MPGSD2009050714290144
GSD
07.05.2009
0144
liÉilÉÉf
CONCEPT
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
GR DRECHTSTEDEN CONCEPT-BEGROTING 2 0 1 0
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.3
Bestuur Budgettaire kaders en uitgangspunten Financiële uitkomsten
3 3 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Programma's Bureau Drechtsteden Manden maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden
7 7 24 25 35 38 42 45
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Verplichte paragrafen Weerstandsvermogen Bedrijfsvoering Financiering Onderhoud kapitaalgoederen
47 47 49 52 54
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting en meerjarenraming Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Begrotingskaders en uitgangspunten
4.5
Verdeelsleutels
4.6
Overzicht personele sterkte en personeelskosten
5
Vaststelling
Bijlage: Bijdragen per gemeente
Concept dd 28 april 2 0 0 9
55 55 56 56 57
59 60 61
62
1.
INLEIDING
1,1
Bestuur
De begroting van 2010 is een begroting voor dat verkiezingsjaar; in maart 2010 staan de gemeenteraadsverkiezingen op het programma. Een nieuwe Drechtraad zai naar verwachting het nieuwe Drechtstedenbestuur opdracht geven een Meerjarenprogramma op te stellen voor de periode 2011 - 2014. Dit betekent dat ook dan een gedegen afweging van wensen, ambities en beleidsvoornemens zal plaatsvinden. Tot die tijd worden de laatste activiteiten uit het huidige Meerjarenprogramma uitgevoerd. Sommige daarvan lopen door uit activiteiten of beleidsvoornemens in 2009. Andere worden zoals gepland in 2010 uitgevoerd. In een begroting wordt in feite degelijk vooruit gekeken naar het komende begrotingsjaar. Echter, op moment waarop de begroting wordt opgesteld is het lastig om de economische en financiële ontwikkelingen adequaat in te schatten. Eind 2008 bleek dat de dagelijkse praktijk veel weerbarstiger is dan alle economische inschattingen bij elkaar. Banken, bedrijven en andere instellingen konden ineens ophouden te bestaan, waardoor veel onrust ontstond bij veel inwoners van dit land. Ook de Drechtsteden kregen hiermee te maken. De huidige sfeer is er een van oplettendheid én toch ook van grote bereidheid. Dergelijke ontwikkelingen mogen namelijk geen afbreuk doen aan ambities. Wanneer zou blijken dat de tijd rijp is om ambities aan te passen aan het dan geldende maatschappelijke beeld, dan aarzelen de Drechtsteden niet. Echter, het kan nooit kwaad om ambities te hebben. Zelfs niet als deze op gespannen voet staan met de beschikbare middelen. Het betekent echter wel dat het Drechtstedenbestuur én de Drechtraad scherpe keuzes moeten maken, in goed overleg tussen beide bestuursorganen. Alleen dan kan er kracht worden gemaakt. Bureau Leerplicht In 2010 is de organisatie van de Drechtsteden alweer gewijzigd. In de praktijk bleek dat de taken die Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten voor de Drechtsteden vervulde in hoge mate succesvol zijn, waardoor andere gemeenten in Zuid-Holland Zuid ook de leerplichttaken neerlegden bij dit bureau. Daarom is in goed overleg besloten het bureau half 2009 organisatorisch onder te brengen bij de regio Zuid-Holland Zuid. Bureau Leerplicht maakt daarom geen deel meer uit van deze begroting.
1.2
Budgettaire k a d e r s en u i t g a n g s p u n t e n
In de Drechtraad van december 2008 is de financiële kadernota 2010 vastgesteld. Deze kadernota geeft de financiële uitgangspunten en budgettaire kaders. De begroting is opgebouwd uit begrotingsprogramma's, waarbij elk onderdeel van de GRD zijn eigen programma kent. De financiële positie van elke GRD-dochter is daarmee herkenbaar. In de begroting zijn alle bedragen in duizenden euro's tenzij anders aangegeven. Waar in de overzichten bedragen van begroting 2009 zijn opgenomen betreft dat de gegevens uit de primaire begroting en de daarna door de Drechtraad vastgestelde begrotingswijzigingen tot en met maart 2009. Indexering staand beleid Met de financiële kadernota is besloten in 2010 en verder de kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen aan te passen aan de reële verwachte kostenstijgingen. Er is dus geen koppeling meer aan de ontwikkeling van het accres van het Gemeentefonds. Verder is besloten de primaire begroting 2010 te baseren op de prognoses van die kostenstijgingen van september 2008, en de begroting 2010 te actualiseren in de Drechtraad van december 2009, op basis van de prognoses uit september 2009.
Voor de primaire begroting 2010 wordt hiervan echter afgeweken. Gezien de uitzonderlijke economische ontwikkelingen sinds september 2008 is voor de primaire begroting 2010 gebruikt gemaakt van de korte-termijn kostenramingen van het Centraal PlanBureau van december 2008. Gehanteerd zijn nu de volgende stijgingspercentages: - loonkosten: 2 , 8 0 % - prijzen: 0,50% gemiddeld lonen en prijzen: 2 , 1 1 % De stijgingen zijn inclusief de nacalculaties over 2008 en 2009. In hoofdstuk 4.4 zijn een specificatie van de stijgingspercentage en de afwijkingen ten opzichte van de financiële kadernota opgenomen. Deze algemene stijgingspercentages zijn integraal gehanteerd voor de volgende begrotingsprogramma's: o Bureau Drechtsteden o Sociale Dienst Drechtsteden o Servicecentrum Drechtsteden o GemeenteBelastingen Drechtsteden o Onderzoekcentrum Drechtsteden - Bij het Ingenieursbureau Drechtsteden volgt de begroting van de lasten de algemene uitgangspunten. De baten zijn gelijk aan de te verwachten omzet. Het begrote positieve resultaat wordt uitgekeerd aan de aandeelhoudende gemeenten. Doorlichting en taakstelling In de financiële kadernota is vastgelegd dat bij de GR Drechtsteden een werkwijze van doorlichting en taakstelling wordt geïntroduceerd. Doelstelling daarbij is financiële ruimte te vinden, hetzij om gemeenten tegemoet te komen bij een tegenvallende ontwikkeling van de uitkering uit het Gemeentefonds, hetzij om de financiering van nieuw beleid of beleidsintensiveringen mogelijk te maken. In 2009 wordt vorm en inhoud gegeven aan het project voor de organisatiebrede doorlichting, met een bijbehorende financiële taakstelling voor 2010 en verder. Deze taakstelling en de verdere resultaten van de doorlichting zijn niet in de primaire begroting verwerkt. Structurele doorwerking resultaten 2008 In de begroting 2010 zijn geen structurele doorwerkingen van resultaten uit 2008 verwerkt. In 2008 is een algemene stijging van de apparaatskosten opgetreden bij de GRD-dochters. Deze stijging wordt voor een groot deel veroorzaakt door de hogere bijdrage aan het SCD, een gevolg van de gekozen verdeelsystematiek. Daarnaast is er een stijging van de gemeenschappelijke GRD-kosten die samenhangen met de groei van de organisatie en de rol en verantwoordelijkheid als werkgever en rechtpersoon. Dit zijn kosten als verzekeringen, accountant, medezeggenschap. In 2009 vindt een nadere analyse plaats van opbouw en omvang van deze kosten en kostenstijging. Op basis daarvan zal zonodig een begrotingswijziging voor 2010 worden voorgesteld. Investeringsfonds Manden Maken/ Pieken Ontwikkelings- en uitvoeringsprojecten worden gefinancierd vanuit het regionaal investeringsfonds Drechtsteden. Dit is gekoppeld aan het begrotingsprogramma Manden Maken. Aangezien het nog niet duidelijk is in welke mate in 2010 nog een financieel beroep op het investeringsfonds wordt gedaan zijn hiervoor in begroting 2010 geen baten en lasten opgenomen. Als die duidelijk zijn wordt dit via een begrotingswijziging ingebracht. Datzelfde geldt voor de investeringsagenda die wordt opgesteld als onderdeel van de piekenbenadering.
ROM-D In december 2008 heeft de Drechtraad het principebesluit genomen over de vorming van en de toekomstige werkwijze van de nieuwe ROM-D. Onderdeel van de beslispunten is de rol van GR Drechtsteden als aandeelhouder/ financier en als opdrachtgever richting die nieuwe ROM-D organisatie. In de loop van 2009 worden beide rollen uitgewerkt. Financiële consequenties voor de GR Drechtsteden voor begrotingsjaar 2010 zijn nog niet in de primaire begroting opgenomen, en zullen via een begrotingswijziging worden verwerkt.
1.3 Financiële uitkomsten Samenvattend ontstaat het volgende financiële beeld per GRD-onderdeel. Bureau Drechtsteden De algemene inwonerbijdrage en de specifieke bijdragen stijgen met 2 , 1 1 % . Voor de uitvoering van de deelprogramma's wordt € 510.000 ontrokken aan het vrije gedeelte van de BWS-bestemmingsreserve. Nog niet in de begroting zijn verwerkt de kosten die samenhangen met de ambities voor de, structurele, netwerkontwikkeling, en het versterken van de control & compliance functie. Sociale Dienst Drechtsteden - Benodigde budgetten voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand, Wet Maatschappelijke Ondersteuning - huishoudelijke verzorging, en de budgetten op basis van de Wet Participatiebudget (voor re-integratie, inburgering, educatie en beroepsonderwijs). Gemeenten betalen de desbetreffende rijksvergoedingen door, zodat de SDD de desbetreffende wetten hiermee kan uitvoeren. - Benodigde budgetten voor WMO - ex WVG, en schuldbemiddeling en budgetadvies. De kosten worden op nacalculatiebasis met de deelnemende gemeenten verrekend. Het budgetrisico ligt dus bij de gemeenten. - Benodigde budget voor minimabeleid. Het budget voor 2009 is hiervoor het uitgangspunt geweest, waarop de indexering zoals aangegeven in de kadernota is toegepast. Een eventuele budgetoverschrijding ten gevolge van de harmonisatie van het minimabeleid ligt bij de SDD. - Budgetten voor de bedrijfsvoering van de SDD. De apparaatskosten stijgen met 2 , 1 1 % en worden bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht op basis van het vijfjaars voortschrijdend klantaantal WWB, IOAW en IOAZ. Waar mogelijk worden apparaatskosten gedekt uit programmabudgetten. Ingenieursbureau Drechtsteden De begroting is conform de uitgangspunten en kent een positief resultaat van € 500.000. Het resultaat wordt uitgekeerd aan de aandeelhoudende gemeenten naar rato van de gerealiseerde omzet. Servicecentrum Drechtsteden De begroting van het SCD is gebaseerd op de begroting 2009 zoals laatst aangepast in de Drechtraad van maart 2009. Budgetten en bijdragen van de deelnemers stijgen met
2,11%. GemeenteBelastingen Drechtsteden De begroting van GBD is gebaseerd op de primaire begroting 2009. Budgetten en bijdragen van de deelnemende gemeenten stijgen met 2 , 1 1 % . Onderzoekcentrum Drechtsteden De begroting van het OCD is gebaseerd op de primaire begroting 2009. Budgetten en bijdragen van de deelnemers stijgen met 2 , 1 1 % .
Algemene dekkingsmiddelen In 2010 bestaan de algemene dekkingsmiddelen uit het Algemene renteresultaat. De Algemene rente wordt gevormd door; - Opbrengst van uitgezette liquide middelen. De liquide middelen hangen samen met gevormde reserves en vooruitontvangen en/of nog niet bestede subsidies en bijdragen. - De calculatorische rente op de geactiveerde investeringen. Conform de financiële kadernota bedraagt de rekenrente 5%. De algemene rente wordt voor 2010 begroot op € 1,1 miljoen. De algemene rente blijft vooralsnog binnen de begroting als algemeen dekkingsmiddel beschikbaar.
2.
PROGRAMMA'S
2.1
Bureau Drechtsteden
Met ingang van het begrotingsjaar 2009 zijn de verschillende beleidsvelden van Bureau Drechtsteden ondergebracht in één begrotingsprogramma. Dit is gelijk aan de andere GRD-dochters, die eveneens elk één begrotingsprogramma kennen. De budgettaire ruimte voor het begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden volgt de financiële kaders. Er is echter een toenemend spanningsveld tussen de vele ambities bij de verdere ontwikkeling van de Drechtsteden en die, beperkte, budgettaire ruimte. Niet alle hier beschreven activiteiten kunnen daarbinnen worden uitgevoerd. Bureau Drechtsteden maakt een uitgewerkt jaarplan 2010 op basis waarvan, ook bestuurlijk, keuzes gemaakt kunnen worden over inhoud en prioritering. De verschillende beleidsvelden worden hier als deelprogramma toegelicht. Er is nog geen, definitieve, allocatie van middelen naar en binnen de beleidsvelden. Er wordt dan ook geen kostenbegroting per deelprogramma gegeven.
Deelprogramma B e s t u u r e n communicatie Bestuur en organisatie De Drechtsteden hebben ambities en dragen die uit via het verbeteren van de leefbaarheid en het versterken van de regionale concurrentiekracht. Dat is de meetlat waarlangs regionale activiteiten worden gelegd. Het realiseren van een externe focus via maatschappelijke partners is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Deltapoort, Zuidvleugel en Randstad zijn daarbij een belangrijk perspectief. Bij het formuleren van de Pieken in de Drechtsteden hebben we ons laten inspireren door debatten in genoemde arena's. Daar zien we dat de diverse steden zich profileren via de eigen binnenstad, een letterlijk danwei figuurlijk icoon, en de omgeving. Daardoor ontstaan verbindende netwerken met een grotere diversiteit en betere complementariteit (eikaars kracht zoeken). Met de Pieken sluiten wij dan ook aan bij agenda's van andere overheden en beïnvloeden die agenda's. Die Pieken moeten leiden tot een gedeelde koers van de Drechtsteden de komende jaren, alsook tot een bundeling van krachten tussen de Drechtsteden en externe partners. Dit vraagt om een sterk organiserend vermogen bij onszelf en de partners. In 2010 vinden in maart de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Dit betekent dat er een nieuwe Drechtraad en een nieuw Drechtstedenbestuur wordt gevormd. Het betekent ook dat tijd wordt gestoken in overdracht van werkzaamheden en introductie van de Drechtsteden bij nieuwe bestuurders en raadsleden. In 2009 worden de Pieken uitgewerkt in een strategische investeringsagenda. Deze agenda is een bouwsteen voor de nieuwe raadsperiode (2010 - 2014) en kan na de verkiezingen worden vertaald naar een investeringsprogramma dat onderdeel kan uitmaken van het op te stellen, nieuwe, Meerjarenprogramma 2010 - 2014. Het huidige meerjarenprogramma wordt geëvalueerd. Het tot stand komen van de investeringsagenda is verder beschreven in hoofdstuk 2.2. Communicatie Vanuit Bureau Drechtsteden worden de verschillende communicatie- en beleidsprocessen op elkaar afgestemd. Er wordt gezorgd voor de communicatie vanuit het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. Ook kennismaking met de Drechtsteden voor nieuwe raadsleden en bestuurders wordt door Bureau Drechtsteden geïnitieerd. Daarnaast hebben communicatie-instrumenten als het Public Affairs-bulletin, het Drechtsteden Info en het Drechtsteden Nieuws hun gebruikelijke verschijningsfrequentie.
D e e l p r o g r a m m a Ruimtelijke Ontwikkeling Wat willen we bereiken? Eind 2008 heeft het Drechtstedenbestuur de Uitwerking Realisatiestrategie Ruimte geven vastgesteld, inclusief een benaderingswijze hoe de daarin geselecteerde uitvoeringsprojecten en onderzoeksopgaven alsmede de gebiedsgerichte opgaven (Assenbenadering) uit de Realisatiestrategie verder uit te werken in overleg met de betrokken partijen. In 2009 zal, mede naar aanleiding van de recessie een herijking van de projectenlijst plaatsvinden. Tevens zal naar verwachting de Taskforce Kwaliteit ingesteld kunnen worden. Mede gelet op de voor 2009 beschikbare financiële middelen zal de uitwerking van de Realisatiestrategie dus doorlopen tot in 2010. Ook in 2010 zullen de Drechtsteden hun bovenregionale positie willen blijven versterken. In dat kader willen wij de Drechtsteden op de diverse bovenregionale agenda's zoals Zuidvleugel, Deltapoort en Rijn-ScheldeDelta handhaven dan wel geplaatst krijgen. Voorts willen wij de ruimtelijke kwaliteit in het gebied blijven bevorderen. Wat gaan we hiervoor doen? De verdere concretisering van het ruimtelijk beleid zal allereerst plaatsvinden in de vorm van de werkzaamheden van de in te stellen Taskforce kwaliteit. Daarnaast zal gestuurd en getoetst- worden op de uitvoering van het (herijkte) programma. Dit onder meer in de vorm van uitvoeringsarrangementen, wijze van regionale regievoering en gebruik van het beschikbaar instrumentarium. Daarmee zal in 2010 invulling wordt gegeven aan verdere concretisering van de projecten zoals geselecteerd in de Uitwerking Realisatiestrategie en aan (een van) de gebiedsgerichte opgaven. De inspanningen om de bovenregionale positie te blijven versterken zullen worden gecontinueerd door blijvende deelname in een aantal bovenregionale overlegkaders (Zuidvleugel, Deltapoort, Rijn-Schelde Delta). Een aantal plannen uit Deltapoort zal wellicht versneld worden opgepakt. Hoe en wat is pas aan het eind van 2009 bekend. Ook zullen de Drechtsteden door middel van bescheiden financiële bijdragen de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit blijven bevorderen. Van bovengenoemde activiteiten mag verondersteld worden dat deze in ieder geval aan de orde komen in 2010. Daarnaast zullen in 2010 zaken aan de orde komen die thans, inhoudelijk noch financieel, nader geconcretiseerd kunnen worden. Hoe gaan we dat meten? Het ligt voor de hand om de vorderingen van de uitvoering van het ruimtelijk beleid te gaan monitoren. Vooralsnog wordt gedacht aan jaarlijkse Voortgangsrapportages. Zolang er nog geen Uitvoeringsprogramma bestaat valt thans nog weinig zinvols te zeggen over de wijze waarop. De resultaten van de deelname in de bovenregionale overlegverbanden Zuidvleugel en Rijn-Schelde Delta zouden jaarlijks geëvalueerd kunnen worden. Versterking van de positie van de Drechtsteden in bovenregionaal kader is echter moeilijk te kwantificeren in meetbare eenheden; het zal dus vooral gaan om kwalitatieve beschouwingen. T.a.v. de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit gelden soortgelijke beschouwingen. Meting zou kunnen plaatsvinden door aan te geven tot welke positieve ontwikkelingen de inzet van menskracht en middelen heeft geleid.
