Concept financieel kader 2016-2019 Inleiding Voor u ligt het financieel kader van de Veiligheidsregio Fryslân (VRF) voor de jaren 2016 tot en met 2019. Volgens artikel 28 van de gemeenschappelijke regeling biedt het dagelijks bestuur aan de raden van alle Friese gemeenten vóór 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan de betreffende periode het ontwerp financiële kader aan, waarna de raden hun zienswijze kenbaar kunnen maken. Een en ander dient te leiden tot vaststelling van het kader vóór 15 maart aanstaande. Het doel hiervan is het vaststellen van de financiële kaders die voortvloeien uit het vastgestelde meerjarenbeleidsplan, alsmede de verwerking van autonome, niet-beleidsrelevante effecten zoals inflatie en loonontwikkeling. De uitgangspunten zoals vastgesteld in dit kader dienen als basis voor de opstelling voor de meerjarenbegroting 2016-2019. Terugblik en totstandkoming huidige kader Het financieel kader tot en met 2014 is tot stand gekomen door aan het oorspronkelijke kader 2014 (VRF vóór regionalisering) de kaders voor Samen Naar 1 Brandweer (SN1B) toe te voegen. Een en ander heeft geleid tot een integrale begroting 2014 die in juni 2014 is vastgesteld door het algemeen bestuur. Deze begroting dient als startpunt van het kader van de nieuwe organisatie vanaf 2014. Hieraan is het kader van 2015 toegevoegd, met de herijking van het basistakenpakket JGZ en de autonome ontwikkelingen. Oorspronkelijk kader vóór regionalisering Voor de oorspronkelijke organisatie (tot en met 2014) was het uitgangspunt een begrotingstotaal van € 38,6 miljoen, en bijdrage in het nadelig saldo van € 24,3 miljoen door de Friese gemeenten. In 2014 is het laatste deel (€ 180.000) van de bezuinigingsoperatie 2010-2014 van in totaal € 2,6 miljoen, verwerkt. Daarnaast is door de Veiligheidsregio in de periode 2011-2013 € 1,6 miljoen resultaat terugbetaald. Al met al heeft de Veiligheidsregio Fryslân in deze periode ruim 7% meer bezuinigd dan het geval zou zijn met ‘trap op – trap af’. Tot slot houden de gemeenten nog ca € 4 miljoen over aan de uitkering van het OOV deel van het gemeentefonds na bijdrage aan de Veiligheidsregio. De autonome ontwikkelingen (loon- en prijseffecten) zijn in 2014 verwerkt als verhoging van de bijdrage. Kaders voor uitvoering van de regionalisering Tijdens het traject SN1B zijn de kaders voor de regionalisering vastgesteld, wat uiteindelijk heeft geleid tot de noodzakelijk begrotingswijzigingen. Samen met de oorspronkelijke begroting vormt deze het totale kader van de nieuwe organisatie. De regionalisering heeft geleid tot een expansie van de begroting 2014 naar € 64,7 miljoen, met een gemeentelijke bijdrage van € 50,3 miljoen1. De overige inkomsten komen uit de Brede Doeluitkering Rampen en Crisis (BDUR) a € 8 miljoen en additionele inkomsten € 6,3 miljoen (o.a. Reizigers, Maatwerk-afspraken, Forensische politiezorg, etc). Bij de vaststelling van deze begroting is de brandweer een taakstelling opgelegd van € 1 miljoen, die in 2014 is ingevuld en verwerkt. Ontwikkelingen 2015 In het financieel kader van 2015 is voor autonome ontwikkelingen vooralsnog de nullijn opgelegd, waarbij de indexering voor materiële lasten van € 350.000 niet in rekening kan worden gebracht in het nadelig saldo, deze is thans nog als additionele taakstelling opgenomen. Dekking hiervan wordt overigens grotendeels gerealiseerd met het financieringsresultaat van jaarlijks € 280.000. Daarnaast is voor de loonontwikkeling conform verzoek van het AB de nullijn in de begroting gehanteerd, waarbij is aangesloten bij het standpunt van VNG voor de Cao-onderhandelingen 2013-2015. De uiteindelijke uitkomst van de Cao-onderhandelingen 2013-2015 leidt ertoe dat de lasten structureel toenemen met € 700.000 per jaar (peil per 1 april 2015). 1
Totale stand van de begroting na 8-maandsrapportage 2014, inclusief uitwerking taakdiscussie brandkranen
