Concept Begroting
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009
INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Inleiding
3
BELEIDSBEGROTING 2. Programmaplan
4
2.1 Veiligheidsbureau
5
2.2 GHOR
8
2.3 RBZW: Crisisbeheersing en rampenbestrijding
9
2.4 RBZW: Alarmcentrale / Verbindingen
12
2.5 RBZW: Opleidingen
14
2.6 RBZW: Projecten
15
2.7 RBZW: Lokale brandweerzorg
16
3. Paragrafen
17
3.1 Weerstandsvermogen
17
3.2 Onderhoud kapitaalgoederen
21
3.3 Financiering
22
3.4 Bedrijfsvoering
23
3.4.1 Personeel & organisatie
23
3.4.2 Financieel beheer
24
FINANCIËLE BEGROTING 4. Uitgangspunten begroting 4.1 Kadernota
25
4.1.1 Toelichting veiligheidsbureau
26
4.1.2 Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
27
5. Baten en lasten
6.
25
31
5.1 Overzicht baten en lasten
32
Besluit tot vaststelling
35
2
1.
Inleiding
De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is een samenwerkingsverband van de negen gemeenten, regionale brandweer (RBZW), geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en politie in deze regio. Het samenwerkingsverband is gericht op de multidisciplinaire voorbereiding en bestrijding van rampen en crises. Het Veiligheidsbestuur, gevormd door de negen burgemeesters van de gemeenten in de regio, is het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio en verantwoordelijk voor de multidisciplinaire samenwerking. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, die op 1 januari 2008 in werking is getreden. Met deze regeling draagt het Veiligheidsbestuur ook de organisatorische verantwoordelijkheid voor de GHOR, de RBZW en het Veiligheidsbureau. In onderstaand organogram zijn de onderlinge verhoudingen weergegeven:
N.B. De RBZW en GHOR vallen onder de gemeenschappelijke regeling en dus onder het Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (Veiligheidsbestuur genaamd). De politie valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Regionaal College (met koppeling naar Openbaar Ministerie). De gemeenten worden aangestuurd door hun Colleges van B&W.
Planning & Control cyclus De begroting 2009 is op een eerder tijdstip tot stand gekomen dan in de afgelopen jaren het geval was. Hiermee wordt voldaan aan de data voor oplevering die genoemd staan in de Gemeenschappelijke regeling waardoor de begroting eveneens op tijd kan worden ingediend bij de Provincie. Om dit traject ook in de toekomst soepel te laten verlopen is een nieuwe Planning & Control cyclus uitgewerkt die beter aansluit op de Planning & Control cyclus van de deelnemende gemeenten. De deelnemende gemeenten kunnen de regionale begroting dan tijdig in hun gemeentelijke begroting verwerken. In het verleden kwam de begroting altijd op een tijdstip dat de gemeentelijke begrotingen al waren vastgesteld.
3
De begroting 2009 is gebaseerd op de kadernota 2009. Deze kadernota is niet voor zienswijze aan de raden toegezonden. Dit is ook niet voorgeschreven in de gemeenschappelijke regeling, maar een zwaarder wegende reden om dit niet te doen is om aansluiting te vinden bij de vernieuwde P&C cyclus. Vanaf 2010 zal de kadernota wel voor zienswijze aan de raden worden aangeboden aangezien we het als organisatie belangrijk vinden dat de deelnemende gemeenten invloed hebben op het (financiële)beleid van hun Gemeenschappelijke regeling. De kadernota is vooraf besproken met het Commandanten Team (CT) en in het controllersoverleg. Het controllersoverleg is een nieuw in het leven geroepen adviesorgaan om gemeenten tijdelijk te kunnen informeren over de financiële stukken die in het bestuur worden behandeld, om draagvlak te creëren en om wederzijdse verwachtingen helder te krijgen. Zowel het CT als het controllersoverleg zijn adviesorganen.
2.
Programmaplan
Dit tweede hoofdstuk bevat een overzicht van de te realiseren programma’s en een beschrijving van de programmaplannen voor 2009. In de programmaplannen wordt per programma c.q. taakveld / product aangegeven wat de doelstellingen zijn voor 2009 en welke activiteiten en resultaten beoogd zijn om de doelstellingen te behalen. In het jaarverslag 2009 zal worden weergegeven in hoeverre deze doelstellingen al dan niet zijn gerealiseerd. In 2009 worden drie programma’s onderscheiden. Alleen het programma RBZW is uitgewerkt in een vijftal producten. Dit is in onderstaand overzicht schematisch weergegeven. Overzicht programma’s en producten Programma •
Veiligheidsbureau
•
GHOR
•
RBZW
Product
•
Crisisbeheersing en rampenbestrijding
•
Alarmcentrale / Verbindingen
•
Opleidingen
•
Projecten
•
Lokale brandweerzorg
4
2.1
Veiligheidsbureau
Programma Veiligheidsbureau
Algemene omschrijving Coördineren en ondersteunen van multidisciplinaire samenwerking. Activiteiten Uiterlijk 1 januari 2009 treedt de wet Veiligheidsregio's in werking. Op basis van deze wet worden
Beoogde doelstellingen / resultaten •
Ontwikkeling Wet Veiligheidsregio's/Convenant
kwaliteitseisen gesteld aan de prestaties van de regionale brandweer en de GHOR (geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen). Deze kwaliteitseisen zijn het belangrijkste middel om de crisisbeheersing en rampenbestrijding in Nederland, en dus ook in Zaanstreek-Waterland, eind 2009 op orde te hebben. Omdat momenteel nog niet alle kwaliteitseisen bekend zijn, is het nog niet duidelijk wat er precies nodig is in deze regio om aan de eisen te voldoen. Met de wet wordt beoogd de kwaliteit van de crisisbeheersing en rampenbestrijding in alle veiligheidsregio’s te verhogen van een 6 naar een 7+. De regio’s dienen per 1 januari 2010 het vereiste niveau bereikt te hebben. De minister acht regionalisering van de brandweer noodzakelijk voor deze kwaliteitsslag. Vooruitlopend hierop biedt zij de mogelijkheid om een convenant af te sluiten waarmee de regio alvast een aanvang kan maken met de kwaliteitsslag. Aan het convenant is voor de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland een vergoeding gekoppeld van 1,5 mln. euro over de periode van 1 juli 2008 t/m 31 december 2009. Aan het afsluiten van het convenant zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. besluit tot volledige regionalisering van de brandweer 2. uniforme rechtspositie van alle vrijwilligers en uniforme rechtspositie van alle beroepsbrandweermedewerkers 3. centrale inkoop van materieel en materiaal. Het Veiligheidsbestuur dient over het wel of niet aangaan van het convenant nog te besluiten. Daaraan voorafgaand vindt een bestuurlijke informatie- en discussieronde plaats.
5
In de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio
•
Uitvoering multidisciplinair
Zaanstreek-Waterland is vastgelegd dat voor de
werkprogramma 2009. Kwaliteit en
uitvoering van de taken van de veiligheidsregio jaarlijks
capaciteit van de uitvoering van de
een multidisciplinair werkprogramma wordt opgesteld
multidisciplinaire producten door de
en vastgesteld door het bestuur.
deelnemende diensten worden
Net als voor 2008 worden de basisactiviteiten van het
gewaarborgd via het
Veiligheidsbureau voor 2009 vastgelegd in het
werkprogramma.
multidisciplinair werkprogramma, dat medio 2008 wordt voorbereid en vastgesteld. In dit werkprogramma wordt per taakonderdeel zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de deskundigheid binnen de te onderscheiden kolommen. De projectorganisatie ondersteunt indien nodig de vaste kern van het veiligheidsbureau. Diverse ruimten worden gebruikt ten tijde van
•
grootschalige incidenten en rampen. Hierbij wordt een
In stand houden voorzieningen ROT/RBT/COH ruimten
onderscheid gemaakt tussen de overlegruimte die op de plaats incident wordt gebruikt (COH), de ruimte voor het regionaal operationeel team (ROT) en de ruimte voor het regionaal beleidsteam (RBT). In 2008 worden de nodige technische investeringen gedaan, zoals de verbinding met het programma Citygis van de alarmcentrale om deze ruimten op een adequaat niveau te brengen. In 2009 dienen de ruimten te worden voorzien van professionele werkplekken voor de diverse stafsecties, en dienen de ondersteuners van het ROT op het gebruik van alle voorzieningen te worden getraind. In 2008 zal de Algemene Doorlichting
•
Uitvoering verbetertraject Algemene
Rampenbestrijding (ADR) van start gaan. Dit is een
Doorlichting Rampenbestrijding
onderzoek naar de kwaliteit van de rampenbestrijding
(ADR)
in de regio, dat uitgevoerd wordt door de Inspectie
•
Afstemming van de
Openbare Orde en Veiligheid (IOOV). Het onderzoek
multidisciplinaire met de mono
verloopt via tussenkomst (liaison) van het
disciplinaire processen op het
veiligheidsbureau, maar gaat over de werkzaamheden
terrein van rampenbestrijding,
van alle hulpverleningsdiensten en gemeenten.
crisisbeheersing en grootschalig
De ADR bestaat uit drie delen. Na afronding van het
optreden.
eerste deel, de toetsing van de operationele hoofdstructuur (onder andere een documentstudie en een meldkamertest), wordt een verbetertraject opgesteld, alvorens gestart kan worden met het tweede deel. Op dit moment is nog niet bekend welke omvang het verbetertraject zal hebben. De ADR zal uiterlijk 1 januari 2010 afgerond moeten worden. In 2009 wordt rekening gehouden met eventuele extra kosten die voortvloeien uit het eerste deel van de ADR.
