concept
Jaarstukken 2011
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Versie 21 mei 2012
2
Jaarstukken 2011 GR Drechtsteden Inhoudsopgave 1. Inleiding.............................................................................................................................................5 2. Programma’s………………………………………………………………………………………………...8 2.1 Bureau Drechtsteden………………………………………………………………………………...…8 2.2 Manden Maken…………………………………………..………………………………………….…26 2.3 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………………………27 2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden……………………………………………………………………..43 2.5 Servicecentrum Drechtsteden……………………………………………………………………….47 2.6 Onderzoekcentrum Drechtsteden…………………………………………………………………...52 2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden………………………………………………………………..55 2.8 Algemene dekkingsmiddelen………………………………………………………………………...58 3. Verplichte paragrafen……………………………………………………………………………………...60 3.1 Weerstandsvermogen………………………………………………………………………………...60 3.2 Bedrijfsvoering…………………….…………………………………………………………………...63 3.3 Onderhoud kapitaalgoederen………………………………………………………………………..76 3.4 Financiering……………………………………………………………………………………….……77 3.5 Verbonden partijen…………………………………………………………………………………….80 3.6 Rechtmatigheid………………………………………………………………………………….…….80 4. Jaarrekening………………………………………………………………………………………………...82 4.1 Resultaatbestemming…………………………………………………………………………………83 4.2 Programmarekening………………………………………………………………………….……….84 4.3 Balans………………………………………………………………………………………………..…86 4.4 Toelichtingen………………………………………………………………………………………..…88 5. Controleverklaring…………………………………………………………………………………………98 6. Vaststelling ……………………………………………………………………………………………….101 Bijlagen ………………………………………………………………………………………………………102 Bijlage 1 Stand van zaken fonds Manden Maken…………………………………………………….102 Bijlage 2 Overzicht investeringen 2011 ………………………………………………………………103 Bijlage 3 SISA-bijlagen…………………………………………………………………………………..104 Bijlage 4 Interne verrekeningen………………………………………………………………………...109 Bijlage 5 Lijst met genomen besluiten…………………………………………………….……………110
3
4
1. Inleiding Het jaar 2011: Zeilen tegen de wind in…maar wind zorgt voor energie en beweging! Inleiding op het jaarverslag Het jaar 2012 is in volle gang. Via het nieuws bereiken ons wisselende berichten over de economische positie van ons land en de discussies over verdergaande bezuinigingen binnen de overheid gaan onverminderd door. Hoe de besluitvorming over aanvullende taakstellingen en mogelijke nieuwe decentralisaties voor onze regio zich ook zullen ontwikkelen, één ding weten we zeker: de GRD-organisatie moet de ingezette ontwikkeling doorzetten. Een doorontwikkeling van een organisatie in de kinderschoenen met de welbekende kinderziektes, naar een volwassen, professionele, zakelijke organisatie waarin we beleid en dienstverlening voor onze eigenaren, inwoners en partners met minder middelen beter en slimmer uitvoeren. In dit document blikken we terug op de inspanningen en resultaten van 2011. Daarbij richten we ons in eerste instantie op de inhoud: de activiteiten die binnen de diverse beleidsvelden van het regionale meerjarenprogramma zijn uitgevoerd en de resultaten die hiermee zijn behaald. Daarna lichten wij u toe hoe de bedrijfsvoering van de GRD-organisatie verder op orde is gebracht, en hoe we daarmee de dienstverlening aan onze eigenaren verbeteren en de kosten en risico’s willen verminderen. Wij hebben het jaar 2011 ervaren als ‘zeilen tegen de wind in’. Met beperkte middelen is binnen de gehele organisatie gewerkt om toch vooruit te komen. Het mooie van wind is dat het ook een energiebron is. En die energie hebben wij zo goed als mogelijk ingezet binnen de GRD-organisatie om doelen dichterbij te brengen. Wij lichten graag de belangrijkste punten aan u toe. In dit jaarverslag lichten wij ook de belangrijkste (financiële) afwijkingen toe, evenals de te nemen besluiten ter vaststelling van dit document. Inzet op speerpunt Economie en Arbeidsmarkt Het afgelopen jaar is een nieuwe impuls gegeven, zowel bestuurlijk als ambtelijk, aan de economische agenda en het arbeidsmarktbeleid. Er is veel inzet gepleegd om de vitaliteit van de sector te stimuleren, op basis van de uitvoeringsagenda Economie en Arbeidsmarkt, zoals de Proeftuin Maritieme Innovatie. Door vroegtijdig en actief te participeren in diverse netwerken zijn we in staat geweest onze Drechtstedenagenda te verknopen aan de bovenregionale en landelijke agenda’s, zoals de Zuidvleugelagenda en het Topsectorenbeleid. De Drechtsteden hebben daarmee een betere positie verkregen om, samen met ondernemers, onderwijs en andere overheden verder te werken aan realisatie van ambities. Doelstelling op daling bijstandsuitkeringen is gehaald We hebben zeer ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor de daling van het aantal bijstandsuitkeringen. Deze doelstelling stond haaks op de landelijke ontwikkeling van stijgende werkloosheid. Wij zijn trots te kunnen melden dat de ambities waar zijn gemaakt. Begin 2011 ontvingen 5.093 mensen een bijstandsuitkering. Tot in maart 2011 liep dit aantal zelfs op tot ca. 5.200 klanten. Op 31 december 2011 waren dat er 4.674, terwijl ons doel een daling naar 4.700 was. Dit betekent een daling van ruim 8,2%. Een opmerkelijk resultaat omdat de landelijk gezien sprake was van een stijging van ruim 2,5%. In de benchmark grote gemeenten is onze regionale sociale dienst een van de weinige dalers en verreweg de grootste daler. Dat is, gezien de vele reacties, (inter)nationaal, niet onopgemerkt gebleven. De daling is te danken aan de inzet op instroombeperking, het inzetten van de nieuwe werkgeversbenadering met BaanBrekend Drechtsteden en de doorontwikkeling van de klantbenadering Partner in Zelfstandigheid. Het ongewijzigd doorzetten van het beleid van de afgelopen jaren, zou hebben geleid tot een tekort van de beschikbare gemeentelijke budgetten van ongeveer € 18,9 miljoen, oplopend tot € 25 miljoen structureel. Met het vaststellen van de begroting 2011 is bepaald de kosten in 2011 met ruim € 11,1 miljoen terug te brengen en voorbereidingen te treffen om oplopend € 25 miljoen structureel te bezuinigen. Zowel de opgaven voor 2011 als (bestuurlijk) besluitvorming voor de verdere benodigde maatregelen zijn gerealiseerd. Aandacht voor de woningmarkt en bereikbaarheid van onze regio Net als in andere delen van ons land, is de woningmarkt binnen onze regio zeer kwetsbaar. Een recordaantal woningen staat in de verkoop en staat langer te koop. Het aantal verkochte
5
nieuwbouwwoningen is fors gedaald. Projecten hoeven nog niet stilgelegd te worden, maar het geprogrammeerde aanbod aan appartementen kan mogelijk niet meer gedekt worden door de vraag. Voorlopig zal in ieder geval geen nieuwbouw aan het programma worden toegevoegd. In 2011 is de second opinion op de grondexploitatie Noordoevers uitgevoerd, en is besluitvorming voorbereid over de doorontwikkeling van het gebied en het gezamenlijk dragen van de risico’s. Daarnaast is er in 2011 verder gewerkt aan de goede bereikbaarheid van onze regio door het versterken van het openbaar vervoer (via het project HOV-D) én door de verbeteringen van de aansluitingen met de A15 en A16. Decentralisaties zorgen voor stevige beweging De gemeenten bereiden zich – in regionale samenwerking- voor op de drie door het rijk aangekondigde decentralisaties: alle jeugdzorgtaken, de uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen en de AWBZ-functie 'Begeleiding'. In regionaal verband vinden de voorbereidingen voor deze drie decentralisaties plaats, onder meer door kennisontwikkeling en gezamenlijke bestuursopdrachten. In het kader van de gedecentraliseerde WMO-taak ‘Hulp in de huishouding’, werd een tweejarig project De Kanteling voorbereid en gestart. Dit project introduceert een nieuw concept voor het compenseren van zorgbehoeften met als doel het ontwikkelen van eigen kracht van burgers. Invulling kaders voor duurzame regio, verbetering luchtkwaliteit en veiligheid In 2011 heeft de Drechtraad het Regionaal Milieubeleidsplan vastgesteld. Aan dit beleid is afgelopen jaar actief invulling gegeven, onder meer via het programma Natuur- en Milieueducatie, het programma Luchtkwaliteit, het Energieprogramma Drechtsteden en het programma Duurzaamheid en Externe veiligheid. Mooi concreet resultaat is het in werking treden van de walstroomkasten op de Drechtstedenoevers. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar een betere luchtkwaliteit in onze regio. Doorontwikkeling van het regionale netwerk In 2010 is het programma Netwerkdemocratie geformuleerd. In het kader daarvan heeft de Drechtraad in december 2011 de visie op de strategische communicatie vastgesteld. Deze visie richt zich op drie doelen: het op de kaart zetten van de Drechtsteden als stedelijk gebied, het leveren van een bijdrage aan de realisering van beleidsdoelen en het geven van invulling aan het profiel van de Drechtsteden. Verder is een evaluatie uitgevoerd van de Drechtstedendinsdag. Met de aanbevelingen uit dat rapport werken we in 2012 verder aan de doorontwikkeling van het concept als regionaal platform voor bestuurders, raadsleden en maatschappelijke partners. De in 2011 gestarte lokale verkenningen over de toekomst van de gemeenten en de regionale samenwerking leiden in 2012 middels gesprekken in de Drechtraad tot concretisering van plannen voor de toekomst van de bestuurlijke netwerkorganisatie. De GRD-organisatie: de basis op orde en publieke zakelijkheid ‘De bedrijfsvoering op orde’, dat is een veelgehoorde uitspraak binnen ons netwerk. De afgelopen tijd is veel inspanning gepleegd om de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de GRD-organisatie op een hoger niveau te brengen. Een niveau dat we hebben aangeduid als ‘de basis op orde’, gedefinieerd in het Programma Bedrijfsvoering dat het bestuur na de zomer heeft vastgesteld. 2011 stond vooral in het teken van financieel en organisatorisch in control raken. Zo heeft de Drechtraad een financiële strategie vastgesteld waarin de kaders voor de komende jaren zijn vastgelegd. Binnen de bedrijfsvoering van de dochters zijn keuzes gemaakt om dreigende tekorten weg te werken en om bezuinigingen te realiseren. Daarnaast is organisatorisch gekeken of de Drechtstedendochters nog goed waren ingericht om de gewenste doorontwikkeling te maken. Bij drie van de zes dochters is een formele reorganisatie gestart en neemt de basisformatie af. Bij alle dochters wordt de invulling van de taakstellingen gecombineerd met het implementeren van nieuwe processen, werken aan verbeterde dienstverlening en het waar mogelijk verminderen van de formatieomvang. Voor 2011 is de generieke GRD-taakstelling voor 91% gerealiseerd. In het topmanagement van de GRD hebben zich in 2011 enkele wisselingen van de wacht voorgedaan. Ook is het aantal externen fors teruggedrongen. Daarnaast zijn soms harde keuzes
6
gemaakt om ondanks dreigende tekorten toch binnen de begroting te blijven. Zo is dat bij het IPAprogramma gelukt door het ambitieniveau naar beneden bij te stellen. Publieke zakelijkheid is in 2011 geïntroduceerd. Voor het management van de GRD draait dit om het zo zakelijk en innovatief mogelijk te zijn in een publieke omgeving. Het gaat om grenzen verleggen, het tonen van eigenaarschap en ondernemerschap. Het draait om het tonen van lef en passie voor het werk in de publieke omgeving én om flexibiliteit en creativiteit in het zoeken naar mogelijkheden om méér met minder te doen. Publieke zakelijkheid is ook in 2012 één van de basisprincipes voor de verdere doorontwikkeling van de GRD-organisatie. Financiële uitkomst e
De jaarrekening van de GRD sluit 2011 met een negatief saldo van € 2.0 miljoen. Bij de 2 burap 2011 lag het geprognosticeerde tekort nog tussen de € 4,2 en € 5,2 miljoen. In het jaarverslag is per GRDdochter een toelichting en analyse op het resultaat opgenomen. Bureau Drechtsteden laat een positief resultaat zien als gevolg van lagere personele lasten en een lagere besteding van het werkprogramma wat grotendeels het gevolg is van het vervallen of vertragen van projecten. Het negatieve resultaat van de Sociale Dienst Drechtsteden is het gevolg van het negatieve resultaat op inkomensondersteuning, incidentele kosten uit voorgaande jaren op de WMO huishoudelijke hulp, een voordeel op de apparaatskosten door de ingevoerde e bezuinigingsmaatregelen en het moeten vormen van een voorziening voor frictiekosten. Bij de 2 burap 2011 lag het geprognosticeerde tekort op inkomensondersteuning tussen de € 4 en € 5 miljoen. Het tekort is door extra inspanningen niet boven de € 2 miljoen uitgekomen. Het Ingenieursbureau Drechtsteden sluit 2011 af met een negatief resultaat als gevolg van het deels niet kunnen realiseren van de taakstelling en onvoldoende matching tussen de vraag en aanbod in de huidige markt. Bij het IBD worden de huidige functies niet voor 100% benut, terwijl deze wel volledig in de loonkosten zijn opgenomen. Het Servicecentrum Drechtsteden heeft een klein positief resultaat gerealiseerd. Het saldo van het Onderzoekcentrum is conform de begroting het jaar sluitend geëindigd. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft een positief resultaat behaald. Dit is voornamelijk het gevolg van hogere inkomsten vanuit opgelegde dwangbevelen en aanmaningen. Het positief resultaat bij de algemene dekkingsmiddelen is ontstaan door de herwaardering van de Landsbanki voorziening, de toegewezen claim op de rente en lagere gemeenschappelijke kosten. (Bedragen x € 1.000) Programma Bureau Drechtsteden
Bedrag
Bestemmingsvoorstel 113
Toevoegen aan de exploitatiereserve
-1.999
Inkomensondersteuning, extra bijdrage van de gem eenten
-1.161
Saldo WMO huishoudelijke hulp onttrekken uit de WMO reserve
19
Toevoegen aan preserve minimabeleid
Sociale Dienst Drechtsteden 100
Deel saldo apparaatskosten toevoegen aan de innovatiereserve
613
Saldo apparaatskosten uitbetalen aan de gemeenten
-1.000
Voorziening frictiekosten onttrekken aan de algemene reserve
-129
Onttrekken aan de exploitatiereserve IBD
-64
Extra bijdrage van de gemeente Dordrecht
Ingenieursbureau Drechtsteden Service Centrum Drechtsteden
2
Toevoegen aan de exploitatiereserve
24
Toevoegen aan de exploitatiereserve
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Algem ene dekkingsmiddelen
146
Uitbetalen aan de gemeenten
153
2 orde effect OCD uitbetalen aan gemeenten
-101 1.271
Totaal bestemmingsvoorstellen
e
Onttrekken aan de algemene reserve GRD Toevoegen aan reserve Noordoevers
-2.013
7
2 Programma’s
2.1 Bureau Drechtsteden
Bureau Drechtsteden legt zich van oudsher toe op het adviseren, faciliteren en ondersteunen van het bestuurlijke en ambtelijke netwerk van de Drechtsteden. De ondersteuning varieert van strategisch advies, (regie op) beleidsontwikkeling en –uitvoering, tot logistieke ondersteuning. Daarnaast is er binnen het bureau een concernstaf die zich richt op de bedrijfsvoering van het concern GRD. De verschillende beleidsvelden van Bureau Drechtsteden worden in deze paragraaf als deelprogramma toegelicht. In 2011 is binnen de kaders van het rMJP vooral aandacht besteed aan de economische agenda in relatie tot het arbeidsmarktbeleid. Vanuit de noodzaak voor een goed vestigingsklimaat hierbij is tevens veel aandacht uitgegaan naar bereikbaarheid en wonen, naast meer randvoorwaardelijke aspecten als de landelijke Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de Provinciale Structuurvisie. Ook het sociaal domein, waarin in 2011 duidelijk is geworden dat sprake zal zijn van drie grote decentralisaties en transitiedossiers (Wet Werken naar Vermogen, Begeleiding AWBZ en Jeugd) is in 2011 stevig in beweging geweest. In het afgelopen jaar is ook ingezet op betere sturingsrelaties, zowel op het concern Drechtsteden als op de inhoud. De nieuwe sturingsfilosofie is in 2011 uitgangspunt geweest bij de herpositionering van het Bureau Drechtsteden en heeft geleid tot andere rolopvatting. Conclusies Het afgelopen jaar heeft Bureau Drechtsteden wederom veel aandacht besteed aan het op orde krijgen en houden van de financiën. De eerder ingezette lijn van afbouwen externe inhuur van buiten de Drechtsteden en het beter sturen op personele invulling van het Bureau is vervolgd. De invulling van de taakstelling in het kader van de brede doorlichting is voor 2011 bereikt. Wel blijven er voor de toekomst zorgen in het kader van het wegvallen van de incidentele bijdragen vanuit BLS-middelen en BWS-reserves voor de komende jaren. De in 2011 bijna tot afronding gekomen herpositionering biedt hiervoor mede mogelijkheden. Programma economie Wat hebben wij bereikt? Versterken maritiem cluster De Drechtsteden hebben van oudsher een sterke positie in de maritieme sector. In 2011 is extra inzet gepleegd om de vitaliteit van deze sector te stimuleren. In samenwerking en in samenhang met het nieuwe economisch beleid van Rijk (Topsectorenbeleid) en Zuidvleugel (Economische Agenda Zuidvleugel) is een regionaal uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden tot stand gebracht. Het programma beschrijft de inspanningen die we moeten plegen om, met het maritiem cluster, optimaal in te spelen op de economische agenda’s van het Rijk en Zuidvleugel. De 7 investeringsprojecten die in het regionale programma zijn benoemd, worden in 2012 uitgewerkt in samenwerking met ondernemers, onderwijs en andere overheden. De Uitvoeringsagenda vormt een plus op de activiteiten die in het rMJP zijn benoemd om het maritiem cluster te versterken. Een van die rMJP-activiteiten is de Proeftuin Maritiem Innovatie (PMI) waarvan de Drechtsteden co-financier zijn. Na een wat moeizame start is de proeftuin nu op koers. Vanwege de vertraagde start is dit jaar bij mede-subsidiegever EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) verlenging van de looptijd van het project aangevraagd voor de periode van 1 jaar. Dit is toegekend. Dit heeft geen effect op de totale financiële bijdrage van de Drechtsteden. Wel wordt deze bijdrage nu uitgesmeerd over 4 in plaats van 3 jaar. Aan de promotie/acquisitie van het maritiemcluster is in 2011 met beperkt budget gewerkt. Vanuit dat budget is in de tweede helft van het jaar (bij ROM-D) een strategisch adviseur acquisitie aangesteld
8
die de regionale samenwerking op het dit gebied moet stimuleren en coördineren. Dit heeft o.a. geresulteerd in het opstellen van een regionaal ‘bidbook’, voor een toonaangevend bedrijf uit de regio dat op zoek is naar een nieuwe kantoorlocatie. Stimuleren vrijetijdseconomie Om de economische structuur en werkgelegenheid in de regio te versterken zetten we ook in op het stimuleren van de vrijetijdseconomie. In dat kader hebben we ons in 2011 enerzijds gericht op het afronden van de activiteiten van het programma Hollands Glorie en anderzijds op aanscherpen en herijken van ons activiteitenpallet. De VVV is opdracht gegeven het aanbod van regionale voorzieningen en bezienswaardigheden te promoten. Daarbij is de focus gelegd op onze iconen (Werelderfgoed Kinderdijk, Binnenstad Dordrecht en Hollandse Biesbosch) en is aangesloten bij het Molenjaar 2011. Het gegeven dat de VVV ook andere financieringsbronnen heeft weten aan te trekken voor de promotie-activiteiten vergroot de effectiviteit van ons budget. Vanuit Hollands Glorie is de afgelopen jaren onder andere ingezet op het realiseren en verbeteren van de verbindingen over water. In dat kader zijn diverse projecten het afgelopen jaar afgerond en de hiervoor ontvangen subsidies verantwoord. Ook was een onderzoek beoogd naar vervoerssystemen over water, als aanvulling op de Waterbus. Dit onderzoek is door de noodzakelijke bezuiniging op het werkprogramma niet uitgevoerd, mede omdat naar verwachting nu geen bereidheid bij gemeenten bestaat structureel extra exploitatiemiddelen hiervoor vrij te maken. Om meer werkgelegenheid te creëren is ingezet op het stimuleren van ondernemerschap en het stimuleren van arrangementen. Daartoe is aangesloten op het landelijk project “Dijk van een Delta” en is in samenwerking met de provincie opdracht gegeven voor het regionale project “Nieuwe markten”. De eerste fase van nieuwe markten is in 2011 afgerond en heeft geresulteerd in een tussenrappotage. Op basis van deze rapportage wordt in 2012 besloten over een mogelijk vervolgtraject. Ruimte om te ondernemen De bedrijfsterreinen in de regio zijn van groot belang voor de economie en werkgelegenheid. Voortvloeiend uit de regionale bedrijfsterreinenstrategie is in 2011 een Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen opgesteld. Dit programma wordt in 2012 in besluitvorming gebracht. Daarnaast is via het DelTriplatform een start gemaakt met het opstellen van een e bedrijfsterreinenstrategie in het gebied van de logistieke Delta: van 2 Maasvlakte tot en met WestBrabant. Doel hiervan is een scherpere keuze in de positionering van bedrijfsterreinen in dit gebied. Deze strategie zal in 2012 worden afgerond. De kantorenmarkt is de afgelopen jaren verslechterd. Dit uit zich een toenemende leegstand van bestaande kantoorpanden en afnemende vraag naar nieuwe locaties. Gelet op deze ontwikkelingen is in 2011 het regionale planaanbod van nieuwe kantoren geactualiseerd. Daarnaast is een startnotitie vastgesteld voor de actualisatie van de regionale kantorenstrategie. Binnen de begroting is geen ruimte gevonden om hiermee al in 2011 daadwerkelijk een start te maken. Ook de markt van winkelvastgoed is in beweging, o.a. door veranderend consumentengedrag en teruglopende bestedingen. Mede gezien deze ontwikkelingen was in 2011 een actualisatie gepland van het regionale detailhandelsbeleid. Omdat nog bezuinigd moest worden binnen het werkprogramma, is deze actualisatie uitgesteld. In 2012 zal een voorstel gedaan worden om deze actualisatie alsnog te doen. ROM-D Voor het realiseren van het Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen is de ROM-D een belangrijke speler. Door de effecten van de crisis op de bankensector en de woningmarkt is de ROM-D echter in financieel zwaar weer geraakt. Om de financiële levensvatbaarheid van het bedrijf te versterken hebben de gemeenten medio dit jaar besloten onder voorwaarden een pro-rato garantie te verstrekken van totaal € 8,5 miljoen. Ter bepaling van een finaal standpunt over de garantie is in de tweede helft van het jaar een second opinion uitgevoerd over de grondexploitatie van het project Noordoevers. Na nadere overweging over de mogelijkheden voor de Noordoevers en afweging van consequenties heeft het Drechtstedenbestuur in december een principebesluit genomen tot een gefaseerde doorontwikkeling van het project. Voorstel is de financiële consequenties daarvan onder alle Drechtstedengemeenten te verdelen, op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het project en het principe van solidariteit. De second opinion was niet voorzien in het werkprogramma 2011 maar is gefinancierd door ROM-D en respectievelijk de gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-IdoAmbacht en Dordrecht.
9
Kritische succesfactor Economische structuur
Prestatie-indicator Totale bedrijvigheid (aantal vestigingen met minimaal 1 werkzame persoon die ≥12 uur per week werkt)
0-waarde
Realisatie 2011
9.995 (1.1.2009)
Bedrijvigheid in maritieme cluster Aantal startende ondernemers Werkgelegenheid
Totale werkgelegenheid (aantal werkzam e personen ≥ 12 uur per week)
820 (1.1.2010) 1.432 (2009)
1.746 (2011)
102.988 (1.1.2009)
103.148 (1.1.2011)
Werkgelegenheid maritiem cluster Drechtsteden Kwaliteit van het werkklimaat
Oordeel van ondernemers (0=2008)
Uitgifte bedrijventerreinen
Uitgifte t.o.v. aanbod nieuw areaal
Bedrijfs- en kantoorruimte
Ratio’s (t.o.v. landelijk)* Kantorenmarkt
bedrijfsruimtenmarkt
Leegstand winkelruimte
7.500 (1.1.2010) 6,6 (2008)
6,8 (2010)
7,9% (2009)
8,2% (2010)
22% (19%)
12% (16%)
(2008)
(2011)
23% (26%)
12% (28%)
(2008)
(2011)
Leegstand winkelruimte - aantal verkoopruimten
148
208
27.717 (2009)
30.614 (2011)
Binnenstad Dordrecht
711.000 (2008)
835.000 (2010)
Werelderfgoed Kinderdijk
300.000 (2008)
400.000 (2011)
Hollandse Biesbosch
800.000 (2008)
Niet beschikbaar (2011)
- aantal m2 vvo Bezoek aan toeristische iconen
11.763 (1.1.2011)
* De kantorenratio is de verhouding tussen het aanbod van kantoren en de opname daarvan door de markt in een bepaalde periode. Vuistregel is dat de markt gezond is als deze ratio meer dan 50% bedraagt. Dit betekent dat meer dan de helft van het aanbod in de betreffende periode is opgenomen door de markt. De cijfer over 2011 maken duidelijk dat landelijk het aanbod vele malen groter was dan de opname met ratio's ver onder de 50%. De situatie binnen de Drechtsteden was in 2011 nog iets ongunstiger dan het landelijke beeld.
10
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Proeftuin Maritieme Innovatie
Initiëren en uitvoeren van collectieve innovatieprojecten bij bedrijven, zoveel mogelijk met studenten van MBO en HBO.
Na een voorzichtige start is de proeftuin nu beter bij onderwijsinstellingen en bedrijfsleven aangetakt. Dit resulteert in een oplopend aantal projecten. De looptijd van het project is met een jaar verlengd.
Relatiebeheer en promotie maritiem cluster
Promoten van de regio door als maritiem topregio en versterken contacten met het bedrijfsleven in deze sector
De ROM-D heeft vanuit een van de gemeenten een strategisch adviseur acquisitie aangesteld, die nader uitwerking geeft aan deze activiteit zoals het uitbrengen van regionale bidbooks aan bedrijven en het organiseren van gemeentelijk accountmanagementoverleg.
Uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen
Opstellen en vaststellen van een regionaal uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen.
In de eerste helft van 2011 is een eerste concept programma opgesteld. Dit wordt in het derde kwartaal door elke gemeente besproken met het lokale bedrijfsleven. Vervolgens wordt het programma definitief gemaakt en begin 2012 vastgesteld.
Detailhandelsbeleid
Actualiseren van de regionale structuurvisie detailhandel en horeca Drechtsteden
Deze activiteit is in verband met de bezuinigingen niet uitgevoerd.
Promotie vrijetijdseconomie
Uitvoeren van een pakket aan samenhangende promotieactiviteiten op het gebied van vrijetijdseconomie
De VVV Zuid-Holland Zuid heeft in opdracht van de Drechtsteden een pakket aan promotieactiviteiten uitgevoerd en hiervoor co-financiering van derden aangetrokken. Daarnaast is financieel bijgedragen aan de uitbreiding van de beeldenboulevard in Papendrecht en het project Molenjaar.
Stimuleren ondernemerschap vrijetijdseconomie
Stimuleren van ondernemersinitiatieven en arrangementen op het gebied van vrijetijdseconomie.
Deelgenomen is aan het bovenregionale traject ‘Dijk van een delta’. Daarnaast is in samenwerking met de provincie de 1e fase van het project ‘Nieuwe markten’ afgerond
Stimuleren personenvervoer over water tussen de toeristisch/recreatieve kwaliteiten van de regio
Een verkenning uitvoering naar een model voor aanvullend vervoer over water
Deze activiteit is in verband met de bezuinigingen niet uitgevoerd.
Netwerkvorming en strategisch samenwerken
Actievere inzet in bestaande en nieuwe netwerken
Het DelTri platform heeft in 2011 steeds meer vorm en inhoud gekregen. Er zijn een tweetal breed samengestelde Bestuurlijk Platformbijeenkom sten georganiseerd en afspraken gemaakt over de verdere samenwerking op economie (m.n. bedrijventerreinen), infrastructuur / bereikbaarheid, arbeidsmarkt en de zogeheten ‘dubbele doelstelling’ (samenhang met natuur en landschap. Het nieuwe Vlaams-NederlandsOverleg is het vervolg van de voormalige Rijn Schelde-Delta en bestaat uit de betrokken zes provincies (Nederland: Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland). Dit overleg heeft eveneens de economische ontwikkeling van de delta op de agenda, maar omvat een groter, internationaal gebied. Drechtsteden heeft een bijdrage geleverd aan de nieuwe opzet.
11
Programma fysiek, deelprogramma bereikbaarheid Wat hebben wij bereikt? In 2011 is verder gewerkt aan een goede bereikbaarheid van de regio. De voorbereiding van de aansluitingen A15 en A16 op het hoofdwegennet en het versterken van het openbaar vervoer stonden daarin centraal. Het project A16-mijlweg, betreft het aanpassen van de op en afritten met de A16 en het verbreden van de Mijlweg. Met deze maatregel wikkelt het verkeer beter af van de A16 op het onderliggende wegennet. De A16 - N3 is een van de grootste knelpunten in de Drechtsteden. Op dit moment wordt nog gestudeerd op het ontwerp. De regio Drechtsteden is er van overtuigd dat de realisatie van een goed uitgewerkt ontwerp bijdraagt aan een aanzienlijke reductie van de dagelijkse fileproblematiek. Het ontwerp voor de A15 – N3 is gereed. Daarnaast is de uitvoering van de projecten uit de tweede fase Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden verder voorbereid en (deels) in uitvoering gekomen. Op 6 oktober 2011 heeft het DSB ingestemd met het concept regionaal mobiliteitsplan 2011-2016 en deze vrijgegeven voor inspraak. Dit plan geeft een samenhangend beeld van de belangrijkste regionale knelpunten en oplossingsrichtingen van personen- en goederenvervoer. Uit dit nieuwe plan vloeien voor de komende jaren een nieuw uitvoeringsprogramma voort. Zorgen zijn er wel over de aanhaking op de nationale netten (weg en spoor) en de kwaliteit daarvan. Zo is in 2011 intensief gelobbyd voor het alsnog door het Rijk laten uitvoeren van een studie naar oplossingsrichtingen voor verbetering van de doorstroming op de A15. Helaas heeft de Minister, ondanks oproepen daarvoor vanuit de Tweede Kamer, besloten deze studie niet uit te laten voeren in verband met het ontbreken van uitvoeringsgeld. Daarnaast is eind 2011 duidelijk geworden dat de regio de dupe dreigt te worden van het oplossen van de financiële tekorten binnen de HSA-concessie (High Speed Alliance). De minister wil gewone intercities toestaan op het HSL-spoor en hierdoor dreigt Dordrecht en dus ook de regio Drechtsteden de intercityverbinding met de Brabantse Stedenrij te verliezen. Hoewel dit besluit al jaren werd verwacht, is de periode waarbinnen dit effect gaat hebben (vanaf 2015) wel een vervelende verrassing. De reeds jaren lopende lobby op dit traject is dan ook eind 2011 verstevigd. Hoe hebben we gemeten? Kritische succesfactor Idem
Idem
Prestatie-indicator
Realisatie 2011
oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto en per openbaar vervoer
auto: 7,4
oordeel inwoners over het openbaar vervoer
64 % van de bevolking (zeer) tevreden over het openbaar vervoer
openbaar vervoer: 6,3 (2008)
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Aanpassen aansluitingen A16/N3, A16/mijlweg en A15/N3
Voorbereiden uitvoering
Voorbereiding uitvoering loopt naar verwachting door tot begin/medio 2012
HOV-D tweede fase
Start projecten tweede fase uiterlijk eind 2011; ook in 2012 toetst op uitvoering
Uitvoering projecten in voorbereiding
Verkeersveiligheid
Uitvoeren MJP 2011 - 2013
MJP in uitvoering
Mobiliteitsmanagem ent
Afronden traject tot 1 juli 2011. Voortzetting na 1 juli 2011 van het traject mobiliteitsmanagement, zakelijk, slim, mobiel
Afronding eerste fase en verzoek tot verlenging tot 1 januari 2013 wordt voorbereid.
12
Product/activiteit/project Herziening
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Herzien mobiliteitsplan + concept uitvoeringsprogramma
6 oktober voorlopige instemming DSB en vrijgegeven voor inspraak
Doorstroming A15 Papendrecht – Gorinchem
Erkenning door minister I&M van problematiek en inzet middelen ter oplossing.
Er is stevige lobby gevoerd via diverse kanalen. Helaas heeft de minister van I&M besluit genomen geen vervolgstudie te doen naar oplossingsm ogelijkheden vanwege het ontbreken van financiële middelen voor deze oplossing. Een via Drechtsteden geïnitieerde motie in de Tweede Kamer om dit wel te gaan doen behaalde onvoldoende steun.
PHS / StedenbaanPlus
Actievere inzet in bestaande en nieuwe netwerken
Programma Hoogfrequent Spoor:
Mobiliteitsplan
Doel van dit Programma is om middels infrastructuur aanpassingen op verschillende corridors meer personenvervoer te realiseren. In 2011 speelde de uitvoering van de PHS maatregelen op de corridor Den Haag-Eindhoven, in combinatie met mogelijke wijzigingen in de dienstregeling per 2020. Inmiddels is duidelijk geworden dat de NS concessie per 2015 wordt opengebroken en dat de hogesnelheidslijn onderdeel uit gaat maken van deze concessie. Dit heeft, voor station Dordrecht en dus voor Drechtsteden negatieve gevolgen voor de dienstregeling naar het zuiden (Breda). Hier zullen als het aan de NS ligt de intercity’s gaan verdwijnen. Met de provincies Noord Brabant en Zuid Holland, de StedenbaanPlus organisatie en de steden Breda en Dordrecht is in 2011 een aanzet gegeven om een dienstregelingmodel te ontwerpen dat de spoorbediening tussen Dordrecht en Breda op peil houdt. (Bestuurlijke) afronding zal plaatsvinden in het 1e kwartaal van 2012, waarna actie in de richting van zowel I&M als de 2e kamer moet volgen. Binnen StedenbaanPlus is daarnaast met name aandacht besteed aan de (on)mogelijkheden van ruimtelijke ontwikkeling in de Drechtsteden als gevolg van de externe veiligheidsproblematiek. Daarnaast is gewerkt aan het verbeteren van de gehele vervoersketen (P&R, fietsenstallingen e.d.).
Programma fysiek, deelprogramma wonen Wat hebben wij bereikt? Het jaar 2011 heeft onverminderd in het teken gestaan van de economische crisis. De effecten hiervan op de woningmarkt kunnen voor de Drechtsteden dramatisch worden genoemd. Een recordaantal koopwoningen staat in de verkoop terwijl deze woningen ook gemiddeld steeds langer te koop staan. Na een korte opleving in 2010 moet worden geconstateerd, dat het aantal maandelijks verkochte nieuwbouwwoningen fors is ingezakt; van gemiddeld 76 woningen per maand in 2007, naar ruim 30 woningen gemiddeld per maand in 2011. In totaal werden binnen de DS 360 nieuwe woningen verkocht. Dit leidt tot grote financiële problemen bij ontwikkelaars, corporaties en gemeenten. Tegelijk nemen de kansen voor de middengroepen af als gevolg van de EU-regelgeving. Ook dit draagt bij aan de financiële problemen van de corporaties, hun externe financieringsmogelijkheden nemen af. Daardoor nemen hun mogelijkheden om te investeren in woningen en in andere voorzieningen af. Voor de Drechtsteden komt daar een matig imago bij. De kwaliteiten die we wel hebben komen onvoldoende over het voetlicht.
13
Met de betrokken partijen is op meerdere momenten van gedachten gewisseld over deze problematiek. In algemene zin is geconcludeerd dat het ondanks de sterk verminderde verkopen, (nog) niet noodzakelijk is projecten stil te leggen. Wel is geconcludeerd dat er een probleem kan ontstaan bij de appartementen, doordat het nu geprogrammeerde aanbod niet wordt gedekt door de vraag. Afgesproken is om in ieder geval geen nieuwe woningbouwprojecten toe te voegen. Het overleg met de marktpartijen zal meerdere malen per jaar plaatsvinden, om de vinger aan de pols te houden. Hoe hebben we gemeten? Kritische succesfactor Kwaliteit en kwantiteit woningbouwproductie
Prestatie-indicator
Realisatie 2010
Normering
Gemiddelde WOZ waarde van woningen
Realisatie 2011 € 199.000 per 1.1.2011
Oordeel inwoners over hun woonomgeving
7,3
7,0
Er is een jaarlijkse woonmonitor en tweejaarlijks het verhuisonderzoek. Deze maken onderdeel uit van de jaarrapportage Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Regionaal programmeren
Verbeteren beleid en afstemming op stagnerende woningmarkt
De resultaten van het onderzoek naar de stand van zaken rond het wonen zijn opgenomen in de rapportage “wonen in de Drechtsteden 2011”.
Platform DS bouwt
Delen ontwikkelingen woningmarkt
Congres najaar heeft op 29 september 2011 plaatsgevonden
Jaarplan wonen in de Drechtsteden 2011
Beter inzicht in functioneren van en daardoor afstemming op woningmarkt
De rapportage “wonen in de Drechtsteden” is op 23 juni 2011door het DSB vastgesteld
Woonpromotie
Drechtsteden via woondag (jaarlijks) op de kaart zetten
De woondag heeft op 8 oktober in afgeslankte vorm plaatsgevonden
Prestatie Afspraken Lange Termijn (PALT)
Bevorderen samenwerking gemeentencorporaties d.m.v. gerichte prestatieafspraken
Op 13 december 2010 zijn de nieuwe Afspraken Lange Termijn officieel ondertekend In 2011 is hierover nog een raadsinformatiebrief verzonden aan de Drechtraad, met nieuwe informatie naar aanleiding van gewijzigde regelgeving.
Coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3)
Vastleggen prestatieafspraken rijkssubsidie voor stedelijke vernieuwing
Midterm review in 2012
Platform kwaliteitsbeleid
Verbeteren kwaliteit nieuwbouw
Afwikkeling besluitvorming “GPR” afgerond; opgenomen op website Drechtsteden
Woonruimteverdeling (incl. klachtencie. en voorrangscie.)
Beleid volgen, beoordelen en zonodig regionaal bijstellen
Continue proces
Programma fysiek, deelprogramma Ruimtelijke ordening Wat hebben wij bereikt? Voor het beleidsveld Ruimtelijke Ontwikkeling stond 2011 met name in het licht van de Uitwerking van de Realisatiestrategie Ruimte geven. Het meest belangrijke project daarin was het Regiopark Merwedezone, zijnde een onderdeel van de As Rivier en Land, met daarin het Recreatief Steunpunt
14
Sliedrecht. Daarnaast is vanuit dit beleidsveld door middel van actieve participatie veel kracht gezet e om het beleid van de regio Drechtsteden op een goede manier terug te zien in de 2 Herziening van de Provinciale Structuurvisie, de Rijks Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en in de MIRT Verkenning Antwerpen - Rotterdam. Tevens is ingesproken op de door het Havenbedrijf Rotterdam opgestelde concept Havenvisie 2030, omdat daarin de te verwachten ontwikkelingen zijn beschreven met betrekking tot de Mainport Rotterdam. Dit heeft geleid tot het opnemen in de definitieve versie van alle door Drechtsteden ingebrachte punten. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Bereikt resultaat
Uitwerking Realisatiestrategie Ruimte geven: Regiopark Merwedezone.
Via deelname in de stuurgroep (en projectgroep) en (laten) opstellen van een Ruimtelijke visie de realisering dichterbij brengen door middel van onderm eer opname in de 2e herziening Provinciale Structuurvisie.
Het Regiopark Merwedezone (incl. Recreatief Steunpunt Sliedrecht) is door de provincie vastgesteld. Het Regiopark Merwedezone is in de (concept) 2e herziening Provinciale Structuurvisie opgenomen. De herziening staat gepland om te worden vastgesteld door Provinciale Staten op 29 februari 2012. De Transformatie Merwedezone (en het Regiopark Merwedezone) zijn hierdoor in de uitvoeringsfase gekom en.
Evaluatie Drechtoeverproject.
De uitwerking van de As Rivier en De Evaluatie Drechtoeverproject is vastgesteld in het Land en de Realisatie-strategie ruimte Drechtstedenbestuur van 13 april 2011. In het kader geven. daarvan is tevens de Vouwkaart Drechtoevers uitgebracht. De eindrapportage zal een digitale verbeelding via internet toegankelijk zijn.
Participatie in de 2e herziening van de Provinciale Structuurvisie.
De belangen van de Drechtsteden veiligstellen.
21 juni 2011 heeft een Bestuurlijke Tafel RO plaatsgevonden met Gedeputeerde mw. Spies. Hierbij zijn onderwerpen RO; EZ en Deltapoort besproken. Op 15 december 2011 heeft de tweede Bestuurlijke Tafel RO plaatsgevonden. De nadruk van de bespreking lag met name op samenwerking van de provincie met alle regio’s groot en klein, alsmede op het onderwerp Windenergie. Ook de wenselijkheid van een nieuwe bijgestelde Regionale Structuurvisie Drechtsteden werd daarbij kenbaar gemaakt. Dit mede in het licht van de uitvoering van de Procesconvenant Ruimtelijke Ordening Zuid-Holland. De vaststelling van de 2e herziening van de Provinciale Structuurvisie staat gepland voor 29 februari 2012. De provincie heeft aangekondigd te willen komen tot één jaarlijkse herziening van de Provinciale Structuurvisie, waarbij het uitdrukkelijk de bedoeling is dat de Regionale Structuurvisie Drechtsteden, daar waar noodzakelijk, vervolgens ook jaarlijks wordt aangepast. Dit is belangrijk in verband met het veiligstellen van de vrijheid van de gemeentelijke speelruimte op het gebied van ruimtelijke ordening. De Regionale Structuurvisie Drechtsteden dient hierbij voor de provincie als toetsingskader.
Procesconvenant Ruimtelijke Ordening Zuid-Holland.
Het stroomlijnen van ruimtelijke procedures.
Het Procesconvenant Ruimtelijke Ordening ZuidHolland is door alle partijen getekend op 8 april 2011 en wordt nu als zodanig gehanteerd.