Deelprogramma Economie Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling voor de regionale samenwerking op het gebied van economie is het realiseren van een duurzame economische groei in de Drechtsteden. Om dit te bereiken zetten de Drechtsteden in op het vergroten van de werkgelegenheid, het versterken van de economische structuur en de economische concurrentiepositie van de regio. De Drechtsteden willen voldoende werkgelegenheid bieden voor de inwoners, passend bij de samenstelling en opleidingsniveau van de bevolking. We realiseren ons dat de invloed van regionaal beleid en projecten op de ontwikkeling van de regionale economie beperkt is. Internationale economische ontwikkelingen zijn immers sturend, zoals begin 2009 wel duidelijk is geworden door de wereldwijde economische crisis. We streven ernaar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Drechtsteden minimaal gelijk te laten zijn aan die van het landelijke gemiddelde. Van de bovengenoemde hoofddoelstelling zijn de volgende zes subdoelstellingen herleid: 1. Vergroten werkgelegenheid Om de werkgelegenheid in de regio te bevorderen willen de Drechtsteden de trend van afnemende werkgelegenheid in de traditionele sectoren beperken of stoppen. De vernieuwing die al plaatsvindt, moet zich verder doorzetten. De Drechtsteden faciliteren deze ontwikkeling. 2. Versterken kansrijke sectoren De werkgelegenheid in sectoren waar groei verwacht kan worden, willen we extra stimuleren. Dit betekent dat sectoren als zakelijke dienstverlening, toerisme, zorg en detailhandel een extra impuls krijgen. Het bereiken van deze doelstelling wordt ondersteund door de doelstellingen met betrekking tot Hollands Glorie zoals beschreven in het programma Toerisme. 3. Voldoende kwalitatieve bedrijventerreinen en kantoorlocaties Om bedrijven en dus werkgelegenheid op een duurzame manier aan de Drechtsteden te binden, is het belangrijk dat er voldoende locaties zijn waar bedrijven zich kunnen vestigen en ontwikkelen. Zowel de nieuwe als de bestaande bedrijventerreinen moeten voldoen aan de kwaliteitseisen die daaraan door de markt worden gesteld. Voor sommige bestaande bedrijventerreinen en andere locaties betekent dit dat er actief moeten worden ingegrepen ^ h e r s t r u c t u r e r e n ) om de kwaliteit duurzaam te verbeteren. 4. Vergroten koopkrachtbinding Een belangrijke graadmeter voor het succes van de detailhandel in de Drechtsteden is de mate waarin bestedingen door de inwoners van de Drechtsteden ook in de eigen regio plaatsvinden: de koopkrachtbinding. Meer bestedingen leiden tot een beter draaiende detailhandel en dus meer werkgelegenheid. Bovendien draagt het bij aan de versterking van de positie van de centra en het ondernemingsklimaat. De regionale koopkrachtbinding moet in de komende jaren stijgen. 5. Versterken innovatief vermogen Het innovatieve vermogen van het regionale bedrijfsleven is een belangrijke stimulans voor de economische ontwikkeling, omdat nieuwe producten en nieuwe markten worden ontwikkeld. De Drechtsteden kunnen bijdragen aan verhoging van het innovatieve vermogen van het regionale bedrijfsleven door ontwikkelingen te ondersteunen en faciliteren. Het bereiken van deze doelstelling wordt ondersteund door de doelstelling Versterken en verbeteren van de kennisinfrastructuur en tegengaan schooluitval' vanuit het programma Sociaal. 6. Verbeteren ondernemingsklimaat Een goed ondernemingsklimaat is een belangrijke randvoorwaarde voor een goed functionerende economie en de mate waarin ondernemers worden gefaciliteerd in hun ontwikkeling. Belangrijke aspecten die hierbij een rol spelen zijn onder meer interne en externe bereikbaarheid, gemeentelijke dienstverlening en imago. Een goed
ondernemingsklimaat is overigens niet alleen van belang voor het zittende bedrijfsleven, maar zeker ook voor potentiële vestigers. Wat gaan we hiervoor doen? In 2010 ronden we de activiteiten van het Meerjarenprogramma (MJP) af. In 2009 is nog een aantal activiteiten uit het MJP gestart. We streven ernaar die in 2009 af te ronden; echter lopende het j a a r kan blijken dat een doorloop in 2010 onvermijdelijk is. Activiteiten die we in 2009 hebben gestart zijn onder andere het Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen, de Kadernotitie Economische Promotie/Acquisitie en de Aanpak Leegstand Kantoren. Een doorlopende activiteit is het lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Hoe gaan we dat meten? Door het OnderzoekCentrumDrechtsteden (OCD) is een monitor Economie opgezet, die in 2009 voor het eerst wordt gevuld. Aan de hand van deze monitor kan beoordeeld worden hoe de Drechtsteden ervoor staan voor wat betreft de gestelde doelen. De Monitor Economie presenteert via diverse rapportagevormen actuele kenmerken en ontwikkelingen van de economie en arbeidsmarkt in de Drechtsteden. Aan bod komen onderwerpen als de regionale economie, bedrijvigheid, startende ondernemers, ondernemingsklimaat, werkgelegenheid, beroepsbevolking, werkloosheid, ruimte voor bedrijvigheid (bedrijventerreinen, bedrijfsruimte, kantoor- en winkelruimte).
Deelprogramma Bereikbaarheid Wat willen we bereiken? Algemeen Ook 2010 staat voor bereikbaarheid in het teken van het boeken van zoveel mogelijk concrete resultaten. Enerzijds door toe te werken naar het in uitvoering brengen van wat in eerdere jaren is en wordt voorbereid. Anderzijds door de nieuw gesignaleerde knelpunten onder de aandacht te brengen bij de partners die, samen met de Drechtsteden, een rol spelen bij de uitvoering. Het mobiliteitsplan Drechtsteden speelt bij het inzichtelijk maken van regionale knelpunten een cruciale en centrale rol. Door omstandigheden heeft de herziening van het mobiliteitsplan uit 2002/2003 vertraging opgelopen. Verwacht wordt dat eind 2009 tot een afronding wordt gekomen. Het regionale mobiliteitsplan geeft voor zowel de hoofdwegen (rijkswegen) als het onderliggend wegennet (binnen de DS) inzicht in de belangrijkste knelpunten voor bereikbaarheid binnen de Drechtsteden. Ook ontstaat een samenhangend beeld van de (overige) knelpunten v o o r a l l e vormen van personen - en goederenvervoer. Het mobiliteitsplan geeft oplossingsrichtingen voor de belangrijkste regionale knelpunten; het totaalbeeld benoemt gericht prioriteiten voor de uitvoering. Dit alles moet ertoe leiden dat de bereikbaarheid van de Drechtsteden in de komende jaren aanzienlijk verbetert. Wat gaan we daarvoor doen? Na de ondertekening van de uitvoeringsconvenanten door rijk, provincie en Drechtsteden wordt de feitelijke uitvoering van de aansluitingen A16 - N3, A16 Mijlweg en A15 - N3. verder voorbereid. Een op te stellen Position Paper wordt een bestuurlijk onderhandelingsdocument waarmee bestuurders uit de Drechtsteden de belangrijkste knelpunten die voortvloeien uit het herziene mobiliteitsplan voor de Drechtsteden onder de aandacht brengen bij Provincie en rijk. Een korte, duidelijke en gerichte uitvoeringsagenda mobiliteitsplan moet voor de komende jaren richting en inhoud geven aan het verder slechten van regionale verkeersknelpunten. 2010 staat voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden geheel in het teken van de voorbereiding en uitvoering van de projecten uit fase 2. De tussen de
10
provincie en de Drechtsteden gesloten bestuursovereenkomst vormt hiervoor de basis. De uitvoering vindt uiterlijk in 2011 plaats. Onder de naam Stedenbaan wordt een treintraject gerealiseerd tussen Leiden en Dordrecht wat tot doel heeft de mobiliteit in het tussenliggende gebied te vergroten. Het gaat om een traject waar men zonder spoorboekje en op basis van n metrokwaIiteit"zou kunnen reizen. Ook in 2010 worden binnen de Drechtsteden de mogelijkheden verder uitgewerkt voor ruimtelijke programma's rondom bestaande en nieuwe stations (kantoren, woningen en ketenmobiliteit). In samenhang hiermee krijgt "ketenmobiliteit", de koppeling van diverse vormen van vervoer nader inhoud. Het aanbestedingsresultaat in 2009 is bepalend voor het toekomstig netwerk en de dienstregeling van de waterbus. Deze icoon van de samenwerking in de Drechtsteden neemt ook een bijzondere plek in bij verdere uitwerking van de n pieken in de Drechtsteden". Binnen de Drechtsteden wordt continu gewerkt aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Dit gebeurt door infrastructurele maatregelen en via educatie van diverse doelgroepen. De uitwerking van het meerjarenprogramma 2008 - 2010 staat hierbij centraal. In 2009 worden de eerder voor parkeerbeleid regionaal geselecteerde thema's P+R, carpool en vrachtwagenparkeren nader uitgewerkt. Dan moet blijken of dit kan leiden tot lokale uitvoering. Hoe gaan we dat meten? Via de te actualiseren monitor'Staat van de stad en de regio'.
Deelprogramma Wonen en Stedelijke Vernieuwing Wat willen we bereiken? Voor de woonvisie, die in 2009 wordt herzien, geldt een aantal belangrijke uitgangspunten. Het wordt een aansprekend document, dat duidelijk de ambitie weergeeft en aan de andere kant voldoende is uitgewerkt om als richtlijn te fungeren. Het kent een juiste balans tussen regionale afspraken en richtlijnen en anderzijds ruimte om daar lokaal invulling aan te geven. Eveneens wordt de juiste balans gevonden tussen de brede ambitie van de Drechtsteden op alle beleidsterreinen en daarbinnen de specifieke bijdrage op het gebied van wonen. Afronding vindt naar verwachting in het najaar van 2009 plaats. Aan de hand van onderstaande themadiscussies is met belanghebbenden gestart met de herziening van woonvisie: 1) Woningbouwprogramma: wat moet er nog uit het oogpunt van kwaliteit aan de woningvoorraad worden toegevoegd? 2) Bijzondere woonkwaliteiten 3) Bestaande voorraad 4) Relatie met andere beleidsterreinen 5) Sturing Uit de gevoerde discussies kan globaal worden geconcludeerd dat de inzet op kwaliteit breed wordt gedragen maar dat wel een heldere definitie van het begrip kwaliteit is nodig. Ook is nadrukkelijk aangegeven dat de bestaande woningvoorraad en de bestaande wijken meer aandacht moeten krijgen. De te bereiken kwalitatieve doelen moeten scherp geformuleerd worden, zodat hier ook op gestuurd kan worden. Als voor het bereiken van deze beoogde kwaliteit prioriteiten gesteld moeten worden, dan moeten deze ook aan het bestuur worden voorgelegd. Tenslotte moet de Woonvisie ook aangeven hoe gestuurd wordt om de doelen ook daadwerkelijk te bereiken.
11
Wat gaan we daarvoor doen? Op basis van de herziene woonvisie wordt met voorrang gewerkt aan n de kwaliteit van de woningvoorraad". De Drechtsteden kennen de komende jaren nog een groei van de bevolkingsomvang. Dit biedt kansen om genoemd doel inhoud te geven. Daarnaast gaat gewerkt worden aan programma's voor het vernieuwen van bestaande wijken, met aandacht voor woningen, woonomgeving en het voorzieningenaanbod. Het beschikbaar houden en krijgen van ISV-middelen is daarvoor noodzakelijk. Een aantal afsprakenkaders is van belang. In de eerste plaats zijn dit de Verstedelijkingsafspraken tussen Rijk, Provincie err Drechtsteden voor de periode 20102020. Het gaat hier om het maken van afspraken voor integrale gebiedsontwikkeling. Ook gaat het om de Prestatie-Afspraken-Lange-Termijn (PALT) met de woningcorporaties in de Drechtsteden. In 2010 moeten concreet afspraken zijn gemaakt voor ISV, BLS en PALT met het Rijk, provincie en de corporaties. Vaste producten en diensten - Task Force Woningbouw Drechtsteden - Verstedelijkingsafspraken 2010 - 2020 - Woningbouwprogramma tot 2010 - 2020 - ISV3 programma 2010 - 2014 - Woningbouwsubsidies BLS na 2010 (?) - Jaarplan Wonen en Stedelijke Vernieuwing - Woonruimteverdeling - Voorrangscommissie - Klachtencommissie - Kwaliteitsbeleid (?) - PALT inclusief afspraken vanaf 2010 - Platform Drechtsteden bouwt - Woonmonitor inclusief verhuisonderzoek Met het oog op de beschikbaarheid van middelen vindt binnen de vaste producten en diensten nog een nadere afweging plaats. Daarbij wordt onder andere bezien of en in welke mate producten en diensten jaarlijks noodzakelijk zijn. Projecten - Woningbouwafspraken 2010-2014 - ISV3-programma 2010-2014 Hoe gaan we dat meten? Via de (jaarlijkse) woonmonitor.
Deelprogramma Groen, w a t e r , milieu Wat willen we bereiken? Algemeen en communicatie M.b.v. de monitor milieu- en leefomgevingskwaliteit zullen de resultaten van het milieubeleid worden gemeten. T.b.v. de jaarlijkse beleidscyclus voor groen, water en milieu zal hieraan een milieubeleidsplan worden toegevoegd. Tevens zal een milieujaarverslag worden uitgebracht. Daarin worden de behaalde resultaten aan de doelstellingen van het milieubeleidsplan getoetst, en worden conclusies getrokken voor de resp. onderdelen van het regionaal milieubeleid. Om de inwoners van de regio, en diverse specifieke doelgroepen, te stimuleren tot milieubewust gedrag zal de regio de natuur- en milieu-educatie als instrument inzetten en ondersteunen. Ook zal gericht worden ingezet op specifieke projectcommunicatie.
12
Proactieve aanpak milieubeleid Voor veel projecten en activiteiten in het kader van groen, water en milieu geldt, dat het realiseren hiervan mede afhankelijk is van andere beleidssectoren. Zo zijn er sterke relaties met de ruimtelijke ontwikkeling, de economische ontwikkeling, wonen en verkeer en vervoer. Een goed voorbeeld hiervan is het feit dat de problemen met de luchtkwaliteit in de Drechtsteden nauw samenhangen met de infrastructuur. Maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit zijn daarom veelal maatregelen op het vlak van verkeer en vervoer. De externe veiligheid heeft eveneens een duidelijke relatie met verkeer en vervoer, maar ook met de economische ontwikkeling. Vanwege deze verwevenheid van milieu met andere sectoren is het noodzakelijk deze belangen in een zo vroeg mogelijk stadium mee te wegen bij de beleids- en projectontwikkeling. Om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te behouden en te versterken zal de realisering van dit zgn. milieu-inclusieve beleid een belangrijke beleidsprioriteit zijn. Versterken groenblauwe kwaliteiten De Drechtsteden willen een samenhangend stelsel van groenblauwe gebieden in en rond het stedelijk gebied realiseren. Hiermee wordt een plezierige en gezonde leefomgeving voor inwoners en bezoekers gecreëerd. Meer specifiek gaat het dan om het volgende speerpunten: - Behoud en ontwikkeling van groenblauwe gebieden met een ecologische/recreatieve functie; - Het realiseren van een samenhangend netwerk tussen deze gebieden, bestaande uit ecologische zones en recreatieve verbindingen over water en land; - Aanleg van meer recreatieve knooppunten en voorzieningen binnen deze gebieden; - Een betere ontsluiting van deze gebieden voor de stedelijke recreant. Deze ambities, samen te vatten onder de noemer ""Kwaliteit door samenhang" zijn uitgewerkt in het geactualiseerde uitvoeringsprogramma Groenblauwe Netwerk Drechtsteden. Dit bevat een concreet pakket acties en maatregelen, dat voortvloeit uit de gewenste ontwikkelingrichting m.b.t. het groenblauwe netwerk. Het programma hanteert het jaar 2013 als tijdhorizon. Water op de regionale kaart zetten De Drechtsteden willen werk maken van een meer centrale rol van het water bij de stedelijke gebiedsontwikkeling. Dit vraagt om gezamenlijke visie-ontwikkeling op de regionale beleidsinzet voor water. Belangrijkste doelstelling is om de wateropgave op een goede manier te verbinden met de ruimtelijke plannen en projecten van de regio, zodat een win-win-situatie ontstaat. Die wateropgave bestaat uit verschillende componenten. Voor de Drechtsteden zijn als thema's vooral van belang de waterveiligheid, water en ruimte, innovatie, communicatie en deskundigheid. In de periode 2009-2010 zal op basis van de vastgestelde kadernotitie "Water in de Drechtsteden" uitvoering worden gegeven aan de gezamenlijke wateragenda, bestaande U i t een selectie van programmapunten voor de voor de kortere en langere termijn. Ook diverse andere partijen, waaronder met name de Rijksoverheid, de provincie ZuidHolland en de waterschappen, dragen hierin verantwoordelijkheid. Dit vereist een goede afstemming en samenwerking met deze partijen, gebaseerd op een heldere taakverdeling. Verbeteren van de leefomgevingskwaliteit De Drechtsteden zetten in op het verbeteren van de milieukwaliteit inclusief een duurzame ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio. Voor het regionale milieubeleid betekent dit dat in de eerste plaats wordt gewerkt aan het oplossen van de bestaande milieuproblemen, door: - Verbetering van de luchtkwaliteit (minder C02, N02 en fijnstof); - Vermindering van de geluidsoverlast door verkeer en bedrijfsmatige activiteiten;
13
Vermindering van de risico's bij het bij het vervoer van gevaarlijke stoffen; Vermindering van de risico's bij het verwerken van gevaarlijke stoffen; Terugdringing van het aantal locaties met bodemverontreiniging. Een tweede component in het regionaal milieubeleid is gericht op het pro-actief bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de Drechtsteden. Hiermee wordt het ontstaan van nieuwe problemen voorkomen. Dit beleid zal de komende tijd verder gestalte krijgen in de vorm van maatregelen op het gebied van onder meer het stimuleren van duurzame energie, duurzaam bouwen, duurzame mobiliteit, de duurzame inrichting/beheer van bedrijfsterreinen en duurzaam ondernemen. Een aantal van deze maatregelen zal als onderdeel van het regionale klimaatprogramma worden uitgevoerd. Wat gaan we daarvoor doen? Algemeen en communicatie Uitvoeren programma voor natuur- en milieueducatie 2010
In opdracht van de Drechtsteden voert het NMC Weizigt in Dordrecht activiteiten uit op het gebied van de natuur- en milieu-educatie, -participatie en -communicatie. Doel hiervan is het bevorderen van milieubewust gedrag. Basis voor de activiteiten zijn het meerjarenplan 2008-2010 en het werkplan 2010. Centraal in 2010 staan de thema's klimaat/energie, water en groen.
Monitor Milieu in de Drechtsteden 2009/ Milieujaarverslag 2009
Jaarlijks brengen de Drechtsteden een monitor "Milieu in de Drechtsteden" uit. Hiermee worden de resultaten van de regionale inspanningen op het gebied van het groen, water en milieu gemeten. In 2010 verschijnt de monitor 2009. Aan de monitor wordt een milieujaarverslag gekoppeld met conclusies voor het beleid.
Uitvoeren regionaal Milieubeleidsplan
Het regionaal milieubeleidsplan heeft tot doel: 1) duidelijk te maken waar de Drechtsteden zich op het gebied van milieu mee bezighouden: wat doen de Drechtsteden gezamenlijk en wat doen de afzonderlijke gemeenten. 2) de samenhang tussen de vele milieu-activiteiten binnen de Drechtsteden helder te maken maar ook versterken. Veel diensten en afdelingen houden zich bezig met milieu. Het milieubeleidsplan beoogt een samenhangend kader te bieden, zowel binnen het milieuveld als naar buiten toe (andere beleidsdisciplines) 3) inzichtelijk te maken waar de Drechtsteden op milieugebied voor staan. Het heeft daarmee een belangrijke communicatieve functie, zowel intern als naar buiten toe. 4) op basis van de samenhang richting te geven aan het milieubeleid van de Drechtsteden v o o r d e komende periode, maar ook mede richting te geven aan nieuwe ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de regio.
2010-2015
Regionale opschaling van projectactiviteiten van de Milieudienst ZHZ m.b.t. milieu en ruimte
In samenwerking met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en het IKC wordt gewerkt aan een regionale opschaling van daarvoor in aanmerking komende projectactiviteiten op het gebied van milieu en ruimte, die de Milieudienst voor de afzonderlijke gemeenten verricht.
14
Het streven is om met tenminste één regionale activiteit deel te nemen aan de landelijke u Week van de Vooruitgang", die jaarlijks wordt georganiseerd rond het thema duurzame mobiliteit.
Deelname "Week van de Vooruitgang"
Proactieve milieuaanpak Project/activiteit Omschrijving/resultaat Integratie milieu en ruimtelijkeconomische ontwikkeling
Gestreefd wordt naar een vroegtijdige afstemming tussen het milieuprogramma, de realisatiestrategie Ruimte Geven Drechtsteden en diverse sectorale regioprogramma's. Hiermee wordt een goede inbedding van de milieucomponent in de diverse programma's gerealiseerd. Ook wordt hierdoor duidelijk welke milieumaatregelen noodzakelijk zijn om deze programma's tot uitvoering te kunnen brengen.
Regionale afstemming milieubeleid en andere beleidssectoren
Op hert niveau van regionale programma's en strategische projecten zal regelmatig overleg en afstemming plaatsvinden met de andere betrokken beleidssectoren. Met deze afstemming en samenwerking worden de condities geschapen voor een optimale milieu-inbreng.
Toepassen/uitbouwen instrumenten m.b.t. gebiedsgericht milieubeleid
Bij de voorbereiding en uitvoering van programma's en projecten is het van belang dat regio en gemeenten over instrumenten beschikken om milieuaspecten zoveel mogelijk mee te wegen (milieukansenkaart, milieu- en verkeerskaart, informatie over de milieusituatie in de Drechtsteden). Dit instrumentarium zal verder worden uitgebouwd.
Versterken groenblauwe kwaliteiten 1 Omschrijving/resultaat 1 Project/activiteit Realisatie uitvoeringsprogramma Groenblauw Netwerk Drechtsteden 20082013
Op basis van het uitvoeringsprogramma Groenblauw Netwerk Drechtsteden 2008-2013 worden met regionale ondersteuning de prioritaire projecten ontwikkeld, uitgevoerd en onderling afgestemd. Ook wordt het programma jaarlijks geactualiseerd en worden instrumenten ontwikkeld en toegepast om de uitvoering te versnellen.
Inzet m.b.t. groen/blauwe structuren op het bovenregionale schaalniveau
Op diverse bovenregionale schaalniveaus, zoals provincie, Randstad, Zuidvleugel, Deltapoort en de Rijn-Schelde Delta, worden groenvisies en programma's voorbereid en in uitvoering genomen. De Drechtsteden zullen hierin bestuurlijk en ambtelijk actief participeren.
