stimuleert burgers aan het werk te gaan en biedt extra financiële ondersteuning voor burgers die dat echt niet kunnen of niet aan het werk hoeven wegens hun leeftijd of vanwege ontheffing van de arbeidsplicht. Het minimabeleid steunt op drie pijlers: a. ook minimabeleid richt de focus op werk voor wie dat kan; b. het minimabeleid gaat uit van de zelfstandigheid van de burger, en draagt daaraan bij; c. het minimabeleid is eenvoudig voor burger en voor de uitvoering. Het vernieuwde minimabeleid is in 2012 in uitvoering genomen. Het beschikbare budget is ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaande jaren: € 5,8 miljoen, samengesteld uit gemeentelijke bijdragen van € 4,9 miljoen, en aflossingen leenbijstand ad € 0,9 miljoen. Per saldo was in 2012 sprake van een bedrag van € 1,3 miljoen dat minder dan begroot voor het minimabeleid is besteed. De drie belangrijkste oorzaken zijn: a. minder statushouders zorgden voor minder aanvragen om hulp bij woninginrichting, b. conform het nieuwe beleid hanteren we geen standaardbedragen meer bij o.a. verstrekkingen leenbijstand, c. we hebben minder PMB’s en vrijwilligersbonussen verstrekt dan tevoren was geraamd. Wat hebben wij daarvoor gedaan ? Vier regelingen zijn in 2012 onveranderd gebleven: de collectieve zorgverzekering, SMS kinderfonds, maaltijdenvergoeding 65+ en de vergoeding peuterspeelzaal. De jaarlijkse actie om huishoudens in de doelgroep te wijzen op de collectieve zorgverzekering was succesvol: het aantal verzekerden is in 2012 na aftrek van mensen die zijn uitgeschreven netto toegenomen met 644 personen. Deze toename van 8,8% ligt veel hoger dan de gemiddelde overstapcijfers (circa 3%). Het totaal aantal volwassenen dat gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering is daarmee op 4.568 gekomen. Het SMS kinderfonds biedt de mogelijkheid van natura verstrekkingen voor de deelname aan sportieve, culturele en sociale voorzieningen voor kinderen en vormt een belangrijk instrument om de maatschappelijke participatie van kinderen te bevorderen. Nadat was gebleken dat zich meer aanvragers meldden en dat Stichting Leergeld Drechtsteden mogelijkheden zag om extra kinderen in 2012 te bedienen, heeft een aanvullende subsidieverstrekking plaatsgevonden. Met de 265 extra kinderen die daarmee geholpen konden worden zijn tenminste 2.915 verstrekkingen gedaan. In 2011 waren dat er 2.615. Meerbesteding SMS kinderfonds: € 48.000. Nieuwe regelingen in 2012 Naast meer maatwerk bij de individuele verstrekkingen bijzondere bijstand vormden het Persoonlijk Minima Budget (PMB) en de vrijwilligersbonus de belangrijkste nieuwe maatregelen. Bij deze regelingen is sprake van minder uitgaven dan voor 2012 was begroot tot een totaal bedrag van € 1,5 miljoen. Persoonlijk Minima Budget ( PMB ) Tevoren hadden we geschat dat we in ons nieuwe minimabeleid in 2012 ca 4.600 PMB’s zouden verstrekken. Uiteindelijk hebben we over 2012 3.473 PMB’s verstrekt.
42
De bij de 2e bestuursrapportage gestarte acties gestart vooral werkende armen te bereiken met een inkomen tussen 100% en 110% van de bijstand hebben weliswaar tot circa 300 extra PMB’s geleid, maar de oorspronkelijke raming is buiten bereik gebleven. In de evaluatie van het vernieuwde minimabeleid in de eerste helft van 2013 onderzoeken we ook of de cijfers kloppen over de schattingen van het aantal werkende armen. Deze waren gebaseerd op de minimascan van Stimulansz. We sluiten niet uit dat het aantal werkende armen kleiner is dan geraamd, omdat door de Wwb-bepalingen sommige toeslagen van de belastingdienst tot het inkomen moeten worden gerekend en mensen daardoor boven de 110%-grens uitkomen. Minderbesteding PMB’s: € 720.000. Vrijwilligersbonus De regeling vrijwilligersbonus voorziet in een premie van € 250 voor wie tenminste 6 uur per week vrijwilligerswerk doet en geen aanspraak heeft op het PMB. De regeling was mede bedoeld om huishoudens die volgens het nieuwe minimabeleid hun oude aanspraken verloren, de mogelijkheid te bieden door het doen van vrijwilligerswerk hun financiële schade te compenseren. In 2011 was er mee gerekend dat tot 1.600 huishoudens van deze regeling gebruik zouden gaan maken. Echter heeft recent onderzoek van het OCD aangegeven dat de doelgroep uit slechts 700 huishoudens bestaat. Hoewel we alle klanten die op deze regeling aanspraak zouden kunnen maken nadrukkelijk hebben geïnformeerd, kwam het aantal verstrekkingen maar zeer aarzelend op gang. Zoals al in de 2e bestuursrapportage vermeld, verwachtten we niet dat we het aantal van 1.600 bonussen nog haalbaar zou blijken. Het effect van de extra publiciteitscampagne in de in de vorm van een persoonlijke wenskaart voor de doelgroep, bleek teleurstellend en leidde nauwelijks tot extra aanvragen. Uiteindelijk zijn in 2012 slechts 147 vrijwilligersbonussen verstrekt. Het gebruik van de vrijwilligersbonus wordt betrokken bij de evaluatie minimabeleid in 2013. Minderbesteding Vrijwilligersbonus: € 363.000. Individuele bijzondere bijstand Individuele bijzondere bijstand kent twee kostensoorten: bijstand om niet, en leenbijstand. Nieuw in 2012 was dat we gestopt zijn met bijstand voor medische kosten (buitenwettelijk beleid), en dat we geen standaard verstrekkingen meer kenden voor bijzondere bijstand. Maatwerk vormde de basis. De bestedingen voor bijzondere bijstand om niet waren in 2012 circa € 118.000 hoger dan begroot. Als gevolg van gewijzigd beleid Leenbijstand (wordt vooral verstrekt bij inrichtingskosten) vervielen hierbij de oude ‘standaardbedragen’ en werd op basis van de individuele situatie en mogelijkheden van de klant geoordeeld of en hoeveel leenbijstand nodig was. Een tweede ontwikkeling was dat het aantal statushouders dat in 2012 een woning kreeg toegewezen lager is uitgevallen dan tevoren ingeschat. Begroot was dat we in 2012 aan leenbijstand € 800.000 zouden besteden (2011: € 1,5 miljoen). Het maatwerk en het lagere aantal statushouders zorgden dat we in 2012 uiteindelijk € 532.000 minder leenbijstand hebben verstrekt. Totaal aan minder besteding individuele bijzondere bijstand € 414.000. De lagere bestedingen leenbijstand werkten door in een lager bedrag aan aflossingen: € 141.000 Evaluatie 2013 Een evaluatie van de nieuwe en oude regelingen in het Minimabeleid inclusief beeld qua stapeling en mogelijke herijking / intensivering wordt gepresenteerd in het 2e kwartaal 2013 en zal er een voorstel worden opgesteld met betrekking tot het te hanteren instrumentarium. Daarnaast zal een voorstel worden aangeboden inzake preventieve bewindvoering met het oog op het voorkomen van schulden, welke gefinancierd worden uit het budget minimabeleid. Deze voorstellen zullen bestuurlijk al worden aangeboden voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag in de Drechtraad van juli.
43
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
Minimabeleid
5.810
5.810
0
4.363
5.669
1.306
1.447
-141
1.306
1.306
Apparaatskosten
2.500
2.500
0
2.366
2.869
503
134
369
503
503
Totaal
8.310
8.310
0
6.729
8.538
1.809
1.581
228
1.809
1.809
Het jaar 2012 heeft op het programma Minimabeleid geleid tot een extra overschot van € 0,8 miljoen, bovenop het in de 2e programma verantwoording 2012 gemelde overschot van € 0,5 miljoen. Conform het uitvoeringsbesluit financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden wordt voorgesteld van het exploitatieresultaat 2012 € 281.000 toe te voegen aan de reserve Minimabeleid. Het resultaat 2012 is vooral bijgesteld door de lagere verstrekkingen Persoonlijk Minima Budget, bonussen vrijwilligerswerk en Leenbijstand. Het nu gerealiseerde overschot is grotendeels het gevolg van het toepassen van het nieuwe beleid. Voor 2012 is geen noodzaak gebleken om een beroep te doen op de extra storting van circa € 750.000 welke door de gemeenten is ontvangen ter compensatie van bezuinigingsmaatregelen op diverse maatschappelijke terreinen. Resultaat op de baten Minimabeleid: € 141.000 (nadeel, incidenteel) Het resultaat op de baten laat zich als volgt verklaren: Lagere debiteureninkomsten terugvordering leenbijstanden, door de lagere verstrekkingen gedurende het jaar 2012 zijn ook de inkomsten terugvordering afgenomen ad € 141.000. Resultaat op de lasten Minimabeleid € 1.447.000 (voordeel,structureel) Het resultaat op de lasten laat zich grotendeels als volgt verklaren: Lagere verstrekkingen PMB ( Persoonlijk Minima Budget ) ad € 720.000. Lagere verstrekkingen bonussen vrijwilligerswerk ad € 363.000. Lagere verstrekkingen leenbijstanden ad € 532.000. Hogere verstrekkingen bijstand om niet ad € 118.000 Hogere verstrekkingen SMS-Kinderfonds ad € 48.000. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 369.000 voordeel, incidenteel / lasten € 134.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.6. Wmo
Wat hebben wij bereikt? Doelstelling: De programmakosten Wmo stijgen niet ten opzichte van de begroting 2011. De doelstelling is gehaald, ten opzichte van de begroting 2011 € 37,7 miljoen zijn de programmakosten gedaald met € 3,1 miljoen. Score klanttevredenheid: Begin 2012 is opnieuw een klanttevredenheid onderzoek (KTO) onder onze klanten uitgevoerd. De score op tevredenheid over dienstverlening en voorzieningen is gemiddeld een 7,3. Ruim voldoende dus. Dit cijfer is ten opzichte van 2 jaar geleden nauwelijks gewijzigd. Het gemiddelde cijfer was toen een 7,4.
44
Wat hebben wij daarvoor gedaan? We ondersteunen inwoners van de zes Drechtsteden gemeenten, met lichamelijke en / of geestelijke beperkingen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en leven. In 2012 zijn we begonnen om meer de ‘eigen kracht’ van burgers aan te spreken. In het contact met burgers is de focus gelegd op wat iemand zelf (nog) kan, en welke bijdrage zijn sociaal netwerk aan de oplossing van het probleem kan leveren. Soms kunnen algemene en collectieve voorzieningen in de gemeente meehelpen de ondersteuning te realiseren. Pas als er via deze weg geen oplossing mogelijk is, wordt beoordeeld of er een noodzaak is voor een individuele voorziening. Deze werkwijze is neergelegd in een nieuwe Wmo-verordening, die in 2013 van kracht wordt. Deze aanpak heeft er toe bijgedragen dat de autonome groei van het aantal individuele voorzieningen is gestabiliseerd en iets is gedaald. Een andere belangrijke factor voor de daling is het effect van de invoering van een eigen bijdrage voor alle Wmo-voorzieningen (behalve rolstoelen). Het afgelopen jaar hebben we een nieuw model voor huishoudelijke ondersteuning (HO) ontwikkeld. Dit model is toekomstgericht en bedoeld om uit te komen met het rijksbudget voor HO. Het model is samen met de huidige zorgaanbieders ontwikkeld in een zogenoemde ‘bestuurlijke aanbesteding’. Samen met de aanbieders zijn we tot een nieuwe werkwijze gekomen op basis van resultaatfinanciering. Hierbij bepaalt de aanbieder in overleg met de klant welke werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Het resultaat, een schoon en leefbaar huis, telt. Er wordt dus geen indicatie voor een aantal uren gegeven, zoals voorheen in de Wmo en AWBZ gebruikelijk was. We bereiken hiermee een efficiënter resultaat waarmee we in 2013 verwachten uit te komen met het rijksbudget, zonder de mensen die huishoudelijke ondersteuning nodig hebben te kort te doen. Daarnaast hebben we bij herindicaties kritisch gekeken naar de voorheen gestelde indicatie. In het verleden is er soms zware ondersteuning geïndiceerd, terwijl lichte ondersteuning ook mogelijk is. Het aantal klanten en voorzieningen is in 2012 voor het eerst sinds jaren gedaald. Hierboven zijn de belangrijkste oorzaken al benoemd. Voorziening Hulp bij het huishouden: Aantal cliënten Aantal geïndiceerde uren
2011
Hulpmiddelen: Aantal vervoer Aantal rolstoelen Aantal woonvoorzieningen
2012
Percentage
8.746 30.184
8.455 27.196
-3,3% -9,9%
17.443 3.725 2.180
17.236 3.721 1.480
-1,2% -0,1% -32,1%
Het aantal woonvoorzieningen is met name fors gedaald, omdat veel kleinere, niet kostbare woonvoorzieningen niet meer aangevraagd worden.
We zijn gestart om de dienstverlening aan cliënten in 2012 sneller, beter en goedkoper te maken. Dit project, Partner in Zelfstandigheid Wmo, is eind van het jaar afgerond. De werkprocessen zijn vernieuwd en de organisatie van de Wmo afdeling wordt aangepast. De transitie van ‘begeleiding en dagbesteding’ van de AWBZ naar de Wmo is na de val van het vorige kabinet controversieel verklaard. Het nieuwe kabinet zal de transitie doorzetten. Hoe deze exact inhoud en vorm krijgt is op dit moment nog niet bekend. Ook is nog niet duidelijk of we in de Drechtsteden een rol krijgen in de uitvoering van deze nieuwe taken binnen de Wmo. We zijn en blijven betrokken in het voorbereidingstraject dat de gemeenten in 2012 gestart zijn. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten 2.932
Hulp bij het huishouden
25.800
25.800
0
24.976
24.738
-238
674
-874
-238
hulpmiddelen
10.200
10.200
0
9.493
9.493
0
707
-707
0
835
6.880
6.880
0
6.611
8.077
1.466
269
1.197
1.466
1.466
42.880
42.880
0
41.080
42.308
1.228
1.800
-572
1.228
5.233
Apparaatskosten Totaal
45
Uitgangspunt voor de begroting 2012 was dat de programmakosten Wmo niet zouden stijgen ten opzichte van de begroting 2011. Deze doelstelling is ruimschoots gehaald, waarbij zelfs de uitgaven met een bedrag van € 1,6 miljoen zijn gedaald en de inkomsten eigen bijdrage CAK met € 1,1 miljoen zijn gestegen. Per saldo resulteert dit in een lagere gemeentelijke bijdrage van ruim € 2,7 miljoen ten opzichte van de begroting. Het behaalde resultaat komt bovenop de bij de 1e bestuursrapportage 2012 vermelde lagere gemeentelijke bijdrage van € 1 miljoen als gevolg van een hogere opbrengst eigen bijdrage CAK en de € 1 miljoen kostenbesparing op de WMO hulpmiddelen bij de 2e bestuursrapportage. De stijging eigen bijdrage CAK wordt voornamelijk gerealiseerd in de 2e helft van 2012. De gegevens die we hadden ontvangen van het CAK ten tijde van het opstellen van de 2e bestuursrapportage gaven destijds nog geen aanleiding om het resultaat positief bij te stellen. De combinatie van een nieuwe manier van indiceren waarbij eerst wordt gekeken naar de mogelijkheden van de klant en zijn / haar omgeving (de Kanteling) en een verhoging van de eigen bijdrage, heeft het aantal geïndiceerde uren en klanten hulp bij het huishouden sterk doen dalen. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van zogenaamde dure zorg (HH2) naar goedkopere (HH1). Naast de lagere lasten hulp bij het huishouden zijn ook de uitgaven hulpmiddelen verder gedaald en de opbrengst eigen bijdrage CAK gestegen. In 2012 is incidenteel een bedrag van € 238.000 uitgegeven aan de afwikkeling over voorgaande jaren. Conform jaarrekening 2011 stellen wij voor dit bedrag ten laste van de reserve te brengen en het resterende saldo van € 860.000 ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen. Hiermee komt het effect voor de gemeenten ten opzichte van de begroting Wmo na 2e bestuursrapportage op een voordeel van ruim € 3,6 miljoen. Wmo hulp bij het huishouden De financiële bijdrage gemeenten ten behoeve van de Wmo hulp bij het huishouden is conform de financieringssystematiek op nacalculatie-basis. Resultaat op de lasten Wmo hulp bij het huishouden: €824.000 (voordeel, structureel) De gerealiseerde lasten WMO hulp bij het huishouden zijn € 824.000 lager dan de begrote lasten. Na zuivering van de lasten op uitgaven voorgaande jaren € 238.000, bedraagt het feitelijke resultaat op de lasten €1.062.000. Resultaat op de baten Wmo hulp bij het huishouden: €1.062.000 (nadeel, structureel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn gewoonlijk de baten gelijk aan de gerealiseerde lasten. In het bovenstaande overzicht is hiervan afgeweken, omdat in 2012 een bedrag van € 238.000 is uitgegeven aan kosten die betrekking hebben op de afwikkeling over voorgaande jaren. Bij de jaarrekening 2011 is besloten om deze uitgaven ten laste van de reserve Wmo te brengen en het resterende saldo van € 860.000 ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen Door een verdere stijging van de inkomsten eigen bijdrage CAK zijn de gerealiseerde baten Wmo hulp bij het huishouden met € 1.010.000 toegenomen ten opzichte van de begrote baten. Dit resultaat komt bovenop de bij de 1e bestuursrapportage verwachte stijging van de opbrengst eigen bijdrage CAK met eveneens € 1 miljoen. Uitgaven Wmo 30 25 20
Huishoudelijke hulp
15
Hulpmiddelen
10 5 2007
46
2008
2009
2010
2011
2012
Wmo hulpmiddelen De financiële bijdrage gemeenten ten behoeve van de Wmo hulpmiddelen is conform de financieringssystematiek op nacalculatie-basis. Resultaat op de lasten Wmo-hulpmiddelen: € 707.000 (voordeel, structureel) De gerealiseerde lasten Wmo-hulpmiddelen zijn € 707.000 lager dan de begrote lasten. Dit resultaat is opgebouwd uit een besparing van € 835.000 op vervoer, rolstoelen en woonvoorzieningen en € 128.000 hogere lasten collectief vervoer Drechthopper en Sliedrechthopper. De stijging van de uitgaven collectief vervoer is grotendeels het gevolg van een opgelegde naheffingsaanslag btw over de eigen bijdrage 2007-2010. Resultaat op de baten WMO-hulpmiddelen: € 707.000 (nadeel, structureel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de baten gelijk aan de gerealiseerde lasten. Naast de lagere gemeentelijke bijdrage als gevolg van een daling van de uitgaven hulpmiddelen zijn ook de inkomsten eigen bijdrage CAK met € 178.000 verder toegenomen en de ontvangsten debiteuren gedaald met € 56.000 ten opzichte van de begrote baten. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 1.197.000 voordeel, incidenteel / lasten € 269.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door de apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.7. Budgetadvies en schuldbemiddeling Wat hebben wij bereikt? Doelstelling: De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is ingegaan en het in het kader van deze wet ontwikkelde regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening is door de Drechtraad vastgesteld. Vanaf 1 juli werken we conform de nieuwe wettelijke kaders en rapporteren in dit jaarverslag over de resultaten op de afgesproken doelstellingen uit het nieuwe beleidsplan: Doelstelling 1. 100% van de meldingen moet binnen 28 dagen in behandeling zijn genomen 2. 100 % van de crisisaanmeldingen moet binnen 3 dagen in behandeling zijn genomen. 3. 50% van de stabilisatietrajecten moet positief worden afgesloten. 4. 60% van de schuldregelingstrajecten moet positief worden afgesloten.
Afspraak Wachttijd max. 28 dagen 3 dagen
Resultaat 5,5 dagen
50%
41%
60%
85%
1 dag
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In 2009 steeg het aantal verzoeken om schuldhulp van 1.866 via 2.274 (2010), naar 2.323 (2011). In 2012 verwachtten we 2.500 aanmeldingen voor de workshop en het waren er uiteindelijk 2.422. Ook is in het afgelopen jaar de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening succesvol ingevoerd. In het kader van deze nieuwe wet heeft de Drechtraad het “regionale beleidsplan schuldhulpverlening” voor de Drechtsteden vastgesteld. Hierin is afgesproken dat we rapporteren over de resultaten op de bovenstaande doelstellingen. De resultaten op doelstelling 1, 2 en 4 worden ruimschoots gehaald. De derde doelstelling blijft (nog) achter. Het relatief lage slagingspercentage op het product stabilisatie wordt veroorzaakt door strengere eisen ten aanzien van motivatie en vaardigheden, waardoor dit product effectiever dan voorheen als voorbereiding op het product schuldregelen kan worden ingezet. Het effect is duidelijk: een hoge score voor schuldregelen naast een nog achterblijvend resultaat op stabilisatie. Met de nadruk op “nog”: we gaan voor de 50% in 2013. Deze verbetering willen we bereiken door een scherpere diagnose met behulp van een nieuw screeningsinstrument gevolgd door een gerichter aanbod.
