Compostella: van Rekkem naar Tendinitis
Het einde en het begin naderen. Na 38 dienstjaren hou ik het voor bekeken en ga met pensioen. Op 01-04-2015, neen geen grap, vertrek ik van thuis uit naar het einde van de wereld. Ik droom al jaren van een wandeltocht naar Santiago de Compostella via rustige GR-paden. Ik trek Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 1
daarvoor 133 dagen uit, waarvan 15 rustdagen die ik zal gebruiken om te rusten of om cultuur op te snuiven. Ik verwacht tegen halverwege augustus het einde van de wereld te bereiken. Veel vroeger zal ik niet thuiskomen tenzij ziekte, blessures of onverwachte gebeurtenissen daar anders over beslissen.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 2
Verleden week ontving ik met de post mijn geloofsbrief. In de middeleeuwen had je dit document nodig om als pelgrim de nodige bescherming te krijgen in abdijen, kloosters en bij ridderordes. Vandaag dient het vodje papier vooral om onderdak te krijgen in de pelgrimsherbergen onderweg. Bij de geloofsbrief steekt een stempelboekje waarmee de pelgrim op jacht moet naar zoveel mogelijk stempels waarmee hij zijn reisweg moet bewijzen op het einde van de tocht. Slechts dan bekomt hij als ‘gelovige’ een pelgrimsoorkonde (Compostela).
Tijdens het afscheid van mijn collega’s kreeg ik een aangename verrassing: een schelp met aan de binnenkant hun voornamen. Deze schelp bevestig ik op mijn rugzak. Zo zal ik af en toe aan hen denken en zullen ze samen met mij onderweg zijn.
Woensdag 01/04/2015 REKKEM PECQ
25,9 km – 05:30 u
Deze morgen ben ik al vroeg op. Ik heb zelf heel wat overgewicht bij mijn vertrek en mijn rugzak weegt zonder proviand rond de 13 kilo. Ik voel dat ik er mentaal niet klaar voor ben. Pas 10 dagen geleden is mijn vader overleden en dit pakje verdriet zal ik nog een hele tijd met me meedragen. Ik hoop het onderweg te kunnen loslaten. Enigszins tegen mijn zin start ik mijn pelgrimstocht naar Compostella. Rond negen uur start ik vanuit Rekkem. De eerste kilometers krijg ik het gezelschap van mijn wandelvriend Luc. Op 200 meter van mijn woning kan ik de GR5, nabij de Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 3
grensscheiding met Lauwe, volgen. Langs rustige asfaltwegen bereiken we de Hoogmolen, een graanmolen uit 1717, in de Kortrijkse deelgemeente Aalbeke. Smalle kerkwegels leiden ons naar Rollegem, waar het geboortehuis van Luc staat en waar zijn roots liggen. Op de onzichtbare taalgrens nabij Moeskroen stoppen we na 11 km in café Sint-Elooi om de koude te ontvluchten. De baas is een oude motard die je van harte welkom heet. Ik bestel koffie en wanneer hij de sintjakobsschelp op mijn rugzak ziet, mag ik niet betalen. Diverse Franstalige landgenoten vallen binnen met een ‘bonjour’ en schudden iedereen de hand. Wat kunnen we toch veel leren van de hartelijke Walen. Bij het verlaten van de herberg geef ik elke klant een hand en maak van de gelegenheid gebruik om de vrouw van de uitbater een kus op de wang te geven want onderweg zal niet veel te kussen vallen. Ongeveer een kilometer verder stopt een camionnette naast mij. Er wordt mij gevraagd of ik iets zoek en of ik misschien onderdak nodig heb. De dertiger vertelt dat zijn oom drie jaar geleden naar Compostella stapte. Hij stopte omdat hij mijn schelp aan mijn rugzak had zien bengelen. Ik bedank hem voor het aanbod. Iets verderop verlaat Luc me en keert terug naar Marke want hij heeft de heilige plicht om de opvang van een pelgrim in zijn woning voor te bereiden. Ik stap verder door een droog maar winderig landschap en kom aan in Pecq langs de drukke N50. Ik ga op zoek naar koffie. Op het dorpsplein vind ik een taverne, waar ik me kan opwarmen. Ik bel Luc op en vertel hem waar hij me kan oppikken. Een uur later sta ik onder een deugddoende hete douche om kort daarop afkoeling te zoeken met een koelkastfrisse Duvel in een knusse relaxzetel. Mijn gastheer Luc verwent me met verse preisoep en maakt ‘sjiekongs med espe’ en puree klaar. Moet hij misschien enkele aflaten verdienen? Zo zie je maar dat mijn eerste dag al niet meer stuk kan. De zware last van het verdriet om het recente verlies van mijn pa voelt minder zwaar na de hartelijke contacten van de dag. Voor het slapengaan komt nonkel Omer afscheid nemen.