Proiecten Manden Maken
1
Zone 70 (H.-I.-Ambacht/Papendrecht) (uitgevoerd) Dordwijkzone (Dordrecht) (in uitvoering) Matenazone (Papendrecht) (in uitvoering) Verbinding zones 69/ 70 (H.-I.-Ambacht/ Alblasserdam) (uitgevoerd)
15
|
Locale projecten van grote betekenis
Project De Nieuwe Biesbosch (Dordrecht)
Water op de regionale kaart zetten Project/activiteit Omschrijving/resultaat Uitvoeren wateraqenda Drechtsteden
In de regionale wateragenda zijn de specifieke watergerelateerde opgaven voor de Drechtsteden benoemd. In 2009/2010 zullen de daaruit voortvloeiende actiepunten worden opgepakt. Dat zal gebeuren in nauwe samenwerking met de waterpartners. Tevens zal een wateragenda voor de nieuwe raadsperiode worden uitgewerkt.
Verbeteren van de leefomgevingskwal/teit Project/activiteit Omschrijving/resultaat Uitvoeren programma luchtkwaliteit 20062015
Met de uitvoering van het geactualiseerde programma luchtkwaliteit 2006-2015 willen de Drechtsteden de komende jaren de luchtkwaliteit in de regio structureel verbeteren. In het programma zijn drie typen maatregelen opgenomen: regionale maatregelen, locale maatregelen van regionaal belang en locale maatregelen. Het Rijk draagt financieel bij aan de uitvoering van het programma.
Uitvoeren regionale maatregelen luchtkwaliteit
Onder regionale regie wordt het volgende maatregelenpakket ter verbetering van de luchtkwaliteit uitgevoerd: Vervoersmanagement Drechtsteden; Onderzoek uitbreiding OV over water; Drecht-warmtenet; Walstroomvoorzieningen binnenvaart; Maatregelen ter beperking van bedrijfsemissies; Bewustwording en voorlichting; - HOV-Drechtsteden; Reductie roetemissie gemeentelijk wagenpark en contractpartners; Project schone brandstoffen; Project "Brug open, motor af"
Inzet m . b . t het vervoer van gevaarlijke stoffen
Het beleid rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor door de Drechtsteden (externe veiligheid) is gericht op het bereiken van maximale resultaten m.b.t. het verminderen van de veiligheids-risico's en het vergroten van de planologische ontwikkelingsruimte. Centraal staan het uitdragen van de kernboodschap en lobbyactiviteiten. In 2009/2010 worden de monitor/lobby-activiteiten geïntensiveerd.
Uitvoeren programma bodemsanering 2005-
Het uitvoeringsprogramma bodemsanering vormt het kader voor de uitvoering van de bodemsaneringen in de periode 2005-
16
Project/activiteit
2010
Omschrijving/resultaat 2010. Het programma is een onderdeel van het convenant ISV2 Drechtsteden voor 2005-2010. Financiering vindt plaats uit de ISV/VINAC-budgetten voor bodemsanering en het zgn. bestuurlijk gebonden budget.
Uitvoeren klimaatproqramma Drechtsteden 20092012
In 2010 zal de uitvoering van start gaan van het in 2009 vast te stellen klimaatprogramma Drechtsteden voor 2009-2012. Het programma bevat een pakket locale en regionale maatregelen gericht op het structureel stimuleren van energiebesparing, duurzame energie en de reductie van broeikasgassen. Dit onder het voorbehoud van medefinanciering van het programma door de Rijksoverheid (SLOK-regeling)
Activiteiten met betrekking tot het thema Verkeer en Milieu
Vanuit het beleidsveld milieu wordt meegewerkt aan activiteiten in het kader van het programma Verkeer en Milieu van de Milieudienst ZHZ (met name de upgrade van de Regionale Verkeers- en Milieukaart), en in het kader van het regionaal mobiliteitsmanagement. Het voortouw voor deze activiteiten ligt bij het beleidsveld bereikbaarheid.
Hoe gaan we dat meten? Via de jaarlijkse monitor "Milieu in de Drechtsteden".
Deelprogramma Toerisme en recreatie Wat willen we bereiken? Ontwikkelen van een duurzaam toeristisch-recreatief kwaliteitsproduct De Drechtsteden willen zich inzetten voor het ontwikkelen van een duurzaam toeristischrecreatief kwaliteitsproduct, waarmee de regio cultureel en toeristisch op de (inter)nationale kaart wordt gezet. Dit heeft voor de Drechtsteden een aantal positieve effecten, zoals: een daling van de uitstroom van bezoekers aan (culturele) voorzieningen; hogere bezoekersaantallen van binnen en buiten de regio aan toeristische trekpleisters, belangrijke evenementen en culturele voorzieningen in de regio; meer en betere voorzieningen in de regio (horeca, winkels, culturele, recreatieve en vrijetijdsvoorzieningen), en een intensiever gebruik van de voorzieningen; extra stimulansen voor het vervoer over water en andere toeristisch-recreatieve verbindingen; realisering van nieuwe product/markt-combinaties en arrangementen; een langere verblijfsduur van bezoekers aan de regio; meer en hogere bestedingen in de regio. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan: het versterken van de locale en regionale economie en werkgelegenheid; een prettiger woon- en leefklimaat voor huidige en nieuwe inwoners; een gunstiger vestigingsklimaat voor ondernemingen; de marketing van de regio Drechtsteden.
17
Onze concrete doelstellingen voor de periode tot 2010 zijn: Uitvoeren van het programma Hollands Glorie; Uitwerken van het meerjarenperspectief Hollands Glorie. Hiermee willen wij de volgende effecten bewerkstelligen: het aantal bezoekers stijgt met 1 0 % ; de omvang van de bestedingen neemt met 1 0 % toe; de verblijfsduur van bezoekers aan de regio stijgt substantieel; tenminste 50 ondernemers verbinden zich met Hollands Glorie; 3 0 % van de inwoners kent Hollands Glorie. Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van het programma Hollands Glorie Project/activiteit Omschrijving/resultaat Productontwikkeling
het realiseren en verbeteren van verbindingen, routes, voorzieningen en knooppunten; het opwaarderen van de bestaande attracties (m.n. Kinderdijk, binnenstad Dordrecht, Hollandse Biesbosch); het opwaarderen van de verbindingen over water tussen deze iconen en met omliggende regio's, het samenstellen van arrangementen die het totale Hollands Glorie-concept versterken. Hierbij wordt nauw samengewerkt met marktpartijen.
Promotie en marketing
Het in de markt zetten van Hollands Glorie als koepel voor het totale aanbod van regionale attracties en bezienswaardigheden: herkenbaar, aantrekkelijk en gevarieerd, met hetzelfde beeldmerk en gelijkwaardige kwaliteit. Hiertoe zullen een aantal promotie- en marketingactiviteiten worden ondernomen.
Vriietiidsmonitor Drechtsteden
Monitoring van de ontwikkelingen m.b.t. toerisme/recreatie, evenementen, sport, kunst/cultuur en horeca in de regio.
Monitor Hollands Glorie
Monitoring van de resultaten van de uitvoering van het Hollands Glorie programma m.b.v. een aantal indicatoren.
Projecten Manden Maken
Intree Dordrecht (uitgevoerd); Haven Zuid (Alblasserdam) (in voorbereiding); Energiehuis (Dordrecht) (in uitvoering); Hofkwartier (Dordrecht) (in uitvoering).
Uitwerken van het meerjarenperspectief Hollands Glorie 1 Project/activiteit 1 Omschrijving/resultaat Knooppunten en transferia
Het inrichten van locaties waarverschillende infrastructurele stromen samenkomen.
Vervoer over water
De ontwikkeling van het water als alternatieve vervoersader als het hart van Hollands Glorie.
Hollands Glorie-pas
Samenwerking van publieke en private partijen om gezamenlijk marktbewerking mogelijk te maken.
Scheepvaart als icoon
Het toegankelijk en beleefbaar maken van de maritieme en baggerindustrie en het maritiem erfgoed.
Holland Experience
Het ontwikkelen van een bezoekerscentrum waar de bezoeker inzicht krijgt in de Hollandse (water)geschiedenis en thematisch beleeft wat het is om een Nederlander te zijn.
Royal House of Holland
Het realiseren van een bezoekerscentrum, waar typisch Hollandse Koninklijke producten (zilverwerk, aardewerk, glaswerk etc.) ten toon worden gesteld en verkocht.
Ark van Noach
De bouw van een nieuwe replica van de Ark van Noach, verhouding 1 op 1
Tulpen- en bonsaituin
De aanleg van een park dat inspeelt op de interesse van buitenlandse bezoekers, w.o. die uit de BRIC-landen.
Hoe gaan we dat meten? Via de vrijetijdsmonitor Drechtsteden en de monitor Hollands Glorie.
Deelprogramma Sociaal Wat willen we bereiken? In 2004 is in de nota 'Kansrijk in de Drechtsteden, sociaal beleid op de kaart' de visie op sociaal beleid in de regio geformuleerd. Het uitgangspunt bij het formuleren van régionaal sociaal beleid is dat het, ten opzichte van gemeentelijk sociaal beleid, meerwaarde heeft en dat de geformuleerde visie een afwegingskader biedt om te bepalen wanneer een regionale aanpak zinvol is. Streefbeeld, doelstelling en Ambities Sociaal beleid gaat om het verhogen van de sociale kwaliteit van de samenleving. Ons streefbeeld is een regio met een breed aanbod aan voorzieningen op het gebied van onderwijs, welzijn, zorg, cultuur en sport waar bewoners en bezoekers aanbod van hun gading vinden. De doelstelling van het regionaal sociaal beleid is: Deelname aan het maatschappelijk verkeer en samenhang in de samenleving bevorderen en partijen
19
(burgers, organisaties) in staat stellen daarbij de eigen verantwoordelijkheid te nemen door het bieden van een basisinfrastructuur, en hen ook op die verantwoordelijkheid aanspreken. In het meerjarenprogramma 2007 - 2010 zijn de volgende ambities voor het sociaal programma geformuleerd: 1. Vergroten van de ontwikkelkansen van de jeugd 2. Versterken en verbeteren van de kennisinfrastructuur en het terugdringen van de schooluitval 3. Versterken van de sociale infrastructuur, het bevorderen van maatschappelijke participatie en het vergroten van het cultuurbereik 4. Het vormen van een vangnet voor kwetsbare burgers en het bevorderen van de zelfredzaamheid. Wat gaan we daarvoor doen? In 2007 is op basis van bovengenoemde doelstelling en het toen geldende programma een meerjarenprogramma geformuleerd. Op dit moment wordt nadrukkelijk de noodzaak gevoeld om stil te staan bij wat wij als regio gezamenlijk willen op het terrein van sociaal beleid en het geformuleerde programma te herijken. Doelstelling en ambities zijn abstract geformuleerd en hebben hun geldigheid nog niet verloren, maar de uitwerking ervan in een programma vraagt bijstelling. De oorzaak hiervan is meervoudig; 1. 2010 is het laatste jaar van de programmaperiode. Sommige voornemens zijn gerealiseerd en vervallen dus als streefpunt voor het programma. 2. Daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen in de Drechtsteden en daar om heen, waar we op in moeten spelen, zo draait inmiddels de Sociale Dienst Drechtsteden en is het manden maken programma afgelopen. Het ontwikkelingsprogramma "Pieken in de Drechtsteden' is geïntroduceerd en brengt de vraag met zich mee wat wij willen met "het fundament', zijnde het meerjarenprogramma. 3. Tenslotte, last but not least, heeft de Provincie Zuid Holland, naar aanleiding van de kerntakendiscussie, o.a. verwoord in Provincie Nieuwe Stijl, de afspraken met de regio's in de bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving (RAS), vanaf 2009 veranderd, waardoor wij als regio véél minder vrij besteedbare middelen van de provincie voor sociaal beleid ontvangen. Dit drukt ons met de neus op onze eigen verantwoordelijkheid hiervoor en stelt ons de vraag 'wat willen we gezamenlijk en wat hebben we hiervoor over? Naar aanleiding hiervan is eind 2008 de discussie begonnen over vDe maatschappelijke agenda in het fundament', op dit moment, voorjaar 2009, is deze discussie nog niet afgerond. Het is dus goed mogelijk dat het hierna volgende in de loop van het jaar 2009 nog wordt bijgesteld. Vergroten van de ontwikkelkansen van de jeugd Deze ambitie blijft belangrijk in 2010. Ook de provincie ziet hier een belangrijke rol voor de gezamenlijke gemeenten in hun verantwoordelijkheid voor preventief jeugdbeleid. Met RAS-middelen bieden we directe hulpverlening aan kinderen en hun ouders, om zodoende de instroom in de provinciaal gefinancierde Jeugdzorg te beperken en de uitstroom te bevorderen. De Drechtstedengemeenten trekken verder gezamenlijk op bij (de ontwikkeling van) de Centra/Cirkels voor Jeugd en Gezin. Samen met maatschappelijke partners werken we met Centra voor Jeugd en Gezin die passen in de lokale situatie en die gevoed worden en gebruik maken van gezamenlijke ontwikkelde regionale voorzieningen. Versterken en verbeteren van de kennisinfrastructuur en het terugdringen van de schooluitval In de periode 2005 -2008 is o.a. vanuit Manden maken-middelen in het programma Kennisinfrastructuur Drechtsteden sterk ingezet op de fysieke realisatie van KIS-D. Het Leerpark werd gerealiseerd en de LOC's. Ook richtten we ons op de inhoudelijke aspecten. Zo werd regionaal de infrastructuur gerealiseerd om te werken met 'it's
20
learning'; Informatiesystemen van scholen worden op elkaar toegesneden zodat informatie-uitwisseling en kennisdeling tussen scholen, docenten en leerlingen, en bedrijfsleven optimaal mogelijk is. Voor 2010 worden x KIS-D-achtige activiteiten' opgepakt in het kader van de piek Maritiem in xPieken in.de Drechtsteden'. De feitelijke invulling is nu nog onderwerp van gesprek. Ten aanzien van het terugdringen van Schooluitval zien wij een sleutelrol weggelegd voor het vanaf half 2009 bij Zuid Holland zuid ondergebrachte Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Met BLVS worden afspraken gemaakt over specifiek op de Drechtsteden gerichte ambities en activiteiten en de deelname in het Drechtstedelijke netwerk op het gebied van Jeugd- en Onderwijsbeleid. Versterken van de sociale infrastructuur, het bevorderen van maatschappelijke participatie en het vergroten van het cuituurbereik Maatschappelijke participatie lijkt in de discussie over de maatschappelijke agenda voor de komende jaren een belangrijk thema te worden. Zowel in het algemeen als gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt en de samenleving. In dit verband wordt nagedacht over het gecombineerd inzetten van beleid, gebaseerd op wettelijke taken van gemeenten, als bijvoorbeeld de WMO, het Participatiebudget, de WSW. Op basis van onderzoek wordt in 2010 verder gewerkt aan het samenvoegen van verschillende vormen van (doelgroepen) vervoer, zoals leerlingenvervoer en collectief vervoer in het kader van de WMO. Vanaf 2009 is het nieuwe landelijke fonds voor cultuurparticipatie van kracht. Dit werkt op basis van matching. Vanuit de Drechtsteden zullen we een beroep op dit fonds (blijven) doen om de cultuurparticipatie in de regio te verhogen en de identiteit van de Drechtsteden als regio te versterken. Het vormen van een vangnet voor kwetsbare burgers en het bevorderen van de zelfredzaamheid De hierboven genoemde discussie over de maatschappelijke agenda en het onderwerp Participatie daarbij is richting gevend voor de activiteiten die we voor deze ambitie gaan ondernemen. In vervolg op het in het kader van Manden maken 1 gesloten convenant over het spreiden van bijzondere groepen blijft het meldpunt huisvesting met zorg functioneren om de spreiding te bevorderen en te monitoren. Hoe gaan we dit meten? In het werkprogramma 2010 wordt per project aangegeven welke resultaten en prestaties bereikt moeten worden. In de Marap en aan het eind van een project wordt dit resultaat geëvalueerd. Daarnaast vindt in het kader van het totale Drechtstedenprogramma monitoring door het OCD plaats. Voor dit programma is vooral de Sociale monitor van belang. Wat zijn de kosten? Zoals al aangegeven is met ingang van 2009 de bijdrage van de provincie voor het sociaal beleid fors teruggebracht. We ontvangen nog steeds middelen maar deze zijn specifiek gericht op inzet van uren directe hulpverlening voor jeugd en voor Cultuurparticipatie. In 2009 is het nog gelukt om een sluitende begroting voor Sociaal op te stellen, enerzijds door veel activiteiten en projecten te schrappen, anderzijds door financiële noodverbanden te leggen en voor een aantal activiteiten specifiek middelen aan de gemeenten te vragen. De incidentele financiële oplossingen die in 2009 zijn gevonden, zijn in 2010 niet meer mogelijk. Dit betekent dat voor nieuw beleid óf gecollecteerd moet worden bij de gemeenten of binnen de Drechtsteden begroting geschoven moet worden, zodat meer Drechtsteden budget beschikbaar komt voor het te formuleren programma sociaal 2010.
21
Bedrijfsvoering Doorontwikkeling Bureau Drechtsteden. Het Bureau Drechtsteden heeft zich tot nu toe ontwikkeld als een bijzonder organisatieonderdeel binnen de GRD. Onder het logo "regisseur in samenwerking" kent het meerdere gezichten. Enerzijds is er de ontwikkeling en uitvoering van het meerjarenprogramma, dat per raadsperiode wordt opgesteld. Het jaar 2010 is het laatste jaar van het in 2007 vastgestelde meerjarenprogramma Drechtsteden. 2010 staat dus vooral in het teken van de realisatie en afronding van het huidige programma 2007-2010 en de voorbereiding en ontwikkeling van het nieuwe meerjarenprogramma 2011-2014. Al eerder is aangegeven, dat de ambities binnen de Drechtsteden terecht hoog zijn, maar dat de beschikbare middelen hiermee geen gelijke tred houden. De spanning tussen deze ambities en de beschikbare financiële middelen loopt met het jaar op. Beschouwen we het meerjarenbeleidsprogramma als het fundament van de beleidsontwikkeling en de Pieken als het verder versterken van wat al sterk is, dan is het van belang deze spanning tijdig te onderkennen en maatregelen te nemen, opdat onder de Pieken geen te beperkt fundament gaat ontstaan. In de voorbereiding van het meerjarenbeleidsprogramma 2010-2014 zal dit bij de afwegingen tussen plannen en middelen een belangrijke rol gaan spelen. Anderzijds levert het Bureau Drechtsteden in toenemende mate strategische en operationele bestuursondersteuning (zoals coördinatie van bestuurlijke processen, strategische advisering en communicatie), zowel richting het Drechtstedenbestuur als voor de Drechtraad. Zo is per 2009 een extra medewerker aangesteld om de processen richting regiogriffie te begeleiden en daarmee de kwaliteit van de bestuursondersteuning te verbeteren. Tenslotte zijn binnen het Bureau ook nog eens diverse activiteiten van de moederorganisatie (GRD) ondergebracht, ondermeer bestaande uit managementondersteuning van de Netwerkdirectie, GRD-directie, en tot in 2009 de concernstafeenheid Control en Compliance. De sturing en beheersing van de bij het Bureau Drechtsteden ondergebrachte taken kan verder verbeterd worden. Daartoe wordt het reeds bestaande traject van cultuurverandering en verdere professionalisering binnen het bureau voortgezet. Per 2010 zullen de activiteiten van het bureau meer inzichtelijk worden uitgewerkt en in het op te stellen jaarplan worden uitgewerkt. Ook de verbetering van de integrale kwaliteit van de advisering staat dominant op de ontwikkelagenda. En de vertaling van begroting en jaarplan naar uitvoering en realisatie zal sterker dan voorheen worden gevolgd. Dit alles laat onverlet dat veel aandacht gegeven zal worden aan behoud en versterking van de "kleine kwaliteit", zodat het bestuur zich comfortabel kan voelen. Als onderdeel van de sturing en professionalisering van Bureau Drechtsteden zal in 2010 speciale aandacht worden besteed aan de vormgeving van het opdrachtgeverschap richting het Intergemeentelijk Kenniscentrum - voor uitvoering van projecten in het kader van het Meerjarenprogramma - en richting ROM-D waar het de uitvoering van Drechtstedelijke projecten betreft.