Conform verordening is de nota Weerstandsvermogen opnieuw opgesteld, samen met de nota Reserves en Voorzieningen. Beide documenten worden in maart 2015 in het AB behandeld. Na projectmatige heroverweging van de risico’s ook n.a.v. de komst van de brandweer zal middels de nota Weerstandsvermogen worden voorgesteld om de Algemene Reserve met € 200.000 te verlagen (incl jaarresultaat 2013 betekent vaststelling een vrijval van € 294.000) en de post ‘Rampen en crisis’ te laten vervallen a € 500.000. Naast de hierboven genoemde niet-beleidsrelevante ontwikkelingen is besloten tot een herijking van het basistakenpakket JGZ per 1 januari 2015. Dit heeft geleid tot een overdracht van uitkering aan gemeenten naar de VRF om de toename in het nadelig saldo van € 660.000 te dekken. Vooruitlopend op het dekkingsvoorstel wordt hier alvast het voornemen vermeld de lasten in 2015 incidenteel te dekken uit het te verwachten resultaat van 2014. Hiermee wordt voorkomen dat uw reeds vastgestelde begrotingen gewijzigd worden.
Ontwikkelingen meerjarenbeleidsplan 2016-2019 (A) Ontwikkelingen GGD In het meerjarenbeleidsplan GGD 2015-2018, te behandelen in het AB van maart 2015, wordt een tekort gesignaleerd in de formatie van infectieziektenbestrijding en medische milieukunde. Het op het juiste niveau brengen van de formatie heeft een structureel effect van € 220.000. Ontwikkelingen Brandweer In de periode 2009-2012 heeft de brandweer onderzoek gedaan naar eigen prestaties. Tijdens het proces van regionalisering is afgesproken de uitkomsten na de regionalisering op te pakken. Voor deze verbeterslag wordt incidenteel € 1,2 mln gevraagd. Het beleidsplan Brandweer Fryslân 20152018 zet de koers in naar een toekomstig bestendige brandweerzorg in Fryslân. Dit wordt ingezet vanuit twee sporen: verder bouwen aan de staande organisatie én doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg. Binnen de begroting zal gezocht worden naar structurele herallocatie van middelen a € 800.000 om invulling te geven aan het beleidsplan en de kwaliteit te borgen en daarmee structureel budgetneutraal te werken. Ontwikkelingen Crisisbeheersing De afdeling Crisisbeheersing is op dit moment doende de structuur zodanig te wijzigen, dat deze beter aansluit op de geleverde diensten. Deze transitie en de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 20152018 vindt budgetneutraal plaats. Ontwikkelingen organisatie VRF De VRF staat voor de uitdaging om in een sterk veranderende omgeving inhoud en vorm te geven aan Veiligheid en Gezondheid. Omdat beide terreinen niet exclusief tot het aandachtsgebied behoren van de VRF, is samenwerken in steeds meer wisselende verbanden noodzakelijk. Dit doet een groot appèl op het persoonlijke leiderschap van onze medewerkers en leidinggevenden. Hiervoor is een programma opgenomen van € 300.000. Berenschot heeft een onderzoek uitgevoerd naar de optimalisatie van de omvang en inrichting van de directie en ondersteunende diensten van de VRF. De uitkomst laat zien dat de Veiligheidsregio Fryslân ‘lean and mean’ is maar gezien de verdubbeling in omvang risico’s loopt in de aansturing op effectiviteit en efficiency. De accountant PWC heeft deze stelling in de managementletter van 2014 onderschreven. De behandeling van de Berenschotrapportage in de vergadering van het Algemeen Bestuur is geknipt in twee delen. Het voorstel met betrekking tot de optimale inrichtingstructuur voor de directie (Berenschot deel 1) is in het Algemeen Bestuur van 27 november 2014 behandeld (budgetneutraal). Berenschot deel 2 geeft aan dat er sprake is van een aantal risico’s op vooral het gebied van Juridische zaken, Finance & Control en P&O. Om na de groei van de organisatie te kunnen blijven voldoen aan o.a. wettelijke kaders en inzicht en sturing van de organisatie op zowel inhoud als financiën, wordt structureel € 620.000 gevraagd. Hiermee is de Veiligheidsregio Fryslân nog steeds ‘lean and mean’ maar heeft het de risico’s afgewend. De notitie met betrekking tot de overhead (Berenschot deel 2) ligt voor in het Algemeen Bestuur van maart 2015.