Rijks Structuur Visie Infrastructuur en Ruimte
Belangen Drechtsteden borgen
Het kabinet heeft in 2011 een nieuwe visie op het ruimtelijk, mobiliteits- en infra-structuurbeleid voorbereid: de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Als Drechtsteden hebben we daarop een zienswijze ingebracht evenals op de nieuwe AMVB-Ruimte die tegelijkertijd is voorbereid en per 1 januari 2012 is ingevoerd. Elementen van de zienswijze betroffen: het ontbreken van Robel/bypass bij Dordrecht, de positie van de
15
Drechtsteden in de ontwikkeling van MainportRotterdam/Logistieke Delta, de relatie met ruimtelijke kwaliteit, rijksbetrokkenheid bij de realisatie van de Externe Veiligheidsnormen bij goederenvervoer per spoor en de brede vrijwaringszones aan beide zijden van de bestaande infrastructuur: A-16, A-15 en vaarwegen. In de Nota van Antwoord van het Kabinet is ten aanzien van het dit laatste tegemoet gekom en met de toezegging dat hierover nader overleg volgt. Verder is mede n.a.v. vergelijkbare zienswijzen van andere partijen de ontwikkeling van een Kernnetwerk Logistiek toegezegd. Havenvisie / Port Compass 2030
Belangen Drechtsteden borgen
Het afgelopen jaar is door het Havenbedrijf Rotterdam een lange termijnvisie opgesteld: Port Compass 2030. Ook hier is vanuit de Drechtsteden een zienswijze op ingediend. Op alle aspecten zijn deze overgenomen in de definitieve versie die eind december door de gemeenteraad van Rotterdam is vastgesteld. Van belang is vooral, dat het Havenbedrijf het pleidooi voor een bypass voor het goederenvervoer per spoor bij Dordrecht als onderdeel van Robel heeft overgenom en.
MIRT-verkenning AntwerpenRotterdam visie Dynamische Delta 2020-2040
Belangen Drechtsteden borgen
De in het kader van deze verkenning opgestelde visie op dit gebied (incl. Zeeland) is voorjaar 2011 door alle betrokken regionale, provinciale en Rijkspartners vastgesteld. Het betreft de ontwikkeling van een logistieke delta (havens, bedrijventerreinen en verbindingen) binnen het groen-blauwe raamwerk. Voor Drechtsteden is vooral van belang de ‘Erkenning van de Klem op Stedelijke Ontwikkeling’ a.g.v. het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor dwars door Dordrecht/Zwijndrecht. De uitwerking van deze visie vind plaats via gremia als: Deltri, Vlaams-Nederlands Overleg en gebiedsagenda’s.
Deltapoort
Goede ruimtelijke en economische ontwikkeling van het gebied tussen Rotterdam-Zuid-Oost en de noordzijde van de Drechtsteden
In 2011 is een gebiedsvisie voorbereid voor dit gebied die in 2012 ter bestuurlijke vaststelling aan alle partners wordt voorgelegd. Tegelijkertijd zijn er een aantal zogeheten QuickWins in uitvoering
Programma fysiek, deelprogramma Groen, Water, Milieu Wat hebben wij bereikt? Voor de beleidsvelden Groen, Water en Milieu heeft 2011 met name in het teken gestaan van de verdere uitwerking van het Uitvoeringsprogramma GroenBlauw Netwerk, de vaststelling van een Wateragenda Drechtsteden, waarbij waterveiligheid als centraal element geldt. Daartoe is actief deelgenomen aan het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. In 2011 is tevens ten behoeve van een samenhangend regionaal milieubeleid een Regionaal Milieubeleidsplan opgesteld dat door de Drechtraad op 21 juni 2011 is vastgesteld. Daarna is het stuk ter bekrachtiging doorgeleid naar de afzonderlijke gemeenteraden. Aan het Milieubeleid is in 2011 actief invulling gegeven via onder meer het (onderwijs-) programma Natuur- en Milieueducatie (NME), het programma Luchtkwaliteit 2006-2015 en het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013, het programma Duurzaamheid en Externe Veiligheid. Tevens zijn in 2011 de walstroomkasten in werking gegaan. Hoewel er nog wel een aantal technische problemen zijn op te lossen, kan gesteld worden dat hiermee een belangrijke stap is gezet in het bereiken van een betere luchtkwaliteit in de regio. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project Uitvoeringsprogramma GroenBlauw Netwerk.
Beoogd resultaat Bestuurlijke ondersteuning en afstemming; opstellen van een Groenprogramma 2011-2015.
Bereikt resultaat In 2011 is het Regionaal Groen Programma 20122016 vastgesteld. Dit is een belangrijk document omdat hierm ee een onderlegger bestaat voor de regionale inbreng in de nieuwe provinciale
16
groenagenda. Via deze groenagenda zal de provincie Zuid-Holland haar investeringen inzetten. Dit is van belang omdat door decentralisatie van groen- en natuurbeleid vanuit het Rijk naar de provincies de provincie de belangrijkste bepaler en financier zal zijn van dit type opgaven. Wateragenda Drechtsteden 2010-2014.
Het vergroten van de waterveiligheid, het veiligstellen van de economische concurrentiepositie en zoetwatervoorziening.
Het uitvoeringsprogramma heeft bewust focus aangebracht en is daarmee een realistisch programma voor de uitvoering van de Drechtsteden waterambities de komende drie jaar.
Deltadeelprogramma Rijnmond –Drechtsteden
Borgen belangen Drechtsteden
De inbreng in het Deltaprogramma heeft vooral vanuit het beleidsveld milieu/water plaatsgevonden, omdat het accent in 2011 vooral heeft gelegen op het onderzoek naar oplossingsrichtingen voor de waterveiligheid. Daarnaast heeft het Deltaprogramma enkele discussies georganiseerd over de trends in de ruimtelijke ontwikkeling op de lange termijn en de mogelijke effecten daarvan op de keuzes voor de veiligheids- en zoetwatermaatregelen. In deze discussies is geparticipeerd. In 2012 wordt e.e.a. verder uitgewerkt. In 2014 moet dit leiden tot Deltabesluiten.
Regionaal Milieubeleidsplan.
Het vaststellen van een Regionaal Milieubeleidsplan in de Drechtsteden.
Het Regionaal Milieubeleidsplan 2011-2015, opgebouwd vanuit bestaande beleidskaders en programma’s, is vastgesteld in de Drechtraad van 21 juni 2011 en ter bekrachtiging doorgeleid naar de gemeenteraden van de zes Drechtstedengemeenten.
Programma Natuur- en Milieueducatie (NME).
De uitvoering van het Werkplan 2011, te weten het betrekken van de bevolking, in het bijzonder de scholen, bij het milieu. De nadruk wordt hierbij gelegd op het duurzaam denken en handelen met betrekking tot het milieu.
Het NME heeft uitvoering gegeven aan het vastgestelde programma 2011.
Luchtkwaliteit 2006-2015.
De realisering van een structurele verbetering van de luchtkwaliteit in de Drechtsteden. Dit mede door het oplossen van (nieuwe) knelpunten en het formeren van een update van het regionaal programma luchtkwaliteit.
In 2011 is gewerkt aan een update van het programma luchtkwaliteit, de coördinatie van de uitvoering, alsmede de uitvoering van regionale maatregelen en het verzorgen van zogenaamde overall-werkzaamheden. Einde van het jaar een Midtermreview Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015.
Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013.
Dit lopende project is gericht op energiebesparing. Dit wordt mede bereikt door het opstellen van een meerjarenprogramma voor de Drechtstedengem eenten-sec en de Drechtsteden gezamenlijk.
Er wordt aan dit programma invulling gegeven door de partijen die de op dit onderwerp betrekking hebbende intentie-overeenkomst hebben ondertekend.
Inzet is het terugdringen van luchtverontreiniging door zorg te dragen voor een continu aanbod van walstroom.
De walstroomkasten zijn geplaatst. Wat resteert zijn praktische vragen van de binnenvaartschippersvereniging Schuttevaer. Deze vragen zien vooral op aansluitproblemen van (wat oudere) schepen.
Exploitatie Walstroomvoorzieningen.
In het Pfo Fysiek van 1 november 2011 heeft de ondertekening plaatsgevonden van het Convenant Energiebesparing Supermarkten.
Het onderwerp heeft nadrukkelijk ambtelijke en bestuurlijke aandacht. Tevens zal de handhaving regionaal gelijkluidende moeten zijn bij het niet gebruiken van deze voorziening door schippers. Rijden op aardgas.
Dit project ziet op het verbeteren van de luchtkwaliteit door het aanbieden
Het betreft hier met name een provinciaal subsidieproject. Doel is daarbij om aardgasvulpunten binnen de Drechtsteden te
17
(Deelnam e in) provinciaal project Restwarmte
Externe Veiligheid.
van meer aardgasvulpunten.
realiseren. In 2011 is in Sliedrecht één vulpunt geopend. 2012 is het laatste jaar van de subsidieregeling. Een vulpunt binnen Dordrecht is inmiddels in vergunningprocedure gebracht. Er wordt naar gestreefd om die procedure in 2012 af te ronden. Daarnaast wordt er naar gestreefd om bedrijven binnen de Drechtsteden op aardgas te laten rijden.
Gestreefd wordt om te komen tot energiebesparing door benutting van industriële restwarmte ten behoeve van verwarming van onder meer woningen.
Dit project heeft geleid tot participatie in het lopend provinciaal project: “Stroomversneller”.
Inzet is de coördinatie van de inzet vanuit de Drechtsteden, alsmede monitoring en het versterken van de positie van de gezam enlijke Drechtsteden op het gebied van Externe Veiligheid door middel van externe lobby.
Het betreft hier een doorlopende activiteit, bestaande uit:
Het project bevindt zich nu in fase 6. Dit betekent een verdere uitwerking van de business case en een second opinion : Inventariserende Business Case Restwarmtelevering Drechtsteden.
coördinatie van de regionale inzet, ondersteuning van het bestuur in het proces om te komen tot Basisnet, de voorbereiding van gesprekken met ministerie(s), het verzorgen van de omgevingsanalyse, het afstemmen van de inzet bij de planstudie betreffende de routering van het spoorgoederenvervoer, alsmede de coördinatie van de externe lobby op het gebied van Externe Veiligheid. In 2011 zijn de volgende resultaten behaald: Voorbereid is een bezoek van de vast commissie voor infrastructuur en milieu van de 2e kamer in het kader van de behandeling wet basisnet in de tweede kamer. Dit bezoek is op het laatste moment door de commissie afgezegd. Ter compensatie is deelgenomen aan een ronde tafel conferentie Basisnet (wethouder Mos). Hier zijn de belangen van de Drechtsteden op het gebied van externe veiligheid voor het voetlicht gebracht. In het kader van het programma hoogfrequent spoor (PHS) is deelgenomen aan de bestuurlijke conferentie. Hier is een pleidooi gehouden voor de aanleg van de boog bij Meteren en het realiseren van veiligheidswinst voor de Drechtsteden. Ambtelijk is gezamenlijk met de Brabantse steden naar het Ministerie van I&M gereageerd op de wet basisnet. Benutting treinpaden (capaciteit spoor) zodat deze niet kunnen worden door ingenomen door paden.
(Deelnam e in) provinciaal project Leve de Molens
2011 werd door de provincie uitgeroepen tot Molenjaar. Medio februari 2011 werd bekend gemaakt dat de gezamenlijke projectaanvraag van de regio’s Drechtsteden en de Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden met de titel “De Molens Leven. Leve de Molens” werd gehonoreerd. Vooraf was door de regio’s afgesproken dat de regio Drechtsteden zou fungeren als projecttrekker.
Het project is door het Bureau Drechtsteden in eigen beheer uitgevoerd in nauwe samenwerking met de andere betrokken partijen, waaronder de Stichting Instandhouding Molens Alblasserwaard Vijfheerenlanden (SIMAV).
Het project voorzag in het vergroten van de kennis van bewoners en bezoekers van de provincie ZuidHolland over de molens in de provincie. Dit door middel van het organiseren van publieksevenementen en educatieve
Bij de evenementen en activiteiten in het kader van dit project is er steeds naar gestreefd om zoveel partijen, in de vorm van ondernemers, verenigingen/stichtingen en overheden in het gebied met elkaar in het contact te brengen. Dit met de bedoeling om te komen tot een blijvende samenwerking ten behoeve van een structurele
In het kader van dit project is een nieuwe website “Molens Leven” in het leven geroepen; zijn er drie nieuwe fietsroutes; twee vaarroutes en één wandelroute uitgezet; is er nieuw kaartmateriaal ontworpen; zijn er overeenkomsten gesloten met tal van partijen om te zorgen dat de nieuwe producten minimaal vijf jaar blijven bestaan.
18
activiteiten waarbij de molens centraal staan.
economische impuls in beide betrokken regio’s op het gebied van vrije tijd en recreatie. De inzet is immer geweest om de evenementen en activiteiten zo laagdrempelig mogelijk te houden. Er is zoveel mogelijk getracht om het publiek en meer in het bijzonder de jeugd daarbij te betrekken. Tijdens de officiële eindmanifestatie op 4 november 2011 werd het project “Molens Leven” geprezen als een voorbeeldproject. Ook de samenwerking tussen beide regio’s werd geprezen.
Programma Sociaal, deelprogramma maatschappij Wat hebben wij bereikt? Jeugd Mede door de inzet van middelen van de provincie Zuid- Holland is door samenwerking in onze regio bijgedragen aan het aanbieden van een adequaat hulpaanbod aan jeugdigen door middel van cliëntcontacturen (ccu) in het kader van preventief jeugdbeleid, de zogenaamde Regionale Agenda Samenleving. Door middel van de zogenaamde regionale opgaven is in hetzelfde kader RAS Jeugd bijgedragen aan verdere afstemming, verdieping en ontwikkeling van het preventief jeugdbeleid in de Drechtsteden. Een van de onderdelen van het project Zorg voor Jeugd, een wettelijk registratie instrument van zorgcoördinatie Een voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten in 2015, voortkomend uit het bestuursakkoord met het rijk, vond plaats, onder meer door kennisontwikkeling en het maken van een bestuuropdracht WMO Regionale afstemming in de regiegroep WMO kende meerdere onderdelen; Een afstemming en voorbereiding met de Sociale Dienst Drechtsteden voor uitvoering van de gedecentraliseerde WMO taak Hulp in de Huishouding, een daaraan gerelateerde Klanttevredenheidonderzoek, relatie WMO adviesraad en dergelijke. Een tweejarig project De Kanteling werd voorbereid en gestart (2011/2012). Dit project dient bij uitstek het ontwikkelen van eigen kracht van burgers, als nieuw gemeentelijk concept voor het compenseren van zorgbehoeften. Het omvangrijke programma extramurale begeleiding voortkomend uit de decentralisatieopgave Awbz, werd voorbereid en uitgewerkt in een bestuursopdracht. In het verlengde van de Palt-afspraken en Manden Maken werd het convenant - gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere doelgroepen – geëvalueerd. Een meer eenvoudig afsprakenkader kwam voor het convenant in de plaats Meerdere trajecten werden gecoördineerd en uitgevoerd onder de noemer tweedelijnsondersteuning. Het betreft een wettelijke provinciale ondersteuningstaak vormgegeven in de RAS. Het betrof cursussen en trainingen op het gebied van hulpverlening aan jeugdigen, ondersteuning van vrijwilligerswerk, het ontwikkelen burgerparticipatie en project De kanteling. Cultuurparticipatie Vele vernieuwende producties op het gebied van kunst en cultuur werden ondersteund om in de regio deelname aan een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod te stimuleren.
19
Wat hebben wij daarvoor gedaan? De provincie heeft aangekondigd de RAS-bijdrage voor jeugd af te bouwen na 2012 en voor cultuurparticipatie te stoppen na 2012. Dit heeft invloed op de beschikbare budgetten voor preventief jeugdbeleid na 2012. De provincie heeft per 1 januari aangekondigd dat de jeugdzorg en de WMO/begeleiding gedecentraliseerd worden naar gemeenten. Anticiperend op deze maatregel is in 2011 gestart met voorbereidingen. In 2011 is de samenwerking voortgezet ten aanzien van programmering Cultuur- participatie en netwerk Cultuureducatie. De regio heeft hierbij de taak om de middelen voor cultuurparticipatie van rijk en provincie voor de kleinere gemeenten, na matching, te besteden. Deze taak is opgenomen in de Bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving 2009 -2012 met de Provincie Zuid Holland. De specifieke afspraken voor 2011 zijn tijdens het Bestuurlijk Overleg RAS nader vastgelegd. Dit jaar is het laatste jaar van het meerjarenprogramma. Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Preventief jeugdbeleid (RAS)
Er is minimaal 4.166 cliëntcontacturen niet-geïndiceerde vroegtijdige hulp ingezet.
Vanuit de provinciale bijdrage is voor een bedrag van € 710.000 uitgezet aan projecten als Reset, Ex Ouders, Schoolcoach, Gezinscoach, e.d.
Regionale Opgaven (RAS)
Een bijdrage te leveren aan preventief jeugdbeleid binnen de kaders en budgetten van de provincie.
Vanuit de provinciale bijdrage is € 123.000 beschikbaar en uitgezet.
- Zorg voor Jeugd
Betere samenwerking van organisaties rondom jeugd door inzet signaleringssysteem en verbeteren signaleringssysteem.
263 deelnemende organisaties in de regio Drechtsteden en Alblasserwaard Vijfheerenlandgemeenten 4241 ketenregistraties Drechtsteden / AV in 2011
- Samenwerking t.a.v. CJG en Integrale Jeugd Gezondheidszorg (IJGZ)
Voorbereiden CJG als frontoffice gedecentraliseerde jeugdzorg
In voorbereiding is een notitie over de wijze waarop het CJG de front-ffice functie kan vervullen.
- Borging RAS na 2012
In stand houden van de RASactiviteiten na 2012.
De projectgroep jeugd heeft diverse stappen e ondernomen en komt in het 1 kwartaal van 2012 met een advies.
- Inventarisatie coördinerende netwerken jeugd
Maken van een overzicht van alle in de regio actieve netwerken waarin jongeren worden besproken.
In de regio is een groot aantal zorgnetwerken actief. Een aantal aspecten zou nader onderzocht moeten worden.
- Inventarisatie weerbaarheidstrainingen
Inzage geven in aanbod weerbaarheidstrainingen op scholen.
Scholen hebben geen structurele aandacht voor dit punt.
- Ontwikkelen en implementeren van nazorg aan ex-gedetineerden
Opstellen plan van aanpak voor wegnem en (mogelijke) lacunes in zorgaanbod aan ex-gedetineerden.
Niet gerealiseerd.
- Passend Onderwijs
Vormgeven aan afstemming met zorgstructuren onderwijs door proces Route 41 (passend onderwijs) te volgen (doorlopend).
Er wordt een miniconferentie aangekondigd maar is nog niet uitgevoerd.
- Aanpak multiproblem jongeren
Inventariseren aanbod en formuleren gezamenlijke aanpak.
Inventarisatie uitgevoerd. Over gezamenlijke aanpak wordt nog overleg gevoerd.
- Uitwisselen aanpak jongerenwerk
Verzamelen afzonderlijke notities en bundelen tot 1 notitie om zo inzage te krijgen inde verschillende werkwijzen en doelstellingen van het jongerenwerk in de DS.
Notitie is wel in voorbereiding maar nog niet afgerond in 2011.
Cultuurparticipatie (RAS)
Uitvoering programma CP 2011
25 projecten uitgevoerd
20
Uitvoering Educatie
Bieden van Educatie incl. Vavo en aanbod laaggeletterden.
Educatie incl. Vavo uitgevoerd vlgs. Prestatieovereenkomst
Coördinatie WMO
(Doorlopend)
Coördinatie en afstemming van de lopende wmoactiviteiten om voorbereiden op de aankomende decentralisatie.
WMO De Kanteling
Stimuleren vd eigen kracht vd burger
Gecollecteerde middelen voor inzet
Decentralisatie WMO
Voorbereiding op de aankomende decentralisatie.
In voorbereiding.
Decentralisatie Jeugdzorg
Voorbereiding op de aankomende decentralisatie.
Er is een bestuursopdracht in voorbereiding die op ZHZ niveau uitgevoerd zal worden.
Evaluatie convenant bijzonder groepen
Convenant evalueren en desgewenst voortzetten en bijstellen.
De evaluatie is afgerond en heeft opgeleverd dat een nieuw convenant niet wordt opgesteld. Er zal vooralsnog met een afsprakenkader gewerkt worden..
Programma Sociaal, deelprogramma arbeidsmarktbeleid Wat hebben wij bereikt? Het programma Arbeidsmarktbeleid, opgezet en gecoördineerd door de gemeente Dordrecht en integraal onderdeel van het Regionaal MJP 2010-2014, is in het najaar van 2010 van start gegaan. Missie arbeidsmarktbeleid. Het programma arbeidsmarktbeleid richt zich op het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt in onze regio door het optimaliseren van een drietal transities, te weten de transities: (1) van school naar werk, (2) van werk naar werk (3) van uitkering naar werk. Het uitgangspunt voor het arbeidsmarktbeleid en de daaruit voortvloeiende veranderopgaven is de volgende missie: wij ontwikkelen een arbeidsmarkt die aansluit op de (toekomstige) vraag van het bedrijfsleven. Deze arbeidsmarkt sluit mensen in door het talent van mensen centraal te stellen in plaats van mensen uit te sluiten op basis van wat ze niet kunnen. Vier programmalijnen Het programma arbeidsmarktbeleid richt zich op de sectoren techniek, metaal en zorg en verdeelt zijn inspanningen over vier programmalijnen, welke zowel de bovenkant als de onderkant van de arbeidsmarkt aanspreken: (1) Vergroten uitstroom uit uitkering; een betere match tussen vraag/aanbod (2) Beperken van instroom in uitkering door betere aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt (3) Verstevigen van de kennisinfrastructuur in de regio; het organiseren van hoger onderwijs in de regio en het aantrekken van studenten (4) Het vergroten van het urgentiebesef bij werkgevers over toekomstige (sectorale) tekorten op de arbeidsmarkt d.m.v. regionale arbeidsmarktinformatie en communicatie. Vier veranderopgaven Bovenop de vier programmalijnen zijn in het eerste jaar van de uitvoering, in 2011, vier veranderopgaven geïnitieerd: (1) Een impuls aan de onderkant van de arbeidsmarkt: creëren van zogenaamde ‘Community jobs’ (2) Uitrol van een Werkschool (3) Leer/Werk- en Werk naar Werk bedrijven (4) Maritieme Campus Drechtsteden
21
Arbeidsmarktontwikkelingen in 2011 Eind 2011 is de Arbeidsmarktmonitor van de regio verschenen en vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. De monitor brengt de ontwikkelingen in onze regio in beeld, en schetst de uitdagingen naar de toekomst, ook gelet op de demografische veranderingen. In een reeks van 11 lunchbijeenkomsten dit najaar heeft de regionaal portefeuillehouder Werk en Inkomen met vele vertegenwoordigers van organisaties, instellingen en werkgevers gesproken over concrete initiatieven om de uitdagingen zoals geschetst in de monitor op te pakken. De verslagen van de lunchbijeenkomsten staan op www.dordtwerkt.nl. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Thema
Resultaat 2011 Baanbrekend Drechtsteden: 554 plaatsingen
Matching vraag/aanbod
Aansluiting O&A
Hoger Onderwijs
Vergroten Urgentiebesef
Succesvolle afronding actieplan jeugdwerkloosheid: draagvlak voor doorstart 2 werkgeverservicepunten (zorg & welzijn en techniek) operationeel: 130 plaatsingen, waarvan 80 van werk naar werk 11 lunchbijeenkomsten: nieuwe initiatieven in de regio Start met invoering wet werken naar vermogen (Plan van aanpak in maart 2012 gereed) Uitrol masterplan beroepsonderwijs VMBO MBO: perspectief en draagvlak voor regionale samenwerking beroepsonderwijs Bundeling van organisatiekracht in de Stichting Talent voor Techniek Een grote groei van duale trajecten Leren & Werken in Drechtsteden: ongeveer 1000 in 2011 University College Dordrecht: verankering in topsectorenbeleid/economische agenda Zuidvleugel Groei aantal studenten Hoger Onderwijs: > 1200. oa via Associate Degree-trajecten. Magneetproject in zorg: upgrading van kwalificatieniveau zorg (MBO-HBO) Monitor arbeidsmarkt opgeleverd: opgave in beeld. Verdieping met techniek (IVA-onderzoek) Diverse bijeenkomsten: gesprekken met de regio Alle communicatie-instrumenten op orde: nieuwsbrief, website en signaleringsbericht. Toenemende aandacht van partijen/overheden buiten de regio (Rijk/VNG, andere regio’s) voor de aanpak van het arbeidsmarktbeleid in de Drechtsteden (‘Grand design Arbeidsmarkt’).
Programma Bestuur en communicatie Wat hebben wij bereikt en wat hebben wij daarvoor gedaan? Meerjarenprogramma 2011-2014 Van samen stad aan het water naar samen stad in uitvoering. Dat is het onderliggende devies van het Meerjarenprogramma 2011-2014 zoals dat in december 2010 door de Drechtraad is vastgesteld. In het Meerjarenprogramma (rMJP) zijn, zoals de Drechtraad heeft verzocht, de Pieken in de Drechtsteden onderdeel geworden van het rMJP, en daarbij is zoals gevraagd een sterke focus aangebracht. In het rMJP zijn drie prioriteiten benoemd: economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat, waarbij specifiek wordt ingezet op drie speerpuntsectoren: zorg, maritiem en vrijetijdseconomie. In 2011 zijn, met accent op deze prioritaire beleidsterreinen en speerpuntsectoren, in de verschillende deelprogramma’s projecten en voorstellen uitgewerkt en in uitvoering gebracht. Naast de drie voornoemde prioriteiten is ook in 2011 samengewerkt op twee thema’s die overschrijdend zijn voor de grenzen van onze gemeenten: externe veiligheid en bereikbaarheid. Er is bij de totstandkoming van het rMJP bewust gekozen voor een programma op hoofdlijnen, om zo als het nodig is gedurende de bestuursperiode te kunnen bijsturen om de in het programma gestelde doelen ook daadwerkelijk te behalen. Daarom wordt ook jaarlijks het rMJP vertaald naar een werkprogramma met concrete plannen en budgetten voor dat desbetreffende jaar. Inmiddels is voor het jaar 2012 het werkprogramma opgesteld en in februari 2012 ter kennis gebracht van de Drechtraad. Netwerkontwikkeling In 2010 zijn in het programma Netwerkdemocratie Drechtsteden vier dossiers geformuleerd waarmee invulling wordt gegeven aan de opdracht van de Drechtraad. In 2011 is een aantal belangrijke stappen gezet in deze dossiers.
22
Strategische communicatie In 2011 is gewerkt aan een visie op strategische communicatie. Deze visie is op 6 december 2011 vastgesteld door de Drechtraad. De visie benoemt drie doelen: 1. de kwaliteit van de Drechtsteden als stedelijk gebied op de kaart zetten ten behoeve van de sociaal-economische opgave, 2. een bijdrage leveren aan realisering van de beleidsdoelen zoals zijn vastgelegd in het rMJP, 3. vanuit de onderliggende waarden en betekenis van de samenwerking invulling geven aan het profiel van de Drechtsteden. In 2012 wordt deze visie uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan. Dit plan zal in de eerste helft van 2012 ter kennis van de Drechtraad worden gebracht. Externe allianties en lobby In het rMJP is aangegeven dat er bewust voor gekozen wordt netwerkpartners te betrekken bij de agendering, uitvoering en sturing op de deelprogramma’s en prioriteiten. De Drechtstedendinsdag kan hiervoor goed als vehikel dienen. Dat is ook een van de conclusies van de in 2011 uitgevoerde evaluatie van de Drechtstedendinsdag. Dat blijkt ook al uit de ondertitel van het evaluatierapport: ‘Van goed naar beter – doorontwikkeling Drechtstedendinsdag als regionaal platform voor bestuurders, raadsleden en maatschappelijke partners’. De Drechtraad heeft het rapport op 6 december 2011 vastgesteld en daarbij het Drechtstedenbestuur en de agendacommissie opdracht gegeven de aanbevelingen uit te voeren. In 2012 zullen acties worden ingezet om de gewenste verbeterslag op het van buiten naar binnen werken, en intensivering van de samenwerking met maatschappelijke partners en andere overheden te bewerkstelligen. Toekomst netwerkbestuur Door de respondenten in de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is aangegeven dat een meer eenvoudig en lean en mean regionaal bestuursmodel zou moeten worden georganiseerd om als regio en gemeenten goed gesteld te staan voor de realisatie van de inhoudelijke programma’s en daarin effectief en efficiënt als verlengd lokaal bestuur samen te werken en in te spelen op de visie van het kabinet over de bestuurlijke inrichting van Nederland. In 2011 en het begin van 2012 is in alle gemeenteraden debat gevoerd over het toekomstperspectief van de eigen gemeenten en de Drechtsteden. In die verkenningen is, in elke gemeente in een eigen proces, gesproken over het netwerkbestuur, het lokale bestuur, het regionale bestuur en de verbindingen daartussen. In 2012 wordt hieraan vervolg gegeven en wordt met de Drechtraad de wensen en mogelijkheden voor de toekomst van de bestuurlijke netwerkorganisatie besproken, en zullen waar gewenst concrete plannen worden geformuleerd en gerealiseerd. Daarbij zal vanzelfsprekend ook de visie van het kabinet en de door de Provincie Zuid-Holland aangekondigde reactie daarop worden meegewogen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming 7.928 7.063 -865 10.928 9.895 -1.032 -2.999 2.832 -167 Mutatie reserves 885 1.750 865 485 1.630 -1.145 400 -120 280 Resultaat na bestemming 8.813 8.813 0 11.413 11.526 113 -2.599 2.712 113 Resultaat taakstelling 0 0 0 -300 -1.800 -1.500 -300 -1.800 -1.500 Resultaat 2011 8.813 8.813 0 11.113 9.726 1.387 -2.299 913 1.387 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
23
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc. Struct.
Nadelen Inc. Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
Lasten Kosten ondersteunen en faciliteren bestuur Communicatie-visie Lagere besteding werkprogramma 2011 Personele lasten Walstroom-exploitatie/investeringen
-15 -25
-5
-20 -25 120
A B C
-884
100 -867
D E
-191 -1.293 -692
-191 -1.293 -692
F G H
-131 -2.999
I
120 100 17
Aanvullend gecollecteerd bij gemeenten HOV-D Projecten gefinancierd door middelen derden Oude verplichtingen en overig Subtotaal
36 173
Baten Walstroom investeringen
100
-167 -3.267
-5
884
884
E
Aanvullende bijdrage vangemeenten HOV-D Projecten gefinancierd door middelen derden
191 1.293 692
191 1.293 692
F G H
Overhevelen reserve VCC Oude verplichtingen en overig Subtotaal
172 3.232
J I
0
-400
0
-400 172 2.832
Totaal voor bestemming
3.405
100
-3.667
-5
-167
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
-400
400 3.805
-120 100
-3.787
280 -5
K
113
In de tweede burap is er een tekort van € 160.000 gemeld. Daarbij is voorgesteld om dit te financieren uit de algemene dekkingsmiddelen. Het jaar 2011 wordt nu afgesloten met een positief saldo van € 113.000. A. Hogere kosten ondersteunen en faciliteren bestuur De ondersteuning en faciliteren van het algemeen en dagelijks bestuur leidt tot een budgetoverschrijding van ruim € 20.000. Dit heeft twee oorzaken. In 2011 zijn de organisatiekosten (huur, catering, audio, notulen) van de Drechtstedendinsdag erg hoog geweest. Het blijkt dat sommige locaties (te) duur zijn. Gemiddeld kostte de Drechtstedendinsdag per keer € 7.000. De duurste locatie was theater de Willem in Papendrecht met bijna € 13.000. Voor 2012 is afgesproken dat een Drechtstedendinsdag gemiddeld € 5.500 mag kosten. Daarnaast is er een uitbreiding van faciliteiten voor de Drechtraadleden geweest. Via de website www.drechtraad.nl kunnen geluidsfragmenten van Drechtraadvergaderingen worden beluisterd. De implementatie van deze faciliteit heeft € 4.000 gekost. Per jaar gaat deze faciliteit ca € 9.000 extra kosten. B. Opstellen strategische communicatie-visie Een onderdeel van het programma netwerkdemocratie is het opstellen van een strategische communicatie-visie. Voor deze visie heeft Bureau Drechtsteden extern ingehuurd aangezien geen eigen personeel hiervoor beschikbaar was. Dit levert een overschrijding op van € 25.000. C. Lagere besteding werkprogramma 2011 In de eerste marap is gemeld dat er een tekort dreigde op de uitvoer van het werkprogramma 2011 van het rMJP. Bij de tweede burap hebben we gemeld dat dit tekort was weggewerkt door in de het werkprogramma keuzes te maken om activiteiten niet uit te voeren. Nu blijkt dat er uiteindelijk een onderbesteding is van € 120.000. 60% wordt veroorzaakt door het vervallen of vertragen van projecten , ca 20% van de kosten is in 2011 op een andere wijze gefinancierd. De laatste 20% is het
24
gevolg van lagere projectkosten. Het werkprogramma wordt deels gefinancierd uit de BWS-reserve. De onderbesteding betekent een lagere bijdrage vanuit de BWS-reserve. D. Lagere personele lasten Bureau Drechtsteden heeft een taakstelling van € 150.000 op personele lasten voor 2011. Tevens is bureau Drechtsteden bezig met een herpositionering van de kerntaken. In 2012 zal dit leiden tot een lagere formatie. Als gevolg van deze ontwikkeling is in 2011 de vacature-ruimte alleen ingevuld als dit noodzakelijk was. Dit heeft geleid tot een overschot op de begrote personele lasten, maar bij bijvoorbeeld communicatie heeft dit geleid tot externe inhuur. E. Walstroom De walstroomvoorzieningen zijn halverwege 2011 in gebruik genomen. De exploitatiebudgetten zijn begroot voor een heel jaar. Dit levert voor 2011 een klein voordeel op energielasten op van € 17.000. In 2011 is € 884.000 geïnvesteerd aan de Walstroomvoorziening. De investeringen worden gefinancierd uit EFRO-subsidies en FES-gelden van de Provincie. F. In Drechtstedenverband zijn een aantal projecten opgepakt. Eén voorbeeld is het “project Toekomstperspectief in de Drechtsteden”. Er is voor gekozen om de budgetten voor deze projecten onder te brengen bij de GR Drechtsteden. Door middel van een aanvullende bijdragen van de Drechtstedengemeenten worden deze projecten gefinancierd. G. Hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden (HOV-D) Vanuit de provincie Zuid-Holland ontvangt Bureau Drechtsteden subsidies voor het uitvoeren van projecten ten behoeve van HOV-D. HOV-Drechtsteden (HOV-D) is een programma dat tot doel heeft de kwaliteit van het Openbaar Vervoer te verbeteren en meer reizigers te trekken binnen de Drechtsteden. Voor twee projecten zijn voorschotten ontvangen. Deze projecten zijn het plaatsen en installeren van 111 DRIS-displays in de Drechtsteden en het inbouwen van alle benodigde hard- en sofware in 74 verkeersregeiïnstallaties, zodat de geprioriteerde afwikkeling van het busverkeer via Korte Afstand Radio kan worden geregeld. In 2011 is ca € 1,3 miljoen geïnvesteerd. H. Projecten gefinancierd door middelen van derden Naast de bovenstaande HOV-D gelden ontvangt Bureau Drechtsteden van en via de provincie Zuid Holland voor andere projecten en investeringen subsidies. Te denken valt aan subsidie voor het verbeteren van de Luchtkwaliteit in de Drechtsteden, ISV3 en subsidie voor het Molenjaar 2011. In 2011 hebben wij € 692.000 uitgegeven aan deze projecten. I. Vrijval oude verplichtingen en overig Door opschoonacties in de administratie is een vrijval van middelen geweest. Daarnaast zijn er wat kleine plussen en minnen op budgetten. J. Overheveling reserves VCC e Bij de 2 burap is gemeld dat eind 2011 een nieuw reserve zou worden gevormd, het exploitatiereserve VCC. Dit reserve is afkomstig van de Stichting Zuid Holland Zuid Duurzaam bereikbaar en is bestemd voor activiteiten in het kader van mobiliteitmanagement. De liquidatie van deze stichting is echter vertraagd, zodat het reserve in 2012 wordt overgeheveld. K. Mutaties reserves/resultaatbestemming De punten C en G leiden tot een mutatie in de reserves. Bij deze twee punten staat een verdere toelichting opgenomen.
25
2.2 Manden Maken Wat hebben wij bereikt en wat hebben wij daarvoor gedaan? De afronding van Manden Maken is behandeld en akkoord bevonden in het Drechtstedenbestuur van 13 april 2011. De Drechtraad is hierover geïnformeerd met de raadsinformatiebrief van 19 april 2011. Het DSB heeft aan alle colleges in mei 2011 een brief gezonden waarin de gemeenten wordt gevraagd middelen vrij te maken in hun begroting voor de aangekondigde bijstorting. Inhoudelijk stelden wij eerder vast dat het grootste deel van de investeringsprojecten conform de afspraak (ruim) voor eind 2007 de uitvoeringsfase heeft bereikt; alle ontwikkelingsprojecten waren ten tijde van de evaluatie 2008 opgepakt en voor een aanzienlijk deel afgerond. Alle projecten zullen in 2012 voor wat betreft Manden maken administratief worden afgewikkeld. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming 4.635 6.750 2.115 5.602 4.850 752 -967 -1.900 2.867 Mutatie reserves 2.115 0 2.115 0 752 752 2.115 -752 -2.867 Resultaat na bestemming 6.750 6.750 0 5.602 5.602 0 1.148 -1.148 0 Resultaat taakstelling 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaat 2011 6.750 6.750 0 5.602 5.602 0 1.148 -1.148 0 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc. Struct.
Nadelen Inc. Struct.
Totaal
Analyse Verwijzing
Lasten Hogere uitbetalingen Subtotaal
-967 -967
-967 -967
Niet ontvangen gelden
-1.900
-1.900
Subtotaal
-1.900
-1.900
Totaal voor bestemming
-2.867
-2.867
Baten
Resultaatbestemming
2.867
Totaal na bestemming
2.867
2.867 -2.867
0
Toelichting e In de 2 burap is gemeld dat bij de afronding van het programma Manden Maken een aanvullende bijdrage opgehaald wordt bij de gemeenten. Dit is gerealiseerd. Tevens is er vanuit gegaan dat er een aanvullende bijdrage vanuit de Provincie Zuid Holland zou worden gestort. Dit is in 2011 nog niet ontvangen, maar zal in 2012 zijn beslag krijgen. Dit levert voor deze jaarrekening een nadeel op van € 1,9 miljoen.
26
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden Het jaar 2011 stond grotendeels in het teken van de economische crisis. Teruglopende budgetten en grootschalige bezuinigingen door zowel Rijk als gemeenten, met daarbij een stijgende vraag naar dienstverlening van de SDD. In weerwil van economische perikelen presenteerde de SDD haar begroting 2011 met de titel “Keuze voor Ambitie”. Uitgangspunt was dat volop werd ingezet om de budgetkortingen zoveel mogelijk op te vangen en daarbij de zelfstandigheid van de burgers te vergroten. Ongewijzigde voortzetting van beleid van de afgelopen jaren, zou hebben geleid tot een tekort van de beschikbare gemeentelijke budgetten van ongeveer €18,9 miljoen, oplopend tot € 25 miljoen structureel. Met het vaststellen van de begroting 2011 is bepaald de kosten in 2011 met ruim € 11,1 miljoen terug te brengen en voorbereidingen te treffen om oplopend € 25 miljoen structureel te bezuinigen. Zowel de opgave voor 2011 als (bestuurlijke) besluitvorming voor de verder benodigde maatregelen zijn gerealiseerd. De ambities van 2011 zijn in de begroting, naast de genoemde bezuinigingen, vertaald in de volgende doelstellingen waarop wij onze inzet hebben gefocust: 1. Het aantal mensen dat eind 2011 een bijstandsuitkering ontvangt is maximaal 4.700. 2. De programmakosten Wmo individuele voorzieningen dalen met 5% ten opzichte van 2010 (= € 2 miljoen). De doelstellingen zijn in 2011 gerealiseerd! Begin 2011 ontvingen 5.093 mensen een bijstandsuitkering. Tot in maart 2011 is dit aantal zelfs toegenomen tot ca. 5.200 klanten. 5 oktober bereikten we echter toch de 4.700 klanten. 31 december 2011 waren dat er 4.674. Dit betekent een daling van ruim 8,2%. Een opmerkelijk resultaat gezien de landelijke ontwikkeling, met een stijging van ruim 2,5%. In de benchmark grote gemeenten is de SDD een van de weinige dalers en verreweg de grootste. Dat is, gezien de vele reacties, (inter)nationaal, niet onopgemerkt gebleven. De daling is te danken aan de inzet op instroombeperking, het inzetten van de nieuwe werkgeversbenadering met BaanBrekend Drechtsteden en de doorontwikkeling van de klantbenadering Partner in Zelfstandigheid. Overigens blijkt de afnemende daling van eind 2011 begin 2012 om te slaan in een forse stijging. Ondanks het behalen van de doelstelling heeft de SDD het financiële nadeel van de eerste maanden van het jaar op het Inkomensdeel maar beperkt kunnen inlopen. Daar tegenover staat dat het ministerie van SZW de claim voor een Incidentele Aanvullende Uitkering in het tekort 2010 geheel heeft toegekend. Dit betekent een extra inkomst van € 2,5 miljoen in 2011. Met de toekenning geeft het ministerie ook nadrukkelijk een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Voor 2012 was het budgettaire beeld op het Inkomens-deel, als gevolg van de bestandsdaling 2011 en de herstelde financieringssystematiek op rijksniveau, een klein positief resultaat. Gezien de achterblijvende aantallen in de eerste maanden 2012 lopen we echter onverminderd grote risico’s op het Inkomensdeel. Risico’s die met de Wet Werken naar vermogen in 2013 alleen maar toe zullen nemen. e
Bij de 2 Burap 2011 was de verwachting nog dat de Wmo budget-doelstelling niet geheel zou worden gehaald. Nu kunnen wij melden dat de (extra) genomen beleidsmaatregelen alsnog hun vruchten hebben afgeworpen. Het resultaat 2011 op de totale Wmo, na aftrek van de incidentele correcties voorgaande jaren, bedraagt € 1,3 miljoen voordeel. Dit bovenop het in de begroting reeds met zo’n € 2 miljoen taakstellend afgeraamde budget. De doelstelling is daarmee ruimschoots gehaald. Alhoewel we, los van de incidentele bijzondere uitgaven in 2011, daarmee op zowel Huishoudelijke hulp als op Hulpmiddelen op de begroting uitkomen is er in feite nog wel sprake van een tekort ten opzichte van het budget dat de gemeenten van het rijk krijgen voor de huishoudelijke hulp voor ongeveer € 8 ton. Ook vormt de jaarlijkse autonome groei van het beroep op de WMO een fors financieel risico (indicatie 5%, dat wil zeggen € 2 miljoen jaarlijks). Het jaar 2011 heeft ook in het licht gestaan van de organisatieverandering. De SDD heeft gedurende 2011 een veranderingstraject uitgevoerd onder de naam Partner in Zelfstandigheid. Partner in Zelfstandigheid is ook het motto van de dienst. Vanuit de overtuiging dat ieder mens zelfstandig wil zijn, zelf de regie over zijn of haar leven wil voeren, heeft de dienst al zijn dienstverlening aangaande de uitvoering van de WWB/WIJ tegen het licht gehouden. Herontwerp van de processen was de kern
27
van het veranderingstraject. Voor de klant betekent dit dat hij snellere en betere dienstverlening krijgt, en een vaste contactpersoon. Vanuit de nieuwe processen, die aangepast zijn op maximale zelfsturing door de klant, is naar de overige aspecten van de bedrijfsvoering gekeken. Als gevolg van het kritisch herbezien van de processen binnen de organisatie (lean management) en versterking van de focus op de eigen verantwoordelijkheid van de klant kon de uitvoeringscapaciteit van de SDD sterk worden verkleind. Eind 2011 zijn alle contracten met extern ingehuurde medewerkers van de toenmalige sectoren Werk en Inkomen beëindigd. Van de vaste formatie hebben wij van 22 medewerkers, in alle lagen van de organisatie, afscheid genomen. Dit zal uiteindelijk een structurele besparing opleveren van € 3,6 miljoen. In 2012 starten wij met een vergelijkbaar innovatieprogramma bij de WMO en de Schuldhulpverlening. (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming Resultaat taakstelling Resultaat 2011
Actuele Lasten 217.228 0 217.228 0 217.228
begroting 2011 Baten Saldo 215.317 -1.911 961 961 216.278 -950 0 0 216.278 -950
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 214.510 210.441 -4.069 0 641 641 214.510 211.082 -3.428 -757 0 757 213.753 211.082 -2.671
Lasten 2.718 0 2.718 757 3.475
Afwijking Baten Saldo 4.876 2.158 320 320 5.196 2.478 0 0 5.196 1.721
Participatiebudget* WSW Kinderopvang Inkomensondersteuning
32.790 35.504 623 73.210
32.790 35.504 623 72.260
-950 0 0 0
26.114 35.504 566 76.193
32.798 35.504 566 74.194
6.684 0 0 -1.999
6.676 0 57 -2.983
8 0 57 -1.934
-6.684 0 0 1.049
Minimabeleid WMO Budgetadvies en schuldbemiddeling Apparaatskosten
6.260 37.664
6.260 37664
0 0
6.273 38.550
6.292 37.389
19 -1.161
-13 -888
-32 273
-19 1.161
71
71
0
34
34
0
37
37
0
31.106
31.106
0
30.276
30.989
713
830
117
-713
Frictiekosten 0 0 0 1.000 0 -1.000 -1.000 0 1.000 * Saldo participatiebudget van € 6,7 miljoen wordt meegenomen naar 2012 conform reserveringsregeling. Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Participatiebudget Dit programma omvat de onderdelen Re-integratie, Inburgering en Educatie. Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2011: Het aantal mensen dat eind 2011 een bijstandsuitkering ontvangt is maximaal 4.700. 5 oktober is deze doelstelling bereikt en eind 2011 bedroeg het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontving 4.674. Benchmark ontwikkeling WIJ/WWB < 65 jaar 2011
Ontw ikkeling klantenaantallen WWB / WIJ per einde jaar 2007 t/m 2011
9,0% 8,1%
7,7%
7,0% 6,2%
5200
5,0% 4,0%
5000
4,3%
3,9%
3,7%
3,0%
2,3%
2,2% 1,2%
4800
1,0%
Gemiddelde
Almere
Rotterdam
Utrecht
Eindhoven
Enschede
Den Bosch
Amsterdam
Drechtsteden
Tilburg
Nijmegen
Breda
-3,0%
Groningen
4400
Arnhem
-1,0%
Apeldoorn
-0,1%
-0,1%
4600
-3,1%
4200 2007
2008
2009 Jaar
2010
2011
-5,0%
-4,4%
-7,0%
-8,2%
-9,0%
28
Hoe hebben wij dit gemeten? Dit wordt realtime in het management informatiesysteem van de SDD gemonitord. Gaandeweg het jaar toen duidelijk werd dat, als er geen extra maatregelen zouden worden genomen, het bestand flink verder zou toenemen hebben wij onze sturing en focus versterkt. De ontwikkelingen en resultaten werden wekelijks in het MT, met de afdelingshoofden en in de teams besproken zodat wij in staat waren tijdig te anticiperen en acties bij te stellen. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
Omvang klantenbestand
Daling klantenbestand met 400 ten opzichte van 5.100 per 0101-11
4.700
Realisatie Klantenbestand 4.674 (stand 31/12). Dit is ten opzichte van 1 januari 2011 een daling van 419 uitkeringen (ten opzichte van het hoogste punt een daling van 526).