6
In 2008 wordt door het veiligheidsbureau een
•
multidisciplinair oefenbeleidsplan opgesteld. Bij multidisciplinaire oefeningen worden geneeskundige
Multidisciplinair oefenen (uitvoering multidisciplinair oefenbeleidsplan)
•
Het Veiligheidsbureau dient niet als
hulpverleners en functionarissen van gemeenten,
inspectieorgaan te functioneren,
brandweer en politie gezamenlijk geoefend in de crisis-
maar richt zich op ondersteuning en
en rampenbestrijding. Tot op heden is er sprake van
coördinatie in samenwerking.
los van elkaar staande oefeningen. Met het plan wordt beoogd er meer samenhang en verdieping in te brengen. Dit heeft tot doel de medewerkers beter voor te bereiden op de verschillende soorten crises en rampen die zich voor zouden kunnen doen, zowel met betrekking tot de eigen professionele inbreng als de benodigde samenwerking met de andere hulpverleners. Deze verdiepingsslag zal met name in 2009 plaatsvinden. Ter verbetering van de communicatie rond de
•
Content Management Systeem
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland in het algemeen
•
Een transparante en eenduidige
en de onderliggende organisatieonderdelen brandweer,
communicatie over de activiteiten
GHOR, veiligheidsbureau en meldkamer in het
van de Veiligheidsregio Zaanstreek-
bijzonder, wordt in 2008 een Content Management
Waterland.
Systeem (CMS) ten behoeve van de website, intranet en extranet voor de veiligheidsregio aangeschaft. Ten opzichte van de huidige situatie, waarin twee verschillende gedateerde en gebruikersonvriendelijke systemen naast elkaar werken, zal sprake zijn van een aanzienlijke kwaliteitsslag. Het in de lucht (kunnen) houden van het systeem vergt noodzakelijke onderhouds- en licentiekosten. Van oudsher levert de grootste gemeente de
•
Bestuursondersteuning
bestuurssecretaris voor de regionale brandweer (RBZW). Tot medio 2006 was hiervoor een fulltime medewerker van de gemeente Zaanstad beschikbaar. Daarna is dit ingevuld met een parttime functionaris. Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen, waarvan de realisatie van de Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland de belangrijkste is, is deze parttime inzet niet meer toereikend. In de afgelopen periode heeft er een verschuiving plaatsgevonden van taken naar de RBZW en het veiligheidsbureau, met als gevolg een onaanvaardbaar hoge werklast en een onduidelijke werkverdeling. Het is noodzakelijk om de ondersteuning van Veiligheidsbestuur en RMT helder te organiseren en te positioneren, bij voorkeur binnen het veiligheidsbureau, en dit op een professionele manier invulling te geven. Voor 2009 wordt hiervoor een uitbreiding van 0,8 fte geraamd.
7
2.2
GHOR
Programma GHOR Algemene omschrijving De GHOR draagt zorg voor de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en grootschalige ongevallen, met als doel mogelijke gezondheidschade bij (potentiële) slachtoffers zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken. Inhoudelijk wordt dit programma uitgevoerd door het GHOR bureau van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, op basis van een bestuurlijk convenant dat tussen de beide veiligheidsregio’s is afgesloten. Dit convenant heeft een looptijd van 3 jaar (2008-2010). Het niveau van dienstverlening is gebaseerd op het niveau 2007. Indien het ambitieniveau wordt verhoogd, zal dit gevolgen hebben voor de hoogte van de (gemeentelijke) bijdrage, die gedurende de looptijd van het convenant op een vast bedrag is gesteld. Activiteiten Uitvoering spoedeisende medische hulpverlening
Beoogde doelstellingen / resultaten •
Medische opvang voor gewonden. Door de taken en activiteiten van de ketenpartners (ziekenhuizen, ambulancediensten, huisartsen etc) op elkaar af te stemmen en ervoor te zorgen dat zij goed opgeleid en geoefend zijn, wordt een adequate hulpverlening aan slachtoffers geboden.
Uitvoering psychosociale hulpverlening
•
Collectieve en psychosociale opvang van de direct en indirect betrokkenen bij een ongeval of ramp. Met de uitvoering van dit programma wordt beoogd de psychosociale gevolgen voor getroffenen van ongevallen of rampen zoveel mogelijk te beperken.
Uitvoering preventieve openbare gezondheidszorg
•
Bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen of rampen met een gevaar voor mens en milieu, om zo (extra) gewonden of verergering van het letsel te voorkomen. Een belangrijke doelstelling binnen het kader van dit programma is het verminderen en zo mogelijk opheffen van de negatieve effecten die ontstaan als gevolg van dreiging en/of uitbraak van pandemieën op het gebied van infectieziekten en bio-terrorisme
8
In de planvorming staat dan ook de ontwikkeling van draaiboeken centraal (bijvoorbeeld op het terrein van grieppandemie).
2.3 RBZW: Crisisbeheersing en rampenbestrijding Programma Crisisbeheersing en rampenbestrijding Algemene omschrijving Het programma Crisisbeheersing en rampenbestrijding omvat alle beleidsmatige (wettelijke) taken van de regionale brandweer die gebaseerd zijn op de veiligheidsketen (proactie t/m nazorg) met uitzondering van de taken die uitgevoerd worden binnen de programma’s Opleidingen en Alarmcentrale / Verbindingen. 2008 staat in het teken van herijking van taken en beleid vanwege de ontvlechting in 2007, de komst van het Veiligheidsbureau en de versterking van de afdeling naar aaanleiding van de kadernota. Dit is gebeurd naast de uitvoering van de “reguliere” werkzaamheden. 2009 zal het jaar zijn van de implementatie en uitvoering van de herijkte taken en beleid. De verwachting is dat de organisatie eind 2009 in staat zal zijn de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland op een effectieve, efficiënte en daadkrachtige wijze te voorzien van adviezen en ondersteuning op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. 1
De activiteiten op het gebied van Crisisbeheersing en rampenbestrijding bestaan uit : Risicobeheersing Risicobeheersing betreft het adviseren over bestaande en nieuwe mobiele, stationaire en/of tijdelijke activiteiten die veiligheidsrisico’s en effecten tot gevolg hebben. Het beslaat de taakvelden pro-actie en preventie. Het doel van risicobeheersing is het beheersmatig maken van de fysieke veiligheidsrisico’s in de regio Zaanstreek-Waterland tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Operationele Voorbereiding Operationele voorbereiding betreft de (operationele) voorbereiding op grootschalig en bijzonder optreden. Hieronder vallen diverse taakvelden, waaronder operationele planvorming, afstemming van brandweerzorg binnen de regio, beheer operationele leiding etc. Het doel van operationele voorbereiding is om de brandweerkorpsen binnen de regio adequaat voorbereid te hebben om in grootschalig verband effectief op te kunnen treden voor de bestrijding van rampen en crises. Bestuurlijke voorbereiding Bestuurlijke voorbereiding betreft de bestuurlijke voorbereiding van rampen en crises. De regionale brandweer ondersteunt en adviseert het Veiligheidsbestuur en de individuele gemeentebesturen over de wijze waarop de gemeenten binnen de regio zich adequaat kunnen voorbereiden op hun rol binnen de rampen- en crisisbestrijding. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Veiligheidsbureau onder andere door middel van het verzorgen van bestuurlijke rampenoefeningen en het opstellen van beleid.
1
Voor deze begroting wordt volstaan met een korte samenvatting van de taken die binnen de diverse taakvelden
9
Taakveld Risicobeheersing Hoofddoelstelling Het beheersmatig maken van de fysieke veiligheidsrisico’s in de regio Zaanstreek-Waterland tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Subdoelstellingen
Beoogde activiteiten / resultaten
Uitvoering geven aan PUEV II
•
Advisering externe veiligheid
•
Zie PvA PUEV II
2
Alle adviesaanvragen worden in behandeling genomen
•
De gegeven adviezen zijn op tijd, kwalitatief goed en afgestemd met de desbetreffende gemeente
Advisering Vuurwerkbewaarplaatsen en -
•
evenementen
Alle adviesaanvragen worden in behandeling genomen
•
De gegeven adviezen zijn op tijd, kwalitatief goed en afgestemd met de desbetreffende gemeente
Advisering (complexe) ruimtelijke plannen
•
De belangen van de brandweer zijn op een juiste wijze geborgd in het gemeentelijke planvormingsproces
Coördinatie van preventiebeleid
•
Unificatie van de vertaling van formele regelgeving preventie op regionaal niveau
•
Het preventiebeleid wordt op tactisch en strategisch niveau afgestemd binnen de regio
•
Versterken van regionale samenwerking op preventiegebied
Taakveld Operationele voorbereiding Hoofddoelstelling Het adequaat voorbereiden van de brandweerkorpsen binnen de regio om in grootschalig verband effectief op te kunnen treden voor de bestrijding van rampen en crises. Subdoelstellingen
Beoogde activiteiten / resultaten
Het ontwikkelen en harmoniseren van het
•
Draaiboek(en) brandweer (regionaal).
regionale preparatiebeleid, inclusief werkwijzen
•
Vastgesteld preparatieniveau Zaanstreek-
en procedures. Het coördineren en faciliteren van de organisatie
Waterland •
Vervolgproject GRIP
van de rampenbestrijding, zowel mono- als
(= Gecoördineerde Regionale
multidisciplinair.
IncidentbestrijdingsProcedure). •
Coördinatie en beheer specialistische taken
•
Het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC)
regio Zaanstreek-Waterland is volledig ingericht, toegerust en continu beschikbaar.
2
worden uitgevoerd. Vastgesteld door het Veiligheidsbestuur i.o. op 19 september 2005.
10
•
Versterking kwaliteit operationele leiding
•
Uitvoering geven aan het oefenbeleidsplan voor wat betreft: o
Operationele leiding
o
Ondersteunende functies in de rampenbestrijding
o
Vertaling landelijke ontwikkelingen naar regionaal niveau
o
Unificatie gemeentelijke oefeningen op regionaal niveau
•
Beschikbaarheid en bruikbaarheid van materieel en materiaal ten behoeve van de rampenbestrijding (keuringen volgens normen, vervangingen, reparaties).
•
Coördinatie en beheer regionale BOTorganisatie
Het coördineren van de waarschuwing van de
•
bevolking bij rampen.
Geoefendheid van meetploegen (8 oefeningen per jaar).
•
Beschikbaarheid en bruikbaarheid van apparatuur en materialen voor meetploegen (keuringen volgens normen, vervangingen, reparaties).
•
Beschikbaarheid en bruikbaarheid van het Waarschuwing- en AlarmeringSysteem (testen sirenes: 12 maal per jaar).
•
Beschikbaarheid en bruikbaarheid van het Nationale Meetnet Radioactiviteit.
Het voorkomen en bestrijden van ongevallen
•
met gevaarlijke stoffen (OGS).