47
In november 2012 heeft de Sociale Dienst Drechtsteden het kwaliteitscertificaat NEN 8048 als schuldhulpverleningsorganisatie behaald. De kwaliteitscontrole die het onafhankelijke keuringsinstituut KIWA uitvoerde, werd met glans doorstaan. De Sociale Dienst Drechtsteden is hiermee de zesde gemeentelijke organisatie die dit kwaliteitskeurmerk heeft. Voor klanten én schuldeisers betekent dit dat zij erop kunnen vertrouwen dat de schulphulp die de Sociale Dienst Drechtsteden biedt betrouwbaar is en voldoet aan de kwaliteitseisen die de branche hieraan stelt. Daarnaast is de Sociale Dienst Drechtsteden in december 2012 door de leden van de branchevereniging NVVK uitgeroepen tot de meest innovatieve schuldhulpverlener. Deze uitverkiezing is verdiend met de aanpak van de Sociale Dienst Drechtsteden - een workshop die niet alleen efficiënter is maar ook taboedoorbrekend werkt. Met de prijs, een bedrag van € 5.000 , gaat de SDD de workshop verder doorontwikkelen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Budgetadvies en schuldbemiddeling
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
70
70
0
34
34
0
36
-36
0
36
Apparaatskosten
3.670
3.670
0
1.793
2.127
334
1.877
-1.543
334
334
Totaal
3.740
3.740
0
1.827
2.161
334
1.913
-1.579
334
370
Resultaat op de lasten Budgetadvies en schuldbemiddeling € 36.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde lasten Schuldhulpverlening en budgetadvies zijn lager dan waar bij de begroting rekening mee werd gehouden. Resultaat op de baten Budgetadvies en schuldbemiddeling € 36.000 (nadeel, incidenteel) Als gevolg van de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door het berekenen van het resultaat op de lasten aan de gemeenten en is daaraan gelijk. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 1.543.000 nadeel, incidenteel / lasten € 1.877.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
48
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden In 2012 heeft het IBD zich vooral gericht op het verbeteren van zowel de dienstverlening aan, als de relatie met de opdrachtgevers. Projectmatig creëren en de zorg voor de projectbeleving stonden (en staan nog steeds) hoog op de agenda. Daarnaast is er voor gekozen in projectteams te gaan werken en de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken bij de teams zelf te leggen. Het IBD is een omzetgestuurde organisatie. Het was dus ook nu weer zaak om op basis van de te verwachten omzet, de organisatie passend en kostendekkend te maken, daarbij rekening houdend met alle verplichtingen die bij het IBD aanwezig zijn. Uitgangspunt daarbij was te komen tot een financieel resultaat van € 312.000 hetgeen als taakstelling is weggezet. Daarbij moesten wij ons wapenen tegen het tekort aan civiele technici dat er heerst en dat in de toekomst verder zal toenemen. Onder de projecttitel “2 naar 6” is er onderzoek en overleg geweest of deelname van Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht in het IBD tot kwaliteits- en efficiëntieverbetering bij alle betrokken partijen zou kunnen leiden. Uit de positieve reacties van de reguliere opdrachtgevers in Dordrecht en Zwijndrecht blijkt dat de extra inspanning om de relatie en dienstverlening te verbeteren zeker tot succes heeft geleid. De verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer verandert steeds meer tot een intensieve samenwerkingsrelatie. Het werken in projectteams leidde er toe dat medewerkers beter gingen samen werken, dat de zorg voor een goed financieel resultaat door het hele team gedeeld werd, dat de kwaliteit verbeterde en dat de ontwikkeling van de medewerkers zelf verbeterde. De voortdurende “jacht op omzet” heeft er toe geleid dat er, daar waar reguliere opdrachtgevers minder te besteden hadden, er projecten bij andere gevonden werd. Het financiële resultaat over 2012 is dan ook boven verwachting goed. Het project ”2 naar 6” heeft er toe geleid dat men over het algemeen overtuigd is van nut en noodzaak van gezamenlijke deelname in het IBD. Een eerste verkenning, waaruit bleek dat dit project kan leiden tot een besparing van minstens 10% op de voorbereidings-administratie-toezicht-kosten van een project, heeft geleid tot een nauwkeurig onderzoek via een viertal businesscases. Wat hebben wij bereikt? Klanten: Naar onze klanten is veel aandacht besteed aan het verbeteren van het kwaliteitsniveau. Wetende dat de meeste opdrachtgevers met te krappe budgetten kampen is extra ingezet op het reduceren van de projectkosten. Strategisch inkopen en het voorkomen van meerwerk kregen daarbij extra aandacht. Ook veel aandacht is besteed aan de projectbeleving en de projectleiders zijn zich bewust geworden van hun pleasersrol, terwijl zij zich ook fermer in hun rol gingen opstellen. Hierdoor ontwikkelt zich steeds meer een eigen identiteit van het IBD. Maatschappij: Het inspelen op wensen van de omgeving heeft veel aandacht gekregen van de directievoerders en opzichters, die zich ook extra hebben ingespannen om mogelijke kritiek van de omgeving te voorkomen. De mogelijkheid voor omwonenden om via internet over projectuitvoering te communiceren dient nog ontwikkeld te worden. In het collegiale G17 netwerk hebben we een voortrekkersrol genomen door de benchmark weer te organiseren en in 2012 ook de Dag van de Stadsingenieur te organiseren. Ook in 2012 hebben er doorlopend vijf afstudeerders/stagiaires een plaats gehad. Eindresultaten: Dit jaar had het IBD een taakstelling van € 312.000, die gezien de financiële structuur beschouwd werd als een winstdoelstelling. De taakstelling is dit jaar ruimschoots behaald. Ook de omzet is vrijwel volgens de begroting uitgekomen. Hoewel de omzet van Dordrecht erg terug viel, is deze ook nu weer voor een groot deel door die van Zwijndrecht gecompenseerd. Het aantal declarabele uren is gemiddeld per medewerker erg hoog geweest en ligt ten opzichte van andere gemeentelijke ingenieursbureaus op het hoogste niveau.
49
Hoe hebben we gemeten? Klanten: In 2012 is getracht de klanttevredenheid te meten. Per project zijn de betrokkenen schriftelijk geïnterviewd. Helaas was er niet de discipline bij opdrachtgevers om dit ingevuld terug te zenden. Uit persoonlijke reacties is echter duidelijk het beeld ontstaan dat de klantwaardering zeker is gestegen. Om te zien hoe de samenwerking met de nog niet aangesloten Drechtsteden verloopt zijn de projecten geanalyseerd. Daaruit blijkt dat men met name gecompliceerde projecten bij het IBD wenst onder te brengen. De waardering door de maatschappij, de reacties en suggesties van omwonenden van onze projecten zijn niet gemeten. Eindresultaat: Dit is in feite de waardering door de aandeelhouder. Van de volgende resultaten werd uitgegaan: Winst (bezuiniging) € 312.000 Minimale omzet van € 7.000.000 Minimaal declarabele uren 77.500 voor eigen medewerkers, geen leegloop. Geen structurele inhuur, alleen op projectbasis. De volgende resultaten werden behaald: Winst (bezuiniging) € 381.000 Minimale omzet van € 7.600.000 Minimaal declarabele uren 80.000 voor eigen medewerkers, geen leegloop. Geen structurele inhuur, alleen op projectbasis. Meting van deze doelstellingen gebeurde maandelijks met het managementinformatiesysteem, waarbij de afwijkingen ten opzichte van de begroting gerapporteerd werden. Op basis daarvan werd er projectteam en per medewerker gestuurd.
Product/activiteit/project Declarabele uren
Begroot resultaat
Stand van zaken
93.300 uur
96.000 uur
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 8.149 8.301 152 0 0 0 8.149 8.301 152
Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo 7.992 8.373 381 0 0 0 7.992 8.373 381
Lasten 157 0 157
Afwijking Baten Saldo 72 229 0 0 72 229
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Kostenplaats B Materiële kosten OHD en projecten
I/S* I I
Subtotaal
A B C
50
Baten Kostenplaats Materiële kosten OHD en projecten Extra omzet door hogere productiviteit
I I I
Voordeel
Nadeel
Saldo
23 134
23 134
157
157
6 -134 200
6 -134 200
Gemeente** Nee Nee
Nee Nee Nee
Subtotaal
206
134
72
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
363
134
229
363
134
229
Toelichting: A. Op de kostenplaats van het ingenieursbureau is totaal een positief resultaat van € 29.000. Het betreft extra inkomsten (6) en lagere lasten (23) B. Binnen het ingenieursbureau worden vaak projectkosten voor gefinancierd voor onze opdrachtgevers. Het gaat hierbij om drukwerk,bodemonderzoeken, geluidsonderzoeken etc. Daarnaast betaalt het ingenieursbureau materiaalkosten voor diverse werkzaamheden inzake calamiteiten onderhoud. Al deze kosten worden later 1 op 1 doorberekend naar onze opdrachtgevers. De totale kosten zijn € 134.000 lager dan begroot en daardoor wordt er ook € 134.000 minder doorberekend. C. De extra inkomsten worden volledig veroorzaakt door een groter productiviteit ten opzichte van de begroting. De hoger productiviteit (meer declarabele uren ongeveer 2700 uur) wordt veroorzaakt door : - Lager ziekteverzuim - 600 uur - Minder verlof opgenomen - 800 uur - Minder indirecte uren (minder opleiding en afdelingsgerichte werkzaamheden ) – 900 uur - Meer overwerk – 400 uur Uitgaande van een gemiddeld verkooptarief van 75 euro levert dit een extra omzet op van € 200.000.
51
2.6 Servicecentrum Drechtsteden De missie van het SCD is om een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die haar klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Het doel is om de komende jaren een toonaangevende shared service organisatie binnen het publieke domein in Nederland te worden. In de Financiële Strategie Drechtsteden (Drechtraad, 21 juni 2011) en het in oktober 2011 opgestelde Realisatieplan SCD is deze doelstelling vastgelegd. Tegen deze achtergrond zijn in de begroting 2012 drie met elkaar samenhangende veranderopdrachten geformuleerd, die tot stand zijn gekomen op basis van de in 2011 door PwC gehouden evaluatie van het SCD.
Positie SCD en keuzes in klanten
Aansturing en rollen in netwerk
Doorontwikkeling SCD
Hieronder wordt in hoofdlijnen aangegeven welke voortgang is gemaakt op de verschillende veranderopdrachten. Aansturing en rollen in het netwerk Het DSB heeft op 11 januari 2012 het Handelingskader Sturing SCD vastgesteld. Het doel was om een basis te leggen voor een betere sturing op resultaat en de verantwoording daarover. De afspraken in het Handelingskader zijn recent geëvalueerd. Daar waar de evaluatieresultaten betrekking hebben op het intern functioneren van het SCD (tijdige aanlevering van stukken, voorbeeldgedrag, interne bewustwording) zelf zijn deze opgepakt. Verder wordt bezien hoe de samenwerking binnen het netwerk nog beter vorm kan krijgen. Nieuwe klantrelaties In 2012 is een meerpartijenovereenkomst (MPO) gesloten over de toekomstige relatie (‘ontvlechting’) tussen het Servicecentrum Drechtsteden c.q. de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en de Gemeenschappelijke Regelingen Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ. In de tweede burap is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De uitkomst van het offertetraject is tot nu toe dat de VR de P-diensten zelf is gaan doen, er met PG&J een jaarovereenkomst is gesloten met de wil om voor 2014 en verder een langdurige overeenkomst af te sluiten en dat we met OZHZ nog in discussie zijn over de uitgebrachte offerte voor ICT. Eind 2012 is de (geactualiseerde) MPO vastgesteld. Doorontwikkeling SCD In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van het SCD, die ertoe moeten leiden dat het SCD de komende jaren resultaten boekt op het gebied van klanttevredenheid, organisatievolwassenheid en besparingen. Bij deze stappen gaat het meer specifiek om: a. Procesdoorlichting: In 2012 zijn alle processen en diensten van het SCD met behulp van leanmanagement doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. Daaruit zijn procesnormen gekomen, die door beheersmaatregelen (regelkringen) worden bewaakt. Een regelkring bestaat uit het vergelijken van de stand van zaken met een procesnorm en het indien nodig nemen van
52
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
corrigerende acties. Daarbij vindt de sturing steeds meer plaats op basis van objectieve kpi’s (Key Performance Indicators). Reorganisatie: De procesdoorlichting heeft geleid tot een complete reorganisatie van de afdelingen. In het kader van deze reorganisatie heeft een zorgvuldig plaatsingsproces plaatsgevonden, waarbij met elke medewerker ontwikkelafspraken zijn/worden gemaakt. Het management heeft op afdelings- en teamleidersniveau een uitgebreid managementdevelopmenttraject gevolgd, dat ook in 2013 verder doorloopt, met het doel om de doorgevoerde verandering volledig te verankeren in de organisatie van het SCD. Door de hele organisatie hebben medewerkers in 2012 trainingen ‘klantgericht werken’ en ‘adviesvaardigheden’ gevolgd om een gedragsverandering te realiseren. Ook in 2013 blijft verandering van houding en gedrag een speerpunt. Prestaties: In de loop van 2012 zijn de eerste afdelingen conform de fijnstructuur gaan werken. Hierdoor is een aantal prestaties verbeterd, zoals bijvoorbeeld de effectiviteit van het post- en archiefproces. In 2013 worden verdere effecten zichtbaar aangezien dan alle afdelingen op de nieuwe wijze gaan werken. In de transitieplannen wordt hierop gestuurd. In 2013 wordt weer een KTO gehouden. Kostenreductie: De aanzienlijke financiële taakstelling in 2012 is gerealiseerd door het stroomlijnen van de processen en een forse reductie van het aantal medewerkers, waarbij er zoals in de 1e en 2e burap is aangegeven er wel frictie- en veranderkosten zijn. Deze kosten zijn in deze jaarrekening verwerkt. Om deze frictiekosten de komende jaren zoveel mogelijk te beperken is een professionele uitstroomorganisatie opgericht. Medewerkers worden door deze uitstroomorganisatie actief van werk naar werk begeleid. Besparingspotentieel regionaal: Het SCD heeft in 2012 initiatieven ontwikkeld om de kosten voor zijn klanten te beperken. Het meest in het oog springende initiatief daarbij in 2012 was het verder regionaliseren van het inkooppotentieel. Het Drechstedenbestuur heeft op 5 september ingestemd met Inkoop Nieuwe Stijl. In 2013 zullen we klantorganisaties periodiek informeren over de gerealiseerde besparingen. ICT: Het stroomlijnen van de processen heeft geleid tot inzicht in de processen en onderdelen waar nog verbetering noodzakelijk is. Zoals aangegeven in de 1e en 2e burap bleken na de overdracht van het GRID aan het SCD nog losse einden te zijn, die wel moesten worden opgelost om tot een goed functionerende ICT-omgeving voor de Drechtsteden te komen. Bovendien hebben we in 2012 een grondige analyse uitgevoerd van de fijnstructuur van de ICT afdeling en het verband tussen de uit te voeren activiteiten en in te zetten middelen. Dit heeft geleid tot een ICT Transitieplan, dat inmiddels op 6 maart jl. door het Drechtstedenbestuur is goedgekeurd. Besparingspotentieel nieuwe klanten: Verdere doorontwikkeling van de verschillende onderdelen van het SCD, het stroomlijnen van processen en de verbetering van de ICT-functie zijn ook belangrijke randvoorwaarden om conform de doelstelling van de Financiële Strategie Drechtsteden op enig moment te kunnen toegroeien naar een uitbreiding van het klantenbestand. Voor de beoordeling van de wenselijkheid daarvan is binnen de GRD een toetsingskader opgesteld. Op dit moment wordt nader onderzocht of mogelijke toetreding van klanten ook zal kunnen leiden tot kostenreductie voor de huidige eigenaren. Verrekensystematiek: Zoals aangegeven in de 2e burap heeft het Drechtstedenbestuur op 16 mei 2012 een nieuwe verrekensystematiek vastgesteld. Inmiddels is er in maart jl ook een voorstel door het DSB goedgekeurd over de invoeringsdatum (1-1-2013) en het omgaan met herverdeeleffecten. Tevens komt er per domein een concreet voorstel voor de sturing op volumes en de genoemde varianten in de vastgestelde notitie (creëren van een flexibele schil en/of toegroei naar een lagere norm).
53
Hoe hebben we gemeten? Bijgaand de balanced scorecard 2012. Het beeld van het SCD is als volgt: 1. Financiën/ Eigenaar
Norm
Jaarrekening
Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld Operationeel budget
0
Transitiekosten
-€1.106.000
Jaarrekening
Productiviteit
7
6,1**
4. Vernieuwing
Jaarrekening
Kritische succesfactor (KSF): continue verbetering 5,5%
MTO
Jaarrekening
5
Norm
Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Ziekteverzuim
Norm
Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid Klantprestatie-indicatoren + € 94.000* (zie KPI's) - € 974.000 KTO
Aantal vacatures SCD
3. Medewerker
2. Klant
Alle fijnstructuren zijn afgerond in 2012 Transitieplan I&A***
5,64% Fijnstructuur
7
6,8**
1.350 uur
1.350 uur
ICT
*Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. **Niet gemeten in 2012, wordt opnieuw gemeten in 2013 ***Op 6 maart jl. goedgekeurd door het Drechtstedenbestuur.
Klantprestatie-indicatoren Tijdens de doorlichting van de werkprocessen die we in 2012 hebben uitgevoerd worden tevens de klantprestatie-indicatoren, zoals die tot nu toe worden gebruikt, geëvalueerd en zo nodig aangepast aan de nieuwe inzichten. In de leveringsrapportages van het SCD wordt per vier maanden over de klantprestatieindicatoren gerapporteerd. Taakveld
Product Registratie
Betalen KO: Coderen en accorderen Fiatteren en betalen
ICT
FZ/DIV
5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD % gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD % facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD
SCD+KO: betalen facturen
% facturen betaald 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
Incidenten
% binnen 5 dagen afgehandeld
Aanmelding nieuwe medewerker
% binnen 5 dagen afgehandeld
DIV
% dossiers binnen 24 uur uitgeleverd
DIV
% dossiers binnen 31 dagen teruggeleverd
Beheer FZ
% tijdig afgehandelde werkorders
Schoonmaak
JKC
Prestatie-indicator*
Bezwaar-procedures Bezwaar-procedures
70% van de gelopen VSR metingen in een voortschrijdend jaar dient een voldoende resultaat te hebben % besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarcie’s) % bezwaarschriften na mediation ingetrokken
* Hierover wordt in de leveringsrapportages gerapporteerd. **Betreft de stand aan het einde van het jaar.
54
Jaarrekening 2010
Jaarrekening 2011
Jaarrekening 2012**
53%
59,3%
76,7
90%
80,4%
81,3%
80%
90%
98,4%
98,4%
97,4%
95%
82,9%
85,9%
85,2%
90%
78%
76%
97%
90%
100%
93%
96%
90%
57%
80%
81%
90%
-
97%
96%
95%
74%
62%
65%
90%
65%
85%
100%
70%
92%
68%
98%
90%
47%
44%
9%
20%
Norm
-
Het realiseren van de gestelde normen heeft veel aandacht in de Transitieplannen van de afdelingen in 2013. Daarin is aangegeven hoe we de dienstverlening en werkprocessen verder gaan verbeteren. De resultaten moeten in 2013 echt zichtbaar worden. Het tijdig betalen van de facturen blijft een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels worden facturen voor 85,2% binnen 30 dagen betaald. Om dit percentage verder te verhogen, is er nog extra actie nodig bij zowel het SCD als de klanten. Bij ICT heeft de extra inzet van personeel in 2012 er aan bijgedragen dat incidenten sneller worden afgehandeld. JKC handelt bezwaarprocedures af binnen de gestelde norm.
-
Wat heeft het gekost?
(Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 46.345 47.869 1.524 2.050 526 -1.524 48.395 48.395 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 51.348 49.253 -2.095 2.860 526 -2.334 54.208 49.779 -4.429
Lasten -5.003 -810 -5.813
Afwijking Baten Saldo 1.384 -3.619 0 -810 1.384 -4.429
Het operationele resultaat van het SCD is als volgt: (Bedragen x € 1.000)
Resultaat Servicecentrum Drechtsteden Saldo operationeel en veranderproces Correctie belastingdienst Operationeel resultaat
Burap II Realisatie Verschil -43 -16 27 110 110 -43 94 137
Transitiekosten 2012 Subtotaal Dotatie aan voorziening transitie 2013 en verder Totaal
-1.106 -1.149
-974 -880
132 269
0
-3.549
-3.549
-1.149
-5.259
-4.110
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Dotatie voorziening transitie B Transitiekosten 2012 C Extra lasten ivm DVO’s D Correctie belastingdienst E Operationele bedrijfsvoering Subtotaal
F C
F
I/S* I S I I I
Voordeel
-3.549 -974 -574
I I
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I
Saldo
-16 -5.113
-3.549 -974 -574 110 -16 -5.003
810 574 1.384
0
810 574 1.384
1.494 0 1.494
-5.113 -810 -5.923
-3.619 -810 -4.429
110 110
Baten Reserve frictie (uittreding ZHZ) Extra baten ivm DVO’s e.d. Subtotaal
Nadeel
Gemeente**
55
Toelichting: A & B) Dotatie voorziening frictie en frictiekosten 2012 Om de vermindering van personeel mogelijk te maken moeten de komende jaren nog wel transitiekosten worden gemaakt. In 2012 bedroegen deze kosten € 974.000 (opgenomen in het resultaat van 2012). De komende jaren gaat het om afgerond € 3,5 miljoen. Dit bedrag wordt gedoteerd aan een voorziening transitie. Binnen de bestaande begroting van de SCD is er geen ruimte om deze voorziening te dekken. Dit leidt er dan ook toe dat het SCD met een negatief resultaat het jaar sluit. De hoogte van deze kosten hebben we bepaald door per medewerker de consequenties van het Sociaal Plan en de kans op uitstroom te schatten.
transitiekosten per jaar en cumulatief € 5.000.000 € 4.500.000 € 4.000.000
Euro
€ 3.500.000 € 3.000.000
transitiekosten
€ 2.500.000
Cumulatief
€ 2.000.000 € 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €-
2012
2013
2014
2015 ev.
transitiekosten
€ 974.767
€ 2.470.185
€ 1.014.026
€ 65.934
Cumulatief
€ 974.767
€ 3.444.951
€ 4.458.977
€ 4.524.911
C) Extra inkomsten DVO’s / ICT Het SCD heeft in 2012 extra kosten gemaakt voor de inhuur van personeel en ICT (vb. WIFI). Deze extra kosten zijn gedekt door extra inkomsten DVO’s en ICT. D) Correctie belastingdienst Een correctie van de belastingdienst als gevolg van het boekenonderzoek 2007-2011 leidt tot een eenmalige ontvangst van € 110.000. E) Operationele bedrijfsvoering Het resultaat uit de operationele bedrijfsvoering (excl. punt D) van het SCD bedraagt € 16.000. F) Reserve frictie ZHZ Conform de afspraken over frictiekostenvergoedingen in de afgesloten meerpartijenovereenkomsten (MPO’s) heeft het SCD € 810.000 meer ontvangen dan bij de 2e bestuursrapportage is geprognosticeerd. De afwijking ontstaat met name door een frictiekostenvergoeding door de Veiligheidsregio omdat zij geen personeelsdiensten meer afneemt. De frictiekostenvergoeding wordt toegevoegd aan de reserve frictie ZHZ.
56
2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) bestaat nu vijf jaar. In die periode is het OCD voor alle Drechtsteden gemeenten hét aanspreekpunt geworden voor onderzoek en informatievragen. We worden ook steeds vaker gevraagd mee te denken en te adviseren. Dit is helemaal in lijn met ons motto ‘partner voor beleid’. In 2012 hebben we, net als in 2011, sterk ingezet op externe acquisitie. Met als doel onze taakstelling op deze manier in de externe markt in te verdienen. We hebben hiervoor in de aanpalende regio’s met gemeenten en andere potentiële opdrachtgevers gesprekken gevoerd. Daarnaast zijn we actiever geworden op de interne markt. Dat heeft geresulteerd in enkele externe opdrachten en een fors aantal ‘extra’ interne opdrachten. Onze ambitie 10% van onze omzet extern in te verdienen bleek echter te hoog gegrepen. Dit konden we compenseren met onze interne acquisitie. We hebben bovendien in 2012 gewerkt aan ons ‘strategisch partnerschap’. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. Daarin maken we stappen, maar we zijn er nog niet. Dit speerpunt staat daarom voor 2013 opnieuw prominent op de agenda. Ook samenwerking en productontwikkeling stonden in 2012 op de agenda van het OCD. De samenwerking met GGD ZHZ hebben we versterkt. En we hebben twee producten verder uitgerold: het bewonerspanel en de wijkindex. Beide producten worden in 2013 verder ontwikkeld. Wat hebben wij bereikt? Het OCD heeft voor 2012 als belangrijkste doelstellingen geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten twee samenwerkingsrelaties gelegd twee nieuwe producten op merites bekeken en vervolgtraject 70% van acquisitieopdrachten gerealiseerd 10% omzet inverdiend via externe opdrachten drie strategische opdrachten uitgevoerd.