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Re-integratie De sterke stijging die zich begin 2011 aftekende hebben we weten te keren ondanks het hogere aantal meldingen aan de poort. Dit is gelukt door het nemen van een aantal maatregelen op onder andere het gebied van preventie, focus op specifieke klantgroepen, de doorontwikkeling van de professionaliteit van de klantmanager, de werkgeversbenadering met BaanBrekend Drechtsteden (BBD) en versterkte handhaving. Dit vanuit een sterke focus op werk en op de eigen verantwoordelijkheid van (potentiële) klanten daarbij. Daarbij is er sprake geweest van een integrale en flexibele benadering van de klanten. De uitstroomprestaties zijn in 2011 geleverd in weerwil van het economisch tij. Het voorzichtige herstel van de economie in de eerste helft van het jaar is in de laatste twee kwartalen weer omgeslagen in krimp. Hiermee verkeerde Nederland in de tweede helft van 2011 volgens de gangbare definitie opnieuw in recessie en heeft de angst voor een dubbele dip zich bewaarheid. Dit is terug te vinden in de landelijke werkloosheidscijfers, die sinds de zomer verder zijn opgelopen. Ook in de Drechtsteden zien we in het najaar een scherpe daling in het aantal vacatures op de arbeidsmarkt (UWV). Ook de WW, een indicator voor het beroep op de WWB neemt in de Drechtsteden toe. Desondanks is het juist ook gedurende de krimpmaanden gelukt om de instroom relatief beperkt te houden en de uitstroom juist relatief hoog. WW Drechts teden en Nederland, 2010 en 2011, indices 31.12.2008=100
Drechtsteden
10
12
6
8
2
4
10
12
6
8
2
4
12
220 200 180 160 140
Nederland
Echter nadat we in oktober onze doelstelling hadden behaald, bleek het wel steeds lastiger de daling voort te zetten. De laatste maanden van 2011 is de daling gestagneerd en sinds januari 2012 is het bestand weer toegenomen. In februari overschreden we de 4.800. Inmiddels zijn er maatregelen genomen om de uitstroom weer verder te versterken. Ook is onderzoek bij het OCD uitgezet om meer e grip proberen te krijgen op de externe ontwikkelingen rond de instroom. Bij de 1 Burap 2012 zal hier nader over worden gerapporteerd. Inburgering De Wet Inburgering (WI) is uitgevoerd conform de Inburgeringsagenda 2011. Daarbij stonden twee uitgangspunten centraal: inburgering is gekoppeld aan re-integratie en het budget (dat wil zeggen het meerjarige aandeel binnen het participatiebudget dat het Rijk voor inburgering heeft ‘bestemd’) bepaalt wie een aanbod krijgt. Met betrekking tot het budget is uitgegaan van de prognose voor de komende jaren, waarbij de Rijksmiddelen voor inburgering sneller zullen worden afgebouwd dan de verplichtingen voor de gemeenten.
29
Op grond van het voorgaande is eind 2010 door de toenmalige Bestuurscommissie besloten tot een zo sober mogelijke uitvoering van de inburgering in 2011. Enkel de “wettelijke doelgroep” (asielgerechtigde nieuwkomers en geestelijk bedienaren) kwam nog voor een nieuw te starten traject in aanmerking (eerder gestarte trajecten liepen natuurlijk wel door) en er is scherper ingekocht. Bovendien is een aanzienlijk deel van de educatiemiddelen ingezet. Ook is de handhaving op de trajectvoortgang aangescherpt. In 2011 zijn 366 personen geslaagd voor het inburgeringsexamen. Er is aan 186 asielgerechtigden (statushouders) een trajectaanbod gedaan en aan 125 nieuwkomers die niet behoren tot de wettelijke doelgroep een inburgeringsplicht opgelegd (maar niet via de SDD een traject aangeboden). Educatie De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is uitgevoerd conform de nota “Als een spin in het WEB”. Voor de educatiemiddelen in het participatiebudget is door het Rijk bepaald dat de verschillende financieringsstromen geleidelijk worden samengevoegd. In ieder geval tot en met 2012 zijn de educatiemiddelen geoormerkt en geldt een bestedingsverplichting bij het ROC. Met het Da Vinci College is overeengekomen het cursusaanbod – binnen de kaders van voornoemde nota – zo veel mogelijk in te richten op positieverbetering op de arbeidsmarkt (i.c. studie- en beroepskeuze, aanpak laaggeletterdheid, budgetbeheersing, voortrajecten Inburgering en Nederlands als tweede taal). Gezien de druk op het “inburgeringsbudget” is in het tweede kwartaal het aantal voortrajecten Inburgering opgeplust. Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo), ook onderdeel van de WEB, loopt via Bureau Leerplicht & Voortijdig Schoolverlaten (BLVS). De financiering van de Vavo loopt via het Participatiebudget. Het volledige budget Vavo wordt door de SDD betaald aan Da Vinci. BLVS draagt zorg voor de inhoudelijke en financiële verantwoording. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 23.062 22.156 -906 21.107 22.156 1.049 -1.955 0 1.955 Re-integratie 3.227 4.089 862 3.100 4.089 989 -127 0 127 Inburgering 1.899 0 1.907 1.907 0 8 8 0 1.899 Educatie 4.646 44 0 4.646 4.646 -4.602 0 4.602 4.602 Reserveringsregeling 32.790 32.790 0 26.144 32.798 6.684 -6.676 8 6.684 Totaal Positief saldo van € 6,7 miljoen wordt meegenomen naar 2012 conform de reserveringsregeling
Resultaat op de lasten Participatiebudget € 2.074.000 (voordeel, structureel) De gerealiseerde lasten participatie zijn € 2 miljoen lager ten opzichte van de totale begrote lasten. e Het hogere overschot dan bij de 2 Burap vermeld wordt, blijft samen met de staande middelen in de zogenaamde "reserveringsregeling" beschikbaar voor de uitgaven 2012 en verder. Met de invulling van de bezuinigingsopgave, en bijvoorbeeld het eerst medio 2012 afschaffen van de ID-banen, is ook rekening gehouden met inzet van middelen uit deze reserveringsregeling voor 2012 en verder. Het meenemen van deze (extra) middelen is ook zeer welkom in het licht van de bezuinigingen die gepaard gaan met de Wet Werken Naar Vermogen. De oorzaak van de hoger uitvallende reserveringsregeling is dat het afgelopen jaar sterk gestuurd is op het efficiënt inzetten van middelen en daarnaast ook het stoppen met lopende trajecten die niet succesvol zijn of vanwege handhavingsaspecten. De administratieve afwikkeling van de daarmee vrijvallende verplichtingen is eerst eind 2011 in beeld gekomen. In de lasten is ook rekening gehouden met de faciliteit in het kader van de afschaffing ID-banen (zie verder bij voorzieningen)". Resultaat op de baten Participatiebudget € 8.000 (voordeel, structureel) Bij de definitieve vaststelling is het budget educatie met € 8.000 opwaarts bijgesteld. Saldo € 6.684.000 (saldo reserveringsregeling, structureel) Het voornoemde voordelige resultaat op het budget 2011 kan conform de zogenaamde reserveringsregeling, samen met de onbenutte reserveringsregeling uit 2010 worden overgeheveld
30
naar 2012. In 2012 en verder zullen we deze reserveringsregeling nodig hebben voor het opvangen van de verder afnemende budgetten en de effecten van de Wet Werken naar Vermogen. Taakstelling bezuinigingen De taakstelling van € 5 miljoen op re-integratie is gerealiseerd door middel van een meer selectieve en maatgerichte inzet van (flankerende) voorzieningen die voor een belangrijk deel integraal zijn aanbesteed, en het afschaffen van de stimuleringssubsidie. Het preventieprogramma overbelaste jongeren Da Vinci is niet verlengd. In 2011 is de ombuiging werkgeversaanpak gerealiseerd en is Route 27 ondergebracht bij BLVS. De Brug-instrumenten vrijwilligerswerk en participatiebanen zijn niet meer verlengd. Uiteindelijk is er € 6 miljoen bezuinigd op re-integratie. In verband met de te realiseren bezuinigingen in 2012 en volgende jaren heeft de Drechtraad, in het kader van de bezuinigingen, besloten de ID-subsidie met ingang van 1 augustus 2012 stop te zetten. Het gaat om 196 ID banen, verdeeld over 71 Werkgevers. De werkgevers zijn hierover in een beschikking schriftelijk geïnformeerd. De beschikking heeft geleid tot 11 bezwaarschriften. Van deze zijn 9 ongegrond verklaard en van 2 loopt de procedure nog. Het besluit tot stopzetten van de ID subsidie kan pijnlijke gevolgen voor de werknemer hebben als de werkgever geen andere financiering voor de baan heeft. Het Drechtstedenbestuur heeft daarom besloten ID werkgevers te ondersteunen bij het voorkomen of oplossen van dit probleem door het aanvragen van een vergoeding voor outplacementkosten mogelijk te maken als sprake is van noodzakelijk ontslag. In 2011 hebben 6 werkgevers een vergoeding voor outplacement aangevraagd ten behoeve van 33 ID werknemers waarvan er 18 in 2011 zijn uitbetaald. Rekening houdend met vertrek en naderend pensioen van 19 mensen is voor het maximum van het mogelijk nog te claimen bedrag aan faciliteit een voorziening opgenomen van € 795.000 (159 ID werknemers x € 5.000). Het eventueel in 2012 niet geclaimde deel zal in 2012 weer terugvloeien naar het Participatiebudget. Historisch perspectief 2007 - 2012 Jaarlijks wordt de SDD geconfronteerd met een verlaging van het budget Participatie voor reintegratie, inburgering en educatie. Onderstaande tabel geeft ook inzicht in het budget- en uitgavenverloop vanaf 2007 (exclusief overhevelingregeling). Zoals uit deze grafiek blijkt overschrijden de verwachte uitgaven 2012, ondanks de ingezette en deels in 2012 te effectueren bezuinigingen, nog het jaarbudget. Ter dekking hiervan waren ook op de over te hevelen gelden van de meeneemregeling ingecalculeerd. Dat deze positiever uitpakken dan verwacht is zeer welkom in het licht van de verdere bezuinigingen die gepaard gaan met de Wet Werken naar Vermogen.
€ x miljoen
Totaal beschikbare budget Participatie afgezet tegen de uitgaven 50 45 40 35 30 25 20 15 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jaren budget
uitgaven
WSW Wat hebben wij bereikt? De ambities voor 2011 waren: 1. het bieden van passend werk zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever; 2. het uitbreiden van strategische allianties tussen Drechtwerk en derden. Soort werkplek Beschut binnen Beschut buiten Detachering/begeleid werken
Werkelijk eind 2010 44% 29% 27%
Doel eind 2011 40% 31% 29%
Werkelijk eind 2011 44% 25% 31%
Verschil
Doel eind 2014
4% te veel 6 % te weinig 2 % beter
25% 40% 35%
31
Sinds 1 januari 2011 voert de SDD regie op de middelen voor de sociale werkvoorziening. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor het bestuur om te sturen op de resultaten die met deze middelen moeten worden bereikt. In de Drechtsteden is er voor gekozen de middelen volledig in te zetten bij de Gr Drechtwerk. Drechtwerk heeft daarmee de resultaatopdracht meegekregen zoals hierboven weergegeven. Het aandeel werknemers bij Drechtwerk in de verschillende categorieën ten opzichte van de opgave voor 2011 is in de bovenstaande tabel weergegeven. Voor de beweging van binnen naar buiten geldt dat er weliswaar meer mensen gedetacheerd/begeleid aan de slag zijn gegaan, maar dat dit meerdere teniet wordt gedaan door een afname van het aandeel beschut buiten. Hieruit kan worden geconcludeerd dat Drechtwerk in 2011 is achtergebleven bij de ambities. In het verslagjaar is slechts één nieuwe alliantie tot stand gekomen (het schildersbedrijf), die ook in 2011 weer ontbonden is. Al een kwartaal na ingang van het contract bleek dat de betrokken partij haar financiële verplichtingen onvoldoende nakwam en is de overeenkomst ontbonden. De financiële gevolgen hiervan zijn voor Drechtwerk beperkt gebleven. Allianties in andere branches zijn wel overwogen, maar zijn in een vroeg stadium afgeketst. Het is bijzonder moeilijk gebleken om commerciële partijen te bewegen tot overeenkomsten die ook voor Drechtwerk voordelen opleveren. Wel is begin 2012 inmiddels een samenwerking met een Brabants metaalbedrijf gerealiseerd. Hoe hebben wij dit gemeten? Drechtwerk verantwoordt zich eens per kwartaal aan de SDD over haar prestaties. Wat hebben wij daarvoor gedaan? De ambities ten aanzien van de sociale werkvoorziening zijn in een overeenkomst tussen de GR Drechtsteden en de GR Drechtwerk vastgelegd. Op de taakstelling die door het Rijk is opgelegd zijn in 2011 voor een aantal gemeenten meer WSW-plaatsen gerealiseerd dan uit het (Rijks)budget bekostigd kan worden. De sturing op het binnen de aangegeven budgetten en aantallen realiseren van WSW-plaatsen is de verantwoordelijkheid van Drechtwerk. Hierover wordt meer gedetailleerd gerapporteerd in het jaarverslag van Drechtwerk. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
WSW Totaal
Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 35.504 35.504 0 35.504 35.504 0
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 35.504 35.504 0 35.504 35.504 0
Lasten 0 0
Afwijking Baten Saldo 0 0 0 0
Resultaat op de Wsw € 0 (structureel) Aangezien het, met de bestuurlijk gekozen besteding bij Drechtwerk, feitelijk het doorsluizen van rijksmiddelen betreft, zijn de gerealiseerde lasten Wsw gelijk aan de begrote lasten. Kinderopvang Wat hebben wij bereikt? Taakstelling 2011: terugdringen van de stijgende lasten Kinderopvang. In 2011 heeft de SDD bijgedragen in een deel van de kosten van de kinderopvang voor 709 gezinnen. Door aanvullende voorwaarden in de verordening en het selectiever omgaan met de inzet van kinderopvang, en strakker koppelen aan werk, zijn de uitgaven in verband met de kinderopvang lager dan begroot. Hoe hebben wij dit gemeten? Dit wordt in het managementinformatiesysteem van de SDD gemonitord.
32
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In het kader van haar financiële taakstelling op kinderopvang heeft de SDD in 2011 een drietal maatregelen genomen om de uitgaven te verlagen. In de eerste plaats zijn in de voorwaarden voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie aangescherpt in de verordening. Daarnaast is, via beleidskeuzes op re-integratie en inburgering, invloed uitgeoefend op het volume van de aanspraak op kinderopvang die ten laste van het participatiebudget is gebracht. Tot slot is ook de handhaving op alle drie de vormen van kinderopvang aangescherpt. Daarbij is het in 2011 niet noodzakelijk gebleken om de hardheidsclausule voor schrijnende gevallen toe te passen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
WKO SMI Totaal
Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 546 546 0 77 77 0 623 623 0
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 510 510 0 56 56 0 566 566 0
Lasten -36 -21 -57
Afwijking Baten Saldo -36 0 -21 0 -57 0
Resultaat op de lasten Kinderopvang € 57.000 (voordeel, structureel) e In de 2 Burap 2011 is een voordeel van € 30.000 weergegeven. Het nu weergegeven voordeel van € 57.000 is bereikt door het aanscherpen van de voorwaarden SMI en een striktere handhaving op kinderopvang voor de doelgroep klanten met studiefinanciering. Resultaat op de baten Kinderopvang € 57.000 (nadeel, structureel) Als gevolg van de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van voor- en nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten. De resultaten leiden niet tot aanpassing van de begroting 2012. Daarnaast is voor Kinderopvang ruim € 722.000 ten behoeve van de doelgroep participatie (uitkeringsgerechtigden, nuggers en inburgeraars) ten laste van het participatiebudget gebracht. Dit betreft circa 56% van de totale uitgaven voor de kinderopvang die op deze wijze kunnen worden gedekt. Door de sterke afname van het participatiebudget nemen de komende jaren de mogelijkheden af om dergelijke zaken uit het participatiebudget te dekken. Overigens is het budget voor de kinderopvang die de gemeenten ontvangen in de algemene uitkering fors meer dan het bedrag dat door de SDD conform de huidige afspraken ten laste van de gemeenten worden gebracht. Inkomensondersteuning Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2011: Het aantal mensen dat eind 2011 een bijstandsuitkering ontvangt is maximaal 4.700. De doelstelling van maximaal 4.700 per ultimo 2011 is met een eindstand van 4.674 bereikt. De grens van 4.700 werd 5 oktober gepasseerd. De preventiequote lag in het tweede half jaar gemiddeld op 65,20%. De preventiequote is het percentage meldingen “aan de poort” dat uiteindelijk niet tot de aanvraag heeft geleid, omdat burgers eventueel met ondersteuning van de SDD werk konden aanvaarden, beroep op een voorliggende voorziening konden doen of na controle van hun situatie geen recht bleken te hebben. Met inzet van handhavingsinstrumenten werden 455 uitkeringen beëindigd of gewijzigd voortgezet. Hiervoor zijn 578 onderzoeken uitgevoerd. Hoe hebben wij dit gemeten? Dit wordt in het managementinformatiesysteem van de SDD gemonitord.
33
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat de beoogde bestandsreductie behaald zou worden. In plaats van een daling, steeg in de eerste 5 maanden van het jaar het bestand tot ca. 5.200 klanten met een inkomensondersteuning. Zowel op het gebied van instroombeperking als uitstroombevordering bleven de resultaten achter. Hierop is gereageerd door het nemen van een aantal maatregelen op onder andere het gebied van preventie, focus op specifieke klantgroepen, de doorontwikkeling van de professionaliteit van de klantmanager, de werkgeversbenadering met BaanBrekend Drechtsteden (BBD) en versterkte handhaving. Dit vanuit een sterke focus op werk en op de eigen verantwoordelijkheid van (potentiële) klanten daarbij. Daarbij is er sprake geweest van een integrale en flexibele benadering van de klanten. Klanten die zich niet aan hun verplichtingen met betrekking tot zowel de arbeidsinschakeling als inkomensondersteuning hielden, zijn hierop aangesproken en als gevolg hiervan met sancties en beëindiging van uitkering geconfronteerd. Met korte tussentijdse evaluaties en wekelijkse bespreking van de resultaten werd de vinger aan de pols gehouden en waar nodig kon bijtijds worden bijgestuurd. Instroom/Uitstroom 2011 per maand - Totaal SDD 350 300 250 200
Instroom Uitstroom
150 100 50 0 jan- feb- mrt- apr- mei- junjul- aug- sep- okt- nov- dec2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Inkomen Totaal
Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 73.210 72.260 -950 73.210 72.260 -950
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 76.193 74.194 -1.999 76.193 74.194 -1.999
Lasten -2.983 -2.983
Afwijking Baten Saldo 1.934 -1.049 1.934 -1.049
Het jaar 2011 heeft op Inkomensondersteuning geleid tot een extra tekort van € 2,0 miljoen, bovenop het in de geactualiseerde begroting 2011 geaccepteerde tekort van € 8,6 miljoen. De € 2,0 miljoen e betreft de bij de 2 Burap gemelde verlaging van het rijksbudget (de € 950 in de tabel) en het e uiteindelijke tekort op de lasten (de € 1.049 uit de tabel). Bij de 2 Burap 2011 was dit (extra) tekort geprognosticeerd van tussen de € 4 en € 5 miljoen (€ 3 á € 4 miljoen op de lasten en € 1 miljoen lagere rijksbijdrage). Dit is mede positief bijgesteld doordat het ministerie van SZW de claim voor een Incidentele Aanvullende Uitkering in het tekort 2010 geheel heeft toegekend. Dit betekent een extra inkomst van € 2,5 miljoen in 2011. Met de toekenning geeft het ministerie ook nadrukkelijk een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Ook voor 2011 wordt bezien of we aan de criteria kunnen voldoen om een Incidentele Aanvullende Uitkering aan te vragen. Gezien de onzekerheid over eventuele toekenning is hier, parallel met vorig jaar, in de jaarrekening nog geen rekening mee gehouden. Resultaat op de lasten: € 2.983.000 ( nadeel, incidenteel ) De lasten Inkomensondersteuning zijn € 2.983.000 hoger dan de totale begrote lasten. Dit komt met name omdat de achterblijvende daling en zelfs stijging begin 2011 van het klantenbestand het eerste
34
half jaar tot dusdanige meerkosten heeft geleid dat die slechts beperkt door de latere daling zijn gecompenseerd. Omdat met de eindstand de lasten structureel wel op het afgesproken niveau zijn gebracht is dit nadeel per eind 2011 als incidenteel aan te merken. Vanzelfsprekend zal het toekomstige resultaat beïnvloed worden door de toekomstige ontwikkeling in de klantenaantallen die zoals aangegeven begin 2012 stijgende zijn. Resultaat op de baten: € 1.934.000 ( voordeel, incidenteel ) De gerealiseerde baten Inkomensondersteuning zijn € 1.934.000 hoger dan de totale begrote baten. Het resultaat op de baten laat zich grotendeels als volgt verklaren: -
-
Hogere rijksvergoeding Incidentele Aanvullende Uitkeringen 2010 als gevolg van de toekenningen van de door ons ingediende aanvragen betreffende het jaar 2010 á € 2.551.000 Lagere debiteureninkomsten terugvordering en verhaal als gevolg van een daling van de uvi vorderingen (vorderingen voorliggende voorzieningen) á € 279.000. Als gevolg van de preventie aan de poort op mogelijke voorliggende voorzieningen zijn er minder verrekeningen (achteraf) geweest met het UWV. Incidenteel nadeel op de herwaardering van het integrale debiteurensaldo á € 382.000. Jaarlijks vindt een (her)waardering plaats van het totale uitstaande debiteurensaldo SDD cliënten om een actueel inzicht te krijgen van het reële bedrag aan uitstaande vorderingen. Ten opzicht van het jaar 2010 is het reëel uitstaande debiteurensaldo per ultimo 2011 met € 382.000 afgenomen. Dit onder andere door de hogere preventiequote aan de poort waardoor er minder verrekeningen achteraf plaatsvinden met het UWV. Daarnaast is de groep niet betalers procentueel gestegen ten opzichte van het jaar 2010.
Klanten aantallen 2011
Budgetten SZW en Uitgaven W W B / WIJ 74
5200 70
4800
68
€xm iljoen
Cliënten aantallen
72
5000
4600 Klanten aantallen Doelstelling
4400 4200
66 64 62 60 58
4000 w k 4 wk 8
wk 12
wk 16
wk 20
wk 24
wk 28
wk 32
wk 36
wk 40
wk 44
wk 48
wk 52
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jar en
w eken
Budget
Uitgaven
Minimabeleid
Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2011: De doelstelling van het Minimabeleid in 2011 is het financieel ondersteunen van mensen met een minimuminkomen in de Drechtsteden. Daarnaast was tot doel gesteld dat deze ondersteuning binnen het gegeven budget gerealiseerd moet worden. Deze doelstelling hebben wij gehaald. Per saldo is er voor het jaar 2011 sprake van een positief resultaat van € 19.000. e
In de geactualiseerde begroting 2011 is op basis van de 1 Burap het extra budget van € 450.000 opgenomen. Dit als gevolg van het bestuurlijk besloten uitstel van invoering van het nieuwe minimabeleid naar 2012. Binnen de realisatie van de doelstelling 2011 zijn wel enkele opvallende zaken: - De statushouders die gemeenten in 2011 volgens hun taakstelling moesten huisvesten, ca.180 huishoudens, zorgden voor ca. € 900.000 aan extra kosten voor de kosten van hun woninginrichting via leenbijstand - Om deze kosten op te vangen is met succes vanaf medio 2011 nauwgezetter geïndividualiseerd bij aanvragen voor bijzondere bijstand. Daardoor vonden uiteindelijk minder standaardverstrekkingen en meer maatwerk plaats.
35
-
De totale kosten voor de collectieve zorgverzekering zijn € 128.000 lager dan begroot uitgekomen. Voor deze lagere besteding zijn een tweetal redenen, de maandelijkse verschuldigde premiebijdrage in 2011 is door IZA CURA lager vastgesteld dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast factureerde IZA CURA bij ons voor minder verzekerden de premiebijdrage dan aanvankelijk was ingeschat. Dit is het gevolg van toenemende betalingsachterstanden bij verzekerden, waardoor meer huishoudens hun aanvullende verzekering opgeschort zien, en in die gevallen vervalt onze maandelijkse premiebijdrage. Inmiddels zijn maatregelen genomen waarbij we zeer vroegtijdig worden geïnformeerd en actie nemen. Overigens is de toename relatief. We zaten altijd onder het landelijk gemiddelde en bewegen daar nu meer naar toe.
Hoe hebben wij dit gemeten? Dit wordt in het budgetinformatiesysteem van de SDD gemonitord. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Om de bij de Burap verwachte extra bestedingen, o.a. wegens de huisvesting van statushouders, zoveel mogelijk binnen het bestaande budget op te vangen is er met succes op gestuurd meer maatwerk in plaats van standaardverstrekkingen te leveren, en daarnaast het incassoresultaat voor de openstaande vorderingen leenbijstand te verbeteren. Nadat het Drechtstedenbestuur in juni 2011 had besloten om vanaf 2012 het minimabeleid te vereenvoudigen, sterker aan te sluiten bij de eigen verantwoordelijkheid van burgers, en meer te richten op werk heeft de Drechtraad uiteindelijk in oktober 2011 met algemene stemmen deze beleidslijn geaccordeerd bij het vaststellen van de verordening Persoonlijk Minimabudget. De vernieuwing van het minimabeleid Drechtsteden vormde ook voor andere gemeenten bron van inspiratie. Zo zijn o.a. Spijkenisse, Vlaardingen en Schiedam met een vergelijkbare beleidslijn aan de slag gegaan. Na afronding van de besluitvorming door Drechtstedenbestuur en Drechtraad is naast de reguliere uitvoeringspraktijk nadrukkelijk aandacht worden besteed aan het voorbereiden van het nieuwe minimabeleid voor invoering per 1 januari 2012. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Minimabeleid Totaal
Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 6.260 6.260 0 6.260 6.260 0
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 6.273 6.292 19 6.273 6.292 19
Lasten -13 -13
Afwijking Baten Saldo 32 19 32 19
Het jaar 2011 is met een overschot op het programma Minimabeleid van € 19.000 vrijwel gelijk aan begroting. Het overschot 2011 wordt conform de financieringsafspraken in de reserve minimabeleid e gestort. Bij de 2 Burap 2011 was dit overschot geprognosticeerd op € 60.000. Resultaat op de lasten: € 13.000 ( nadeel, incidenteel ) De gerealiseerde lasten minimabeleid zijn € 13.000 hoger dan de totale begrote lasten. Resultaat op de baten: € 32.000 ( voordeel, incidenteel ) De gerealiseerde baten minimabeleid zijn € 32.000 hoger dan de totale begrote baten, als gevolg van hogere ontvangsten terugvordering, aflossing leenbijstand. Door intensivering van de mogelijkheden tot aflossing en door de stijging van het aantal verstrekkingen leenbijstand in de voorgaande jaren, is het bedrag aan aflossingen leenbijstand in 2011 gestegen.
36
WMO Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2011: De programmakosten Wmo individuele voorzieningen dalen met 5% ten opzichte van 2010 (= € 1.980.000). Om deze doelstelling te realiseren moet ook de autonome groei van eveneens zo’n 5% ondervangen worden. De totale opgave bedraagt dus in feite zo’n 10% (zo’n € 4 miljoen) ten opzichte van 2010. Deze doelstelling hebben we gehaald! Het gerealiseerde verloop van de aantallen voorzieningen is als volgt: (Bedragen x € 1.000) Totaal Huishoudelijke Hulp Vervoer Rolstoel Wonen Totaal Hulpmiddelen
Ultimo 2010 8.513 18.364
Ultimo 2011 8.746 17.443
Afwijking 2,7% -5,0%
3.883 3.277
3.725 2.180
-4,1% -33,5%
25.524
23.348
-8,5%
De stijging op de aantallen Hulp bij het Huishouden zijn door lagere indicaties, verschuiving van duurdere naar goedkopere zorg en hogere opbrengsten van de eigen bijdragen CAK, financieel opgevangen. Hoe hebben wij dit gemeten? Dit meten we via het managementinformatiesysteem en budgetrapportages. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Inwoners van de zes Drechtsteden gemeenten, met lichamelijke en/of geestelijke beperkingen, kunnen ondersteuning vragen. In dit kader voeren we een deel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit. Het betreft het zogenoemde ‘prestatieveld zes’: voorzieningen voor mensen met een beperking. Bovendien voeren we ook de informatie- en adviesfunctie op het gebied van voorzieningen uit (deel van ‘prestatieveld drie’). We benutten de speelruimte die de compensatieplicht in de Wmo biedt om tot nieuwe vormen van maatschappelijke ondersteuning te komen. Dit is nodig omdat er de komende jaren vanuit het Rijk een structurele korting op het Wmo budget plaatsvindt. Vanaf 2011 is het budget voor Hulp bij het Huishouden voor de Drechtsteden gemeenten met € 2 miljoen verminderd. Om de uitgaven in 2011 ten opzichte van 2010 te laten dalen met 5% hebben we het volgende gedaan: - Nieuwe, gunstigere contracten voor hulpmiddelen (rolstoelen, scootmobielen, etc.) toepassen van het principe ‘algemeen gebruikelijk’ voor eenvoudige woonvoorzieningen er worden geen beugels/handgrepen meer verstrekt; - nieuw, gunstiger contract voor trapliften; - kortingspercentages bedongen bij de (met name grote) aannemers met betrekking tot woningaanpassingen; - tarieven voor ‘Hulp bij het Huishouden’ zijn niet geïndexeerd; - controle op PGB’s voor Hulp bij het Huishouden; - scherpere indicatiestelling (van gemiddeld 3,61 uur begin 2011 naar 3,41 uur eind 2011 een daling van het aantal scootmobiels van 7% t.o.v. begin 2011); - meer HH1 in plaats van HH2 (verhouding aantal uren HH1:HH2 is gewijzigd van begin 2011 55:45 naar 61:39); - invoeren van een eigen bijdrage voor alle Wmo voorzieningen, behalve rolstoelen (de baten van deze maatregel zullen pas in 2012volledig zichtbaar worden);
37
-
wijziging van het standaard uurtarief Hulp bij het huishouden voor het berekenen van de eigen bijdrage.
Eind 2011 hebben we onderzoek gedaan naar een aantal beleidsaanpassingen: - Het invoeren van een inkomensgrens om de toegang tot bepaalde voorzieningen te beperken; - Een nieuwe aanbesteding Hulp bij het Huishouden met een andere inhoud; Een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, in december, doorkruist de mogelijkheid om te gaan werken met inkomensgrenzen. De nieuwe aanbesteding Hulp bij het Huishouden wordt in 2012 verder uitgewerkt. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Huishoudelijke hulp Lasten HH voorgaande jaren Hulpmiddelen Totaal
Actuele Lasten 24.619 0 13.045 37.664
begroting 2011 Resultaat 2011 Baten Saldo Lasten Baten Saldo 24.619 0 25.988 25.913 -75 0 0 1.086 0 -1.086 13.045 0 11.476 11.476 0 37.664 0 38.550 37.389 -1.161
Lasten -1.369 -1.086 1.569 -886
Afwijking Baten Saldo 1.294 -75 0 -1.086 -1.569 0 -275 -1.161
T.l.v. gemeenten 0 0 1.400 1.400
e
Bij de 2 Burap 2011 is de verwachting uitgesproken dat de doelstelling: De programmakosten Wmo individuele voorzieningen dalen met 5% ten opzichte van 2010, niet geheel zou worden gehaald. De prognose (gebaseerd op 5 maanden realisatie) was dat kostenbesparing op de Wmo zou uitkomen op 1 miljoen, in plaats van de begrote besparing van € 1.980.000. Nu kunnen wij melden dat (extra) genomen beleidsmaatregelen alsnog haar vruchten hebben afgeworpen. Het resultaat 2011 op de totale Wmo, na correctie van incidentele uitgaven voorgaande jaren, bedraagt € 1.330.000 voordeel. In navolgende tabel wordt de relatie gelegd tussen in de linkerkolom, de in de jaarrekening begrepen kosten (inclusief alle niet op 2011 betrekking hebbende correcties) en in de rechterkolom het zuivere beeld van de kosten die betrekking hebben op 2011. In de rechterkolom is dan de realisatie ten opzichte van de taakstelling te zien. (Bedragen x € 1.000) Lasten 2010
Realisatie doelstelling 2011 39.000
Doelstelling 5% Budget 2011
2.000 37.000 Feitelijk betaald 2011
Na correctie voorgaande jaren
Nadeel lasten HH Voordeel baten HH
-2.460 1.300
-1.370 1.300
Resultaat hulpmiddelen Realisatie
1.400 36.760
1.400 35.670
240
1.330
Budget -/- realisatie
De correcties van voorgaande jaren betroffen de in eerdere Buraps gemelde bijstelling van het resultaat 2010 (conform jaarrekening 2010), correctie 2009 als gevolg van een claim van een zorgaanbieder en tenslotte bijstelling voorlopige terugvorderingen 2008 na afwikkeling daarvan met de verschillende aanbieders. De doelstelling 2011 is dus ruimschoots gehaald. Alhoewel de doelstelling op het hele WMO-budget is behaald zijn de kosten voor de hulp bij het huishouden hoger dan het rijksbudget (de taakstelling bij de begroting 2011 was lager dan het verschil ten opzichte van het rijksbudget). Daarnaast stijgt zonder ingrijpen het beroep op de Wmo-voorzieningen jaarlijks met ongeveer 5 % terwijl het budget niet stijgt. Inmiddels zijn voorbereidingen gaande voor de heraanbesteding waarmee getracht zal worden de lasten fors verder te verlagen. Het resultaat op de lasten Wmo Hulp bij het Huishouden 2011, na zuivering van uitgaven voorgaande jaren op de lasten, geeft een tekort van € 75.000. Conform financieringsafspraken wordt voorgesteld om het resultaat 2011 en de extra lasten uit voortgaande jaren ten laste van de reserve te brengen. Het voordeel van € 1,4 miljoen op de Wmo Hulpmiddelen wordt op basis van nacalculatie afgerekend met de gemeenten.
38
WMO Hulp bij het huishouden Voor de bekostiging van de Wmo Hulp bij het Huishouden is afgesproken dat de budgetten die de gemeenten hiervoor van het Rijk ontvangen 1 op 1 worden overgedragen aan de SDD. Overschotten worden gereserveerd in de reserve Wmo, dit tot een maximum van € 2.900.000. De huidige stand van de reserve na begrotingswijzigingen 2011 bedraagt € 2.259.000. Tekorten worden in eerste instantie gedekt vanuit de reserve. Het jaar 2011 heeft geleid tot een tekort op het programma Wmo Hulp bij e het Huishouden van € 1.161.000. Bij de 2 Burap 2011 was dit tekort geprognosticeerd op € 2 miljoen. Structureel wordt het taakstellende niveau overigens wel bereikt hetgeen al in de begroting 2012 is verwerkt. Conform financieringsafspraken wordt voorgesteld het tekort op de Wmo Hulp bij het Huishouden ten laste van de reserve te brengen (waarna € 1,1 miljoen in de reserve resteert). Resultaat op de lasten: € 2.455.000 ( nadeel, incidenteel ) De gerealiseerde lasten Wmo Hulp bij het Huishouden zijn € 2.455.000 hoger dan de begrote lasten. De begroting was al taakstellend verlaagd met € 1,2 miljoen. In het resultaat zijn de volgende incidentele uitgaven over de voorgaande jaren 2008 t/m 2010 inbegrepen: - Correctie resultaat jaarrekening 2010: € 280.000 - Correctie als gevolg van claim zorgaanbieder 2009: € 700.000 - Correctie als gevolg van bijstelling terugvordering 2008: € 106.000 + € 1.086.000 Het netto resultaat op de lasten komt hiermee op een bedrag € 1.369.000 ( nadeel, structureel). Resultaat op de baten € 1.294.000 ( voordeel, structureel ) De gerealiseerde baten Wmo Hulp bij het Huishouden zijn € 1.294.000 hoger dan de begrote baten. Als gevolg van de toename van het aantal klanten met een voorziening Hulp bij het Huishouden, een hoger vastgesteld standaard uurtarief waarover de eigen bijdrage wordt berekend en de toename van het aantal werkelijk geleverde uren zorg binnen de afgegeven indicatiestelling (hogere uitnutting), hebben geleid tot een hogere opbrengst eigen bijdrage CAK. In totaal is over 2011 een bedrag van € 4.950.000 aan eigen bijdrage CAK ontvangen, daar waar in de begroting rekening was gehouden met een bedrag van € 3.700.000. Naast de hogere eigen bijdrage CAK zijn de Rijksbudgetten (conform septembercirculaire gemeentefonds 2011) met € 45.000 opwaarts bijgesteld. WMO Hulpmiddelen De financiële bijdrage gemeenten ten behoeve van de Wmo Hulpmiddelen is conform de financieringssystematiek op nacalculatie basis. Resultaat op de lasten: € 1.569.000 ( voordeel, structureel ) De gerealiseerde lasten Wmo Hulpmiddelen zijn € 1.569.000 lager dan begroot. De begroting was al taakstellend verlaagd met € 800.000. Bij de 2e Burap 2011 werd rekening gehouden met lagere lasten van € 1.140.000. De positieve afwijking is het gevolg van een verdere daling van het aantal Wmo voorzieningen, dit als gevolg mogelijk bijkomstig effect van de invoering op de eigen bijdrage op de de alle Wmo voorzieningen (behalve de rolstoelen). Bij de 2 Burap 2011 werd uitgegaan van een daling van 3,1% van het aantal voorzieningen Hulpmiddelen. Uit de laatste cijfers blijkt dat het aantal voorzieningen ultimo 2011 met 8,5% is gedaald ten opzichte van dezelfde periode 2010. Resultaat op de baten: €1.569.000 ( nadeel, structureel) Als gevolg van de financiering op basis van nacalculatie is het resultaat op de baten de doorberekening van het resultaat op de lasten aan de gemeenten en is daaraan gelijk. Uitgaven Wmo 30 25 20
Huishoudelijke hulp
15
Hulpmiddelen
10 5 2007
2008
2009
2010
2011
39
Budgetadvies en schuldbemiddeling Wat willen we bereiken? Doelstelling: Het adequaat bieden van schuldhulpverlening aan inwoners van de Drechtsteden. Burgers met schulden moeten nadat ze zich voor schuldhulpverlening gemeld hebben snel en goed geholpen worden. Omdat tijdig ingrijpen essentieel is (de situatie verergert naarmate een schuldsituatie langer duurt) is de afgelopen jaren gestuurd op het verkorten van de wachttijd met als doelstelling: de wachttijd voor schuldhulpverlening is maximaal 20 werkdagen. En met een positief resultaat! In 2009 was de wachttijd 60 werkdagen, op 1 januari 2011 nog 20 werkdagen en op 1 januari 2012 nog 10 werkdagen. Het aantal meldingen nam toe: in 2009 meldden zich 1.866 mensen voor schuldhulpverlening, in 2010 waren dat er 2150 en in 2011 waren dat er 2350. Hoe kunnen wij dit meten? Via ons managementinformatie systeem (SDDMI). Wat hebben wij daarvoor gedaan? We proberen de burgers in de Drechtsteden te ondersteunen bij het zelfstandig bereiken van een duurzaam evenwichtige financiële situatie en het oplossen van (problematische) schulden. Ons aanbod was zowel preventief als curatief. Door een tijdige onderkenning van de problematiek en het geven van informatie en advies konden we voorkomen dat problematische schulden ontstaan. Daarnaast hebben we producten aangeboden zoals “stabilisatie”, schuldregelen en administratieve ondersteuning (met inzet van WWB cliënten) waarmee we mensen konden ondersteunen die al problematische schulden hadden en hen helpen bij het oplossen ervan. In het verder verbeteren en efficiënter maken van onze dienstverlening is in 2011 ook de Workshop Schuldhulpverlening gestart. 2011 stond bovendien in het teken van de bezuinigingen, met name ter voorbereiding op het vervallen van “de extra middelen schuldhulpverlening” per 31 december 2011. In dit kader is het productaanbod doorontwikkeld vanuit de gedachte: beter, sneller en goedkoper. Daarnaast hebben we beleidswijzigingen voorbereid om ook in 2012 met minder middelen de hulp te kunnen bieden die nodig is. Deze worden in het in 2012 vast te stellen beleidsplan in het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening meegenomen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo Schuldbemiddeling en budgetadvies Totaal
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo
Lasten
Afwijking Baten Saldo
71
71
0
34
34
0
37
-37
0
71
71
0
34
34
0
37
-37
0
Resultaat op de lasten: € 37.000 ( voordeel, incidenteel ) De gerealiseerde lasten Schuldhulpverlening en budgetadvies zijn lager dan de totale begrote lasten. Het budget is opgebouwd uit een zogenaamd basisbudget van € 61.000 en een budget voor preventieactiviteiten van € 10.000. Vanuit het basisbudget worden diverse uitgaven bekostigd, waaronder de kosten voor het aangaan en de afhandeling van saneringskredieten door de gemeentelijke Kredietbank Breda. Het aantal toegekende schuldsaneringkredieten in 2011 is lager dan bij de begroting werd rekening gehouden. Resultaat op de baten: € 37.000 ( nadeel, incidenteel ) Als gevolg van de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door het berekenen van het resultaat op de lasten aan de gemeenten en is daaraan gelijk.