Uitgebrachte adviezen inzake OGS (NB: het aantal adviezen is afhankelijk van de vraag)
•
Geoefendheid en bijscholing van de ROGS (per jaar 4 multidisciplinaire oefeningen en 2 maal bijscholing op het NIFV).
•
Beschikbaarheid en bruikbaarheid van OGS-materieel en -materiaal (keuringen volgens normen, vervangingen, reparaties).
Inzicht hebben in kwaliteitsniveau rampenbestrijding
•
Medewerking verlenen aan Algemene Doorlichting Rampenbestrijding
11
Taakveld Bestuurlijke voorbereiding Hoofddoelstelling Het adequaat voorbereiden van gemeentebesturen op het uitvoeren van hun rol binnen de rampenen crisisbestrijding. Subdoelstellingen
Beoogde activiteiten / resultaten
Inzicht hebben in kwaliteitsniveau
•
Medewerking verlenen aan Algemene
•
Het houden van 9 GRIP 3 oefeningen (GBT-
rampenbestrijding Oefenen van gemeentelijke rampenstaven
Doorlichting Rampenbestrijding
(GBT/GMT) op de uitoefening van hun rol bij
GMT-ROT).
grootschalige calamiteiten
•
RBT oefeningen (GRIP 4 niveau)
Vertalen van landelijke en regionale
•
Uitvoering beleidsvoornemens Regionaal
•
Vertaling ontwikkelingen Wet
beleidsinitiatieven naar regionaal beleid
Beheersplan Rampenbestrijding. Veiligheidsregio’s.
2.4 RBZW: Alarmcentrale / Verbindingen Programma Alarmcentrale / Verbindingen Hoofddoelstelling Het tijdig en accuraat alarmeren van brandweereenheden in de regio Zaanstreek-Waterland Subdoelstellingen
Beoogde activiteiten / resultaten
Het 24 uur per dag, 7 dagen in de week
•
bedienen van de meldkamersystemen.
Continue paraatheid en geoefendheid van de centralisten. Zowel binnen de GMK als piketcentralist ter ondersteuning van de Officier van Dienst Brandweer op de plaats incident.
•
Opstellen relevante werkinstructies en zorg dragen logboeken
•
Meedraaien in multi -en monodisciplinaire oefeningen, ter bevordering van inzichten in incidentafhandeling en informatieuitwisseling.
•
Jaarlijks 10 trainingsdagen centralisten
•
Organiseren van 2 themadagen gerelateerd
organiseren aan samenwerking met partners in het operationele proces, met als doel de informatie-uitwisseling te verbeteren en efficiëntere inzet van repressieve brandweereenheden •
Activiteiten producten die voortkomen uit de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding die in het voorjaar van 2008 van start gaat.
Het beheren en onderhouden van de meldkamer
•
Opstellen meerjarenopleidingsplan.
•
De meldkamersystemen zijn continu
12
- en overige alarmeringssystemen (d.m.v. dagelijkse controles, vervangingen, reparaties,
beschikbaar en bruikbaar. •
operationele testen, etc.).
Het radio en televisiesignaal -onderbrekingssysteem van RTV-NH is beschikbaar en bruikbaar.
•
Het Waarschuwing en Alarmering Systeem (WAS) is beschikbaar en bruikbaar.
•
Het Nationaal Meetnet (NMR) is beschikbaar.
Het te allen tijde accuraat uitvoeren van de
•
meldkamer piketten.
Piketroosters voor centralisten en piketcentralisten zijn opgesteld en verspreid voor aanvang van het begrotingsjaar.
•
Piketdienst voor 1 centralist ten behoeve van AC, VC-COH, RCC en OVD.
Het adviseren over, het beheren en het
•
onderhouden van alle systemen e.d. op het gebied van operationele ICT.
Benodigde hardware en software zijn continu beschikbaar en bruikbaar.
•
Aanwezige hardware en software zijn up to date.
•
Aanspreekpunt voor leveranciers inzake
Het adviseren van de Regionaal Commandant
beheer meldkamersystemen GMK
en partners over de wijze waarop systemen
gerelateerd aan de RBZW.
ingezet kunnen worden ten behoeve van een
•
Advisering over alarmering, bereikbaarheid
effectieve en efficiënte uitvoering
en informatie-uitwisseling ten behoeve van
hulpverlenende diensten.
rampenstaven
Het beheren en onderhouden van de
•
verbindingsmiddelen (dagelijkse controles,
De verbindingsmiddelen zijn continu beschikbaar en bruikbaar.
vervangingen, reparaties, etc). Het beheren en bemensen van de VC2 en COH
•
(in samenwerking met Brandweer Wormerland).
Rooster voor bemensing van de VC2 in samenspraak met de afdeling Crisisbeheersing en Rampenbestrijding
Het initiëren en doorontwikkelen van
•
Verbeterde uitwisseling van operationele
operationele ICT systemen,
informatie naar de korpsen, snellere
(o.a., incidentrapportages, op afstand digitale
alarmering rampenstaven, Uitwijk naar de
beschikbaarheid procedures (OPF), City Gis,
GMK Noord Holland Noord, Fall back
Alert)
systemen voor uitval P2000 en C2000
Coördineren en bewaken van
•
Uitvoering geven aan eisen gesteld in het
beveiligingsaspecten op het gebied van C2000.
beveiligingsplan C2000, monitoren van
Knelpunten signaleren en terugkoppelen naar de
beveiligingsmaatregelen en hierover
regionaal commandant en lokale
adviseren aan verantwoordelijke partners
commandanten. Instructie gebruik C2000 apparatuur aan
•
gebruikers lokale brandweerzorg.
Voorkomen van verkeerd gebruik apparatuur en naleving vastgestelde procedures op gebied van gebruik C2000.
•
Voorkomen van miscommunicatie gedurende operationele activiteiten.
13
2.5 RBZW: Opleidingen Programma Opleidingen Hoofddoelstelling Het aanbieden en verzorgen van brandweeropleidingen (- bijscholingen) en het afnemen van brandweertoetsen/-examens tot en met het niveau van Brandmeester. zie ook Brandweerwet 1985/artikel 4.4b Subdoelstellingen
Beoogde activiteiten / resultaten
Het aanbieden van brandweeropleidingen
•
Opstellen opleidingsbrochure
(- bijscholingen). Het verzorgen van brandweeropleidingen voor
•
de brandweermedewerkers in de regio. Het vernieuwen/wijzigen van het
Ca. 19 cursussen op 5 niveaus met ca. 370 deelnemers in het opleidingsjaar 2008/2009.
•
Omzetten lesmateriaal/-methodiek,
brandweeronderwijs op basis van het Besluit
ontwikkelen en implementeren van andere
Kwaliteit Brandweerpersoneel en het nieuw in te
roosters, bijscholen van instructeurs,
voeren “competentiegericht opleiden”.
aanstellen van trajectbegeleider(s) en leerwerkplekbegeleiders.
Het Competentiegericht Opleiden voor Officieren
•
C.O.O. borgen in de RBZW zodat er
(C.O.O.) invoeren + mogelijk maken binnen de
aangesloten kan worden bij de landelijke
RBZW
ontwikkelingen. Benodigde (deel)fte is afhankelijk van het aantal deelnemers/0,5 fte per 10 á 15 cursisten. Het betreft hier trajectbegeleiders, berekend volgens de norm die het NIFV afgeeft.
Het uitvoeren van het ESF subsidietraject ter
•
Het verkrijgen van ESF subsidiegelden
verbetering en ontwikkeling van de kwaliteit
subsidietraject ter verbetering en
brandweerpersoneel.
ontwikkeling van de kwaliteit brandweerpersoneel. Dit ondermeer voor de modulaire brandweeropleidingen voor de lokale en regionale brandweer. Een eerder traject liep tot januari 2008. Nu deelname aan een aansluitend subsidietraject voor de periode 2008-2013. Hiertoe dient administratieve ondersteuning (0,3 fte) te worden aangetrokken.
Het voorwerken/ten uitvoer brengen van een
•
Implementatie van de bijscholing
door BZK geïnitieerde bijscholing bevelvoerders
bevelvoerders “Veilig Repressief Opleiden”
“Veilig Repressief Optreden”.
(periode 2008-2009)
Overgang op software pakket
•
Regiobreed implementatie van het
“Veiligheidspaspoort” in plaats van Silitrain en
softwarepakket Veiligheidspaspoort. Dit
Registar.
ondermeer om uniform gegevens te kunnen uitwisselen/opslaan. Tevens koppeling maken naar CBSrapportages en Alarmcentrale voor registratie uitrukuren in oefenpaspoort deelnemer).
14
Het beheren en exploiteren van oefencentrum
•
“De Kubus” te Purmerend.
Helderheid hebben in wie eigenaar is van de Kubus en wie het beheer doet en wie exploiteert. Sluitende exploitatie realiseren, bijv. door extra verhuur door acquisitie. Hiertoe dient formatie vrij gemaakt te worden.
Beheer en onderhoud Opleidingsmateriaal/-
•
Inzetbaarheid garanderen.
materieel.