Autonome, externe ontwikkelingen waarvan de effecten bekend zijn (B) Volgens artikel 5a van de financiële verordening past de VRF een indexatie toe voor inflatie van materiële kosten en voor loonontwikkeling. Naast deze (jaarlijks terugkerende) autonome ontwikkelingen is er in 2015 sprake van de invoering van de werkkostenregeling. Indexatie van materiële kosten De ontwikkeling van het prijsindexcijfer wordt geschat op 1%, deze wordt definitief bepaald aan de hand van het werkelijke prijsindexcijfer (CPI) volgens het CBS op 1 februari aanstaande. Het effect van deze indexatie is structureel € 285.000. Indexatie van loonkosten De huidige CAO, die in augustus jongstleden is afgesloten, heeft een looptijd tot eind 2015. Met ingang van 2016 is derhalve een nieuwe CAO noodzakelijk. Voor de indexatie van de loonkosten wordt vooralsnog gerekend met de norm die de rijksoverheid hanteert voor haar ambtenaren, namelijk 1,25%. Het structurele effect van deze verhoging voor de VRF is € 400.000. Werkkostenregeling Met ingang van 1 januari 2015 wordt de werkkostenregeling van kracht. De gevolgen van de invoering van de VRF zijn door ons onderzocht. Hieruit blijkt dat de regulier aanwezige kostenvergoedingen en werknemersfaciliteiten passen binnen de forfaitaire ruimte die hiervoor beschikbaar is. De vrijwilligersvergoeding voor de brandweer zorgt echter voor een overschrijding: tot nu toe konden de in de CAO opgenomen netto-vergoedingen ook zonder loonheffing worden uitbetaald, de staatssecretaris heeft echter aangegeven dat dit vanaf 2015 niet meer per definitie het geval is. Vanuit Brandweer Nederland is landelijk aan de staatssecretaris een onderbouwd verzoek aangeleverd om de kosten blijvend aan te merken als vrijgesteld, dit is echter vooralsnog afgewezen. De verplichte brutering zorgt voor een jaarlijkse last voor de VRF van € 300.000. Rente op financieringen Als gevolg van de regionalisering is het bedrag aan vreemd vermogen fors gegroeid. Het kader voor de rentelasten die hiermee zijn gemoeid, is gebaseerd op een rente van gemiddeld 3,5%. De huidige portefeuille heeft een gemiddelde rente van 3,0%. Dit levert een structureel voordeel op van € 280.000. Autonome, externe ontwikkelingen waarvan de effecten (nog) niet bekend zijn (C) In de jaren 2016 tot en met 2019 wordt de veiligheidsregio geconfronteerd met enkele ontwikkelingen die zich zeker gaan voordoen, maar waarvan de uitwerking (en het effect) nog niet bekend is. Het betreft de ontwikkelingen rondom de landelijke meldkamer (inclusief OMS), de herijking van de rijksuitkering BDUR en de invoering van de vennootschapsbelastingplicht. Landelijke meldkamer Momenteel is het proces van transitie naar een landelijke meldkamerorganisatie (LMO) gaande, waaronder het onderzoek naar de kostenstructuur van de huidige meldkamers. Uit onze eigen analyse blijkt dat het risico groot is dat kosten die wij momenteel maken voor de huidige meldkamer, ca € 1,4 mln, substantieel lager zijn dan het bedrag dat Fryslân gaat bijdragen in de nieuwe LMO, va € 2,2 mln. Dit verschil, circa € 800.000, wordt waarschijnlijk gekort via het gemeentefonds. Daarnaast zullen de OMS-inkomsten (€ 200.000) wegvallen, aangezien die niet meer zullen toevloeien aan de veiligheidsregio. Invoering Vennootschapsbelastingplicht Met ingang van 2016 is de VRF belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Uit een eigen analyse voor de wet Markt en Overheid, vastgesteld in het AB van 27 november 2014, lijken de activiteiten ‘Reizigers’ en ‘Detachering’ zeker als Vpb-plichtig te worden aangemerkt. Dit kan leiden tot een daadwerkelijk op te leggen heffing, waardoor deze plusproducten minder zullen bijdragen aan de dekking voor wettelijke taken. Het effect wordt geschat op maximaal € 60.000. Herijking rijksuitkering BDUR
Op dit moment voert het ministerie van BZK groot onderhoud uit op het cluster openbare orde en veiligheid (OOV) van het gemeentefonds. Aangezien de verdeling van de rijksuitkering BDUR grotendeels is gebaseerd op dezelfde indicatoren, wordt deze tegelijkertijd onderzocht. Het risico is aanwezig dat het macrobudget van de BDUR (circa € 175 miljoen) op een andere wijze verdeeld gaat worden over de 25 veiligheidsregio’s. De bijdrage die VR Fryslân ontvangt (circa € 8 miljoen) kan derhalve wijzigen. Onzekerheden of risico’s Naast eerdergenoemde ontwikkelingen zijn er nog bepaalde risico’s die worden voorzien. Deze worden hieronder omschreven om zo maximaal inzicht te geven maar worden verder financieel nog niet meegenomen in het financiële kader. Aanbesteding arrestantenzorg Op dit moment loopt de aanbesteding van arrestantenzorg voor de Nationale politie. Samen met de GGD-en Groningen en Drenthe heeft de VRF ingeschreven. Onzeker is of de aanbesteding wordt gewonnen. Mogelijke omzetverlies is ca € 250.000 per jaar. Herinrichting GGD De GGD is bezig om de organisatie zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de veranderende omstandigheden. Doel is om gemeenten met de gebiedsteams zo goed mogelijk te bedienen. De incidentele lasten voor met name 2015 voor deze herinrichting zijn nog onbekend. Onderzoek ICT Na advies van de auditcommissie is op verzoek van het Dagelijks Bestuur een onderzoeksopdracht verstrekt naar het functioneren van de ICT. Dit onderzoek wordt in 2014 afgerond en zal leiden tot een rapport met aanbevelingen op het gebied van personeel, processen en techniek. Eventuele financiële consequenties worden pas dan bekend. Kapitaallasten brandweer Met de overname van de brandweer zijn materieel en huisvesting van gemeenten overgenomen conform de uitgangspunten zoals door het AB vastgesteld en in de begroting van de VRF verwerkt conform financiële verordening. Bij ongewijzigd beleid van de brandweer echter zal dit leiden tot een fors jaarlijks structureel tekort van nu ca € 1,3 mln vanwege het verschil tussen historische en vervangingswaarde van materieel en huisvesting. Nadere duiding zal dan ook plaats vinden na vaststelling van oa het dekkingsplan van de brandweer. Her allocatie structurele middelen brandweer In het meerjarenbeleidsplan van de brandweer is vermeld dat men in de periode 2015-2018 voor ca € 800.000 middelen structureel anders denkt in te zetten. Omdat het kwaliteitsplan nog moet starten, is nog niet duidelijk in welke mate dit realistisch is. Samengevat leiden bovenstaande ontwikkelingen (A,B,C) tot het volgende maximale meerjarenperspectief van de gemeentelijke bijdrage aan de VRF :