22
W a t zijn de kosten? Programma Bureau Drechtsteder 1 Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
25.233
22.372
-2.861
6.401
5.701
-700
11.415
11.415
0
,. Toelichting In realisatie 2008 zijn de mutaties op het fonds BLS (Besluit Locatiegebonden Subsidies) voor ruim € 13 miljoen in de lasten en baten opgenomen. In 2008 maakte ook de uitvoering van de WEB, voor ruim € 3 miljoen nog deel uit van het begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden. Met ingang van 2009 zijn de WEB-gelden onderdeel van het participatiebudget, en opgenomen bij het begrotingsprogramma Sociale Dienst Drechtsteden. In begroting 2009 is bij de lasten opgenomen het zogenaamde piekenbudget van €700.000. In begroting 2010 is bij de baten opgenomen een onttrekking aan de bestemmingsreserve BWS van € 510.000 voor dekking van de uitvoeringskosten. In begroting 2010 is bij de lasten en baten de afrekening van het BLS-fonds opgenomen voor een bedrag van € 6,0 miljoen. De baten in 2010 kunnen als volgt worden gespecificeerd be:drag 1 miljoen € 2,6 € 1,2 1 € 1,1 0,5 € € 6,0 € 0,0 € 11,4 X
Algemene inwonerbijdrage Specifieke bijdragen van deelnemers Subsidie provincie Zuid-Holland Onttrekking BWS-reserve Onttrekking BLS-reserve Overige baten Totaal
Algemene inwonerbiidraqe De inwonerbijdrage is bestemd voor de exploitatie van Bureau Drechtsteden. De bijdrage per inwoner wordt jaarlijks aangepast met het algemene stijgingspercentage, voor 2010 is dat 2 , 1 1 % . De opbouw is als volgt: Ontwikkeling Inwoner % bijdrage Begroting 2009 100,00% € 9,56 Bij: stijging 2010 2,11% € 0,20 Begroting 2 0 1 0 € 9,76 De bijdragen per gemeente voor 2010 zijn als volgt: 1Gemeente
1Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Aantal Inwoners per 1-7-2008 18.828 118.283 25.120 31.621 23.899 44.395
Inwoner Bijdrage x 1000 € 184 € 1.154 € 245 € 309 € 233 € 433
262.146
€2.559
23
2.2
Manden m a k e n
Vervolg Manden m a k e n ; Wat willen w e bereiken en w a t gaan w e daarvoor doen? Op 17 december 2008 heeft de Drechtraad de Startnotitie "Pieken in de Drechtsteden" (verder te noemen: Pieken) vastgesteld. In deze startnotitie hebben wij aangegeven intensief te willen rapporteren over de voortgang van de pieken; zowel in formele settings als in Raadscarroussel-verband. In de Drechtraad van j u n i 2009 is de voorlopige investeringsagenda gepresenteerd. Daarin zijn de doelstellingen per piek scherper gepresenteerd. Ook zijn de activiteiten en projecten benoemd die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling per piek. Deze voorlopige investeringsagenda is onderbouwd met de nota's die de Drechtraad in de afgelopen jaren heeft vastgesteld. Plezierig en goed te constateren is dat alle nota's dezelfde kant op wijzen en vooral vragen om concreet door te pakken. Conform de aanbevelingen vanuit Manden maken wordt consequent de link gelegd met mogelijke samenwerkings-partners. In casu wordt gezocht naar het verbreden van arrangementen richting maatschappelijk middenveld, provincie, departementen en Europa. Bij de binnen de agenda benoemde korte termijn activiteiten is de randvoorwaarde gesteld dat deze moeten bijdragen aan het beperken van de gevolgen van de economische crisis. Dit heeft zijn beslag gekregen in een op de voorlopige investeringsagenda geënt actieplan. Het is het streven de voorlopige investeringsagenda in de 2 de helft van 2009 uit te werken in een definitieve investeringsagenda. De daarbij te volgen route is vastgelegd in een procesontwerp. Afhankelijk van de ingebouwde go - no go momenten zullen aan de Drechtraad voorstellen worden gedaan. Vooralsnog heeft dit geen andere financiële consequenties dan de € 1 miljoen die de Drechtraad in haar vergadering van december 2008 beschikbaar heeft gesteld. Het gaat daarbij om een inhoudelijke exercitie gebaseerd op het MJP Drechtsteden en haar uitwerkingen. De met een dergelijke meerjarige investeringsagenda samenhangende investeringen worden in kaart gebracht; totaal volume, geraamde kostendragers uit de projecten zelf, de private sector, bijdrage andere overheden en bijdragen Drechtsteden(gemeenten). Pas na accorderen van zo'n pakket is sprake van financiële consequenties en kan daar in het financiële meerjarenbeleid bij gemeenten rekening mee worden gehouden. Dit is een aandachtspunt dat al eerder is meegegeven ten behoeve van de opstelling van de voorjaarsnota's e.d. Met de inzet op de pieken en de doorvertaling van de pieken naar een investeringsagenda is het van belang Manden maken af te hechten. De afwikkeling zal in de komende periode zijn beslag krijgen. Het gaat om onder meer de verantwoording die voortvloeit uit de provinciale ASV-systematiek en ons eigen regionaal investeringsfonds. W a t gaat dat kosten? Programma Manden maken Realisatie 2 0 0 8
Begroting 2 0 1 0
Begroting 2 0 0 9
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
4.769
4.769
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting Mutaties in de reserve vinden plaats via het begrotingsprogramma Manden maken. Eind 2008 had het investeringsfonds nog een saldo van € 14 miljoen. Onttrekkingen die in 2009 en 2010 plaatsvinden worden door middel van een begrotingswijziging ingebracht.
24
2.3
Sociale Dienst Drechtsteden
W a t willen w e bereiken? Bij de Sociale Dienst Drechtsteden gaan we ervan uit dat mensen zelfstandig willen zijn. Mensen willen de regie over hun eigen leven. Wanneer dat minder of niet lukt, dan ondersteunen wij hen om zo snel weer zelfstandig te zijn. Dit doen wij met activiteiten op het gebied van re-integratie op de arbeidsmarkt, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen (woon- of vervoersvoorzieningen, huishoudelijke hulp). De SDD stuurt bij de uitvoering van deze activiteiten op de volgende 10 doelen: De daling van het aantal WWB klanten is 3% gunstiger dan het landelijk gemiddelde We realiseren dat minimaal 35% van het aantal mensen dat deelneemt aan onze trajecten uitstroomt naar werk 100% van onze WWB-klanten met een arbeidsplicht zit op een traject. 4
8 0 % van de aanvragen zijn binnen 20 dagen afgehandeld
5
De budgetten voor minimabeleid komen volledig terecht bij de mensen waarvoor ze bestemd zijn Van de door ons in behandeling genomen aanvragen voor schuldbemiddeling leidt 5 0 % tot een regeling Van de fraudeonderzoeken leidt 6 0 % tot wijziging of beëindiging van de uitkering Onze klanten waarderen onze dienstverlening met minimaal een 7 Onze uitgaven voldoen aan de rechtmatigheidsnormen van het Rijk
10
In 2010 moeten 2100 personen zijn gestart op een inburgeringstraject
W a t gaan w e daarvoor doen? De mate waarin mensen in staat zijn zelfstandig hun weg te vinden verschilt. Dat betekent dat ook onze mate van ondersteuning verschilt. De ene klant kan met een korte training of een inburgeringcursus aan het werk, de andere klant heeft langdurig inkomensondersteuning of huishoudelijke hulp nodig. Wij ondersteunen mensen vanuit de uitvoering van de wetten Wet Werk en Bijstand, Wet Inburgering, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Wet Kinderopvang en daarop gebaseerde regionale verordeningen. De SDD onderhoudt nauwe relaties met de gemeenten waarvoor zij werkt. Afstemming over beleid vindt plaats in het Breed Account Overleg. Beleidsmedewerkers van gemeenten en de SDD hebben geregeld contact. In de klankbordgroep financiën SDD en in het regionaal controllersoverleg vindt afstemming plaats over de financiering van de SDD. De mensen die aankloppen bij de SDD hebben vaak een meervoudige vraag. Om deze klanten te helpen werkt de SDD nauw samen met partners in de keten van Werk en Inkomen, waaronder UWV, werkgevers, opleidingsinstituten en re-integratiebedrijven. Ook het WSW bedrijf Drechtwerk is een van onze ketenpartners. Maar het netwerk van organisaties waarmee de SDD samenwerkt is veel breder. Genoemd kunnen onder andere worden de GGZ, woningcorporaties, voedselbanken, zorgaanbieders. Het belang van goede samenwerking is groot en zal ook in 2010 weer leiden tot nauwe contacten.
25
Hoe gaan w e dat meten? In de bestuurlijke rapportages en de jaarrekening van de GR Drechtsteden leggen we verantwoording af over de behaalde resultaten. De SDD is tevens deelnemer aan de WWB en re-integratie benchmark, de benchmark schuldhulpverlening en de WMO benchmark. W a t zijn de kosten? Toepassing uitzettingspercentages In de begroting is gewerkt met het gemengde uitzettingspercentage voor loon- en prijsontwikkeling van 2 , 1 1 % . Waar het binnen de SDD begroting puur loon betreft wordt gewerkt met 2,8% en waar het puur een prijsstijging betreft 0,5%. Is er sprake van een combinatie van deze beide dan wordt de verhouding 70-30 gehanteerd, het genoemde gemengde uitzettingspercentage van 2 , 1 1 % . Een uitzondering op de in de kadernota benoemde percentage op de programmabudgetten voor minimabeleid & schuldhulpverlening is dat deze 2 onderdelen zijn verhoogd met het percentage voor de prijsontwikkeling van 0,5%. Recapitulatie kosten Programma Sociale Dienst Drechtsteden 1bedragen Realisatie 2 0 0 8 x € 1.000
Totaal
|
Begroting 2009
|
Begroting 2 0 1 0
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
6.073
167.277
167.277
o
169.442
169.442
0
29.389
-284
30.039
30.039
0
30.039
30.039
0
549
549
0
422
422
0
431
431
0
5.673
5.424
-249
3.881
3.881
0
3.881
3.881
0
67.162
70.560
3.398
66.754
66.754
0
66.754
66.754
0
5.308
4.962
-346
5.047
5.047
0
5.072
5.072
0
32.903
37.376
4.473
36.891
36.891
0
37.142
37.142
0
28
52
24
60
60
0
70
70
0
28.511
27.567
-944
24.183
24.183
0
26.053
26.053
0
lasten
baten
169.807
175.879
29.673
saldo
Uitsplitsing programma
Re-integratie Kinderopvang Inburgering Bijstandsverlening Minimabeleid WMO Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten
I
I
In de hierna volgende productpresentatie wordt telkens onder het kopje xvWat zijn de kosten?" een nadere specificering van de kosten van het betreffende product gepresenteerd. De SDD wil hiermee meer en meer vorm geven aan een transparante weergave van productkosten, die per product bestaan uit programmakosten & apparaatslasten. Omdat er elke begroting weer een meer concretere verdeling plaatsvindt van de toerekening van het apparaat aan de verschillende productgroepen, zijn er op het eerste oog behoorlijke verschillen op de component apparaatskosten binnen één productgroep waarneembaar in vergelijk met voorgaande j a r e n . Dit betekent niet dat dit product "ineens" zoveel meer of minder lasten heeft. De verschillen zijn meer gelegen in een verfijning van de toebedeling van de kosten. In het jaar 2008 was deze specificering geheel weggelaten. Bij de totstandkoming van de begroting 2009 is gewerkt met een reconstructie of toerekening achteraf hiervan. In
26
I
I
I
2010 ziet u deze toerekening ook weer gepresenteerd en is deze weer meer gespecificeerd. Analyse afwijking 2009 versus 2010 bij de kosten: Bedrag X € 1.000 1 Kostenindexering 1 - prijsindex 1 - loonindex 1 - combinatie prijs/loonindex 1 Inhuur en uitbesteding * Aanvulling bestaand beleid Wegvallen incidentele post Totaal
27 543 385 1.600 10 - 400 2.165
* deze kosten worden gefinancierd vanuit het participatiebudget, en leiden dus niet tot meerkosten voor de gemeenten
Werk Re-integratie W a t willen w e bereiken? 1. De ontwikkeling van ons WWB-bestand is 3% gunstiger dan het landelijke gemiddelde. 2. We realiseren dat minimaal 35% van het aantal mensen dat deelneemt aan onze trajecten uitstroomt naar werk. 3. 100% van onze WWB-klanten met een arbeidsplicht zit op een traject. W a t gaan w e daarvoor doen? De SDD heeft de opdracht om werkzoekenden toe te leiden naar werk en zo nodig maximaal te ondersteunen met een re-integratievoorziening. De arbeidsmarkt kent door de economische conjunctuur en de demografische ontwikkelingen nieuwe kansen en vraagstukken. Op de middellange termijn zal - als gevolg van de vergrijzing- het aantal aangeboden vacatures het aanbod van beschikbaar personeel ruimschoots overtreffen. Anderzijds is de economische groei in 2009 nagenoeg tot stilstand gekomen, zijn bedrijven in bepaalde branches genoodzaakt te reorganiseren en verliezen mensen (massaal) hun baan. Andere branches blijken weinig tot geen last te hebben van de neergaande economische conjunctuur. De vraag naar arbeid blijft daar groot. We hebben in 2009 ons re-integratiebeleid herzien. Het herziene re-integratiebeleid stelt werk centraal, is vraaggericht (behoefte branches staat centraal), biedt veel mogelijkheden voor maatwerk en geeft klantmanagement verantwoordelijkheid om het gewenste resultaat na te streven. In 2010 zullen we uitvoering geven aan dit herziene re/integratiebeleid. De herziene re/integratie wordt uitgevoerd in het Werkplein dat in 2010 haar deuren heeft geopend. In het Werkplein werken SDD en Werkbedrijf (UWV/CWI) nauw samen. Op het Werkplein staat werk centraal, biedt de klanten één loket op basis van één dienstverleningsconcept. Het Werkplein Drechtsteden biedt een virtuele en fysieke plaats voor alle partijen die zich op de arbeidsmarkt bewegen. Binnen het Werkplein worden medewerkers, middelen en instrumenten beschikbaar gesteld om samen de arbeidsparticipatie te vergroten. Wij vervullen tussen de arbeidsmarktpartijen een schakelfunctie.
27
Ook op het gebied van participatie zal 2010 een belangrijk jaar worden. Het streven is om zoveel mogelijk mensen actief te laten zijn, op de arbeidsmarkt of in de samenleving. Ook de relatie met Drechtwerk zal in dit verband verder worden versterkt en concrete resultaten gaan opleveren. Hoe gaan w e dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de behaalde resultaten. W a t zijn de kosten? Product Re-integratie 1bedragen x € 1.000 Programmakosten Apparaatskosten Totaal
Begroting 2010
Begroting 2009
Realisatie 2008 Lasten
baten
saldo
lasten
baten
29.673
29.389
-284
30.039
30.039
5.636 35.675
saldo
saldo
lasten
baten
0
30.039
30.039
0
5.636
0
6.253
6.253
0
35.675
0
36.292
36.292
o I
Kinderopvang W a t willen w e bereiken? In 2010 willen we de kinderopvang zo snel en efficiënt mogelijk regelen. Er is in 2010 daarom voor de klantmanager naast een informerende en verwijzende rol, ook een bemiddelende rol in de aanvraag kinderopvang en contacten met de diverse kinderopvangcentra. W a t gaan w e daarvoor doen? Naast onze reguliere taak vanuit de Wet kinderopvang, willen we in 2010 mogelijkheden tot inzetten van kinderopvang in het kader van inburgering in combinatie met "duurzame" participatie/re-integratie vergroten. We zoeken naar een verruiming van mogelijkheden door de Wet kinderopvang te combineren met het participatiefonds. Hoe gaan w e dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de behaalde resultaten. W a t zijn deh costen? Product kinder -opvang 1 bedragen Realisatie 2008 x € 1.000 Lasten baten saldo Programmakosten Apparaatskosten Totaal
549
549
Beg roting 2009 lasten
0
28
baten
Begroting 2010
saldo
lasten
baten
saldo
422
422
0
431
431
0
101
101
0
186
186
0
523
523
0
617
617
o I
Inburgering W a t willen w e bereiken? In 2010 moeten nog 900 personen starten met een inburgeringstraject. W a t gaan w e daarvoor doen? In 2009 is het Deltaplan Inburgering in uitvoering gegaan. Het Deltaplan behelst een samenhangende set van maatregelen: een beter, op maat gericht en duaal aanbod van inburgeringstrajecten; een intensieve werving in eigen beheer die aansluit op de doelgroep en (onder andere) gebruik maakt van intermediaire migrantenorganisaties; en meer verantwoordelijkheid voor het klantmanagement om regie te voeren. In 2010 wordt met de uitvoering hiervan doorgegaan. Hoe gaan w e dat meten? In de bestuurlijke rapportages zullen wij u rapporteren over de behaalde resultaten. W a t zijn de V costen? Product inburc jering 1 bedragen Realisatie 2008 x € 1.000
Programmakosten Apparaatskosten Totaal
Begroting 2010
Begroting 2009
Lasten
baten
saldo
5.673
5.424
-249
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
3.881
3.881
0
3.881
3.881
0
596
596
0
557
557
0
4.477
4.477
0
4.438
4.438
Inkomen W a t willen w e bereiken? • 8 0 % van de aanvragen zijn binnen 20 dagen afgehandeld o Van de fraudeonderzoeken leidt 6 0 % tot wijziging of beëindiging van de uitkering • Onze klanten waarderen onze dienstverlening met minimaal een 7 W a t gaan w e daarvoor doen? In 2010 worden de uitkeringen op tijd uitgekeerd. In nauwe samenwerking met de sector Werk zal het aanvraagproces meer ondergeschikt worden aan het werkaanbod. Besluiten over aanvragen levensonderhoud en bijzondere bijstand ontvangen burgers binnen 20 werkdagen in de bus. Het handhavingsbeleid van de sociale dienst is gericht op het vergroten van het (spontane) nalevingsgedrag van uitkeringsgerechtigden en het daarmee voorkomen en bestrijden van misbruik van voorzieningen en uitkeringen. De sociale dienst besteedt daarbij evenwichtige aandacht aan de vier aspecten: voorlichting, dienstverlening, detectie en sanctioneren. Het strafrechtelijk onderzoek zal zijn uitbesteed. Dit betekent dat we handelen vanuit een goede risicoanalyse. Hierbij speel het Inlichtingen en Analyse Centrum een centrale rol. Daarbij willen we het accent verder verschuiven van controle achteraf via controle vooraf naar voorkomen van overtredingen/bevorderen van naleving. In 2010 blijven we ons inzet op een debiteurenbeleid met een hoog incassorendement. Het debiteurenbeleid zal ook een instrument zijn voor uitstroombevordering en het verkleinen van armoede. Denk daarbij aan de relatie tussen kwijtschelding van vorderingen onder bepaalde voorwaarden en de duurzame uitstroomkansen.