2.6 RBZW: Projecten Project Trots Hoofddoelstelling
Een mijlpaal in de korte geschiedenis van de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) is de ontvlechting van Brandweer Zaanstad uit de regionale organisatie. Per 1 juli 2007 houdt de RBZW zich primair bezig met de eigen kerntaken, en heeft de gemeente Zaanstad weer een eigen dienst brandweer. Deze verandering heeft voor de RBZW tevens geleid tot een nieuw organisatiemodel en een gewijzigde bezetting van de leidinggevende posities. Voor het nieuwe managementteam (MT) zijn de situatie per 1 juli en de diverse landelijke en regionale ontwikkelingen aanleiding voor het bepalen van een koers voor de periode van 07-07-2007 tot en met 10-10-2010. Daarbij zijn hoofddoelen en bijbehorende kernwaarden geformuleerd. Om op koers te komen, is gekozen voor een projectmatige aanpak. De naam van het project is Trots. In het projectplan Trots worden de doelen, resultaten en randvoorwaarden van het project beschreven. Gekoppeld aan de uitvoering van het project zijn de realisatie van een communicatieplan en een plan van aanpak voor cultuurverandering, omdat communicatie en cultuurverandering onontbeerlijk worden geacht voor een succesvolle koers. Het project Trots heeft tot doel de vier geformuleerde hoofddoelen en bijbehorende kernwaarden te realiseren. Het project is geslaagd als het projectdoel op 10-10-2010 is bereikt en als de diverse betrokkenen - de bestuurders in het bijzonder - daar tevreden over zijn. Om de doelstelling te bereiken, dienen de volgende resultaten te worden opgeleverd: 1. een meerjarenbeleidsplan RBZW 2008-2010 (een meerjarenbegroting is hierbij inbegrepen) 2. de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan RBZW 2008-2010
Voor het opstellen van het meerjarenbeleidsplan zijn de vier geformuleerde hoofddoelen en bijbehorende kernwaarden leidend. De hoofddoelen zijn: 1. Verbeteren van de kwaliteit van de basisprocessen (m.n. crisisbeheersing en rampenbestrijding) 2. Samen met alle partners een gedeeld en (her)kenbaar normenstelsel formuleren 3. Meer samenwerking 4. Verbeteren van de klantgerichtheid van de ondersteunende en specialistische taken
15
De eerste drie hoofddoelen sluiten aan bij de eisen die de minister stelt aan de brandweer en de 3
veiligheidsregio en die medio 2008 worden vastgelegd in wetgeving . Het vierde hoofddoel is geënt op de eigen ambitie van de regionale brandweer om de dienstverlening meer af te stemmen op de wensen van de klanten. Om de hoofddoelen en kernwaarden te ondersteunen zijn twee motto’s geformuleerd. De motto’s geven het gevoel weer dat de medewerkers en de andere betrokkenen hebben bij de gedachte aan de RBZW. Op dit moment is dat gevoel er nog niet, het zal zich gedurende de loop van het project moeten ontwikkelen. Communicatie is hierin een bepalende factor. Voor de periode tot 10 oktober 2010 geldt het motto: Trots in verbondenheid Daarna moet er ook een Trotsvast vertrouwen in veiligheid zijn ontwikkeld in de regio ZaanstreekWaterland; een beleving die ook afstraalt op interregionaal en landelijk niveau.
2.7 RBZW: Lokale brandweerzorg Product Lokale brandweerzorg
Algemene omschrijving De medewerkers die uitsluitend werkzaamheden verrichten ten behoeve van de lokale brandweerzorg zijn in dienst bij de RBZW en gedetacheerd naar Brandweer Zaanstad. De medewerkers die voor beide organisaties werkzaamheden verrichten, worden middels een Service Level Agreement doorbelast naar Brandweer Zaanstad. Activiteiten Uitvoeren detacheringsovereenkomst.
Beoogde resultaten •
Leveren van kwalitatief goede medewerkers aan Brandweer Zaanstad.
Het voeren van een gemeenschappelijke bedrijfsvoering met Brandweer Zaanstad
•
Uitvoeren SLA bedrijfsvoering naar tevredenheid van de klant.
conform de SLA bedrijfsvoering.
3
Wet veiligheidsregio’s (kaders) en Algemene Maatregelen van Bestuur (kwaliteitseisen).
16
3.
Paragrafen
Dit hoofdstuk is onderverdeeld in een vijftal paragrafen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot de relevante beheersmatige aspecten voor de RBZW en het veiligheidsbureau. In het hoofdstuk wordt de GHOR verder niet betrokken, aangezien de afspraken daarover zijn vastgelegd in het bestuurlijk convenant. Het gaat hier om de volgende paragrafen:
3.1
•
Weerstandsvermogen
•
Onderhoud kapitaalgoederen
•
Financiering
•
Bedrijfsvoering
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorziening is getroffen. De weerstandscapaciteit kan worden onderverdeeld in structurele weerstandscapaciteit en incidentele weerstandscapaciteit. Structurele weerstandscapaciteit bestaat uit structurele middelen in de begroting waarmee financiele gevolgen van optredende risico’s kunnen worden opgevangen. Uit een inventarisatie blijkt dat de veiligheidsregio momenteel niet beschikt over een structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden aangewend. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat bij de veiligheidsregio uit de algemene reserve die per 31 december 2007 € 686 bedraagt (excl. resultaatbestemming 2007). De overige reserves zijn bestemd en kunnen dus niet zonder meer worden ingezet om niet-begrote kosten te dekken. Het beleid ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de Nota “Weerstandvermogen en Risicomanagement”, van de gemeente Zaanstad (mei 2005). Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit dienen de relevante risico’s organisatiebreed volgens een uniforme (in de nota uitgewerkte) systematiek te worden geïnventariseerd en gekwantificeerd. De verzameling van gekwantificeerde risico’s wordt omgerekend tot een bedrag dat benodigd is om de risico’s financieel af te dekken. Het bedrag dat benodigd is, is de beschikbare weerstandscapaciteit. Wanneer deze weerstandscapaciteit niet van voldoende omvang is, kunnen de deelnemende gemeenten voor onverwachte “verrassingen” komen te staan. Het begrip risico is gedefinieerd als de kans op een gebeurtenis met een direct financieel gevolg dat niet is afgedekt in de begroting. De risico’s die bestaan binnen de veiligheidsregio zijn nog niet gekwantificeerd, dat wil zeggen dat de kans van optreden en het financiële gevolg bij optreden van de gebeurtenissen nog niet zijn ingeschat. Daarnaast is er eveneens nog geen risicosimulatie uitgevoerd. Dat is een statistische benadering die ervan uitgaat dat de risico’s zich nooit allemaal in hun maximale omvang voordoen, en allemaal op hetzelfde moment.
17
Aangezien een aantal risico’s nauwelijks financieel te vertalen is, zoals politiek-bestuurlijke risico’s, wordt de risicoparagraaf uitgesplitst in financiële risico’s en overige risico’s (bestuurlijk / politiek). Voor de financiële risico’s is er al wel een indeling in klasse (cf. de methodiek van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement) gemaakt voor zowel de relatieve kans van optreden als het relatieve gevolg hiervan. Relatieve kans: Score 1
Gebeurtenis doet zich minder dan 1 maal per 10 jaar voor.
Score 2
Gebeurtenis doet zich 1 maal per 5 -10 jaar voor.
Score 3
Gebeurtenis doet zich 1 maal per 2 - 5 jaar voor.
Score 4
Gebeurtenis doet zich 1 - 2 maal per jaar voor.
Score 5
Gebeurtenis doet zich 1 maal per jaar voor.
Relatief gevolg: Score 1
Gebeurtenis < € 50.000.
Score 2
€ 50.000 < Gebeurtenis < € 250.000.
Score 3
€ 250.000 < Gebeurtenis < € 500.000.
Score 4
€ 500.000 < Gebeurtenis < €1.000.000.
Score 5
Gebeurtenis > € 1.000.000.
In de organisatie zijn de volgende risico’s geïnventariseerd met bijbehorende relatieve kans en gevolg: Financiële risico’s Rijksbijdrage rampenbestrijding (BDUR) De kosten voor de uitvoering van de taken worden voor een deel gefinancierd door de bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op grond van de BDUR (Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen). In de begroting is er van uitgegaan dat deze rijksbijdrage jaarlijks wordt geïndexeerd. Er bestaat het risico dat BZK besluit tot vermindering van de bijdrage BDUR dan wel additionele taken oplegt aan de veiligheidsregio zonder (adequate) verhoging van de bijdrage. NB. Dit risico wordt klein geacht omdat de minister heeft aangegeven de BDUR deze kabinetsperiode structureel te verhogen, juist omdat de veiligheidsregio’s aan steeds strengere eisen moeten voldoen. Relatieve kans score 2, gevolg score 2. Raad MIV De Raad MIV heeft de voorzitters van de veiligheidsregio’s en de korpsbeheerders van de politiekorpsen om een regionale bijdrage verzocht voor lopende projecten ACIR en GEO De Raad MIV heeft geconstateerd dat voor deze programma’s de kosten wel zeer zwaar leunen op financiering vanuit BZK. Met name gaat het nu om de financiering van twee projecten in het “meldkamerdomein”: o
ACIR
= Actieprogramma Coördinatie Informatievoorziening Rampenbestrijding.
o
GEO-informatie
= Programma voor het ontsluiten van bij departementen beschikbare geo-
informatie voor veiligheidsregio’s
18
Hoewel noch het Korpsbeheerdersberaad noch de Raad van Regionaal Commandanten op dit verzoek hebben gereageerd, en dit onderwerp ook nog niet ter sprake is geweest in het Veiligheidsberaad, dient er toch rekening te worden gehouden met deze eenmalige kostenpost en zelfs een structureel financieringsarrangement. Er wordt verwacht dat binnen de kaders van de Wet op de Veiligheidsregio’s een dergelijk arrangement wordt vastgesteld, waarbij er van uit wordt gegaan dat de regio’s dan een bijdrage leveren aan landelijke activiteiten op gebied van de informatievoorziening. Deze vraag om een regionale bijdrage lijkt tegenstrijdig te zijn met punt 10.2 in de Memorie van Toelichting van de Wet op de Veiligheidsregio’s gestelde dat “… om te komen tot een slagvaardige organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing de BDUR substantieel verhoogd zal worden zonder dat dit ten koste gaat van het Gemeentefonds. “ Relatieve kans score 1, gevolg score 1. Ondernemersrisico De RBZW draagt ondernemersrisico bij de uitvoering van werkzaamheden voor derden en opleidingen. De risico’s van nadelige financiële resultaten voor de werkzaamheden derden zijn, voor zover mogelijk, ondervangen door voor- en nacalculatorische tariefberekeningen inclusief analyse van de verschillen. Relatieve kans score 5, gevolg score 2. Arbeidsongeschiktheid medewerkers De huidige sociale wetgeving legt een groot deel van de financiële gevolgen van geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerkers neer bij de werkgever. Deze risico’s zijn niet verzekerd. Er is een tweetal reserves Personeel (regiotaken RBZW ad € 150.435 en contracttaken RBZW ad € 316.166) gevormd, waarmee de kosten van (suppletie)uitkeringen aan voormalige medewerkers kunnen worden bekostigd. Relatieve kans score 3, gevolg score 1. Detachering medewerkers Er is besloten géén fonds te maken voor arbeidsrechtelijke probleemgevallen (bijvoorbeeld voor nietfunctionerende medewerkers in de detacheringpool waarvoor geen terugkeergarantie bij de RBZW kan worden gegeven). Hiervoor is afgesproken dat alle betrokken partijen een inspanningsverplichting hebben om tot een oplossing te komen. Er zijn evenwel situaties denkbaar die (ook) voor de RBZW tot (aanzienlijke) financiële verplichtingen leiden. Relatieve kans score 3, gevolg score 1. Claim Belastingdienst De fiscus heeft in 2007 een boekenonderzoek naar de salarisadministratie uitgevoerd voor de RBZW over de periode 2003 tot en met 2005. Over deze controle is nog geen verslag uitgebracht, maar op basis van onderzoeken in andere regio’s is de kans op een claim van de Belastingdienst aanwezig. Relatieve kans score 4, gevolg score 2. Externe Veiligheid Er wordt voor vijf jaar een bijdrage ontvangen van het ministerie van VROM (via de Provincie NoordHolland) voor het project Externe Veiligheid.