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In de begroting 2012 is opgenomen welke activiteiten er in 2012 zullen worden gerealiseerd. In dit onderdeel wordt de stand van zaken gemeld over 2012.
Product/activiteit/project gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten
Beoogd resultaat eind jaar e
Stand van zaken gerealiseerd: gemiddeld rapportcijfer 7,6 deels gerealiseerd: één samenwerkings-relatie, daarnaast losse contacten
twee samenwerkingsrelaties gelegd
1 helft jaar
twee nieuwe producten op merites bekeken en vervolgtraject
1 helft jaar
gerealiseerd: twee producten op merites bekeken, in vervolg daarop één product in ontwikkeling
70% van acquisitieopdrachten gerealiseerd
eind jaar
deels gerealiseerd: intern 80%, extern 40% - extern blijft achter bij de ambitie
10% omzet inverdiend via externe opdrachten
eind jaar
niet gerealiseerd: 3,5% omzet is extern – dit blijft achter bij de ambitie
drie strategische opdrachten uitgevoerd
eind jaar
deels gerealiseerd: twee strategische opdrachten afgerond, één lopend
e
57
Het OCD heeft haar doelen voor een belangrijk deel gerealiseerd. Wel is het resultaat op de externe acquisitie sterk achtergebleven bij de ambitie. We hebben veel energie gestoken in kennismakingsgesprekken met gemeenten in de omliggende regio’s. Dat heeft echter nauwelijks resultaat opgeleverd. De bezuinigingen bij gemeenten zijn daar deels debet aan. De concrete opdrachten die ons zijn gegund, kwamen van andere organisaties. Maar we constateren ook dat de brede insteek van het OCD niet goed werkt. Tegelijkertijd zijn we als OCD (pro-)actiever geworden op de interne markt en dat heeft extra opdrachten opgeleverd. Dit heeft het achterblijven van de externe acquisitie deels gecompenseerd, samen met besparingen aan de kostenkant. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 1.484 1.484 0 0 0 0 1.484 1.484 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 1.468 1.488 0 0 0 0 1.484 1.484 0
Lasten 16 0 16
Afwijking Baten Saldo -4 20 0 0 -4 20
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Personele lasten
I
Subtotaal
16 16
16 0
16
Baten B
Onderzoek intern Subtotaal
I
4
4
4
0
4
Totaal voor bestemming
20
0
20
Resultaatbestemming
0
0
0
Totaal na bestemming
20
0
20
Toelichting: A) Personele lasten Het voordeel van € 16.000 op de personele lasten is deels het gevolg van voordeel op de personele bezetting in verband met vacatureruimte. Daarnaast is er een incidenteel voordeel in verband met een (positieve) naheffing op personele belastingen. B) Onderzoek intern Ten opzichte van de laatste gegevens uit de 2e burap 2012, laten de onderzoeken een klein voordeel zien van € 4.000, gelegen in een hogere inkomst vanuit het pluspakket. Dit is een minimale afwijking.
58
2.8 Gemeentebelastingen Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van bijna € 100 miljoen per jaar. Wat hebben wij bereikt? Het profiel van Gemeentebelastingen Drechtsteden is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat wij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzetten. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. Het jaar 2012 markeerde voor Gemeentebelastingen Drechtsteden een nieuw ontwikkelingsfase: de startblokken voorbij, een nieuwe ronde. Een nieuwe ontwikkelingsfase –de startblokken voorbij- vroeg ook een vernieuwing van aansturing. Het perspectief van een gelande organisatie gaf immers ook het startpunt aan voor doorontwikkeling. Voor 2012 was de overgang naar een meer procesgerichte organisatie een belangrijke opgave. Het idee steeds meer processturing toe te passen, vroeg een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is Gemeentebelastingen Drechtsteden een traject gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft vanaf 1 januari 2012 ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de productie. De interne keten werd hierdoor sterker en flexibeler. Natuurlijk blijft het de primaire taak middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en financieel-economische vraagstukken Gemeentebelastingen Drechtsteden is een waardevol onderdeel binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Als goede dienstverlener richting burgers, bedrijven en instellingen en als goede opdrachtnemer en uitvoerder voor de deelnemende gemeenten binnen de GR-Drechtsteden. Maar ook voor de andere entiteiten binnen het netwerk is Gemeentebelastingen Drechtsteden een betrokken partner. Op 20 december 2012 heeft het Drechtstedenbestuur besloten Gemeentebelastingen Drechtsteden uit te breiden met de afdeling Geo-informatie van het Service Centrum Drechtsteden. Dit samengaan geeft een extra impuls aan de ontwikkeling van de organisatie. Dit proces zal eerst in 2013 worden afgerond. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Uit de afzonderlijke verantwoording van de opbrengsten aan de gemeente is begin 2011 een achterstand in de productie geconstateerd. Deze achterstand heeft extra aandacht gekregen en is inmiddels ingelopen. Hiermee hebben wij ook de brongegevens vrijwel geheel op orde. De aanslagen die hieruit voortvloeien zijn vrijwel direct gegenereerd en verzonden. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft dit jaar extra aandacht besteed aan objecten met een groot fiscaal belang. Deze objecten maken deel uit van het project “Top 500”. Dit traject is inmiddels afgesloten en heeft geleid tot een aanmerkelijke versnelling van het opleggen van aanslagen voor het jaar 2013. Als extra uitgevoerde activiteiten in 2012 noemen wij: de ontwikkeling van eigen opleidingstrajecten (GBD-academie) inloopavonden burgers werkzaamheden Bedrijveninvesteringzones (BIZ) leegstandsanalyses integratieactiviteiten afdeling GEO
59
Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform prestatie-indicatoren. De verantwoording over de belastingopbrengsten en de prestatie-indicatoren geschiedt rechtstreeks aan de afzonderlijke gemeenten. Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform de navolgende prestatie-indicatoren. Product
Prestatie-indicator
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 2012 persoonshuishoudens
95% voor 1 maart 2012 97% voor 1 april 2012 99% voor 1 mei 2012 100% voor 1 juni 2012
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding
overeenkomstig wettelijk termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening
Afdoen bezwaarschriften
25% binnen 3 maanden na indiening
100% binnen 6 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
De verhouding opbrengsten en nog op te leggen aanslagen vindt u hieronder. (Bedragen x € 1 miljoen) Gemeente Dordrecht
2011 42,2
Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal *bedrag lager dan € 50.000
Nog op te leggen 2,9
2012
Nog op te leggen 44,1
0,9
9,3
0,2
9,4
0*
10,5
0,7
11,6
0*
7,7
0,2
7,7
0*
17,1
0,5
16,6
0,6
86,8
4,5
89,4
1,5
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 4.694 4.694 0 0 0 0 4.694 4.694 0
(Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 4.651 4.875 224 0 0 0 4.651 4.875 224
I/S*
Voordeel
Lasten 43 0 43
Nadeel
Afwijking Baten Saldo 181 224 0 0 181 224
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Controleactiviteiten
I
25
B C
Minder inhuur dan begroot
I
Lagere last softwareleverancier
I
Subtotaal
0
25
10
0
10
8
0
8
43
0
43
174
Baten D
Dwangbevelen/aanmaningen
I
174
0
Kostenvergoeding Reinigingsrecht
I
7
0
7
Subtotaal
181
0
181
Totaal voor bestemming
224
0
224
224
0
224
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
60
Uit de bedrijfsvoering is een voordeel te melden van € 50.000. Dit is lager dan in de 2e Burap is vermeld. In het laatste kwartaal van 2012 heeft er een hogere interne doorbelasting plaatsgevonden (€ 35.000) die niet was begroot.Dit veroorzaakt een lager positief saldo dan voorzien. Toelichting: A. controleactiviteiten hondenbelasting Dit jaar zijn er geen grote aparte controleacties (hondenbelasting, leegstand, precario) uitgevoerd. Het begrote budget is te beperkt om jaarlijks tot volledige controleactie over te gaan. Wij zijn thans een op postcode geënte systematiek aan het ontwikkelen om veel gerichter de noodzakelijke controles toch binnen het beschikbare budget te kunnen uitvoeren. Over deze methode wordt begin volgend jaar overleg gevoerd met de gemeenten. Resultaat is een controlemethodiek die effectief binnen het daarvoor begrote bedrag kan worden uitgevoerd. (€ 25.000) B. Langere lasten softwareleverancier De kosten voor de externe automatisering (Centric) vallen € 8.000 lager uit dan geraamd. Dit jaar is het contract met de leverancier via bureau inkoop herzien. Vooralsnog gaan we voor 2013 uit van eenzelfde last als in 2012 (exclusief indexering). C. Inhuur Tevens melden wij een voordeel op de begrote inhuur 2012. D. Dwangbevelen/aanmaningen Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft € 300.000 begroot uit inkomsten dwangbevelen en aanmaningen. In werkelijkheid zijn deze inkomsten in 2012 € 474.000. Het voordeel van € 174.000 is overigens geheel gerelateerd aan de belastingopbrengsten van de gemeenten en is derhalve geen onderdeel van de perceptiekosten. Dit bedrag kan, in navolging van vorige jaren, derhalve naar rato van de kostenverdeelsystematiek teruggestort worden naar de deelnemers. Vanwege het risico, dat niet alle vorderingen ook worden binnengehaald, is een voorziening getroffen bij de vaststelling van de jaarrekening 2011. Deze voorziening behoeft niet te worden aangepast. In de 2e bestuursrapportage 2013 zullen we melden of de effecten van de huidige economische situatie op invordering van heffingen en belastingen zodanig is dat eventuele extra inzet vanuit de hogere inkomsten noodzakelijk is.
61
2.9 Algemene dekkingsmiddelen (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 100 150 50 0 0 0 100 150 50
Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo 98 353 254 0 0 0 98 353 254
Lasten 2 0 2
Afwijking Baten Saldo 202 204 0 0 202 204
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Lagere toegerekende rente Subtotaal
B C
I/S*
Baten Rente Resultaat gemeenschappelijke kosten Subtotaal
Voordeel
I
2 2
I
312
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
Nadeel
Saldo
Gemeente** 2 2
312
-60 -60
312 -60 252
254 0 254
0 0 0
254 0 254
Toelichting: A) Lagere toegerekende rente De toegerekende rente aan de reserves lager uitgevallen dan was begroot. (Bedragen x € 1.000)
BWS reserve Manden Maken FES Totaal
Begrote toegerekende rente 30 23 47 100
Werkelijke toegerekende rente 21 28 49 98
Afwijking -9 5 2 -2
B) Rente Het resultaat op de rente betreft het rentebestanddeel van de kapitaallasten minus de rentelasten op de liquide middelen. Om het rentebestanddeel van de kapitaallasten te kunnen berekenen wordt er gerekend met een rekenrente van 4% (conform financiële kadernota). Dit rentebestanddeel bedroeg in 2012 € 1.515.745. In 2011 is er een langlopende lening aangetrokken ter hoogte van € 35 miljoen tegen een rente van 2,578%. Dit brengt voor 2012 een rentelast van € 810.340 met zich mee. Naast deze rentelast bedroeg de rente op de kortlopende financiering € 104.202. Onderdeel van de rentelasten is het negatief renteresultaat op de BWS subsidie van € 70.665. De inkomende BWS subsidies zijn in 2009 door het Rijk afgekocht, waarbij toekomstige geldstromen contact zijn gemaakt tegen 4% rente. De rente die dit jaar feitelijk wordt gerealiseerd op de uitgezette middelen is echter slechts ongeveer 2%, zodat hier een negatief rente resultaat ontstaat. Als gevolg van het aanpassen van de rekenrente (van 5% naar 4% in 2012) is er voor het SCD een nadeel ontstaan op de rente. Hiervoor heeft het SCD, conform de begroting, een compensatie ter hoogte van € 200.000 ontvangen. C) Resultaat gemeenschappelijke kosten Het resultaat op gemeenschappelijke kosten is met name ontstaan doordat de gemeente Dordrecht energiefacturen uit de jaren 2008 – 2010 in rekening heeft gebracht.
62
3. Verplichte paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de capaciteit die de GRD heeft om die niet begrote kosten op te kunnen vangen. In feite kan het weerstandsvermogen worden omschreven als de mate waarin de GRD in staat is om omvangrijke tegenvallers op te kunnen vangen binnen de eigen begroting zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. De weerstandscapaciteit dient dus om de continuïteit van de GRD te waarborgen. Reguliere risico’s maken geen deel uit van de risico’s die zijn opgenomen in deze paragraaf. Dit omdat hiervoor verzekeringen kunnen worden afgesloten dan wel door middel van het treffen van een voorziening ondervangen kunnen worden. De capaciteit waarover de GRD beschikt om risico’s te kunnen afdekken zijn reserves en eventuele bezuinigingsmogelijkheden. In de nota reserves en weerstandscapaciteit van de GRD zijn de uitgangspunten neergelegd over de omvang van de benodigde reserves. Het uitgangspunt hierbij is dat elke GRD-dochter, naast eventuele programmareserves, over een exploitatiereserve beschikt van maximaal 3% van de totale apparaatskosten, waarbij een minimum van € 100.000 wordt gehanteerd. Naast deze reserve is er een beperkte algemene reserve waarvan het maximum op € 500.000 is gesteld. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de exploitatiereserves van de GRD-dochters en de algemene reserve weergegeven. In hoofdstuk 4 (pagina 89) zijn alle reserves van de GRD nader toegelicht. (Bedragen x € 1.000) 2008 BDS 0 SDD 710 IBD 100 SCD 201 OCD 0 GBD 0 Alg. reserve 300 Totaal 1.311
2009 0 394 100 1 0 0 -847 -352
2010 0 220 100 335 0 40 0 695
2011 4 250 129 306 100 140 185 1.114
2012 113 250 0 3 100 164 84 714
Uit bovenstaande tabel valt op te maken dat de exploitatiereserve en de algemene reserve zijn afgenomen. Dit kan ertoe leiden dat een dochter niet in staat is om een risico’s zelf op te vangen met als gevolg dat eigenaren bij moeten springen.
Openstaande risico’s
Dochter BDS (nieuw)
BDS (nieuw)
BDS
Omschrijving Mobiliteitsmanagement, de omschakeling van “zakelijk, Slim, Mobiel” naar Beter Benutten.
Kans Laag
Project Walstroom; de exploitatieramingen worden geactualiseerd aan de hand van de resultaten 2012, het eerste jaar volledige exploitatie. Eerste inzicht is dat de kosten hoger en de baten later zijn, en dat er grote kans is op een exploitatietekort in 2013.
Groot
Onderbrengen kosten coördinatie en toezicht ROMD bij ROM-D
Gemiddeld tot groot
Impact € 101.000
€ 50.000
Opmerking en sturing Er worden begin 2013 met het rijk afspraken gemaakt over verlenging van de overeenkomst, en op dekking van het verschil tussen de bestede rijks- en de bestede eigen middelen.
Baten worden zo hoog mogelijk gehouden door handhaving te vergroten en mogelijkheden tot verhoging van de tarieven te verkennen. Kosten worden zo laag mogelijk gehouden door de exploitatie zo efficiënt mogelijk te organiseren.
€ 100.000
De afspraken hierover zijn nog niet definitief.
63
IBD
IBD
SCD
Opdrachtenstroom vanuit de klantorganisaties
Restant oud verlof
Groot
Gemiddeld
Groot
Gemiddeld
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Groot
OCD
Vraag uitval
Groot
Gemiddeld
GRD
WW boventalligen
Groot
Groot
GRD
Arbeidsrechtelijk conflict
Laag
Groot
Nieuw
Het grootste risico van het Ingenieursbureau is dat de eigenaren zich niet aan de gemaakte afspraken met betrekking tot de garant gestelde omzet houden. Voor wat betreft het jaar 2013 zijn er betere overzichten verstrekt door de aangesloten partijen. Ook dit jaar is het oud verlof toegenomen met 800 uur. Dit betekent uiteraard wel extra productieve uren voor 2012.Toch begint het saldo rest verlof 2012 (nu bijna 4000 uur) een exploitatierisico te vormen voor de komende jaren. Mocht dit verlof in 2013 opgenomen worden dan ontstaat er een exploitatiegat van € 300.000. Het IBD heeft in 2012 een positief resultaat van € 229.000. Door het positieve resultaat toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD kunnen eventuele schommelingen in het resultaat als gevolg van opname van oud verlof worden opgevangen. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren eind 2012 nog niet volledig in beeld. De ontvlechtingen van de GR-en leiden tot aanpassing van de begroting 2013. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is nog de vraag of de ontvangen frictievergoeding voldoende is om alle (structurele) kosten die (moeten) doorlopen te kunnen e dekken. Bij de 1 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht. Gezien de bezuinigingsopgaven bij gemeenten, blijft een afnemende interne opdrachtenportefeuille een risico voor het OCD. In de loop van 2014 zal het sociaal plan eindigen voor de medewerkers die bovenformatief zijn geplaatst. Vanaf dat moment zullen er kosten gaan ontstaan in verband met de WW. Om hoeveel medewerkers het zal gaan en wat dit zal gaan kosten is lastig aan te geven. Dit omdat de uitstroom van medewerkers lastig is in te schatten en de onzekerheid rondom de wetgeving van de WW. De WW is deels meegenomen in de voorziening die is gevormd om de frictiekosten op te vangen. De totale voorziening bedraagt € 5,0 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 t/m 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. Een medewerker is ontslag opgelegd. Als uitvloeisel van dat besluit loopt er een gerechtelijke procedure. Mocht de medewerker in het gelijk worden gesteld, leidt dat met terugwerkende kracht tot salarisverplichtingen.
Afgeronde risico’s Dochter
Omschrijving risico
BDS
Externe middelen / subsidies
BDS
Ruimtelijke Visie Lange Termijn. Geen geld geraamd in Werkprogramma 2012 voor fysiek product Regionale structuurvisie, noch voor communicatie etc.
SCD
64
Transitiekosten meerjarig
Afronding Er zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat externe middelen niet binnen komen of niet maximaal worden uitgenut. Enerzijds zijn dit administratieve maatregelen, maar anderzijds zullen geen verplichtingen of uitgaven worden aangegaan als nog niet de definitieve bevestiging voor ontvangst van deze middelen is verkregen. Ook de sturing op termijnen bij de subsidieontvangers zal worden verbeterd.
Er zijn de komende jaren aanzienlijke transitiekosten (totaal GRD € 8 miljoen). Door een goed functionerende uitstroomorganisatie willen we deze zoveel mogelijk beperken. Het zal echter niet mogelijk zijn deze kosten volledig terug te dringen. Bij deze jaarrekening wordt een voorziening gevormd om deze kosten de komende jaren te dekken.
SCD
De ICT-projectorganisatie is opgeheven en per 31-12-2011 door het CIO office aan het SCD overgedragen. We constateren nu echter diverse knelpunten die financiële consequenties hebben. Continuïteitsrisico’s in de ICTdienstverlening. Van incident gedreven naar pro-actieve organisatie.
Toenemende druk op informatie beveiliging SCD
SCD
Het realiseren van de GRD-taakstelling hangt af van de resultaten van de procesdoorlichting.
In de eerste en de tweede burap is aangegeven dat er nog consequenties waren van het overhevelen van het programma IP&A naar het SCD (per 1-1-2012). Er waren 231 restpunten nog op te lossen om het GRID goed te laten functioneren. Dit zijn punten zoals nog te migreren applicaties, aan te passen hardware en inrichting van verbindingen in het kader van de overgang van de oude omgeving (legacy) naar GRID. Naar verwachting zijn alle punten half 2013 afgerond. Daarnaast zijn de ICT-processen doorgelicht en zijn alle delen van de ICT bekeken, zodat uiteindelijk een toekomst vaste afdeling ontstaat. Naast de personele bezetting is ook gekeken naar de materiële component. De punten zijn opgevangen in het ICT Transitieplan. Er worden vanuit wet en regelgeving nieuwe eisen gesteld aan informatiebeveiliging. Op dit moment wordt door IAB onderzocht wat de consequenties hiervan zijn, en welke maatregelen genomen moeten worden. Deze extra maatregelen worden gekwantificeerd. Het is denkbaar dat deze maatregelen extra kosten met zich meebrengen. Informatiebeveiliging is opgenomen in het ICT Transitieplan. Het veranderproces van het SCD (onderdeel van het Realisatieplan) heeft gedurende geheel 2012 plaatsgevonden. Alle fijnstructuren zijn dit jaar afgerond. De verwachting is dat we met de uitvoering van het volledige Realisatieplan de taakstelling, maar zeker ook de kwaliteitsdoelstellingen meerjarig ondersteunen. Wel zullen er in 2013 nog veranderkosten zijn. Deze worden zoveel mogelijk intern e opgevangen. In de 1 burap 2013 worden deze verantwoord.