40
Apparaat (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 31.106 31.106 0 30.276 30.989 713 830 117 713 Apparaat 31.106 31.106 0 30.276 30.989 713 830 117 713 Totaal 0 0 0 -757 0 757 757 0 757 Taakstelling 31.106 31.106 0 29.519 30.989 1.470 1.587 117 1.470 Totaal Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
De ingezette bezuinigingsmaatregelen op het apparaat zijn zichtbaar in het positieve resultaat op het apparaat. Resultaat op de lasten: € 1,6 miljoen ( voordeel, incidenteel ) Deze forse besparing die op de lasten is gerealiseerd was ook nodig om de opgelegde taakstelling van € 1,2 miljoen op het apparaat te realiseren. Met de zelfs hogere realisatie in 2011 wordt al wat vooruitgelopen op de stijgende taakstellingen in 2012 waardoor er in 2011 een extra incidenteel voordeel gerealiseerd is. Aangezien de begroting, door een stelpost (bij de baten), wel al was verlaagd met de taakstelling, maar die stelpost nog moest worden gerealiseerd wordt hier de totale besparing zichtbaar. Als gevolg van de ingezette bezuinigingen, beperken inhuur en een vacaturestop is op de apparaatlasten een voordeel gerealiseerd van € 1,6 miljoen. Het voordeel is grotendeels als volgt te verklaren: - Salariskosten zijn € 826.000 lager dan begroot. Resultante van de vacaturestop, het inzetten van eigen personeel op projecten die gefinancierd worden uit het participatiebudget of door derden en efficiënte inbedding van uitvoeringskosten van nieuwe taken 2011. - Op opleidingen, afdelingsbudgetten en pensioenen is € 105.000 minder uitgegeven dan begroot. - De kosten van ingehuurd personeel zijn € 1.183.000 lager dan begroot als gevolg van het beperken van inhuur en het maken van goede prijsafspraken bij het afsluiten van nieuwe contracten. Dit is structureel voordeel dat al in de begroting 2012 is verwerkt (als deel van de daarin opgenomen kostenbesparing). - Een voordeel van € 165.000 als gevolg van de vrijval voorziening FUWA (zie paragraaf 3.5 reservepositie voor een nadere toelichting) - Een voordeel van € 159.000 op de uitvoering schuldhulpverlening 2010 en 2011. Conform richtlijnen NVVK betalen schuldeisers een bijdrage in de kosten voor de uitvoering schuldhulpverlening door SDD. - Een nadeel van € 163.000 op de doorbelaste kosten GRD. Dit betreft een extra doorbelasting van de GRD/SCD in verband met een fout op de berekening van de ouderenkorting in de salariskosten enkele jaren geleden door P&O. De belastingdienst heeft een naheffing opgelegd. Deze naheffing wordt over de GRD-dochters verdeeld. - Nadeel van € 757.000 dit betreft de gerealiseerde taakstelling welke conform de afspraken in 2011 betaald is aan de GRD. Resultaat op de baten: € 117.000 ( nadeel, incidenteel ) - Het “nadeel” als gevolg van het vervallen van de als stelpost in de baten opgenomen taakstelling van € 0,4 miljoen op het apparaat. Deze stelpost valt zoals bedoeld weg tegen bovengenoemde voordelen. - Gezien de uitkomst van (de apparaatskosten in) deze jaarrekening wordt voorgesteld de eerder toegezegde inzet van de innovatiereserve ter dekking van de kosten van het programma Partner in Zelfstandigheid niet te benutten. Op die wijze kan de innovatiereserve benut worden om de kosten te dekken van het in 2012 startende vergelijkbare traject bij de onderdelen WMO en Schuldhulpverlening. Het niet opnemen van de inkomst uit de reserve in deze jaarrekening levert hier een nadeel op van €320.000 hetgeen ruimschoots wordt opgevangen door bovengenoemde voordelen.
41
-
-
De definitieve budgetten tijdelijke regeling schuldhulpverlening zijn verwerkt wat resulteert in een hogere voorcalculatorische bijdrage van € 61.000. Een voordeel op de bijdrage programmabudgetten van € 184.000 ten opzichte van de e prognose van de 2 Burap. Er zijn meer werkzaamheden door de eigen organisatie gedekt uit het participatiebudget. Een voordeel van € 338.000 gerealiseerd op opbrengsten dienstverlenings-overeenkomsten en detacheringen. Het betreft € 121.000 hogere opbrengsten detacheringen dan in de raming e van de 2 Burap en daarnaast is bij het inzetten van eigen personeel en faciliteiten voor projecten ook de overhead in rekening gebracht. Dit was niet begroot en levert daarmee een voordeel op van € 217.000.
Frictiekosten Tot in 2014 zal er naar verwachting sprake zijn van het nog niet kunnen effectueren van de besparing voor dat deel waarvoor boventallige medewerkers nog niet zijn door- of uitgestroomd. Daarnaast zijn er, mede op basis van het sociaal plan, kosten te verwachten voor de faciliteren van boventallige medewerkers naar andere banen binnen de regio of daarbuiten of daar waar onverhoopt nodig uiteindelijk (effectuering van) ontslag. In de begroting 2012 is hiervoor een budget vrijgespeeld en beschikbaar gesteld van € 1 miljoen. Om puur regelgevingtechnische redenen dienen deze kosten ten laste van 2011 te worden gebracht. Vanzelfsprekend leidt dit niet tot verrekeningen met de gemeenten. Immers het budget is in 2012 reeds beschikbaar. In overleg met de accountant is ervoor gekozen administratief in 2011 een voorziening frictiekosten te vormen ten laste van de exploitatie van het SDD. Om deze voorziening en het daarmee administratief gecreëerde negatieve resultaat te kunnen dekken wordt dit bedrag in 2011 onttrokken aan de algemene reserve om in 2012 gelijk weer te worden teruggeboekt. Dit zal ten laste worden gebracht aan het reeds beschikbare budget frictiekosten in de begroting 2012. Dit betreft daarmee slechts een administratieve verwerking en heeft geen enkel gevolg voor de (bijdragen van de) gemeenten.
42
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden In 2007 is het Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD) ontstaan uit een overdracht van taken en middelen van de gemeente Dordrecht en Zwijndrecht waarbij afspraken zijn gemaakt hoe de financiële resultaten gedragen zullen worden. Het (IBD) is een dienstverlenende, multifunctionele organisatie. Naast een traditioneel ingenieursbureau voor civiele techniek en bouwkunde is het ook een kleinschalig ontwerpbureau voor architectuur, ruimtelijke ordening en landschaps-architectuur. Daarnaast geeft het IBD adviezen voor gebouwenbeheer en voert het onderhoudsdiensten uit aan overheidsgebouwen. Het IBD richt zich in eerste instantie op haar opdrachtgevers uit de Drechtsteden en slechts in geringe mate (<10%) op activiteiten voor derden. De verwachting was dat de omzet van het IBD in 2011 zou teruglopen vanwege de recessie en de bijbehorende bezuinigingen bij de gemeenten. Door extra inspanningen zijn de baten van het IBD toch op peil gebleven. Onder andere is de samenwerking met Albasserdam geïntensiveerd. Als eerste niet in het IBD deelnemende gemeente brachten zij hun ingenieurs-werkzaamheden volledig bij het IBD onder en gaven zij aan verder te willen onderzoeken of volledige aansluiting mogelijk is. In de aansluiting van de vier Drechtsteden bij het IBD (2 naar 6) is Alblasserdam koploper. Met Papendrecht is een eerste verkennende samenwerking gestart en ook met Sliedrecht en Hendrik-Ido-Ambacht wordt samengewerkt. In 2011 is er vooral op gestuurd om de samenwerking te vergroten en op het creëren van vertrouwen. Dit is een waardevolle basis voor een volgende stap in het 2 naar 6 proces in 2012. In de bedrijfsvoering heeft het IBD zich gericht op het verbeteren van de interne processen en de samenwerking met haar opdrachtgevers. Om dit te bereiken zijn 10 verbeterprojecten uitgevoerd. Om aan de extra taakstelling te kunnen voldoen is, na goedkeuring van het bestuur, begonnen ingehuurde medewerkers te vervangen door vaste medewerkers. Eind mei is hiermee gestart. Onder andere vanwege onduidelijkheid over het werkaanbod, is het effect van deze actie laat in het jaar merkbaar geworden. Een structureel probleem van het IBD is het gegeven dat de aanwezige capaciteit deels niet aansluit bij de vraag van onze opdrachtgevers. Daardoor was er in 2011 relatief veel leegloop (geen werkaanbod voor gespecialiseerd, vast personeel). Het afgelopen jaar is veel energie gestoken in het oplossen van dit probleem. Op korte termijn is strak gestuurd op indirecte uren (intern overleg, opleiding). Daarnaast zijn wij gesprekken gestart met onze opdrachtgevers om te komen tot een structurele oplossing. Deze gesprekken krijgen in 2012 een vervolg. Per saldo eindigt het IBD het boekjaar met een resultaat van € 193.000 negatief ten opzichte van de geactualiseerde begroting. Dit negatieve resultaat is ontstaan doordat de in 2011 opgelegde taakstelling (€ 193.000 van de € 290.000) niet volledig is gerealiseerd en een aantal incidentele lasten uit 2007/2008 (ongeveer € 45.000). Conclusies Het afgelopen jaar heeft het IBD veel aandacht besteed aan het op peil houden van de omzet en het intensiveren van de samenwerking met gemeenten. Daarnaast is energie gezet op een betere aansluiting tussen de vraag van onze opdrachtgevers en de bij het IBD aanwezige capaciteit. Ondanks deze inspanningen is 2011 afgesloten met een tekort. Belangrijkste aandachtspunt voor 2012 zal dan ook het verkrijgen van de benodigde omzet zijn en de mate waarin men declarabel dient te zijn. Eind 2011 is er gestart met het werken in projectteams, waarbij de verantwoordelijkheid voor het declarabel zijn in de eerste plaats binnen het projectteam en bij de medewerkers is komen liggen. Dit en de hogere kwaliteitseisen, die gesteld worden, vergen verdere ontwikkeling van de medewerkers, waarvoor in 2011 veel aandacht is geweest. Dit krijgt in 2012 een vervolg als het IBD de pilot talentmanagement gaat draaien.
43
Wat hebben wij bereikt? Toegevoegde waarde voor klanten (Klantverwachting) Voor wat betreft kwaliteit, service en kennis, moet het IBD zich minimaal kunnen meten met de gemiddelde marktpartij. Vanuit dit uitgangspunt heeft het IBD zich gericht op het verbeteren van de interne processen en de samenwerking met haar opdrachtgevers. Doel van deze maatregelen is de faalkosten te reduceren, kwaliteit te verbeteren, projecten effectiever en efficiënter aan te pakken en daardoor de klanttevredenheid te vergroten. Om de kwaliteit van het IBD te vergelijken, is in 2011 op initiatief van het IBD een benchmark tussen 23 ingenieursbureaus van de grote gemeenten uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de productiviteit van het IBD erg hoog ligt en dat de tarieven onder het landelijk gemiddelde liggen. Het IBD onderscheidt zich van reguliere marktpartijen door een betere kennis van werken binnen de overheid, meer plaatselijke kennis (geografisch, sociaal, bestuurlijk) en een goed netwerk van toeleveranciers, aannemers etc. Daarnaast worden de belangen van de opdrachtgever vertegenwoordigd in het bouwproces. Concurreren met marktpartijen op basis van prijs blijkt echter moeilijk. Om een helder beeld te krijgen van de huidige en toekomstige klantvraag, is in 2011 geïnvesteerd in de verbinding met onze klanten. Positie en profilering Doordat er over de aansluiting van de overige vier Drechtsteden (2 naar 6) geen concrete besluiten zijn genomen, is de strategische ontwikkeling van het IBD in 2011 voor wat betreft een eventuele schaalvergroting, stil blijven staan. Het realiseren van infrastructurele en bouwkundige projecten en het beheren en onderhouden van gebouwen, zijn de kernactiviteiten gebleven. In de doorloop van fysieke projecten heeft het IBD zich meer naar voren, naar de initiatief- en planvormingfase, begeven. De adviesrol van het IBD is daarmee flink verzwaard en dit vergt andere competenties van de organisatie. Vanwege deze verzwaarde adviesrol heeft de ontwikkeling van medewerkers op zowel technisch als persoonlijk vlak veel aandacht gekregen. Interne productieprocessen zijn gestandaardiseerd en kwalitatief sterk verbeterd. De maandelijks verschijnende Nieuwsbrief is een prima initiatief gebleken in de verbetering van het imago van het IBD. Hoe hebben we gemeten? Kritische succesfactor Toegevoegde waarde voor klanten
Prestatie-indicator Klanttevredenheid
Omzet van eigenaren
Realisatiepercentage (gerealiseerde omzet vs. Gegarandeerde omzet/ opdrachtverlening) Ziekteverzuim Medewerkerstevredenheid
Personeel Ontwikkeling van medewerkers
Realisatie 2011 Er zijn metingen verricht. Interviews toonden aan dat dit punt aandacht behoeft. Eind 2011 is gestart met de opzet van een systeem mom projecten te evalueren, wat in 2012 operationeel zal worden. Dordrecht 98,5% Zwijndrecht 149% 3,99% Het in begin 2011 uitgevoerde MTO gaf een score van 68 voor het IBD.
Het IBD beschikt over een geheel van managementinformatie, dat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op. Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses behoren de klanten een jaarprogramma aan te leveren. Dit is door Dordrecht niet en door Zwijndrecht laat aangeleverd, maar door een nauwe communicatie met beide opdrachtgevers heeft dit niet tot problemen geleid. In 2011 waren gemiddeld 250 projecten in portefeuille. (Bedragen x € 1.000) 81% Dordrecht Begrote omzet Werkelijke omzet 2011 Totaal Totaal 2010
19% Zwijndrecht
Totaal 5.420 5.340
Beheer 400 594
Bouw 705 799
Civiel 4.315 3.947
Totaal 1.196 1.781
Beheer 184 215
Bouw 0 1
Civiel 1.012 1.566
-80 -1.250
194 151
94 -331
-368 -1.070
586 995
31 32
1 6
554 957
44
Zwijndrecht heeft ruimschoots aan haar totale omzetverplichting voldaan. De gegarandeerde omzet voor een verkeerskundige werd niet behaald, waardoor daar leegloop is ontstaan. Dordrecht heeft bijna aan haar omzetverplichting voldaan. Hierbij is echter een groot deel van de omzet van civiel verschoven naar bouwkunde en beheer gebouwen (civiel: - 8,5%; bouwkunde: +13,2% en beheer: +17%). Gevolg hiervan was dat er bij bepaalde specialistische functies leegloop ontstond. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Het IBD is een omzetgestuurde organisatie. Hoewel er geen duidelijk beeld bestond van de gevolgen van de bezuinigingen in 2011 is er binnen de bedrijfsvoering rekening mee gehouden dat de omzet flink zou kunnen teruglopen. Op basis van te verwachten omzet, die overigens maandelijks kon veranderen, is er voortdurend naar gestreefd om de organisatie passend en kostendekkend te maken, waarbij terdege rekening is gehouden met alle verplichtingen, die bij het IBD aanwezig zijn. Gezien de dreigende terugloop van de omzet is er extra inzet geweest op het verkrijgen van projecten uit alle Drechtsteden zelf en uit de daar aanwezige (semi)gemeentelijke organisaties. Daarnaast zijn de volgende verbeterprojecten in 2011 uitgevoerd: Product/activiteit/project Projectmatig creëren
Beoogd resultaat Invoeren van projectmatig werken als basismethode voor elk project Vaststellen van competenties voor alle functies
Stand van zaken Projectleiders en adviseurs zijn getraind
Kwaliteit
Opstellen van een kwaliteitsplan ‘ontwerp en voorbereiding’ en een kwaliteitsplan ‘uitvoering’
Werken in projectteams en projectateliers
Formeren van projectteams die gedurende een langere periode intensief sam enwerken. Het projectteam is uit te breiden tot een projectatelier, waarbij opdrachtgevers en bij het project betrokkenen aansluiten. Vergroten van de regionale naamsbekendheid van het IBD en de bekendheid van de producten van het IBD. Volgens een vastgelegde methode worden de risico’s van (grotere) projecten geïnventariseerd en gemanaged. Standaardiseren van projectdocumenten en de regels waaraan een projectmap moeten voldoen. Delen van ervaringen en inzichten door vakgenoten volgens een vastgesteld stramien Inventariseren aan welke adviestaken opdrachtgevers behoefte hebben en organiseren dat deze beschikbaar zijn. Uitvoeren van een benchmark naar de prestaties van het IBD.
In ontwikkeling. Het kwaliteitsplan ‘ontwerp en voorbereiding’ voorziet in procedures, die de kwaliteit van de ontwerp- en voorbereidingswerkzaamheden, regelen. Het kwaliteitsplan ‘uitvoering’ regelt een andere wijze van toezicht houden op de uitvoering van projecten. Werken is in projectteams is ingevoerd. Met projectateliers zijn pilots gedraaid.
Competentiemanagem ent
Vergroten bekendheid IBD Risicomanagement
Uniformering projectcontrol Intervisie Adviestaken
Benchmarking
Afgerond
Een digitale nieuwsbrief wordt periodiek verzonden. Ingevoerd
Ingevoerd Alle medewerkers hebben een training intervisie gevolgd. Procesmatige kennis, zoals kostendeskundigheid, aanbestedingsregels e.d., is gebundeld. De ingenieursbureaus van de G23 zijn op initiatief van het IBD door een extern bureau bevraagd op verschillende facetten van hun bedrijfsvoering. Vervolgens is een vergelijkende rapportage ten opzichte van het IBD opgesteld.
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming 8.960 8.770 -190 9.070 8.877 -193 -110 107 -3 Mutatie reserves 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 8.960 8.770 -190 9.070 8.877 -193 -110 107 -3 Resultaat taakstelling 0 0 0 -290 0 290 290 0 290 Resultaat 2011 8.960 8.770 -190 8.780 8.877 97 180 107 287 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
45
(Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc. Struct.
Nadelen Inc. Struct.
Totaal
Analyse verwijzing
Lasten Personeelslasten Projectkosten Kosten 2008-2010 Materiële budgetten Projectkosten onderhoudsdienst
60 152
Subtotaal
212
0
-192 -72
-192 -72
A B
-58
-58 60 152
C D E
-322
0
-110
Baten Doorberekening naar klantorganisaties Aboeking 5 tal nota’s Doorberekening projectkosten onderhoudsdienst Subtotaal
265
0
-158
0
107
Totaal voor bestemming
477
0
-480
0
-3
0
0
0
0
0
477
0
-480
0
-3
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
265 -13
265 -13
F G
-145
-145
H
Toelichting A. De personeelslasten bedragen € 192.000 hoger dan begroot. Het betreft hier hogere reis- en verblijfkosten (37) en extra kosten inhuur (180) en iets lagere vaste personeelslasten (-25). De inhuur was benodigd om aan de vraag van onze opdrachtgevers te voldoen. De reis- en verblijfkosten zijn hoger, omdat er veel meer buiten Dordrecht wordt gewerkt aan opdrachten dan was voorzien. Daarnaast is er € 25.000 voordeel op vaste personeelasten vanwege een lagere eindejaarsuitkering dan begroot. B Hogere projectkosten (72). Deze zijn nooit vooraf goed te begroten. Het betreft een voorfinanciering van diverse projectkosten (bodemonderzoeken, geluidsonderzoeken, drukwerk, kosten kadaster etc.) Deze kosten worden 1 op 1 doorberekend naar de klantorganisatie. C. Elk jaar ontstaat er een kostenpost van lasten die in principe op het vorige jaar verantwoord had moeten worden. Deze post is dit jaar veroorzaakt door nog drie openstaande nota’s vanuit de gemeente Dordrecht uit 2008 en 2009 (13). Deze kosten worden in 2012 weer direct door gefactureerd naar de opdrachtgever/klantorganisatie en zijn nu opgenomen in het onderhanden werk 2011, welke als balanspost is verantwoord in 2011. Daarnaast zijn er extra lasten doorberekend vanuit het concern GRD (45), omdat in het verleden te weinig premies zijn afgedragen. Deze kosten hebben direct invloed op het saldo 2011 van het IBD. D. Op de materiële overhead budgetten is minder besteed (60). Het betreft een onderbesteding op opleiding (15) overhead Onderhoudsdienst (10), drukwerk (7). De overige afwijkingen zijn minimaal (onder de € 5.000). E. Het materiaal kosten van de Onderhoudsdienst is een post die niet goed te begroten is. Het betreft materiaalkosten welke benodigd zijn bij calamiteiten bij het onderhoud. De onderbesteding bedraagt € 152.000. F. De hogere lasten, genoemd onder A en B, worden altijd doorberekend naar de klantorganisaties, waardoor er meer inkomsten zijn dan begroot. G. In 2011 worden er een 5 tal nota’s afgeboekt, waarvan het 100% zeker is dat deze niet ingevorderd kunnen worden. Het betreft 2 nota’s waarvan er sprake is van een faillissement en een 3 tal nota’s van externe marktpartijen waarvan de deurwaarde aangegeven heeft dat deze niet invorderbaar meer zijn. H. Doordat er minder materiële kosten bij het calamiteiten onderhoud heeft plaatsgevonden wordt er ook minder doorberekend naar de klantorganisatie.
46
2.5 Servicecentrum Drechtsteden In 2011 heeft het Drechtstedenbestuur door PwC een evaluatie laten uitvoeren naar het SCD, wat heeft geleid een evaluatierapport dat door het Drechtstedenbestuur is vastgesteld. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn in het rapport drie belangrijke, volledig met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemt. Deze veranderopgaven zijn: 1) Positie SCD en keuzes in klanten 2) Aansturing en rollen in het netwerk 3) Doorontwikkeling SCD Voor de doorontwikkeling is in oktober 2011 een Realisatieplan opgeleverd waarin visie en missie, financieringsstructuur, structuur, sturing, processen, dienstverlening, cultuur en communicatie samenhangend aan de orde komen. In het Realisatieplan zijn drie kernwaarden benoemd die richting geven aan het handelen en gedrag van de medewerkers en de pijlers vormen van de nieuwe SCDcultuur: publiek ondernemerschap, eigenaarschap en resultaatgerichtheid. Een belangrijk deel van 2012 zal nodig zijn om het Realisatieplan uit te voeren en de noodzakelijke significante verbeteringen en veranderingen binnen het SCD door te voeren. De overige twee veranderopgaven (positionering SCD en aansturing en rollen in het netwerk) zijn op bestuurlijk niveau belegd en zijn parallel aan de doorontwikkeling van het SCD opgepakt. Dit heeft onder meer geleid door de vaststelling van het Handelingskader sturing SCD door het Drechtstedenbestuur. Het SCD had in 2011 een belangrijke financiële taakstelling. Voor het realiseren van deze taakstellingen worden de bestaande processen en diensten onderzocht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. Dit proces is in volle gang. Gezien de kostenstructuur van het SCD (voornamelijk personeelskosten) zullen de nieuwe opgelegde taakstellingen gaan leiden tot een reductie van het aantal medewerkers. Dit betekent dat medewerkers actief door middel van een uitstroomorganisatie van werk naar werk begeleid gaan worden. Dit alles moet uitgevoerd worden met behoud en verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Verder moeten we deze interne taakstelling zien tegen de achtergrond van de discussie over de teruggang in dienstverlening aan de Gemeenschappelijke Regelingen Zuid-Holland Zuid, de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst én de bezuinigingen die ook bij gemeenten de komende jaren worden doorgevoerd. Ondanks de verhoogde inspanningen om medewerkers van werk naar werk te begeleiden is de verwachting dat geschetste ontwikkelingen de komende jaren aanzienlijke eenmalige frictiekosten met zich zullen meebrengen. De hoogte van de frictiekosten wordt mede beïnvloed door het huidige Sociaal Plan en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en zijn slechts gedeeltelijk te beïnvloeden door het SCD (zoals het inrichten en uitvoeren van een effectieve en mensgerichte uitstroomorganisatie). Conclusies en acties 1. De dienstverlening is -gelet op de klantprestatie-indicatoren en het KTO- tot nu toe nog onvoldoende verbeterd. De eerder door het SCD gehanteerde kwaliteitsnormen worden veelal nog niet gerealiseerd. Met het Realisatieprogramma, waarin onder meer aandacht is voor kwaliteit van de dienstverlening en efficiency, pakt het management van het SCD deze punten op met als doel om eind 2012 alle verbeterpunten uit het Realisatieplan uitgevoerd en geborgd te hebben. 2. In 2011 is gestart met het doorlichten van alle werkprocessen van het SCD. Dit zal in 2012 in combinatie met de oplopende taakstellingen leiden tot substantiële frictiekosten. Wat hebben wij bereikt? Algemene bevindingen In het PwC-evaluatieonderzoek van het SCD is geconstateerd dat het SCD een grote prestatie heeft geleverd in de eerste 3 jaar van haar bestaan. Het evaluatierapport van PwC laat zien dat bij
47
vergelijkbare shared service centra (SSC’s) gemiddeld na drie jaar een verbetering te zien is ten opzichte van de startsituatie op het gebied van: - de mate van tevredenheid van klanten en medewerkers; - de organisatievolwassenheid; - de opbrengsten.
De financiële resultaten voor het basispakket zijn vanaf de start van het SCD positief (20% kosten reductie vanaf de start) en beter dan bij vergelijkbare andere organisaties in dit stadium van hun ontwikkeling. Verder is de medewerkertevredenheid sinds de start van het SCD iets gestegen. De klanttevredenheid is zowel voor als na de start van het SCD niet gemeten, waardoor een vergelijkende analyse niet mogelijk is. Op grond van het DSB-besluit van 23 juni 2011 heeft de directeur SCD in het Realisatieplan voorstellen geformuleerd om de doorontwikkeling van het SCD vorm te geven. De voorstellen hebben betrekking op: - het verbeteren van de dienstverlening; - het verbeteren van de klantgerichtheid en klantvriendelijkheid; - het doorlichten, normeren en verbeteren van de procesketens; - het aanpassen van de organisatiestructuur; - het vereenvoudigen en verduidelijken van de financieringsstructuur voor meer transparantie; - het verbeteren van de communicatie binnen het SCD en tussen klanten en het SCD. Een aantal actiepunten is in 2011 al uitgevoerd, de overige worden in 2012 geïmplementeerd. Het SCD ziet 2012 als een transitiejaar waarin meetbare resultaten ten opzichte van eerdere jaren zichtbaar zullen zijn. Hoe hebben we gemeten? Bijgaand de balanced scorecard 2011. Het beeld van het SCD is als volgt: 1. Financiën/eigenaar Kritische succesfactor (KSF): Financiële beeld
Norm
Uitputting personeelsbudget
100%
99,0%
Uitputting IP&A 1 B
100%
101,7%
100%
98,1%
Uitputting materieel (specifiek) budget Aantal vacatures SCD 3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): Medewerkerstevredenheid Ziekteverzuim MTO Productiviteit
Jaarrekening
2. Klant Kritische succesfactor (KSF): Klanttevredenheid Klantprestatie-indicatoren (zie KPI’s) Klant tevredenheids onderzoek MIZ: afgehandelde zaken
Norm
Jaarrekening
7
6,1
100%
80%
1 Norm
Jaarrekening
5,5%
5,16%
7
6,8
1.350 uur
1.350 uur
4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): continue verbetering VIP-projecten Aantal business cases gereed Aantal business cases in uitvoering
Norm
Jaarrekening
18 18
18
16
14
48
Klantprestatie-indicatoren van het SCD: Taakveld
Product
Prestatie-idicator e 5 kalenderdagen na 1 ontvangst bij SCD % gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD % facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD % facturen betaald 30 kalenderdagen e van 1 ontvangst bij SCD
Registratie Ko: Coderen en accorderen
Betalen
Fiatteren en betalen SCD+KO: betalen facturen Personeelsadministratie Meldingen ziekteverlof Beter meldingen
Personeelsadministratie
Incidenten Aanmelding nieuwe medewerker Wijzingverzoeken Documentatie & Informatievoorziening Beheer facilitair management
ICT
Facilitair management
-
Jaarrekening
90%
59%
90%
81%
95%
98%
90%
86%
% mutaties verwerkt op tijd
97%
*
% meldingen verwerkt binnen 1 dag
97%
*
% meldingen verwerkt binnen 1 dag
97%
*
% binnen 5 dagen afgehandeld
90%
76%
% binnen 5 dagen afgehandeld
90%
93%
% binnen 3 dagen afgehandeld
90%
30%
% dossiers binnen 24 uur uitgeleverd
90%
80%
% tijdig afgehandelde werkorders
90%
62%
70%
85%
% van de gelopen VSR metingen in Schoonmaak een voortschrijdend jaar dient een voldoende resultaat te hebben * Cijfers ontbreken in verband met overgang naar E-HRM
-
Norm
Het tijdig betalen van de facturen blijft een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels worden de facturen voor 85,9% binnen 30 dagen betaald. Om dit percentage verder te verhogen, is er nog extra actie nodig bij zowel het SCD als de klanten. Voor ICT, DIV en Facilitair Management geldt dat de situatie slechter is dan de norm. Dit heeft veel aandacht in de uitvoering van het Realisatieplan: daarin is aangegeven hoe de dienstverlening en werkprocessen verder gaat verbeteren. Daarbij wordt ook het ICT-proces nadrukkelijk doorgelicht.
Klanttevredenheid: Eind 2010 hebben we de klanttevredenheid laten meten. De klanten waardeerden de dienstverlening van het SCD gemiddeld met het cijfer 6,1. Van de respondenten geeft 21% aan dat de dienstverlening in de afgelopen twaalf maanden is verbeterd ten opzichte van 13% die aangeeft dat de dienstverlening is verslechterd. 7,0
6,91
6,85
6,8 6,60
6,6 6,4
6,45
6,44
6,41
6,38
6,2 6,0 5,8
5,80
5,75
5,6 5,4 5,2 5,0
49
Onderzoek PwC naar deelprogramma IP&A 1B: De kosten van het IP&A 1B-project (uitrol uniforme werkplek) zijn sinds de start fors toegenomen. De investeringen zijn van de oorspronkelijk geraamde 15,9 miljoen euro gestegen naar 25,7 miljoen euro bij de uiteindelijke oplevering. Dit is veroorzaakt door de hogere aantallen werkplekken, accounts en applicaties die gemigreerd moesten worden. Dit leidt tot aanzienlijk hogere kapitaallasten dan oorspronkelijk voorzien. PwC is gevraagd om voor het IP&A deelprogramma 1B te kijken naar de oorzaken van deze kostenoverschrijding en hoe we in de toekomst ten aanzien van ICT-infrastructuur beter ‘in control’ kunnen komen. Als algemene conclusie wordt gesteld dat het deelprogramma 1B zeer complex en omvangrijk was. Er zijn aan het begin van het traject keuzes gemaakt die grote consequenties met zich meebrachten, zoals het niet inbouwen van buffers voor tegenvallers. Verder zijn aannames gedaan voor berekeningen waarbij de kwaliteit van de gegevens niet onomstotelijk vaststond. Verder is bij de financiering uitgegaan van het meest optimale scenario. De mate van control (financieel en programmatisch) is lopende het project duidelijk toegenomen. Zo is bijvoorbeeld de administratie van verplichtingen binnen het IP&A-project verbeterd. Er zijn meer verbeteringen doorgevoerd maar er zijn zeker nog stappen te maken zowel bij het SCD zelf als binnen de netwerkorganisatie. Daarbij is het van groot belang dat er meer aandacht komt voor betrokkenheid en transparantie tussen bestuur, politiek en uitvoerende organisatie. Ook moet er vorm gegeven worden aan een integraal controlframework. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Zoals hiervoor beschreven zijn in het Realisatieplan voorstellen geformuleerd om de doorontwikkeling van het SCD vorm te geven. Een aantal actiepunten is reeds in 2011 gestart: Een verbetering van de dienstverlening en een aanscherping van het productenaanbod • In 2011 is het SCD gestart met het doorlichten van de piofach-werkprocessen bij zowel het SCD als aan de kant van de klant om te bezien waar we verdere kwaliteits- en efficiency verbetering kunnen realiseren. • Om klantorganisaties beter te bedienen, moeten we de SCD-afdelingen beter en logischer laten samenwerken. Met het oog hierop hebben we per 1 januari 2012 de organisatiestructuur vereenvoudigd en logischer ingedeeld met minder managementlagen. Hierdoor zijn de lijnen korter en wordt de integraliteit van het management beter gewaarborgd. Dit leidt ertoe dat onze advisering en uitvoering beter aansluit op de vraag van de klant dan tot nu toe het geval was. • Om de vraag- en aanbodsturing binnen de regio te verbeteren werken we met klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek verder uit. Het doel is om daarmee transparantie voor onze klanten te bewerkstelligen en deelnemers aan het SCD het volledige voordeel van samenwerken te doen toekomen. Een verandering van houding en gedrag: van reactief naar proactief Door de hele organisatie hebben medewerkers in 2011 trainingen ‘klantgericht werken’ en ‘adviesvaardigheden’ gevolgd om een gedragsverandering te realiseren. Ook in 2012 gaan deze trainingen door en blijft verandering van houding en gedrag een punt van aandacht. Resultaten worden periodiek gemeten. Hierbij zal ook worden gekeken naar een zinvol en motiverend takenpakket voor medewerkers. Ook zullen medewerkers meer dan in het verleden geactiveerd worden om blijvend de kwaliteit van hun werkzaamheden te verbeteren. Het realiseren van de financiële opgave: Bij de start van het SCD in 2008 hebben de partners het SCD direct 20% structureel gekort op de budgetten. Deze opbrengst is structureel in de begrotingen en exploitatie van de eigenaren verwerkt. De eerste jaren heeft het SCD een additioneel transitiebudget gehad. Dit budget is per 2010 afgebouwd. Vanaf 2011 zijn er daarnaast extra taakstellingen opgelegd. In totaal komt dit neer op een extra taakstelling van € 3,55 miljoen in 2015 ten opzichte van het jaar 2010. Om deze forse taakstelling te realiseren heeft het SCD binnen de financiële strategie van de GRD in 2011 strak gestuurd op uitgaven en kosten. Dit beleid wordt in 2012 voortgezet, waarbij wel de kanttekening moet worden geplaatst dat deze forse bezuinigingen hun weerslag zullen hebben op de kwaliteit en het volume van de te leveren producten en diensten.
50
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming 48.018 47.693 -325 48.211 48.163 -48 -193 470 277 Mutatie reserves 0 325 325 0 50 50 0 -275 -275 48.018 48.018 0 48.211 48.213 2 -193 195 2 Resultaat na bestemming 0 0 0 -302 -200 102 302 -200 102 Resultaat taakstelling 48.018 48.018 0 47.909 48.013 104 109 -5 104 Resultaat 2011 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc.
Nadelen
Struct.
Lasten Schadeherstel na brand
A
-160
B C D E
0
-867
0
300 234 -193
707
A
0
0
-237 470
E
707
-237 -237
1.381
0
-1.104
0
277
300 234 674
Baten Uitkering verzekering
707
Totaal na bestemming
Analyse Verwijzing
140 -160
Voordeel kapitaallasten (VIP) Personeelskosten – minder inhuur Subtotaal
Resultaatbestemming
Totaal
-707
140
Totaal voor bestemming
Struct.
-707
Materiële kosten / overige personele kosten ICT claim kernsystemen
DVO Inkomsten Subtotaal
Inc.
50 1.431
-325 0
1.429
-275 0
2
A. In 2011 heeft het SCD voor € 707.000 aan kosten gemaakt om de schade naar aanleiding van de brand te herstellen. Deze post is opgebouwd uit een eenmalige desinvestering van de verwoeste activa van € 471.000 en overige herstelkosten van € 236.000. De nieuwe investeringen in het pand zijn gedekt door een krediet. Het SCD heeft naar aanleiding van deze schade een dekking ontvangen van de verzekering ter hoogte van € 707.000. B. In de zomer van 2011 heeft het MT extra maatregelen getroffen om de financiële doelstellingen van het SCD te halen. Deze maatregelen hadden deels betrekking op de overige personele kosten (o.a. hercalculatie opleidingsbudgetten) en deels op de materiële kosten van het SCD: door prudent om te gaan met aanvragen en lopende uitgaven in de sfeer van huisvesting en algemene (personeels-) organisatiekosten is een incidenteel voordeel behaald van € 140.000. C. In 2011 is een claim afgewikkeld over de vergoeding van niet kernsystemen van de gemeente Zwijndrecht (Decade, Civision). Met de afwikkeling hiervan is een bedrag gemoeid van € 160.000. D. In 2011 is niet gestart met het afschrijven op VIP projecten omdat een substantieel deel van de projecten niet geheel is afgerond. De reservering voor de kapitaallasten in de begroting is daardoor intact gebleven en levert een incidenteel voordeel op van € 300.000. Het totaalbedrag aan geplande bezuinigingen hebben we gerealiseerd en een aantal VIP-projecten wordt in 2012 afgerond. E. Ten opzichte van de begroting heeft het SCD minder extern ingehuurd dan verwacht. Omdat inhuur veelal één op één gekoppeld is aan DVO inkomsten heeft het SCD ook minder baten dan begroot. Met de tweede Burap tracht het SCD een zo nauwkeurig mogelijke inschatting te maken van de DVOinkomsten en de daar aan verbonden inhuur. Onze klanten hebben in de laatste maanden van het jaar iets minder diensten afgenomen dan verwacht. Het voordeel van € 233.000 op minder inhuur valt weg tegen de lagere baten van € 237.000.
51
2.6 Onderzoekcentrum Drechtsteden De vier jaar van haar bestaan heeft het Onderzoekcentrum haar regionale functie verder uitgebouwd en ingevuld. Zoals bij de start van het OCD is afgesproken, heeft er in 2010 een –interne- evaluatie plaatsgevonden. Hierbij zijn ook de afspraken die in 2009 zijn gemaakt in het kader van de brede doorlichting meegenomen, gekoppeld aan de taakstelling die hiermee gepaard ging. Dit heeft geleid tot een andere opzet en financieringsstructuur van het OCD, waarbij gewerkt wordt met een basispakket (vaste bijdrage) en een pluspakket (betaling naar afname). In 2011 is deze werkwijze ingegaan. Met de jaarrekening vindt een eindafrekening plaats op basis van de nieuwe systematiek en de begrotingswijziging. Tegelijkertijd heeft het OCD haar basisproducten doorgelicht, wat heeft geresulteerd in een slank, efficiënt en effectief pakket aan basisproducten. Nieuwe elementen daarin zijn het opzetten van een regionaal omnibusonderzoek en een internetpanel voor Dordrecht dat we in 2011 uitrollen naar de andere Drechtstedengemeenten. Ook nieuw is de ondersteuning van gemeenten bij het formuleren en meetbaar maken van beleidsdoelstelling in de P&C cyclus. Wij deden dit al voor Dordrecht, maar doen dit nu ook voor de andere Drechtsteden gemeenten. Hiermee krijgt de regionale invulling van onze producten nog meer vorm. Via onderzoeksprogrammering hebben we zicht gekregen op de onderzoekwensen bij de verschillende interne opdrachtgevers. De plannen en doelstellingen uit de collegeprogramma’s vormden hiervoor een leidraad. Eind 2011 is dit voor de tweede keer georganiseerd. Duidelijk is dat deze systematiek voor gemeenten een goede ondersteuning is bij het formuleren van hun onderzoeksbehoefte. Ook geeft dit instrument inzicht in gedeelde vragen en problemen. Hiermee vullen wij onze missie ‘partner voor beleid’ te zijn voor de Drechtsteden en onze zusterorganisaties binnen de Drechtsteden nog beter in. In 2011 heeft het OCD ondersteuning geboden bij belangrijke beleidsontwikkelingen en strategische vraagstukken. Die ontwikkeling willen we in 2012 doorzetten. Een belangrijke koerswijziging vergeleken met de afgelopen jaren is het toenemende belang van externe acquisitie. Het OCD vult haar taakstelling structureel in door dit in de externe markt in te verdienen. In 2011 is de externe acquisitie achtergebleven bij de ambitie, maar dit kon het OCD compenseren aan de kostenkant. Conclusies Het OCD heeft in 2011 zonder verlies of winst het boekjaar afgesloten. Ondanks een minder succesvolle acquisitie op de externe markt is de taakstelling gehaald. Dat is een goed resultaat, maar externe acquisitie en ondernemerschap blijven in 2012 belangrijke speerpunten. Het instrument onderzoeksprogrammering is zeer succesvol gebleken om de ‘plus’ opdrachten van interne opdrachtgevers te inventariseren en te monitoren. Dit leidt er vaker toe dat vragen en problemen gedeeld worden en opdrachten breder opgepakt worden. Ten slotte is het OCD wat vaker als strategisch partner ingezet. Ook dat zal in 2012 als speerpunt terugkomen. Wat hebben wij bereikt? Het OCD heeft voor 2011 als belangrijkste doelstellingen geformuleerd: 1. opzetten en uitvoeren regionaal omnibusonderzoek 2. opzetten internetpanel voor drie van de zes gemeenten 3. alle gemeenten ondersteunen bij formuleren en meetbaar maken beleidsdoelstellingen P&C cyclus 4. opstellen onderzoeksprogramma voor 2012 met doorloop naar 2013 5. gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten 6. 7% van de omzet inverdienen via externe opdrachtgevers. Op de laatste doelstelling na, zijn deze allemaal bereikt.