19
Hieraan stelt de subsidieverstrekker een aantal voorwaarden. Wanneer niet aan deze gestelde subsidievoorwaarden wordt voldaan, zal er vanuit de Provincie Noord-Holland op het ter beschikking gestelde subsidiebedrag worden gekort. Relatieve kans score 3, gevolg score 2. Exploitatie oefencentrum de Kubus Het risico bestaat dat het oefencentrum niet optimaal wordt geëxploiteerd. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer elders tegen gunstigere voorwaarden oefenruimte wordt aangeboden of door teruglopende animo. Wanneer dit het geval is, worden er inkomsten misgelopen. Relatieve kans score 3, gevolg score 1. Risico Inventarisatie In november 2007 heeft er een risico inventarisatie plaatsgevonden door de arbeidsinspectie. Er is op het moment nog geen rapportage uitgebracht over de gewenste en vereiste aanpassingen die voortkomen uit dit onderzoek. Mogelijk vraagt dit financiële investeringen. Relatieve kans score 4, gevolg score 1. Overige riscio’s Aansprakelijkheidsrisico Het risico op een aansprakelijkheidstelling als gevolg van incorrect handelen door onvoldoende opgeleid, geoefend en beschermd personeel, of vanwege schade / letsel opgelopen door een personeelslid (dus ook de vrijwilliger) als gevolg van nalatigheid door de werkgever. Risico bijstandverlening Wanneer een buurgemeente bijstand vraagt, wordt verwacht dat de hulp die wordt ontvangen van een voldoende kwaliteit is c.q. op gelijk niveau is met dat van de vragende partij. Is dat niet het geval dan kan dit grote risico’s opleveren voor zowel de partij die de bijstand ontvangt als voor de burgers en bedrijven aan wie hulp wordt verleend. Risico imagoschade Door nalatigheid of verkeerd handelen kunnen bestuurders en brandweer imagoschade oplopen. Burgers en bedrijven verwachten nu eenmaal dat zij veilig zijn in hun woon-/werkomgeving en dat ze in goede handen zijn in geval van nood; zij betalen daar ook voor. Als aan deze verwachtingen niet kan worden voldaan, is het moeilijk om het vertrouwen weer te herstellen. Deze schade zal niet alleen merkbaar zijn in de interactie tussen de gemeente enerzijds en bedrijven en particulieren anderzijds, maar ook in het behoud en de werving van nieuwe vrijwilligers. Omdat de meeste gemeenten voor de uitvoering van de brandweerzorgtaak afhankelijk zijn van deze parttimers kan dit direct doorwerken in de kwaliteit van de brandweerzorg in een gemeente en er zelfs toe leiden dat noodgedwongen beroepskrachten moeten worden aangetrokken. Risico kwaliteitsniveau Totdat de Wet Veiligheidsregio’s in werking treedt (waarin de kwaliteitseisen worden vastgelegd middels een besluit), is de huidige (informele) regelgeving van toepassing omdat het in de regio Zaanstreek-Waterland ontbreekt aan een vastgesteld kwaliteitsniveau en uitvoering conform dat
20
niveau. Bij een aansprakelijkheidstelling is er een grotere kans dat de rechter bepaalt dat de regio en / of de gemeente aansprakelijk is. NB. In 2008 wordt hard gewerkt om te komen tot een gedeeld en herkenbaar normenstelsel, aansluitend bij de eisen van de minister. In 2009 moet tot vaststelling en uitvoering worden gekomen. Risico positie bestuurders De positie van de bestuurder(s) staat op het spel als een incident / ramp niet goed wordt aangepakt door de bestuurder(s) zelf dan wel door de gemeenten en hulpverleningsdiensten. Een recent voorbeeld is het aftreden van burgemeester Hertog van de gemeente Haarlemmermeer vanwege het onderzoeksrapport naar aanleiding van de Schipholbrand. Risico (bestuurlijke) aansturing Het gemeentebestuur dient uitvoering te geven aan de verantwoordelijkheden op het gebied van de brandweerzorg. Uit diverse landelijke onderzoeken van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) blijkt dat het onzeker is of de gemeentebesturen voldoende inzicht hebben in de kwaliteit van 4
de uitvoering van de brandweertaken. IOOV concludeert (december 2006, p.11) : “Een brandweerkorps als zelfstandige dienst in een gemeentelijke organisatie en deelname van de brandweercommandant aan het diensthoofdenoverleg, moet waarborgen dat de belangen van de brandweer tijdig in de gemeentelijke besluitvorming worden meegenomen. De Inspectie OOV stelt vast dat aan deze waarborg veelal niet wordt voldaan”. Dit is te koppelen aan de geringe bestuurlijke aandacht voor de brandweerzorg in de gemeenten. IOOV (p. 15): “Het thema brandweerzorg staat zelden hoog op de politiek-bestuurlijke agenda. [..] het college van B&W en de gemeenteraad [beschikken veelal niet] over actuele, betrouwbare en relevante beleidsinformatie over het functioneren van de brandweer. Hierdoor kan het college niet adequaat sturen en de gemeenteraad haar kaderstellende en controlerende taken niet naar behoren uitvoeren”. Zonder te suggereren dat de door IOOV geschetste situatie in de regio Zaanstreek-Waterland van toepassing is, is het wel duidelijk dat planvorming bij de brandweer in deze regio veelal ontbreekt. Dat wekt de indruk dat de brandweer een beleidsarme, en per definitie bestuurlijk minder interessante, portefeuille is. Bovendien krijgt de brandweer daardoor niet de aandacht die de andere gemeentelijke afdelingen op basis van hun afdelings-/beleidsplannen wel krijgen. Kort gezegd: als de brandweer geen volwaardig gesprekspartner is (wordt), raakt deze in zijn ontwikkeling (nog verder) achterop. Bij een beperkte bestuurlijke aansturing en het ontbreken van planvorming speelt tot slot nog een financieel risico mee, namelijk dat een gemeente verrast kan worden wanneer grote investeringen “opeens” nodig zijn ten behoeve van de brandweerzorg (materieel, materiaal, gebouwen, personeel).
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
De onderhoudskosten maken slechts een beperkt deel uit van de totale kosten, aangezien er weinig kapitaalgoederen in eigendom zijn van de Veiligheidsregio. Het betreft de volgende kapitaalgoederen: 4
Bestuurlijke aansturing van de brandweerzorg. De resultaten van twee onderzoeken: “Gemeentelijke aansturing van de brandweerzorg”en “Het bestuurlijke stelsel voor de brandweerzorg”, Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, Den Haag, december 2006
21
•
Regionale voertuigen Er wordt binnenkort gestart met het opstellen van een beleidskader voor de vervanging en het onderhoud van de voertuigen. In 2008 wordt het wagenpark uitgebreid met voertuigen voor de operationele leiding. Deze piketvoertuigen worden uitgerust met diverse specialistische apparatuur om de grote diversiteit aan taken te kunnen uitvoeren. Het reguliere onderhoud van de voertuigen wordt gedaan door brandweer Purmerend en brandweer Zaanstad.
• •
Containerberging Krommenie Oefengebouw de Kubus Het oefengebouw is destijds overgenomen van de gemeente Purmerend. Formeel is het nog in eigendom van de gemeente Purmerend, aangezien de overdracht nooit formeel notarieel vastgelegd is. Het onderhoud van het oefengebouw wordt uitgevoerd door de brandweer Purmerend. De nut en noodzaak van het aanhouden van het oefengebouw zal worden onderzocht, nu de regionale brandweer is verhuisd naar de nieuwe locatie aan het Prins Bernhardplein.
•
Gemeenschappelijke Meldkamer De gemeenschappelijke meldkamer is in juni 2007 in gebruik genomen door zowel de regionale brandweer -, als de politie Zaanstreek-Waterland. Er zijn nadien nog verschillende investeringen en aanpassingen gedaan aan de meldkamer. Een groot deel van de kosten zijn verwerkt in de huurovereenkomst met de gemeente Zaanstad. De extra lasten zijn, middels een bestuursbesluit op 7 december 2007, verdeeld over de RBZW, Politie en Brandweer Zaanstad. Dit heeft als gevolg dat niet alle lasten in de huur zijn doorberekend, maar dat er nog een aanzienlijk deel van de investeringen voor rekening van de RBZW zijn gekomen.
•
Materiaal en materieel Hieronder valt gereedschap, apparatuur, C2000, etc.
3.3
Financiering
De financieringsparagraaf is, in samenhang met het financieringsstatuut, een belangrijk instrument voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het gaat daarbij om beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Door het algemeen bestuur van de RBZW is nog geen financieringsstatuut vastgesteld. Dit financieringsstatuut zou in principe een samenvatting van het risicoprofiel van de RBZW moeten geven. Onder risico’s valt hierbij te denken aan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en debiteurenrisico’s. De RBZW heeft geen leningen uitstaan, kent geen eigen kas en heeft geen eigen bankrekening. In financiering van het werkkapitaal wordt voorzien door middel van een rekening-courant faciliteit met de gemeente Zaanstad. Het rentepercentage is gelijk aan het percentage dat geldt voor de rekening-
22
courant overeenkomst tussen de gemeente Zaanstad en de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. Voor debetsaldi > € 2.000.000 geldt een opslag van 2%. De rentevergoeding voor credit-saldi bedraagt 3%. De rente wordt per kwartaal afgerekend. Het debiteurenbeheer is, door middel van een Service Level Agreement (SLA), uitbesteed aan de Centrale Financiële Administratie (CFA) van de gemeente Zaanstad. De vaste activa worden gefinancierd door de gemeente Zaanstad. De rente bedraagt 4,5% per jaar en wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari.