3.2 Bedrijfsvoering 3.2.1. Dienstverlening Sociale Dienst Drechtsteden Onze dienstverlening op het gebied van Werk en Inkomen is ingericht aan de hand van de visie op Partner in Zelfstandigheid (PinZ). Deze dienstverlening is ingericht aan de hand van Click, Call, Face waarbij dienstverlening via internet en telefonische dienstverlening, evenals collectieve benadering van klanten in workshops, meer en meer de plaats innemen van 1-op-1 contacten. De kwaliteit van onze dienstverlening aan klanten is in 2012 twee maal gemeten door middel van een Klanttevredenheidsonderzoek en een Performance Audit Klantcontacten. Resultaten klanttevredenheidsonderzoek Het algehele waarderingscijfer van de klanten voor de dienstverlening van Werk en Inkomen is een 7,0 geworden. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van het waarderingscijfer in 2010: een 6,9. Bij het in 2012 gehouden klanttevredenheidsonderzoek (KTO) is bij de klanten getoetst in welke mate we erin zijn geslaagd om ons op de aandachtspunten uit het vorige KTO door te ontwikkelen en te verbeteren. Dit zijn de speerpunten die naar aanleiding van de implementatie van PinZ zijn benoemd: Ontwikkeling tevredenheid over de dienstverlening van de SDD 2012 t.o.v. 2010 Telefonische dienstverlening Bereikbaarheid Bruikbaarheid van het antwoord Bezoek aan de balie Ontvangst aan de Balie Maken van een afspraak Wachttijd Persoonlijk contact met medewerker Deskundigheid medewerker Nakomen van afspraken Bruikbaarheid van het antwoord
Tevreden in 2012
Tevreden in 2010
74% 71%
55% 68%
89% 80% 65%
82% 80% 60%
73% 74% 68%
68% 74% 71%
65
Op bijna alle aspecten is de SDD verbeterd ten opzichte van 2010. Op een enkel punt is de waardering gelijk gebleven. Op het onderdeel bruikbaarheid van het antwoord in het persoonlijk contact met een medewerker is de tevredenheid iets teruggelopen. De tevredenheid over de telefonische bereikbaarheid is ten opzichte van het onderzoek in 2010 enorm toegenomen van 55% tevreden klanten naar 74% tevreden klanten. In 2012 is de dienstverlening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning voorbereid volgens het innovatieprogramma Partner in Zelfstandigheid (PinZ) en zal in 2013 als zodanig worden ingericht. Er heeft in 2012 wel een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden ten aanzien van de Wmo. De waardering voor de Wmo is op gemiddeld een 7,3 uitgekomen. Klanten zijn het meest tevreden over de tijd die er voor hen wordt genomen door de medewerkers bij aanvragen. Klanten zijn nog steeds het minst tevreden over het collectief vervoer, vooral wat betreft de wacht- en omrijdtijden. In de aanbesteding collectief vervoer 1ste helft 2013 zal extra aandacht worden besteed om betere afspraken te maken over de wacht- en omrijdtijden. Het waarderingscijfer voor de algehele dienstverlening van de SDD op basis van een gewogen gemiddelde van de 2 genoemde cijfers bedraagt een 7,2. Resultaten Performance Audit Klantcontacten Quality Support heeft in de periode juli tot en met september 2012 een Performance Audit Klantcontacten uitgevoerd. De doelstellingen van dit onderzoek is objectief te onderzoeken hoe het is gesteld met de kwaliteit van de klantcontacten en de consistentie hiervan over de verschillende klantcontactkanalen in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. Quality Support heeft gedurende een periode van 6 weken een onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van mystery calling: de medewerkers van Quality Support kruipen bij wijze van spreken in de huid van de klant, benaderen de organisatie en stellen vervolgens objectief en gestructureerd vast wat er gebeurt. Gemiddeld scoort de SDD ook hier een 7,2 voor de kwaliteit van haar dienstverlening Klachten De doelstelling (servicenorm) is dat 100% van alle klachten binnen de wettelijke termijn van 6 weken wordt afgehandeld. Wanneer een klacht om goede redenen niet binnen deze termijn kan worden afgehandeld, kan de termijn met maximaal 4 weken worden verlengd. Wanneer de klacht vervolgens binnen de termijn van 10 weken wordt afgehandeld na binnenkomst, wordt dit als tijdig beoordeeld. Deze doelstelling is niet gehaald. 16 van de 180 klachten (9%) zijn te laat afgehandeld In 2013 hebben we maatregelen getroffen om alle klachten binnen de termijn af te handelen. Na de explosieve groei van het aantal klachten in 2011 ten opzichte van 2010 (van 71 naar 169), is het aantal klachten dat in 2012 is ingediend licht vrijwel gelijk gebleven met 179 klachten. De aard van de klachten is ten opzichte van 2011 niet veranderd. Het aantal bejegeningsklachten is in 2012 op hetzelfde niveau als in 2011, namelijk 21%. De overige klachten hadden betrekking op de wijze waarop onze dienstverlening is ingericht en uitgevoerd. 40,0% van de afgehandelde klachten is geheel of gedeeltelijk gegrond. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2011 (38,4%). Afgehandeld 180
Geheel of gedeeltelijk gegrond 72
Ongegrond 77
Ingetrokken 31
Bezwaarschriften De informatie uit de behandeling van bezwaarschriften wordt gebruikt om de dienstverlening te verbeteren en in de toekomst onnodige procedures te voorkomen. De behandeling is primair oplossingsgericht en pas in tweede instantie op juridische aspecten. Van alle bezwaarprocedures vond in alle gevallen de behandeling binnen de wettelijke termijn van 12 weken plaats.
66
Ontvangen
Afgehandeld
Geheel of gedeeltelijk gegrond
1.027
1.018
82
Herziening als gevolg van bezwaar 203
Ongegrond
Nietontvankelijk
Ingetrokken
598
76
59
Servicecentrum Drechtsteden Uit het evaluatieonderzoek van PwC uit 2011 en de resultaten van het MTO 2011 en het KTO 2010 is een aantal verbetermogelijkheden voor het SCD naar voren gekomen ten aanzien van klantbewustzijn, klantgerichte houding en klantcommunicatie. In 2012 hebben we vervolgens alle processen doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. De nieuwe fijnstructuur van elke afdeling is met de klantorganisaties besproken. Het veranderproces moet enerzijds leiden tot verbetering van de dienstverlening en draagt anderzijds bij aan het realiseren van de taakstelling. In 2012 hebben we verder voorbereidingen getroffen om in 2013 onze prestaties voortdurend te gaan monitoren. Bij onze partners gaan we dit doen aan de hand van het klanttevredenheidsonderzoek. Binnen onze eigen organisatie door het bewaken van prestatie-indicatoren en met behulp van het medewerkertevredenheidsonderzoek. Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleidsen adviestaken met behulp van evaluaties en audits. Klantorganisaties worden hierover in 2013 nog nader geïnformeerd. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening en denkt mee met haar klanten. Klanttevredenheidonderzoek is inmiddels een vast onderdeel van het kwaliteitssysteem. Na afronding van een onderzoek, sturen we de opdrachtgever via de mail een korte vragenlijst waarin we vragen naar zijn/haar tevredenheid met de voorbereiding, de uitvoering en het inhoudelijk resultaat van het onderzoek en met het eindproduct. In 2012 kregen we een gemiddeld rapportcijfer van 7,6 voor onze dienstverlening.
3.2.2. Resultaten taakstellingen Hier wordt de stand van zaken ingevuld van de resultaten van taakstelling. (Bedragen x € 1.000)
Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757 290 302 251 100 2.000
2012 400 1.089 312 1.043 516 140 3.500
2013 400 1.543 346 1.554 516 140 4.500
2014 400 1.992 446 2.006 516 140 5.500
2015 400 2.216 496 2.231 516 140 6.000
(Bedragen x € 1.000)
Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
Taakstelling 2012 400 1.089 152* 1.043 516 140 3.340
Realisatie 400 1.089 381 1.043 516 140 3.569
Afwijking 0 0 229 0 0 0 229
* De taakstelling van het IBD is voor 2012 met € 160.000 verlaagd in verband met de consequenties van de CAO stijging.
67
Toelichting: Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden heeft de taakstelling van € 400.000 structureel ingevuld door € 200.000 te besparen op personele lasten en daarnaast € 200.000 op de uitvoering van het rMJP en de bedrijfsvoeringbudgetten. Sociale Dienst Drechtsteden De taakstelling ketenkorting en brede doorlichting zijn al bij de begroting 2012 gerealiseerd. Taakstellingen ketenkorting en brede doorlichting tabel 2011 – 2015 (Bedragen x € 1.000) 2011 Ketenkorting Brede doorlichting aandeel SDD
Structureel gerealiseerd per 2011 Incidenteel gerealiseerd
2012
Restant
2014
2015
1.100
1.150
1.150
1.150
1.150
7.57
1.089
1.543
1.992
2.216
1.857
2.239
2.693
3.142
3.366
-640
-640
-640
-640
-640
-1.599
-2.053
-2.053
-2.053
-1.857
-2.239
-2.693
-2.693
-2.693
0
0
0
449
673
-1.217
Structureel gerealiseerd Totaal gerealiseerd
2013
Ingenieursbureau Drechtsteden Het IBD geeft aan de taakstelling invulling door deze als een winstdoelstelling neer te zetten. Om deze winstdoelstelling te kunnen halen moet gedacht worden aan hogere productiviteit onder vast personeel, lagere overheadkosten en winst op marktpartijen. Voor 2012 is ruimschoots de winstdoelstelling behaald door lagere overheadkosten, maar met name door een hogere productiviteit (2.700 uur meer ten opzichte van de doelstelling). Deze hogere productiviteit is ontstaan door: - lager ziekteverzuim - 600 uur (4,08% in plaats van begroot 5,0%) - minder verlof opgenomen - 800 uur - minder indirecte uren – (minder opleiding en afdelingsgerichte werkzaamheden ) – 900 uur - meer overwerk – 400 uur Servicecentrum Drechtsteden De taakstelling in 2012 is gerealiseerd door een vermindering van het personeelsbestand en de hiermee samenhangende personeelsstop (zie bezetting). Een (klein) deel van de taakstelling is ook gerealiseerd door te bezuinigen op de materiële uitgaven. De vermindering van personeel leidt wel tot transitiekosten door de boventalligheid van personeel. Gemeentebelastingen Drechtsteden De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen vooral tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals Gemeentebelastingen Drechtsteden die in haar plan voor de bijdrage aan de Brede Doorlichting heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten zijn ingebracht in het proces van de Brede Doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Onderzoekcentrum Drechtsteden De doelstelling was door op de externe markt omzet (10% van de totale omzet) te genereren waardoor de taakstelling ingevuld kon worden. Aangezien 3% van de omzet (€ 40.000) op de externe markt is behaald, is deze doelstelling deels gerealiseerd. Door middel van het verlagen van de kosten (€ 100.000) heeft het OCD het restant van de taakstelling ingevuld.
68
3.2.3 Frictiekosten In de afgelopen twee jaar heeft er bij een aantal dochters van de GRD een reorganisatie plaatsgevonden. Bij zowel de SDD als het SCD heeft dit ertoe geleid dat medewerkers bovenformatief zijn geplaatst. Dit heeft ertoe geleidt dat er frictiekosten zijn ontstaan. Hieronder de ontwikkelingen van het aantal bovenformatieven inzichtelijk gemaakt. Beginsituatie Instroom Uitstroom Saldo e
0
24
1
23
e
23
11
3
31
e
31
10
2
39
e
39
3
7
35
1 kwartaal 2012 2 kwartaal 2012 3 kwartaal 2012 4 kwartaal 2012
De frictiekosten voor 2012 bedroegen ongeveer € 2,1 miljoen (€ 1,1 miljoen voor het SDD en € 1,0 miljoen voor het SCD). Voor de doorlopende kosten van die medewerkers in 2013 en volgende jaren is er een voorziening gevormd. De maximale frictiekosten zijn in onderstaande tabel weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
SDD SCD Re-integratiekosten Totaal
Loonkosten 905 3.838
WW-verplichting 1.540 1.660
4.743
3.200
Totaal 2.445 4.498 695 7.638
Voorziening 1.413 3.550 4.963
Deze kosten zijn bepaald door per medewerker een inschatting te maken van de uitstroomdatum op basis van leeftijd, opleiding en lopende afspraken. Er is beperkt rekening gehouden met inkomsten uit detacheringen. Om de frictiekosten te beperken is en worden maatregelen genomen het volume van de boventalligheid te verlagen en boventallige medewerkers weer naar (nieuw) werk toe te leiden: - flexibiliteit en mobiliteit stimuleren en organiseren; - belemmeringen weg te nemen (bv met een uniforme detacheringsovereenkomst) - strategische personeelsplanning: in kaart brengen van kwaliteit en kwantiteit - realiseren van een regionale marktplaats voor het matchen van klussen/functies/taken en beschikbare capaciteit en kwaliteit Dit zijn regionale inspanningen vanuit het goed regionaal werkgeverschap, mede gericht op beperken van boventalligheid en frictiekosten. Ervaring en verwachting is dat deze inspanningen tot een aanzienlijk daling van het aantal boventalligen leidt. Om de frictiekosten op te vangen is een voorziening gevormd van € 5,0 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tm 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. 3.2.4. Personeel Formatie GRD In onderstaande tabel is de begrote formatie en de bezetting van de GRD weergegeven. BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
Begroot 32,1 259,5 77,0 367,4 46,0 14,6 796,6
Bezetting 33,3 252,4 66,3 343 45,8 14,0 754,8
Afwijking 1,2 -7,1 -10,7 -24,4 -0,2 -0,6 -41,8
69
Toelichting Bij twee dochters van de GRD is een grote afwijking zichtbaar. Bij het Ingenieursbureau is bewust gekozen om de toegestane formatie niet volledig te bezetten met vast personeel. Dit om flexibel in te kunnen spelen op de vraag van de klantorganisaties. Daarnaast is bij het Servicecentrum Drechtsteden sprake van een lagere bezetting. Deze lagere bezetting is het gevolg van de ingezette reorganisatie en is gerealiseerd door: Vacaturestop: in 2012 is een vacaturestop ingevoerd in verband met de lopende organisatieveranderingen en in het kader van kostenbesparing; Transitie: in de plannen van de fijnstructuur / transitie zijn inmiddels een aantal medewerkers boventallig verklaard. een aantal medewerkers is geplaatst bij een andere organisatie; Natuurlijke uitstroom: een aantal medewerkers is met pensioen gegaan of is elders gaan werken; Regio ZHZ: er zijn medewerkers overgenomen door de drie GR’en als gevolg van de ontvlechting. Hierdoor nemen de frictiekosten af. Inhuur De afgelopen jaren heeft de inhuur van externen een behoorlijke daling laten zien. In 2009 werd voor ruim € 25 miljoen ingehuurd. De totale inhuur voor 2010 bedroeg € 21 miljoen. In 2011 is de inhuur ten opzichte van 2010 gedaald met € 7 miljoen tot € 14 miljoen .De totale inhuur voor 2012 bedroeg ongeveer € 8,1 miljoen. De begrote inhuur voor 2012 bedroeg € 6 miljoen. In onderstaande grafiek is het verloop van de inhuur over de jaren 2009 tot en met 2012 weergegeven . Verloop inhuur externen GRD (x € 1 miljoen) 30
25
20
15
10
5
0 2009
2010
2011
2012
In onderstaande taart diagram is de inhuur voor 2012 uitgesplitst naar de dochters. I n h uu r pe r d oc h t e r ( x € 1. 0 0 0 )
5.820 BDS 65 91
IBD SCD
292 719
SDD
GBD 26
OCD
1.181
De afwijking tussen van de begrote inhuur en de daadwerkelijke inhuur is het gevolg van hogere inhuur bij het Ingenieursbureau (€ 1 miljoen meer dan begroot) en het Servicecentrum (€ 1,3 miljoen meer dan begroot).
70
De inhuur bij het Ingenieursbureau Drechtsteden bedraagt in 2012 ongeveer € 1,2 miljoen. Dit is zoals verwacht bijna 50 % minder dan in 2011 (€ 2,0 miljoen). Inhuur is voor het Ingenieursbureau een noodzaak. Hiermee is het mogelijk om snel in te kunnen spelen op incidentele vragen van onze klanten. Toch is er in 2011 gestart met het vervangen van ingehuurde medewerkers door vaste medewerkers. Dat heeft geleid tot lagere inhuurlasten voor 2012. Sinds 2009 zijn de inhuurkosten gedaald bij het Servicecentrum Drechtsteden. Bedroegen deze in 2009 nog € 8,2 miljoen, in 2012 was dat afgerond € 5,8 miljoen. Inhuur vond onder meer plaats voor het invullen van tijdelijke formatie, het uitvoeren van dienstverleningsovereenkomsten met tijdelijke financiering en voor het aantrekken van specifieke expertise. Verder is in 2012 capaciteit ingehuurd voor de transitie van het SCD. Voorts zijn er voor de afdeling ICT extra inhuur kosten gemaakt in verband met het langer operationeel houden van systemen (legacy) en maatregelen ten aanzien van een goed functionerende ICT omgeving. Ziekteverzuim In onderstaand overzicht ziet u de verzuimcijfers 2012 per dochter, verdeeld in drie categorieën. Onderdeel (aantallen in % van pers.bestand)
Norm Verzuim 2012 Kort (1-7 dg) Middellang (8-42 dg) Langdurig (>42 dg)
GRD totaal 5,10 5,67 0,93 0,91 3,84
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
GBD
4,00 3,59 0,97 0,77 2,00
5,00 6,75 0,75 0,87 5,14
5,00 3,69 1,34 1,53 0,82
5,50 5,64 0,96 0,81 3,88
4,00 1,92 1,07 0,85 0,00
5,00 4,93 1,07 1,14 2,73
Toelichting op ziekteverzuim Uit bovenstaande cijfers concluderen wij dat de hoogte van het ziekteverzuim met name bepaald wordt door langdurig zieken. Het kortdurig ziekteverzuim is een aanzienlijk lager. Dat is ook het verzuim waarop vanuit het management van onze organisaties gestuurd kan worden. Verder kan worden opgemerkt dat het ziekteverzuim hoger is bij de dochterorganisaties waar grootschalige reorganisaties hebben plaatsgevonden c.q. plaatsvinden. Dit is verklaarbaar omdat perioden van onzekerheid bij medewerkers voor spanningen zorgen, die kunnen leiden tot hoger verzuim. Ons bestuur en management staan voor een goed samenspel tussen organisatie en medewerkers. Dit is voor ons een belangrijke pijler. Wij willen stimuleren dat medewerkers positief in de organisatie staan en zien het als onze opgave om de voorwaarden te scheppen om goed en prettig te kunnen werken. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) De wet WOPT verplicht gemeenten en andere met publieke middelen gefinancierde organisaties een maatschappelijke verantwoording te doen over de bezoldiging van personen in loondienst die en hogere beloning ontvangen dan het gemiddelde belastbare loon van ministers. Binnen de GRD is er geen sprake van beloningen in het boekjaar 2012 die het WOPT-grensbedrag (€ 194.000) overschrijden. 3.2.5. Opvolging bevindingen accountant In 2012 is er een flinke inhaalslag gemaakt met het oppakken van adviezen die de accountant heeft afgegeven bij de interim en jaarrekening controles in de voorgaande jaren. Ook de accountant heeft dit gezien en opgenomen in de management letter van 2012. In 2012 stonden er nog 39 adviezen die door de accountant zijn uitgebracht open. Hiervan zijn 29 adviezen opgepakt, vijf adviezen zijn opgepakt in 2012 zullen worden afgerond in 2013 en de resterende vijf adviezen zijn tijdens de jaarrekening. Van de uitgebrachte adviezen bij de interim controle van 2012 zijn zes van de tien adviezen direct opgepakt en in de processen verwerkt. Twee van deze adviezen zullen in 2013 worden opgepakt en worden afgrond. De resterende twee adviezen zijn tijdens het jaarrekeningproces opgepakt.
3.3 Onderhoud kapitaalgoederen
71
De kapitaalgoederen van de GRD bestaan voor het grootste gedeelte uit ICT. Hier wordt dan ook doorlopend in geïnvesteerd. In 2011 zijn alle klantorganisaties van het SCD aangesloten op de regionale ICT-infrastructuur GRID. Het SCD exploiteert deze infrastructuur en stelt deze beschikbaar aan de deelnemende gemeenten, de regio Zuid-Holland Zuid, en de GR Drechtsteden zelf. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten zijn in het begrotingsprogramma van het SCD verwerkt. Daarnaast heeft de GR Drechtsteden kapitaalgoederen in de vorm van investering in de kantoorpanden die worden gebruikt voor huisvesting van de dochters. GRD heeft voor die panden met de eigenaar, de gemeente Dordrecht, een huurcontract voor de periode van 15 jaar afgesloten. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten worden op basis van het aantal formatieplaatsen omgeslagen naar de gebruikers van de panden waardoor deze zijn opgenomen in de begrotingsprogramma’s van desbetreffende GRD-dochters. Voor onderhoud van de kantoorpanden zijn meerjarige onderhoudsplannen opgesteld. Deze hebben een looptijd van 15 jaar en vormen de basis voor het uitvoeren van preventief onderhoud. De Drechtraad heeft in de vergadering van december 2008 de notitie activeren en afschrijving vastgesteld. In de notitie is vastgesteld wanneer activa worden gevormd en op welke wijze afschrijvingen plaatsvinden en met welke termijnen.
3.4 Financiering Algemeen In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is bepaald dat decentrale overheden een financieringsparagraaf moeten opnemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. In de thans voorliggende jaarrekeningparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de manier waarop de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden met het aantrekken en uitzetten van geld is omgegaan, zowel op korte als op langere termijn. Tevens worden de risico’s in beeld gebracht alsmede de eventueel genomen maatregelen om deze risico’s te beheersen. Interne ontwikkelingen Sinds april 2008 wordt de advisering over en de uitvoering van de financieringstaken van de GRD verzorgd vanuit het Servicecentrum Drechtsteden. Met uitzondering van enkele activiteiten die specifiek (onder)gemandateerd zijn, zoals het opnemen van kortlopende leningen, liggen de beslissingsbevoegdheden doorgaans op het niveau van de Algemeen Directeur van de GRD of het Drechtstedenbestuur. De toedeling van dergelijke bevoegdheden (wie autoriseert, wie voert uit) is vastgelegd in het Financieringsstatuut van de GRD. Zie hiervoor verderop in deze paragraaf onder het kopje Informatievoorziening. Externe ontwikkelingen Economische ontwikkelingen In 2012 heeft zich een nieuwe fase ontvouwd in de internationale financiële crisis. Werd er in 2011 al steeds nadrukkelijker getwijfeld aan kredietwaardigheid van landen, in 2012 kreeg die twijfel, zelfs binnen het ‘eigen’ Eurogebied, tastbaar vorm middels afboekingen op c.q. afwaarderingen van staatsschulden. Ook Nederland heeft te maken met negatieve economische ontwikkelingen. Dit is zichtbaar in een negatieve economische groei in 2012 en toenemende werkloosheid. De hierboven geschetste ontwikkelingen hebben gevolgen gehad voor de rente. De ontwikkeling van de rente gedurende 2012 kan als volgt worden weergegeven:
72
Verloop rentetarieven 2012 10-jaars IRS
3,5%
3-maands Euribor
3,0%
Percentage
2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5%
1-jan-13
1-dec-12
1-nov-12
1-okt-12
1-sep-12
1-aug-12
1-jul-12
1-jun-12
1-mei-12
1-apr-12
1-mrt-12
1-feb-12
1-jan-12
0,0%
Datum
Wettelijke ontwikkelingen Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) Deze wet regelt de wijze waarop de Nederlandse overheid van plan is de afspraken te implementeren die in Europees verband zijn gemaakt over de ontwikkeling van het EMU-tekort en de schuld van de overheid. De meeste nadruk gaat daarbij uit naar tekortreductie. De leidende gedachte bij deze wetgeving is dat begrotingstekorten van nationale overheden onder meer worden beïnvloed door tekorten bij decentrale overheden. In Europees verband is afgesproken dat het begrotingstekort van de rijksoverheid maximaal 3% van het BBP mag bedragen. Via de Wet hof wordt deze EUbegrotingsrichtlijn vertaald naar een toegestaan tekort voor de gezamenlijke decentrale overheden, de zogenoemde macronorm. Naar verhouding van begrotingstotalen wordt deze macronorm vervolgens herleid tot een tekortnorm per gemeente, de individuele referentiewaarde. Gemeenschappelijke regelingen, zoals de GRD, zullen niet over een eigen referentiewaarde beschikken. Wel dienen zij hun EMU-saldo te bepalen, zijnde een resultaat- c.q. tekortbepaling op kasbasis. De aan de regeling deelnemende gemeenten moeten dit saldo vervolgens in hun eigen EMU-saldo verwerken. Schatkistbankieren In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 (tijdelijke) overschotten aan geldmiddelen verplicht bij het Rijk zullen moeten stallen. Dit wordt aangeduid als schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Het is dus beter om te spreken van schatkistbeleggen. De redenering van het Rijk met betrekking tot Schatkistbankieren luidt dat het aanhouden van overschotten bij het Rijk betekent dat de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten, hetgeen een voordelig effect geeft op de staatsschuld. De autonomie van decentrale overheden met betrekking tot de wijze waarop zij met hun overtollige middelen wensen om te gaan wordt met het Schatkistbankieren ingeperkt. Bovendien zullen de rendementen op de bij de schatkist gestalde middelen belangrijk lager zijn. Hoewel een wettelijke grondslag ook in dit geval formeel nog niet is vastgesteld, is wel duidelijk dat uiterlijk per 31 december 2013 overtollige geldmiddelen in principe beschikbaar moeten zijn voor de schatkist. De regeling zal een eerbiedigende werking hebben voor middelen die reeds voor 4 juni 2012 in langjarige contracten waren uitgezet. Toegestaan blijft: o dat decentrale overheden een bedrag van 0,75% van het begrotingstotaal (met een maximum van € 2,5 miljoen) binnen de geldende fido-kaders mogen uitzetten. Voor de GRD komt deze grens uit op circa € 2 miljoen. o dat decentrale overheden geld uitlenen aan andere overheden. Financiering Nadat in 2011 reeds een langlopende lening van € 35 miljoen was opgenomen was er in 2012 geen noodzaak om aanvullende financiering aan te trekken. Risicobeheer De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn de kasgeldlimiet, de renterisico’s en de kredietrisico’s.