29
o I
Hoe gaan w e dat meten? We meten de resultaten in de bestuurlijke rapportages die twee keer per jaar worden opgesteld. In de handhavingsmonitor, die ten minste jaarlijks verschijnt, benoemen we alle handhavingstaken binnen de sociale dienst, met bereikte resultaten en ingezette middelen. W a t zijn de kosten? Product inkomen 1 bedragen x € 1.000 Programmakosten Apparaatskosten Totaal
Begroting 2009
Realisatie 2008
Begroting 2010 lasten
baten
0
66.754
66.754
0
8.542
0
8.151
8.151
0
75.296
0
74.905
74.905
Lasten
baten
saldo
lasten
baten
67.162
70.560
3.398
66.754
66.754
8.542 75.296
saldo
saldo
o I
Minimabeleid W a t willen w e bereiken? De budgetten voor minimabeleid komen volledig terecht bij de mensen waarvoor ze bestemd zijn. W a t gaan w e daarvoor doen? Veel aandacht zal uitgaan naar het onder de aandacht brengen van de regelingen in het algemeen. Het bereik van de regelingen voor burgers zonder een WWB uitkering zal verder worden vergroot. Samen met partners uit het werkveld, de eigen organisatie en de gemeenten zal invulling aan het minimabeleid gegeven gaan worden door sterke samenwerking. Het middelen zullen meer als instrument dan als doel op zich worden ingezet. Hoe gaan w e dat meten? We meten de resultaten in de bestuurlijke rapportages die twee keer per jaar worden opgesteld. In de minimamonitor volgen we het bereik van de minimaregelingen. W a t zijn de kosten? Product minimabeleid bedragen x € 1.000 Programmakosten Apparaatskosten Totaal
Begroting 2009
Realisatie 2008 Lasten
baten
saldo
5.308
4.962
-346
lasten
baten
Begroting 2010
saldo
lasten
baten
saldo
5.047
5.047
0
5.072
5.072
0
1.507
1.507
0
2.412
2.412
0
6.554
6.554
0
7.484
7.484
0
30
Zorg Wmo W a t willen w e bereiken? 1. 8 0 % van de aanvragen zijn binnen 20 werkdagen afgehandeld. 2. Onze klanten waarderen onze dienstverlening met minimaal een 7. W a t gaan w e daarvoor doen? We voeren een deel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit, namelijk de individuele voorzieningen, en de daarbij behorende informatie- en adviesfunctie. Inwoners van de zes Drechtsteden gemeenten, met lichamelijk en/of geestelijke beperkingen, kunnen bij ons terecht voor een individuele voorziening die past bij hun behoefte. Het gaat dan bijvoorbeeld om een woningaanpassing, een vervoerspas voor de Hoppers, een rolstoel of hulp bij het huishouden. Hierdoor ondersteunen we mensen die dat nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen en mobiel te blijven. We leveren hiermee een bijdrage aan de algemene doelstelling van de Wmo: het meedoen van inwoners van de Drechtsteden aan de samenleving. We zorgen dat inwoners in hun eigen gemeente bij ons service-loket terecht kunnen voor een aanvraag en informatie- en advies over een individuele voorziening. Ons serviceloket is onderdeel van het Wmo-loket van de gemeente. We zorgen er voor dat de vraag van de klant wordt doorgestuurd en niet de klant zelf. Hiervoor werken we met een goed georganiseerde backoffice, waarbij we sluitende afspraken hebben met andere instellingen en organisaties die op het terrein van de Wmo actief zijn. Onze dienstverlening is gericht op voldoende keuzevrijheid, vraagsturing, goede kwaliteit, hoge klanttevredenheid, en beheersing van de kosten. In 2010 verwachten we een tekort op het Wmo budget voor individuele voorzieningen, met name op het budget voor hulp bij het huishouden. In de Bestuurscommissie zijn besluiten genomen over de maatregelen, die de kosten moeten beheersen en voor dekking van tekorten zorgen. Hoe gaan w e dat meten? In de Bestuurlijke rapportages wordt melding gemaakt van de behaalde resultaten. Daarnaast doen we mee aan een jaarlijks klanttevredenheid onderzoek, in opdracht van het ministerie van VWS. We doen mee aan de WMO benchmark. We kennen een unieke doorlopende monitor van de tevredenheid van Wmo cliënten door middel van de zogenoemde klant reactiekaarten. W a t zijn de kosten? Product WMO 1 bedragen x € 1.000 Programmakosten Apparaatskosten Totaal
Beg roting 2010
Beg roting 2009
Realisatie 2008
lasten
baten
0
37.142
37.142
0
4.407
0
5.416
5.416
0
41.298
0
42.558
42.558
Lasten
baten
saldo
lasten
baten
32.903
37.376
4.473
36.891
36.891
4.407 41.298
31
saldo
saldo
o I
Schuldhulpverlening W a t willen w e bereiken? 1. Van de door ons in behandeling genomen aanvragen voor schuldbemiddeling leidt 5 0 % tot een schuldregeling, minnelijk of wettelijk. 2. We streven naar minimaal een 7 wanneer het gaat om de tevredenheid van onze klanten over onze diensten en bejegening W a t gaan w e doen? De Sociale Dienst Drechtsteden is het centrale meldpunt voor alle inwoners van de zes Drechtsteden die schulden hebben, ongeacht de hoogte van het inkomen. Ons aanbod bestaat uit het stabiliseren van een schuldsituatie, het opzetten van een schuldregeling en de afgifte van een WSNP -verklaring. Deze producten zijn al dan niet gekoppeld aan budgetbeheer. Uitgangspunt is dat de klant als eerste verantwoordelijk blijft voor de eigen situatie en we verwachten van hen een actieve houding. Omdat we willen voorkomen dat schulden ontstaan blijven we inzetten op preventie. Dit doen we door het geven van voorlichting aan risicogroepen, het trainen van intermediairs en het aanbieden van een lespakket aan scholen. Ook maken we afspraken met partners in de regio voor een tijdige signalering van schulden bij hun klantgroepen en een gerichte doorverwijzing naar ons. Onze speciale aandacht blijft uitgaan naar uitkeringsgerechtigden omdat bij hen de kans om in de schulden te raken relatief groot is. Schuldhulpverlening wordt zonodig gekoppeld aan een re-integratietraject. Hoe gaat w e dat meten? In de Bestuurlijke rapportages wordt melding gemaakt van de behaalde resultaten. Daarnaast voeren we tweejaarlijks een klanttevredenheid onderzoek uit. W a t zijn de h ;osten? Product schulc Ihulpverh^ning 1 bedragen Realisatie 2008 x € 1.000
Beg roting 2009
Lasten
baten
saldo
28
52
24
Programmakosten Apparaatskosten Totaal
lasten
baten
Begroting 2010
saldo
lasten
baten
saldo
60
60
0
70
70
0
3.394
3.394
0
3.078
3.078
0
3.454
3.454
0
3.148
3.148
0
Bedrijfsvoering De SDD heeft te maken met een relatief hoge gemiddelde leeftijd van haar personeel. Leeftijdsbewust personeelsbeleid, aandacht voor werving en opleiding zijn om die reden belangrijke onderwerpen voor de SDD. De profilering van de Drechtsteden als een aantrekkelijke werkgever, maar ook Drechtsteden breed beleid om goed personeel te ontwikkelen en te binden, moet worden ontwikkeld. Personeel moet goede doorgroeimogelijkheden binnen de Drechtsteden worden geboden om hen te behouden voor de regio. De dienstverlening door de SDD aan zijn klanten is in hoge mate afhankelijk van de beschikbaarheid en kwaliteitvan ICT voorzieningen. Een betrouwbare infrastructuur is daarbij een voorwaarde. De samenwerking die de SDD meer een meer opzoekt, en moet opzoeken, met zijn partners in de ketens van Werk, Inkomen en Zorg stelt eisen aan de infrastructuur, die daarop zal moeten blijven aansluiten. De SDD heeft te maken met een relatief hoge gemiddelde leeftijd van haar personeel. Leeftijdsbewust personeelsbeleid, aandacht voor werving en opleiding zijn om die reden
32
belangrijke onderwerpen voor de SDD. De profilering van de Drechtsteden als een aantrekkelijke werkgever, maar ook Drechtstedenbreed beleid om goed personeel te ontwikkelen en te binden, moet worden ontwikkeld. Personeel moet goede doorgroeimogelijkheden binnen de Drechtsteden worden geboden om hen te behouden voor de regio. De dienstverlening door de SDD aan zijn klanten is in hoge mate afhankelijk van de beschikbaarheid en kwaliteit van ICT voorzieningen. Een betrouwbare infrastructuur is daarbij een voorwaarde. De samenwerking die de SDD meer een meer opzoekt, en moet opzoeken, met zijn partners in de ketens van Werk, Inkomen en Zorg stelt eisen aan de infrastructuur, die daarop zal moeten blijven aansluiten. De SDD heeft de opdracht om de dienstverlening zo te organiseren dat burgers die een beroep op ondersteuning doen zo snel mogelijk weer zelfstandig verder kunnen. De dienstverlening is zo ingericht dat de klant weet wat hij van de SDD kan verwachten. De SDD geeft duidelijke antwoorden, komt afspraken na en zet één contactpersoon in voor alle vragen die de klant stelt. De mate waarin de SDD hierin succesvol is hangt af van de kwaliteit van de processen, producten en diensten. De kwaliteitszorg is dan ook gericht op het constant verbeteren hiervan. Klantgerichtheid, kwaliteitsbewustzijn en bezieling zijn aspecten die de SDD hoog in het vaandel heeft. Bezwaar en beroep Net als in het voorgaande jaar is ook in 2010 het beslissen op bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn een belangrijk speerpunt voor de SDD. Volgens de Algemene Wet Bestuursrecht moet binnen 10 weken worden beslist op een bezwaarschrift. Deze termijn kan éénmaal worden verlengd met 4 weken. Voor verder uitstel moet de klant toestemming verlenen. Het vlot, adequaat en klantgericht afhandelen van bezwaarschriften draagt bij de aan de kwaliteit van de dienstverlening. Daarbij is differentiatie in afhandelwijze en belangrijk uitgangspunt. Niet ieder bezwaarschrift hoeft immers langs de externe bezwaarschriftencommissie, soms is de klant meer gebaat bij een verkorte informele afhandeling. In 2009 is de SDD gestart met het optimaliseren van de werkwijze rond de afhandeling van bezwaarschriften en het verruimen van de afdoeningmogelijkheden. In 2010 heeft dit onverminderd de aandacht. Klachtenafhandeling Goede klachtafhandeling draagt in belangrijke mate bij aan kwaliteitsbeleving van de klanten van de SDD. Slechte ervaringen blijven nu eenmaal langer hangen en beïnvloeden de beeldvorming over de SDD. Bij een persoonlijke of telefonische klacht wordt geprobeerd om de klacht direct op te lossen en de cliënt tevreden te stellen. Als dat niet lukt wordt de cliënt op de mogelijkheid gewezen om een formele klacht in te dienen bij de directeur van de SDD. De klant wordt altijd gehoord (telefonisch en/of in persoon). Als er sprake is van een schriftelijk besluit (een beschikking op een aanvraag of een wijzigingsbeschikking) dan wordt de cliënt op de mogelijkheid gewezen om een bezwaarschrift in te dienen bij de directeur van de SDD. Een belangrijk speerpunt van de SDD is om alle klachten binnen de wettelijke termijn van 6 weken af te handelen. Communicatie De communicatie met onze klanten (incl. de werkgevers) blijft een essentieel onderdeel van ons werk. Goede communicatie met onze klanten is een belangrijke voorwaarde voor succesvolle dienstverlening. Onze aandacht zal tevens gericht zijn op het goed en tijdig informeren van onze bestuurders en de lokale raden. Daarnaast heeft ook de interne communicatie onze volle aandacht. Deze is van groot belang voor de betrokkenheid van onze medewerkers.
33
Overige informatie 2 0 1 0 Doorlichting en taakstelling Zoals in de inleiding is opgenomen bevindt de brede doorlichting die de GRD in 2009 gaat uitvoeren bevindt zich nog in de ontwerpfase. De SDD is nauw betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van de doorlichting. De SDD erkent zijn inspanningsverplichting om conform het nog vast te stellen ontwerp van de doorlichting een serieuze bijdrage te leveren. Op voorhand kan de SDD niet aangeven of de opbrengst van de brede doorlichting bij de SDD gevonden zal worden in het efficiënter of effectiever uitvoeren van beleid, het herzien van beleid, dan wel in een efficiëntere inrichting van de bedrijfsvoering. Opbrengsten in de bedrijfsvoering lijken in eerste instantie minder voor de hand te liggen als gevolg van de aanzienlijk toegenomen overheadkosten (doorbelastingen vanuit SCD en OCD) sinds april 2008 zonder dat daarbij sprake is geweest van budgetcompensatie. Bovendien heeft de SDD te maken met een formatieomvang die meebeweegt met de klantenaantallen en een omvangrijke taakstelling van Rijkswege op de samenwerking in de keten van Werk en Inkomen. Doorwerking van jaarrekening 2008 in de begroting 2010 De rekening 2008 is de tweede rekening van de SDD. Een eerste vergelijking van twee opeenvolgende jaren is dus mogelijk, en voorzichtige ideeën over het incidentele dan wel structurele karakter van overschotten en tekorten lijkt daardoor mogelijk. Omdat het hier om eerste analyses gaat wil de SDD op dit moment nog geen doorvertaling maken van de uitkomsten van die analyses naar de begroting 2010. Wanneer in het najaar van 2009 de eerste begrotingswijziging 2010 wordt voorbereid voor de Drechtraad van december 2009, hebben wij een extra halfjaar ervaringscijfers en kan een doorvertaling van op dat moment structureel blijkende afwijkingen tussen begroting en realisatie alsnog plaatsvinden. Op het nog niet doorvertalen van mogelijke structurele rekeningresultaten is één uitzondering gemaakt. Op het onderdeel apparaatslasten zijn zowel de baten als de lasten verhoogd met € 1,6 miljoen. De baten zijn afkomstig uit het participatiefonds en de lasten hangen samen met externe inhuur en uitbesteding. Hiermee wordt de flexibele schil rond het 'kernapparaat' van de SDD, nodig om snel in te kunnen spelen op de continu veranderende eisen van wetgeving en samenleving, in de begroting opgenomen. Dienstverleningsovereenkomst (Dvo) Het wegvallen van de Dvo met de gemeenten Nieuw Lekkerland zal tot formatie aanpassing gaan resulteren. In september zal dit in het kader van de beleidsrijke aanpassing van de begroting 2010 worden meegenomen. Risicoparagraaf De SDD constateert een forse verhoging van de doorbelasting GRD/OCD/SCD in het jaar 2008. De realisatie was ruim € 800.000 hoger dan de begroting. In afwachting van een analyse door concerncontrol GRD van het structurele of incidentele karakter van deze meerkosten zijn ze in de begroting 2010 niet meegenomen. Ook op het minimabeleid wordt een kostenoverschrijding verwacht. De langdurigheidstoeslag gaat vanaf 2009 vanuit de budgetten minimabeleid worden verstrekt, maar de begroting is daarop nog niet aangepast. Deze verschuiving, en de recessie die toenemende aanspraak op het minimabeleid tot gevolg zal geven, leiden tot de verwachting dat hier een kostenoverschrijding zal ontstaan. Eveneens als gevolg van de recessie verwachten we meer toeloop op de schuldhulpverlening, met daaraan verbonden gevolgen voor de formatie. Op andere werkterreinen, zoals re-integratie en inkomensverstrekking, zijn de gevolgen voor de formatie nog niet in beeld.
34
2.4
Ingenieursbureau Drechtsteden
W a t willen w e bereiken? Het Ingenieursbureau Drechtsteden is naast een traditioneel ingenieursbureau voor civiele techniek en bouwkunde ook een adviesbureau voor gebouwenbeheer, een (min of meer kleinschalig ontwerpbureau) voor architectuur, ruimtelijke ordening en landschapsarchitectuur en daarnaast een onderhoudsdienst voor overheidsgebouwen. Het Ingenieursbureau Drechtsteden kent als geen ander de regionale markt. De wensen van de opdrachtgever zijn leidend voor het ingenieursbureau, waarbij maatschappelijke betrokkenheid, belangen van burgers en bedrijven en kennis van de regio belangrijke inspiratiebronnen zijn. De medewerkers van het ingenieursbureau werken voortdurend op innovatieve en doelmatige wijze aan verbetering van producten en dienstverlening. IBD zal zich in eerste instantie richten op haar opdrachtgevers uit de Drechtsteden en slechts in geringe mate ( < 1 0 % ) , voor zover dit aansluit bij deze doelgroep, op activiteiten voor derden. Positie De strategische ontwikkelingen in 2010 zijn afhankelijk van de keuze die over de positie van het IBD wordt gemaakt in 2009. De activiteiten, het realiseren van infrastructurele en bouwkundige projecten en het beheren en onderhouden van gebouwen, blijven daarbij de kernactiviteit. Gedacht wordt aan het zich meer naar voren bewegen van het IBD naar de initiatief- en planvormingfase in de doorloop van fysieke projecten. Daarmee zou de adviesrol van het IBD flink worden verzwaard, wat natuurlijk andere competenties van de organisatie vergt. Bij zo'n verzwaarde adviesrol zal de ontwikkeling van medewerkers op zowel technisch als persoonlijk vlak veel aandacht krijgen. Interne productieprocessen dienen kwalitatief sterk verbeterd te worden. Aan verbetering van het imago van het IBD zal structureel gewerkt worden, waarbij vooral met oude beelden afgerekend dient te worden. Profilering Het IBD zal zich qua organisatie op zijn opdrachtgevers moeten richten. De opdrachtgevers wensen graag met ingenieursbureaus uit de vrije markt samen te werken. IBD zal zich met marktpartijen moeten kunnen meten. Via bench-marking kan dit elk jaar gemeten worden. Daarnaast zal het IBD zich echter aan de opdrachtgevers moeten aanpassen, zodat er bij opdrachtgevers geen behoefte meer bestaat om met marktpartijen in zee te gaan. Er zal dus veel geïnvesteerd moeten worden in de relaties met onze vaste opdrachtgevers. Personeel Voor 2010 zullen op basis van de 75 FTE's die voor het IBD zijn vastgesteld circa 80.000 productieve en declareerbare uren worden uitgevoerd. Naar verwachting zal er echter een groter werkaanbod zijn en daarom worden er naar schatting 15 a 20 extra medewerkers op projectbasis ingehuurd. Totaal worden er 100.000 productieve en declareerbare uren begroot. Klantverwachting Onze klanten verwachten dat het IBD zich, voor wat betreft kwaliteit, service en prijs, kan meten met marktpartijen. Om de positie bij de klant te handhaven zal het IBD beter dan de gemiddelde marktpartij moeten opereren. Waardevol voor onze klanten is vooral datgene waarin we ons van marktpartijen onderscheiden: kennis van werken binnen de overheid, plaatselijke kennis (geografisch, sociaal, bestuurlijk) en een netwerk van leveranciers, aannemers etc. De kwaliteit hiervan dient steeds verbeterd te worden
35
Aandeelhouders De beide aandeelhouders hebben een winstdoelstelling voor het IBD weggezet: €500.000 per jaar. Dit is een fors, maar gezien eerdere resultaten geen irreëel bedrag. Indien echter de winstdoelstelling de kwaliteit van de dienstverlening onder druk zal zetten dan zal kwaliteit toch prevaleren.
W a t gaan w e daarvoor doen? In 2010 zal het Ingenieursbureau zich inspannen om ook vanuit de andere Drechtsteden een meer continue stroom van opdrachten te verwerven. Ook worden incidenteel opdrachten uitgevoerd voor derden zoals woningbouwverenigingen, waterschappen en energiebedrijven, maar dit blijft tot 10% beperkt. Personeel Alle projectleiders en adviseurs hebben in 2009 een training adviesvaardigheden gevolgd. Dit zal betekenen dat de projectleiders meer professioneel en met lef en teamgeest hun werk zullen gaan uitvoeren. Het IBD biedt gemiddeld drie afstudeerders en drie stagiaires van HBO en MBO niveau stageplaatsen aan met het doel deze na afstuderen te laten instromen. Er wordt naar gestreefd om met alle medewerkers in de eerste helft van het jaar een voortgangsgesprek (functioneringsgesprek) te voeren. In de tweede helft wordt met alle medewerkers een jaargesprek (beoordelingsgesprek) gevoerd.
Hoe gaan w e dat meten? Het Ingenieursbureau houdt klanten- en medewerkers tevredenheidonderzoeken waaruit blijkt of de geformuleerde ambities ten aanzien van de te leveren toegevoegde waarde en de ontwikkeling van de medewerkers ook daadwerkelijk worden bereikt. De betrokken gemeentelijke diensten leggen in hun - in het kader van de beleids- en beheerscyclus op te stellen - jaarplannen vast hoeveel opdrachten (in Euro's) zij aan het ingenieursbureau dan wel derden zullen verstrekken. Het Ingenieursbureau monitort per kwartaal of de opdrachtverlening vanuit de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht in lijn is met de overeengekomen omzetgarantie. De jaarrekening biedt uiteraard inzicht in de afgegeven omzetgarantie en of de beoogde financiële resultaten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd Monitoring Het IBD beschikt over een degelijk geheel van managementinformatie, wat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op. Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses dienen onze klanten een jaarprogramma aan te leveren. W a t zijn de kosten? Programma Ingenieursbureau Drechtsteden (bed -agen x € 1.000) Realisatie 2 0 0 8 Begroting 2 0 0 9
Begroting 2 0 1 0
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
Lasten
baten
saldo
8.430
9.253
823
8.370
8.870
500
8.830
9.330
500
De raming van de productieve uren per medewerker vormt de basis voor totstandkoming van de begroting. Een omzet gestuurde begroting (kenmerkend voor een bedrijf) in tegenstelling tot een budgetgestuurde begroting van de overige dochters van de GRD.
36
Voor de samenstelling van de primitieve begroting 2010 is een prijsstijging van 0,5% op de materiële uitgaven en 2,8% op de personele lasten doorgevoerd ten opzichte van de begroting 2009. De gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht betalen voor de kosten van de te ontvangen dienstverlening voorschotten. Na afloop van het jaar worden de voorschotten afgerekend. IBD is een dienstverlenende organisatie waarbij het financiële resultaat in belangrijke mate wordt bepaald door de beschikbaarheid van opdrachten, de capaciteitsinzet van de medewerk(st)ers en de beheersing van de (personeels)kosten. Aangezien de orderportefeuille jaarlijks fluctueert, zal het exploitatieresultaat schommelen.