52
Hoe hebben we gemeten en wat hebben we daarvoor gedaan? Product/activiteit/project Opzetten en uitvoeren regionaal omnibusonderzoek Opzetten internetpanel voor drie van de zes gemeenten Alle gem eenten ondersteunen bij formuleren en meetbaar maken beleidsdoelstellingen P&C-cyclus Opstellen onderzoeksprogramma voor 2012 met doorloop naar 2013 Gemiddeld rapportcijfer onderzoeksopdrachten 7,5
Beoogd resultaat e 3 kwartaal afgerond e 4 kwartaal afgerond e 2 kwartaal afgerond e 4 kwartaal afgerond
Stand van zaken Afgerond: regionaal omnibusonderzoek opgezet en uitgevoerd Afgrond: voor zes gemeenten panel opgezet, voor drie gemeente daadwerkelijk gebruikt Afgerond: voor alle zes gem eenten Afgerond Gerealiseerd: Totaaloordeel gemiddeld 7,5 Niet gerealiseerd: in 2011 is 3% van de te verwachte omzet extern inverdiend
7% omzet inverdiend
De externe acquisitie is achtergebleven bij de ambitie. Naast een scherpe concurrentie op de onderzoeksmarkt en bezuinigingen, waardoor enkele onderzoeksvoorstellen voor opdrachten niet zijn gehonoreerd, kost het ook doorlooptijd voordat acquisitieactiviteiten tot een daadwerkelijk opdracht leidt. Het OCD heeft wel ingezet op meer acquisitie, maar dit, achteraf gezien, nog te weinig actief opgepakt. In het laatste kwartaal van 2011 hebben we als OCD actief gewerkt aan het vergroten van ons ondernemerschap. In 2012 is dit opnieuw een belangrijk speerpunt. Het achterblijven van de externe acquisitie is echter gecompenseerd door voldoende opdrachten van de interne opdrachtgevers en besparingen aan de kostenkant. In 2011 heeft het OCD gewerkt aan producten in het basispakket en onderzoeksopdrachten voor alle Drechtsteden gemeenten, Bureau Drechtsteden, de Sociale Dienst Drechtsteden en Gemeentebelastingen Drechtsteden. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 1.556 1.556 0 0 0 0
Resultaat 2011 Lasten Baten Saldo 1.505 1.505 0 0 0 0
Lasten 51 0
Afwijking Baten Saldo -51 0 0 0
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves 1.556 1.556 0 1.505 1.505 0 51 -51 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 -100 0 100 100 0 100 Resultaat taakstelling 1.556 1.556 0 1.405 1.505 100 151 -51 100 Resultaat 2011 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc. Lasten Personele kosten
Nadelen
Struct.
Inc.
Struct.
Totaal
Analyse Verwijzing
9
9
A
Materiële kosten Dienstverlening SCD
31 11
31 11
B C
Subtotaal
51
0
0
0
51
0
11 -62 -51
Baten Bijdrage GRD Externe opdrachten Subtotaal
11 11
0
-62 -62
Totaal voor bestemming
62
0
-62
0
0
0
0
0
0
0
62
0
-62
0
0
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
D E
53
A. Personele kosten Het voordeel van € 9.000 op personele kosten komt doordat: er minder is ingehuurd voor ondersteunende werkzaamheden. B. Materiële kosten Het voordeel van € 31.000 op materiële kosten komt doordat: er minder enquêteurs zijn ingezet voor externe onderzoeksopdrachten. C. Dienstverlening SCD Het voordeel van € 11.000 op de Dienstverlening van het SCD komt doordat: er € 4.000 minder is doorberekend voor I&A- kosten en € 7.000 minder is doorberekend voor het Basispakket. D. Bijdrage GRD Het voordeel van € 11.000 op de bijdrage van de GRD komt doordat er gebruik is gemaakt van het garantiebudget dat voor 2011 gold in verband met de overgang naar een andere opzet van de financieringsstructuur. E. Externe opdrachten Het nadeel van € 62.000 minder inkomsten komt doordat: de externe opdrachten zijn achter gebleven door concurrentie op de onderzoeksmarkt en bezuinigingen. Voor een deel zijn de achtergebleven inkomsten gecompenseerd door minder uitgaven van personele- en materiële kosten en de Dienstverlening van het SCD. In onderstaande tabel is de bijdrage per deelnemer weergeven. (Bedragen x € 1.000) Basispakket Alblasserdam Dordrecht* Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GRD Externe opdrachten
Garantie
Totale bijdrage
57 359
Pluspakket 30 313
5 0
93 672
80 96 73
27 40 33
7 9 6
115 144 112
134 0 0
67 96 0
12 20 0
213 117 39
Totale Inkomsten 800 606 59 1.505 * De gemeente Dordrecht heeft meer afgenomen dan waarvoor het garant stond. Hierdoor is bij de aanspraak op de garantieregeling gemeente Dordrecht buiten de berekening gelaten.
54
2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden Het jaar 2011 is voor Gemeentebelastingen Drechtsteden het jaar geweest waarin de extra inspanningen van de afgelopen 3,5 jaar vooral in de sfeer van de opbrengsten verzilverd zijn. Het geconvergeerde belastingsysteem is volledig operationeel, we sluiten af met een positief saldo en de aandacht voor productontwikkeling en opbrengstmaximalisatie levert zowel aan de kostenkant als aan de opbrengstenkant significante voordelen op. De ontwikkelformatie die meegegeven is voor de verdere ontwikkeling van de organisatie is op 1 juli 2011 afgebouwd. Het jaar 2011 is dus het laatste jaar waarin gebruik kon worden gemaakt van deze extra capaciteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden is hiermee de startblokken voorbij en gaat een nieuwe ontwikkelingsfase in. Consolidatie van inmiddels goedlopende processen, anticiperen op het economisch tij (betalingsbereidheid) en het ontwikkelen van producten met partners in de regio zijn hierbij de belangrijkste opgaven. Gemeentelijke belastingen kunnen drie jaar na een belastingjaar nog worden geïnd. In 2011 sloten wij dus het belastingjaar 2009 definitief af. Wij hebben voor de gemeenten in het verslagjaar 2011 € 2,8 miljoen meer opgehaald dan zij destijds hebben begroot. Opbrengstmaximalisatie is een inzet geworden van deze organisatie. Ook in de komende jaren stopt de aanslagoplegging niet wanneer de doelen zijn gehaald. Dat is niet alleen vanuit de rechtmatigheid een opgave, maar het schept ook ruimte voor de deelnemende gemeenten. Samengevat is ons netto bedrijfsresultaat € 24.000. Dit resultaat is vooral afkomstig uit incidentele kostenbesparingen bij de aanslagverzending. Deze besparingen doen een beperkt tekort op de personeelslasten en de inhuur dus meer dan teniet. Hierin is de eerste tranche van de Brede Doorlichting reeds verwerkt. Wij stellen voor dit voordeel toe te voegen aan de bestemmingsreserve. Hiermee kunnen fluctuaties, met name als gevolg van verdere productontwikkeling worden opgevangen. De aanmerkelijk hogere vordering op aanmaningskosten en kosten dwangbevelen in 2010 zet zich bescheiden voort in 2011. Op deze eigen inkomsten is € 145.000,- meer binnengekomen dan begroot. Tegenover deze extra inkomsten staan natuurlijk ook extra werkzaamheden. Deze konden in 2011 nog enigszins binnen de bestaande capaciteit worden opgevangen. Omdat de laatste tranche van de Brede Doorlichting in 2012 gerealiseerd moet worden, is er dan weinig restcapaciteit meer aanwezig voor deze taak. Bij de begroting 2012 zullen wij bezien of onze inkomsten op aanmaningen en dwangbevelen inkomsten niet structureel kunnen worden ingebracht. Extra aandacht voor invorderingsactiviteiten verdient zich immers snel terug. Voor het resultaat van 2011 stellen wij voor het surplus aan inkomsten te restitueren aan de deelnemende gemeenten naar rato van de bijdrageregeling. De voorziening dubieuze invorderingskosten ad € 146.000 achtten wij voldoende om het debiteurenrisico dat wij hier lopen af te dekken. Wat hebben wij bereikt? Kerntaak van Gemeentebelastingen Drechtsteden is het heffen en innen van lokale heffingen van de deelnemende gemeenten. Een beperkt deel van de in het begrotingsjaar begrote opbrengsten wordt eerst later opgelegd. Het betreft hier heffingen die achteraf worden aangeslagen (rioolgrootverbruik, precario) en een deel van de jaarlijkse heffingen die als gevolg van datacontrole, bezwaarschriften of nog te waarderen vastgoed pas later opgelegd kunnen worden. Het nog op te leggen gedeelte is een prestatie-indicator. Wat hebben we gemeten? In de volgende tabel tabel zijn de opbrengstresultaten weergegeven die door Gemeentebelastingen Drechtsteden zijn behaald.
55
(Bedragen x € 1.000.000) Gemeente Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht
Totaal 42,2 9,3
Nog op te leggen 2,9 0,2
Papendrecht Sliedrecht
10,5 7,7
0,7 0,2
Zwijndrecht Totaal
17,1 86,8
0,5 4,5
In vergelijking met 2010 is er ten aanzien van het nog op te leggen gedeelte per 31 december een flinke stap vooruit gemaakt. Eind 2010 was het percentage nog op te leggen 8,3% tegen 5,2% eind 2011. In onderstaande afbeelding is dit grafisch weergegeven. Hierbij dient de nog op te leggen en de opgelegde belasting vermenigvuldigd te worden met € 1.000.000. 88 86 84 82 80 78 76 74 72
2010
2011
Nog op te leggen
7,0
4,5
Opgelegd
77
82,3
Een tweede indicator is het debiteurensaldo. Ondanks een duidelijk vermindering van de betalingsbereidheid als gevolg van de huidige economische situatie zien we een daling van het nog openstaande debiteurensaldo ten opzichte van vorig jaar. Dit betekent dat de inning van belastinggelden in een hoger tempo plaatsvindt. (Bedragen x € 1.000) Openstaand Dordrecht HIA Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
2010 7.135
2011 6.833
951
811
1.508
729
531
440
2.012
1.630
12.137
10.443
Een laatste indicator is de snelheid waarmee het volume aan aanslagen, de bezwaarschriften en de verzoeken om kwijtschelding in de loop van het jaar wordt afgedaan. Product
Prestatie-indicator
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 2011
95% voor 1 maart 2011 97% voor 1 april 2011 99% voor 1 mei 2011 100% voor 1 juni 2011
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding
overeenkomstig wettelijk termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening
Afdoen bezwaarschriften
25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
In het verslagjaar 2011 heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden over het belastingjaar 2011 vanuit de front-offices 8.968 meldingen doorgespeeld gekregen en afgedaan. Er zijn 5.415 bezwaarschriften in behandeling genomen en er zijn 4.988 verzoeken om kwijtschelding afgehandeld.
56
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Resultaat
Oplegging aanslagen 2009-2011
Maxim ale opbrengst Betalingsbereidheid met een maximum van 0,5% oninbaar
Meeropbrengst € 2,8 miljoen T.ov. 2010 afname debiteurensaldo van 13,98% Conform normering vanaf 2012 meer procesgerichte aanpak via vastgoeddom ein Conform indicatoren
Invordering aanslagen Waardering onroerende zaken Bezwaar en Beroep P&C-cyclus Conceptverordening Productontwikkeling Overige taken
Waardeirng onroerende zkaen (inclusief gebruikswaarde niet-woningen) Afdoening binnen de wettelijke termijnen Bijdragen aan de gemeentelijke begrotingsprocessen (opbrengstprognoses, begrotingen, burap’s, jaarrekeningen) Verordeningen lokale heffingen Succesvol afsluiten projecten (waaronder Projecten Brede Doorlichting), BIZ, Precario Verstrekking informatie derden (CBS, waterschappen e.d.), bijzondere heffingen
Conform afspraken/geconsolideerde controleverklaring Alle verordeningen vastgesteld Gerealiseerd Conform wettelijke regelingen en afspraken
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 5.210 0 5.186 5.356 170 24 146 170 5.210 Resultaat voor bestemming 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Mutatie reserves 5.210 5.210 0 5.186 5.356 170 24 146 170 Resultaat na bestemming 0 0 0 -251 0 251 251 0 251 Resultaat taakstelling 5.210 5.210 0 4.935 5.356 421 275 146 421 Resultaat 2011 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Voordelen Inc. Struct.
Nadelen Inc. Struct.
Totaal
Analyse Verwijzing
Lasten Personeel Materieel Productie
21 62
Subtotaal
83
Baten Inkomsten
146
Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
-59
-59 21 62
0
-59
0
24
146
0
0
0
146
229
0
-59
0
170
0
0
0
0
0
229
0
-59
0
170
146
A B C
D
Toelichting: A. Incidenteel hogere inhuur, niet volledig afgedekt door vacaturegelden B. Klein voordeel op afdelingskosten (divers) C. Incidentele voordelen kosten en productie bij aanslagverzending 2011 (als anticipatie brede doorlichting 2012) D. Meer aanmaningen en dwangbevelen dan begroot
57
2.8 Algemene dekkingsmiddelen (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2011 Resultaat 2011 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 2.658 2.800 142 2.066 3.491 1.425 592 691 1.283 Resultaat voor bestemming 142 0 -142 102 0 -102 40 0 40 Mutatie reserves 2.800 2.800 0 2.168 3.491 1.323 632 691 1.323 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Resultaat taakstelling 2.800 2.800 0 2.168 3.491 1.323 632 691 1.323 Resultaat 2011 Verslagleggingregels staan niet toe dat in de geconsolideerde exploitatierekening lasten en baten worden opgenomen die in feite geen werkelijke lasten of baten zijn. Door de resultaten van de brede doorlichting toe te voegen aan bovenstaande tabel wordt duidelijk wat het resultaat over 2011 van dit programma is.
Resultaatanalyse Het resultaat op de rente betreft het rentebestanddeel van de kapitaallasten minus de rentelasten op de liquide middelen. Om het rentebestanddeel van de kapitaallasten te kunnen berekenen wordt er gerekend met een rekenrente van 5% (conform financiële kadernota). Afgelopen jaren is er geïnvesteerd in ICT en huisvesting. Doordat de reserves zijn teruggelopen moet er externe financiering worden aangetrokken. Tot halverwege 2011 gebeurde dit via kortlopende leningen. Halverwege 2011 is de limiet van het aantal kwartalen dat de kasgeldlimiet mag worden overschreden bereikt. Als gevolg hiervan is er een langlopende lening aangetrokken ter hoogte van € 35 miljoen tegen een rente van 2,578%. Dit brengt voor 2011 een rentelast van ongeveer € 460.000 met zich mee. Naast deze rentelast bedroeg de rente op de kortlopende financiering € 269.000. Onderdeel van de rentelasten is het negatief renteresultaat op de BWS-subsidies van € 121.000. De inkomende BWS-subsidies zijn in 2009 door het Rijk afgekocht, waarbij toekomstige geldstromen contant zijn gemaakt tegen 4% rente. De rente die dit jaar feitelijk wordt gerealiseerd op de uitgezette middelen is echter slechts ongeveer 2%, zodat hier een negatief rente resultaat ontstaat. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting Rentebestanddeel kapitaallasten
2.000
Realisatie
Afwijking
1.865
-135 50
Rentelasten liquide middelen
900
850
Lagere rekenrente aan SCD
300
300
0
Totaal
800
715
-85
Aanwending van het renteresultaat Bij de 2e Burap 2011 is de aanwending van het renteresultaat in de begroting opgenomen. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting
Toevoegen aan reserve
Afwijking
92
41
51
BWS & BLS
50
61
-11
FES-gelden
82
79
3
Betalingsverkeer
30
30
0
SCD kosten realisatieplan Dekken kosten
Realisatie
Manden Maken
256
256
0
BDS CIO functie
80
80
0
BDS Integriteitonderzoeken
80
80
0
IP&A Benchmark Garner en PWC
80
77
3
Juridische procedure Landsbanki
50
59
-9
0
100
100
Resultaat gemeenschappelijke kosten Rente resultaat
0
-85
-85
Landsbanki
0
1.271
1.271
800
2.208
1.323
Totaal
Landsbanki
58
Op 28 oktober 2011 heeft de IJslandse Hoge Raad bevestigd dat de vordering van de Nederlandse Overheden op Landsbanki een preferente claim is. De tegenpartijen hebben vervolgens afgezien van verdere (Europese) rechtsgang. Naast de hoofdsom van € 7,0 miljoen is ook een deel van de misgelopen rente toegewezen als preferente claim. Hierbij gaat het om de rente tot de faillissementsdatum (22 april 2009) en komt neer op € 243.000. De rente na faillissementsdatum is een achtergestelde claim, wat betekend dat hierover geen uitbetaling zal plaatsvinden. De GRD had de vordering van € 7,0 gewaardeerd op 75%, waardoor de gevormde voorziening gelijk was aan € 1,75 miljoen per eind 2010. Door de uitspraak van de Hoge Raad is er een nieuwe waardering van de vordering afgegeven. Die waardering is nu op 90% gesteld, wat heeft geresulteerd in een vrijval van de voorziening van ruim € 1,0 miljoen. Naast deze vrijval levert het toevoegen van de rente aan de vordering een incidenteel positief renteresultaat op van € 243.000 in 2011. e
2 orde effect bijdrage OCD De GRD-dochters hebben in 2011 een lagere bijdrage aan het OCD betaald,als gevolg van de nieuwe e e financieringswijze van het OCD. Bij de 2 burap 2011 is afgesproken dat dit zogenaamde 2 orde effect van die nieuwe financiering, aan de gemeenten zou worden uitbetaald. e De uitbetaling vindt als resultaatbestemming plaats, conform de specificatie in de 2 burap:
Deelnemer Alblasserdam
Verdeelsleutel inwoners per 1-7-2009
Teruggave aan gemeente
18.960
11
118.579
69
Hendrik-Ido-Ambacht
26.441
15
Papendrecht
31.743
18
Sliedrecht
23.988
14
Zwijndrecht
44.345
26
264.056
153
Dordrecht
Totaal
59
3. Verplichte paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de capaciteit die de GRD heeft om die niet begrote kosten op te kunnen vangen. In feite kan het weerstandsvermogen worden omschreven als de mate waarin de GRD in staat is om omvangrijke tegenvallers op te kunnen vangen binnen de eigen begroting zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. De weerstandscapaciteit dient dus om de continuïteit van de GRD te waarborgen. Reguliere risico’s maken geen deel uit van de risico’s die zijn opgenomen in deze paragraaf. Dit omdat hiervoor verzekeringen kunnen worden afgesloten danwel door middel van het treffen van een voorziening ondervangen kunnen worden. De capaciteit waarover de GRD beschikt om risico’s te kunnen afdekken zijn reserves en eventuele bezuinigingsmogelijkheden. In de nota reserves en weerstandscapaciteit van de GRD zijn de uitgangspunten neergelegd over de omvang van de benodigde reserves. Het uitgangspunt hierbij is elke GRD-dochter, naast programmareserves, over een exploitatiereserve beschikt van maximaal 3% van de totale apparaatskosten, waarbij een minimum van € 100.000 wordt gehanteerd. De exploitatiereserve wordt gevoed uit het exploitatiesaldo van de desbetreffende GRD-dochter. Naast deze reserves is er een beperkte algemene reserve waarvan het maximum op € 500.000 is gesteld. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het exploitatiereserves van de GRD-dochters en de algemene reserve weergegeven. (Bedragen x € 1.000) 2008
2009
2010
2011
BDS SDD IBD
0 710 100
0 394 100
0 220 100
4 250 129
SCD OCD GBD
201 0 0
1 0 0
335 0 40
306 100 140
300
-847
0
185
1.311
-352
695
1.114
Alg. reserve Totaal
In onderstaande figuur is de omvang van de algemene, exploitatie en programmareserve reserves ten opzichte van het balanstotaal weergegeven. Percentage reserve tov balanstotaal 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 2008
2009
2010
2011
Bij de toelichting op de balans is een specificatie van de reservepositie en een toelichting op de reserves opgenomen. Risico’s In de tweede bestuursrapportage 2011 is nadrukkelijk meer aandacht besteed aan de melding van risico’s en de acties die daarop worden genomen om risico’s te verkleinen. In de formats voor de nieuwe begroting en de komende bestuursrapportage zetten we weer een stap verder. Ook is de actie ingezet om risicomanagement niet alleen te koppelen aan de P&C momenten maar om het continu aandacht te geven. Hieronder is een overzicht opgenomen van de risico’s.
60
(Bedragen x € 1.000) Dochter Omschrijving Voor de uitvoering van projecten is in het kader van het programma Hollandse Glorie subsidie ontvangen. Eén van de projecten BDS heeft vertraging opgelopen. Hierdoor wordt het risico gelopen dat de subsidie deels terugbetaald moet worden Projecten HOVD fase twee: gemeenten hebben desgevraagd van de provincie uitstel gekregen tot 1 juli 2012 voor de start BDS van de uitvoering. Bij start na die datum bestaat de kans op het vervallen van provinciale subsidie
Kans
Gemiddeld
Groot
Impact
Opmerking en sturing
80
10.000
BDS
Exploitatie walstroomkasten
Gemiddeld
n.t.b.
SDD
Frictiekosten
Gemiddeld
n.t.b.
SDD
Incidentele Aanvullende Uitkering Inkomensbudget
Gemiddeld
n.t.b.
IBD
Opdrachtenstroom vanuit Dordrecht en Zwijndrecht
Groot
n.t.b.
SCD
SCD
SCD
SCD
Het realiseren van de taakstelling, die oploopt tot € 3,55 miljoen in 2015, brengt voor het SCD eenmalige reorganisatiekosten met zich mee. We moeten werkprocessen aanpassen en medewerkers laten afvloeien, terwijl de kwaliteit van de dienstverlening moet worden gewaarborgd. Het Drechtstedenbestuur heeft ervoor gekozen IP&A per 1 januari 2012 onder te brengen bij het SCD. Er staan nog een forst aantal punten open. De daarbij behorende kosten drukken vanaf die datum op het budget van het SCD terwijl op dit moment niet de hoogte van de bijgehorende kosten geschat kunnen worden. Bij contractmanagement is er geconstateerd dat de licenties die het SCD bij de migratie van IP&A heeft overgenomen van de gem eenten niet op orde zijn. Door IP&A is de migratie uitgevoerd ‘as is’. Dit kan betekenen dat extra licenties bijgekocht dienen te worden In 2011 zal het SCD een nieuw functiewaarderingstraject gaan starten. Dit
Eén project is inmiddels gestopt en heeft nagenoeg geen kosten gemaakt. Voor het andere project wordt gekoerst op spoedige afronding en indiening van de eindverantwoording
Gemeenten zijn er meerdere malen schriftelijk op geattendeerd om tijdig met de uitvoering te starten. Relatieve onbekendheid van materie. Exploitatie van de walstroom(kasten) gebeurt nu bij de GRD. Er is beperkte ervaring aanwezig. In de begroting 2012 is, binnen de begroting, een budget van € 1 miljoen afgezonderd en vastgesteld door de Drechtraad ten behoeve van Frictiekosten. Om die reden hoeft er nu geen voorziening te worden gevormd. In hoeverre dit budget toereikend is zal in de loop van 2012 steeds duidelijker worden. Hierover zal in buraps worden gerapporteerd. Voor het tekort op het Inkomensdeel in 2011 (voor dat deel dat de 10% eigen risico overschrijdt) zal, evenals het geslaagde beroep voor 2010, een beroep op een incidentele aanvullende uitkering worden gedaan. Aangezien het allesbehalve zeker is dat dit zal worden toegekend (bijvoorbeeld vanuit het licht dat de tekorten 2011 (landelijk) groter zijn dan 2010, een mogelijke aanscherping van de toetsing door het ministerie als gevolg van de uitbetalingen 2010 of gezien de nieuwe bezuinigingsopgave van het kabinet) hebben we hierin de jaarrekening geen rekening mee gehouden. Dit is conform met de wijze waarop we daar ook in de jaarrekening 2010 mee zijn omgegaan. Bij beide gemeenten is er geen heldere meerjarenplanning van de te verwachten omzet. Hierdoor blijft het elk jaar onduidelijk hoe de omzet per jaar verloopt. Beide partijen hebben zich garant gesteld dat 90% van de begrote omzet (primaire begroting) wordt afgenomen. Dit komt voor Dordrecht neer op € 5,4 miljoen en voor Zwijndrecht € 1,19 miljoen.
Groot
Groot
In 2011 waren de frictiekosten nog beperkt en konden deze gedekt worden door bezuinigingen elders en het inzetten van capaciteit op DVO”s. Voor 2012 zijn deze kosten aanzienlijk hoger en vormen een belangrijk aandachtspunt.
Groot
Gemiddeld
Het SCD brengt de benodigde acties in beeld en probeert de kosten zoveel mogelijk terug te managen.
Groot
Op dit moment wordt in beeld gebracht wat dit betekent voor de diverse licenties (waaronder Microsoft en Oracle), teneinde de kosten hiervan tot een minimum te beperken.
Gemiddeld
In het realisatieplan wordt aangegeven dat de werkwijze binnen het SCD vanaf 2012 zal
Groot
Gemiddeld
61
kan tot hogere personeelskosten leiden.
veranderen. Tegen deze achtergrond is het functiewaarderingstraject in 2011 ‘on hold’ gezet. De functiewaardering wordt in 2012 meegenomen in de verdere uitwerking van de structuur van de afdelingen (de in het realisatieplan genoem de fijnstructuur). De kosten hiervan zijn nu nog niet in te schatten. Vanuit de GRD wordt via de financiële strategie beroep gedaan op de eigenaren om werkprocessen, producten en diensten verder te uniformeren en te standaardiseren. Dit is zowel belangrijk om de dienstverlening te verbeteren als om het kostenniveau te verminderen. In 2011 is een start gemaakt met het doorlichten van werkprocessen.
Om de opgelegde taakstelling te kunnen realiseren is verdere standaardisering van de dienstverlening die door het SCD wordt verleend noodzakelijk.
SCD
Dit kan betekenen dat eigenaren binnen hun eigen organisatie verwachtingen over de dienstverlening van het SCD dan wel hun interne processen moeten bijstellen (aanbodsturing in plaats van vraagsturing) en – sam en met het SCD – draagvlak moeten realiseren voor deze gemaakte keuze (standaardisering ipv maatwerk).
Groot
Groot
SCD
Vertraging invoering nieuwe printers door juridische procedures en daardoor vertraging van de daling van de kosten
Groot
Groot
SCD
Ontvlechting Regio Zuid-Holland-Zuid, Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid en Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid als klant.
Groot
Groot
GBD
Oninbaarheid van invorderingskosten
Groot
Gemiddeld
OCD
Realisatie taakstelling
Groot
Gemiddeld
Met name binnen het ICT domein leiden de grote verscheidenheid aan klantwensen nog tot onevenredig hoge kosten. De afdeling ICT van het SCD werkt actief sam en met de CIO van de GRD om meer uniformiteit te bewerkstelligen. Zo is vanuit de CIO het initiatief genomen om regiobreed het aantal applicaties terug te brengen en te uniform eren. Dit risico heeft zich in 2011 voorgedaan. Door de juridische procedure rond de aanbesteding is de aanschaf van de nieuwe printers (die aanzienlijk minder kosten dan de huidige) vertraagd. De inzet van het SCD is om in 2012, na de nieuwe aanbesteding, een spoedige uitrol te realiseren. Ontvlechtingkosten worden in beeld gebracht en is afhankelijk van de gunning (aanbesteding). Op dit moment is nog niet precies duidelijk wat de financiële gevolgen zijn. Voor het risico voor de eventuele oninbaarheid van invorderingskosten uit voorgaande jaren is een voorziening oninbare invorderingskosten gevormd. Door de economische situatie wordt de GBD geconfronteerd met betalingsachterstanden en een afname van de betalingsbreidbaarheid. Dit leidt tot een reëel productierisico. Met de deelnemende gemeenten wordt hier de vinger aan de pols gehouden, dit door maandelijks aan de gemeentebesturen te rapporteren. Voor de inkomsten op aanmaningen en dwangbevelen is een voorziening getroffen. Om de taakstelling te kunnen realiseren zal het OCD extern moeten inverdienen. Het feit dat potentiële opdrachtgevers ook met bezuinigingen te maken hebben, kan een negatief effect hebben op de onderzoeksvraag. Dit brengt het risico met zich mee dat er een scherpe concurrentie ontstaat op de externe markt. In 2011 was dit zichtbaar in de achterblijvende vraag in opdrachten. Het is dan ook noodzakelijk om actief te zijn op deze markt en een ondernemingsgerichte houding te hebben. Daarnaast zal het OCD in 2012 aan haar profilering werken.
Project uniforme werkplek
IP&A
Na migratie van alle deelnemers (werkplekken, applicaties, rekencentra) zijn er nog een aantal restpunten te doen. Deze lijst is overgedragen aan SCD-ICT ter oplossing en valt dus buiten het programma. Omdat het aantal restpunten omvangrijk en in sommige gevallen complex is, is het nog niet mogelijk geweest een einddatum hiervoor vast te stellen. Positief is dat het wegwerken van deze restpunten bij het
Groot
Gemiddeld
De middelen voor het oplossen van de issue lijst zijn door middel van het restant programmakrediet beschikbaar gesteld aan het SCD. Bij het wegwerken van de restpunten zal het SCD deze ruimte benutten en daarbij moeten aangeven wat de grens is.
62
SCD een hoge prioriteit heeft.
IP&A
Tijdens de migratie is extra werk gekom en vanwege het niet op orde zijn van documentatie van de licenties, contracten, systemen, beheerswerk e.d. Nu het project is opgeleverd is het actueel, tijdig en betrouwbaar houden hiervan het dagelijks werk geworden van het SCD. Vanwege de organisatieveranderingen bij het SCD is het borgen van dit werk nog een belangrijk aandachtspunt.
IP&A
Het IP&A programma is beëindigd en daarmee ook het programmamanagement. Hoewel er in 2012 en verde rno gdiverse projecten regionaal moeten worden opgestart.
Groot
Groot
Gemiddeld
Bij elk vervangingsvraagstuk is er extra werk nodig om een actuele, juist beeld te krijgen van de ICT omgeving.
Gemiddeld
De deelnemers hebben het projectportfolio in lokale besluitvorming gebracht. Er zijn projecten uit te voeren die door het SCD uitgevoerd kunnen gaan worden. Echter een programma organisatie (inclusief bevoegdheden, risico management, rapportagelijn, Financial control) ontbreekt.
Naast de reeds genoemde risico’s van de SDD is er nog een risico omtrent een claim van een e zorgaanbieder voor de WMO hulp bij de huishouding. Bij de 2 burap 2011 heeft de SDD reeds gemeld dat de SDD is geconfronteerd met deze claim. De claim van de zorgaanbieder over de jaren 2007 tot en met 2009 bedraagt € 1,8 miljoen. Dit zou bestaan uit niet voldane facturen, ontbrekende betalingen en onjuistheid in de afrekeningen. Inmiddels is aangetoond dat de volgens de aanbieder niet betaalde facturen á € 0,4 miljoen gewoon zijn betaald. Na intern onderzoek is er door de SDD geconstateerd dat over het derde kwartaal van 2009 één factuur ter hoogte van € 740.000 niet is afgerekend met de zorgaanbieder. In het laatste kwartaal van 2011 is deze factuur alsnog gecontroleerd en is er een bedrag ter hoogte van € 700.000 betaald. Hoewel de SDD van mening is dat het meerdere van de resterende claim, ongeveer € 700.000 ongegrond is, is de aanbieder gevraagd om bewijslast te overleggen. Tot op heden heeft de aanbieder dat niet kunnen aantonen. In middels heeft de aanbieder ook voor de jaren 2010 en 2011 aangegeven van mening te zijn een nog onbekend aantal zorgregels te missen. Mede gezien de werkafspraken en de maandelijkse factuurafwikkelingen die in deze jaren via het WMO-kantoor lopen stelt het SDD dat ook hier vooralsnog op het standpunt dat deze claim niet terecht is. Dit wordt bevestigd door een eerste onderzoek naar de betwiste declaraties door het WMO-kantoor. De SDD acht, gezien de stellingname, dat het niet aan de orde is om hiervoor een voorziening op te nemen. Wel stelt de SDD voor het restant van de reserve WMO na resultaatbepaling conform deze jaarrekening vooralsnog aan te houden voor afwikkeling van voorgaande jaren in algemene zin. 3.2 Bedrijfsvoering In 2011 is er veel bestuurlijke aandacht geweest voor de kwaliteit van onze bedrijfsvoering. Deze aandacht was terecht, gelet op het grote belang van een stabiele en betrouwbare GRD-organisatie. Er zijn diverse stappen gezet om de bedrijfsvoering op het gewenste niveau te krijgen. Dat gewenste niveau betitelen we als ‘de basis op orde’. Via diverse sporen is gewerkt aan het behalen van dit niveau, waarmee het bestuurlijk comfort op het onderdeel bedrijfsvoering is vergroot. Hieronder lichten wij deze activiteiten toe. Professionalisering van de GRD: strategische keuzes bij alle dochters De basis op orde én klaar voor de toekomst. Dat is het uitgangspunt voor de GRD-organisatie. In het licht van de onontkoombare bezuinigingen en de gewenste doorontwikkeling van onze producten, onze dienstverlening en onze sturing en beheersing, zijn in 2010 en 2011 diverse trajecten gestart om de GRD-organisatie efficiënter in te richten. Deze trajecten lopen zowel op concernniveau als binnen de diverse GRD-dochters. De GRD ondergaat in 2012 ingrijpende en structurele wijzigingen, in 2011 zijn hiertoe belangrijke voorbereidingen gedaan. Om de bezuinigingen te realiseren, is gekozen om niet de kaasschaaf te hanteren, maar een aantal strategische keuzes te maken in de organisatie en het productaanbod van de GRD-dochters. Iedere dochter is in 2011 (of eerder) gestart met een organisatie-ontwikkeltraject, om de gewenste professionalisering- en efficiencyslag te kunnen maken.
63
Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden is de stafafdeling van de GRD en heeft in 2011 de voorbereidingen getroffen voor een herpositionering van het bureau. Het DSB heeft in december ingestemd met het nieuwe profiel en het daarbij horende formatie- en functieoverzicht. Kerntaken van het bureau zijn regie en ondersteuning, waarbij compact, versterkend en verbindend sleutelwoorden zijn. Medio april 2012 is het bureau naar verwachting ingericht volgens de nieuwe principes inclsuief de plaatsing van de medewerkers. Sociale Dienst Drechtsteden De SDD is een omvangrijk innovatie programma gestart onder de naam van Partner in Zelfstandigheid (PinZ). Dit programma moet leiden tot dienstverlening die sneller, goedkoper en met méér resultaat wordt geleverd. Deze innovatie inclusief de re-design van alle werkprocessen werk en inkomen, is nodig om antwoord te geven op de ontwikkeling in de samenleving en op de bezuinigingsopgave die de SDD de komende jaren voorstaat. Elementen in dit programma zijn onder andere het werken met e-dienstverlening, één contactpersoon en nauwe contacten met werkgevers. Hierdoor zal de beoogde snellere, goedkopere en effectievere dienstverlening bereikt moeten worden. In het innovatieprogramma PinZ zijn organisatorische veranderingen voorbereid gericht op betere, snellere en goedkopere dienstverlening; hiermee sorteren we feitelijk al voor op de invoering van de Wwnv, en realiseren we besparingen in de bedrijfsvoering die de SDD in staat stelt om de opgelegde taakstellingen te realiseren en de toekomstige uitdagingen aan te gaan. Per 1 januari 2012 zijn onder meer de bestaande sectoren ‘Werk’ en ‘Inkomen’ omgevormd tot een geïntegreerde Front-office die de burger in zijn of haar zelfstandigheid effectief stimuleert en waar nodig faciliteert en anderzijds een efficiënte Back-office voor de hele organisatie. De nieuwe werkwijze van de SDD reduceert het aantal formatieplaatsen fors evenals het aantal extern ingehuurden. Ingenieursbureau Drechtsteden Ook bij het Ingenieursbureau Drechtsteden is het ‘tijd voor verbouwing’. Het IBD wil het kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten van en voor alle Drechtsteden zijn, waar nu alleen Zwijndrecht en Dordrecht nog als voornaamste opdrachtgever optreden (en eigenaar zijn). Het IBD richt zich in de doorontwikkeling op het ondersteunen van gemeenten in hun regierol: het IBD stapt in de planvormingfase en wil de schakel zijn met de markt. Uiteraard neemt het IBD ook zelf de regierol: waar het efficiënter is, kunnen taken aan de markt worden overgedragen. In 2011 zijn eerste verkenningen uitgevoerd. In 2012 zal het IBD zich verder ontwikkelen om klaar te zijn voor eventuele uitbreiding van het aantal eigenaren en klanten. Een belangrijke opgave is flexibel om te gaan met wisselingen in de hoogte van de opdrachtportefeuille. Servicecentrum Drechtsteden Het Servicecentrum Drechtsteden heeft op basis van de in 2011 uitgevoerde evaluatie een Realisatieprogramma opgesteld, waarin een kanteling van de organisatie per 1 januari 2012 is voorbereid. Een van de pijlers van het programma is het uniformeren van producten en processen. Andere belangrijke punten zijn het vereenvoudigen van de financieringsstructuur, het inrichten van een duidelijke sturingsstructuur met heldere lijnen naar de klant en het stimuleren van eigenaarschap en publiek ondernemerschap. Het SCD heeft in 2011 gewerkt aan de verdere professionalisering op het gebied van de bedrijfsvoering en de planning en control. In lijn met de balanced scorecard zijn de verschillende taakvelden (financiën, dienstverlening, medewerkers, innovatie) verder uitgewerkt. Zo is er een klanttevredenheids- en medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden en is geparticipeerd in een benchmark van de ICT-dienstverlening. Het verder verbeteren van de doelmatigheid is ook nodig om de omvangrijke bezuinigingen te realiseren. In het hiervoor genoemde realisatieplan is uitgewerkt hoe zowel de efficiëntie als de dienstverlening zullen verbeteren. Net als bij de SDD worden alle werkprocessen doorgelicht en opnieuw ingericht om betere, snellere en goedkopere dienstverlening aan de klanten te bieden. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD heeft in 2011 het instrument onderzoeksprogrammering ontwikkeld. Op basis van een door het OCD opgestelde voorzet gebaseerd op het collegeprogramma’s, zijn per gemeente de vragen om onderzoek en ondersteuning geïnventariseerd. Daarnaast heeft het OCD inventariserende gesprekken met de organisaties binnen de GRD gevoerd. Op basis hiervan is een
64
onderzoeksprogramma opgesteld. Waar nodig zijn vragen gebundeld en op elkaar afgestemd. In de loop van het jaar is het oorspronkelijk programma telkens verder aangevuld en aangepast. Dit maakte de omvang van het pluspakket inzichtelijk en goed te monitoren. Dit instrument heeft het OCD geholpen voldoende resultaat te behalen. In 2011 heeft het OCD ook een start gemaakt met ondernemerschap met het accent op externe acquisitie. Dit heeft in 2011 nog onvoldoende opgeleverd, maar zal in 2012 actief verder worden opgepakt. Vaan zijn producten al ontwikkeld binnen de Drechtsteden en kunnen ook aangeboden worden aan andere partijen. Dit vergroot de financiële zelfstandigheid van het OCD. De doorontwikkeling van het OCD zal dan ook sterk staan in het teken van ondernemerschap. Hierbij wordt vooral geïnvesteerd in de onderzoekers. Verder zal het OCD zich in 2012 sterk profileren als strategische partner voor beleid. De ambitie van het OCD is om met onderzoek en advies juist op strategisch niveau meer ondersteuning te bieden. Dit is in 2012 daarom één van de speerpunten van het OCD. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het Nieuwe Werken 2.71 is de titel waaronder Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) werkt aan de organisatie. Hierin staat het vergroten van het rendement centraal. Het GBD streeft daarbij naar de ideale balans tussen billijke kosten en maximale opbrengsten en een effectieve bedrijfsvoering met een maximaal rendement op de investeringen. De 2.71 uit de titel staat daarbij voor het resultaat dat het GBD per seconde behaalt: € 2,71. Het terugdringen van de personeelslasten heeft ook in 2011 speciale aandacht gehad. Vergeleken met de periode dat de Drechtstedengemeenten zelf de belastingheffing en –inning ter hand namen is het personeelsbestand afgenomen met circa 30%. IP&A In 2011 was een aantal zaken duidelijk; het programma moest stoppen (31-12-2011) en overgaan in reguliere bedrijfsvoering, de kosten moesten naar beneden door o.a. verlaging van inhuur en er moest een andere wijze van financieren en sturen op het projectportfolio komen. Met zeer strakke sturing en extra inspanning ten aanzien van het resterende programma en budget, is door het programmamanagement en de CIO, gewerkt aan het afronden van het programma. Consequentie van deze aanpak is dat de kosten omlaag zijn gegaan, de kennis in huis bleef, maar ook dat het tempo omlaag is gegaan. Gevolg daarvan is dat het programma binnen budget is gestopt, maar er nog een wel restpunten zijn. De lijst restpunten is voor afwerking door het programma overgedragen, inclusief de middelen, aan de SCD-ICT beheersorganisatie. Bedrijfsvoering: de basis op orde en klaar voor de toekomst Het Drechtstedenbestuur heeft in 2011 diverse besluiten genomen, gericht op de bedrijfsvoering. Onder andere betrof dit de vaststelling van: de Financiële Strategie het Programma Bedrijfsvoering een tweetal sturingskaders (handelingskader ONS-D en handelingskader SCD) Deze en andere initiatieven hadden ten doel om op zowel de korte als langere termijn tot zichtbare resultaten te komen in de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de GRD. Achterliggende wens was (is) het vergroten van grip op resultaat en middelen en het verkleinen van bestuurlijke, financiële en juridische risico’s. Om alle plannen en ambities binnen het brede veld van bedrijfsvoering te bundelen is het Werkprogramma Bedrijfsvoering opgesteld. Dit programma wordt uitgevoerd onder regie van de concernstaf GRD (onderdeel van Bureau Drechtsteden) en bevat de omschrijving van doelen, activiteiten en een agenda van plannen op een viertal onderdelen: organisatie, sturing en verantwoording, financiën en beleid en uitvoering. Bij de vaststelling van het programma is afgesproken om middels de reguliere P&C-documenten verantwoording af te leggen over de voortgang en het resultaat. Daarbij kijken we terug naar de activiteiten die in 2011 hebben plaatsgevonden maar geven wij ook informatie over de lopende zaken.
65
A. Organisatie
Stand van zaken
Onderdeel Basis op Orde: Concernjaarplanning GRD 2012
Alle GRD-dochters leveren een jaarplan. Op basis daarvan wordt een jaaragenda opgesteld, m.n. voor het MT van de GRD. Bestuurlijke punten worden geplaatst op de bestuurlijke jaaragenda, die continu wordt geactualiseerd.