73
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het bedrag dat de GRD per jaar maximaal met kort geld mag financieren. Volgens de Wet fido bedraagt deze limiet 8,2% van het totaal van de exploitatiebegroting. Gezien de omvang van de begroting 2012 (€ 272 miljoen) betekende dit dat de GRD haar financiële huishouding voor maximaal circa € 22,3 miljoen met kort geld mocht financieren. Conform voorschrift uit de Wet fido is in bijgaande tabel voor de GRD de spiegeling weergegeven van de kortlopende middelen met de kasgeldlimiet gedurende 2012: (Bedragen x € 1.000)
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Gemiddeld netto vlottende schuld (+) of gemiddeld netto vlottend overschot (-) Kasgeldlimiet
€ 2.708 € 22.304
€ 3.258€ 22.304
€ 4.095€ 22.304
€ 13.242€ 22.304
Overschrijding kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet
€ 19.596
€ 25.562
€ 26.399
€ 35.546
Uit de tabel blijkt dat de GRD zeer ruim binnen de kasgeldlimiet heeft geopereerd. Dit betekent echter wel dat de informatie, die in 2011 ten grondslag heeft gelegen aan het opnemen van de eerder genoemde langlopende lening, niet juist is gebleken. Hoewel er in 2011 op grond van de Wet fidobepalingen een noodzaak bestond om financiering aan te trekken, kan op grond van het beeld uit voorgaande tabel de conclusie worden getrokken dat de GRD thans overgefinancierd is. Deze vaststelling benadrukt het belang van goede broninformatie op grond waarvan de treasuryfunctie de financieringbehoefte kan bepalen. Vanwege de overschotssituatie in haar vlottende middelen bestond er gedurende 2012 voor de GRD geen noodzaak om kasgeldleningen op te nemen. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft tot doel om binnen de portefeuille aan langlopende leningen een overmatige afhankelijkheid van de rente in een zeker jaar te voorkomen. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op grond van het eerder in deze paragraaf vermelde begrotingstotaal bedroeg de renterisiconorm van de GRD over 2012 € 54,4 miljoen. Het werkelijke renterisico voor de GRD gedurende 2012 bedroeg € 7 miljoen, zijnde de aflossing op de in 2011 aangetrokken langlopende lening. Dit betekent dat de GRD in 2012 ruim binnen de renterisiconorm heeft geopereerd. Dit wordt ook voor de komende jaren verwacht. Kredietrisico’s De GRD loopt kredietrisico op uitzettingen. Uitzettingen zijn binnen de Wet fido gedefinieerd als verstrekte geldleningen en beleggingen. Per eind 2012 beschikte de GRD over de volgende uitzettingen: (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Per 1 januari 2012 € € €
Leningen Fiets Privé Lening Stichting Breedband Subtotaal Deposito Landsbanki Voorziening Landsbanki Netto vordering Landsbanki Totaal
Per 31 december 2012
10 229 239
€ 7.222 - € 722
€ € € € 3.542 - € 722
€ 6.500
€ 2.820
€ 6.739
€ 3.036
Naast bovenstaande uitzettingen met een langlopend karakter hield de GRD per eind 2012 een bedrag van ca. € 9,8 miljoen aan op een zakelijke spaarrekening.
74
10 206 216
De ontwikkelingen rond het Landsbanki-dossier zijn gunstig. Bij deze bank was door de GRD in 2008 een 1-maands deposito van € 7 miljoen geplaatst. Na een eerdere toekenning van een uitkeringspreferente status, welke later tot in het hoogste IJslandse rechtscollege werd bevestigd, is in 2012 door de IJslandse curator, de zogenoemde Winding-up Board, een aanvang gemaakt met terugbetalingen. In 2012 heeft de GRD drie betalingen ontvangen, waarmee inmiddels circa 49,8% van de erkende claim is terugbetaald. Dit uitkeringspercentage geldt voor alle Nederlandse overheden die geld bij Landsbanki hadden geplaatst. De erkende claim bestaat uit de hoofdsom inclusief rentevergoeding tot aan 22 april 2009. Wanneer vervolguitkeringen kunnen worden verwacht is niet duidelijk. De GRD loopt geen kredietrisico’s uit verstrekte borgstellingen. Informatievoorziening Op grond van de bepalingen in het Financieringsstatuut beschikt de GRD over een Treasury Comité waaraan ook de portefeuillehouder Financiën deelneemt. In dit overleg kunnen alle aspecten die samenhangen met de uitvoering van de financieringsfunctie aan de orde komen. Conform planning en voorschrift is het Treasury Comité in 2012 tweemaal bijeengeweest. Eén van de belangrijkste en vaste gespreksonderwerpen in dit overleg betreft de liquiditeitenplanning. Met een dergelijke planning wordt, onder andere aan de hand van informatie over investeringen, de financieringsbehoefte van de GRD in kaart gebracht. Deze planning wordt door Treasury opgesteld op grond van uit de organisatie ontvangen informatie. In 2012 is deze planning door het SCD, in nauw overleg met de GRD, nader geactualiseerd waarbij speciale aandacht is uitgegaan naar de kasstromen die voortvloeien uit investeringen uit bevoorschottingen vanuit gemeenten. De planning heeft momenteel een horizon tot eind 2017. Relatiebeheer De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is huisbankier van de GRD. Na een door het Servicecentrum Drechtsteden uitgevoerde onderhandeling is begin 2012 een nieuwe Financieringsovereenkomst met de BNG in werking getreden met sterk verbeterde rente- en tariferingscondities. Dit resultaat kon worden bereikt doordat in termen van omzet en volume nadrukkelijk vanuit de Drechtstedengezamenlijkheid is onderhandeld. Naast de BNG houdt de GRD enkele rekeningen aan bij de ABN Amro Bank.
3.5 Verbonden Partijen In 2004 is het Programma ICT in Dordrecht gestart. Eén van de grootste successen van dit programma is de oprichting van Stichting Breedband Drechtsteden. De doelstelling van deze stichting luidt: “het in eigendom verwerven en doen beheren van een glasvezelinfrastructuur in de regio Dordrecht”. Door deze eigen infrastructuur werd beoogd een basis voor samenwerking, synergie, innovatie en kostenefficiency te leggen. In 2006 is Bureau Drechtsteden (destijds nog de subregio Drechtsteden binnen Zuid-Holland Zuid) als deelnemer aan de stichting toegetreden, met een lening van € 350.000. In de afgelopen jaren is het aantal deelnemers en klanten van de SBD zodanig gegroeid dat er in begin 2011 een voorstel is gedaan om de SBD om te vormen naar een nieuwe structuur die professioneler en slagvaardiger is. Dit heeft ertoe geleid dat de stichting is omgevormd tot een stichting administratiekantoor (STAK) die de certificaten van aandelen beheert, met daaronder uitvoering BV’s en een netwerk BV waar het glasvezelnetwerk in eigendom is. Vanuit de GRD is er geen rechtstreekse deelneming in de BV’s. Het percentage van certificaten van aandelen dat op naam van de GRD staat bedraagt ruim 6%. 3.6 Rechtmatigheid In de vergadering van de Drechtraad van maart 2011 is het controleprotocol voor 2011 en 2012 vastgesteld. Op basis van het controleprotocol zijn interne controles uitgevoerd die de accountant uit hoofde van zijn wettelijke taak heeft beoordeeld.
75
Begrotingsrechtmatigheid Het normenkader bij het begrotingscriterium is als volgt: bij de staat van baten en lasten is mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid als het totaal van baten of lasten per programma met minimaal € 100.000 is overschreden of onderschreden. bij investeringen is mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid als het toegestane investeringsvolume per programma met minimaal € 100.000 of 10% is overschreden. Bij de overschrijdingen dient aangegeven te worden welke van de volgende twaalf soorten van begrotingsonrechtmatigheid aan de orde is. 1. Onjuist programma, product, budget 2. Onjuist begrotingsjaar 3. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten 4. Extra kosten of minder baten, tijdig gesignaleerd 5. Extra kosten of minder baten, achteraf onrechtmatig (zoals mutaties algemene uitkering) 6. Extra uitgaven door hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen 7. Fout in de begroting 8. Extra kosten of minder baten, niet tijdig gesignaleerd 9. Extra kosten of minder baten, opzettelijk stil gehouden 10. Extra investeringen, kosten komen later (afschrijvings- en financieringslast) 11. Extra kosten door niet passende activiteiten 12. Minder kosten, maar te lage passende activiteiten De oorzaken onder 1 tot en met 7 genoemd zijn niet van invloed op de strekking van de controleverklaring. De oorzaken die onder de punten 8 tot en met 12 worden genoemd zijn dat in principe wel en kunnen bij het vaststellen van de jaarrekening alsnog worden goedgekeurd. De tolerantie van onrechtmatigheid is door de Drechtraad bepaald op 1% van de totale lasten. Dit is een bedrag van ruim € 3 miljoen. Uit onderstaande tabel blijkt dat de GR Drechtsteden binnen de gestelde € 3 miljoen blijft. (Bedragen x € 1.000) Resultaat
Onrechtmatig
1
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
Bestuur en Staf
-9
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
Manden Maken
0
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
5.484
0
Participatie; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
1.436
0
Wet inburgering; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
92
0
WSW; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
8.138
0
Inkomensondersteuning; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
1.809
0
Minimabeleid; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
809
0
WMO huishoudelijke hulp; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
Programma Bureau Drechtsteden
Sociale Dienst Drechtsteden
419
76
0
Soort onrechtmatigheid en toelichting
WMO hulpmiddelen; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft
Oordeel
Rechtmatig
op de strekking van de controleverklaring.
Ingenieursbureau Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Algemene dekkingmiddelen
Totaal
344
0
Budgetadvies en schuldbemiddeling; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
229
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
94
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
574
0
Lasten ivm DVO’s. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten.
Rechtmatig
810
0
Reserve frictie. Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
-4.523
0
In de bestuurrapportages van 2012 is er melding gemaakt van de frictiekosten.
Rechtmatig
0
Bij de 2 bestuursrapportage is een positief resultaat van 85.000 geraamd. Afwijking valt binnen tolerantiegrens.
Rechtmatig
174
0
Dit voordeel is ontstaan door hogere inkomsten op aanmaningskosten en kosten dwangbevelen. Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
20
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
204
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
16.155
0
e
50
77
4. Jaarrekening 4.1 Resultaatbestemming Bij het bespreken van het integraal bestemmingsvoorstel in PFO Middelen van 20 maart 2013 is gevraagd naar een overzicht van de bestemming indien wordt uitgegaan van de bestaande afspraken over de gemeentelijke bijdragen. De te bestemmen jaarrekeningresultaten zijn als volgt, dit is gelijk aan de opstelling uit het voorstel dat 20 maart 2013 is besproken. De accountantscontrole is nog niet afgerond, de cijfers kunnen dus nog wijzigen. (Bedragen x 1.000)
Reserves Toevoegen Vrijvallen 1 1 -9 -9
Saldo BDS B&S SDD Participatie Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO hh Apparaat
4.423 1.436 6.994 1.306 -238 4.725
4.423
IBD SCD frictie SCD bedrijfsvoering GBD OCD Algemene dekkingsmiddelen
381 -4.523 94 224 19 254
69
4.500 281 -238
860
15.087
2.236 2.494 1.025 860 4.725 312 -4.523
94 224 19 254 3.300 3.025
ICT inhaalafschrijving Manden Maken Totaal
800
Afrekenen met gemeenten
15.446
-3.300 -3.025 1.660
1.301
Voorgestelde besluiten: 1. BDS en B&S Voorgesteld wordt om het resultaat van de programma’s Bureau Drechtsteden toe te voegen aan de exploitatiereserve BDS en het positieve resultaat van Bestuur en Staf te onttrekken aan de exploitatiereserve BDS. 2. Reserveringsregeling Participatie Conform de reserveringsregeling wordt € 4 miljoen doorgeschoven naar 2013. Het overschot van € 240.000 wordt terugbetaald aan het Rijk. 3. Inburgering Als gevolg van de definitieve afrekening met het ministerie is er geen noodzaak meer tot het aanhouden van de reserve Inburgering. Voorgesteld wordt om deze reserve vrij te laten vallen. Daarnaast wordt voorgesteld om het restant bedrag van € 1,4 miljoen oude middelen cohort 2007 – 2009 voormalig Wet Inburgering uit te keren aan de gemeenten.
78
4. Inkomensondersteuning Voorgesteld wordt om, conform het uitvoeringsbeleid financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden, het exploitatieresultaat Inkomensondersteuning 2012 € 4,5 miljoen toe te voegen aan de reserve inkomensondersteuning en het restant af te rekenen met de gemeenten. 5. Minimabeleid Conform het uitvoeringsbesluit financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden wordt van het exploitatieresultaat Minimabeleid 2012 € 281.000 toegevoegd aan de reserve Minimabeleid en het meerdere zijnde € 1.025.344 af te rekenen met de gemeenten. 6. WMO huishoudelijke hulp Voorgesteld wordt om de in 2012 gerealiseerde lasten WMO Huishoudelijke hulp over voorgaande jaren ad € 238.000 ten laste van de reserve WMO te brengen. Het saldo van de reserve WMO bedraagt na de voorgestelde onttrekking € 860.000. Voorgesteld wordt om deze vrij te laten vallen, aangezien door de gewijzigde financieringsystematiek het aanhouden van de reserve niet meer nodig is. 7. Apparaat SDD Het resultaat op de apparaatslasten wordt afgerekend met de gemeenten. 8. Ingenieursbureau Voorgesteld wordt om een deel van het positieve resultaat (de taakstelling) uit te keren aan de gemeente Zwijndrecht en Dordrecht en het meerdere toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD. 9. Operationele resultaat SCD Voorgesteld wordt om het operationele resultaat (€ 94.000) toe te voegen aan de exploitatie van het SCD. 10. Servicecentrum frictie Frictiekosten bestaan uit de feitelijk kosten over 2012 en het vormen/ verhogen van de voorziening voor de jaren 2013 tot en met 2015. Bij de Sociale dienst zijn de frictiekosten ten laste gebracht van de apparaatskosten. Deze kosten konden binnen het beschikbare budget worden opgevangen. De frictiekosten bij het Servicecentrum worden gedekt via de verdeelsleutel van het aantal fte van de gemeenten. Dat is de sleutel voor het SCD-basispakket waarin de loonkosten zijn opgenomen. Voorgesteld wordt om de frictiekosten van het servicecentrum te dekken door een extra bijdrage van de gemeenten. 11. Resultaat GBD, OCD en Algemene dekkingsmiddelen Voorgesteld wordt om het positieve resultaat van het GBD en OCD en op de algemene dekkingsmiddelen uit te keren aan de gemeenten. 12. ICT inhaalafschrijvingen Conform ICT Transitieplan wordt voorgesteld (een deel van) voor de ICT inhaalafschrijving te dekken via het rekeningresultaat 2012. 13. Manden Maken Manden Maken heeft een maximaal tekort van € 3,0 miljoen. Voorgesteld wordt dit maximale tekort te dekken via een gemeentelijke bijdrage op basis van de inwoneraantallen en dit toe te voegen aan de reserve Manden Maken. Het nog af te rekenen bedrag met de gemeenten van € 1,1 miljoen wordt op basis van de bestaande afspraken met de gemeenten afgerekend. In de volgende tabel is per gemeenten de afrekening inzichtelijk gemaakt.
79
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
2.236 2.494 1.025 860 4.725
181 108 44 63 204
528 1.706 701 382 3.231
152 65 27 91 123
254 157 65 103 298
310 128 53 78 243
-4.523
-302
-2.281
-292
-570
-365
Ingenieursbureau
312
214
Gemeentebelastingen
224
119
24
25
22
Sleutel
Zwijndrecht
Dordrecht
Servicecentrum frictie
Alblasserdam
Sociale dienst Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaatskosten
Te verdelen
(Bedragen x € 1.000)
811 331 136 143 626
trajecten klanten klanten inwoners klanten
-714 fte 98 Omzet 35 aanslagregels
19
1
9
2
2
2
3 Inwoners
254
18
114
25
31
23
43 inwoners
Totaal rekeningresultaat
7.626
317
4.723
217
365
494
ICT inhaalafschrijvingen
-3.300
-240
-1.676
-288
-375
-246
-476 werkplekken
Manden maken
-3.025
-218
-1.358
-303
-364
-275
-508 inwoners
1.301
-141
1.689
-374
-374
-27
Onderzoekcentrum Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
1.512
528
Toekomstige vrijval Indien de kosten in de toekomst blijken mee te vallen zal de vrijval aan de gemeenten worden teruggegeven met dezelfde verdeelsleutel waarmee de bedragen nu worden opgehaald. Dit geldt in elk geval voor de frictiekosten en Manden Maken.
80
4.2 Rekeningresultaat (Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
Primaire begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.904 6.194 -710 0 0 0 0 0 0 202.063 203.152 1.089 8.103 8.103 0 42.465 42.465 0 5.238 5.238 0 1.696 1.696 0 3.500 4.000 500 269.969 270.848 879
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.448 5.735 -713 2.151 2.151 0 -1.357 431 1.788 204.170 203.750 -420 8.149 8.301 152 46.345 47.869 1.524 4.694 4.694 0 1.484 1.484 0 100 150 50 272.184 274.565 2.381
Realisatie 2012 Lasten Baten 8.856 8.352 2.167 2.158 -1.352 431 190.082 209.398 7.992 8.373 51.348 49.253 4.651 4.875 1.468 1.488 99 353 265.311 284.681
Saldo -504 -9 1.783 19.316 381 -2.095 224 20 254 19.370
Lasten -2.408 -16 -5 14.088 157 -5.003 43 16 1 6.873
Verschil Baten 2.617 7 0 -5.648 72 1.384 181 4 203 -1.180
Saldo 209 -9 -5 -19.766 229 -3.619 224 20 204 -22.513
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Totaal mutaties reserves
0 0 0 1.089 0 0 0 0 0 1.089
710 0 0 1.089 0 0 0 0 0 1.799
710 0 0 0 0 0 0 0 0 710
127 0 1.788 0 0 2.050 0 0 0 3.965
840 0 0 420 0 526 0 0 0 1.786
713 0 -1.788 420 0 -1.524 0 0 0 -2.179
127 0 1.788 1.000 0 2.860 0 0 0 5.775
632 0 5 206 0 526 0 0 0 1.369
505 0 -1.783 -794 0 -2.334 0 0 0 -4.406
0 0 0 -1.000 0 -810 0 0 0 -1.810
-208 0 5 -214 0 0 0 0 0 -417
-208 0 5 -1.214 0 -810 0 0 0 -2.227
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Totaal inclusief reserves
6.904 0 0 203.152 8.103 42.465 5.238 1.696 3.500 271.058
6.904 0 0 203.152 8.103 42.465 5.238 1.696 4.000 271.558
0 0 0 0 0 0 0 0 500 500
6.575 2.151 431 204.170 8.149 48.395 4.694 1.484 100 276.149
6.575 2.151 431 204.170 8.301 48.395 4.694 1.484 150 276.351
0 0 0 0 152 0 0 0 50 202
8.983 2.167 436 191.082 7.992 54.208 4.651 1.468 99 271.086
8.984 2.158 436 209.604 8.373 49.779 4.875 1.488 353 286.050
1 -9 0 18.521 381 -4.429 224 20 254 14.963
-2.408 -16 -5 13.088 157 -5.813 43 16 1 5.053
2.409 7 5 -5.434 72 1.384 181 4 203 -1.169
1 -9 0 -18.552 229 -4.429 224 20 204 -22.312
Overzicht van incidentele baten en lasten De provincie Zuid-Holland toetst de gemeenten op duurzaam financieel evenwicht. Een belangrijk criterium hierbij is dat er sprake moet zijn van materieel evenwicht, wat inhoudt dat de structurele lasten ten minste worden gedekt door structurele baten. Tot de incidentele baten en lasten worden de baten en lasten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. (Bedragen x € 1.000) Dochter
Omschrijving
BDS SDD SDD en SCD SDD SDD SDD SDD SDD SCD GBD Alle
BDU Verkeer Claim zorgaanbieders WMO Bovenformativiteit Naheffing belastingdienst Hopper Afrekening Inburgering cohort 2007-2009 Vrijval voorziening outplacement ID-banen Incidentele Aanvullende Uitkering Claim loonbelasting Ontvlechting GR’en Hogere inkomsten aanmaningen en dwangbevelen Naheffing belastingdienst Totaal
Incidentele lasten
Incidentele baten
Analyse Verwijzing
Werkelijk Geraamd Werkelijk Geraamd 2.675 0 2.675 0 238 0 238 0 7.071 1.000 6.071 1.000 111 0 0 0 3.615 0 5.051 0 0 0 28 0 0 0 7.037 0 22 0 0 0 0 0 2.860 2.050 0 0 174 0 0 0 159 320 13.732 1.000 24.294 3.370
Toelichting: A. Vanuit de provincie Zuid-Holland heeft Bureau Drechtsteden een subsidie ontvangen voor het uitvoeren van projecten. In 2012 is ongeveer € 2,7 miljoen extra uitgegeven. Dit voor het project Stationsomgeving Dordrecht. B. Aan de zorgaanbieders Wmo is, in verband met de afwikkeling van Huishoudelijke Hulp voorgaande jaren, een bedrag van € 238.155 betaald. Voorgesteld wordt dit bedrag te dekken middels een onttrekking vanuit de reserve Wmo. C. Door een achterblijvende uitstroom van de bovenformatieven heeft een aanvullende storting van € 1.547.239 in de voorziening plaats gevonden. Dekking hiervan vindt plaats door de incidentele overschotten vanuit het organisatiebudget. Als gevolg van de reorganisatie bij het SCD is bij het SCD sprake van bovenformativiteit. Voor 2012 brengt dit een last met zich mee van € 974.000 en voor de jaren erna is een voorziening gevormd ter hoogte van € 3.549.000. Voorgesteld wordt deze lasten te dekken door het positieve resultaat van de GRD. D. In 2012 is een naheffingsaanslag BTW ontvangen over de verrekening van de eigen bijdrage met de gemeenten van de Hopper. Hier moet BTW over worden afgedragen. Voor de periode 2007 t/m 2010 was dit verzuimd. E. Er heeft een afrekening plaatsgevonden rondom de Wet Inburgering cohort 2007 – 2009. Dit heeft ertoe geleidt dat het SDD € 5.501.000 van het ministerie heeft ontvangen. Echter staat hier ook een nabetaling ter hoogte van € 3.615.000 tegenover. F. Het eindsaldo van de voorziening outplacement ID-banen ad € 285.858 (zijnde niet ingezette gelden outplacementtrajecten ID-werknemers) vrij te laten vallen ten guste van het participatiebudget 2012 conform besluit jaarrekening 2011. G. In 2012 hebben een zestal aanvragen Incidentele Aanvullende Uitkering plaatsgevonden over de tekorten in het jaar 2011 op de toegekende Rijksbudgetten Inkomensondersteuning. Dit heeft geresulteerd in toekenningen van 100% aanvullende uitkeringen van totaal € 7.036.991 door het ministerie SZW in 2012. H. Door de SDD is personeel ingehuurd. De eigenaar van het bedrijf is in gebreke gebleven met de afdracht van loonbelasting. De belastingdienst heeft ons hiervoor aansprakelijk gesteld. Dit heeft geresulteerd in een afdracht van € 21.600 aan de belastingdienst.