37
2.5
S e r v i c e c e n t r u m Drechtsteden
Wat willen we bereiken? Betere dienstverlening, meer groeiperspectief, ontzorgen en vooral ook samenwerking v a n , met en tussen deelnemers zijn met kostenbesparing de belangrijke pijlers waar het SCD haar bestaansrecht aan ontleent. Na het verankeren van de basisdienstverlening van het SCD in 2009, waarbij de huidige processen en werkwijzen conform uitgangspunten gestandaardiseerd zijn en resulteren in kwalitatief goede producten en diensten, komt het SCD vanaf 2010 en verder in de fase waarbij het accent komt te liggen op innovatie. De schaalgrootte van het SCD gecombineerd met hoger gekwalificeerd personeel dan in een decentrale situatie, maakt het mogelijk pro-actief te reageren op nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij zoals technologische/ICT ontwikkelingen. Ook innovaties op gebied van administratieve dienstverlening, communicatie, P-gebied, facilitair en GEO zullen dan een significant onderdeel vormen van het takenpakket van het SCD. Financieel ligt de uitdaging in de afbouw van de transitiekosten en tegelijkertijd het structureel efficiënter werken waardoor de basis wordt gelegd voor structurele besparingen, maar met behoud van de kwaliteit.
W a t gaan w e daarvoor doen? De complexiteit en dynamiek vormen een buitengewone uitdaging voor het SCD. Door middel van innovatie binnen producten & diensten en de ontwikkeling van de organisatie moet het SCD in 2010 deze complexiteit het hoofd kunnen bieden om vervolgens te kunnen overstijgen. Dit heeft initieel extra kosten met zich meegebracht, zoals de afgesproken kosten voor de versterking van de beheerorganisatie van ICT, waarbij het beheer in 2010 op genormaliseerd niveau komt en er geen sprake meer is van transitiekosten. Verder wordt eind 2010 binnen ICT ook de standaardisatie gerealiseerd, zoals bij oprichting van het SCD ten doel is gesteld. Zo is de realisatie van het Rekencentrum in 2010 een feit, waarbij veel applicaties gestandaardiseerd kunnen worden. Dit biedt daaropvolgend het SCD de mogelijkheid om in de loop van 2010 zich verder te richten op ontwikkelen en slimmer werken. Voor 2010 is het behalen van financiële doelstellingen en resultaatgericht werken een eerste vereiste om als SCD zich vervolgens te kunnen concentreren op verdere ontwikkeling. Het programma Standaardisatie & Innovatie geeft hier, in 2009 is gestart als onderdeel van de GRD-doorlichting, invulling aan. Het programma moet zowel de ontwikkeling van de kwaliteit van de kerntaken in 2010 verder stimuleren als door maximale inspanning hogere kosten weten te beperken. Kwalitatief richt de aandacht zich ook in 2010 op de versterking van de interne sturing en stroomlijning van processen (intern en ook in relatie tot de klantorganisaties). Naast het terugbrengen van het aantal applicaties en licenties op ICT-gebied liggen er kansen in het digitaliseren van financiële en administratie processen. De doorontwikkeling van het Serviceplein met daarbij directe koppeling van front-, mid- en backoffice is een andere doelstelling, waarbij het effectief en efficiënt werken zal worden bewerkstelligd.
Hoe gaan w e dat meten? Gezien het oorspronkelijke doel voor 2010, het behalen van financiële doelstellingen en resultaatgericht werken, zijn financiële en managementrapportages als meetinstrument essentieel. In 2009 wordt hiertoe veel energie gestoken in het inregelen van systemen,
38
als het ontwikkelen en aanleveren van standaardrapportages op het gebied van financiële en personele managementinformatie, evenals het inzichtelijk maken en beheer van budgetten. Dit moet in 2010 het gewenste houvast bieden als sturingsmiddel en tevens de mogelijkheid geven om informatie verder te verfijnen. Voor het programma Standaardisatie en Innovatie is de meetbaarheid in 2010 slechts gedeeltelijk te overzien. Financieel kunnen de besparingen in grote lijnen worden uitgelegd. De in 2009 opgestelde prestatie-indicatoren zullen de ontwikkelingen in kwaliteit en klantgerichtheid in beeld brengen. Ook zal er in 2010 weer een Klanttevredenheidsonderzoek en Medewerkers-tevredenheidsonderzoek gehouden worden, welke de waardering van initiatieven op gebied kwaliteit, HRM en cultuur zullen aantonen.
W a t zijn de kosten? Programma Servicecentrum Drechtsted en (bedra gen x € 1. Realisatie 2 0 0 8 Begroting 2 0 0 9
300) Begroting 2 0 1 0
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
Lasten
baten
saldo
33.881
33.881
0
42.400
42.400
0
40.742
40.742
0
Toelichting In de Drechtraad van maart 2009 is de begroting 2009 vastgesteld op € 42,4 miljoen. Dit is inclusief € 2,5 miljoen transitiekosten 2009. De structurele component van begroting 2009 is dus € 39,9 miljoen, inclusief € 1,4 miljoen onvoorzien. Voor 2010 is de structurele component verhoogd met het algemene stijgingspercentage van 2 , 1 1 % . In het Bestuursplan is afgesproken de formatie voor de inkoopfunctie in 2010 met 2,0 fte te verlagen. Deze verlaging is hier nog niet verwerkt. In 2009 vindt een evaluatie van de inkoopfunctie plaats. Bij de actualisering van de begroting 2010 wordt de aanpassing van de formatie dan alsnog verwerkt. Bedrijfsvoering De professionalisering op het gebied van Bedrijfsvoering zal in 2010 zichtbaar worden. Bedrijfsvoering heeft zich het afgelopen jaar gefocust op het inrichten van de P&C-cyclus in afstemming met de P&Ocyclus van de GRD. In 2010 zal er een verfijning plaatsvinden op basis van de opgedane ervaringen. Rechtmatigheid blijft hierbij de aandacht krijgen om te borgen dat een en ander goed verloopt. In 2009 is tevens begonnen met de implementatie van het HRM-beleid ook binnen het SCD zelf. Dit zal in 2010 verder worden vervolgd, zodat HRM en cultuur de gewenste vorm en het vereiste niveau binnen het SCD krijgen. Dit geldt eveneens voor de dienstverlening aan het SCD als klant van zichzelf. Door in 2009 de juiste aandacht te geven aan de eigen belangen met het inrichten van een contramal-functie, ontstaat er in 2010 ook hier meer de ruimte om als SCD zich te concentreren op de strategie van de interne bedrijfsvoering.
39
Bijdragen per deelnemer (bedrager 1 Deelnemer
x € 1.000)
1 Basispakket 1 Pluspakket
1Alblasserdam 1 Dordrecht H.I. Ambacht 1Papendrecht 1Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ * GR Drechtsteden Totaal
1.229 9.605 1.328 2.141 1.554 2.746 5.341 5.490 29.434
1.398
1 Additioneel I pakket 1.575
174
1.571
118 1.694
IP&A IB 182 2.139 295 324 262 545 1.034 1.945 6.725
1 Totaal
* De bijdragen van Regio Zuid-Holland Zuid zijn hier exclusief Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Deze bijdragen zijn nog opgenomen bij de GR Drechtsteden. BLVS gaat per 1juli 2009 over naar de regio ZHZ. Toelichting De bijdrage aan het basispakket is gebaseerd op de formatieaantallen van de deelnemers per 1januari 2009: 1 Deelnemer 1Alblasserdam I Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht * Regio ZHZ GR Drechtsteden * * Totaal *
1
Fte per 01-01-2009 104,52 815,14 114,17 183,81 134,66 231,77 539,11 475,10 2.598,28
Het fte-aantal van de gemeente Zwijndrecht is nog van 2008. Bij de GR Drechtsteden is het aantal fte inclusief 26,9 fte van BLVS. Het aantal fte bij de GRD is exclusief het Servicecentrum (374,38 fte), het SCD betaalt geen bijdrage aan het eigen basispakket.
In de bijdrage aan het basispakket is de extra bijdrage voor de kosten van de salarisgaranties opgenomen (bedragen x € 1.000): 1 Deelnemer
1Alblasserdam 1 Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ GR Drechtsteden Totaal
Bijdrage salarisgaranties 40 334 30 50 23 109 | 86 673
40
1.411 j 14.717 1.623 2.465 1.816 3.465 6.375 7.553
39.424 1
In de bijdragen aan het basispakket is nog niet verwerkt het effect van de lagere kosten die samenhangen met het lagere niveau van dienstverlening aan de Regio ZHZ - DVO's (Brandweer en IVH). De bijdragen aan het IP&A deelprogramma I B zijn gebaseerd op het aantal werkplekken. Volgens de financiële kadernota is daarvoor de peildatum 1januari 2009. De werkplekinventarisatie is echter nog niet afgerond, zodat de bijdragen nu nog gebaseerd zijn op de oorspronkelijke, geschatte, aantallen uit het strategisch IP&A plan. Bij het actualisering van de begroting 2010 in de Drechtraad van december 2009 worden ook de bijdragen aan I B geactualiseerd op basis van de geïnventariseerde werkplekaantallen. Aansluiting begroting en het overzicht bijdragen per deelnemer (bedragen x € 1 miljoen) Bedrag 39,4 1,0 0,8 j - 0,6 40,7
1 Bestanddeel Overzicht Bijdragen per deelnemer Aanvullende opdrachten Materiële voorzieningen ZHZ aanpassingen DVO Totaal begroting 2 0 1 0
41
2.6
Gemeentebelastingen Drechtsteden
W a t willen w e bereiken? Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) draagt vanaf 1juli 2008 zorg voor het verwerven van belastingopbrengsten voor de gemeenten Dordrecht, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Primair is het zaak de geprognosticeerde belastingopbrengsten per belastingsoort per deelnemende gemeente zoveel als mogelijk in te vorderen. Daarbij wordt gestreefd naar het optimaliseren van de betalingsbereidheid. Voor zowel de deelnemende gemeenten als belastingplichtigen is GBD een dienstverlenende organisatie, die wegwijs biedt in de rechten en plichten op het gebied van de lokale heffingen en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). W a t gaan w e hiervoor doen? Om dit te bereiken worden de volgende activiteiten ondernomen: doelmatig, duidelijk en tijdig bepalen van de WOZ-waarden van de in de gemeenten gelegen onroerende zaken; het waarborgen van een volledige, juiste en rechtmatige toepassing en uitvoering van alle verordeningen op het gebied van heffing en invordering, behoudens grafrechten, marktgelden, havengelden, leges en eventueel andere met de deelnemende gemeenten overeengekomen uitzonderingen; behandelen van verzoeken om kwijtschelding; behandelen van bezwaar- en beroepschriften; formuleren en bewaken van dienstverleningsnormen; degelijke informatieverstrekking verzorgen over lokale heffingen. Naast deze activiteiten zal Gemeentebelastingen Drechtsteden volgens wettelijk voorschrift tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. GBD verzorgt tevens gevraagd en ongevraagd de advisering aan de deelnemende gemeenten over belastingaangelegenheden in brede zin. Hoe gaan w e dit meten? GBD heeft op het gebied van belastingopbrengsten als financiële prestatie-indicatoren de opbrengsten per belastingsoort zoals die zijn opgenomen in de begrotingen van de deelnemende gemeenten. De verantwoording hierover geschiedt via inbreng van deze opbrengsten in de reguliere Planning- en Controlcyclus van de desbetreffende gemeenten. Voor 2010 gaat het hier, op basis van een voorlopige raming, om een totale opbrengst van circa € 83 miljoen. De raming hiervan per belastingsoort wordt tijdig ingebracht in het begrotingsproces van de deelnemende gemeenten. De geprognosticeerde opbrengsten in de gemeentebegrotingen 2010 normeren vervolgens de productiedoelstelling voor Gemeentebelastingen Drechtsteden. Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Gemeentebelastingen Drechtsteden hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende normen. Prestatie-indicator 95% voor 1maart 2010 97% voor 1april 2010 99% voor 1mei 2010 100% voor 1juni 2010 overeenkomstig termijnen DVO 99% binnen 3 maanden na indiening 1 100% binnen 6 maanden na indiening 25% binnen 3 maanden na indiening 1 100% binnen de wettelijke termijn |
1Product Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZbeschikkingen 2010 Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding Afdoen bezwaarschriften
42
liiiili
W a t zijn de kosten? Programma Gemeentebelastir gen Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Begroting 2 0 1 0 | Realisatie 2 0 0 8 Begroting 2 0 0 9 lasten
Baten
2.553
2.588
Saldo 35
lasten
baten
saldo
4.944
4.944
0
Lasten 5.258
baten
saldo
5.258
Toelichting Aangezien de GBD pas sinds 1juli 2008 functioneert, wordt de primaire begroting 2010 nog gebaseerd op de basisbegroting 2009 die is vastgesteld in de Drechtraad van 18 juni 2008. De begroting en de gemeentelijke bijdragen stijgen ten opzichte van de begroting 2009 volgens de afgesproken parameters met 2 , 1 1 % . Vanaf 1juli 2010 is sprake van een afbouw van de ontwikkelformatie met 2,5 fte. In werkelijkheid resteert hierdoor per saldo een toename van 0,2%. De verdeelsleutel voor het berekenen van de bijdragen van de gemeenten is het aantal aanslagregels. Volgens de financiële kadernota wordt voor de begroting 2010 het aantal aanslagregels 2008 gehanteerd. 1 Deelnemer 1Alblasserdam 1 Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Aanslagregels 2008 233.930 43.016 44.622 44.769 72.252 438.589
Verdeling °/o 53,34 9,81 10,17 10,21 16,47 100,00
Bijdrage X € 1.000 2.642 486 504 506 816 4.954
GBD raamt aan eigen inkomsten € 304.000. Het gaat hierbij vooral om te vorderen aanmanings- en invorderingskosten. Voor Alblasserdam is geen bijdrage opgenomen. Zowel onder lasten en baten is nog geen rekening gehouden met de belastingtaken voor Alblasserdam. In de loop van 2009 zal hiervoor een begrotingswijziging worden aangeboden. Bedrijfsvoering De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen vooral tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals de GBD die in haar jaarplan 2009 heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten worden ingebracht in het proces van de aangekondigde brede doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Convergeren belastingsysteem Eind 2009 wordt overgegaan naar één belastingsysteem in plaats van vijf systemen op lokale ÏCT-omgevingen. In 2010 moet dit systeem volledig operationeel zijn. De aanslagen en WOZ-beschikkingen 2010 worden dan uit het samengevoegde belastingpakket verzonden. Synchroniseren taxatieondersteunende software Bij de start van de GBD werd gebruik gemaakt van zeven softwarepakketten voor drie soorten waarderingen (woningen, courante niet-woningen en incourante objecten). Die pakketten worden in 2009 teruggebracht tot drie, ingericht naar soort. Samengebundeld
43
0
vormen zij één logisch geheel. Vanaf 2010 wordt die software volledig in gebruik genomen. Synchroniseren werkprocessen De werkprocessen zijn bij de opstart gebaseerd op vijf belastingsystemen en zeven softwarepakketten voor het waarderen van onroerende zaken. Met de komst van één belastingpakket en één samengebundelde taxatiesystematiek ontstaat de mogelijkheid de werkprocessen te synchroniseren. De voorbereidingen daartoe zijn in 2009 getroffen. De uitvoering vindt in 2010 plaats. Vaststellen Leidraad Invordering De Leidraad die een gestructureerd invorderingsproces waarborgt, wordt in 2009 vastgesteld. Implementatie vindt plaats in 2010. Verkorten afhandeltermijnen bezwaarschriften Tot de grootste uitdagingen behoort het verkorten van de afhandeltermijnen van bezwaarschriften. In 2009 worden daartoe de eerste stappen gezet. Door de komst van één belastingsysteem kunnen in 2010 verdere verkortingsslagen worden gemaakt.
44
2.7
Onderzoekcentrum Drechtsteden
W a t willen w e bereiken? Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) is de vanzelfsprekende 'partner voor beleid' v o o r d e Drechtsteden gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden. Het OCD ondersteunt deze gemeenten en organisatieonderdelen bij - de ontwikkeling en uitvoering - van hun beleid met informatie, onderzoek en advies. Het OCD levert relevante informatie voor het algemene beleid en voert beleidsonderzoek op maat uit voor specifieke vragen. In het kader van de wisseling van de bestuurlijke wacht in 2010 verzamelen wij op zeer veel beleidsterreinen actuele informatie om de stand van zaken aan het eind van de collegeperiode en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in kaart te brengen. Dit levert belangrijke input op voor het beleid in de nieuwe collegeperiode. Daarnaast heeft het OCD een signalerings- en adviesfunctie. De kwaliteit van de dienstverlening van het OCD is hoog en haar medewerkers beschikken over veel kennis en expertise. Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening, toegankelijk en flexibel, en we zijn een betrouwbare onderzoekspartner. Het OCD houdt haar kennis en methoden 'up to date' en bevindt zich bij nieuwe ontwikkelingen vaak in de voorhoede. De bedrijfsvoering van het OCD is efficiënt en kosteneffectief. Onze producten zijn toegesneden op de informatiebehoefte van gemeenten en worden gebruikt bij het maken, bijstellen of evalueren van beleid. W a t gaan w e daarvoor doen? Het OCD biedt de Drechtsteden gemeenten een pakket aan producten die samen een basis bieden voor structurele ondersteuning van het algemene beleid van gemeenten. Het betreft basisinformatie, kennisoverdracht, panels en monitoren. Deze producten leveren kerncijfers op betreffende de huidige stand van zaken binnen een gemeenten/organisatieonderdeel en brengen trends en ontwikkelingen in kaart. Deze producten worden verder ontwikkeld in samenspraak met de gemeenten. Via een aantal regionale monitoren die we in 2009 uitvoeren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen (o.a. wonen, economie, onderwijs, milieu, sociaal en leefbaarheid en veiligheid), zodat dit als input kan dienen voor de nieuwe beleidscyclus. Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. Wij participeren in werkgroepen op lokaal, regionaal en landelijk niveau, beantwoorden informatieve vragen en adviseren op basis van onderzoek. Naast dit basispakket aan producten en diensten kunnen gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden additionele onderzoeksopdrachten laten uitvoeren. Het OCD voert verschillende typen onderzoek uit. Een greep uit de mogelijkheden: beleidsevaluatie, opinieonderzoek, marktonderzoek, benchmarking, klanttevredenheidsonderzoek en medewerkertevredenheidsonderzoek. Aan kwaliteit werken wij door het opzetten van een kwaliteitssysteem. De medewerkers van het OCD zijn geschoold in kwantitatieve en kwalitatieve onderzoekstechnieken. Het OCD beschikt bovendien over brede inhoudelijke kennis en expertise wat betreft regionaal en gemeentelijk beleid. Wij werken voortdurend aan de verdere professionalisering van de medewerkers. Aan de bekendheid en toegankelijkheid van het OCD bij haar klanten werken we op verschillende manieren. We bezoeken hen actief om over ons aanbod te praten. Daarnaast brengen we een nieuwsbrief uit en werken we op andere manieren aan onze bekendheid. Ook werken we aan een toegankelijke website met makkelijk te ontsluiten digitale informatie. Het OCD is een organisatie waar projectmatig wordt gewerkt. Efficiëntie van de bedrijfsvoering wordt ondersteund door een tijdschrijfsysteem. Het OCD werkt met een declarabele norm per functie.
45
In het kader van de brede doorlichting zal het OCD de komende jaren een aantal van haar producten kritisch doorlichten op opzet, efficiëntie, bruikbaarheid voor het beleid en daadwerkelijk gebruik. Hoe gaan w e dat meten? In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en organisatieonderdelen bespreken we de producten van ons basispakket en de stand van zaken m.b.t. de onderzoeksopdrachten bespreken. Daarnaast zorgen we - als onderdeel van ons kwaliteitssysteem - voor feedback per onderzoeksopdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevreden heidsonderzoek. Wat de bedrijfsvoering aangaat hebben we de beschikking over managementinformatie op projectniveau en medewerkersniveau. W a t zijn de kosten? Programma Onderzoekcentru m Drechtsteden (bedragen x € 1.000) Begroting 2 0 0 9 Begroting 2 0 1 0 Realisatie 2 0 0 8 lasten
baten
Saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
1.292
1.537
246
1.440
1.440
0
1.471
1.471
0
Toelichting Budgetten en de bijdragen van gemeenten zijn ten opzichte van de primaire begroting 2009 toegenomen met het algemene stijgingspercentage van 2 , 1 1 % . Bijdragen per deelnemer 1 Deelnemer 1Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht * GR Drechtsteden * * Totaal
Fte per 01-01-2009 104,52 815,14 114,17 183,81 134,66 231,77 359,10 1943,17
Verdeling % 5,38 41,95 5,88 9,46 6,93 11,93 18,48 100,00
Bijdrage X € 1.000 79 617 86 139 102 175 272 1.471
* Het fte-aantal van de gemeente Zwijndrecht is nog van 2008 ** Het fte-aantal van de GR Drechtsteden betreft alleen de GRD-dochters die diensten van het OCD afnemen, te weten BDS, SDD en GBD.