Sturing op inhuur derden
Het MT van de GRD heeft uitgesproken dat mobiliteit een van de speerpunten op HRM-gebied is. Onderdeel daarvan is ook de flexibele inzet van medewerkers binnen de GRD. Enerzijds als middel voor talentontwikkeling, anderzijds om beter gebruik te maken van eigen personeel in plaats van duurdere inhuur. Eventuele aanvullende richtlijnen voor inhuur van derden nemen we daarbij mee.
Risicomanagement
In de tweede bestuursrapportage 2011 is nadrukkelijk meer aandacht besteedt aan de melding van risico’s en de acties die daarop worden genom en om risico’s te verkleinen. In de formats voor de nieuwe begroting en de komende bestuursrapportage zetten we weer een stap verder. Ook zetten we actie om risicomanagement niet alleen te koppelen aan de P&C momenten maar om het continu aandacht te geven.
Onderdeel doorontwikkeling GRD: Concernvisie GRD
Het MT van de Drechtsteden werkt aan een concernvisie. Daartoe heeft het MT op 25 januari een heisessie georganiseerd. De uitkomsten van die sessie vormen de basis van de op te stellen GRD-visie. Verwachting is dat deze visie in de eerste helft van 2012 gereed is voor besluitvorming.
Integriteitsbeleid
Ernst en Young heeft haar rapport opgeleverd waarin het GRD-beleid en de toepassing daarvan is beoordeeld. De uitkomsten van dit onderzoek worden nu ambtelijk bezien, waarna een bestuurlijk advies met een opdracht aan de organisatie zal worden opgesteld.
HRM-Beleid
In het Programma Bedrijfsvoering is de ambities uitgesproken een HRMstrategie op te stellen voor de GRD. Na overleg binnen het MT GRD is besloten om geen strategie op te stellen maar een aantal speerpunten te benoemen en daar daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. De toegevoegde waarde van een nieuwe strategie, gelet op alles wat er al ligt, werd onvoldoende bevonden. De belangrijkste speerpunten die zijn benoemd: - actualiseren sociaal plan - invulling geven aan arbeidsmobiliteit - strategische personeelsplanning - optimaliseren E-HRM In 2012 wordt uitvoering gegeven aan deze punten. Ter aanvulling: zoals wellicht bekend heeft de GRD t.b.v. van de landelijke actie Serious Request een voucher gekocht bij de initiatiefnemers van Serious Ambtenaar. Met deze voucher heeft de GRD recht op 160 uur inzet van enthousiaste ambtenaren uit het hele land die hiervoor 2 vrije dagen inleveren. Deze voucher wordt ingezet om te komen tot een plan van aanpak/programma waarin de term publieke zakelijkheid wordt uitgewerkt in concrete profielen en projecten waarmee we onze medewerkers kunnen stimuleren, instrueren en ondersteunen, inclusief de daarvoor in te vullen randvoorwaarden. Een en ander onder de werktitel ‘Expeditie Drechtsteden’.
Doorontwikkeling inkoopfunctie
In samenwerking tussen concernstaf en SCD/Inkoop is gewerkt aan een notitie over de doorontwikkeling van de inkoopfunctie (positionering). Verwachting is dat dit in het eerste kwartaal aangeboden wordt/is ter besluitvorming.
Juridische kwaliteitszorg
Reguliere werkzaamheden in het actueel en op orde houden van verordeningen en mandaatregelingen. Specifiek: de actualisatie van de Organisatieverordening is op dit moment in procedure.
Kwaliteit adviesnota’s
Binnen Bureau Drechtsteden is het voorstel voor een nieuw form at voor adviesnota’s gemaakt. Hierbij wordt ook gewerkt aan de procesbeschrijvingen voor het bestuurlijk besluitvormingsproces. Dit alles wordt tegelijkertijd gekoppeld aan implementatie van Mozaïek Bestuur. Na technische implementatie en een proefperiode zal e.e.a. rond de zom er daadwerkelijk functioneren.
Digitaliseren verordeningen
Het digitaliseren en publiceren van alle verordeningen en regelingen binnen de GRD: hierover is inmiddels een ‘contract’ gesloten met de juridische afdeling
66
van het SCD. Daar zullen alle verordeningen gedigitaliseerd worden zodat de gelinkt kunnen worden naar www.overheid.nl waarin alle regelgeving, ook van gemeenten en GR-en, te vinden moeten zijn.
B. Sturing en verantwoording
Stand van zaken
Onderdeel Basis op Orde: Besturingsconcept GRD
In november heeft het DSB in de conferentie de notitie besproken met het nieuwe sturingskader voor het netwerk. Dit kader is tevens vertaald naar de nieuwe inrichting van Bureau Drechtsteden. Tevens was dit kader de basis voor het vastgestelde sturingsarrangement voor de invulling van de opdrachtgeversrol naar het SCD door het ONS-D en het COB.
Verbetering P&C: proces en product
De in december opgeleverde tweede bestuursrapportage is tot stand gekomen, mede op basis van de door de klankbordgroep (vanuit Drechtraad) aangegeven verbetervoorstellen. Uiteraard blijft de ambitie bestaan om de P&C cyclus als geheel verder door te ontwikkelen. Wij hebben dit op dit moment gekoppeld aan de uitwerking van de Financiële Strategie, waar een werkgroepje aan de slag gaat met het onderwerp ‘van achteraf verantwoorden naar vooraf sturen’. Op basis van heldere sturingsfilosofie komen we tot een concreet voorstel voor verbetering van de P&C cyclus maar ook van totstandkoming van sturingsinformatie en het nieuwe rMJP. Dit zal rond de zom er tot concrete voorstellen leiden.
Onderdeel doorontwikkeling GRD: Vormgeving netwerktoezicht
Het ONS-Toezicht heeft een voorstel opgesteld over de inrichting van de toezichtsrol. Daarbij is onderscheid gemaakt naar de formele governancerol en naar de specifieke rol die het ONS op basis van de nieuwe organisatieverordening heeft op het zogenaamde ‘strategische’ toezicht. Deze toezichtsrol richt zich op het continue sam en werken aan verbetering van de GRD-organisatie, waarbij in overleg een onderzoeksprogramma wordt opgesteld, vergelijkbaar met de voor gemeenten verplichte doelmatig- en doeltreffendheidonderzoeken o.b.v. artikel 213A GW. Het voorstel zal/is medio maart aangeboden (worden) aan het bestuur.
Inrichting informatiehuishouding GRD
Als uitwerking van het hierboven genoemde voorstel voor inrichting van de toezichtsrol, heeft de GRD zijn informatiehuishouding door te ontwikkelen. Binnen de GRD wordt in 2012 aandacht besteedt aan het ontwikkelen van managem entrapportages die tevens benut kunnen worden voor de toezichtgesprekken met het ONS. In het kader van de uitwerking van de Financiële Strategie is een werkgroep aan de gang om te kijken hoe de beschikbare informatie binnen de dochters breder benut kan worden (bijvoorbeeld de databestanden van de GBD kunnen mogelijk benut worden bij de SDD).
Ambtelijke advisering adoptiem odel
In oktober is vanuit de staf GRD een voorstel in het pfo Middelen gebracht voor de inrichting van het zogenaamde adoptiem odel. Dit richt zich op gemeentelijke samenwerking bij het voorbereiden van bestuurlijke advisering en het daarbij delen van kennis en capaciteit. Na het voorstel vanuit de staf hebben de gemeenten dit zelf verder opgepakt. Binnen de Proeftuin Beleid is een voorstel opgesteld om dit in gezamenlijkheid uit te voeren (als een meervoudig lokaal project).
C. Financiën
Stand van zaken
Realisatieprogramma Bezuinigingen Periodieke doorlichting begroting
Dit gebeurt regulier in het kader van de planning en controlcyclus
Sturing op realisatie taakstellingen
Vanuit de staf vindt regie plaats op de gem aakte afspraken over de invulling van de bezuinigingen per dochter. In de reguliere P&C documenten wordt hierover verantwoording afgelegd aan het bestuur.
Opstellen besluitenkalender
Daar waar, vanuit financiën, voorstellen in voorbereiding zijn, zijn deze opgenomen op de bestuurlijke jaaragenda.
Budget proces- en frictiekosten
Mede in het licht van de in januari aangenomen motie in de Drechtraad, over de netto taakstelling, wordt/is hiertoe een voorstel opgesteld.
Verwerking taakstelling in begroting
Taakstellingen zijn verwerkt in de begroting.
67
Onderdeel Basis op Orde: Implementatievoorstellen financiële spelregels
Deze spelregels maken onderdeel van het uitvoeringsprogramma Financiële Strategie. Hiertoe is een werkgroepje samengesteld vanuit de Denktank Financiële Strategie. Onder regie van de concernstaf zal dit in het tweede kwartaal van 2012 tot een bestuurlijk voorstel leiden.
Procedure toewijzing middelen
Opstellen eenduidige, gestandaardiseerde procedure voor allocatie middelen binnen GRD: dit wordt betrokken bij de opstelling van de hierboven genoemde spelregels.
Uitvoering to-do lijst:
De ‘to-do’ lijst bestaat uit een overzicht van kleinere en grotere verbeterpunten, voornamelijk voortkom end uit de managementletter van de accountant. De lijst moet nog geactualiseerd worden naar aanleiding van de recent door de accountant opgeleverde managementletter 2011. Wel al kan vermeld worden dat een groot deel van de in voorgaande jaren aangegeven verbeterpunten inmiddels door de accountant als afgedaan worden beschouwd.
D. Beleid en Uitvoering
Stand van zaken
Doorontwikkeling GRD Verkenning mogelijkheden allianties
Alliantiemanagement is op een aantal plekken als opdracht geformuleerd: in het kader van de Financiële Strategie, als een van de aanbevelingen van de evaluatie Drechtstedendinsdag, als pijler van het programma Netwerkbestuur en – heel concreet – als basis voor het realiseren van de ambities binnen het programma Economie en Arbeidsmarkt (economische agenda). Op het moment van schrijven van deze tekst is een document in voorbereiding waarin alle voorgenomen/ lopende opdrachten/initiatieven worden gebundeld in 1 bestuursopdracht. Deze e opdracht moet in het 2 kwartaal van 2012 leiden tot een praktisch product met kaders en randvoorwaarden voor zowel het bestuur als de organisatie en concrete instrumenten om alliantiemanagement vorm te geven. Daarbij wordt dezelfde matrix gebruikt als bij de Financiele strategie: wat moet concreet gebeuren op korte termijn en welke toekomstscenario’s kunnen we schetsen voor de lange termijn.
Onderdeel Basis op Orde:
Herpositionering Bureau Drechtsteden
Het document Herpositionering is vastgesteld door het Drechtstedenbestuur, in de vergadering van 7 december 2011. Op dit moment (februari) ligt het bij de medezeggenschapskamer, die advies zal uitbrengen aan de OR. Bij een positief advies kan de plaatsingsprocedure starten. Verwachting is dat medio april de procedure afgerond kan worden..
Sturing op realisatie investeringen
Er is vooralsnog geen specifieke actie gezet op intensivering van de sturing op realisatie van het rMJP. Wel is door het bestuur uitgesproken een extra impuls te geven aan het onderdeel Economie van het rMJP, middels aanvullende investeringen in de Economische Agenda Zuidvleugel.
Inhoudelijke prioritering werkprogramma 2011/2012
In het licht van het werkplan 2012 is een herprioritering voorgesteld aan het bestuur. Het DSB heeft hiermee in de vergadering van 11 januari 2012 ingestemd.
Om alle plannen en ambities binnen het brede veld van bedrijfsvoering te bundelen is het Werkprogramma Bedrijfsvoering opgesteld. Dit programma wordt uitgevoerd onder regie van de concernstaf GRD (onderdeel van Bureau Drechtsteden) en bevat de omschrijving van doelen, activiteiten en een agenda van plannen op een viertal onderdelen: organisatie, sturing en verantwoording, financiën en beleid en uitvoering. Bij de vaststelling van het programma is afgesproken middels de reguliere P&C-documenten verantwoording af te leggen over de voortgang en het resultaat. Daarbij kijken we terug naar de activiteiten die in 2011 hebben plaatsgevonden maar geven wij ook informatie over de lopende zaken. Monitoring ROM-D In 2011 is vanuit Drechtsteden extra inspanning gepleegd op de monitoring van de ROM-Dactiviteiten. Er is een analyse gemaakt van de situatie bij de ROM-D en in de nota ‘Werken aan Vertrouwen’ is de basis gelegd voor doorontwikkeling van de ROM-D. Daarnaast is besluitvorming voorbereid over het project Noordoevers en daarmee het liquiditeitsprobleem van ROM-D op te lossen.
68
Medezeggenschap anders In de afgelopen periode is intensief gewerkt aan de nieuwe structuur en inrichting van de medezeggenschap in de GRD. Het doel van de herstructurering is de medezeggenschap te centraliseren en te professionaliseren door middel van het instellen van één Ondernemingsraad in plaats van de huidige 6 ondernemingsraden en een Centrale ondernemingsraad. Eén medezeggenschapsorgaan sluit aan bij de één concerngedachte waarbij de GRD organisatie meer als één geheel moet opereren. De input is organisatiebreed opgehaald met een actieve bijdrage vanuit de bestaande ondernemingsraden. Dat heeft geresulteerd in een voorstel waarmee het Drechtstedenbestuur in november heeft ingestemd. Daarna is gestart met de implementatie van de nieuwe medezeggenschap, beginnend met de voorbereidingen van de verkiezingen voor een nieuwe Ondernemingsraad GR Drechtsteden in maart 2012. Dienstverlening Bureau Drechtsteden Het bureau Drechtsteden legt zich van oudsher toe op het adviseren, faciliteren en ondersteunen van het bestuurlijk en ambtelijke netwerk van de Drechtsteden. Het bestuur is onze belangrijkste klant, maar met onze ondersteuning van het ambtelijk netwerk is in feite iedereen binnen het netwerk afnemer van onze diensten. Het jaar 2011 stond voor ons in het teken van de herpositionering van het bureau. Met deze herpositionering hebben wij een doorontwikkeling gestart, waarin de kwaliteit van onze dienstverlening binnen onze kerntaken een grote impuls moet krijgen. Daarbij stimuleren we de talenten van onze medewerkers door deze beter in te zetten en hebben we onze processen effectiever en efficiënter ingericht. Met de doorontwikkeling leveren we een bijdrage aan de ontwikkeling van de Gemeenschappelijke Regeling én het netwerk als geheel. Ons ambitiestatement luidt als volgt
Een van de kritische succesfactoren is het goed omgaan met onze verschillende opdrachtgevers en de verschillende rollen die daarbij horen. De door het DSB vastgestelde vernieuwde sturingsmethodiek is van invloed op de wijze waarop wij onze werkzaamheden uitvoeren. De vernieuwde sturingsmethodiek heeft als uitgangspunt dat binnen het netwerk alle activiteiten zijn te herleiden tot een (bestuurlijke) opdracht. Doel is afstemming tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en het helder maken van wat er wordt gevraagd c.q. welk product moet worden opgeleverd. De DR, het DSB en ONS-D zijn de primaire opdrachtgevers. Het bureau adviseert en ondersteunt deze gremia. Het bureau fungeert als procesbewaker c.q. regievoerder van de uit de kerntaken voortvloeiende opdrachten. Het bureau zorgt niet alleen dat de opdrachten op de juiste plaats worden uitgezet, maar ook dat deze opdrachten tijdig, kwalitatief goed en integraal binnen de Drechtstedelijke kaders worden uitgevoerd. De herpositionering heeft in het eerste kwartaal van 2012 geleid tot plaatsingsbesluiten voor onze medewerkers. De nieuwe werkwijze en nieuwe taakverdeling moeten bijdragen aan een betere invulling van onze dienstverlening aan het gehele netwerk. Sociale Dienst Drechtsteden Mede aan de hand van de in 2010 gemeten klanttevredenheid is besloten om de dienstverlening verder te ontwikkelen en te verbeteren waarbij de verbeterpunten die voortgekomen zijn uit het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) meegenomen. Dit is voornamelijk belegd bij het project Partner in Zelfstandigheid (PinZ). Bij de te maken keuzes speelt tevens de noodzaak om op de uitvoeringskosten te besparen een belangrijke rol. Daarom nemen E-dienstverlening, telefonische
69
dienstverlening en een collectieve benadering van klanten in workshops meer en meer de plaats in van 1-op-1 “face” contacten. Bij het eerstvolgende (KTO), dat in 2012 zal plaatsvinden bij onze klanten, zal getoetst worden in welke mate de SDD erin is geslaagd om de aandachtspunten die zijn voortgekomen uit het vorige KTO door te ontwikkelen en te verbeteren. Bovendien zal bezien worden of in 2012 een meer continue en andersoortige wijze van meting van klanttevredenheid kan worden ingevoerd. In het kader van deze ontwikkeling is in het tweede kwartaal de mogelijkheid gecreëerd om digitaal een klacht in te dienen. Ook is het mogelijk via de website adviezen te geven ter verbetering van de dienstverlening van de SDD dan wel de SDD een compliment te geven wanneer men zeer tevreden is over het niveau van de dienstverlening. Beide digitale meldpunten zijn een redelijk succes gebleken als het gaat om de hoeveelheid klachten en meldingen die binnenkwamen. Sinds de invoering in 2011 van de mogelijkheid om digitaal meldingen te doen, adviezen of complimenten aan de SDD te geven is hiervan weliswaar flink gebruik gemaakt, de bruikbaarheid liet nogal te wensen over. Sinds de invoering zijn 105 meldingen digitaal binnengekomen. Het betrof enkele complimenten en een enkele tip, advies of bruikbaar signaal. Veruit het overgrote deel had betrekking om meldingen van persoonlijke aard, zoals het afzeggen van afspraken met klantmanagers / consulenten, vragen over uitkering of schuldbemiddelingstrajecten etc. Enkele van deze persoonlijke melding waren wel bruikbaar voor de verbetering van de dienstverlening. Dit betrof vooral vragen / opmerkingen over het nakomen van afspraken van onze kant. Omdat dit meldpunt niet datgene heeft gebracht wat er van werd verwacht, is besloten om niet met dit meldpunt door te gaan. Wel is gebleken dat er wel degelijk behoefte lijkt te zijn aan het digitaal kunnen maken en afzeggen van afspraken. Dit zal in 2012 worden opgepakt. Klachten Afgehandeld 153
Geheel of gedeeltelijk gegrond 58
Ongegrond 82
Ingetrokken 13
In 2011 zijn aanzienlijk meer klachten binnengekomen dan in 2010. Het aantal is gestegen van 71 in 2010 naar 169 in 2011. De stijging is vooral merkbaar geweest in de tweede helft van 2011 en lijkt hierdoor in relatie te staan tot de (in- en externe gewenning aan) de sterkere focus op werk en de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Daarnaast is er met ingang van de tweede helft van 2011 een digitaal meldpunt klachten geïntroduceerd. Het aantal klachten dat op deze wijze is ingediend heeft een flinke vlucht genomen. In het eerste kwartaal dat het digitale meldpunt klachten online ging, heeft dit tot gevolg gehad dat er meer klachten digitaal binnenkwamen dan op papier. Niet alleen en flinke toename in het aantal klachten, maar ook de kwaliteit (leesbaarheid, begrijpelijkheid en bruikbaarheid) van de binnengekomen klachten is zeer goed. Inmiddels zijn er sinds de invoering van het meldpunt 67 klachten digitaal binnengekomen. Ter vergelijking zijn er over dezelfde periode 56 klachten op papier ingediend. De aard van de klachten is ten opzichte van 2010 verhoudingsgewijs redelijk stabiel gebleven. Er is een lichte stijging te zien van het aantal bejegeningklachten met 3,5%. Veruit de meeste klachten zijn tijdig afgehandeld. Van de 153 afgehandelde klachten zijn er slechts 5 (3 binnen de sector Zorg en 2 binnen de sector Inkomen) te laat afgehandeld. Dit houdt in dat 96,7% tijdig is afgehandeld. Van de afgehandelde klachten is meer dan de helft ongegrond verklaard. Dit is een flinke stijging ten opzichte van 2010 (34%). Bezwaarschriften Ontvangen
Afgehandeld
Geheel of gedeeltelijk gegrond
Ongegrond
Niet-ontvankelijk
1.051
906
260
537
64
In 2011 zijn 1051 bezwaarschriften ontvangen. Dat is 8% meer dan in 2010 toen 969 bezwaren werden ingediend. Er zijn in totaal 906 bezwaarschriften afgehandeld. Samen met de Bezwaarschriftencommissie wordt nog een afzonderlijk jaarverslag gemaakt, waarin het resultaat van de in 2011 behandelende bezwaarschriften uitvoeriger wordt toegelicht. Dit jaarverslag wordt separaat aan het Drechtstedenbestuur aangeboden in het 1e kwartaal 2012.
70
Ingenieursbureau Drechtsteden Gedurende 2011 zijn een aantal interne verbeterprojecten uitgewerkt bij het Ingenieursbureau, met als doel de dienstverlening richting onze opdrachtgevers te optimaliseren. De belangrijkste wijziging in de dienstverlening was de invoering van projectteams binnen het IBD. Elk projectteam beheert een eigen opdrachtenportefeuille, met wisselende opdrachtgevers. Door in teamvorm de projecten op te pakken en te verdelen, kan sneller geanticipeerd worden op klantvragen. Door op teamniveau de capaciteitplanning in te richten, kunnen de medewerkers van het IBD sneller schakelen tussen de projecten. Werken in teamverband levert continuïteit naar onze opdrachtgevers. Binnen het projectteam kan men (tijdelijk) elkaars werk overnemen. Dit komt de dienstverlening naar onze opdrachtgever ten goede. Gedurende 2011 is geïnvesteerd in het uniformeren van standaarddocumenten binnen het IBD. Het gebruik van standaard documenten met een standaard opmaak verstevigt de professionaliteit van de dienstverlening door het IBD. De standaarddocumenten zijn opgeschoond, dubbele documenten zijn verwijderd en ieder document heeft een vaste eigenaar. De bestaande netwerkinfrastructuur (het IBDintranet) is ingezet om de nieuwe standaarddocumenten te ontsluiten. Dit IBD-portal is nu de enige plaats waar de originele standaarddocumenten aangeboden worden aan de medewerkers van het IBD. Uit de door het IBD in 2009 opgezette gemeentelijke benchmark blijkt dat ingenieursbureaus weinig aandacht geven aan het evalueren van projecten. In 2012 zal ieder afgesloten project geëvalueerd worden met onze opdrachtgever. Het bestaande evaluatieformulier is aangepast. Opdrachtgevers kunnen rapportcijfers geven over een tiental korte vragen. De resultaten van deze evaluaties worden besproken binnen het teamoverleg. Naar aanleiding van de feedback van onze opdrachtgevers worden aanvullende verbeteracties opgestart. Door continue te verbeteren en in te spelen op klantwensen, blijft het Ingenieursbureau Drechtsteden een professionele en waardevolle partner. De dienstverlening van het IBD wordt extra versterkt doordat het IBD ruimte krijgt om innovaties te introduceren binnen de projecten. Voor de gemeente Dordrecht is de toepassing van ‘schuimbitumen’ geïntroduceerd. Door deze uitvoeringswijze kan bestaand asfalt op locatie hergebruikt worden voor de nieuwe wegconstructie. Dit levert aanzienlijke besparingen: bestaand asfalt hoeft niet afgevoerd te worden, nieuw asfalt hoeft niet geleverd te worden en projecten kennen een kortere doorlooptijd. Door het hergebruik van asfalt en minder transportbewegingen wordt een CO2 reductie van minimaal 20% behaald op de gehele levensduur, de kosten besparing op de aanleg is meer dan 20% van de oorspronkelijke kosten, de doorlooptijd van werkzaamheden kan tot 50 % gereduceerd worden en het hergebruik van bestaande materialen is optimaal. Deze werkwijze wordt nu ook ingezet binnen de gemeente Zwijndrecht. Door het IBD bij de start van een project in te zetten, kan de dienstverlening voor de opdrachtgever geoptimaliseerd worden. Het IBD is partner bij het samenstellen van planningen, kostenramingen, risico inventarisaties, het maken van ontwerpen, het opstellen van contractdocumenten en realiseren van fysieke projecten. En, heel belangrijk voor onze opdrachtgevers, kunnen projecten met grote tijdsdruk, door het IBD gerealiseerd worden. Servicecentrum Drechtsteden Naar aanleiding van de evaluatie van Price Waterhouse Coopers (PwC) 2011, het klanttevredenheidsonderzoek (KTO 2010) en het medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO 2011), heeft de directeur van het SCD de opdracht gekregen van de directeur van de GR Drechtsteden (besluit DSB 23 juni 2011) een realisatieplan op te stellen waarin de doorontwikkeling van het SCD wordt vormgegeven. Dit plan heeft met betrekking tot de verbetering van de dienstverlening de volgende speerpunten en de daarbij beoogde effecten: Speerpunten
Overeenstemming management- informatie
Beoogd effect Heldere afspraken over wat wordt geleverd voor welke prijs en welke normen Duidelijk hoe we producten en diensten beter, eenduidiger en waar mogelijk goedkoper kunnen leveren Naar een cultuur van eigenaarschap, resultaatgerichtheid en publiek ondernemerschap Sturing door klanten beter mogelijk maken door meer transparantie
Nieuwe verrekensystematiek vastgesteld
Nadrukkelijkere relatie leggen tussen prijs en prestatie
Producten en Diensten Catalogus aanscherpen Processen strak trekken en normeren Begeleidingsprogramma managem ent
71
De doorontwikkeling van het Servicecentrum staat tot medio 2012 in het teken van het verbeteren van de producten, processen en prestaties. Om onze dienstverlening (producten en diensten) aan klanten te verbeteren is het van belang om de interne organisatie op orde te hebben. Daarom wordt voor alle afdelingen de zogenoemde fijnstructuur verder uitgewerkt. Dat betekent dat de afdelingen van het Servicecentrum dakpansgewijs onder de loep worden genomen, worden doorgelicht en - daar waar mogelijk - worden verbeterd. Producten en diensten
Processen
Normtijden,
Prestatie
Fijn-
Verreken-
formatie en
afspraken
structuur
systematiek
functies
SCD<->Klant
afdeling
Sturen op resultaten en verantwoorden
Naast het doel om de dienstverlening te verbeteren, hebben ook andere interne- en externe invloeden effect gehad op de focus van het SCD in 2011. Hierbij valt te denken aan nieuwe financiële taakstellingen, mogelijke uittreding van klanten en een effectieve verrekensystematiek. De uitvoering van het realisatieplan vindt grotendeels in 2012 plaats. Eén van de eerste concrete resultaten in 2011 is de invoering van een nieuwe organisatiestructuur. Hiermee wordt o.a. invullingen gegeven aan de klantwens om de structuur te laten aansluiten met de processen van de klant. En zo ontstaat een eenduidige klantingang, waarmee eigenaarschap voor de gestelde vragen logischerwijs ook wordt ondervangen. Onderzoekcentrum Drechtsteden Kwaliteit staat hoog in het vaandel van het OCD. Het OCD werkt met een kwaliteitssysteem, waarin alle werkprocessen zijn beschreven, die waar mogelijk en relevant gestandaardiseerd zijn. Daarnaast zijn er standaarden ontwikkeld voor onder meer veldwerk- en analyseprocedures, het opslaan van digitale informatie en de lay-out van rapporten. Het systeem is flexibel en de verschillende onderdelen worden geregeld op efficiëntie getoetst. In 2011 is het systeem nog eens volledig doorgelicht. Hierdoor is er sprake van een efficiënte werkwijze en dienstverlening. Dat betekent echter niet dat de producten van het OCD ook standaard zijn. Juist door de werkwijze en uitvoering te standaardiseren wordt ruimte gewonnen om op maat te werken. Hierbij is wel een verschil tussen het basispakket en het pluspakket. Het basispakket bestaat uit een aantal vaste – regionale- producten, die in overleg met alle gemeentelijke opdrachtgevers inhoudelijk zijn vastgesteld. Hierbij is dus sprake van één standaard voor alle gemeenten met een beperkte ruimte voor maatwerk. Deze producten worden telkens nadat zij zijn uitgevoerd, opnieuw tegen het licht gehouden om te kijken of er zaken in moeten veranderen. Het pluspakket is wél maatwerk, omdat hierin opdrachten van afzonderlijke gemeenten of organisaties van de GRD zijn opgenomen. Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening en denkt mee met haar klanten. Klanttevredenheidsonderzoek is een vast onderdeel van het kwaliteitssysteem. Na afronding van een onderzoek, ontvangt de opdrachtgever via de mail een korte vragenlijst waarin er wordt gevraagd naar zijn/haar tevredenheid met de voorbereiding, de uitvoering en het inhoudelijk resultaat van het onderzoek en met het eindproduct. Over het geheel kreeg het OCD van haar opdrachtgevers in 2011 gemiddeld het rapportcijfer 7,5. De resultaten van dit doorlopende klanttevredenheidsonderzoek worden besproken in de klankbordgroep van het OCD, waarin alle gemeenten en de GRD vertegenwoordigd zijn. Gemeentebelastingen Drechtsteden Ook in 2011 ontvingen vrijwel alle huishoudens, bedrijven en instellingen binnen de deelnemende gemeenten in de Drechtsteden tenminste één belastingaanslag lokale heffingen van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Er zijn in 2011 155.010 aanslagen verzonden. Het verzenden van aanslagen doet de GBD altijd in naam van de deelnemende gemeenten. Omdat deze belastingaanslagen en de bijbehorende toelichtingen het logo en de naam dragen van de gemeenten
72
wordt de dienstverlening rondom de belastingaanslagen aan de hoogst mogelijke kwaliteit gemeten. Ook de informatievoorziening, de behandeling van backoffice-meldingen en het afdoen van bezwaarschriften gebeurt in naam van de gemeenten. Dit vraagt extra zorg en aandacht. Ruim voor de verzending van het eerste belastingkohier 2011 is indringend overleg geweest met de deelnemende gemeenten over: - de inhoud van de aanslag en de gemeentelijke toelichtingen; - de instructie van de gemeentelijke frontoffices; - de inrichting van de belastingpagina van de gemeentelijke websites; - de organisatie van de informatieve inloopavonden op het gemeentehuis; - het plaatsen van alle aanslagen en taxatieverslagen op de DigiD pagina van de gemeentelijke websites en de doorverwijzingsprotocollen naar de backoffice. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft deze voorbereiding georganiseerd als ware zij een verlengstuk van de gemeentelijke organisaties. In samenspraak met de gemeenten is gebruik gemaakt van de inzichten van de Commissie Publieke Dienstverlening - de commissie Jorritsma- van de VNG over de publieke dienstverlening van de gemeenten. Vooral het inzicht dat er bij burgers diversiteit bestaat over wat dienstverlening zou moeten zijn, is gekozen voor zowel directe persoonlijke contacten (telefoon, balie, schriftelijk contact, informatieavonden) als gedigitaliseerde dienstverlening via de gemeentelijke websites, DigiD en mail. De afdoening van bezwaarschriften, waarbij het leeuwendeel betrekking had op de vastgestelde WOZ-waarde (en op de parkeer-naheffingen als goede tweede) is door Gemeentebelastingen Drechtsteden conform de wettelijke voorschriften uitgevoerd. Binnengekomen bezwaarschriften worden overigens ook beoordeeld op de mogelijkheid van mediation en bellen-bij-bezwaar. Met de laatste instrumenten wordt een duurdere en meer confronterende behandeling vaak voorkomen. Contact Afgedane meldingen backoffice Behandelde bezwaarschriften Verzoeken kwijtschelding
Aantal 2011 8.968 5.415
Aantal 2010 9.219 3.812
4.988
4.263
Klachten over de uitvoering van de lokale heffingen komen bij de gemeenten binnen en volgen de gemeentelijke klachtenprotocollen, waarbij Gemeentebelastingen Drechtsteden als adviserende organisatie wordt benaderd. In 2011 zijn drie klachten in formele behandeling genomen. In twee gevallen zijn deze klachten naar tevredenheid van de klagers afgehandeld. In één geval is de Nationale Ombudsman door de klager benaderd. De Nationale Ombudsman heeft geoordeeld dat de handelwijze van Gemeentebelastingen Drechtsteden in deze zaak correct is geweest. Voor een snellere en betere behandeling van WOZ-bezwaren heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden meegedaan aan een pionierstraject van het ministerie van BZK. De waardering voor de dienstverlening tijdens de afhandeling van het bezwaar kreeg het rapportcijfer 6,3. De bezoekers van de inloopavonden waren tevreden tot zeer tevreden over alle aspecten van deze dienstverlening. Realisatie taakstelling GRD (Bedragen x € 1.000) Dochter 2011 BDS 300
2012 400
2013 400
2014 400
2015 400
SDD IBD
757 290
1.089 312
1.543 346
1.992 446
2.216 496
SCD GBD
302 251
1.043 516
1.554 516
2.006 516
2.231 516
OCD Totaal
100
140
140
140
140
2.000
3.500
4.500
5.500
6.000
Bij de vaststelling van de begroting 2011 is besloten de structurele meerkosten voor bestuur en concernstaf (€ 900.000) en de compensatie voor kostenindexatie richting de gemeenten (€ 900.000) incidenteel te dekken uit de opbrengst van de bezuinigingen. Daarnaast is er € 200.000 van de
73
taakstelling aangewend voor het opvangen van de lagere bijdrage van regio Zuid-Holland Zuid aan het SCD. Taakstelling Bureau Drechtsteden De taakstelling bij het BDS is vertaald naar extra bezuinigingen op personeel en materiële budgetten. Door het niet invullen van vacatureruimte, het realiseren van (incidentele) opbrengsten op personeel, bezuinigen op de uitvoer van het rMJP is de taakstelling gerealiseerd. De herpositionering leidt tot een structureel lagere formatie. Taakstelling Sociale Dienst Drechtsteden De totale bezuinigingsopgave voor de SDD voor 2011 bedroeg € 12,7 miljoen, waarvan € 757.000 voor de generieke GRD taakstelling. In onderstaande tabel is de gehele bezuinigingsopgave per onderdeel weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Taakstelling 2.690 5.000
Realisatie -1.049 6.049
WMO Minimabeleid Ketenkorting
1.980 450 463
3.310 0 463
GRD taakstelling Inburgering
757 1.300
1.470 2.289
12.640
12.532
Inkomen Re-integratie/participatie
Totaal
De bezuinigingstaakstelling van € 2,69 miljoen op het onderdeel inkomen voor 2011 is niet gerealiseerd; de realisatie is € 1 miljoen negatief. Dit als gevolg van de financieel niet meer geheel ingehaalde gevolgen van de te hoge klantenbestanden in de eerste helft van het jaar. Met het bereiken van de doelstelling is het niveau van de uitkeringslasten structureel wel conform opgave en ook als zodanig al verwerkt in de begroting 2012. Als gevolg van het bestuurlijk besloten uitstel van invoering van het nieuwe Minimabeleid naar 2012 is de bezuinigingstaakstelling van € 0,45 miljoen voor 2011 niet gerealiseerd. De meerjarige trajecten van inburgering maken dat de sturing op deze budgetten meerjarig bezien wordt. Meerjarig blijven we binnen de geautoriseerde budgetten. Voor het apparaat heeft de SDD te maken met twee opgelegde kortingen; de ketenkorting en de brede doorlichting GRD, in totaal voor 2011 een bedrag van € 1.217.000 (en verder oplopend). Beide taakstellingen zijn gerealiseerd (onder andere door beperken van inhuur en een vacaturestop). De realisatie van de ketenkorting is gerealiseerd door de lagere uitgaven op het apparaat wat resulteert in een lagere bijdrage van de gemeenten op het apparaat. Taakstelling Ingenieursbureau Drechtsteden Om de taakstelling te kunnen realiseren zijn er een aantal doelstellingen gezet, zoals een hogere productiviteit onder vast personeel, lagere overheadkosten en winst op marktpartijen. Het grootste gedeelte van de taakstelling (€ 210.000 van € 290.000) wilde het IBD behalen door ingehuurd personeel om te zetten naar goedkoper vast personeel. Tijdens het realiseren van deze taakstelling is gebleken dat het werven van nieuw civieltechnisch personeel lastig bleek te zijn. Daarnaast is in eerste instantie getracht ingehuurd personeel van detacheringbureaus over te nemen. Dit werd bemoeilijkt door dat detacheringbureaus hoge afkoopsommen eisten. Doordat de orderportefeuille van het IBD afgelopen jaar sterk is terug gelopen en dit de aankomende jaren wel eens het geval kan zijn, kan het aannemen van vast personeel tot een structureel risico leiden. Daarom is heroverwogen vast personeel aan te nemen. Voor 2012 wordt een oplossing gezocht in het binnenhalen van extra externe opdrachten en flexibilisering van personeel. Van de totale opgelegde taakstelling is uiteindelijk € 100.000 gerealiseerd en €190.000,- niet. Taakstelling Servicecentrum Drechtsteden Naast de generieke GRD taakstelling van € 302.000 heeft het SCD te maken met een extra taakstelling, te weten de VIP-taakstelling van € 1 miljoen. De generieke taakstelling is door het SCD
74
gerealiseerd. De projecten die voortkomen uit de VIP-taakstelling bevinden zich grotendeels in de afrondende fase. Taakstelling Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD zou in 2011 haar taakstelling realiseren door deze ‘extern’ in te verdienen. Dat betekent dat het OCD 7% van haar omzet via externe opdrachten zou binnenhalen. Of, als dat niet zou lukken, ervoor zou zorgen dat haar kosten lager zouden zijn dan begroot, zodat het budget dat de gemeenten en GRD gezamenlijk zouden betalen slechts 93% van haar oorspronkelijke begroting bedraagt. Dat laatste is gelukt. Hoewel het OCD slechts 3% van haar omzet via externe opdrachten heeft inverdiend, is dit gecompenseerd door lagere kosten. Flexibilisering van het personeelsbestand moet ervoor zorgen dat in de toekomst kan worden omgegaan met wisselende orderportefeuilles. Taakstelling Gemeentebelastingen Drechtsteden In 2009 is de GBD begonnen met het uitwerken van een vijftal speerpunten. Sommige van deze trajecten lopen door tot 2013. Fasegewijs moeten de trajecten leiden tot het ‘verwachte ‘winstdrieluik’ kwaliteit, bezuiniging en innovatie. Personele kengetallen voor de GRD Formatie en bezetting 400 350 300 250 Formatie
200
Bezetting
150 100 50 0
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
Formatie
34,48
298,35
75
374,4
14,6
GBD 50,5
Bezetting
31,37
286,9
67,5
374,6
14,1
45,68
In de formatie van het BDS zijn de centrale ondernemingsraad, detacheringen naar ROM-D en de concernstaf opgenomen. De SDD heeft in 2011 een vacaturestop ingezet om zo de bezuinigingsopgave te kunnen realiseren. Voor 2012 zal de formatie van de SDD met 27 fte dalen, de oorzaak hiervoor is onder andere de invoering van Partner in Zelfstandigheid (PinZ) en de veranderingen in het minimabeleid. Binnen de IBD wordt de lagere bezetting gebruikt om personeel te kunnen inhuren. Deze inhuur is nodig om zo flexibel in te kunnen spelen op de vraag. Echter om de bezuinigingsopgave te kunnen realiseren zal inhuur moeten worden omgezet naar vast personeel of moeten extra externe opdrachten worden geworven. Halverwege 2011 is de ontwikkelformatie binnen de GBD afgebouwd. Het wegvallen van deze ontwikkelformatie kan worden gezien als symbool voor de nieuwe ontwikkelfase die de GBD nu ingaat. Inhuur De lagere kosten voor inhuur dan begroot bij het SDD komt door de ingezette bezuinigingen en daarnaast zijn er goede prijsafspraken gemaakt bij het afsluiten van nieuwe contracten. Bij de IBD is de hogere inhuur ten opzichte van de begroting met name ontstaan door twee grote civieltechnische projecten (reconstructie Laan der VN en reconstructie provinciale weg). De hogere inhuurkosten worden doorberekend aan de klant. De hogere in huur dan begroot bij het SCD is grotendeels toe te schrijven aan hogere inhuur in verband met het grotere aantal dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) die met klantorganisaties zijn afgesloten. De benodigde inhuur voor IP&A is gedaan om twee redenen; projectbasis (extra capaciteit of deskundigheid) of vanwege de tijdelijke financieringen voor bepaalde projecten. Om de kosten van inhuur terug te kunnen dringen is er gestuurd op afbouw van externen en inzet van medewerkers vanuit het SCD.
75
(Bedragen x € 1.000) Begroot
Realisatie
Afwijking
BDS
398
379
-19
SDD
4.500
3.317
-1.183
IBD
1.008
2.021
1.013
SCD
4.500
5.100
600
OCD
108
17
-91
GBD
75
203
128
8.400
3.286
-5.114
18.989
14.323
-4.666
IP&A Totaal
Ziekteverzuim In onderstaand overzicht is het ziekteverzuim binnen de GRD weergegeven. Ziekteverzuim 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0%
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
GBD
Norm
4,0%
4,5%
5,0%
5,4%
4,0%
5,0%
2010
4,1%
4,5%
4,4%
5,8%
4,2%
5,0%
2011
6,2%
6,9%
4,0%
5,2%
3,0%
6,1%
Norm
2010
2011
Zowel bij Bureau Drechtsteden als bij Gemeentebelastingen Drechtsteden valt de afwijking tussen de norm en het werkelijke ziekteverzuim toe te schrijven aan langdurige ziektegevallen. Bij de Sociale Dienst Drechtsteden is het ziekteverzuim sinds april 2011 maandelijks opgelopen waarbij de oorzaak gezocht moet worden bij de veranderingen die de Sociale Dienst heeft doorgevoerd als reactie op de snel veranderde omgeving. Verwacht wordt dat het ziekteverzuim in de loop van 2012 zal dalen. 3.3 Onderhoud kapitaalgoederen De kapitaalgoederen van de GRD bestaan voor het grootste gedeelte uit ICT. Hier wordt dan ook doorlopend in geïnvesteerd. In 2011 zijn alle klantorganisaties van het SCD aangesloten op de regionale ICT-infrastructuur GRID. Het SCD exploiteert deze infrastructuur en stelt deze beschikbaar aan de deelnemende gemeenten, de regio Zuid-Holland Zuid, en de GR Drechtsteden zelf. De jaarlijkse kapitaals- en onderhoudslasten zijn in het begrotingsprogramma van het SCD verwerkt. Daarnaast heeft de GR Drechtsteden kapitaalgoederen in de vorm van investering in de kantoorpanden die worden gebruikt voor huisvesting van de dochters. GRD heeft voor die panden met de eigenaar, de gemeente Dordrecht, een huurcontract voor de periode van 15 jaar afgesloten. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten worden op basis van het aantal formatieplaatsen omgeslagen naar de gebruikers van de panden waardoor deze zijn opgenomen in de begrotingsprogramma’s van desbetreffende GRD-dochters. Het onderhoud van de kantoorpanden zijn meerjarige onderhoudsplannen opgesteld. Deze hebben een looptijd van 15 jaar en deze vormen de basis voor het uitvoeren van preventief onderhoud. De Drechtraad heeft in de vergadering van december 2008 de notitie activeren en afschrijving vastgesteld. In de notitie is vastgesteld wanneer activa worden gevormd en op welke wijze afschrijvingen plaatsvinden en met welke termijnen.