3.4
Bedrijfsvoering
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de bedrijfsvoering van het veiligheidsbureau en de RBZW. 3.4.1
Personeel & Organisatie
Voor de RBZW geldt dat het personeel dat 100% lokale brandweertaken verricht, gedetacheerd is naar Brandweer Zaanstad maar in dienst is bij de RBZW. Het personeel dat zowel regionale als lokale taken uitvoert, wordt middels een SLA ter beschikking gesteld aan Brandweer Zaanstad. Hierbij is ten aanzien van de medewerkers van de afdeling bedrijfsvoering verondersteld dat zij, voor zover zij geen specifieke regionale- of detacheringstaken verrichten, voor 60% belast zijn met de uitvoering van detacheringstaken ten behoeve van Brandweer Zaanstad en voor 40% met de uitvoering van regionale taken. Tabel 1 geeft een nadere specificatie van de vaste formatie van de RBZW naar afdeling en uitvoering van regionale taken (R) respectievelijk detacheringstaken (D). Tabel 1 Specificatie formatie
Veiligheidsbureau GHOR RBZW: Commandant Staf Crisisbeheersing en rampenbestrijding Bedrijfsvoering Alarmcentrale / Verbindingen Sub-totaal Bureau Detachering Stafbureau/directiesecretariaat Voorbereidende lokale brandweerzorg Operationele lokale brandweerzorg Sub-totaal Totaal
Formatie fte 2008 2,80 0,90
R
D
R
D
2008
Formatie fte 2009 3,60 0,90
2008 2,80 0,90
2009 3,60 0,90
2009
1,00 6,99
1,00 5,79
0,00 1,20
1,00 6,99
1,00 5,79
0,00 1,20
13,98 15,54 17,50 58,71
13,98 9,58 17,50 51,55
0,00 5,96 0,00 7,16
14,98 17,04 18,00 62,51
14,98 10,48 18,00 54,75
0,00 6,56 0,00 7,76
2,00
0,00
2,00
2,00
0,00
2,00
39,17 11,00 52,17 110,88
2,00 0,00 2,00 53,55
37,17 11,00 50,17 57,33
39,17 13,00 54,17 116,68
2,00 0,00 2,00 56,75
37,17 13,00 52,17 59,93
23
Op een aantal gebieden is personele versterking met ingang van 2009 noodzakelijk. In de gevraagde verhoging van de inwonerbijdrage betreft het de volgende structurele uitbreidingen: Veiligheidsbureau: •
0,8 fte voor bestuursondersteuning
Het veiligheidsbureau is een bureau met een kleine kernbezetting waarbij de leden kosteloos worden geleverd vanuit de brandweer, politie en GHOR (in totaal 2 fte). Voor wat betreft de vertegenwoordiging van de gemeenten is er een sectie gemeenten in het veiligheidsbureau ondergebracht. De enige formatie die dan ook drukt op het veiligheidsbureau zelf zijn de 2 fte sectie gemeenten, en 0,3 fte voor coördinatie en 0,5 fte voor communicatie (beiden een uitbreiding in de begroting 2008). De 0,8 fte bestuursondersteuning komt hier in 2009 bij. GHOR: •
Geen mutaties
RBZW: •
3.4.2
1 fte voor regionaal oefencoördinator
Financieel beheer 5
In het Management Team (MT) van zowel de RBZW als Brandweer Zaanstad is de notitie “Randvoorwaarden ter verbetering P&C/administratieve processen” vastgesteld. Deze notitie is bedoeld om de noodzakelijke verbeteringen op het gebied van beheer en beheersing aan te geven. Deze notitie is als uitgangspunt gehanteerd voor het “Verbeterplan P&C/administratieve processen”. Het verbeterplan is inmiddels goedgekeurd door het MT van de RBZW. Het plan bevat acties die ondernomen gaan worden ter verbetering van de bedrijfsvoering bij de Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland. De acties die in dit verbeterplan worden benoemd spitsen zich toe op: •
Financiële beheersing
•
Planning & Control
•
Financiële administratie (registratie)
Het uiteindelijke doel van alle acties is te komen tot een beheersbare bedrijfsvoering waar (bij)sturing op het resultaat mogelijk is. Alle acties, die leiden tot een verbetering op het gebied van de bedrijfsvoering, zullen in 2008 plaatsvinden. In het jaar 2009 zullen de verbeteracties structureel worden ingebed in de lopende bedrijfsvoering, waardoor de kwaliteitsslag ook op lange termijn gewaarborgd blijft.
5
Met het oog op de uitvoering van de SLA bedrijfsvoering door de RBZW voor Brandweer Zaanstad.
24
4.
Uitgangspunten begroting
4.1
Kadernota
Het financieel kader voor 2009 is vastgelegd in de “Kadernota 2009”. Over deze kadernota is een positief besluit genomen in de bestuursvergadering van 28 maart 2008. Deze kadernota is niet aan de raden aangeboden voor zienswijze omdat er een eenmalige inhaalslag van de gehele Planning & Control cyclus noodzakelijk was. Hierdoor kan deze cyclus van de veiligheidsregio aansluiten op de data genoemd in de gemeenschappelijke regeling en de cycli van de negen deelnemende gemeenten. Bovendien is een zienswijze van de raden niet voorgeschreven in de gemeenschappelijke regeling. Het is de bedoeling dat de kadernota 2010 en volgende kadernota’s wel ter zienswijze aan de raden worden aangeboden. In deze kadernota is per programma een uitsplitsing gemaakt naar de volgende categorieën: •
Autonome ontwikkelingen (AO)
•
Beleidsmatige ontwikkelingen (BO)
In onderstaand overzicht zijn de regionale bijdrage 2008 en de aanpassingen vanuit de kadernota 2009 weergegeven. Nr.
Verloop regionale bijdrage 2008-2009
Bedrag
Regionale bijdrage 2008
€ 11,68
Veiligheidsbureau: AO
Loonkostenontwikkeling
€ 0,01
AO
Prijsontwikkeling
€ 0,00
AO
Voorzieningen ROT/RBT/COH ruimten
€ 0,03
AO
Onderhoudskosten Content Management Systeem
€ 0,02
BO
Bestuursondersteuning
€ 0,16
Subtotaal Veiligheidsbureau
€ 0,22
RBZW: AO
Loonkostenontwikkeling
€ 0,24
AO
Prijsontwikkeling
€ 0,12
AO
Regionaal oppakken gemeentelijke verantwoordelijkheden
€ 0,18
AO
Oplossen knelpunten besluit GMK
€ 0,60
AO
Kapitaallasten investeringen jaarschijf 2008
€ 0,74
AO
Vrijval kadernota 2008
-€ 0,48
AO
Vrijval kapitaallasten t.o.v. 2008
-€ 0,09
AO
Onderhoudskosten applicaties AC
€ 0,08
BO
Dienstvoertuigen
€ 0,12
BO
Ademluchtapparatuur
€ 0,02
BO
Dienstkleding
€ 0,04
Subtotaal RBZW
€ 1,73
Regionale bijdrage 2009
€ 13,63
25
4.1.1
Toelichting Veiligheidsbureau
Autonome ontwikkelingen Loonkostenontwikkelingen Het percentage loonkostenontwikkeling waarmee gerekend wordt voor het veiligheidsbureau bedraagt 2,7%. Dit is een afwijking ten opzichte van het CPB percentage van 4%. Er wordt uitgegaan van € 91.500,- aan personeelslasten voor het veiligheidsbureau. Dit is conform de begroting 2008 (excl. kosten gedetacheerde medewerkers). Prijsontwikkelingen Als inflatiepercentage voor het veiligheidsbureau wordt 1,5% gehanteerd. Er wordt uitgegaan van € 74.500,- aan begrote kosten, conform de begroting 2008 (excl. de huisvestingskosten). Voorzieningen ROT/RBT/COH ruimten Er zijn diverse ruimten die gebruikt worden ten tijde van grootschalige incidenten en rampen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de overlegruimte die op de plaats incident wordt gebruikt (COH), de ruimte voor het regionaal operationeel team (ROT) en de ruimte voor het regionaal beleidsteam (RBT). De ROT en RBT ruimten zijn op dit moment niet volledig geëquipeerd om de functionarissen in een crisissituatie op een goede wijze te faciliteren. Beide zijn op een minimumniveau ingericht ten tijde van de inhuizing op het Prins Bernhardplein en er dienen diverse aanvullende voorzieningen getroffen te worden om deze ruimten op een adequaat niveau te brengen. In 2008 worden de nodige technische investeringen gedaan, zoals de verbinding met het programma Citygis van de alarmcentrale. In 2009 dienen de ruimten te worden voorzien van professionele werkplekken voor de diverse stafsecties, en dienen de ondersteuners van het ROT op het gebruik van alle voorzieningen te worden getraind. Content Management Systeem Ter verbetering van de communicatie rond de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland in het algemeen en de onderliggende organisatieonderdelen brandweer, GHOR, veiligheidsbureau en meldkamer in het bijzonder, wordt in 2008 een content management systeem (CMS) ten behoeve van de website, intranet en extranet voor de veiligheidsregio (en RBZW) aangeschaft. Ten opzichte van de huidige situatie, waarin twee verschillende gedateerde en gebruikersonvriendelijke systemen naast elkaar werken, zal sprake zijn van een aanzienlijke kwaliteitsslag. Beleidsmatige ontwikkelingen Bestuursondersteuning Van oudsher levert de grootste gemeente de bestuurssecretaris voor de regionale brandweer. Tot medio 2006 was hiervoor een fulltime medewerker van de gemeente Zaanstad beschikbaar. Daarna is dit ingevuld met een parttime functionaris. Langzamerhand zijn er echter steeds meer ontwikkelingen op het bestuurlijke pad gekomen en deze zullen blijven komen. Ondertussen is het bestuur van de regionale brandweer bovendien ook een bestuur voor veiligheidsregio en GHOR geworden, en is er een Regionaal Management Team (RMT) gevormd. Dit betekent dat de bestuurssecretaris niet meer zelf alle ondersteuning kan leveren.