I.
Als gevolg van de ontvlechting van de drie GR’en uit het SCD heeft het SCD een vergoeding voor frictie ontvangen ter hoogte van € 2.860.000. J. Doordat meer aanmaningen en dwangbevelen dan begroot zijn verzonden, zijn hogere inkomsten voor de GBD ontstaan. K. Door de Belastingdienst is een controle uitgevoerd op de personele heffingen. Dit heeft ertoe geleid dat de GRD € 159.238 te veel aan belasting heeft betaald over de jaren 2007- 2011. Voor één van de onderdelen waar de belastingdienst naar heeft gekeken, naheffing ouderenkorting, is in 2011 een voorziening gevormd ter hoogte van € 320.000. De uiteindelijke naheffing op dit onderdeel bedroeg € 336.787. De voorziening is voor dit onderdeel ingezet.
A B C D E F G H I J K
4.3 Balans (Bedragen x € 1.000)
Balans per 31 december 2012 ACTIVA
2012
2011
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut overige investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: Overige verbonden partijen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
0
0
36.265
42.349
36.265
42.349 3.036
6.739
216
239
2.820
6.500
TOTAAL VASTE ACTIVA
39.301
49.088
370
417
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Onderhanden werk: Onderhanden werk IBD
370
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Overige uitzettingen
10.585 5.768 0
Liquide middelen Bank
24.730
417
16.353
26.713 20.470 6.243 0
24.730
2.843 2.843
Overlopende activa
14.604
10.031
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
56.057
40.004
TOTAAL ACTIVA
95.358
89.092
83
(Bedragen x € 1.000)
Balans per 31 december 2012 PASSIVA
2012
2011
VASTE PASSIVA Eigen vermogen Reserves: Algemene reserve Overige bestemmingsreserves
84 10.840
185 7.144
Rekeningresultaat boekjaar voor bestemming
10.665
-2.014
Voorzieningen Nog te besteden doeluitkeringen Overige voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
21.589
5.315
4.994 2 4.992
2.148 2 2.146
28.000
28.000
TOTAAL VASTE PASSIVA
35.000
35.000 54.583
42.463
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden
Overlopende passiva Overlopende verplichtingen Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen specifiek te besteden uitkeringen Overige overlopende passiva
8.714 0 0 8.714
12.119 0 4.611 7.508
32.061
34.510
19.616 11.965
19.184 15.210
480
116
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA
40.775
46.629
TOTAAL PASSIVA
95.358
89.092
4.4 Toelichtingen Financiële analyse en begrotingsrechtmatigheid Volgens de BBV-voorschriften dient de financiële analyse op de programma’s plaats te vinden in het jaarrekening gedeelte van de jaarstukken. Echter is er, voor de leesbaarheid, gekozen om deze analyse per dochter op te nemen in het jaarverslag (hoofdstuk 2 Programma’s) van de jaarstukken, per programma onder het kopje “wat heeft het gekost?”. Dit geld ook voor de analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijzigingen en de programmarekening. Dit overzicht is opgenomen in paragraaf 3.6 waar er wordt ingegaan op de begrotingsrechtmatigheid. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in acht genomen. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden. Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in vijf jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening Materiële vaste activa De GR Drechtsteden beschikt uitsluitend over materiële vaste activa met een economisch nut. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het eerstvolgende kwartaal van ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Boekwinsten of –verliezen worden verwerkt als incidentele bate of last in de programmarekening. In 2012 heeft geen bijzondere waardevermindering plaatsgevonden. Investeringen lager dan € 10.000 worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatie gebracht.
85
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Materiële vaste activa Gronden en terreinen
Afschrijvingstermijn n.v.t.
Huisvesting
15
Gebouweninrichting, meubilair
15
Technische infrastructuur
10
Personen- en bedrijfsauto's Hardware en software
5 3-5
De GR Drechtsteden hanteert voor een aantal de investeringen van het programma IP&A de componentenbenadering, aangezien deze investeringen uit onderdelen bestaan, die een verschillende economische levensduur hebben. De investering wordt opgeknipt in componenten met verschillende afschrijvingstermijnen. Als gevolg van het stroomlijnen van ICT processen is inzicht verkregen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen op de hardware en software. Hierbij is er sprake van een schattingswijziging. De doorlichting is in het eerste kwartaal van 2013 afgerond en aan de raad is het voorstel gedaan om voor een aantal activa de gehanteerde afschrijvingstermijnen aan te passen van 5 naar 3 jaar voor hard- en software die vervangen dient te worden. De raad zal dit voorstel eind tweede kwartaal 2013 behandelen en naar verwachting vaststellen. Aangezien dit nog niet heeft plaatsgevonden, is deze wijziging niet in de cijfers verwerkt. Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de vordering op Landsbanki is een voorziening getroffen, waarvan de hoogte van de voorziening jaarlijks wordt herzien in overleg met de betrokken accountant. Net als in 2011 wordt deze op 10% gewaardeerd. Vlottende activa Voorraden De als “onderhanden werken” opgenomen producten zijn gewaardeerd tegen de kostprijs. Winst en/of verliesneming vindt plaats naar ratio van de kosten. Verlies wordt genomen wanneer deze bekend is. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor twee dochters van de GRD is er een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen (de Sociale Dienst Drechtsteden en Gemeentebelastingen Drechtsteden). Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening wordt een percentage genomen van het debiteurensaldo waarbij het gehanteerde percentage per dochter verschillend is. Bij de GBD wordt hierbij het totale risico op oninbaarheid van kosten aanmaningen en dwangbevelen (5%) en additionele risico vanwege het tijdsverloop en kruisbetalingen (17,5%) gehanteerd. De hoogte van de voorziening voor de SDD wordt gebaseerd op de vorderingen die te verhalen of terug te vorderen zijn. De voorziening bestaat uit 50% van deze vorderingen per einde jaar en het percentage niet betalende en met toestemming niet betalende debiteuren. Vaste en vlottende passiva Reserves, voorzieningen en lang- en kortlopende verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. In voorzieningen worden niet verplichtingen met een gelijkblijvend kasstroom opgenomen. Baten en lasten In de rekening worden zowel de baten als de lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
86
Toelichting op de balans Vaste activa Materiële vaste activa In onderstaande tabel is het verloop van de waarde van de materiële vaste activa met economisch nut weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Bedrijfsgebouwen Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 01/01/12 9.896 0
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Afschrijvingen 685 0
1.086
0
0
31.367
1.139
42.349
1.139
Bijdragen derden
Afwaardering 0 0
0 0
Boekwaarde 31/12/12 9.211 0
236
0
0
850
0
6.302
0
0
26.204
0
7.223
0
0
36.265
Onder overige materiële vaste activa vallen de hard- en software van de GRD. Deze hebben per eind 2012 een boekwaarde van ongeveer € 26,2 miljoen. In 2012 is er voor ruim € 1,1 miljoen geïnvesteerd. Het betreft hier het investeren van licenties (onder andere Microsoft) en de afwikkeling van restpunten. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Afwaardering overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Totaal
Boekwaarde 01/01/12 0
0
0
Afschrijvingen/ Aflossing 0
0
0
239
0
9
32
0
216
7.222
0
0
3.680
0
3.542
-722
0
0
0
0
-722
6.739
0
9
3.712
0
3.036
Desinvesteringen
Investeringen
Herwaardering
Boekwaarde 31/12/12
De vordering op Landsbanki betreft de overige uitzettingen met een looptijd van langer dan 1 jaar. De totale vordering op Landsbanki bedraagt €7.222.000. Hiervan is in 2012 ongeveer € 3,7 miljoen ontvangen. De afwaardering overige uitzettingen betreft de voorziening die is getroffen in verband het niet mogelijk terug krijgen van de totale vordering. De voorziening bedraagt 10% van de oorspronkelijke vordering. Vlottende activa Voorraden (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 Grond- en hulpstoffen Onderhanden werk Gereed product/handelsgoederen Vooruitbetalingen Totaal
0 370 0 0 370
Saldo 31/12/11 0 417 0 0 417
87
Het onderhanden werk betreft opdrachten die het Ingenieursbureau Drechtsteden open heeft staan bij diverse partijen. In de tabel hieronder is hiervan een uitsplitsing gemaakt (Bedragen x € 1.000)
Dordrecht Zwijndrecht Drechtsteden Marktpartijen GRD Totaal
OHW per 31/12/12 333 27 1 9 0 370
OHW per 31/12/11 445 23 9 -61 0 417
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 10.585 0 0 6.524 0 17.109
Vorderingen op openbaren lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courant verhoudingen niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen < 1 jaar Totaal
Saldo 31/12/11 20.470 0 0 6.243 0 26.713
In de overige vorderingen is de voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Bij de Sociale Dienst Drechtsteden is deze voorziening gevormd voor de uitkeringsdebiteuren. (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12
Saldo 31/12/11
Bruto waardering
22.326
23.233
Dubieus
17.486
18.243
4.840
4.991
Netto waardering
Bij de Gemeentebelastingen Drechtsteden is de voorziening gevormd vanwege de vertraagde inning op de invorderingskosten en daarbij het risico op het niet terug kunnen vorderen van deze in rekening gebrachte kosten. Ten opzichte van vorig jaar is de voorziening voor het GBD niet herzien. Aangezien oude vorderingen zijn afgewikkeld tussen het IBD en klantorganisaties, is het aanhouden van een voorziening niet meer nodig. De voorziening die hiervoor aanwezig was, is in 2012 vrijgevallen in de exploitatie. In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen met betrekking tot de hoogte van de voorziening per dochter. (Bedragen x € 1.000) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Totaal
Saldo 31/12/12 17.486 0 146 17.632
Saldo 31/12/11 18.243 6 146 18.395
Liquide middelen (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 Kassaldi Banksaldi Girosaldi Totaal
88
0 10.458 14.272 24.730
Saldo 31/12/11 0 2.843 0 2.843
Overlopende activa (Bedragen x € 1.000) Nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Vooruitbetaalde bedragen Overige nog te ontvangen bedragen Totaal
Saldo 31/12/12 1.658 1.190 11.756 14.604
Saldo 31/12/11 353 2.799 6.879 10.031
De post nog te ontvangen bedragen is ten opzichte van 2011 toegenomen. Deze toename is ontstaan vanwege de toekenning van de IAU aan de GRD. Deze zijn opgenomen onder de overige nog te ontvangen bedragen. Daarnaast zijn de grootste posten nog middelen dien ontvangen dienen te worden in verband met de WMO (CAK) van gemeenten en de afrekening met de eigenaren van het Ingenieursbureau. Hieronder is een specificatie opgenomen van de nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000) Stand 01/01/12 Nog te ontvangen Walstroom Nog te ontvangen HOV-D Totaal
Toevoeging
353 0 353
350 1.010 1.360
Ontvangen bedragen -55 0 -55
Stand 31/12/12 648 1.010 1.658
Vaste passiva Reserves Het eigen vermogen op de balans van de GRD bestaat uit de volgende onderdelen: (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/12 Algemene reserve Resultaat na bestemming volgens rekening Bestemmingsreserves Totaal
84 10.665 10.840 21.589
Stand 31/12/11 185 2.014 7.145 5.316
In de volgende tabel is het verloop van de reserves weergegeven. Onder “bestemming 2011” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar.
89
(Bedragen x € 1.000) Stand 1-1-2012
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming 2011
Rente
Stand 31-12-2012
Algemene reserve GRD
185
1.000
0
0
-1.101
84
Totaal algemene reserve
185
1.000
0
0
-1.101
84
Exploitatie reserve SDD
250
0
0
0
0
250
Bestemmingsreserve Wet Inburgering
800
0
0
0
0
800
0
0
0
0
19
19
320
0
206
0
100
214
Programmareserve minimabeleid Innovatiereserve SDD Bestemmingsreserve WMO
2.259
0
0
0
-1.161
1.098
Bestemmingsreserve BWS subsidiebel.
1.278
127
632
28
0
802
Exploitatiereserve BDS Investeringsfonds Manden Maken Reserve Noordoevers
4
0
0
0
113
117
1.559
431
-1.352
21
0
3.363
0
0
0
0
1.271
1.271
Exploitatie reserve IBD
129
0
0
0
-129
0
Exploitatiereserve SCD
306
0
305
0
2
3
0
2.860
221
0
0
2.639
Frictiereserve SCD Bestemmingsreserve GBD
140
0
0
0
24
164
Bestemmingsreserve OCD
100
0
0
0
0
100
7.144
3.418
12
49
239
10.840
Totaal bestemmingsreserves
Toelichting reserves: Algemene dekkingsmiddelen In 2011 is er bij de SDD een voorziening gevormd voor de frictiekosten ter hoogte van € 1 miljoen. De dekking hiervan is uit de algemene reserve gekomen, Dit omdat deze kosten pas in 2012 zouden optreden en in de begroting 2012 hiervoor ruimte was. Hierdoor heeft er in 2012 een dotatie van € 1 miljoen aan de algemene reserve plaatsgevonden. Exploitatie reserves dochters Om incidentele financiële tegenvallers op te kunnen vangen beschikt elke GRD-dochter over een exploitatiereserve, conform nota reserves en weerstandsvermogen. Dotaties aan deze reserve vindt plaats middels het exploitatiesaldo van de desbetreffende GRD-dochter. Aan de exploitatiereserve van het SCD is in 2012 € 305.000 onttrokken om de kosten voor de reorganisatie te dekken. Als gevolg van de resultaatbestemming 2011 is er uit de exploitatiereserve van het IBD € 129.000 onttrokken. Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die in overeenstemming met de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen doordat er geen bestedingsplicht meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWSreserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van bureau Drechtsteden. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden voor de extra impuls economie. Investeringsfonds Manden Maken Niet bestede middelen, maar ook rentebaten, dienen volgens de verordening voor Manden Maken te worden gereserveerd. Voor Manden Maken wordt een aparte projectadministratie bijgehouden en een renteberekening opgesteld. In 2012 heeft er een correctie plaatsgevonden in het fonds Manden Maken. Er is in het verleden ten onrechte een bedrag onttrokken (€ 1,4 miljoen). Daarnaast is een bijdrage vanuit de provincie Zuid-Holland ontvangen (€ 431.000). Dit is een afrekening van BORgelden. De besluitvorming voor deze mutaties heeft plaatsgevonden bij de 2e bestuursrapportage van de GRD.
90
Reserve Noordoevers Het Drechtstedenbestuur heeft op 11 januari 2012 ingestemd met het inzetten van de vrijvallende voorziening Landsbanki voor een deel van de financiële problematiek rondom Noordoevers. De Drechtraad is hierover geïnformeerd via de raadsinformatiebrief van 13 februari 2012. Bij de jaarrekening 2012 zijn deze vrijgevallen middelen de reserve Noordoevers gevormd. De reserve wordt ingezet op het moment van feitelijke verrekening. Aan de Drechtraad wordt dan een voorstel voor onttrekking aan de reserve gedaan. Frictiereserve SCD Als gevolg van de ontvlechting van de drie GR’en (Regio ZHZ, Omgevingsdienst en Veiligheidsregio) heeft het SCD in 2012 een vergoeding ontvangen ter dekking van frictie. Aangezien per 1 juli Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) extern is ondergebracht, heeft een onttrekking plaatsgevonden aan de reserve om de lagere bijdrage in de exploitatie van het SCD te compenseren. Bestemmingsreserve Wet Inburgering Nu definitief wordt afgerekend met het ministerie is er geen noodzaak meer tot het verder aanhouden van de Reserve Inburgering (zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1). Voorgesteld wordt het saldo van € 0,8 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de gemeenten. Conform financieringsafspraken vindt uitkering uit de reserve plaats naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten. Bestemmingsreserve WMO huishoudelijke verzorging De wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is sinds 1 januari 2007 van kracht gegaan. Voor de Drechtsteden is voor de huishoudelijke verzorging één verordening vastgesteld. Sinds 1 januari 2012 is er sprake van voor- en nacalculatie. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om deze reserve aan te houden. In 2012 zijn claims met betrekking tot voorgaande jaren afgewikkeld. Bestemmingsreserve Minimabeleid De SDD voert regiobreed het geharmoniseerde minimabeleid uit. Het betreft een open eind regeling, aanvragen kunnen niet worden afgewezen vanwege een budgettair tekort. Hierdoor is de financiële uitkomst een onzekere factor. Aangezien aanvragen vanwege een budgettair tekort niet afgewezen kunnen worden, is weerstandsvermogen noodzakelijk indien geen budget meer beschikbaar is. Het maximum van deze reserve is gesteld op € 300.000. Innovatiereserve SDD De innovatiereserve ter financiering van het innovatieproject Partner in Zelfstandigheid WMO is voor 2012 niet volledig benut. In 2013 zal het project voortgang inden en zal de reserve verder worden ingezet. Verder is bij de jaarrekening 2011 extra opleidingsbudget beschikbaar gesteld (€ 100.000). Dit budget is niet volledig benut. Voorzieningen In onderstaand overzicht is het verloop van de voorzieningen weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Voorziening FUWA Voorziening giften cliënten BSHV Voorziening Fonds Roell Voorziening premienadeel oudere werknemers Voorziening outplacement ID banen Voorziening frictiekosten SDD Voorziening frictiekosten SCD Totaal
Stand 01/01/2012 31 2 0 320 795 1.000 0 2.148
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
0 0 0 0 0 1.547 3.549 5.096
0 0 0 320 795 1.135 0 2.250
0 0 0 0 0 0 0 0
Stand 31/12/2012 31 2 0 0 0 1.413 3.549 4.995
91
Toelichting voorzieningen: Voorziening Functiewaardering Sociale Dienst Drechtsteden (FUWA) De voorziening FUWA is in 2012 niet nodig gebleken daar er geen beroep is opgedaan. Voorziening giften cliënten BSHV Het betreft bij deze voorziening giften van derden die specifiek besteed moeten worden. Indien de giften besteed zijn, eindigt de financiële hulp. Voorziening Fonds Roell Dit is een particulier fonds waarover de Sociale Dienst het beheer voert. Voor dit fonds geldt dat de hulpverlening stopt als het fonds leeg is. Per eind 2012 zit er nog een bedrag van € 20,00 in het fonds. Voorziening premienadeel oudere werknemers In 2011 heeft de belastingdienst in samenwerking met personeelsadministratie van het SCD de personeelsadministratie doorgelicht. Hieruit kwam naar voren dat in de jaren 2007 en 2008 ten onrechte gebruik is gemaakt van de premievrijstelling oudere werknemers voor de WAO. Als gevolg hiervan is er ten laste van de exploitatie in 2011 een voorziening ter hoogte van € 320.000 getroffen. In 2012 is van de belastingdienst de naheffing ontvangen ter hoogte van € 334.000. Deze naheffing is ten laste gebracht van de voorziening. Voorziening Outplacement ID banen Werkgevers konden in 2012 ID werknemers een outplacementtraject aanbieden. Deze vergoeding was bedoeld om ontslag te voorkomen of om de kansen op de arbeidsmarkt na ontslag te vergroten. In 2012 is € 509.000 uitgegeven aan outplacementtrajecten. Het eindsaldo van de voorziening ad € 286.000 (niet geclaimde gelden ten behoeve van trajecten voor ID werknemers) is ten gunste van het Participatiebudget 2012 vrijgevallen. Onderbesteding heeft voor een bedrag van € 150.000 te maken met het continueren van de ID-banen voor werknemers van 1950 en ouder. Voorziening frictiekosten SDD In 2011 heeft bij de SDD een reorganisatie plaatsgevonden met als gevolg dat per 1 april 2012 22 medewerkers bovenformatief zijn verklaard. Hiervoor is in 2011 een voorziening ingericht. Door de achterblijvende ontwikkelingen op de uitstroom van bovenformatieve medewerkers is in 2012 € 1.547.000 gedoteerd aan de voorziening. Niet in de voorziening is opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom (voor de periode 2014-2020 bedraagt dit totaal ongeveer € 1,3 miljoen). Er is in 2012 € 1.134.000 ten laste van de voorziening gebracht. Voorziening frictiekosten SCD Als gevolg van de reorganisatie bij het SCD zijn er medewerkers bovenformatief geplaatst. Conform de BBV-voorschriften is voor de frictiekosten een voorziening ingesteld. De totale voorziening bedraagt € 3,55 miljoen. Niet in de voorziening is opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom. Voor het SCD is dit totaal voor de periode 2014-2020 gelijk aan € 1,3 miljoen. Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Totaal
Stand 31/12/12 28.000 28.000
Stand 31/12/11 35.000 35.000
Toelichting (Bedragen x € 1.000) Onderhandse leningen Totaal
Saldo 01/01/12 35.000 35.000
Vermeerdering 0 0
Aflossing 7.000 7.000
Saldo 31/12/12 28.000 28.000
De totale rentelast van de langlopende lening bedroeg in 2012 € 810.340. De lening is afgesloten voor een looptijd van 5 jaar (tot juli 2016) tegen een rente percentage van 2,578% bij de BNG.