76
3.4 Financiering Algemeen In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is bepaald dat decentrale overheden een financieringsparagraaf moeten opnemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. In de thans voorliggende jaarrekeningparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de manier waarop de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (hierna GRD) met het uitzetten en aantrekken van geld is omgegaan, zowel op korte als op langere termijn. Tevens worden de risico’s in beeld gebracht en, indien van toepassing, de genomen maatregelen om deze risico’s te beheersen. Interne ontwikkelingen Sinds april 2008 wordt de advisering over en de uitvoering van de financieringstaken van de GRD verzorgd vanuit het Servicecentrum Drechtsteden (SCD). Met uitzondering van enkele activiteiten die specifiek (onder)gemandateerd zijn, zoals het opnemen van kortlopende leningen, liggen de beslissingsbevoegdheden doorgaans op het niveau van de Algemeen Directeur van de GRD of het Drechtstedenbestuur. De toedeling van dergelijke bevoegdheden (wie autoriseert, wie voert uit) is vastgelegd in het Financieringsstatuut van de GRD. Zie hiervoor verderop in deze paragraaf onder het kopje Informatievoorziening. Om goede toegang van de GRD tot de financiële markten en -marktpartijen te behouden is in 2011 artikel 35 van de Regeling (garantiebepaling) aangepast. Externe ontwikkelingen Het jaar 2011 heeft vooral in het teken gestaan van een nadere fase in de wereldwijde financiële crisis. Deze fase wordt aangeduid als de schuldencrisis. Tot op zelfs het niveau van landen, vooral Zuid-Europese, is in sommige gevallen twijfel ontstaan of zij hun nationale schuld nog wel kunnen terugbetalen. In bredere zin is er zorg of landen hun begrotingen wel op orde kunnen brengen. En houden. Er bestaat nog steeds onzekerheid of de ingrepen op het allerhoogste politieke niveau voldoende effect zullen sorteren om de Euro en de economie in rustiger vaarwater te brengen. Twijfel over de kwaliteit van overheidspapier trekt diepe sporen door de hele financiële sector, vooral bij banken en pensioenfondsen, omdat de dit leidt tot afwaarderingen. Banken krijgen aan de andere ook nog te maken met nieuwe internationale richtlijnen voor buffervermogen, de zogenoemde Basel IIIbepalingen, welke vanaf 2013 gefaseerd worden ingevoerd. Banken zien dus aan de ene kant hun bezittingen in waarde afnemen, terwijl hun vermogenseisen (andere kant van de balans) juist worden opgeschroefd. Ook dicht bij huis zullen de effecten daarvan merkbaar worden: de GR heeft de Bank Nederlandse Gemeenten als huisbankier, waarvan zij ook aandeelhouder is. Hoewel de BNG nog niet zo wordt geraakt door afwaarderingen zal zij, ondanks haar specifieke sectorkarakter, naar het zich laat aanzien toch moeten voldoen aan de strengere kapitaaleisen. De kans is groot dat de GRD dit als klant zal gaan merken in termen van hogere tarieven en rentes. Hoewel in Nederland in 2010 enig voorzichtig economisch herstel zichtbaar leek, lijkt dit in 2011 in de knop te zijn gebroken. Hoewel de economische groei over 2011 nog licht positief uitkwam (ca. 1,5%; bron Centraal Plan Bureau) is de verwachting negatief, te weten min 0,5% voor 2012. Hierin weerspiegelen zich de grote huidige financieel-economische onzekerheden, waardoor consumenten en bedrijven een rem zetten op bestedingen en investeringen. In de CPB-cijfers is voorts zichtbaar dat hoewel het arbeidsinkomen licht toeneemt, de consumptie afneemt. Dit duidt er op dat er wordt gespaard; er worden buffers gevormd voor mindere tijden. De inflatie lag in 2011 bijna een procentpunt hoger dan in 2010: 2¼% ten opzichte van 1¼%. De werkloosheid in Nederland bewoog zich in 2011 rond hetzelfde niveau als een jaar eerder, ofwel ruim 5% van de beroepsbevolking. De hierboven geschetste ontwikkelingen hebben gevolgen gehad voor de rente. De ontwikkeling van de rente gedurende 2011 kan als volgt worden weergegeven:
77
Verloop rentetarieven 2011 4,5% 4,0%
Percentage
3,5% 3,0% 2,5%
10-jaars IRS
2,0%
3-maands Euribor
1,5% 1,0% 0,5%
1-jan-12
1-dec-11
1-okt-11
1-nov-11
1-sep-11
1-jul-11
1-aug-11
1-jun-11
1-apr-11
1-mei-11
1-feb-11
1-mrt-11
1-jan-11
0,0%
Datum
De korte rente (Euribor), dat vooral onder invloed staat van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde refirente, liep gedurende 2011 op van rond 1% per begin van het jaar tot 1,6% per begin augustus 2011. Door twee ECB-renteverlagingen tegen het einde van het jaar daalde de korte rente tot ongeveer 1,35% per eind 2011. De lange marktrente (Interest Rate Swap; IRS) vertoonde tot en met begin juli 2011 een redelijk stabiel niveau van rond de 3,5%. Vanaf dat moment bereikte de Europese schuldencrisis nieuwe ‘hoogte’ punten, met grote onrust rond landen als Griekenland, Portugal en Spanje. Als gevolg hiervan werden nog slechts enkele landen, waaronder Duitsland en Nederland, als relatief veilige haven gezien. Het grote aanbod van kapitaal richting die landen kan als voornaamste oorzaak worden geduid voor de daling van de lange rente naar een niveau van rond de 2,5% per eind 2011. In lijn met de voorgaande jaren worden door banken nog steeds liquiditeitsopslagen berekend die bovenop de niveaus komen zoals weergegeven in bovenstaande grafiek. Door de toegenomen onzekerheden zijn deze in 2011 opgelopen. Eind 2011 zou de opslag voor een 10-jaars lening ongeveer 75 à 90 basispunten hebben bedragen. Eind 2010 was dit nog 50 à 60 basispunten. Financiering Eind juni 2011 is door de GRD een lening van € 35 miljoen opgenomen. De lening heeft lineair karakter, een looptijd van 5 jaar, een percentage van 2,578% en is opgenomen van de Bank Nederlandse Gemeenten. Deze lening was noodzakelijk om een overschrijding van kasgeldlimiet op te heffen. Zie voor nadere toelichting onder het kopje Kasgeldlimiet verderop in deze paragraaf. Risicobeheer De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn de kasgeldlimiet, de renterisico’s en de kredietrisico’s. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het bedrag dat de GRD per jaar maximaal met kort geld mag financieren. Volgens de Wet fido bedraagt deze limiet 8,2% van het totaal van de exploitatiebegroting. Gezien de omvang van de begroting 2011 (€ 281 miljoen) betekende dit dat de GRD haar financiële huishouding voor maximaal circa € 23 miljoen met kort geld mocht financieren. Conform voorschrift uit de Wet fido is in bijgaande tabel voor de GRD de spiegeling weergegeven van de kortlopende middelen met de kasgeldlimiet gedurende 2011: (Bedragen x € 1.000) e
1 kwartaal
e
2 kwartaal
e
3 kwartaal
e
4 kwartaal
Gemiddeld netto vlottende schuld (+) of gemiddeld netto vlottend overschot (-) Kasgeldlimiet
45.497
48.991
14.951
5.170
23.042
23.042
23.042
23.042
Overschrijding kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet
22.555 -
25.949 -
8.091
17.872
Gezien het feit dat de kasgeldlimiet eind 2010 ook al was overschreden is daarvan conform voorschrift van de Wet fido een melding gedaan aan de Provincie Zuid-Holland, welke fungeert als toezichthouder op de uitvoering van deze wet. In deze melding heeft de GRD ook aangegeven hoe deze overschrijding teniet zal worden gedaan. Dat laatste heeft plaatsgevonden middels het opnemen van de eerder in deze paragraaf genoemde langlopende lening van € 35 miljoen. De Provincie heeft
78
aan deze oplossing haar volledige goedkeuring gehecht. Uit bovenstaande tabel blijkt dat deze maatregel voor de kasgeldlimiet ook het gewenste effect heeft gesorteerd. Ter verdere regulering van het banksaldo van de GRD zijn in 2011 13 kasgeldleningen opgenomen met een looptijd van maximaal 1 maand. De omvang van deze leningen nam af van € 40 miljoen per begin 2011 naar minder dan € 10 miljoen richting het einde van het jaar. De leningen waren gemiddeld groot ca. € 27,5 miljoen. Omdat het gemiddelde renteniveau van deze 1-maands leningen in 2011 gemiddeld circa 0,98% bedroeg is deze financieringswijze erg goedkoop geweest voor de GRD. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft tot doel om binnen de portefeuille aan langlopende leningen een overmatige afhankelijkheid van de rente in een zeker jaar te voorkomen. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op grond van het eerder in deze paragraaf vermelde begrotingstotaal bedroeg de renterisiconorm van de GRD over 2011 € 56,2 miljoen. Gezien het feit dat de langlopende lening in 2011 werd aangetrokken bedroeg het renterisico (totaal van aflossingen en renteherzieningen) nul en dus werd per definitie aan deze norm voldaan. Gezien het leningschema zullen de jaarlijkse aflossingen € 7 miljoen bedragen en dus zal de komende jaren ruim binnen deze norm worden geopereerd. Kredietrisico’s De GRD loopt kredietrisico op uitzettingen. Uitzettingen zijn binnen de Wet fido gedefinieerd als verstrekte geldleningen en beleggingen. Per eind 2011 beschikte de GRD over de volgende uitzettingen: (Bedragen x € 1.000) Lening Fiets Privé Lening Stichting Breedband Subtotaal Deposito Landsbanki Voorziening Landsbanki
Per 1 januari 2011 14 253
Per 31 december 2011 10 229
267 6.979 -1.750
239 7.222 -722
Subtotaal
5.229
6.500
Totaal
5.496
6.739
Naast bovenstaande uitzettingen met een langlopend karakter hield de GRD per eind 2011 een bedrag van € 2,5 miljoen aan op een zakelijke spaarrekening, dit omdat de rentevergoeding daarover hoger was dan de rentekosten over de kasgeldleningen. Ten aanzien van de vordering op het IJslandse Landsbanki kan nog worden gemeld dat de GRD in 2011, evenals in de daarvoor voorafgaande jaren, heeft geparticipeerd in een vanuit de Provincie Noord-Holland georganiseerd samenwerkingsverband van gedupeerde mede-overheden. De ontwikkelingen rond deze vordering zijn zeer gunstig: nadat de uitkeringspreferente status tot in het hoogste IJslandse rechtscollege werd bevestigd stonden eind 2011 de eerste betalingen op stapel (een eerste betaling van ruim € 2,2 miljoen is inmiddels per begin 2012 ontvangen). Op grond van de laatste inschattingen is de voorziening voor oninbaarheid teruggebracht van € 1,75 miljoen naar iets meer dan € 0,7 miljoen, zijnde 10% van de vordering. Bovendien is de vordering zelf in 2011 met € 243.000 opgewaardeerd vanwege een door de IJslandse curator toegewezen renteclaim. De GRD loopt geen kredietrisico’s uit verstrekte borgstellingen. Informatievoorziening Op grond van de bepalingen in het Financieringsstatuut beschikt de GRD over een Treasury Comité waaraan ook de portefeuillehouder Financiën deelneemt. In dit overleg kunnen alle aspecten die samenhangen met de uitvoering van de financieringsfunctie aan de orde komen. Met deze overlegstructuur is in 2011 een aanvang gemaakt en is het Treasury Comité tweemaal bijeengeweest.
79
Eén van de belangrijkste en vaste gespreksonderwerpen in dit overleg betreft de liquiditeitenplanning. Met een dergelijke planning wordt het meerjarige verloop van het banksaldo van de GRD voorspeld aan de hand van inzichten rondom de drie te onderscheiden kasstromen, te weten exploitatie-, financiële- en investeringskasstromen. Het doel van een liquiditeitenplanning is om zicht te krijgen op de financieringsbehoefte. In 2011 is deze planning door het SCD, in nauw overleg met de GRD, nader geactualiseerd waarbij speciale aandacht is uitgegaan naar de kasstromen die voortvloeien uit bevoorschottingen vanuit gemeenten en investeringen in ICT en huisvesting. De planning heeft momenteel een horizon tot eind 2016. Relatiebeheer De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is huisbankier van de GRD. Eind 2011 vonden vanuit de Drechtsteden onderhandelingen met de BNG plaats over nieuwe betalingsverkeercondities, welke naar verwachting per begin 2012 van kracht zullen worden. 3.5 Verbonden Partijen In 2004 is het Programma ICT in Dordrecht gestart. Eén van de grootste successen van dit programma is de oprichting van Stichting Breedband Drechtsteden. De doelstelling van deze stichting luidt: “het in eigendom verwerven en doen beheren van een glasvezelinfrastructuur in de regio Dordrecht”. Door deze eigen infrastructuur werd beoogd een basis voor samenwerking, synergie, innovatie en kostenefficiency te leggen. In 2006 is Bureau Drechtsteden (destijds nog de subregio Drechtsteden binnen Zuid-Holland Zuid) als deelnemer aan de stichting toegetreden, met een lening van € 350.000. De aflossing van de lening blijft in de nieuwe structuur ongewijzigd. In de afgelopen jaren is het aantal deelnemers en klanten van de SBD zodanig gegroeid dat er in begin 2011 een voorstel is gedaan om de SBD om te vormen naar een nieuwe structuur die professioneler en slagvaardiger is. Dit heeft ertoe geleidt dat de stichting is omgevormd tot een stichting administratiekantoor (STAK) die de certificaten van aandelen beheert, met daaronder uitvoering BV’s en een netwerk BV waar het glasvezelnetwerk in eigendom is. Vanuit de GRD is er geen rechtstreekse deelneming in de BV’s. Het percentage van certificaten van aandelen dat op naam van de GRD staat bedraagt ruim 6%. 3.6 Rechtmatigheid In de vergadering van de Drechtraad van maart 2011 is het controleprotocol voor 2011 en 2012 vastgesteld. Op basis van het controleprotocol zijn interne controles uitgevoerd die de accountant uit hoofde van zijn wettelijke taak heeft beoordeeld. Begrotingsrechtmatigheid Het normenkader bij het begrotingscriterium is als volgt: Bij de staat van baten en lasten is er mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid wanneer het totaal van baten of lasten per programma met minimaal € 100.000 is overschreden of onderschreden. Bij investeringen is er mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid als het toegestane investeringsvolume per programma met minimaal € 100.000 of 10% is overschreden. Bij de overschrijdingen dient aangegeven te worden welke van de volgende 12 soorten van begrotingsonrechtmatigheid aan de orde is: 1. Onjuist programma, product, budget 2. Onjuist begrotingsjaar 3. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten. 4. Extra kosten of minder baten, tijdig gesignaleerd 5. Extra kosten of minder baten, achteraf onrechtmatig (zoals mutaties algemene uitkering) 6. Extra uitgaven door hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen 7. Fout in de begroting 8. Extra kosten of minder baten, niet tijdig gesignaleerd. 9. Extra kosten of minder baten, opzettelijk stil gehouden. 10. Extra investeringen, kosten komen later (afschrijvings- en financieringslast) 11. Extra kosten door niet passende activiteiten. 12. Minder kosten, maar te lage passende activiteiten.
80
De oorzaken onder 1 tot en met 7 genoemd zijn niet van invloed op de strekking van de controleverklaring. De oorzaken die onder de punten 8 tot en met 12 worden genoemd zijn dat in principe wel en kunnen bij het vaststellen van de jaarrekening alsnog worden goedgekeurd. Hieronder volgt een analyse per programma: (Bedragen x € 1.000) Programma Bureau Drechtsteden
Sociale Dienst Drechtsteden
Resultaat
Onrechtmatig
Service Centrum Drechtsteden Gem eentebelastingen Drechtsteden
Algemene dekkingmiddelen
Totaal
Oordeel
113
0
Positieve resultaat is het gevolg van onder andere lagere personele lasten en lagere besteding van het werkprogramma. Aangezien het hier een positief resultaat betreft heeft dit geen invloed op de strekking van de controleverklaring.
-1.999
0
Inkomensondersteuning. Bij de 2 bestuursrapportage 2011 was een tekort geprognosticeerd tussen de € 4 en € 5 miljoen. Er is voor gekozen om deze overschrijding met de gemeenten af te rekenen ten tijde van de jaarrekening.
-1.161
0
WMO Huishoudelijke hulp. Bij de 2 bestuursrapportage 2011 is een tekort gemeld op de huishoudelijke hulp gemeld.
Rechtmatig
19
0
Overschrijding is kleiner dan € 100.000
Rechtmatig
Betreft treffen van voorziening voor frictiekosten. In de begroting 2012 is hiervoor dekking gereserveerd.
Rechtmatig
Rechtmatig
-1.000
Ingenieursbureau Drechtsteden
Soort onrechtmatigheid en toelichting
e
e
Rechtmatig
Rechtmatig
713
0
Betreft hier een onderschrijding op apparaatskosten. Bij e de 2 bestuursrapportage 2011 is reeds een voordelig resultaat van € 580.000 geprognosticeerd op het product apparaat.
-193
0
Bij de 2 bestuursrapportage 2011 is reeds de melding gemaakt dat het verwachte tekort € 190.000 zou bedragen.
Rechtmatig
2
0
Onderschrijdig is kleiner dan € 100.000.
Rechtmatig
170
0
Hierbij gaat het voornamelijk om een overschrijding op de baten. Dit voordeel is ontstaan door hogere inkomsten op aanmaningskosten en kosten dwangbevelen.
Rechtmatig
1.271
0
In 2011 heeft er een vrijval van de voorziening Landsbanki plaatsgevonden. Dit heeft tot een vrijval van € 1.027.000 geleid. Daarnaast is rente tot faillissementsdatum toegekend aan de claim (€ 243.000)
Rechtmatig
52
0
Onderschrijding is kleiner dan € 100.000
Rechtmatig
-2.013
0
e
Rechtmatig
81
4.
Jaarrekening
82
4.1 Resultaatbestemming In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de resultaatsbestemming voorstellen per begrotingsprogramma. (Bedragen x € 1.000) Programma
Bedrag
Bureau Drechtsteden
Bestemming
113 -1.999 -1.161 19 100
Sociale Dienst Drechtsteden
613 -1.000 -129
Ingenieursbureau Drechtsteden Service Centrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden
Algem ene dekkingsmiddelen
Saldo WMO huishoudelijke hulp onttrekken aan de WMO reserve Toevoegen aan reserve minimabeleid Deel saldo apparaatskosten toevoegen aan de innovatiereserve Saldo apparaatskosten uitbetalen aan de gemeenten Voorziening frictiekosten onttrekken aan de algemene reserve Onttrekken aan de exploitatiereserve IBD
-64 2 24
Extra bijdrage van de gemeente Dordrecht Toevoegen aan de exploitatiereserve Toevoegen aan de exploitatiereserve
146 153
Uitbetalen aan de gemeenten e 2 orde effect OCD uitbetalen aan gemeenten
-101 1.271 -2.013
Totaal bestemmingsvoorstellen
Toevoegen aan de exploitatiereserve Inkomensondersteuning extra bijdrage van gemeenten
Onttrekken aan de algemene reserve GRD Toevoegen aan reserve Noordoevers
De afrekening van het rekeningresultaat per gemeente is weergegeven in onderstaande tabel. (Bedragen x € 1.000) Resultaat
Bestemming Mutaties reserve
Bureau Drechtsteden
Totaal gemeenten
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
Hendrik-IdoAmbacht
113
Sociale Dienst Inkomensondersteuning Minimabeleid
-1.999 19
WMO Apparaat Apparaat – frictiekosten
-1.161 713 -1.000
Ingenieursbureau Drechtsteden* Service Centrum Drechtsteden
Dordrecht
Alblasserdam
Verrekenen met
-193 2
113 -85
-1.381
-49
-124
-101
-259
-1.999 19
26
424 -64
15
38
31
79
613 -64
-1.161 100 -1.000 -129 2
Gemeentebelastingen Drechtsteden 170 78 15 14 15 24 146 24 Algem ene Dekkingsmiddelen 1.323 11 69 15 18 14 26 153 1.170 Totaal -2.013 -48 -874 -4 -54 -41 -130 -1.151 -862 * Dordrecht heeft in 2011 niet aan de omzet verplichting voldaan. Als gevolg hiervan wordt het tekort door Dordrecht aangevuld.
83
4.2 Programmarekening (Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Bureau Drechtsteden
Primaire begroting 2011 Lasten Baten Saldo 7.050 7.050 0 0 0 0 184.617 184.617 0 8.973 8.973 0 40.964 40.964 0 5.220 5.220 0 1.563 1.563 0 0 600 600 248.387 248.987 600
Actuele begroting 2011 Lasten Baten Saldo 7.928 7.063 -865 4.635 6.750 2.115 217.228 215.317 -1.911 8.960 8.770 -190 48.018 47.693 -325 5.210 5.210 0 1.556 1.556 0 2.658 2.800 142 296.193 295.159 -1.034
Realisatie 2011 Lasten Baten Saldo 10.928 9.895 -1.033 5.602 4.850 -752 214.510 210.441 -4.069 9.070 8.877 -193 48.211 48.163 -48 5.186 5.356 170 1.505 1.505 0 2.066 3.491 1.425 297.078 292.578 -4.500
Lasten -3.000 -967 2.718 -110 -193 24 51 592 -885
Verschil Baten 2.832 -1.900 -4.876 107 470 146 -51 691 -2.581
Saldo -168 -2.867 -2.158 -3 277 170 0 1.283 -3.466
0
0
0
885
1.750
865
485
1.630
1.145
400
-120
280
Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Totaal mutaties reserves
0 0 0 0 0 0 600 600
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 -600 -600
2.115 0 0 0 0 0 142 3.142
0 961 0 325 0 0 0 3.036
-2.115 961 0 325 0 0 -142 -106
0 0 0 0 0 0 102 587
752 641 0 50 0 0 0 3.073
752 641 0 50 0 0 -102 2.486
2.115 0 0 0 0 0 40 2.555
752 -320 0 -275 0 0 0 37
2.867 -320 0 -275 0 0 40 2.592
Bureau Drechtsteden Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden
7.050 0 184.617 8.973 40.964 5.220
7.050 0 184.617 8.973 40.964 5.220
0 0 0 0 0 0
8.813 6.750 217.228 8.960 48.018 5.210
8.813 6.750 216.278 8.770 48.018 5.210
0 0 -950 -190 0 0
11.413 5.602 214.510 9.070 48.211 5.186
11.526 5.602 211.082 8.877 48.213 5.356
113 0 -3.428 -193 2 170
-2.600 1.148 2.718 -110 -193 24
2.713 -1.148 -5.196 107 195 146
113 0 -2.478 -3 2 170
Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat na bestemming
1.563 600 248.987
1.563 600 248.987
0 0 0
1.556 2.800 299.335
1.556 2.800 298.195
0 0 -1.140
1.505 2.168 297.665
1.505 3.491 295.652
0 1.323 -2.013
51 632 1.670
-51 691 -2.543
0 1.323 -873
NB: Voor de toelichting en resultaatanalyse verwijzen wij naar de programma’s onder het kopje “wat heeft het gekost” en “resultaatanalyse”
Overzicht van incidentele baten en lasten De provincie Zuid-Holland toetst de gemeenten op duurzaam financieel evenwicht. Een belangrijk criterium wat hierbij geldt is dat er sprake is van materieel evenwicht, wat inhoudt dat de structurele lasten ten minste worden gedekt door structurele baten. Hierbij mogen dus incidentele lasten wel door structurele baten worden gedekt. Tot de incidentele baten en lasten worden de baten en lasten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. In onderstaand overzicht zijn de incidentele baten en lasten voor de GRD weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Dochter
Omschrijving
SDD SDD
Treffen voorziening ID-banen Treffen voorziening frictiekosten
SDD SCD GBD
Vrijval voorziening FUWA Brandschade Hogere inkomsten aanm aningskosten en dwangbevelen
Alg. dekk. Alg. dekk.
Toegewezen claim rente Vrijval voorziening Landsbanki Totaal
Incidentele lasten
Analyse Verwijzing
Incidentele baten
Werkelijk Geraamd Werkelijk Geraamd 795 0 0 0 1.000 0 0 0
A B
0 707 0
0 0 0
163 707 146
0 0 0
C D E
0 0
0 0
243 1.028
0 0
F G
1.502
0
2.287
0
Toelichting: A. Het besluit tot stopzetten van de subsidie op de ID banen kan pijnlijke gevolgen hebben voor zowel de werknemer als de werkgever. Het Drechtstedenbestuur heeft daarom besloten ID werkgevers te ondersteunen bij het voorkomen of oplossen van dit probleem door het aanvragen van een vergoeding voor outplacementkosten mogelijk te maken als er sprake is van noodzakelijk ontslag. Hiervoor is in 2011 een voorziening getroffen van € 795.000 (159 ID werknemers x € 5.000). B. De accountant heeft aangegeven dat er ten laste van 2011 een voorziening voor frictiekosten ter hoogte van € 1 miljoen voor de SDD gevormd dient te worden om zo aan de BBV voorschriften te kunnen voldoen. In overleg met de accountant is ervoor gekozen administratief deze voorziening ten laste te brengen van de exploitatie van het SDD. Als gevolg van het moeten treffen van deze voorziening zal er worden voorgesteld om deze te vormen door middel van een onttrekking aan de algemene reserve. De algemene reserve zal hierdoor een negatief resultaat laten zien. Dit is echter van tijdelijke aard, aangezien er binnen de begroting van 2012 een budget voor frictiekosten beschikbaar is gesteld. Hierdoor betreft het slechts een administratieve verwerking en leidt daardoor tot geen gevolg voor de bijdrage van de gemeenten. C. De definitieve waardering van alle functies heeft bij de SDD in 2011 plaatsgevonden. Een aantal zaken dienen nog in 2012 te worden afgewikkeld. Hiervoor wordt € 31.000 aangehouden. Het restant van de voorziening is in 2011 vrijgevallen. D. Als gevolg van brandstichting heeft het SCD € 707.000 aan kosten gemaakt om de schade te kunnen herstellen (€ 471.000 desinvestering in verwoeste activa en € 236.000 overige herstelkosten). Na aanleiding van deze schade is er € 707.000 ter dekking ontvangen van de verzekering. E. Doordat er meer aanmaningen en dwangbevelen dan begroot zijn verzonden zijn er hogere inkomsten voor de GBD ontstaan. F. De Hoge Raad van IJsland heeft de misgelopen rente tot de faillissementsdatum van Landsbank (22 april 2009) toegewezen als preferente claim. Dit komt voor de GRD neer op € 243.000. G. De waardering van de vordering op Landsbanki was gesteld op 75%. Door de gunstige uitspraak van de Hoge Raad is de waardering herzien wat heeft geleidt tot een voorziening ter hoogte van 10% van de claim. Dit heeft geleidt tot een vrijval van de voorziening van ruim € 1 miljoen.
4.3 Balans (Bedragen x € 1.000)
Balans per 31 december 2011 2011
ACTIVA
2010
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling
0 0
Materiële vaste activa
56 56
42.349
46.592
Investeringen met economisch nut overige investeringen met een economisch nut
42.349
Financiële vaste activa
46.592 6.739
5.495
Kapitaalverstrekkingen aan: overige verbonden partijen
239
Overige langlopende leningen
266
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
6.500
TOTAAL VASTE ACTIVA
5.229 49.088
52.143
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Onderhanden werk IBD
417 417
315 315
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen
26.713 18.184
6.243
6.976
Liquide middelen Bank
25.160
20.470
2.843 2.843
9.562 9.562
Overlopende activa
10.031
13.940
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
40.004
48.977
(Bedragen x € 1.000) Balans per 31 december 2011 2011
PASSIVA
2010
VASTE PASSIVA Eigen vermogen
5.315
3.517
Reserves: Algemene reserve Overige bestemmingsreserves Rekeningresultaat boekjaar na bestemming
185
0
7.144
9.347
-2.014
-5.830
Voorzieningen Nog te besteden doeluitkeringen Overige voorzieningen
2.148
752
2
2
2.146
750
Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
35.000
0
Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
35.000
TOTAAL VASTE PASSIVA
0 42.463
4.269
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Kasgeldleningen
12.119
60.921
0
45.000
Bank- en girosaldi
4.611
8.644
Overige schulden
7.508
7.277
Overlopende passiva
34.510
35.930
Nog te betalen bedragen
19.184
24.435
Van Europese of Nederlandse overheidslichamen
15.210
11.284
116
211
ontvangen specifiek te besteden uitkeringen Overige overlopende passiva TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA
46.629
96.851
TOTAAL PASSIVA
89.092
101.120
4.4 Toelichtingen Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in acht genomen. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechtst genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden. Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening Materiële vaste activa De GR Drechtsteden beschikt uitsluitend over materiële vaste activa met een economisch nut. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het eerstvolgende kwartaal van ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Boekwinsten of –verliezen worden verwerkt als incidentele bate of last in de programmarekening. In 2011 heeft geen bijzondere waardevermindering niet plaatsgevonden. Investeringen lager dan € 10.000 worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatie gebracht. In 2011 heeft een brand gewoed bij het Servicecentrum Drechtsteden, waarbij de verwoeste materiële vast activa (meubilair, technische infrastructuur, computer) zijn afgevoerd. Deze buitengebruikstelling van de activa is als desinvestering verwerkt in de activa administratie van de GRD en de waarde van de desinvestering is als extra afschrijving ten laste gebracht van de exploitatierekening van het SCD.
88
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Materiële vaste activa Gronden en terreinen
Afschrijvingstermijn n.v.t.
Huisvesting
15
Gebouweninrichting, meubilair
15
Technische infrastructuur
10
Personen- en bedrijfsauto's Hardware en software
5 3-5
De GR Drechtsteden hanteert voor een aantal de investeringen van het programma IP&A de componentenbenadering, aangezien deze investeringen uit onderdelen bestaan, die een verschillende economische levensduur hebben. De investering wordt opgeknipt in componenten met verschillende afschrijvingstermijnen. Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de vordering op Landsbanki is een voorziening getroffen, waarvan de hoogte van de voorziening jaarlijks wordt herzien in overleg met de betrokken accountant. Voor het jaar 2011 is deze op 10% gewaardeerd. Vlottende activa Voorraden De grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen. De als “onderhanden werken” opgenomen producten zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals het aantal bestede uren tegen integrale kostprijs). Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor drie dochters van de GRD is er een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen (de Sociale Dienst Drechtsteden, Ingenieursbureau Drechtsteden en Gemeentebelastingen Drechtsteden). Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening wordt een percentage genomen van het debiteurensaldo waarbij het gehanteerde percentage per dochter verschillend is. Bij het de GBD wordt hierbij het totale risico op oninbaarheid (5%) en additionele risico vanwege het tijdsverloop en kruisbetalingen (17,5%) gehanteerd. De voorziening bij het IBD is bepaald op basis van de geschatte inningmogelijkheden. De hoogte van de voorziening voor de SDD wordt gebaseerd op de vorderingen die te verhalen of terug te vorderen zijn. De voorziening bestaat uit 50% van deze vorderingen per einde jaar en het percentage niet betalende en met toestemming niet betalende debiteuren. Vaste en vlottende passiva Reserves, voorzieningen en lang- en kortlopende verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Baten en lasten In de rekening worden zowel de baten als de lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
89
Toelichting op de balans Vaste activa Immateriële vaste activa De specificatie en het verloop van de immateriële vaste activa kan als volgt worden weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Boekwaarde 01/01/11 Kosten onderzoek en ontwikkeling Totaal
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdragen derden
Afwaardering
Boekwaarde 31/12/11
56
-56
0
0
0
0
0
56
-56
0
0
0
0
0
Materiële vaste activa In onderstaande tabel is het verloop van de waarde van de materiële vaste activa met economisch nut weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Bedrijfsgebouwen Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 01/01/11 10.164 0
Investeringen 333 0
Desinvesteringen 0 0
Afschrijvingen 601 0
1.164
125
0
35.264
1.581
46.592
2.039
Bijdragen derden
Afwaardering 0 0
0 0
Boekwaarde 31/12/11 9.896 0
203
0
0
1.086
0
5.007
0
471
31.367
0
5.811
0
471
42.350
Belangrijkste investeringen: In mei is er brandstichting geweest aan en in het dienstengebouw waar het Servicecentrum Drechtsteden is gehuisvest. Naast het gebouw is ook de technische infrastructuur door de brand beschadigd. Om deze schade te kunnen herstellen, zijn er investeringen gedaan aan het dienstengebouw voor ongeveer € 333.000 en is er voor € 125.000 is geïnvesteerd in technische installaties en hardware (categorie installaties). De overige investeringen bestaan voor een groot gedeelte uit investeringen die zijn gemaakt vanuit programma IP&A. Zoals reeds beschreven bij de waarderingsgrondslagen, wordt voor de afschrijving van een aantal investeringen van IP&A de componentenbenadering gehanteerd. Het gebruik van de componentenbenadering heeft in 2011 niet geleid tot mutaties in de afschrijvingen over voorgaande jaren, aangezien de investeringen in het jaar 2010 zijn afgerond. Een specificatie van de investeringen 2011 die zijn gemaakt ten opzichte van de kredieten is terug te vinden in bijlage 2. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Financiële vaste activa Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Afwaardering overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Totaal
Boekwaarde 01/01/11 266
Desinvesteringen
Investeringen
Afschrijvingen
Herwaardering
Boekwaarde 31/12/11
-253
22
-26
0
10
0
0
253
-23
0
229
6.979
0
243
0
0
7.222
-1.750
0
0
0
1.028
-722
5.495
-253
518
-49
1.028
6.739
90
In 2011 is de organisatie structuur van Stichting Breedband Drechtsteden aangepast. In de nieuwe situatie is de GRD nu aandeelhouder geworden via deze stichting waardoor de lening nu valt onder de categorie kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen. De aflossing van de lening die in 2006 is verstrekt aan Stichting Breedband Drechsteden blijft in de nieuwe situatie ongewijzigd. De herwaardering van de overige uitzetting met een looptijd langer dan 1 jaar bestaat uit het neerwaarts bijstellen van de afwaardering van de Landsbanki-vordering van 25% naar 10%. Dit is nader toegelicht op pagina 58. Vlottende activa Voorraden (Bedragen x € 1.000) Voorraden Grond- en hulpstoffen
Saldo 31/12/11
Saldo 31/12/10 0
0
Onderhanden werk
417
315
Gereed product/handelsgoederen Totaal
0 417
0 315
Het onderhanden werk betreft opdrachten die het Ingenieursbureau Drechtsteden open heeft staan bij diverse partijen. In de tabel hieronder is hiervan een uitsplitsing gemaakt (Bedragen x € 1.000) OHW per 31/12/11 445
OHW per 31/12/10 327
Zwijndrecht Drechtsteden Marktpartijen
23 9 -61
-6 19 -28
GRD Totaal
0 417
4 315
Partij Dordrecht
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Vorderingen op openbaren lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courant verhoudingen niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen < 1 jaar Totaal
Saldo 31/12/11 20.470 0
Saldo 31/12/10 18.184 0
0 6.243 0
0 6.976 0
26.713
25.160
In de overige vorderingen is de voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Bij de jaarrekening 2010 is er voor een drietal GRD-dochters een voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Bij de Sociale Dienst Drechtsteden is deze voorziening gevormd voor de uitkeringsdebiteuren. Bij de Gemeentebelastingen Drechtsteden is er in 2010 een voorziening gevormd vanwege de vertraagde inning op de invorderingskosten en daarbij het risico op het niet terug kunnen vorderen van deze in rekening gebrachte kosten. Tot slot is er in 2010 een voorziening dubieuze debiteuren gevormd bij het Ingenieursbureau Drechtsteden. In 2011 is de waardering van deze voorzieningen beoordeeld en waar noodzakelijk aangepast. In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen met betrekking tot de hoogte van de voorziening per dochter. (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/11
Saldo 31/12/10
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden
18.243 6
18.399 6
Gem eentebelastingen Drechtsteden Totaal
146 18.395
146 18.551
91
Liquide middelen (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/11
Saldo 31/12/10
Kassaldi Banksaldi
0 2.843
0 9.562
Girosaldi Totaal
0 2.843
0 9.562
Overlopende activa (Bedragen x € 1.000) Nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Vooruitbetaalde bedragen
Saldo 31/12/11 353 2.799
Saldo 31/12/10 1.452 1.299
6.879 10.031
11.189 13.940
Overige nog te ontvangen bedragen Totaal
De overige nog te ontvangen bedragen bestaat onder andere uit nog te ontvangen aanvullende incidentele uitkering 2010 (€ 2,5 miljoen), nog te ontvangen bijdragen Centraal Administratie Kantoor (€ 0,6 miljoen), nog te ontvangen verzekeringspremie (€ 0,5 miljoen), nog te ontvangen aanmaningsen dwangbevelvergoeding (€ 0,4 miljoen). Hieronder is een specificatie opgenomen van de nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000)
419
0
Ontvangen bedragen -66
1.033 1.452
0 0
-1.033 -1.099
Stand 01/01/11 Nog te ontvangen Walstroom Nog te ontvangen HOV-D Totaal
Toevoeging
Stand 31/12/11 353 0 353
Vaste passiva Reserves Het eigen vermogen op de balans van de GRD bestaat uit de volgende onderdelen: (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/11 Algemene reserve Resultaat na bestemming volgens rekening Bestemmingsreserves Totaal
Stand 31/12/10
185 -2.014
0 -5.831
7.144 5.315
9.347 3.516
In de tabel hieronder is het verloop van de reserves weergegeven. Onder “bestemming 2010” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar. (Bedragen x € 1.000)
Algemene reserve GRD Totaal algemene reserve
Stand 01/01/2011 0 0
Toevoeging
Onttrekking
0 0
0 0
Bestemming 2010 0 185 0 185
Rente
Stand 31/12/2011 185 185
Exploitatie reserve SDD Bestemmingsreserve Wet Inburgering
220 800
0 0
0 0
0 0
30 0
250 800
Innovatiereserve SDD
320
0
0
0
0
320
92
Bestemmingsreserve WMO
2.900
0
641
0
0
2.259
Bestemmingsreserve BWS subsidiebel. Exploitatiereserve BDS
1.122 0
485 0
390 0
61 0
0 4
1.278 4
Investeringsfonds Manden Maken Bestemmingsreserve RPV Bestemmingsreserve BLS
2.270 59 1.181
0 0 0
752 59 1.181
41 0 0
0 0 0
1.559 0 0
0 100 335
0 0 0
0 0 50
0 0 0
0 29 21
0 129 306
40 0
0 0
0 0
0 0
100 100
140 100
9.347
485
3.023
102
284
7.144
Exploitatiereserve VCC Exploitatie reserve IBD Exploitatiereserve SCD Bestemmingsreserve GBD Bestemmingsreserve OCD Totaal bestemmingsreserves
Toelichting reserves: Algemene reserve Over het boekjaar 2010 was er een positief resultaat van € 185.000 op de algemene dekkingsmiddelen. Bij het bestemmen van het resultaat is voorgesteld om dit toe te voegen aan de algemene reserve van de GRD. Exploitatie reserves dochters Om incidentele financiële tegenvallers op te kunnen vangen beschikt elke GRD-dochter voer een exploitatiereserve, conform nota reserves en weerstandsvermogen. Dotaties aan deze reserve vindt plaats middels het exploitatiesaldo van de desbetreffende GRD-dochter. Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die in overeenstemming met de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen doordat er geen bestedingsplicht meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWSreserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van bureau Drechtsteden. Bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) In december 2007 is de overeenkomst afgesloten over de herverdeling van de BLS-subsidies. In 2008 is het BLS-fonds, in de vorm van een bestemmingsreserve gevormd. De provinciale subsidies die de gemeenten ontvangen worden daarbij aan de GRD overgedragen en aan het BLS-fonds toegevoegd. Op basis van de feitelijke woningproducties ontvangen de gemeenten een uitkering van het fonds. In 2010 heeft er een totale afrekening plaatsgevonden van deze subsidie en de bedragen die nog voor 2011 gereserveerd stonden zijn in 2011 afgerekend. Hierdoor is deze reserve overbodig geworden. Het resterende saldo, bestaande uit renteopbrengsten, zal worden overgeheveld naar de bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Reserve Regionaal Platform Verkeersveiligheid (RPV) Deze reserve was ingesteld voor de financiering van niet-gedekte activiteiten van het platform. Bij de evaluatie van het meerjarenprogramma eind 2010 is gebleken dat er over de periode 2008-2010 een tekort is ontstaan over de uitvoer van de activiteiten. Eén van de oorzaken is dat er in de jaren 2009 e en 2010 de begrote bijdrage vanuit het bestemmingsreserve RPV niet is onttrokken. Bij de 2 burap van 2011 is besloten het saldo van de reserve te onttrekken. Investeringsfonds Manden Maken Niet bestede middelen, maar ook rentebaten, dienen volgens de verordening voor Manden Maken te worden gereserveerd. Voor Manden Maken wordt een aparte projectadministratie bijgehouden en een renteberekening opgesteld. In 2011 heeft er een onttrekking ter hoogte van € 752.000 plaatsgevonden ten behoeve van de financiering van een aantal projecten. Bestemmingsreserve Wet Inburgering Sinds 1 januari 2007 is de Wet Inburgering (WI) van kracht. Voor het uitvoeren van de WI ontvangt de SDD financiële middelen van het Rijk. Aangezien het Rijk eerst op basis van prestaties afrekent met gemeenten, ontstaan er voor- en nadelen in de prijzen die uiteindelijk met de SDD worden verrekend.