26
In de afgelopen periode heeft er een verschuiving plaatsgevonden van taken naar de RBZW en het veiligheidsbureau, met als gevolg een onaanvaardbaar hoge werklast en een onduidelijke werkverdeling. Het is noodzakelijk om de ondersteuning van het Veiligheidsbestuur en het RMT helder te organiseren en te positioneren, bij voorkeur binnen het veiligheidsbureau, en dit op een professionele manier invulling te geven. 4.1.2.
Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
Autonome ontwikkelingen Loonkostenontwikkelingen Het percentage loonkostenontwikkeling waarmee gerekend wordt voor de RBZW bedraagt 2,7%. Dit is een afwijking ten opzichte van het CPB percentage van 4%. Er wordt uitgegaan van € 2.787.000,- aan personeelslasten voor de RBZW. Dit is conform de begroting 2008 (excl. de kosten gedetacheerde medewerkers). Prijsontwikkelingen Als inflatiepercentage wordt 1,5% gehanteerd. Dit percentage wijkt af van de cijfers van het CPB, maar door efficiëntere inkoop moeten de prijsstijgingen laag gehouden kunnen worden. Er wordt uitgegaan van € 2.492.000,- aan begrote kosten voor de RBZW, conform de begroting 2008 (excl. de huisvestingskosten). Regionaal oppakken van gemeentelijke verantwoordelijkheden Ten aanzien van de basisbrandweerzorg en specialistische taken zijn er gemeentelijke verantwoordelijkheden waar op dit moment (nog) niet (overal) aan wordt voldaan. Het is wenselijk om de nazorg (bedrijfsopvangteam) en de specialistische taken regionaal te organiseren, waarmee een gelijkwaardig kwaliteitsniveau en een zuivere kostenverdeling mogelijk worden en dit leidt tot meer efficiëntie en effectiviteit. Op dit moment nemen sommige gemeenten een aantal specialistische taken voor hun rekening ten behoeve van alle gemeenten; dit dient gelijk getrokken te worden. Voor de nazorg geldt dat elke gemeente een bedrijfsopvangteam zou moeten hebben, maar niet elke gemeente daarover beschikt. Een regionaal team kost uiteindelijk minder dan dat ieder dit voor zich organiseert. •
Specialistische taken Conform de ambtelijke en bestuurlijke wens wordt in 2008 onderzocht hoe de specialistische taken op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding regionaal georganiseerd kunnen worden om de efficiency en kwaliteit te bevorderen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de waterongevallenorganisatie en de organisatie voor ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen. De verwachting is dat dit tot hogere kosten zal leiden voor de regionale brandweer, echter mogelijk tot lagere voor de gemeentelijke korpsen die deze taken momenteel uitvoeren. Ook de wijze van financiering moet nog nader onderzocht worden. Wat in ieder geval vaststaat is dat er regionaal een functionaris belast moet worden met het beheer van de specialistische taken.
27
•
Regionale BOT-organisatie Al enkele jaren is de wens geuit om de bedrijfsopvang voor brandweerpersoneel in Zaanstreek-Waterland regionaal te organiseren. Door het opvangbeleid op regionaal niveau vorm te geven kunnen alle gemeenten binnen de regio hiervan profiteren. Er wordt eenduidig invulling gegeven aan de traumazorg binnen gemeentelijke korpsen. Bovendien wordt hiermee voldaan aan de eisen in de arbo-wetgeving. De implementatie van het BOT kan vanuit bestaande middelen, maar de structurele kosten zijn niet begroot. Kostenindicatie: € 7.000,- per jaar voor opleiding/bijscholing, communicatie en vergoedingen.
Oplossen knelpunten besluit GMK Op 20 april 2007 is door het Veiligheidsbestuur een besluit genomen over de kosten die voortvloeien uit de inrichting van de gemeenschappelijke meldkamer (GMK). Er is destijds echter geen besluit genomen over de dekking van deze kosten. In het besluit is voor de RBZW een driedeling in de kosten aangebracht: •
Vervangingskosten € 322.346,--
•
Migratiekosten
€ 347.505,--
•
Investeringen
€ 382.456,--
Over de overige investeringen is aanvullend op 7 december 2007 door het Veiligheidsbestuur i.o. een besluit genomen. De kosten voor ISC hardware zijn grotendeels verrekend in het huurbedrag dat betaald wordt aan Zaanstad. De extra lasten die deze investering met zich meebrengt, bedragen € 14.333,- voor de RBZW en komen bovenop de bedragen die bij bestuursbesluit van 20 april 2007 zijn geaccordeerd. De reguliere vervangingskosten komen voor rekening van de RBZW en leiden tot een bedrag van € 91.391,- aan kapitaallasten. De migratiekosten zijn als exploitatiekosten aangemerkt en zijn veelal ten laste gekomen van het boekjaar 2007. Deze leiden niet tot een verhoging van de inwonerbijdrage. De kapitaallasten van de overige investeringen bedragen € 83.369,-. Kapitaallasten investeringen jaarschijf 2008 (uit begroting 2008) Bij de behandeling van de kaderbrief 2008 en vaststelling van de begroting 2008 is een aantal investeringen goedgekeurd waarvoor geldt dat dit bij investering in 2008 leidt tot kapitaallasten in 2009 en verder. Het betreft:
28
Vrijval kadernota 2008 (incidentele besluiten) Bij de kaderbrief 2008 is een verhoging van de regionale bijdrage ontvangen voor een aantal eenmalige uitgaven die in 2008 plaats zullen vinden. In 2009 kan de regionale bijdrage weer neerwaarts worden bijgesteld, omdat de uitgaven dan al hebben plaatsgevonden. Het betreft: Algemene doorlichting rampenbestrijding € 25.000,Communicatie project huisstijl
€ 25.000,-
Communicatie project intranet/extranet € 100.000,Vrijval kapitaallasten 2008 De kapitaallasten voor kantoorautomatisering lopen in 2008 af. In 2009 valt er derhalve een bedrag van € 17.277,- aan kapitaallasten vrij. Dienstvoertuigen, o.a. voertuigen operationele leiding De operationele leiding maakt gebruik van piketvoertuigen. Aan deze voertuigen worden hoge eisen gesteld. Ook worden zij tevens uitgerust met diverse specialistische apparatuur om de grote diversiteit aan taken die een functionaris moet kunnen uitvoeren mogelijk te maken. De huidige investeringsbegroting biedt onvoldoende ruimte om de benodigde investeringen te kunnen plegen. Niet alle benodigde voertuigen zijn opgenomen in de begroting en de hoogte van de investeringsbedragen zijn de in loop van de afgelopen jaren niet of onvoldoende geïndexeerd. Doordat in 2008 nog nader onderzoek plaatsvindt om te komen tot een voertuigenbeleidsplan kan op dit moment alleen een indicatie gegeven worden van de benodigde investeringskosten voor de eerstelijnsvoertuigen inclusief benodigde inventaris. Al deze voertuigen zijn ruim voor 2007/2008 afgeschreven. De jaarlijkse onderhouds- en reparatiekosten zijn dusdanig dat er niet meer sprake is van een efficiënt beheer en het afbreukrisico van uitval van eerstelijnsvoertuigen is dusdanig hoog dat snelle vervanging nodig is. Op basis van het onderzoek in 2008 zal een nadere uitwerking en specificatie plaatsvinden van benodigde voertuigen, inventaris en een meer nauwkeurige calculatie van de bijbehorende kosten. Ademluchtapparatuur De functionarissen die deel uitmaken van de operationele leiding, het bureau opleidingen en de ondersteuningseenheden binnen de regio maken gebruik van diverse beschermende middelen. Ademluchtapparatuur vormt één van die belangrijke beschermingsmiddelen. De huidige apparatuur is nodig aan vervanging toe en is reeds enige tijd afgeschreven. Begin 2008 vindt een inventarisatie van benodigde aantallen plaats waarop een concretere inschatting van de kosten kan worden gegeven. De eerste indicatie is 20.000,-. Dienstkleding De beschermende kleding voor repressieve functionarissen is de meest primaire veiligheidsvoorziening die hij/zij bezit. Deze kleding beschermt het individu voor ongewenste invloeden van buitenaf waarbij hitte(straling) de voornaamste is, maar ook vallende voorwerpen, uitsteeksels etc. kunnen daarbij niet buiten beschouwing gelaten worden. De “standaard” uitrusting bestaat uit een blusjas, blusbroek, handschoenen, helm en bluslaarzen. De huidige functionarissen van de operationele leiding en de piketcentralisten van de alarmcentrale beschikken weliswaar over geschikte kleding, echter deze kleding is veelal eigendom van het gemeentelijke korps waaruit de functionaris afkomstig is. Deze kleding is daarop ook afgestemd en kan dus per gemeente variëren.
29
Herkenbaarheid en eenduidigheid binnen de regio is een pre voor het optreden van de regionale functionarissen en het centraal aanschaffen en beheren biedt diverse voordelen. De “standaarduitrusting” kost per persoon ca. 1.500,-. Aanschaf vindt gespreid plaats over twee jaar (2008 en 2009), wat neerkomt op een investering van 30.000,- per jaar. De alarmcentrale van de RBZW is in 2008 overgegaan op twee nieuwe systemen. Het betreft: 1. Hosting ALERT systeem: een snel en effectief alarmeringssysteem. Op dit moment wordt iedereen handmatig gealarmeerd en is er sprake van een onaanvaardbaar risico in snelheid van alarmeren. Een grote groep medewerkers activeren duurt nu ongeveer een uur, terwijl er met behulp van het alert systeem automatisch binnen dertig seconden zestig medewerkers van diverse afdelingen via diverse kanalen met een duidelijk bericht kunnen worden gealarmeerd. Dat geeft de medewerkers van de alarmcentrale de ruimte om zich te richten op het primaire proces van aansturing en coördinatie van het incident. 2. Online Procedure Framework (OPF) Hosting Service: een naslagsysteem voor procedures en protocollen. Momenteel zijn de naslagwerken van de alarmcentrale slechts ten dele geautomatiseerd en dus beperkt digitaal beschikbaar. Het handmatig opzoeken vergt onnodig veel tijd. Bovendien zijn de diverse procedures, handboeken etc. alleen intern op een vaste werkplek bruikbaar, terwijl het flexibeler en minder kwetsbaar is als de informatie voor meerdere (geautoriseerde) personen, dus bijvoorbeeld ook voor officieren in het veld, beschikbaar komt op een willekeurige (werk)plek met een internetverbinding. Kortom, het is zeer wenselijk dat de RBZW de beschikking krijgt over een snel en effectief naslagsysteem voor procedures en protocollen. Er is voor de duur van een jaar een abonnement op beide systemen genomen. Bedoeling is dit in 2009 te verlengen als de systemen bevallen. Benoemde kosten zijn de jaarlijkse onderhouds- / abonnementskosten.