46
VERPLICHTE PARAGRAFEN
3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als het vermogen om niet-structurele financiële risico's op te vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de weerstandscapaciteit en de risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen zijn afgesloten. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit het aanwezige eigen vermogen in de vorm van algemene reserves en bestemmingsreserves (bedragen x € 1000): | I Stand per 01-01 Algemene reserve 1Bestemmingsreserve BDS BWS BDS BLS BDS Manden Maken BDS RPV SDD WWB-inkomen SDD Minimabeleid 1 SDD Inburgering SDDWMOHH 1 IBD exploitatiereserve 1 SCD exploitatereserve 1 GBD exploitatiereserve 1 OCD exploitatiereserve
!
1
Totaal
1
2010 j I toevoeging I onttrekking I Stand per I 31-12
0
0
0
0
1.326 6.017 0 59 4.500 300 468 5.000 100 201 35 100
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
510 6.017 0 0 0 0
816 0 0 59 4.500 300 468 5.000 100 201 35 100
18.106 |
oI
6.527 |
f
o 0 0 0 0 0
11.579 |
Toelichting bij de reserves In december 2007 is door de Drechtraad de notitie reserves en weerstandsvermogen vastgesteld. Daarbij is het ondermeer het maximum van de te vormen reserves vastgelegd, alsmede de wijze waarop de reserves worden gevormd. Per GRD-dochter wordt een exploitatiereserve gevormd, die wordt gevoed uit positieve exploitatieresultaten. Algemene reserve GRD De algemene reserve is gevormd en wordt vergroot door toevoeging van rentebaten. Het maximumniveau is vastgesteld op € 500.000. Bestemminqsreserve Besluit Woninqqebonden Subsidies De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die overeenkomstig de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De Drechtraad besluit jaarlijks een bedrag te onttrekken ten gunste van de exploitatie van Bureau Drechtsteden. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen doordat er geen bestedingsplicht meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario's voor de inzet van de BWS-reserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de
47
deelprogramma's van Bureau Drechtsteden. In 2010 wordt voor dit doel € 510.000 onttrokken. Voeding en onttrekking lopen beide via het begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden. Bestemminqsreserve Besluit Locatieqebonden Subsidies In december 2007 is de overeenkomst afgesloten over de herverdeling van de BLSsubsidies. In 2008 is het BLS-fonds, in de vorm van een bestemmingsreserve gevormd. De provinciale subsidies die de gemeenten ontvangen worden daarbij aan de GR Drechtsteden overgedragen en aan het BLS-fonds toegevoegd. Op basis van de feitelijke woningproducties ontvangen de gemeenten een uitkering uit het fonds. Volgens de planning vindt in 2010 de afrekening plaats, zodat het fonds per ultimo 2010 een nulstand heeft. Reserve Manden Maken Vooralsnog wordt e r v a n uitgegaan dat in 2009 de financiële afwikkeling van het investeringsfonds plaatsvindt. Mocht er toch een overloop van middelen naar 2010 zijn, wordt dat via een begrotingswijziging ingebracht. Reserve Regionaal Platform Verkeersveilqheid De reserve is bestemd voor de financiering van niet-gedekte activiteiten van het platform Bestemminqsreserve WWB Sociale Dienst Drechtsteden Voor inkomensvoorziening in het kader van de wet WWB is afgesproken om tekorten en overschotten regionaal te verevenen. De maximale omvang van de reserve is vastgesteld op € 4,5 miljoen. Bestemminqsreserve Minimabeleid De SDD voert regiobreed het geharmoniseerde minimabeleid uit. Het betreft een open eind regeling, aanvragen kunnen niet worden afgewezen vanwege een budgettair tekort. Om die reden is de reserve gevormd, met een maximum van € 300.000. Bestemminqsreserve Inburgering Sinds 1januari 2007 is de Wet Inburgering (WI) van kracht. Voor het uitvoeren van de WI ontvangt de SDD financiële middelen van het Rijk. Aangezien het Rijk eerst op basis van prestaties afrekent met gemeenten, ontstaan er voor- en nadelen in de prijzen die uiteindelijk met de SDD worden verrekend. Voor het opvangen van deze financiële consequenties is deze reserve gevormd, met een maximum van € 800.000. Bestemmingsreserve WMO huishoudelijke verzorging De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is sinds 1januari 2007 van kracht. Voor de Drechtsteden is voor de huishoudelijke verzorging één verordening vastgesteld. Ook hier is sprake van een open eind regeling, waarbij het budgetrisico bij de SDD ligt. Om die reden is een reserve opgebouwd, met een maximale opvang van € 5,0 miljoen. Exploitatiereserve IBP Het Ingenieursbureau Drechtsteden is een dienstverlenende organisatie waarbij het financieel resultaat in belangrijke mate wordt bepaald door de beschikbaarheid van opdrachten, de capaciteitsinzet van de medewerkers en de beheersing van de kosten. De exploitatiereserve is bestemd voor het opvangen van schommelingen in het jaarlijkse exploitatieresultaat, en is gemaximeerd op € 100.000. Exploitatiereserve SCP De reserve is gevormd uit het rekeningresultaat 2007, om incidentele financiële tegenvallers op te vangen. De maximale opvang is € 1,2 miljoen, 3% van het begrotingstotaal. Exploitatiereserve GBD De reserve is gevormd om incidentele financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Conform de notitie reserves en weerstandsvermogen is de maximale omvang € 150.000, 3% van het kostentotaal van het werkapparaat. Exploitatiereserve OCD De reserve is gevormd om incidentele financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Conform de notitie reserves en weerstandsvermogen is de maximale omvang € 100.000.
48
Risico's Algemeen Kredietcrisis In 2008 is een bedrag van € 7,0 miljoen als deposito weggezet bij de IJslandse Landsbanki. Tijdens de kredietcrisis is die bank in de problemen geraakt, waardoor het bedrag niet is terugontvangen. Ten laste van het resultaat 2008 is in verband hiermee een voorziening gevormd van € 1,4 miljoen. Er is een risico dat die voorziening onvoldoende blijkt te zijn en dat een groter deel uiteindelijk oninbaar blijkt. Apparaatskosten Bij de jaarrekening is gebleken dat de apparaatskosten van de GRD-onderdelen zijn toegenomen. In een aantal gevallen heeft dat tot kostenoverschrijdingen geleid. Een belangrijk deel van die hogere kosten is structureel van aard en hangt samen met de vastgestelde verdeelsleutels voor de bijdragen aan het SCD. In de begroting 2010 is nog geen rekening gehouden met de structurele doorwerking van de hogere apparaatskosten. In 2009 vindt nog een nadere analyse plaats, op basis waarvan bij de actualisering van de begroting 2010 in de Drechtraad van december 2009 voorsteen tot begrotingswijzigingen zullen worden gedaan. Manden Maken Er is nog geen zekerheid over de omvang van de bijdrage van de Provincie Zuid-Holland. De onzekerheid bedraagt een bedrag van € 10 miljoen. Hierdoor bestaat een risico voor de continuïteit van de uitvoering van het vastgestelde programma. Sociale Dienst Drechtsteden Door de economische teruggang zal een groter beroep worden gedaan op de sociale dienst, voor inkomensondersteuning, minimabeleid, schuldhulpverlening. Effecten hiervan voor 2010 zijn nog niet duidelijk en ook niet in de begroting opgenomen. Ingenieursbureau Drechtsteden Het resultaat van het Ingenieursbureau Drechtsteden wordt vooral bepaald door de hoogte van de omzet. Met de eigenaren, de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht, zijn over de omzet garantie-afspraken. Daarnaast zijn de positie en vooruitzichten van het Ingenieursbureau gunstig, maar er is een risico dat het gunstige beeld zich niet voortzet. Servicecentrum Drechtsteden Het SCD levert met ingang van 1 april 2008 ondersteunende diensten aan de zes deelnemende gemeenten, de regio Zuid-Holland Zuid, en de GR Drechtsteden. De eerste jaren van het SCD wordt gewerkt aan het kwalitatief op niveau brengen en het verbeteren van de dienstverlening. Daarnaast is het SCD verantwoordelijk voor het uitvoeren van belangrijke delen van het regionaal ÏP&A programma, die moeten leiden tot en geïntegreerde en gestandaardiseerde ICT-infrastructuur. Het bijbehorende investeringsprogramma loopt tot en met 2010. Om te komen tot het vereiste niveau van dienstverlening zullen extra kosten gemaakt moeten worden. Hiervoor is binnen de SCD-begroting ruimte in de vorm van een post onvoorzien. Risico bestaat dat de extra te maken kosten groter blijken te zijn dat waarmee tot nu toe rekening is gehouden.
3,2 Bedrijfsvoering Algemeen. Na de overgang van het Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten naar de regio Zuid-Holland Zuid, per 1juli 2009, bestaat de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) uit de volgende 6 organisatie-onderdelen (GRD-dochters): Bureau Drechtsteden, Sociale Dienst Drechtsteden, Ingenieursbureau Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden, Gemeentebelastingen Drechtsteden en het Onderzoekcentrum Drechtsteden. De groei vanaf de operationele start per 1januari 2007 uit zich in een organisatie met een exploitatiebegroting van circa € 238 miljoen en een formatieomvang van ongeveer 820 fte.
49
Samenwerking. Bij de vormgeving van de GRD is en blijft het eigenaarschap van de gemeenten verankerd. De GRD blijft als organisatie dicht bij de gemeenten staan, waardoor de onderlinge verhoudingen en de samenhang tussen gemeenten en de GRD verder worden versterkt. Dit is ook te zien in de Netwerkdirectie Drechtsteden, die in de rol van het ambtelijk eigenaarschap van de GRD de primaire verantwoordelijkheid heeft voor het in goede samenhang doen functioneren van het gehele netwerk van de diverse gemeentelijke organisaties en de GRD (de zogenaamde 3 e dimensie). Maar ook dieper in de organisaties vinden de ambtelijke vertegenwoordigers elkaar, bijvoorbeeld in afstemmingsoverleg tussen de concerncontrollers van GRD en gemeenten, in de vorming van een Georganiseerd Overleg met de vakbonden op niveau van het netwerk en het streven naar een vorm van medezeggenschap binnen het netwerk. In beide laatste voorbeelden heeft de oprichting van het SCD zijn nut al bewezen, door verschillende belangen en prioriteiten bijeen te kunnen brengen. Planning en control. Het xxin control" zijn van concern en organisatieonderdelen is een belangrijke doelstelling binnen de bedrijfsvoering. Hiermee worden het hebben en hanteren van goede informatievoorziening en sturingsmechanismen bedoeld, waarmee een goede uitvoering van de programma's kan worden bereikt. Maar naast het "beheer op orde" is naleving van wetgeving, verordeningen en regelgeving van belang: compliance richt zich op actueel zijn, op borging van afspraken en op integriteit van bestuur en organisatie. Control en compliance zijn essentiële onderdelen van het te voeren kwaliteitsbeleid. Vanaf 2008 wordt hieraan meer dan de gebruikelijke aandacht gegeven, onder andere door de gestage opbouw van een adequate organisatie op concernniveau. De verdere uitwerking ervan krijgt in 2010 hoge prioriteit binnen de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering. De inrichting van de P&C-cyclus voor de GRD met zijn eigen wettelijke termijnen en voor zover mogelijk en gewenst - het op elkaar laten aansluiten van de cycli van GRD en gemeenten is in volle gang. Sturing en beheersing bestaan uit (interne) regelgeving en verordeningen, borging en naleving ervan, alsmede uit informatie en verantwoording. In 2007 en 2008 zijn als basis voor een ordentelijk opereren diverse verordeningen en kaders vastgesteld, zoals de verordeningen 212 en 213, het financieringsstatuut, de nota reserves en weerstandsvermogen en de verordening bijdrageregeling gemeenten. Uit oogpunt van actualiteit zijn of worden deze verordeningen inmiddels herzien en bijgewerkt. Sinds 2008 zijn de 4- en 8-maandse Marap in de Drechtraad aanleiding tot het al dan niet bijstellen van beleid en middelen en zijn deze zogenaamde "afwijkingenrapportages" onderdeel van het rechtmatig handelen van de Gemeenschappelijke Regeling. Vanaf het ontstaan van de GRD is het de bedoeling geweest een centrale stafeenheid "Concerncontrol en compliance" als brede control (businesscontrol) binnen de GRD te vormen. Het ging daarbij om meer dan louter financiële control en daarmee dus ook onder andere control op processen, op P&O en op juridische aangelegenheden. Met de inrichting ervan is in 2008 voorzichtig gestart. Uitgangspunt is nog altijd een "lean and mean" in te richten organisatieonderdeel, waardoor de algemene overhead beperkt kan blijven tot het hoogstnoodzakelijke en tegelijkertijd de belangrijkste risico's in beeld gebracht en aangepakt kunnen worden. De groeiende GRD-organisatie bracht intussen een toename van de financiële risico's. In samenhang met de ontwikkelingen binnen de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid is gezocht naar een oplossing van die toenemende kwetsbaarheid voor beide regelingen. Medio 2009 zullen voorstellen over een gezamenlijke stafeenheid Control zijn uitgewerkt. Afhankelijk van de daaruit voortvloeiende besluitvorming zal de verdere versterking van Control en compliance al dan niet gezamenlijk met de GR ZHZ met een kwalitatief goede en in omvang beperkte formatie worden ingevuld.
50
Binnen de topstructuur van de GRD zijn inmiddels enkele aanvullingen aangebracht om mee te kunnen blijven bewegen met de in ruim 2jaar sterk gegroeide GRD en de toenemende risico's. Zo is ter versterking van de beheersing op concernniveau een concerndirecteur vanuit de NDD aan de GRD toegevoegd. Het hybride karakter van de invulling (zowel in NDD als in GRD-directie) geeft de verbinding van de NDD weer bij het wel en wee van de GRD. In 2010 wordt het bij de GRD passende instrumentarium van planning en control verder uitgebouwd. Voor monitoren en bijsturen van de bedrijfsvoering wordt een sturingsmodel ontwikkeld met kengetallen en prestatie-indicatoren. Als voorbeeld hiervan geldt het instrument van de P-budgettering. Daarnaast worden verbeteringen voorbereid in sturingsmechanismen en bijstellingen, waar gebruik gemaakt gaat worden van interne audits. Ook de verbetering van de informatie (meer dan cijfers alleen) in de P&C-documenten wordt onder de loep genomen, zodat binnen een beperkte capaciteit toch voldoende informatie voor bestuur beschikbaar kan komen. Tenslotte wordt ook het instrument van de (brede) doorlichting ingezet om, evenals dat in 2009 al is gebeurd, een beter onderbouwde afweging en inzet van beleid en middelen te bewerkstelligen. Risicomanagement. De begrotingsomvang van de GRD bedraagt € 238 miljoen (exploitatie). De financiële impact van de aan deze begroting verbonden diensten ligt echter vele malen hoger. Gestructureerd risicomanagement draagt bij aan beheersing van de risico's en verkleint de kans op financiële tegenvallers. De GRD heeft een beperkte weerstandscapaciteit om tegenvallers op te vangen. Personeel en organisatie. In 2009 is de 2 e ronde van de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden uitgevoerd, nadat in 2008 en 2009 al de belangrijkste rechtspositionele regelingen waren samengesmeed tot een geheel voor alle medewerkers in de GRD en de Drechtstedengemeenten. In 2010 zal zo nodig aanvulling en actualisering ervan plaatsvinden. Het in 2006 ter voorbereiding van de vorming van de GRD in overleg met de vakbonden vastgestelde Regionaal Sociaal Plan loopt tot eind 2010 en zal dus in het komende jaar herzien moeten worden. Onderdeel van de beraadslagingen van destijds was de vorming en positionering van het Loopbaancentrum Drechtsteden, dat bij de herziening opnieuw een aandachtspunt zal zijn. In 2009 is het HRM-beleid uitgewerkt en vastgesteld, ook nu weer voor het hele netwerk van de Drechtstedengemeenten en de GRD. Met de ontwikkeling van het HRM-beleid en het daarbij behorende instrumentarium geven wij uitdrukking aan het grote belang dat wij hechten aan een optimaal functionerende combinatie van organisatie en medewerkers. Het verder door te ontwikkelen HRM-beleid voor 2009-2010 bestaat uit de volgende thema's: Functiebouwwerk Arbeidsmarktbeleid Personeelsgesprekken Competentiemanagement Gezondheidsbeleid Opleiden en ontwikkelen Leiderschap Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid Integriteit. Ook hier geldt weer dat kaderstelling het meest succesvol is als in samenspraak met de verschillende gemeenten direct kan worden overgegaan tot algemeen aanvaarde kaders voor zowel GRD als de gemeenten.
51
In 2010 zal organisatiebreed de invoering van het kwaliteitsbeleid worden uitgerold. Als voertuig hiertoe geldt onder andere het landelijk bekende INK-model. Gestreefd wordt naar afstemming met de Drechtstedengemeenten, zodat het proces van kwaliteitsverbetering op onderdelen gezamenlijk kan worden uitgevoerd.
Medezeggenschap en Georganiseerd Overleg. Met de in 2008 ingestelde Centrale Ondernemingsraad (COR) voor het overkoepelende GRD-niveau en de binnen alle organisatieonderdelen fungerende ondernemingsraden (OR) is de medezeggenschap binnen de GRD ingericht. In 2009 is ter ondersteuning van de medezeggenschap en verbetering van de processen een ambtelijk secretaris aan de COR toegevoegd. Binnen het gehele netwerk van de Drechtsteden is er behoefte aan afstemming op de bij alle gemeenten en GRD spelende medezeggenschapszaken. Dit heeft begin 2009 geleid tot het experiment van de netwerkmedezeggenschap, waarbij zaken binnen één gremium voorbereid kunnen worden in plaats van op 7 afzonderlijke plaatsen. In het aldus gevormde netwerk van ondernemingsraden binnen de Drechtsteden (NORD) vindt deze afstemming nu plaats. Bij goede ervaringen wordt dit experiment in 2010 verder doorontwikkeld. Eind 2008 heeft op het niveau van het Drechtstedennetwerk een eerste Georganiseerd Overleg plaatsgevonden, waarin vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers overleg plegen over de (materiële) zaken die de rechtspositie van medewerkers betreffen, zoals organisatieveranderingen, Regionaal Sociaal Plan, functiebouwwerk, rechtspositionele regelingen. Het zogenoemde Netwerk Georganiseerd Overleg (NGO) bereidt ten behoeve van het gehele Drechtstedennetwerk van GRD, de Drechtstedengemeenten en ZHZ de overeenstemming over rechtspositionele zaken voor. Het te vormen onderhandelingsakkoord kan vervolgens via het Drechtstedenbestuur aan de onderscheiden organisaties om instemming en bekrachtiging worden voorgelegd. Daarmee is een landelijk unicum (een soort mini-LOGA) ingesteld, dat een vicieuze cirkel van herhaald onderhandelen op verschillende niveaus kan voorkomen en bijdraagt aan een uniforme rechtspositie in de Drechtsteden. De doorontwikkeling van dit NGO zal in 2010 hoge prioriteit hebben, waarbij de herziening van het Regionaal Sociaal Plan voor de Drechtsteden, de positie en ontwikkeling van het Loopbaancentrum Drechtsteden en de completering van de uniforme rechtspositie voor de Drechtsteden belangrijke aandachtspunten zullen zijn. Voor specifieke bedrijfsvoeringsaspecten per GRD-dochter wordt verwezen naar de toelichting bij de desbetreffende begrotingsprogramma's.