Maximaal meerjarenperspectief : Ontwikkelingen meerjarenbeleidsplan (a) Versterking GGD Kwaliteitsplan brandweer Ontwikkelingen Crisisbeheersing Versterking bedrijfsvoering Subtotaal Autonome externe ontwikkelingen zeker (b) Nieuwe CAO 2014/2015* Indexatie materiële kosten 2015* Werkkostenregeling Verwachte loonstijging 2016 e.v.* Financieringsresultaat Index materiële kosten 2016 e.v.* Vennootschapsbelasting Subtotaal
2015 110 0 0 310 420
2016 220 0 0 620 840
2017 220 0 0 620 840
2018 220 0 0 620 840
2019 220 0 0 620 840
2015 700 350 300 0 -280 0 0 1.070
2016 700 350 300 400 -280 285 60 1.815
2017 700 350 300 800 -280 570 60 2.500
2018 700 350 300 1.200 -280 855 60 3.185
2019 700 350 300 1.600 -280 1.140 60 3.870
* = Het is aannemelijk dat deze kosten vergoed worden via het gemeentefonds
Autonome externe ontwikkelingen onzeker © LMO OMS Herverdeling BDUR Subtotaal
2015 0 0 0 0
2016 0 0 ? 0
2017 800 200 ? 1.000
2018 800 200 ? 1.000
2019 800 200 ? 1.000
Totaal (a+b+c)
1.490
2.655
4.340
5.025
5.710
Zoals in de tabel reeds met een voetnoot opgenomen, is het aannemelijk dat Cao-stijgingen en indexering worden vergoed via het gemeentefonds en daarmee feitelijk budgetneutraal zijn voor gemeenten. Daarnaast is de ontwikkeling van de Landelijke Meldkamer weliswaar een autonome maar onzekere ontwikkeling. Met in acht name van deze twee punten, is na de maximale variant onderstaande tabel de weergave van de meest realistische variant: Meest realistische variant: Ontwikkelingen meerjarenbeleidsplan (a) Versterking GGD Kwaliteitsplan brandweer Ontwikkelingen Crisisbeheersing Versterking bedrijfsvoering Subtotaal
2015 110 0 0 310 420
2016 220 0 0 620 840
2017 220 0 0 620 840
2018 220 0 0 620 840
2019 220 0 0 620 840
Autonome externe ontwikkelingen zeker (b) Nieuwe CAO 2014/2015* Indexatie materiële kosten 2015* Werkkostenregeling Verwachte loonstijging 2016 e.v.* Financieringsresultaat Index materiële kosten 2016 e.v.* Vennootschapsbelasting Subtotaal
2015 700 350 300 0 -280 0 0 1.070
2016
2017
2018
2019
300
300
300
300
60 360
60 360
60 360
60 360
* = Het is aannemelijk dat deze kosten vergoed worden via het gemeentefonds
1.490
Totaal (a+b)
1.200
1.200
1.200
1.200
Voorstel tot dekking De dekking van deze uitzetting wordt u in 2 varianten voorgelegd, waarbij 2015 eerst volledig gedekt wordt vanuit het te verwachten resultaat 2014: 1. Alle structurele zekere effecten doorbelasten, incidenteel jaarlijks teruggeven; 2. Autonome zekere ontwikkelingen in rekening brengen, inhoudelijke ontwikkelingen 2016-2019 oplossen met incidenteel geld; Om het totaalbeeld helder weer te geven, is eerst ook de incidentele ontwikkeling in onderstaande tabel weergeven: 2015 2016 2017 2018 2019 Incidentele