92
Vlottende passiva Vaste schulden met een looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/12 Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden Totaal
Stand 31/12/11
0 0 8.714 8.714
0 4.611 7.508 12.119
Overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) Overlopende verplichtingen Vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Overige vooruitontvangen bedragen Totaal
Stand 31/12/12 19.616 11.965 480 32.061
Stand 31/12/11 19.184 15.210 116 34.510
Onder de overlopende verplichtingen is onder andere opgenomen is de betaling aan het ministerie in verband met het afrekenen van oude inburgeringstrajecten (€ 3,6 miljoen) en nog te betalen bedragen in verband met huishoudelijke hulp. Hieronder volgt een specificatie van de vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000) Stand 01/01/12 WWB-werkdeel Drechtsteden
Toevoegingen Vrijgevallen Stand 31/12/12
6.685
0
Sociaal beleid
35
75
0
110
Luchtkwaliteit
1.899
47
114
1.832
NME
2.626
4.059
8
0
0
8
23
0
11
12
Deelprogramma 2 IPA
287
1.082
294
1.074
Mobiliteitsmanagement
219
7
0
226
Hollandse Glorie
128
0
2
126
Energieprogramma SLOK
126
123
65
184
Duurzaam ondernemen
18
0
18
0
Subsidie Divosa
49
0
49
0
268
55
203
120
Recreatie Routes
RPV MJP 2011-2013 ISV 2
288
0
0
288
ISV 3
2.124
753
125
2.752
HOV-D
3.053
320
2.200
1.173
Totaal
15.210
2.462
5.707
11.964
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voor de GRD is voor het boekjaar 2012 geen sprake van borg- en/of garantstelling. De GRD is gebonden aan een aantal niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen. Hiervan zijn de belangrijkste: aanbestedingsverplichtingen in het kader van de wet WMO o Huishoudelijke ondersteuning (Zorg in Natura) € 22 miljoen o Hulpmiddelen (rolstoelen/scootmobielen) € 3,2 miljoen o Trapliften € 0,4 miljoen o Collectief personenvervoer € 4,3 miljoen
93
huurovereenkomst met de gemeente Dordrecht voor het dienstengebouwen Noordendijk en Hellingen. Totaal bedraagt ongeveer € 300.000. leaseovereenkomst met Cisco (€ 333.000) en Sharp (€ 412.000) voor ICT-apparatuur leaseovereenkomst met Business Car Autolease voor vervoersmiddelen SCD in de jaarrekening zijn alleen de feitelijke jaarlasten opgenomen. Het opgebouwde vakantiegeld en de nog openstaande verlofdagen zijn niet als verplichting op de balans opgenomen.
Voorziening renterisico BWS In het verleden is bij de regio Zuid-Holland Zuid, de rechtsvoorganger van Bureau Drechtsteden, een bedrag van € 795.000 aan de daar aanwezige renterisicoreserve onttrokken. Het destijds onttrokken bedrag zal in de komende jaren bij de regio Zuid-Holland Zuid stapsgewijze weer aan de reserve worden toegevoegd. In het kader van de ontvlechting is een deel van de renterisicoreserve naar de GR Drechtsteden overgegaan, en staat daar als voorziening renterisico BWS op de balans. In 2015 draagt regio ZHZ het bedrag van € 795.000 weer over aan GR Drechtsteden. BTW Re-integratie activiteiten: De inkoop-btw op een deel van de re-integratie activiteiten blijkt waarschijnlijk toch BCF-declarabel te zijn. Momenteel onderzoeken wij de omvang van de compensabele btw. Hierover wordt tevens overleg gevoerd met de belastingdienst.
94
5. Controleverklaring
95
96
97
6. Vaststelling Dagelijks bestuur Als ontwerpjaarrekening vastgesteld door het dagelijks bestuur op 16 mei 2013. Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden De secretaris,
De voorzitter,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
drs. A.A.M. Brok
Algemeen bestuur Vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 2 juli 2013. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
98
Bijlage 1 Overzicht investeringen 2012 In dit onderdeel wordt de stand van zaken over 2012 en prognose van de beschikbaar gestelde kredieten opgenomen. Tevens wordt aangegeven of het krediet kan worden afgesloten. De activeringsgrens van investeringen is € 10.000. De stand van zaken van de investeringen is als volgt: (Bedragen x € 1.000) Omschrijving
Drechtraad d.d.
Oorspronkelijk krediet
VIP-Programma
December 2010
1.323
Investeringen ATB
December 2010
1.050
Multi-functionals
December 2010: € 875.000 April 2012 aanv.: € 150.000
IP&A DP 1B
Juni-2008 December-2009 December-2010
Investeringen ATB
Beschikbaar krediet 2012
Uitgaven 2012
873
139
35
-
1.025
397
25.700
Restant 2012
Overhevelen / afsluiten
734
Overhevelen
35
Afsluiten
117
280
Afsluiten
633
15
618
Overhevelen
April 2012
575
85
490
Overhevelen
Reguliere vervanging GRID
April 2012
155
-
155
Overhevelen
IPA restpunten
December 2012
600
311
289
Overhevelen
Aanschaf SW licenties
December 2012
550
473
77
Overhevelen
Inkoopsysteem
December 2012
90
-
90
Overhevelen
Voortgang t.o.v. planning Diverse deelprojecten bevinden zich in afrondende fase. Planning voor vervolg wordt gemaakt De laatste twee deelprojecten (FCU PC en simkaarten administratie) zijn inmiddels afgerond De aanbesteding is afgerond en de uitrol van de MFA’s is in juli gestart. Project is in 2012 afgerond. De aanbesteding is met vaste medewerkers uitgevoerd, hetgeen een besparing heeft opgeleverd ten opzicht van de kredietaanvraag Op het moment dat het Transitieplan I&A en de bijbehorende kredietaanvraag wordt goedgekeurd, komt dit krediet te vervallen Voorbereiding en daadwerkelijke upgrades van systeemplatformen: Windows, Internet, Oracle zijn gestart Reguliere vervanging van apparatuur is verschoven naar 2013 Project m.b.t. wegwerken van alle IPA restpunten is in volle gang, wordt eind juni 2013 opgeleverd Merendeel van alle achterstallige softwarelicenties is aangeschaft, klein restant volgt nog. Project t.b.v nieuw inkoopsysteem start in 2013
99
M&I
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage 2 SISA
E11B Nationaal Samenwerkingsprogra mma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinform atie
I N D I C A T O Besteding (Jaar Besteding (jaar T) T) ten laste van ten laste van provinciale eigen middelen middelen
R E N Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Eindverantwoording Ja/Nee
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: Indicatornummer: E11B / 01 E11B / 02 1 DGWM/2006/9945 € 12.285
Indicatornummer: E11B / 03 0
Indicatornummer: E11B / 04
Indicatornummer: E11B / 05
Indicatornummer: E11B / 06
0
0
2 PZH-2007-319040
€ 6.890
0
0
0
Nee
3 PZH-2010-163846972
€ 45.601
0
0
€ 49.000
Nee
Teruggestort/verreken Toelichting d in (jaar T) in verband teruggestort/verre met niet uitgevoerde kend maatregelen Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: Indicatornummer:
100
Nee
E11B / 07
E11B / 08
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinform atie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
0 M&I
E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
Overige bestedingen (jaar T)
Toelichting afwijking
Eindverantwoording Ja/Nee
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornummer: E27B / 01 E27B / 02 E27B / 03 1 PZH-2010-238935997 € 188.852 € 57.116
Indicatornummer: E27B / 04
Indicatornummer: E27B / 05 Nee
2 PZH-2011-317302764
€ 41.757
0
Ja
3 PZH-2010-184921490 4 PZH-2010-226239790
€ 3.800
0
Nee
€0
0
Nee
5 PZH-2008-135542
€ 50.000
0
Nee
6 DRM/07/832
€0
0
7 DRM06G05046
€ 163.091
0
8 DRM/05/1216
€ 1.000.000
0
uitbetaald tm 2011 € 709.756 uitbetaald tm 2011 € 1.836.909
Ja Ja Ja
101
G1B
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement SZW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de Wet sociale verantwoordingsinformatie werkvoorziening (Wsw) voor die gemeente invullen Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Aard controle n.v.t.
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal inwoners Het totaal aantal dat is uitgestroomd uit het gerealiseerde werknemersbestand in arbeidsplaatsen voor (jaar T), uitgedrukt in geïndiceerde inwoners arbeidsjaren in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1B / Indicatornummer: 01 G1B / 02 1 0482 (Alblasserdam) 5,50 2 0505 (Dordrecht) 212,00
Indicatornummer: G1B / 03
Indicatornummer: G1B / 04
Indicatornummer: G1B / 05
0
0
0
0
0
0 0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
9,75
0
0
9,00
0
0
0
5 0610 (Sliedrecht)
24,50
0
0
0
0
0
6 0642 (Zwijndrecht) SZW
G2B
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen
102
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
48,25 Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) algemene bijstand selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t.
0
medeoverheden)
Indicatornummer: G2B / 01
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam)
Indicatornummer: G2B / 02
Indicatornummer: G2B / 03
€ 3.134.836
€ 69.915
2 0505 (Dordrecht)
€ 47.589.116
€ 1.297.495
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 2.703.818
€ 30.874
€ 5.200.435
€ 126.511
5 0610 (Sliedrecht)
€ 4.068.744
€ 90.569
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 10.608.327
€ 178.899
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) IOAW selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Het openbaar lichaam Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: Indicatornummer: G2B / 06 verantwoordt hier per 04 G2B / 05 gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) € 71.220 € 13.413 2 0505 (Dordrecht)
€ 860.460
€ 11.555
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 82.372
€ 1.530
€ 94.569
€ 685
5 0610 (Sliedrecht)
€ 101.658
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 203.604
€ 1.713
103
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) IOAZ selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. deel van de regeling Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: Indicatornummer: G2B / 09 dat in (jaar T) door het 07 G2B / 08 openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) €0 €0 2 0505 (Dordrecht)
€ 139.509
€ 2.291
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 12.841
€0
€0
€0
5 0610 (Sliedrecht)
€0
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 17.226
€0
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is
104
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2B / 10
Indicatornummer: G2B / 11
Indicatornummer: G2B / 12
uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam)
€0
€0
2 0505 (Dordrecht)
€ 146.014
€ 1.334
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 16.963
€ 3.424
€ 39.737
€ 265
5 0610 (Sliedrecht)
€ 23.881
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 36.475
€ 145
I. 5 Wet werk en Hieronder per regel één Baten (jaar T) WWIK inkomen kunstenaars gemeente(code) (exclusief Rijk) (WWIK) selecteren en in de kolommen ernaast de Openbaar lichaam verantwoordingsinformatie o.g.v. Wgr (SiSa voor die gemeente tussen invullen medeoverheden). Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. deel van de regeling dat in (jaar T) door het Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: openbaar lichaam is 13 G2B / 14 uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) €0 2 0505 (Dordrecht)
€0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€0 €0
5 0610 (Sliedrecht)
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€0
105
SZW
G3B
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R deel van de regeling dat in (jaar T) door het Indicatornummer: G3B / Indicatornummer: Indicatornummer: G3B / 03 Indicatornummer: G3B Indicatornummer: G3B / 05 Indicatornummer: G3B openbaar lichaam is 01 G3B / 02 / 04 / 06 uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) € 5.913 € 88.500 € 3.954 € 16.213 € 8.876 2 0505 (Dordrecht)
€ 209.160
€ 32.900
€ 21.804
€ 120.320
€ 30.342
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 22.143
€0
€ 173
€ 7.658
€ 5.852
€ 30.559
€0
€ 2.067
€ 74.711
€ 4.658
5 0610 (Sliedrecht)
€ 13.978
€0
€ 840
€ 4.438
€ 6.656
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 29.501
€0
€ 1.873
€ 54.258
€ 11.559
Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3B / Indicatornummer: Indicatornummer: G3B / 09 07 G3B / 08 1 €0 €0 €0
106
2 €0
€ 2.400
€0
3 €0
€0
€0
4 €0
€0
€0
SZW
G5B
5 €0
€0
€0
6 €0
€0
€0
Wet participatiebudget (WPB) Wet participatiebudget (WPB)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) participatiebudget selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Waarvan besteding (jaar T) Baten (jaar T) (nietvan educatie bij roc's Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing indien in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk zijn gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden)
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is Indicatornummer: G5B / Indicatornummer: Indicatornummer: G5B / 03 Indicatornummer: G5B Indicatornummer: G5B / 05 Indicatornummer: G5B uitgevoerd. 01 G5B / 02 / 04 / 06 1 0482 (Alblasserdam) € 579.579 € 117.434 € 4.288 €0 €0 2 0505 (Dordrecht)
€ 13.231.440
€ 915.613
€ 48.864
€0
€0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 429.529
€ 148.640
€ 2.068
€0
€0
€ 991.620
€ 178.757
€ 9.730
€0
€0
5 0610 (Sliedrecht)
€ 827.712
€ 157.503
€ 2.930
€0
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 2.636.737
€ 322.614
€ 5.536
€0
€0
Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
1 17
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2-certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle D1
Aard controle D1
Indicatornummer: G5B / 07
Indicatornummer: G5B / 08 9
107
108
2 221
104
3 20
22
4 27
19
5 74
38
6 46
47
Bijlage 3 Interne verrekeningen De commissie BBV is van mening dat vanaf 2009 verrekeningen tussen onderdelen binnen één organisatie onderling dienen te worden geëlimineerd. De commissie vindt dat, door zowel de kosten bij de ene dochter als de opbrengsten bij het andere dochter op te nemen in de begroting en realisatiecijfers, de financiële stand van zaken onnodig wordt opgeblazen. De eliminatie geldt in het geval van de GRD alleen voor het Servicecentrum Drechtsteden en het Onderzoekcentrum. Zij verrekenen namelijk kosten met hun zusters. Door de eliminatie toe te passen ontstaat het volgende programmaoverzicht van deze onderdelen. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting Lasten
Baten
Realisatie
Saldo
Lasten
Verschil
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
6.575
6.575
0
8.983
8.984
1
-2.408
2.409
1
Bestuur en Staf
2.151
2.151
0
2.167
2.158
-9
-16
7
-9
Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden
0
0
0
436
436
0
-436
436
0
204.170
204.170
0
191.082
209.604
18.522
13.088
5.434
18.522
8.150
8.302
152
7.992
8.373
381
158
71
229
48.395
48.395
0
54.208
49.779
-4.429
-5.813
1.384
-4.429
Gemeentebelastingen Drechtsteden
4.694
4.694
0
4.651
4.875
224
43
181
224
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.484
1.484
0
1.468
1.488
20
16
4
20
100
150
50
99
353
254
1
203
204
275.719
275.921
202
271.086
286.050
14.964
4.633
10.129
14.762
-25
Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat inclusief reserves Interne verrekening OCD en IBD Bureau Drechtsteden
44
0
-44
69
0
-69
25
0
Bestuur en Staf
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Manden Maken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
196
0
-196
196
0
-196
0
0
0
0
0
0
0
25
25
0
25
25
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
43
0
-43
43
0
-43
0
0
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
0
283
283
0
133
133
0
-150
-150
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
150
150
0
150
150
283
283
0
308
308
0
25
25
0
-20
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Totaal interne verrekening OCD Interne verrekening SCD Bureau Drechtsteden
517
0
-517
537
0
-537
20
0
Bestuur en Staf
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Manden Maken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Sociale Dienst Drechtsteden
4.308
0
-4.308
4.529
0
-4.529
221
0
-221
Ingenieursbureau Drechtsteden
1.074
0
-1.074
1.129
0
-1.129
55
0
-55
Servicecentrum Drechtsteden
805
7.626
6.821
805
7.968
7.163
0
342
342
Gemeentebelastingen Drechtsteden
689
0
-689
724
0
-724
35
0
-35
Onderzoekcentrum Drechtsteden
233
0
-233
244
0
-244
11
0
-11
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.626
7.626
0
7.968
7.968
0
342
342
0
Bureau Drechtsteden
6.014
6.575
561
8.377
8.984
607
-2.453
2.409
46
Bestuur en Staf
2.151
2.151
0
2.167
2.158
-9
-16
7
-9
Manden Maken
0
0
0
436
436
0
-436
436
0
199.666
204.170
4.504
186.357
209.604
23.247
12.867
5.434
18.743
Algemene dekkingsmiddelen Totaal interne verrekening SCD Resultaat geschoond met interne verrekeningen
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
7.076
8.302
1.226
6.863
8.348
1.485
103
46
259
47.590
40.769
-6.821
53.403
41.811
-11.592
-5.813
1.042
-4.771
Gemeentebelastingen Drechtsteden
3.962
4.694
732
3.884
4.875
991
8
181
259
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.251
1.201
-50
1.225
1.355
131
5
154
181
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
100
150
50
99
203
104
1
53
54
267.810
268.012
202
262.810
277.774
14.964
4.266
9.762
14.762
109
Bijlage 4 Lijst met besluiten In de onderstaande tabellen zijn de belangrijkste besluiten die door de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur gedurende het jaar 2012 zijn genomen opgenomen. Besluiten genomen door Drechtraad Datum
Onderwerp
10-01-2012
Actualisering begroting 2012
06-03-2012
Gunningsadvies accountantsdiensten
03-04-2012 03-04-2012 03-04-2012
03-04-2012
03-04-2012 03-04-2012 03-04-2012
Aanvullende kredietaanvraag Multifunctionals Kredietaanvraag Applicatie en Technisch Beheer (ATB) Kredietaanvraag reguliere vervanging GRD Voortgangsrapportage 20112012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden Aanvullende kredietaanvraag Multifunctionals Kredietaanvraag Applicatie en Technisch Beheer (ATB) Kredietaanvraag reguliere vervanging GRD
03-04-2012
Voortgangsrapportage 20112012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden
08-05-2012
Verordening m.b.t. Inburgeringsagenda 2012
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – GR-en
12-06-2012
Regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening
110
De Drechtraad besluit: De Drechtraad wordt voorgesteld: kennis te nemen van het advies van de cliëntenraad akkoord te gaan met: het in de begroting opnemen van het nieuwe begrotingsprogramma Bestuur en staf; het niet-indexeren van budgetten en gemeentelijke bijdragen (met 0,52%); het dalen van de rekenrente van 5% naar 4%; de nieuwe financiering van de WMO huishoudelijke hulp, en het vaststellen van; de geactualiseerde begroting 2012, versie 8 december 2011; de voorgestelde begrotingswijzigingen; de gemeentelijke bijdragen. In te stemmen met het voornemen tot gunning aan Deloitte Accountants B.V. voor de controlejaren 2012 – 2014 (met mogelijke verlenging van twee jaren). Een aanvullend krediet van € 150.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals beschikbaar te stellen. Een krediet van € 575.000 voor de reguliere dienstverlening ATB beschikbaar te stellen. Een krediet van € 155.000 voor de reguliere vervanging GRID beschikbaar te stellen. 1. Kennis te nemen van de stand van zaken over 1 jaar uitvoering van het regionaal programma Arbeidsmarktbeleid (zie bijlagen). 2. In te stemmen met de voorgestelde focus, inzet, planning en bijbehorende middelen om de 4 veranderopgaven op de arbeidsmarkt concrete uitwerking en follow-up te geven. Een aanvullende krediet van € 150.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals beschikbaar te stellen. Een krediet van € 575.000 voor de reguliere dienstverlening ATB beschikbaar te stellen. Een krediet van € 155.000 voor de reguliere vervanging GRID beschikbaar te stellen. 1. Kennis te nemen van de stand van zaken over 1 jaar uitvoering van het regionaal programma Arbeidsmarktbeleid (zie bijlagen). 2. In te stemmen met de voorgestelde focus, inzet, planning en bijbehorende middelen om de 4 veranderopgaven op de arbeidsmarkt concrete uitwerking en follow-up te geven. De aanpassing van de Verordening Inburgering Drechtsteden vast te stellen. 1. Het Integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD –GR’en, d.d. 15 november 2011 vast te stellen; 2. De Rapportage nadere uitwerking integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD en de drie gemeenschappelijke regelingen, d.d. 30 januari 2012 vast te stellen; 3. De Meerpartijenovereenkomst SCD – GR’en, eindversie, d.d. 15 februari 2012 vast te stellen; 4. Akkoord te gaan met het via alleenrecht onderbrengen van dienstverlening bij het SCD, in afwijking van de meerpartijenovereenkomst. Dit in het geval een GR kiest voor het vestigen van een alleenrecht in plaats van aanbesteding; 5. De maximale hiermee gepaarde frictiekosten voor de GRD van € 670.000,- met een inspanningsverplichting verder te verlagen. Het “Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012-2016” vast te stellen en daarmee de volgende wijzigingen door te voeren: 1. Herziening van de uitgangspunten voor het schuldhulpverleningsbeleid in de Drechtsteden: a. de burger zelf is aan zet (voor wat hoort wat, je moet er wel wat voor doen); b. schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden; c. het verhogen van inkomen (vinden, uitbreiden of houden van werk) is een opdracht aan iedere schuldenaar; d. het schuldhulpverleningsaanbod is efficiënt én klantgericht. 2. Aanscherping van de toelatingscriteria voor schuldhulpverlening:
e.