3.3 Financiering In 2007 is het financieringsstatuut vastgesteld. Het financieringsstatuut is in overeenstemming met de bepalingen van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDo). In 2009 wordt het financieringsstatuut aangepast, mede naar aanleiding van de ervaringen tijdens de kredietcrisis. Die ervaringen hebben er ook toe geleid dat het Drechtstedenbestuur tijdelijk stengere eisen heeft gesteld bij het uitzetten van gelden, dan in het financieringsstatuut opgenomen. Zo is een beperkte lijst vastgesteld met partijen waarbij geld kan worden uitgezet; die partijen moeten aan een hogere rating voldoen. In het financieringsstatuut zijn de doelstellingen van de financiële functie aangegeven en uitgewerkt: beheren van financiële risico's; zorgdragen voor effectief en efficiënt kasbeheer;
52
minimaliseren van de financieringskosten; zorgdragen voor een goed relatiebeheer. Financiële risico's Renterisico's kunnen worden onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld en dat van de vaste schuld. In de Wet Fido is een norm gesteld voor het maximum bedrag waarvoor kortlopende financieringsmiddelen, met een looptijd korter dan één jaar, aangetrokken mogen worden. Deze norm, de kasgeldlimiet, bedraagt 8 , 2 % van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming. Voor 2010 is de kasgeldlimiet derhalve 8,2% van € 238 miljoen, is € 19,5 miljoen. De gemeenschappelijke regeling is verplicht eens per kwartaal aan de toezichthouder (Provincie Zuid-Holland) een rapportage te verstrekken over de liquiditeitspositie. Ook voor het renterisico op de vaste schuld is in de Wet Fido een norm gesteld. Deze norm, de renterisiconorm, bedraagt 2 0 % van de stand van de vaste schuld per 1januari: het renterisico is aanvaardbaar in de tijd gespreid indien per saldo niet meer dan 2 0 % van het bedrag aan opgenomen leningen in één jaar aan renteaanpassing onderhevig is. Dit heeft tot doel te voorkomen dat bij de herfinanciering van leningen grote schokken in de hoogte van de rente ontstaan. Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden beschikt over voldoende liquide middelen, waardoor geen kortlopende of langlopende financieringsmiddelen hoeven te worden aangetrokken. Kredietrisico's Kredietrisico's kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er risico dat wordt gelopen op verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Deze risico's worden door de Wet Fido ingeperkt door middel van te stellen voorwaarden aan marktpartijen en financiële producten. In het financieringsstatuut is hiertoe opgenomen dat partijen moeten beschikken over een A-rating volgens Standard & Poors, of een A2-rating volgens Moody's. Daarnaast kunnen uitzettingen plaatsvinden bij deelnemende gemeenten en bij woningcorporaties aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Verder is een kredietrisico aan de orde bij borgstellingen. Dit is een meer indirect kredietrisico. GR Drechtsteden zal geen borgstellingen verstrekken. Kasbeheer De treasuryfunctie kasbeheer zorgt voor een efficiënte inrichting van de bankrekeningstructuur en maakt gebruik van de verschillende betaalinstrumenten. Op basis van een korte liquiditeitsplanning worden de liquiditeiten beheerd, waarbij met kasgeld en deposito's het saldo naar nul wordt gestuurd. Financieringskosten De financieringskosten worden mede bepaald door de rentetypische looptijd en de beschikbaarheid van de leningen. Mogelijkheden voor alternatieve financiering worden onderzocht indien die tot lagere financieringskosten kunnen leiden. Van belang is dat de marktpartijen waar leningen worden opgenomen maatschappelijk aanvaard zijn. Relatiebeheer Het relatiebeheer heeft betrekking op het onderhouden van marktrelaties met banken en financiële instellingen, en is van belang om ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te monitoren.
53
3.4 Onderhoud kapitaalgoederen De Drechtraad heeft in de vergadering van december 2008 de notitie activeren en afschrijving vastgesteld. In de notitie is vastgesteld wanneer activa worden gevormd en op welke wijze afschrijvingen plaats vinden en met welke termijnen. GR Drechtsteden heeft kapitaalgoederen in de vorm van een investering in de kantoorpanden die worden gebruikt voor huisvesting van Sociale Dienst, Ingenieursbureau, en Servicecentrum. GRD sluit met de eigenaar, de gemeente Dordrecht, een huurcontract voor de periode van 15 jaar. Voor de kantoorpanden wordt in de loop van 2009 een MeerjarenOnderhoudsPlan opgesteld op basis waarvan preventief onderhoud zal plaatsvinden en de jaarlijkse onderhoudskosten kunnen worden vastgesteld en beheerd. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten worden op basis van het aantal formatieplaatsen omgeslagen naar de gebruikers van de panden, en zijn dus opgenomen in de begrotingsprogramma's van desbetreffende GRD-dochters. Daarnaast heeft de GRD ICT-activa, en investeert de komende jaren verder daarin. Het Service Centrum exploiteert de regionale ICT-infrastructuur en stelt deze beschikbaar aan de deelnemende gemeenten, de regio Zuid-Holland Zuid, en de GR Drechtsteden zelf. Dejaarlijkse kapitaals- en onderhoudslasten zijn in het begrotingsprogramma van het SCD verwerkt. Voor onderhoud en vervanging worden planningen opgesteld. Verder heeft de GRD activa in de vorm van investering in de gebouwinrichting, zoals meubilair, en in software bij de Sociale Dienst en bij het Ingenieursbureau.
54
4.
FINANCIËLE BEGROTING
4.1
Recapitulatie programmabegroting en meerjarenraming (bedragen x € 1.000)
I
I
73 T-
O
o
O
1
1
1
O
O
o
CD
I
O
1 O I o
O O CO
I
LO
1°^
to ™ I
O
o
1 o
1
o o
1
1 O
CD
O
I°
o
o
1
1
I
o o
<5?°
1 C7> 1
C
~
E 1 "5
o
I
1^
o o
1
1
CD x—
o
o o
o o
I """!
LO
I I
1° 1 °1 1 °1
1 1
1°
1 CN
o o
o
CD
I
o
1 °
1
J o
o o
1 -o 1 «o
I O I O
1
O
LO
1
I
OD
o
o co
1
I
o o
LO
I
CD
1
°1
o
CD
I
LO
I^
ir>
1 1^
1 c
1 ^ 1 ro
o
CM
1
1
xf co
o co
CM
CD
CD
oo LO
1^
1 1
o
LO
to
1
CM
o co oo oó
xjxr
5
CD CD
co _j
o
O CO
°
c
o
CO
O
1 CM
oo LO
r^
LO
^
°H
1
CD xf
CD
CD
O o
°
o
LO
1
o o
oo I h- 1 oo I co I
LO
co
*°-
CM
x—
O
o o
LO
LO 1
o
O
co 1
1^1
LO
oo
CD
1° 1
1 °°1 1 ^ 1 °o I
o
1^
CC
c
<°.
1 co 1 n
LO
CD
m
o o
1 °o 1 *to
O O 1 x—
xf
oo
I
o x—
I
CN
o
1 CD
1° 1°
1 ^ 1 CD
1 — 1 IE 1
3
CD CM
"co CO
LO
LD CO xf CM
o hoo co'
O CD
xr
xr
OD
o xi-
o
o o
•^ 1
CD
CD
co co
cö
CM
CD
CO CM
CM
CD
1 fl>
DÜ
c
O
o M-.
3 V)
LO CO CM
CM
CD
co _J
xj;
CD
co oo
o o ^r
xr
o
CD
xjx}; x—
CM
o
O
CD CM CO CO CM
CD x~-
o
i
^1 CD
LO
h- 1 CO
co CM
x— CD
O
oq
co c/3
CN
CO 1^ O CD
CM
co
o
LO CO
CM
co
CD
OO CO
o
CM
oq
co co oo
x— 1
LO
LO 1
x— I
CD O
o
i
CD
1
1 °o
1 CD
1° 1
^
—
1 "«0 1 1 •— 1 1 "co 1
o: f
rz 1
CD CD
CM
0) 1
"co I CQ
xr
CM
CD ^CO
CD LD
co LO CM
LO
CM
CD
oo co °°. co
OO LO
CO
CO 1 LO 1
CM
co
CM
°S
CD O C
H
OO LO CM
oo LO CM
1 c= 1 1 co 1
"CD
_J 1
co oo
C7> CD
CM
1^
o co
in
CD
CM
CD
CD CO LO CM*
O CO
xjoó
CO LO
co oo co co
I
er
I
ta
O I Is- 1
CM OD
-
OO 1 CO 1
CM
CD CD CO CM LO CM
OO I co I LO I
CD O
cd I LO I CM 1
c CZ 1 CD
cz
CD
3
3 Ie
c
CO
1
CO
I
CD O CL
I I 1
C CD
±£
o e1 Q
CO
Z5
CQ
1
Q "co er
cz
CD
"°
b
:>
co 'o o
CZ CO
Q
CD
E CD
co CD l_ ZJ
CD 1
°
CD
TD Ü) 00 JZ
CD
CD
3 • o 31 3 x: 3 I o
CD "O
O
~cL CD
— =3 CO CD Z3 CÜ
ZJ CO CD
ZJ 1 X) to 1
=3 1 CD
'er CD CD
CZ J
"° 3
XT
I
CD
TD
3 co j
°
JZ
CD I
Q
CD
Q
"co
E ZJ
"cz I CD CD O CD
C/3
•— TD CD c. co I co CD CO
«, 55
e 1
3 Ie
Ü CD u
Q
E
1
CD CD •o "O
I 1 1 1
E CO
I
CD I C 1
1^ I Z3
CD
° CD
CD
T3 C
O
j^: CD "O CD c CD
1 I I 1 1
E
5
CD I CD I
I
CD C
E E 3 "co CD
JD O
> "co
3 "3 I
co I CD
CD I
C I CD I c I
E E
3 1 "co I
CD I
3 1
E E
3 1
"co CD JD CO £Z
3 I
1o 3 "5
co I CD I
ai
"co I
"5 I QC I
I I I 1 1
co 1 CD I
Mutaties in de reserves In de baten voor 2010 zijn de volgende bedragen opgenomen afkomstig van een onttrekking aan de reserves, Zie hiervoor ook het overzicht van de reserves in de paragraaf weerstandsvermogen in hoofdstuk 3. Programma
Reserve
Bedrag x € 1.000
Bureau Drechtsteden
510
Bureau Drechtsteden
6.012
Bestemmingsreserve BWS Bestemmingsreserve BLS
Aan de bestemmingsreserve BWS wordt jaarlijks de middelen toegevoegd waarop geen bestedingsverplichting meer rust. Voor 2010 is dit nog niet in de begroting opgenomen. I n c i d e n t e l e baten en lasten De saldi van de meerjarenramingen worden niet beïnvloed door incidentele baten en lasten. In begroting 2010 zijn de volgende incidentele baten en lasten opgenomen (bedragen x €
1.000): Programma
Incidentele baten (+ ) en lasten (-) x € 1.000
Algemene dekkingsmiddelen
Toelichting
Algemeen renteresultaat
+ 1.100
Niet opgenomen zijn incidentele lasten en baten die met elkaar samenhangen en elkaar compenseren.
4.2 Algemene dekkingsmiddelen Het Algemene renteresultaat wordt in de begroting opgenomen als algemeen dekkingsmiddel.
Lasten
2010 Baten
0
1.100
bedragen x € 1.000 Renteresultaat
Saldo 1.100
Saldo 2011
Saldo 2012
Saldo 2013
1.000
900
800
De Algemene rente wordt gevormd door: Opbrengst van uitgezette liquide middelen. De liquide middelen hangen samen met gevormde reserves en de vooruit ontvangen/ nog niet bestede subsidies. De calculatorische rente op de geactiveerde investeringen. Conform de financiële kadernota wordt hiervoor gerekend met 5% rente. De algemene rente wordt vooralsnog binnen de begroting beschikbaar gehouden als algemeen dekkingsmiddel.
4.3 Resultaatbestemming Zoals uit de begrotingscijfers blijkt heeft de GRD een positief saldo, dat bestaat uit het exploitatieresultaat van het Ingenieursbureau en het Algemene renteresultaat. Het positieve saldo van het Ingenieursbureau, begroot € 500.000, wordt geheel uitgekeerd aan de aandeelhoudende gemeenten, naar rato van de door die gemeenten gerealiseerd omzet. Het Algemene renteresultaat is vooralsnog beschikbaar als algemeen dekkingsmiddel.
56
4.4 Begrotingskaders en uitgangspunten De Drechtraad heeft in december 2008 de financiële kadernota 2010 vastgesteld. Daarbij geldt dat voor begroting 2010 de reële verwachte kostenstijgingen worden gehanteerd voor de aanpassing van budgetten en gemeentelijke bijdragen. Er is daarmee afgestapt van het principe om de ontwikkeling van het accres van het Gemeentefonds te volgen. In de financiële kadernota is vastgelegd dat voor begroting 2010 de ramingen uit september 2008 worden gebruikt. Vervolgens vindt eind 2009 een actualisering plaats op basis van de ramingen van september 2009. Deze actualisering wordt, in de vorm van een begrotingswijziging, ter vaststelling voorgelegd aan de Drechtraad van december
2009. Er zijn daarna geen aanpassingen meer; wijzigingen in de ramingen na september 2009 leiden niet tot een wijziging van de begroting 2010. In de financiële kadernota 2010 zijn dus de kostenstijgingen opgenomen volgens de ramingen van september 2008. Daarna zijn echter, in korte tijd, de economische ontwikkelingen en vooruitzichten aanzienlijk verslechterd, wat ook heeft geleid tot een fors neerwaartse bijstelling van de ramingen. Het is dan ook niet meer realistisch de ramingen uit de financiële kadernota te blijven hanteren. In plaats daarvan zijn nu de korte-termijn ramingen van het Centraal PlanBureau van december 2008 gehanteerd, met het volgende resultaat: loonkostenstijging: 2,80 % prijsstijging: 0,50% gemiddelde stijging lonen en prijzen: 2 , 1 1 % De gespecificeerde opbouw is als volgt Loonkostenstijging (loonvoet sector overheid) Primaire begroting 2009 4,00 % 3,20 %
Stijging 2008 Stijging 2009 Totaal nacalculatie
CPB december 2008 4,00 % 4,25 %
Stijging 2010
1,75 %
Primaire begroting 2010
Verschil
+ 1,05 % + 1,05 %
~
+ 1,75 % + 2,80 %
Prijsstijging (inflatie, cpi alle huishoudens) 1
Stijging 2008 Stijging 2009 Totaal nacalculatie
Primaire begroting 2009 2,00 % 2,50 %
CPB december 2008 2,50 % 1,50 %
Stijging 2010
1,00 %
Primaire begroting 2010
Verschil
+ 0,50% - 1,00 % - 0,50 % + 1,00 % + 0,50 %
De budgetten zijn voor 7 0 % loon- en voor 3 0 % prijsgevoelig, zodat bij de primaire begroting 2010 de kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen per saldo met 2 , 1 1 % stijgen ten opzichte van de primaire begroting 2009.
57
Ter vergelijking: in de financiële kadernota waren de volgende percentages opgenomen; Budgetontwikkelingen (Ionen, prijzen, rente) Loonkosten Op basis van de M a c r o Economische Verkenning (MEV) van september 2 0 0 8 w o r d t de loonkostenstijging voor de sector overheid geschat op 4 , 7 5 % . In begroting 2 0 1 0 w o r d t ook een nacalculatie over 2 0 0 8 en 2 0 0 9 toegepast: Loonkostenstijging (loonvoet sector overheid) Primaire begroting 2009 4,00 % 3,20 %
Stijging 2 0 0 8 Stijging 2 0 0 9 I Totaal nacalculatie
CPB MEV september 2008 4,00 % 4,75 % 4,75 %
Stijging 2 0 1 0 * Primaire begroting 2010
Verschil
+ 1,55 % + 1,55 % + 4,75 % + 6,30 %
* voor 2 0 1 0 w o r d t de CPB-raming voor 2 0 0 9 gebruikt Prijsstijgingen Voor prijsstijgingen w o r d e n de ramingen uit de septembercirculaire gemeentefonds gebruikt voor het desbetreffende begrotingsjaar. Prijsstijging (prijsontwikkeling BBP)
Stijging 2 0 0 8 Stijging 2 0 0 9 Totaal nacalculatie Stijging 2 0 1 0
Primaire begroting 2009 2,00 % 2,50 %
September circulaire 2008 2,24 % 3,58 % 0,75 %
Primaire begroting 2010
Verschil
+ 0,24 % + 1,08 % + 1,32 % + 0,75 % + 2,07 %
De budgetten zijn v o o r 7 0 % loon- en voor 3 0 % prijsgevoelig, zodat bij de primaire begroting 2 0 1 0 de k o s t e n b u d g e t t e n en gemeentelijke bijdragen per saldo met 5 , 0 3 % stijgen ten opzichte van de primaire begroting 2 0 0 9 .
58
4.5
Verdeelsleutels
Voor de bijdragen van de gemeenten in de kosten van de GRD-onderdelen worden de volgende verdeelsleutels gehanteerd. J Verdeelsleutel begroting 2 0 1 0
| Programma | Onderdeel | Bureau Drechtsteden 1Algemene inwonerbijdrage 1Regionaal Platform Verkeersveiligheid 1 Waterbus 1Bijdrage wonen 1 Voorrangscommissie 1 Klachtencommissie 1Natuuren Milieu Educatie Bijdrage uitvoeringskosten Wet Educatie en Beroepsonderwijs
1Inwoneraantal per 1j u l i 2008 1Inwoneraantal per 1j u l i 2008 1Gemeentefonds uitkeringsjaar 2008 versie 2 1Inwoneraantal per 1juli 2008 1Inwoneraantal per 1juli 2008 Inwoneraantal per 1juli 2008 1Inwoneraantal per 1j u l i 2008 I Inwoneraantal per 1j u l i 2008
| Sociale Dienst Drechtsteden Re-integratie Inburgering Programmakosten WEB Bijstandsverlening
1 1
1Rijksbudget WWB-werk * 1 Rijksbudget WI * Rijksbudget WEB * Rijksbudgetten WWB-inkomen, IOAW, IOAZ, BBZ Voorcalculatie per gemeente met toepassing 1 van kostenindexering Doeluitkering gemeentefonds 1 6 8 , 2 1 % van doeluitkering gemeentefonds 1 Voorcalculatie per gemeente met toepassing 1 van kostenindexering Voorcalculatie per gemeente met toepassing 1 van kostenindexering 5-jaars voorschrijdend gemiddelde WWB1 klantaantallen met toepassing van kostenindexering
Minimabeleid WMO-huishoudelijke verzorging Uitvoering WMO-HV WMO- ex WVG Schuldbemiddeling en budgetadvies Apparaatskosten
1Ingenieursbureau Drechtsteden
1
| Service Centrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket en additioneel pakket IP&A deelprogramma I B
| 1 |
1GemeenteBelastingen Drechtsteden
1
Afgenomen diensten
1 Aantal fte per 1januari 2009 Dienstverleningsovereenkomst Aantal werkplekken
1
1 1 1
Aantal aanslagregels 2008
OnderzoekCentrum Drechtsteden Manden Maken
1 I 1 1
Aantal fte per 1januari 2009 1
Algemene dekkingsmiddelen | Inwoneraantal per 1juli 2008 * met ingang van 2009 opgenomen in het participatiebudget
59
1
Nvt Nog vast te stellen
ROM-D
1
1 |
Er is bij de hantering van de verdeelsleutels één afwijking ten opzicht van de financiële kadernota: het werkplektarief voor IP&A deelprogramma I B van het SCD moet worden gebaseerd op het aantal werkplekken per 01-01-2009. De werkplekinventarisatie is echter nog niet afgerond. Daarom zijn nu de oorspronkelijk, geschatte, aantallen uit het strategisch IP&A-plan gebruikt. Bij de actualisering van de begroting 2010, in de Drechtraad van december 2009, vindt alsnog een correctie plaats op basis van de uitkomsten van de inventarisatie.
4.6
Personele sterkte en personeelskosten 1 aantal fte
Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden 1Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
24,5 280,9 74,5 374,4
1 Personeels- 1 kosten x ÏOOO € 1.761 € 16.053 € 4.652 € 22.062
Kosten per fte x 1 € 71.900 € 57.100 € 62.400 € 58.900
55,5
€
3.187
€ 57.400
14,6
€
968
€ 66.300
824,4
60
€ 48.683
€ 5 9 . 1 0 01
5.VASTSTELLING Alsontwerpbegroting aangeboden aan en vastgesteld door hetdagelijks bestuur op23april2009.
Hetdagelijks bestuur van deGemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Desecretaris,
De voorzitter,
GJ. Vogelaar
R.J.G. Bandell
AlgemeenBestuur Vastgesteld door hetalgemeen bestuur van deGemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 17juni2009.
Degriffier,
Devoorzitter,
61
Bijlage: Bijdragen per gemeente (bedragen x € 1.000)
sz o o
u. "O
co ra
c
o H
CL
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Sociale Dienst Drechtsteden Reintegratie Kinderopvang Educatie en Beroepsonderwijs Inburgering Bijstandsverlening Minimabeleid WMO-HV WMO -ex WVG Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&Adeelprogramma 1B
184 3 33 5 4 27 4 4
1.154 17 300 30 23 169 28 23
245 3 33 6 5 36 6 5
309 4 56 8 6 45 7 6
233 3 45 6 4 34
433 6 89 11 8 64 10
2.559 37 556 67 50 375 56 50
837 8 223 161 2.625 178 1.669 1.030 5 62 980
20.473 324 1.554 2.362 43.010 2.931 10.878 6.058 42 401 16.163
471 19 237 182 1.240 105 1.325 870 5 49 576
1.216 7 338 314 4.108 257 2.023 1.149 5 75 1.418
1.095 17 276 219 2.828 219 2.275 1.060 5 84 1.209
2.747 56 572 643 8.942 523 4.147 1.958 8 153 2.882
26.839 431 3.200 3.881 62.753 4.213 22.317 12.125 70 824 23.229
1.229
9.605 1.398 1.575 2.139
1.328
2.141
1.554
2.746 174
295
324
262
545
18.603 1.572 1.575 3.747
2.642
486
504
506
816
4.954
617
86
139
102
175
1.198
182
Gemeentebelastingen Drechtsteden 79
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Totaal
9.532 123.916
62
7.613 14.459 12.041
27.716 195.281