ontwikkeling Kwaliteitsplan brandweer 1.225 0 0 0 0 Leiderschap en cultuur 300 0 0 0 0 Incidenteel kapitaallasten brandweer 470-290 0 0 0 Incidenteel BTW voordeel materiaal BW 283-60 0 0 0 Prognose rekeningresultaat 2014 (8 mnds) 3.8500 0 0 0 Voorstel vrijval reserve reg. Brandweer 5640 0 0 0 Voorstel vrijval BDUR 980 0 0 0 Voorstel verkleinen Algemene reserve 2940 0 0 0 Voorstel opheffen 'Rampen en crisis' 5000 0 0 0 Totaal incidenteel 4.5343500 0 0 Met het beeld van de structurele en incidentele ontwikkelingen, worden de twee varianten aan u voorgelegd, uitgaande van de meest realistische variant: Optie 1. Alle structurele zekere effecten doorbelasten (a+b), incidenteel jaarlijks teruggeven Optie 1: A+B doorbelasten, I retour 2015 2016 2017 2018 Incidentele dekking uitzetting 2015 1.490 Verhoging gemeentelijke bijdragen (a+b)* 1.200 1.200 1.200 Incidentele ontwikkelingen 4.534Retour gemeenten -3.044 3500 0
2019 1.200 0
* = exclusief indexering lonen en prijzen
Voordeel: Nadeel:
Continuïteit dekking, helderheid financiering gemeenten en VRF Directe groei in kosten voor gemeenten Ontbreken prikkel scherpte in meerjarenbeleid
Optie 2. Autonome zekere ontwikkelingen in rekening brengen (b), inhoudelijke ontwikkelingen 20152018 (a) oplossen met incidenteel geld Optie 2: B doorbelasten, A Incidenteel 2015 2016 2017 2018 2019 Incidentele dekking uitzetting 2015 1.490 Verhoging gemeentelijke bijdragen (b)* 360 360 360 360 Incidentele dekking inhoudelijke keuzes (a) 840 840 840 840 Transport Jaar n+1 3.0442.554-1.714 -874 -34 Retour gemeenten 0 0 0 0 -34 * = exclusief indexering lonen en prijzen
Voordeel: Nadeel:
Prikkel om beleidskeuzes te bewijzen gedurende vier jaar Bij continuering beleidskeuzes direct dekkingsprobleem na vier jaar Financiering minder helder
Het dagelijks bestuur geeft nadrukkelijk de voorkeur aan optie 2. Afgezien van de jaarlijkse indexering voor lonen en prijzen impliceert deze optie de nodige financiële helderheid en rust voor de deelnemende gemeenten in de komende raadsperiode. Het dagelijks bestuur geeft daarbij aan de organisatie de opdracht mee de jaarlijkse kosten van de inhoudelijke keuzes (a) in deze periode via sturing op effectiviteit en efficiency te absorberen in de structurele begroting. Hiermee wordt
voorkomen dat de gemeenten in 2020 worden geconfronteerd met een forse verhoging van de bijdrage of beëindiging van activiteiten.
Technische uitgangspunten begroting Bovenstaande kaders leiden tot de volgende uitgangspunten voor de begroting 2016 (incl. wijzigingen 2015): - Uitzetting 2015 wordt gedekt uit rekeningresultaat 2014; - Herbevestiging van afspraken in de Financiële Verordening en daarmee: o Materiële kosten worden verhoogd met 1%; o Loonkosten worden verhoogd met 1,25%; - De rekenrente en de post te betalen rente worden aangepast naar 3%; - De benodigde incidentele middelen worden gereserveerd bij de resultaatsbestemming 2014, inclusief de uitgangspunten van de nota weerstandsvermogen. Het beslag op incidentele middelen wordt verwerkt in de begrotingen 2015 e.v.