93
Na definitieve afwikkeling met het Rijk, zal naar verwachting, de SDD in 2012 met een afrekenvoorstel komen. Bestemmingsreserve WMO huishoudelijke verzorging De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is sinds 1 januari 2007 van kracht gegaan. Voor de Drechtsteden is voor de huishoudelijke verzorging één verordening vastgesteld en is er sprake van een open einde regeling, waardoor het budgetrisico bij het SDD ligt. De reserve zal de komende jaren benodigd zijn voor de geleidelijke afbouw van de WMO-budgetten en de daartoe te nemen maatregelen. Bestemmingsreserve Minimabeleid De SDD voert regiobreed het geharmoniseerde minimabeleid uit het betreft een open eind regeling, aanvagen kunnen niet worden afgewezen vanwege een budgettair tekort. Voorzieningen In onderstaand overzicht is het verloop van de voorzieningen weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Voorziening FUWA Voorziening giften cliënten BSHV Voorziening premienadeel oudere werknemers Voorziening outplacement ID banen Voorziening frictiekosten SDD Totaal
Stand 01/01/2011 750
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming 2010 -163 0
Vrijval
Stand 31/12/2011 31
0
-556
2 0 0
0 320 795
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2 320 795
0 752
1.000 2.115
0 -556
0 -719
0 0
1.000 2.148
Toelichting voorzieningen: Voorziening Functiewaardering Sociale Dienst Drechtsteden (FUWA) Bij de oprichting van de SDD zijn er indicatieve waarderingen afgegeven voor de functies. In 2010 zijn de functies opnieuw gewaardeerd en is er gebleken dat er functies te laag zijn gewaardeerd. Aangezien er in 2010 een schatting kon worden gemaakt van deze kosten is er een voorziening gevormd. De definitieve waardering van de functies heeft in 2011 plaatsgevonden en de eenmalige extra betaling over de jaren 2007-2010 is voldaan. Aan de voorziening FUWA is een bedrag van € 556.000 onttrokken. Een aantal zaken zal in 2012 worden afgewikkeld waardoor er nog € 31.000 aangehouden. Het resterende bedrag, ter hoogte van € 163.000, is vrijgevallen. Voorziening giften cliënten BSHV Het betreft bij deze voorziening giften van derden die specifiek besteed moeten worden. Indien de giften besteed zijn eindigt de financiële hulp. Voorziening premienadeel oudere werknemers In 2011 heeft de personeelsadministratie van het SCD, in samenwerking met de belastingdienst, de personeelsadministratie doorgelicht. Hieruit kwam naar voren dat er in de jaren 2007-2008 ten onrechte gebruik is gemaakt van de premievrijstelling oudere werknemers voor de WAO. Aangezien de kosten te schatten zijn, is hiervoor een voorziening gevormd. De vorming hiervan is ten laste van de exploitatie van de GRD dochters gekomen. Voorziening Outplacement ID banen Het besluit tot stopzetten van de ID subsidies kan pijnlijke gevolgen voor de werknemers hebben als de werkgever geen andere financiering voor de baan/banen heeft. Het Drechtstedenbestuur heeft daarom besloten ID werkgevers te ondersteunen bij het voorkomen of oplossen van dit probleem door het aanvragen van een vergoeding voor outplacementkosten mogelijk te maken als sprake is van noodzakelijk ontslag. Voor het maximum van het mogelijke nog te claimen bedrag aan faciliteit is er een voorziening gevormd van € 795.000 (159 ID werknemers x € 5.000). Het eventueel in 2012 niet geclaimd deel zal in 2012 weer terugvloeien naar het participatiebudget.
94
Voorziening frictiekosten SDD Tot in 2014 zal er naar verwachting sprake zijn van het nog niet kunnen effectueren van de besparingen voor dat deel waarvoor boventallige medewerkers nog niet zijn door- of uitgestroomd. Daarnaast zijn er, mede op basis van het sociaal plan, kosten te verwachten voor het faciliteren van boventallige medewerkers naar andere banen binnen de regio of daarbuiten of daar waar onverhoopt nodig uiteindelijk (effectuering van) ontslag. Ten behoeve van deze kosten is er in 2011 een voorziening voor deze frictiekosten gevormd. Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/11 35.000
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Totaal
Stand 31/12/10 0
35.000
0
Halverwege 2011 is er een langlopende lening aangetrokken vanwege het feit dat de kasgeldlimiet voor drie kwartalen oprij was overschreden. De aflossing hiervan vindt jaarlijks in juni plaats. De totale rentelast voor het jaar 2011 met betrekking tot deze langlopende lening bedraagt € 459.802. Deze rente is transitorisch opgenomen. In onderstaande tabel is het verloop van de vaste schulden over het jaar 2010 weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Onderhandse leningen Totaal
Saldo 1/1/11 0
Vermeerdering 35.000
0
35.000
Aflossing 0
Saldo 31/12/11 35.000
0
35.000
Vlottende passiva Vaste schulden met een looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/11 0
Stand 31/12/10 45.000
4.611 7.508 12.119
8.644 7.277 60.921
Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden Totaal
Overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) Nog te betalen bedragen
Stand 31/12/11 19.184
Stand 31/12/10 24.435
15.210 116 34.510
11.284 211 35.930
Vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Overige vooruitontvangen bedragen Totaal
Hieronder volgt een specificatie van de vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000)
Klein Koninkrijk WWB-werkdeel Drechtsteden
Stand Stand Toevoegingen Vrijgevallen 01/01/11 31/12/11 352 0 352 0 4.646
2.039
0
6.685
RAS subsidie
125
1.109
1.234
0
Verkeer
137
105
242
0
Sociaal beleid
20
33
18
35
Luchtkwaliteit
2.521
485
1.107
1.899
8
0
0
8
32
0
8
23
NME Recreatie Routes
95
Deelprogramma 2 IPA
2.747
1.393
3.853
287
405
0
186
219
34
0
34
0
140
0
12
128
Energieprogramma SLOK
57
127
58
126
Duurzaam ondernemen
18
0
0
18
0
79
79
0
43
6
0
49 268
Mobiliteitsmanagement Deltapoort Hollandse Glorie
Projectsubsidie PZH Subsidie Divosa RPV MJP 2011-2013
0
305
37
ISV 2
0
2.304
2.016
288
ISV 3
0
2.176
52
2.124
HOV-D Totaal
0
3.053
0
3.053
11.284
13.214
9.288
15.210
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voor de GRD is er voor het boekjaar 2011 geen sprake van borg- en/of garantstelling. De GRD is gebonden aan een aantal niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen. Hiervan zijn de belangrijkste: • Aanbestedingsverplichtingen in het kader van de wet WMO • Huurovereenkomst met de gemeente Dordrecht voor het dienstengebouwen Noordendijk en Hellingen • Leaseovereenkomst met Cisco en Océ voor ICT-apparatuur • Leaseovereenkomst met Business Car Autolease voor vervoersmiddelen SCD • In de jaarrekening zijn alleen de feitelijke jaarlasten opgenomen. Het opgebouwde vakantiegeld en de nog openstaande verlofdagen zijn niet als verplichting op de balans opgenomen. Voorziening renterisico BWS In het verleden is bij de regio Zuid-Holland Zuid, de rechtsvoorganger van Bureau Drechtsteden, een bedrag van € 795.000 aan de daar aanwezige renterisicoreserve onttrokken. Het destijds onttrokken bedrag zal in de komende jaren bij de regio Zuid-Holland Zuid stapsgewijze weer aan de reserve worden toegevoegd. In het kader van de ontvlechting is een deel van de renterisicoreserve naar de GR Drechtsteden overgegaan, en staat daar als voorziening renterisico BWS op de balans. In 2015 draagt regio ZHZ het bedrag van € 795.000 weer over aan GR Drechtsteden. ID-banen Als gevolg van afschaffing van de subsidie op ID-banen zijn er door diverse schoolbesturen gezamenlijk beroep aangetekend. Wanneer deze schoolbesturen in het gelijk worden gesteld, zal dit tot negatieve financiële consequenties voor de SDD leiden. Claims WMO De Sociale Dienst heeft van een zorgaanbieder voor de hulp bij de huishouding een claim gekregen over voorgaande jaren. Een deel van de claim is inmiddels afgehandeld. De SDD is van mening dat het restant van de claim onterecht is, zodat daarvoor geen voorziening is opgenomen. Zie verder de toelichting op pagina 62.
96
BTW onderzoek De Belastingdienst heeft een boekenonderzoek uitgevoerd over de BTW. Op basis daarvan is voor drie onderwerpen de BTW-positie nader onderwerp van beschouwing: bij de Sociale Dienst reintegratie-activiteiten en het collectief vervoer, en bij het Servicentrum de ICT-investeringen: - Bij een deel van de reintegratie activiteiten is de inkoop-BTW waarschijnlijk toch BCF-declarabel. Dit leidt mogelijk tot een financieel voordeel. - De Belastingdienst stelt dat bij het collectief vervoer mogelijk verkoop BTW over de bijdrage van de gemeenten verschuldigd is. Dat zou tot een financieel nadeel leiden. GRD is van mening dat BTWheffing niet aan de orde is, en overlegt hierover nader met de Belastingdienst. - Door de wijziging van de BTW-positie van het SCD per 1 januari 2011 ontstaat een financieel nadeel in de doorberekening van ICT-investeringen aan de GR'en (Zuid-Holland Zuid, Veiligheidsregio, Omgevingsdienst). Met ingang van 2011 wordt verkoop-BTW berekend over de bijdrage van de GR'en aan het SCD. Een deel van die bijdrage betreft de kapitaallasten over de ICTinvesteringen. De inkoop-BTW over die ICT-investeringen van vóór 2011 is in die jaren echter doorgeschoven aan de GR'en. Hierdoor is dus een dubbele BTW-heffing ontstaan. De Belastingdienst compenseert deze dubbele heffing door het uitkeren van een afkoopsom.
97
5. Controleverklaring
98
99
100
6. Vaststelling Dagelijks bestuur Als ontwerpjaarrekening vastgesteld door het dagelijks bestuur op 16 mei 2012. Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden De secretaris,
De voorzitter,
J.H. de Baas
drs. A.A.M. Brok
Algemeen bestuur Vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 3 juli 2012. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
101
Bijlage 1 Stand van zaken fonds Manden Maken Beschikbare middelen en toezeggingen Beschikbaar na afhechting
Inkomsten Bijdragen
Provincie Zuid-Holland (1e fase) Provincie Zuid-Holland (BDU gelden) Provincie Zuid-Holland (2e fase (ROM-D)) Gemeenten Renteopbrengsten
Totaal inkomsten
Stand en verloop boekjaar 2011
Cumulatieve inkomsten
Ontvangen bijdragen
Nog te realiseren Stand 1-1-2011
Stand 31-12-2011
11.175.000
4.141.600
7.033.400
4.141.600
4.141.600
4.000.000
2.700.000
1.300.000
2.700.000
2.700.000
1.900.000
0
1.900.000
0
34.862.000
34.862.000
0
30.012.000
1.300.000
1.155.378
144.622
1.155.378
53.237.000
42.858.978
10.378.022
38.008.978
Beschikbaar na afhechting
Cumulatieve uitgaven
0 4.850.000
34.862.000
4.850.000
42.858.978
1.155.378
Betaalde bijdragen
Uitgaven
Projecten
Economie
Maasterras/Spoorzone
2.750.000
2.490.000
260.000
100.000
Oosteind Papendrecht
2.000.000
2.000.000
0
2.000.000
Zeehavens Dordrecht
4.000.000
292.407
3.707.593
292.407
292.407
Frankepad/Grotenoord HI Ambacht
1.994.514
1.994.514
0
1.994.514
1.994.514
94.777
94.777
0
94.777
94.777
998.164
998.164
0
998.164
998.164
600.000
200.000
400.000
74.880
1.901.836
1.901.836
0
1.901.836
Groote Lindt Zwijndrecht Haven Zuid Alblasserdam Voorpoort Sliedrecht Vrije tijd
Haven Zuid Alblasserdam Hollands Glorie
Wonen
100.000
0
100.000
660.000
1.295.000
City Lounge Dordrecht
1.000.000
1.000.000
0
1.000.000
Energiehuis Dordrecht
2.600.000
704.000
1.896.000
429.000
Onderdijkserijweg Zwijndrecht
2.000.000
2.000.000
0
2.000.000
2.000.000
699.904
699.904
0
699.904
699.904
0
0
0
0
1.000.000
1.000.000
0
600.000
Zone 70 HI Ambacht
215.000
215.000
0
215.000
Groene Contramal
193.013
193.013
0
135.253
57.760
193.013
11.548.698
7.410.569
4.138.129
5.950.224
1.460.345
7.410.569
Dordwijkzone Dordrecht
HOV-D
100.000 12.500
1.307.500 1.000.000
275.000
704.000
0 400.000
1.000.000 215.000
Aansluiting A15 Alblasserdam
597.390
597.390
0
597.390
597.390
Aansluiting A16 Volgerlanden
1.500.000
1.500.000
0
1.500.000
1.500.000
Euryza Zwijndrecht
2.000.000
2.000.000
0
2.000.000
2.000.000
Parkeervoorziening Papendrecht
500.000
500.000
0
500.000
500.000
Fileproblematiek A16-N3-A15
211.424
211.424
0
211.424
211.424
1.200.000
0
1.200.000
0
0
0
0
0
0
854.073
854.073
0
842.473
Transfercentrum HBO
0 11.600
854.073
LOC de Grienden Sliedrecht
2.000.000
2.000.000
0
2.000.000
LOC Zwijndrechtse Waard
2.525.000
2.525.000
0
2.525.000
LOC Papendrecht/Alblasserdam
1.600.000
1.600.000
0
800.000
ICT-platform
1.394.747
1.394.747
0
1.394.747
0
0
0
0
0
655.118
655.118
0
655.118
655.118
Herschikking binnen Kennisinfrastructuur Route 23 Bijzondere doelgroepen
Overige:
200.000 1.901.836
1.307.500
Onderwijsleerbedrijven
Sociaal
125.120
100.000
Station Baanhoek West Sliedrecht Kennisinfrastructuur
2.490.000 2.000.000
1.967.500
Studie grondbedrijven
Bereikbaarheid
Stand 31-12-2011
2.390.000
Hofkwartier Dordrecht
Klein Koninkrijk Binnenmaas
Groen
Nog te realiseren Stand 1-1-2011
2.000.000 2.525.000 800.000
1.600.000 1.394.747
671.598
671.598
0
601.598
70.000
671.598
51.372.756
39.111.033
12.261.723
33.508.709
5.602.325
39.111.033
1% regeling investeringsfonds
749.704
749.704
0
749.704
749.704
Programmateam Wonen 2005-2007
253.329
253.329
0
253.329
253.329 0
Breedband-initiatief
0
0
0
0
Gezondheidscentrum Sliedrecht
0
0
0
0
0
117.100
117.100
0
117.100
117.100
1.120.133
1.120.133
0
1.120.133
-400.000
-400.000
0
-400.000
-400.000
0
0
0
0
0
52.092.889
39.831.166
12.261.723
34.228.841
5.602.325
39.831.166
1.144.112
3.027.812
-1.883.701
3.780.137
-752.325
3.027.812
Europese subsidies
Resultaatverplichting vrijvallende middelen Bijzondere ontwikkelingen
Totaal uitgaven Saldo inkomsten en uitgaven
0
1.120.133
102
Bijlage 2 Overzicht investeringen 2011 Kredietomschrijving
Totaal Krediet 2011
Vermeerderingen Verminderingen 2011 2011
Restant krediet 2011
Totaal 2011
Overhevelen naar 2012
Programma IP&A IP&A DP 1B IP&A DP 2 IP&A DP 2 bijdrage uit fonds Totaal
4.456
4.110
22
4.088
368
368
40
488
0
488
-447
0
0
3.853
-3.853
-3.853
0
4.598
-3.875
723
-3.773
368
0 4.496
Sociale Dienst Drechtsteden Aanpassing uitkeringssysteem SDD
200
0
0
0
200
0
874
Service Centrum Drechtsteden Krediet VIP-programma
1.168
294
0
294
874
Krediet investeringen ATB
305
270
0
270
35
35
Krediet Multi-functionals
750
237
0
237
513
513
Brandschade
460
459
0
459
1
0
Totaal
2.683
1.261
0
1.261
1.423
1.421
Totaal
7.379
5.859
-3.875
1.984
-2.151
1.789
103
M &I
E11B
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage 3 SISA
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Provinciale beschikking en/of verordening
Besteding 2011 tlv eigen middelen Aard controle R
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 tlv bijdragen Besteding 2011 uit Teruggestort/verrekend in door derden = contractpartners rentebaten gemeente 2011 in verband met niet (niet rijk, provincie of op door provincie uitgevoerde maatregelen gemeente) verstrekte bijdrage NSL Aard controle R Aard controle R Aard controle R
Eindverantwoording ja/nee Aard controle n.v.t.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden)
Aard controle R
€0
€0
€ 79.000
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding 2011 t.l.v. provincie
Eindverantwoording ja/nee
€0
€ 63.297 Nee
Aard controle R Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t. 1 M &I
E27B
€ 965.013 PZH-2010-163846972 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Brede doeluitkering verkeer en vervoer Provinciale beschikking en/of verordening
Besteding 2011 ten laste van provinciale middelen
Nee Overige bestedingen 2011
Toelichting afwijking
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Aard controle R
Aard controle R
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle n.v.t. Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle n.v.t. Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
Aard controle R 1
€ 54.872
€0
€ 160.961
€ 43.705
€ 185.203
€0
€0
€0
PZH-2010-239354524 2
PZH-2010-238935997
3
Ja
PZH-2010-184921490 4 PZH-2010-226239790
Nee Nee Nee
5
104
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer G1B
Specifieke uitkering
Departeme nt SZW
Aard controle n.v.t.
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal geïndiceerde inwoners Het totaal aantal inwoners dat is per gemeente dat een dienstbetrekking uitgestroomd uit het heeft of op de wachtlijst staat en werknemersbestand in 2011, beschikbaar is om een dienstbetrekking uitgedrukt in arbeidsjaren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 Aard controle R december 2011
1
482 (Alblasserdam)
Aard controle R 24
0
0
0
2
505 (Dordrecht)
179,75
0
0
0
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
3,25
0
0
0
4
590 (Papendrecht)
14,25
0
0
0
5
610 (Sliedrecht)
23,5
0
0
0
6
642 (Zwijndrecht)
48,5
0
0
0
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding 2011 algemene bijstand
Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R
SZW
G2B
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand
1
Aard controle n.v.t. 482 (Alblasserdam)
€ 2.857.141
€ 112.734
2
505 (Dordrecht)
€ 42.765.686
€ 1.769.402
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 2.175.663
€ 60.849
4
590 (Papendrecht)
€ 4.600.001
€ 153.219
5
610 (Sliedrecht)
€ 3.711.846
€ 106.507
6
642 (Zwijndrecht)
€ 9.498.531
I.2 Wet investeren in jongeren (WIJ)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
€ 332.901
Besteding 2011 WIJ
Baten 2011 WIJ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
1
Aard controle n.v.t. 482 (Alblasserdam)
2
505 (Dordrecht)
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 178.078
€ 4.310
4
590 (Papendrecht)
€ 617.099
€ 5.415
5
610 (Sliedrecht)
€ 390.859
€ 7.143
6
642 (Zwijndrecht)
€ 976.924
€ 10.551
€ 196.142
€ 1.672
€ 5.338.335
€ 72.494
105
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding 2011 IOAW
Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t. 1
482 (Alblasserdam)
€ 65.910
€0
2
505 (Dordrecht)
€ 853.051
€ 6.370
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 81.125
€0
4
590 (Papendrecht)
€ 116.673
€0
5
610 (Sliedrecht)
€ 131.338
€ 1.527
6
642 (Zwijndrecht)
€ 203.322
€ 1.000
I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding 2011 IOAZ
Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t. 1
482 (Alblasserdam)
2
505 (Dordrecht)
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 4.582
€0
4
590 (Papendrecht)
€ 5.889
€0
5
610 (Sliedrecht)
€ 9.477
€0
6
642 (Zwijndrecht)
€ 5.026
I.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
€0
€0
€ 179.226
€ 868
€0
Besteding 2011 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten 2011 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t. 1
482 (Alblasserdam)
2
505 (Dordrecht)
€ 122.236
€ 150
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 20.108
€ 5.000
4
590 (Papendrecht)
€ 45.299
€0
5
610 (Sliedrecht)
€ 25.231
-€ 65
6
642 (Zwijndrecht) Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
€0
€ 45.295 Besteding 2011 WWIK
€0
€0 Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.
106
Aard controle n.v.t.
SZW
G3B
1
482 (Alblasserdam)
€0
€0
2
505 (Dordrecht)
€0
€0
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€0
€0
4
590 (Papendrecht)
€0
€0
5
610 (Sliedrecht)
€0
€0
6
642 (Zwijndrecht)
€0
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R
Aard controle R
Baten 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk)
Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob) (excl. Rijk)
Besteding 2011 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
1
482 (Alblasserdam)
€ 13
€0
€0
€ 24.160
€ 1.049
2
505 (Dordrecht)
€ 228.680
€ 89.733
€ 41.290
€ 238.434
€ 36.093
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€ 31.942
€0
€ 717
€ 20.800
€ 1.726
4
590 (Papendrecht)
€ 17.205
€ 87.000
€ 1.956
€ 54.019
€ 6.901
5
610 (Sliedrecht)
-€ 1.168
€0
€ 3.648
€ 57.032
€ 2.920
6
642 (Zwijndrecht)
€ 28.856
€ 51.500
€ 1.758
€ 21.276
€ 14.435
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
G5B
Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob)
Aard controle n.v.t.
SZW
SZW
€0
Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob)
Besteding 2011 Bob
Baten 2011 Bob (excl. Rijk)
Aard controle R
Aard controle R
Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R
1
Aard controle n.v.t. 482 (Alblasserdam)
€0
€0
€0
2
505 (Dordrecht)
€0
€ 2.400
€0
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
€0
€0
€0
4
590 (Papendrecht)
€0
€0
€0
5
610 (Sliedrecht)
€0
€0
€0
6
642 (Zwijndrecht)
€0
€0
Wet participatiebudget (WPB)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet participatiebudget (WPB)
€0
Besteding 2011 participatiebudget
Waarvan besteding 2011 van educatie bij roc's
Baten 2011 (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven Aard controle R
1
Aard controle n.v.t. 482 (Alblasserdam)
€ 767.622
€ 128.209
€ 11.802
€0
€0
107
2
505 (Dordrecht)
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
4
590 (Papendrecht)
5
610 (Sliedrecht)
6
642 (Zwijndrecht) Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Aard controle n.v.t.
€ 19.788.299
€ 937.248
€ 180.127
€0
€0
€ 630.781
€ 147.708
€ 8.279
€0
€0
€ 1.399.944
€ 194.933
€ 17.092
€0
€0
€ 893.611
€ 164.477
€ 17.941
€0
€0
€ 2.913.008 Besteding 2011 Regelluw Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden voor de gemeenten die in 2010 duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
€ 334.124
€ 44.234
€0
€0
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle R Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1 18
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
1
482 (Alblasserdam)
nvt
0
9
2
505 (Dordrecht)
€0
3
101
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
nvt
1
12
18
16
4
590 (Papendrecht)
€0
1
12
30
29
5
610 (Sliedrecht)
nvt
2
12
34
33
6
642 (Zwijndrecht)
nvt
3
39
63
55
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald
Aard controle n.v.t. Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
282
19 287
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
1
482 (Alblasserdam)
19
Aard controle D1 21
2
2
505 (Dordrecht)
298
271
33
3
531 (Hendrik Ido Ambacht)
20
17
0
4
590 (Papendrecht)
33
22
9
5
610 (Sliedrecht)
33
27
3
6
642 (Zwijndrecht)
68
66
10
108
Bijlage 4 Interne verrekeningen De commissie BBV is van mening dat vanaf 2009 verrekeningen tussen onderdelen binnen één organisatie onderling dienen te worden geëlimineerd. De reden daarvoor is dat de commissie vindt dat door zowel de kosten bij de ene dochter als de opbrengsten bij het andere dochter op te nemen in de begroting en realisatiecijfers de financiële stand van zaken onnodig worden opgeblazen. De eliminatie geldt in het geval van de GRD alleen voor het Servicecentrum Drechtsteden en het Onderzoekcentrum. Zij verrekenen namelijk kosten met hun zusters. Door de eliminatie toe te passen ontstaat het volgende programmaoverzicht van deze onderdelen. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting Lasten
Baten
Realisatie
Saldo
Lasten
Verschil
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
8.813
8.813
0
11.413
11.526
113
2.600
2.713
Manden Maken
6.750
6.750
0
5.602
5.602
0
-1.148
-1.148
0
217.228
216.278
-950
214.510
211.082
-3.428
-2.718
-5.196
-2.478 -3
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden
113
8.960
8.770
-190
9.070
8.877
-193
110
107
48.018
48.018
0
48.211
48.213
2
193
195
2
Gemeentebelastingen Drechtsteden
5.210
5.210
0
5.186
5.356
170
-24
146
170
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.556
1.556
0
1.505
1.505
0
-51
-51
0
Algemene dekkingsmiddelen
2.800
2.800
0
2.083
3.491
1.408
-717
691
1.408
299.335
298.195
-1.140
297.580
295.652
-1.928
-1.755
-2.543
-788
44
0
-44
44
0
-44
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
196
0
-196
196
0
-196
0
0
0
Ingenieursbureau Drechtsteden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Servicecentrum Drechtsteden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
43
0
-43
43
0
-43
0
0
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
0
283
283
0
117
117
0
-166
-166
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
166
166
0
166
166
283
283
0
283
283
0
0
0
0
427
0
-427
427
0
-427
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Sociale Dienst Drechtsteden
4.335
0
-4.335
4.335
0
-4.335
0
0
0
Ingenieursbureau Drechtsteden
1.100
0
-1.100
1.100
0
-1.100
0
0
0
805
7.761
6.956
805
7.769
6.964
0
8
8
Servicecentrum Drechtsteden
Resultaat inclusief reserves Interne verrekening OCD Bureau Drechtsteden Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Totaal interne verrekening OCD Interne verrekening SCD Bureau Drechtsteden Manden Maken
Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden
888
0
-888
888
0
-888
0
0
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
207
0
-207
207
0
-207
0
0
0
Algemene dekkingsmiddelen Totaal interne verrekening SCD
0 7.761
0 7.761
0 0
0 7.761
-8 7.761
-8 0
0 0
-8 0
-8 0
Bureau Drechtsteden
8.342
8.813
471
10.942
11.526
584
2.600
2.713
113
Manden Maken
6.750
6.750
0
5.602
5.602
0
-1.148
-1.148
0
212.698
216.278
3.580
209.980
211.082
1.102
-2.718
-5.196
-2.478
Resultaat geschoond met interne verrekeningen
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden
7.860
8.770
910
7.970
8.877
907
110
107
-3
47.213
40.257
-6.956
47.406
40.444
-6.962
193
187
-6
Gemeentebelastingen Drechtsteden
4.279
5.210
931
4.255
5.356
1.101
-24
146
170
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.349
1.273
-76
1.298
1.388
90
-51
115
166
2.800 291.291
2.800 290.151
0 -1.140
2.083 289.536
3.333 287.608
1.250 -1.928
-717 -1.755
533 -2.543
1.250 -788
Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
109
Bijlage 5 Lijst met besluiten Tijdens de opiniërende behandeling van de 2e bestuursrapportage 2011 van de GRD heeft de Drechtraad uitgesproken dat zij bij de P&C documenten een overzicht willen ontvangen met daarin de genomen besluiten. In de onderstaande tabellen zijn de belangrijkste besluiten die gedurende het jaar 2011 zijn genomen opgenomen. Besluiten genomen door Drechtraad Datum 08-03-2011
10-05-2011
21-06-2011 06-09-2011 04-10-2011 04-10-2011 01-11-2011 01-11-2011
Onderwerp Wijzigingsbesluit verordening Inburgering Aanvullende kredietaanvraag IP&A Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015 Financiële strategie Aanpassing verordening Kinderopvang SMI Verordening Persoonlijk Minimabudget Bestuurlijke opdracht WWnV Initiatiefvoorstel klankbordgroep WWnV
06-12-2011
Evaluatie Drechtstedendinsdag
06-12-2011
Kredietaanvragen brandschade SCD
De Drechtraad besluit: Het wijzigingsbesluit Verordening Inburgering vast te stellen. Een aanvullend krediet van €2,3 miljoen voor de afronding van IP&A 1, deelprogramma 1B, beschikbaar te stellen; De extra kapitaallasten, van zowel dit aanvullend krediet als ook van het in december 2010 beschikbaar gestelde krediet van € 7,5 miljoen, te verdelen over de deelnemers op basis van de finaal vastgestelde meer-applicaties en meer-werkplekken ten opzichte van het aantal applicaties en werkplekken zoals dit bij aanvang door de betreffende gemeente is opgegeven. Het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015 vast te stellen. Het Milieubeleidsplan na vaststelling vervolgens ter bekrachtiging (laten) doorgeleiden naar de Raden van de zes Drechtstedengem eenten. De financiële strategie vast te stellen. Het Wijzigingsbesluit Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden vast te stellen. De Verordening Persoonlijk Minimabudget (langdurigheidstoeslag) Drechtsteden 2012 vast te stellen. Kennis te nemen van de bestuurlijke opdracht Wet Werken naar Vermogen. In te stemmen met het instellen van een klankbordgroep WWnV zoals beschreven in het initiatiefvoorstel; Een nader vast te stellen afvaardiging vanuit andere partijen te benoemen als leden van de klankbordgroep. Het evaluatierapport ‘Van goed naar beter – Doorontwikkeling Drechtstedendinsdag als regionaal platform voor bestuurders, raadsleden en maatschappelijke partners’ vast te stellen; Het Drechtstedenbestuur opdracht te geven de aanbevelingen te beleggen en uit te voeren. Een krediet van €460.000,- voor de huisvesting van het Servicecentrum Drechtsteden beschikbaar te stellen.
Besluiten genomen door het Drechtstedenbestuur
Datum 10-02-2011
10-03-2011
Onderwerp Pro rato overname garantierisico ROM-D ad € 8,5 miljoen
Project ‘Leve de Molens! De Molens leven!’
Het Drechtstedenbestuur besluit: Er wordt gekozen voor een overname door de GR Drechtsteden (NB! Garantstelling is uiteindelijk via de gemeenten geëffectueerd) a. Er wordt kennisgenomen van het besluit d.d. 27 januari 2011 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot het verstrekken van een subsidie, overeenkomstig onze aanvraag 27 september 2010, ad € 90.000,-- voor het project ‘Leve de Molens! De Molens leven!’. b. Er wordt ingestemd met: 1. de subsidievoorwaarden, zoals opgenomen in het besluit d.d. 27 januari 2011 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot het verstrekken van een subsidie voor dit project; 2. de conceptsamenwerkingsovereenkomst ‘Leve de Molens! De Molens Leven!’;
110
3. de conceptuitvoeringsovereenkomst ‘Leve de Molens! De Molens Leven!’; 4. de machtiging van bestuurlijk portefeuillehouder de heer S.J. Veerman tot ondertekening van alle uit het project voortvloeiende overeenkomsten, zulks onder voorbehoud dat zij blijven binnen de kaders van dit project. 1. Het tekort in Manden Maken wordt afgehecht door: * de opgebouwde rentebaten ad € 1,3 miljoen als ook toekomstige rentebaten hiertoe te reserveren; * de vrijval van de reeds voor Manden Maken afgesloten projecten ad € 1,2 miljoen hiertoe te reserveren; * toewerken naar een arrangement met de provincie in relatie tot de door haar toegezegde ad € 1,9 miljoen; * de reserveringen in Manden Maken voor de projecten Maasterras (€ 1.250.000), Gezondheidspark Sliedrecht (€ 400.000), Euryza (€ 2.000.000) en Bijzondere doelgroepen (ca. € 900.000) vrij te laten vallen. 2. Het te verwachten maximale tekort (€ 4,85 miljoen) in 2011 wordt verdeeld over de gemeenten via de sleutel van de inwonertallen met een correctie voor het genoten profijt en de gem eenten worden geadviseerd hiertoe lokaal een voorziening te treffen. 3. De Drechtraad wordt over de afhechting van Manden Maken geïnformeerd via een raadsinformatiebrief. 1. In verband met de afsluiting van Manden Maken eind 2011 worden tot uiterlijk 31 december 2011 uitbetalingsverzoeken Manden Maken in behandeling genom en, met uitzondering van verzoeken voor de projecten HOV-D en Zeehavens. Van verzoeken die niet voor 31 december 2011 zijn ingediend, vervalt het recht. 2. De gemeenten worden verzocht tot (gedeeltelijke) aanvulling van het Investeringsfonds uiterlijk 1 december 2011 of zoveel eerder als noodzakelijk in verband met de stand van het fonds. 3. Het op basis van de aanvullende vergadernotities worden de bijdragen aan de projecten Maasterras, Voorpoort (’t Plaatje), Energiehuis, Hofkwartier, Dordtwijkzone nu betaalbaar gesteld, onder voorwaarde van een toereikend saldo van het Investeringsfonds alsmede onder de in de aanvullende vergadernotities specifiek per project genoemde opschortende voorwaarden. 4. De aanlevering van de afdoende daadkrachtige boekhoudkundige bescheiden dient, in verband met het afronden van Manden Maken, vóór 31 december 2011 te worden aangeleverd. Na die datum vervalt het recht op uitkering uit Manden Maken. 1. Er wordt kennisgenomen van het geactualiseerde werkprogramma 2011 voor bureau Drechtsteden met een tekort van circa € 100.000. 2. Tijdens de werkconferentie op 25 en 26 mei 2011 worden definitieve afspraken gemaakt over een sluitend werkprogramma 2011. 3. Tot de datum van de werkconferentie van 25/26 mei 2011 wordt uitvoering gegeven aan het voorlopige werkprogramma 2011 (bijlage 2). 4. Er wordt ingestemd met het principe van kostentoerekening aan de begroting van BDS vanaf 2012 volgens het onder de toelichting opgenomen schema, waarbij als algem een uitgangspunt geldt dat BDS uitsluitend verantwoordelijk is voor het opstellen, actualiseren en monitoren van het regionale beleid en de daaraan gerelateerde bestuurlijke ondersteuning. 1. Het invoeren van een eigen bijdrage of eigen aandeel voor alle individuele Wmo voorzieningen (behalve rolstoelen) vanaf 1 september 2011 wordt vastgesteld. 2. De wijziging van het ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden’ wordt vastgesteld. Er wordt kennisgenomen van de notitie “Het belang van werk” en ingestemd met de volgende beslispunten: 1. Een selectiever en inventiever aanbod van re-integratietrajecten waardoor aan bepaalde (minder kansrijke) ouders geen of een ander kinderopvangaanbod gedaan hoeft te worden. 2. Het afschaffen van de uitstroompremies.
13-04-2011
Afhechten Manden Maken via maatregelenpakket
13-04-2011
RMJP Drechtsteden; werkprogramma 2011 definitief
13-04-2011
Eigen bijdrage voor alle individuele Wmo voorzieningen
13-04-2011
Re-integratie: Het belang van werk
13-04-2011
Wijziging Regeling Loonkostensubsidies Drechtsteden
De gewijzigde Regeling Loonkostensubsidies Drechtsteden wordt vastgesteld.
Regionale woningbouwprogrammering en rapportage Wonen in de Drechtsteden 2011
1. De rapportage ‘Wonen in de Drechtsteden’ wordt vastgesteld met de daarin opgenomen voorstellen: Voorstel 1 Als prijsgrenzen de bedragen zoals genoemd in bijlage A aanhouden: - Sociale huursector: max. huur tot € 652,52 - Sociale koopwoning: maximum koopprijs € 183.200,- Maximum grondkosten sociale sector € 16.372,- incl. BTW. - Primaire doelgroep tot € 33.614,-, secundaire doelgroep tot € 43.000,-. Voorstel 2 Blijven werken aan de aantrekkelijkheid van de regio en het laten zien hiervan: verbetering voorzieningenaanbod en marketing en woonpromotie. Voorstel 3
23-06-2011
111
Ten aanzien van het woningbouwprogramma: 3.1 De in de Woonvisie geformuleerde opgave van 10.000 à 12.000 woningen nu als ambitie handhaven. 3.2 Twee keer per jaar monitoren van de ontwikkeling van planaanbod en marktruimte en de frictie tussen beiden, te weten bij de jaarlijkse woonrapportage in het eerste kwartaal en een snelle toets op hoofdlijnen in het derde kwartaal. Voorstel 4 4. De gemeenten verzoeken om in onderling overleg tot een betere afstemming van het planaanbod 2010-2020 in de marktsector te komen, gezien het verwachte overaanbod aan plannen, op dit moment berekend op 1.300 eengezins- en 1.000 meergezinswoningen; daarbij er kennis van te nemen, dat de projecten Stadswerven en Noordoevers niet als onderling concurrerend worden gezien. Voor een adequate afstemming van mogelijk overaanbod worden een viertal clusters onderscheiden: 4.1 Dordrecht/Zwijndrecht, centrum en levendig stedelijk: 150 eengezins- en 300 meergezinswoningen. 4.2 Dordrecht/Zwijndrecht, rustig stedelijk en stadswijk: 450 eengezins- en 200 meergezinswoningen. 4.3 Zwijndrecht/H.I. Ambacht, flankerend Dordrecht en Alblasserdam, suburbaan en rustig groen: 150 eengezins- en 300 meergezinswoningen. 4.4 Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht: 250 eengezins- en 150 meergezinswoningen. Voorstel 5 5. Als onderdeel van de programmabewaking met de gemeenten het volgende af te spreken: 5.1 Buiten het bestaande woningbouwprogramma worden geen nieuwe woningbouwprojecten in de marktsector toegevoegd. 5.2 Indien zich toch onvermijdelijke nieuwe projecten voordoen, dan wordt dit betrokken bij de afstemming binnen de betreffende cluster.
23-06-2011
Afbouw langdurig gesubsidieerde arbeid
23-06-2011
Nieuw minimabeleid in Drechtsteden
1. Voor de afbouw van subsidie voor participatiebanen in Drechtsteden wordt de Wet werken naar vermogen afgewacht. Nadat deze in werking is getreden, ontvangt het bestuur een voorstel voor afbouw of ombouw van deze subsidie. 2. Er wordt besloten tot wijziging van het beleid voor ID-subsidie, wat concreet de afbouw van ID-subsidie in de Drechtsteden inhoudt volgens scenario 3: in dit scenario wordt de subsidie op alle ID-banen op 1 augustus 2012 stopgezet. Alle betrokken organisaties en werknemers hebben dan een jaar om alternatieve financiering of een andere baan te zoeken. Dit scenario bezuinigt in 2011 niets, € 2,2 mln in 2012 en € 5,2 mln in 2013 en 2014. Om werkgevers en werknemers te ondersteunen bij het oplossen van de problemen die mogelijk ontstaan, wordt toegezegd dat: 3. Werkgevers via Baanbrekend Drechtsteden mensen met een Wwb-uitkering in kunnen huren, voor de duur van maximaal 6 maanden, voor € 8,per uur. 4. Werkgevers een vergoeding wordt aangeboden van maximaal € 5.000 per werknem er voor outplacem entkosten, indien er sprake is van noodzakelijk ontslag als gevolg van dit besluit. De totale kosten van deze toezegging kunnen oplopen tot ongeveer € 1 mln. Binnen het minimabeleid worden drie hoofdproducten vastgesteld, te weten: algemene voorzieningen, het persoonlijk minimabudget en de individuele aanvragen en per hoofdproduct worden de hierna volgende specifieke besluiten genomen: Algemene voorzieningen - De premiebijdrage voor de collectieve zorgpolis wordt vastgesteld op € 11 per maand voor 2011, zodat de netto premie € 117.00 per maand wordt. - Afgezien wordt van invoering van een Drechtpas als onderdeel van het minimabeleid. - De algemene voorzieningen, en de bestaande inkomensgrenzen daarvoor blijven ongewijzigd gehandhaafd op 110% (voor Peuterwerk en SMS fonds 120%) van de bijstandnorm en niet meer vermogen dan het toegestane bescheiden vermogen. Individuele bijzondere bijstand - Bij individuele bijzondere bijstandverlening vinden geen standaardverstrekkingen meer plaatsvinden maar wordt altijd beoordeeld of de individuele omstandigheden bijstandverlening noodzakelijk maken. - De individuele bijzondere bijstand blijft ongewijzigd toegankelijk voor alle burgers in de regio met een inkomen tot 110% van de bijstandnorm en niet meer vermogen dan het toegestane bescheiden vermogen, met toepassing van de bestaande draagkrachtregels bij meerinkomen en/of meer vermogen. Persoonlijk minimabudget - De vergoedingsregelingen voor Verborgen Kosten, het Participatiefonds voor ouderen en Indirecte Studiekosten voor schoolgaande kinderen worden beëindigd met ingang 1 januari 2012. Voor huishoudens van 65 jaar en ouder wordt het PMB vastgesteld op 30% van de van toepassing zijnde alleenstaanden norm, c.q. de norm voor gehuwden/sam enwonenden. Als sprake is van tot het huishouden behorende afhankelijke kinderen wordt het PMB naar analogie met de conceptverordening PMB/LDT verhoogd met een toeslag.
112
08-09-2011
Plan van aanpak kanteling Wmo
08-09-2011
Aanpassing Toeslagen- en Verlagingenbeleid
06-10-2011
Wijzigen standaard uurtarief voor eigen bijdrage Wmo HH
07-12-2011
Beleidsaanpassingen Wmo
- De conceptverordening Persoonlijk Minimabudget/Langdurigheidstoeslag 2012 wordt ter vaststelling doorgeleid naar de Drechtraad. - Voor de groep huishoudens die vanaf 2012 aanspraak krijgt op een PMB, en in 2011 zowel Langdurigheidstoeslag als vergoeding voor Verborgen Kosten ontvingen, geldt gedurende 3 jaar een compensatieregeling die het gemiddelde nadeel van € 160 per huishouden vergoedt. - Huishoudens die geen aanspraak maken op het PMB kunnen vanaf 2012 aanspraak maken op een vergoeding voor vrijwilligerswerk van € 250 per jaar indien gedurende een minimale periode van 6 maanden gemiddeld minimaal 6-8 uur per week vrijwilligerswerk wordt verricht. 1. Het Plan van aanpak Kanteling Wmo, zoals vastgesteld door de lokale colleges van burgemeester en wethouders, wordt vastgesteld. 2. Het bestuur stemt in met het voorstel het financiële beheer van het Plan van aanpak Kanteling bij Bureau Drechtsteden te beleggen conform de begroting zoals opgenomen in het Plan van aanpak Kanteling Wmo. 1. Het bestuur stelt vast: a. het gewijzigde toeslagen- en verlagingenbeleid: 1e. De toeslag of de verlaging bij gehuwden bedraagt 10% indien belanghebbende de woonkosten kan delen met niet meer dan 2 andere personen; 2e. De toeslag bedraagt 0% of de verlaging bij gehuwden bedraagt 20% indien belanghebbende de woonkosten kan delen met meer dan 2 andere personen; 3e. Voor alleenstaande ouders en gehuwden met kinderen worden deze percentages met 5% gematigd. b. een overbruggingsregeling voor alleenstaande ouders waarvan het jongste kind 18 jaar wordt en studeert. 2. Het Besluit tot aanpassing van de verordening Werk en Inkomen Drechtsteden (eerste wijziging) wordt ter besluitvorming doorgezonden naar de Drechtraad. Per 1 januari 2012 wordt het standaard uurtarief voor het berekenen van de eigen bijdrage Wmo Hulp bij het huishouden (HH) gewijzigd in uurtarieven die overeenkomen met de kostprijs die de SDD betaalt voor HH natura en PGB. De volgende beleidsaanpassingen Wmo worden vastgesteld: 1. Een nieuwe aanbesteding Hulp bij het huishouden (HH) per 1 juli 2012 gesplitst in twee, apart van elkaar aan te besteden, diensten: a. Hulp bij het huishouden 1 (HH1), tarief € 18 per uur; b. Hulp bij het huishouden 2 (HH2), tarief € 23,50 per uur. 2. Per 1 juli 2012 een inkomensgrens van tweemaal de AOW-norm in te voeren bij de verstrekking van HH1 tot maximaal 3 uur: boven een jaarinkom en van twee maal de AOW-norm wordt geen HH1 tot 3 uur verstrekt. 3. Per 1 juli 2012 een inkomensgrens van tweemaal de AOW-norm in te voeren bij de verstrekking van nieuwe scootmobielen: boven een jaarinkom en van twee maal de AOW-norm wordt geen scootmobiel verstrekt. Voor huidige scootmobielgebruikers geldt deze inkomensgrens niet.
113