Beleidsmatige ontwikkelingen De RBZW beschikt sinds 2008 over een regionaal oefencoördinator. Daarnaast hebben in 2008 ook diverse gemeenten geïnvesteerd in oefenfunctionarissen. Dit zijn belangrijke impulsen om de geoefendheid van brandweerpersoneel naar een hoger niveau te tillen. De herziene Leidraad Oefenen en overige kwaliteitseisen brandweerpersoneel vragen hier ook om en vragen tevens om een steeds grotere regie vanuit de regionale brandweer om de geoefendheid van al het brandweerpersoneel binnen de regio op peil te houden en daarbij de gemeenten te ondersteunen. Kengetallen wijzen uit dat 1 fte hiervoor ontoereikend is. De regio Zaanstreek-Waterland beschikt grofweg over 600 repressief actieve brandweermensen. Gemiddeld genomen hoort er gemeentelijk 1fte oefencoördinator tegenover 50 brandweermensen te staan. Daarnaast behoort er regionaal 1 fte tegenover 3 gemeentelijke oefencoördinatoren te staan. Dit betekent voor deze regio dat er op gemeentelijk niveau verspreid in de regio in totaal ongeveer 12 fte aan oefencoördinatoren zou moeten zijn en dat er bij de regionale brandweer in totaal 4 fte aan oefencoördinatoren zou moeten zijn. Voorgesteld wordt om in 2009 de formatie met 1 fte regionaal oefencoördinator uit te breiden. Het oefenplan en nader onderzoek moeten uitwijzen of er extra uitbreiding naar 4 oefencoördinatoren nodig is. Afhankelijk daarvan volgt een onderbouwd voorstel in najaar 2008.
30
5.
Baten en Lasten
Inwoneraantallen De inwoneraantallen zijn conform de Gemeenschappelijke regeling gebaseerd op de cijfers van het CBS per 1 januari van het jaar voorafgaande aan de begroting. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 3. Inwoneraantallen deelnemende gemeenten per 1 januari 2007
Gemeente
Inwonertal per 1-1-2007*
Beemster
%
8.476
2,69%
Edam-Volendam
28.494
9,04%
Landsmeer
10.264
3,26%
9.248
2,93%
Purmerend
77.955
24,73%
Waterland
17.183
5,45%
Wormerland
15.856
5,03%
Zaanstad
141.402
44,86%
Zeevang
6.318
2,00%
315.196
100%
Oostzaan
Totaal
* Normaliter wordt, conform de gemeenschappelijke regeling, het inwoneraantal volgens het CBS genomen van het jaar voorafgaande aan het jaar van de begroting. Ten tijde van opmaak van de begroting 2009 waren deze cijfers per 1 januari 2008 nog niet bekend.
Inwonerbijdrage per gemeente De inwonerbijdrage per gemeente, de bijdrage die de gemeente betaalt op basis van het aantal inwoners binnen de gemeente, is opgenomen in onderstaande kolom. Tabel 4: Inwonerbijdrage per gemeente
Gemeente Beemster
Brandweer
GHOR
Totaal
99.000
2.034
101.034
332.810
6.839
339.649
Landsmeer
119.884
2.463
122.347
Oostzaan
108.017
2.220
110.237
Purmerend
910.514
18.710
929.224
Waterland
200.697
4.124
204.821
Edam-Volendam
Wormerland
185.198
3.805
189.003
Zaanstad
1.651.575
33.936
1.685.511
Zeevang
73.794
1.516
75.310
3.681.489
75.647
3.757.136
Totaal
31
5.1
Overzicht baten en lasten
Begrote baten en lasten veiligheidsregio Programma Baten
Product
Veiligheidsbureau
Begroting 2009
-305.366
Regionale Brandweer Crisisbeheersing en rampenbestrijding Alarmcentrale / Verbindingen Opleidingen Projecten Lokale brandweerzorg GHOR
-2.616.353 -2.140.380 -826.821 -261.374 -3.356.613 -202.947
Totaal Baten Lasten
-9.709.854
Veiligheidsbureau
305.366
Regionale Brandweer Crisisbeheersing en rampenbestrijding Alarmcentrale / Verbindingen Opleidingen Projecten Lokale brandweerzorg GHOR
2.616.353 2.140.380 826.821 261.374 3.356.613 202.947
Totaal Lasten Saldo
9.709.854
Veiligheidsbureau
0
Regionale Brandweer
0 Crisisbeheersing en rampenbestrijding Alarmcentrale / Verbindingen Opleidingen Projecten Lokale brandweerzorg
0 0 0 0 0
GHOR
0
Totaal Saldo baten en lasten
0
In onderstaande tabel is dit gecomprimeerd weergegeven in de baten en lasten per programma voor zowel de apparaatskosten als de programmakosten.
32
Baten en lasten per programma Baten en lasten per programma Apparaatskosten Programmakosten Totaal lasten
Veiligheidsbureau 245.366 60.000 305.366
RBZW 7.126.413 2.075.128 9.201.541
GHOR 0 202.947 202.947
Totaal 7.371.779 2.338.075 9.709.854
-305.366
-9.201.541
-202.947
-9.709.854
0
0
0
0
Opbrengsten Saldo baten en lasten
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten van de regionale brandweer per product weergegeven. Baten en lasten per product Crisisbeheersing Alarmcentrale Baten en lasten en / Lokale per product rampenbestrijding Verbindingen Opleidingen Projecten brandweerzorg Totaal Apparaatskosten 1.719.792 1.661.615 388.393 3.356.613 7.126.413 Rente en afschrijvingen Programmakosten 896.561 478.765 438.428 261.374 0 2.075.128 Totaal lasten 2.616.353 2.140.380 826.821 261.374 3.356.613 9.201.541 Opbrengsten
-2.616.353
-2.140.380
-826.821
-261.374
-3.356.613
-9.201.541
0
0
0
0
0
0
Saldo baten en lasten
De baten opgenomen in de begroting zijn in de volgende tabel verder gespecificeerd. De rijksbijdrage bestaat uit de bijdrage BDUR en uit de subsidiegelden voor het Project Uitvoering Externe Veiligheid II (PUEV II) die de RBZW van de Provincie Noord-Holland ontvangt. De kolom overige goederen en diensten betreft de bijdrage voor het gebruik van het Openbaar Meldkamer Systeem. Specificatie begrote baten per programma
Baten per programma
Detachering personeel
Verhuur oefencentrum
Cursusgelden
Overige goederen en diensten
Bijdragen gemeenten
Rijksbijdragen
Totaal
Veiligheidsbureau Regionale brandweer GHOR
-3.356.613
-22.658
-482.950
-282.190
-305.366 -3.990.448 -75.647
-305.366 -1.066.682 -9.201.541 -127.300 -202.947
Totaal
-3.356.613
-22.658
-482.950
-282.190
-4.371.461
-1.193.982 -9.709.854
33
Specificatie begrote baten per product
Baten per product
Crisisbeheersing en rampenbestrijding Alarmcentrale / Verbindingen Opleidingen Projecten Lokale brandweerzorg Totaal
Verhuur oefencentrum
Detachering personeel
Overige goederen en diensten
Cursusgelden
-22.658
Bijdragen gemeenten
-22.658
-482.950
Totaal
-1.730.387
-891.682 -2.622.069
-253.816
-1.886.564 -343.871 -58.000
-2.163.038 -826.821 -175.000 -233.000
-253.816
-4.018.822
-482.950
-3.356.613 -3.356.613
Rijksbijdragen
-1.066.682
-3.356.613 -9.201.541
De inwonerbijdragen (vanuit de kolom bijdragen gemeenten) zijn in tabel 7 uitgesplitst per programma, per gemeente: Veiligheids bureau
GHOR
-8.212 -27.605 -9.944 -8.960 -75.524 -16.647 -15.361 -136.992 -6.121 -305.366
Per inwoner
-0,97
Totaal
Crisisbeheer sing en rampenbestr ijding
Alarmcentrale / Verbindingen
Opleidingen
-45.769
-50.732
-9.247
-1.560
0
-117.554
-6.839 -153.863 -2.463 -55.424 -2.220 -49.938 -18.709 -420.946 -4.124 -92.786 -3.805 -85.620 -33.936 -763.551 -1.516 -34.116 -75.646 -1.702.013
-170.546 -61.434 -55.353 -466.589 -102.847 -94.904 -846.343 -37.816 -1.886.564
-31.086 -11.198 -10.089 -85.047 -18.746 -17.299 -154.266 -6.893 -343.871
-5.243 -1.889 -1.702 -14.345 -3.162 -2.918 -26.018 -1.163 -58.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0
-395.182 -142.352 -128.262 -1.081.160 -238.312 -219.907 -1.961.106 -87.625 -4.371.461
-5,99
-1,09
-0,18
0,00
-13,88
Gemeente
Beemster EdamVolendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang Totaal
RBZW
-2.034
-0,24
-5,40
Projecten
Lokale Brandwee rzorg
De kolom bijdragen gemeenten wordt gevormd door de inwonerbijdragen (€ 4.371.461) en een bijdrage van de Waterlandgemeenten inzake de instandhouding van het duikteam (€ 28.374; opgenomen in Crisisbeheersing en Rampenbestrijding).
34
6.
Besluit tot vaststelling
Besluit Het Veiligheidsbestuur, zijnde het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland stelt voor om •
De begroting 2009 van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland vast te stellen.
Besluit Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, gelezen het voorstel van het Veiligheidsbestuur, en gewogen de zienswijzen van de raden van de deelnemende gemeenten besluit om
•
De begroting 2009 van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van <maand> 2008.
Voorzitter,
Secretaris,
35