12-06-2012
Verordening Wet Werk en Bijstand 2012
03-07-2012
1e Bestuursrapportage GRD 2012
03-07-2012
Financiële Verordening (artikel 2012) en Controle Verordening (artikel 213)
03-07-2012
Jaarrekening 2011
03-07-2012
Primaire begroting 2013
02-10-2012
Reparatie Persoonlijk Minima Budget (PMB) verordening
12-11-2012
Voorstel tot aanwijzing lid Drechtstedenbestuur
e
04-12-2012
2 Burap GrD 2012
04-12-2012
Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden
04-12-2012
Basistarieven huishoudelijke ondersteuning Wmo
04-12-2012
(Gedeeltelijk) intrekkingsbesluit Verordening Inburgering Drechtsteden
verzoeker is bereid mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject; f. verzoeker heeft in beginsel geen schulden waardoor vanwege de aard ervan een schuldregeling niet mogelijk is; g. verzoeker is geen zelfstandig ondernemer met een nog functionerende onderneming; h. verzoeker heeft voor een periode van maximaal 5 jaar niet eerder gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. 3. De inhoud van het schuldhulpverleningstraject bij overeenkomst te regelen. 1. Het Wijzigingsbesluit Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden c.a., 2012 vast te stellen. 2. De “Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Drechtsteden” vast te stellen. 1. De 1e burap GrD 2012 2. De voorgestelde begrotingswijzigingen.de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. vast te stellen a. de nieuwe financiële verordening b. de nieuwe controle verordening vast te stellen en c. de huidige financiële verordening d. de huidige controle verordening in te trekken. kennis te nemen van: a. het accountantsverslag b. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag c. het advies van de Auditcommissie Drechtraad d. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden e. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD en f. de jaarrekening 2011; g. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; h. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd vast te stellen. a. de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014 tot en met 2016; b. de gemeentelijke bijdragen voor 2013; c. de ICT-kredieten voor 2013 vast te stellen. Vaststellen van het Besluit tot wijziging van de verordening Persoonlijk Minimabudget Wet Werk en Bijstand Drechtsteden 2012. Door het vaststellen van dit wijzigingsbesluit vervalt het criterium van zelfstandige huisvesting. De heer H. Mirck aanwijzen als lid van het Drechtstedenbestuur. 1. Kennis nemen van het advies van de Cliënteraad Wwb Drechtsteden en de beantwoording van het Drechtstedenbestuur. e 2. Vaststellen van de 2 burap 2012. 3. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 4. Vaststellen van de voorgestelde kredieten. 5. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. 1. De Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden in te trekken met ingang van 1 januari 2013 (datum onder voorbehoud van datum inwerkingtreding wetswijziging); 2. het Drechtstedenbestuur de Drechtraad erbij betrekt, op het moment dat het Drechtstedenbestuur voornemens is een subsidieplafond in te stellen, door middel van het uitbrengen van wensen en bedenkingen; 3. dit besluit bekend te maken op de binnen de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Vaststellen van de basistarieven voor huishoudelijke ondersteuning in de Wmo op basis van resultaatfinanciering per 1 januari 2013: huishoudelijke ondersteuning (HO) € 179,72 per vier weken en huishoudelijke ondersteuning plus (HO+) € 311,16 per vier weken. Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening Inburgering. 1.
04-12-2012
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
2.
Vaststellen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013. Intrekken van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden van 21 maart 2007, zoals gewijzigd bij verordening van 17 juni 2009.
111
Besluiten genomen door het Drechtstedenbestuur Datum
Onderwerp
11-01-2012
Werkprogramma 2012 Bureau Drechtsteden
08-03-2012
Uitvraag regionale en lokale projecten BDU 2012 en 2013
12-04-2012
Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012 – 2016
12-04-2012
Nieuwe financiële verordening (artikel 212) en controle Verordening (artikel 213)
12-04-2012
Stuurgroep Noordoevers
16-05-2012
Rapportage Wonen in de Drechtsteden 2012
112
Het Drechtstedenbestuur besluit: 1. Het bestuur stemt in met de bezuiniging op het werkprogramma 2012 van Bureau Drechtsteden door de verlaging van het uurtarief in het kader van de proeftuin beleid van gemiddeld € 105 naar € 65. 2. Ter uitwerking van het besluit van het Drechtstedenbestuur van 3 en 23 november 2011 mede op basis van de adviezen van de PFO’s Fysiek en Sociaal van 6 december 2011 wordt ingestemd met het werkplan 2012 van BDS. Er wordt ingestemd met de verdeling van de uitvraag BDU 2012 en 2013 zoals weergegeven in de bijlage en gebaseerd op: 1. Het inwonertal per 1 juli 2010; 2. Het sparen van 10% van het budget regionale infra 2012 -2013, groot afgerond € 250.000 ten gunste van het thema fiets. Het bestuur gaat akkoord met het “Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012-2016” en de beleidsregels “toelating tot de schuldhulpverlening in de Drechtsteden”, en besluit daarmee om de volgende wijzigingen door te voeren: 1. Herziening van de uitgangspunten voor het schuldhulpverleningsbeleid in de Drechtsteden: a. de burger zelf is aan zet (voor wat hoort wat, je moet er wel wat voor doen); b. schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden; c. het verhogen van inkomen (vinden, uitbreiden of houden van werk) is een opdracht aan iedere schuldenaar; d. het schuldhulpverleningsaanbod is efficiënt én klantgericht. 2. Aanscherping van de toelatingscriteria voor schuldhulpverlening: a. verzoeker is bereid mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject; b. verzoeker heeft in beginsel geen schulden waardoor vanwege de aard ervan een schuldregeling niet mogelijk is; c. verzoeker is geen zelfstandig ondernemer met een nog functionerende onderneming; d. verzoeker heeft voor een periode van maximaal 10 jaar niet eerder gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. 3. De inhoud van het schuldhulpverleningstraject bij overeenkomst te regelen. 1. Er wordt ingestemd met: - de nieuwe financiële verordening; - de nieuwe controle verordening; - het intrekken van de huidige financiële verordening; - het intrekken van de huidige controle verordening. 2. En deze wordt ter vaststelling aangeboden aan de Drechtraad. 1. Het huidige Bestuurlijk Overleg Noordoevers wordt opgeheven. 2. Onder verantwoordelijkheid van het DSB, wordt een Stuurgroep Noordoevers ingesteld, waarin participeren de zes Drechtstedengemeenten, die elk met één portefeuillehouder bestuurlijk vertegenwoordigd zijn, de directie ROM-D en Bureau Drechtsteden (coördinatie). Opgemerkt wordt dat er een nieuwe bestuursopdracht nodig is om de inhoud van de opdracht te bepalen. De nieuwe stuurgroep wordt gevraagd een voorstel hiervoor aan het bestuur voor te leggen. 3. Het voorzitterschap van deze stuurgroep wordt vooralsnog belegd bij de regionaal portefeuillehouder Noordoevers. 4. De Stuurgroep Noordoevers, na effectuering van de overdracht van het project van de ROM-D aan de Drechtsteden, wordt ingebed in de dan gevormde en vastgestelde nieuwe bestuurlijke en organisatorische aansturing van het project binnen de Drechtsteden. 1. Het bestuur houdt vast aan de taakverdeling: regionale monitoring en signalering, subregionale afstemming en lokale sturing. 2. Het bestuur stemt in met genoemde acties: a. beperken nieuwbouwaanbod met een betere fasering langere termijn en dosering op de korte termijn met in achtneming van de doelstelling van kwaliteitsverbetering; b. zoeken en benutten van kansen voor verbreding van het nieuwbouwaanbod; c. met de corporaties de ontwikkeling in de sociale sector bespreken: vereiste omvang, vereiste aandeel in de nieuwbouw, wijze van voorzien in woningen voor de groep middeninkomens; d. zoeken naar verbeteringsmogelijkheden van de bestaande voorraad;
e. f.
16-05-2012
Voorstel Baanbehoud voor oudere ID-werknemers
30-05-2012
Sturingsmodel NoordoeversTransformatiezone in Drechtstedenverband
inzetten op woon- en gebiedspromotie; voortzetten van de overleggen met corporaties en marktpartijen g. bezien in hoeverre dit tot aanvullend beleid kan leiden, als bijdrage aan de oplossing van de problematiek van de woningbouwprogrammering. 3. Als prijsgrenzen worden de bedragen zoals genoemd in bijlage A aangehouden: sociale huursector: max. huur tot € 664,66 sociale koopwoning: maximum koopprijs € 187.400, maximum grondkosten sociale sector € 16.749,- incl. BTW. primaire doelgroep tot € 34.085,-, secundaire doelgroep tot € 43.000,-. 1. Het Drechtstedenbestuur besluit om voor alle huidige ID-werknemers die in 2012 de leeftijd van 62 jaar of ouder bereiken, de loonkostensubsidie onder dezelfde voorwaarden door te betalen tot 1 januari 2014, of zoveel eerder als de 65-jarige leeftijd is bereikt. Dit betreft in totaal 34 mensen waarvan 10 mensen voor de einddatum de 65-jarige leeftijd bereiken. 2. Voor 1 augustus 2013 wordt opnieuw overwogen of de financiële situatie van de Drechtsteden mogelijkheden biedt voor de periode na 1 januari 2014. 3. Het bestuur verzoekt aandacht aan dit onderwerp te besteden via een persbericht. Het bestuur neemt de volgende besluiten: 1. Het project Noordoevers-Transformatiezone wordt als gezamenlijk regionaal project uitgevoerd. De zes gemeenten van de Drechtsteden zijn gezamenlijk eigenaar van het project. 2. De gemeenten dragen als gezamenlijke eigenaren van het project gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid voor het project. De risico’s worden, conform de besluitvorming van maart 2012, evenredig naar inwoneraantal gedragen door de gemeenten. De in de besluitvorming van maart 2012 vastgelegde kosten en het risicoprofiel voor de gefaseerde doorontwikkeling van het project zijn taakstellend. In beginsel zal dus, wanneer daar aanleiding toe is, niet de begroting maar het plan worden aangepast. Ingeval van financiële calamiteiten zullen het programma en de voortzetting van het project in heroverweging worden genomen. De gemeenteraden zullen in deze heroverweging conform hun bevoegdheid positie hebben. Strakke sturing op het project waarborgt continu inzicht in de realisatie, de kwaliteit en de financiën en risico’s, en biedt zo, wanneer dat nodig is, gelegenheid tot tijdige bijstelling van het programma. Conform de besluitvorming van maart 2012 dragen de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht en Dordrecht de afdekking van het tekort op de exploitatie op basis van het huidige programma, waarmee Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht een bijzondere verantwoordelijkheid aanvaarden omdat het project op beider grondgebied ligt, en Dordrecht bijzondere verantwoordelijkheid aanvaardt als grootste gemeente in de Drechtsteden alsook in het kader van de regionale samenwerking. 3. Het gemeenschappelijk eigenaarschap van alle Drechtstedengemeenten komt ook tot uitdrukking in de sturing op het project. Het bestuurlijk opdrachtgeverschap is belegd bij het Drechtstedenbestuur. Het Drechtstedenbestuur machtigt de Stuurgroep Noordoevers om namens hem het bestuurlijk opdrachtgeverschap uit te voeren. In de Stuurgroep Noordoevers zijn alle gemeenten vertegenwoordigd. Er zal strikte sturing plaatsvinden op de financiën en risico’s van het project, om zo tijdig maatregelen te kunnen nemen en de risico’s te beheersen. De Drechtraad vervult zijn rol via sturing op de inhoudelijke beleidskaders die gelden voor regionale ruimtelijke ordening. De gemeenteraden worden periodiek geïnformeerd over het project. 4. Het opdrachtnemerschap voor het project wordt in gezamenlijkheid vervuld door de gemeente Dordrecht en de gemeente Papendrecht, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project. De functie van ambtelijk opdrachtnemer wordt ingevuld vanuit de gemeente Dordrecht. De gemeente Papendrecht brengt ambtelijke kennis en expertise in het project. De projectorganisatie wordt evenwichtig bemenst vanuit de gemeenten Dordrecht en Papendrecht. 5. Expliciet geldt dat de zes Drechtstedengemeenten gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid dragen voor het project, en dat dus in de op basis van het onderhavige besluit over het sturingsmodel Noordoevers-Transformatiezone op te stellen overeenkomst zal worden voorzien dat de gemeente Dordrecht geen
113
12-09-2012
(Concept)verkenning Toekomst Netwerkbestuur
12-09-2012
Bestuursopdracht Voorbereiding Actieplan laaggeletterdheid
10-10-2012
Financiële bijdrage Sliedrecht, het Plaatje
10-10-2012
Plaatsingsvolgorde Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening Drechtsteden
09-11-2012
Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid
114
nadeel zal hebben van die bijzondere verantwoordelijkheid en het eigenaarschap, anders dan het pro rato risico. In de overeenkomst wordt ook voorzien dat wanneer in het kader van het project Noordoevers-Transformatiezone aan de gemeente Dordrecht financieringsvoordelen ten deel vallen, deze ook gezamenlijk en solidair met de andere gemeenten worden gedeeld. De gemeente Dordrecht neemt daartoe, in de aanvaarding van de bijzondere verantwoordelijkheid als grootste gemeente in de Drechtsteden en in het kader van de regionale samenwerking, het project afzonderlijk in zijn administratie op, draagt zorg voor de liquiditeitenplanning en onderhoudt de dagelijkse contacten met de bank. Projectkosten en financieringslasten worden opgenomen in de grondexploitatie. De Stuurgroep Noordoevers stuurt actief op de beheersing van deze lasten. 6. De gemeente Dordrecht draagt daarmee in formele zin het juridisch en economisch eigenaarschap van het project. De gemeenteraad van Dordrecht stelt de grondexploitatie vast, na instemming met de grondexploitatie door alle andere gemeenteraden. Bij het ontbreken van uniforme besluitvorming door de andere gemeenteraden is de gemeente Dordrecht gerechtigd het project en de opdracht terug te geven aan het Drechtstedenbestuur, met vergoeding van gemaakte projectkosten. Het bestuur heeft veel waardering voor deze notitie, waarin de diverse opties voor verdere ontwikkeling van onze bestuurlijke organisatie overzichtelijk en neutraal zijn geordend. Portefeuillehouder Blase krijgt mandaat voor de laatste tekstuele aanpassingen. De Verkenning zal dan aan de Drechtraad worden gezonden, zodat deze betrokken kan worden in de discussie die wordt georganiseerd door de inmiddels binnen de Drechtraad geformeerde werkgroep. Waarschijnlijk zal dit onderwerp in de carrousel van oktober aan de orde komen. In de aanbiedingsbrief zal expliciet worden vermeld dat het de bedoeling is dat behalve op Drechtraad-niveau ook in de lokale raden over dit onderwerp wordt gediscussieerd. Het bestuur juicht toe dat de discussie op politiek niveau is opgepakt en zal in een volgende vergadering een eerste discussie voeren over de visie die zij daarin zelf zal gaan inbrengen vanuit haar eigen verantwoordelijkheid als dagelijks bestuur. In die discussie zal ook de opbrengst worden meegenomen van het gespreksrondje van portefeuillehouder Blase langs de zes lokale colleges. 1. Er wordt ingestemd met het voorstel een regionaal actieplan 20132016 voor te breiden en op deze manier positief in te spelen op de motie van de Drechtraad van 3 juli jl. 2. Er wordt ingestemd met het reserveren van een bedrag van maximaal € 32.000 uit de begroting 2012 ten behoeve van de uitwerking van dit actieplan, incl. de organisatie van een aantal platformbijeenkomsten. 3. Aandacht wordt gevraagd voor de financierbaarheid van eventuele vervolg-voorstellen. 1. Het DSB neemt kennis van de urgentie start van de ontwikkeling het Plaatje. 2. Vooruitlopend op de definitieve afhechting van Manden Maken voor het Plaatje, wordt de dekking van het uitbetalingsverzoek vastgesteld. 3. Het uitbetalingsverzoek van gemeente Sliedrecht wordt, zoals gebruikelijk, getoetst aan de verordening investeringsfonds GR Drechtsteden. 4. De gemeente Sliedrecht wordt gegarandeerd dat de GR Drechtsteden een bedrag van € 400.000 voor de ontwikkeling van het Plaatje beschikbaar zal stellen. 5. De gemeente Sliedrecht wordt gevraagd het benodigde werkbudget van € 350.000 voor te financieren. Besloten wordt de Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening Drechtsteden niet te actualiseren, zodat op 1 januari 2013 bij het bepalen van de instroomvolgorde voor plaatsing binnen de Sociale Werkvoorziening wordt teruggekeerd naar de wettelijke standaard van “first in, first out”. 1. Er wordt kennisgenomen ten aanzien van de stand van zaken ten aanzien van de investeringslijnen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid 2012, gekoppeld aan het investeringsprogramma Economische Agenda Zuidvleugel 2012 -2015. 2. Onderzocht zal worden in hoeverre het benodigde bedrag van € 200.000 in het Werkprogramma BDR 2013 kan worden gehonoreerd. 3. Er kan pas ingestemd worden met de voorgelegde projectvoorstellen
30-12-2012
Financiële afspraken uitname Noordoevers
20-12-2012
Project Het Plaatje toevoegen aan de groslijst Drechtsteden en de orderportefeuille ROM-D
20-12-2012
Organisatie uitvoering participatiewet Drechtsteden (Wet Werken naar Vermogen)
20-12-2012
Wijziging beleidsregels Terugvordering
20-12-2012
Wijziging beleidsregel Persoonlijk minimabudget (PMB) voor ouderen
nadat daarvoor ruimte is gevonden binnen het Werkprogramma 2013. 4. Er wordt ingestemd met de voortzetting van de bestuurlijke organisatie, met een inhoudelijke verbreding naar vertegenwoordiging vanuit bedrijfsleven en kennisinstellingen. 1. Het bestuur gaat akkoord met de uitnameprijs van € 1. 2. Er wordt kennisgenomen van de volmachtprocedure voor de volgende Algemene vergadering van Aandeelhouders ROM-D. 3. Via een Q&A-lijst zullen feiten en argumenten nog eens op een rijtje worden gezet, ook ten behoeve van de informatievoorziening voor de raadsleden. Bij de verdere afwikkeling moet maatwerk geboden worden en rekening worden gehouden met de uitspraken van de verschillende raden. Het Project Het Plaatje te Sliedrecht: 1. wordt toegevoegd aan de groslijst GR- Drechtsteden; 2. wordt toegevoegd aan de orderportefeuille ROM-D en bij deze ontwikkelingsmaatschappij in uitvoering gegeven. Afhankelijk van de uitkomst van de discussie over de positionering van de ROMD kan dit besluit op een later moment heroverwogen worden. 3. Het bestuur geeft mandaat aan de portefeuillehouder om (in overleg met de stuurgroep Het Plaatje) de eindredactie van het Drechtraadvoorstel vast te stellen. 1. Er wordt ingestemd met de integrale visie tot vormgeving van de organisatie van de keten werk en inkomen in de Drechtsteden zoals beschreven in het visiedocument. De reactie van de klankbordgroep wordt nog ingewonnen. 2. Er wordt ingestemd met de geschetste procedure om te komen tot een nieuwe organisatie van de keten werk en inkomen: in februari 2013 debat Drechtraad over het visiedocument, april 2013 over het voorstel uitvoeringsplan vanuit het DSB, in juni 2013 besluitvorming in de Drechtraad. 3. Aan de Drechtraad wordt het visiedocument doorgeleid. 4. De redactionele suggesties uit het pré-advies worden overgenomen. 1. De wijziging van de beleidsregels terugvordering wordt vastgesteld, te weten: a. het mogelijk maken om in het terugvorderingsbesluit direct een maatwerk betalingsvoorstel op te nemen; b. incassokosten alleen in rekening brengen bij invordering door incassobureau of deurwaarder; c. overbodig formele regels laten vervallen. 2. Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten wordt voortaan volledig als leenbijstand verstrekt in plaats van deels “om niet”. De wijziging van de beleidsregel PMB voor ouderen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 door het toevoegen van een nieuw artikel 5 a., wordt vastgesteld: “Indien sprake is van ongewijzigde omstandigheden en belanghebbende eerder PMB heeft ontvangen naar aanleiding van hiertoe ingediende aanvraag, kunnen de daarop volgende toekenningen ambtshalve plaatsvinden”.
115
Bijlage 5 Moties en amendementen Status
Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Afgehandeld
10-01-2012
Decentralisaties
Motie
Afgehandeld
10-01-2012
Strategische agenda
Motie
Open
10-01-2012
Taakstelling 2012 en verder
Motie
Open
10-01-2012
Taakstelling (extra kosten bestuur en concernstaf)
Amendement
Afgehandeld
10-01-2012
Drechtraad in positie
Motie
Open
06-03-2012
Raad van commissarissen ROM-D
Motie
Afgehandeld
03-04-2012
Netto-effectiviteit re-integratie
Motie
Afgehandeld
12-06-2012
Toelatingscriteria schuldhulpverlening
Amendement
Open
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – Gr’en
Amendement
116
Stand van zaken De motie decentralisaties van 10 januari 2012 om maximale beleidsvrijheid te bepleiten bij minister, staatssecretaris en Tweede Kamerleden, is in diverse landelijke gremia zoals VNG en G32 aan de orde gesteld en expliciet opgenomen in de brief op 24 september 2012 van het Drechtstedenbestuur aan de informateurs Kamp en Bos. In een open en interactief proces met Drechtraad is in voorbereiding de actualisatie van het rMJP, met daarin voor de resterende raadsperiode focus in ambitie en in het verlengde daarvan concretisering van activiteiten. Vaststelling van de actualisatie door de Drechtraad heeft op 15 januari 2013 plaatsgevonden. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012, zie de Raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). Komt in eerste helft 2013 terug op agenda. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012. Zie de Raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). Komt in eerste helft 2013 terug op agenda. Continue aandacht voor de oproep van de Drechtraad aan het DSB de Drechtraad tijdig en aan de voorkant van het besluitvormingsproces te betrekken en van informatie te voorzien. Per 1 januari 2013 zijn door de benoemingen van de heren M. van Twist en A. Boer van de drie vacatures er twee extern ingevuld. Doordat een kandidaat zich heeft teruggetrokken, is het niet mogelijk geweest in de derde vacature te voorzien. De werving om deze vacature in te vullen is inmiddels gestart. In de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 is de reactie (memo) op deze motie inzake het onderzoek van Regioplan naar nettoeffectiviteit re-integratie besproken en akkoord bevonden. Het amendement is in de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 aangenomen, waarmee de uitsluitingtermijn voor recidieven van 10 jaar is verlaagd naar 5 jaar; het regionale beleidsplan schuldhulpverlening is conform aangepast Op het moment van schrijven lopen de gesprekken met de GR'en over de offertes die het SCD heeft uitgebracht en weten we nog niet wat de uitkomst is. Na afronding van dit traject zullen we de
Status
Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Open
03-07-2012
Aan de slag met taal
Motie
Open
03-07-2012
Onderzoek versterking toerisme
Motie
Open
03-07-2012
De zomermotie
Motie
Afgehandeld
03-07-2012
Motie
Afgehandeld
12-12-2012
Drechtstedendinsdag 2013 Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden
Amendement
Stand van zaken uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. Dit heeft geresulteerd in een bestuursopdracht ‘Voorbereiding Actieplan Laaggeletterdheid’, behandeld in de Carrousel Sociaal van 02-10-12. In de hierin opgenomen planning is gemeld dat in april 2013 een beleidskader en actieplan voorgelegd wordt aan de Carrousel Drechtraad. Er wordt volop aan gewerkt, maar de genoemde planning wordt niet gehaald en schuift op naar Carrousel 11 juni 2013. De portefeuillehouder meldt dat het bestuur overleg gevoerd heeft met bestuur Alblasserwaard/Vijheerenlanden over de toeristisch recreatieve mogelijkheden. Er komt een vervolg. Inzet van middelen en menskracht voor deze plannen wordt meegenomen in de integrale afweging van het werkprogramma 2013. Vervolgens zal er een reactie op de motie richting DR gaan. Beantwoording van de zomermotie 2012 verloopt parallel aan het proces van 2e burap en actualisatie begroting. Zie de raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). In eerste helft van 2013 vindt een vervolg plaats. Verwerkt in 2e burap 2012 en begroting 2013. De verordening is door de Drechtraad op 4 december 2012 vastgesteld.
117