Donderdag 02/04/2015
PECQ
TOURNAI 12,6 km – 02:30 u
Na een goede nachtrust word ik rond 5 uur gewekt door een alarm terwijl felle regenbuien met hevige windstoten kletteren tegen het raam. Ik blijf liggen en geniet van de warmte van mijn nest. Vandaag wacht me een korte etappe naar één van de oudste steden van België. Na een super ontbijt brengt Luc me opnieuw naar Pecq waar ik de GR door een verzopen landschap volg tot aan de Schelde. Daar volg ik het verhoogde jaagpad richting Tournai. Donkere wolken dreigen, maar het blijft droog en kil. In Esquelmes bezoek ik de elfde-eeuwse Saint-Eleuthère kerk, één van de oudste Romaanse kerkjes van Europa. Het kerkje is gewijd aan de eerste bisschop van Doornik, die in de 5de eeuw in de omgeving kwam prediken. Ik kan de onderaardse gang naar het duivelskasteel van de Tempeliers, dat in de 13de eeuw werd verwoest, niet vinden. Tijdens het aansteken van een kaars krijg ik het wat moeilijk en bel met mijn ma. Aan de overzijde van de Schelde zie ik de donkere contouren van de Mont-Saint-Aubert waar ik vroeger steeds leuke wandelingen maakte. Ik bereik Tournai via de middeleeuwse waterpoort ‘Pont des Trous’ en via bronzen schelpen in het voetpad verlaat ik de Scheldeboorden op zoek naar de Saint-Jacqueskerk. Via het immens hoge voorportaal betreed ik de kerk. Ik bewonder het interieur en bekom Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 4
van de kilte. In een nabijgelegen woning kan ik mijn pelgrimsstempel krijgen, doch niemand geeft thuis. Via de grote markt met haar mooie gevels en het oudste belfort van België bereik ik na 12,6 km mijn kamer in de jeugdherberg, waar de supervriendelijke Christian me welkom heet. Ik betrek in mijn eentje een kamer met 4 bedden. Ik neem een verkwikkende douche, doe mijn was en ga koffie drinken in de bar/receptie. Mijn tablet weigert verbinding te maken met de wifi.
Iets na 14 uur nodigt de zon me uit om op verkenning te gaan. Via het museum voor Schone Kunsten en het imposante stadhuis, ooit onderdeel van een immense abdij, bereik ik de grote markt en bemerk tot mijn ontgoocheling dat de 5 torens van de kathedraal in de steigers staan. Ik beklim de 257 treden naar de klokken van het belfort wat een goede oefening is omdat mijn parcours tot nu toe zo vlak was als een biljartlaken. Na het panoramisch zicht over de stad daal ik via dezelfde stenen wenteltrap af naar de Notre-Dame-kathedraal, Unesco-werelderfgoed sedert 2000. Niet alleen de buitenzijde van de kathedraal blijkt stevig ingepakt maar ook de binnenzijde wordt overheerst door steigers waardoor niets te bezichtigen valt. Tot slot is ook de schatkamer met haar relikwieën gesloten. Ik verneem dat de herstellingen nog minstens 10 jaar zullen aanslepen. Vruchteloos bel ik een tweede maal aan voor mijn pelgrimsstempel. Op de grote markt geniet ik op een zonnig terras van de eerste lenteprikken. Na een rustpauze op mijn bed in de jeugdherberg ga ik in de vooravond voor de derde maal vruchteloos op zoek naar mijn stempel. In een Italiaans restaurant ga ik voor een pizza ‘quattro formaggi’ om ten slotte in de bar van mijn logement te proeven van een fles Moinette. Ik hef het glas op mijn vriend en gepensioneerde collega Armand.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 5
Vrijdag 03/04/2015 TOURNAI HERGNIES 26,6 km – 05:15 u Na het ontbijt ga ik rond half negen op stap. Het regent niet maar het is koud. Ik volg heel vlug de Scheldeboorden. Ik heb een uitgeprinte versie van de routebeschrijving naar Reims, die ik kon downloaden via de site van ‘les amis de Saint-Jacques de Tournai’. Ik heb ook een gpx-bestand van de route die ik kan volgen op mijn gps. Voor de zoveelste keer loop ik langs de oude kalkovens die de streek rijk maakten. Tot de chemische cement zijn intrede deed. Nabij Antoing zie ik de spitse kasteeltoren boven de arbeidershuizen uitsteken. Ooit bezocht ik dit juweeltje, eigendom van de prinsen van Ligne, tijdens een wandeling. Ik blijf de Scheldeboorden volgen tot aan de Franse grens. In Bléharies kan ik in een winkel een belegd broodje op de kop tikken. In een verwarmde privéruimte mag ik het broodje opeten en wat uitrusten. Rond de middag volg ik opnieuw de Schelde om deze stroom in Hergnies, via de brug naar het dorp, over te steken. In de Mairie krijg ik een plan en het adres van mijn Chambre d’hôtes Entre Deux Nos. Na een lange dag in de kilte ben ik blij mijn logement te bereiken, maar niemand geeft thuis. Mijn gsm weigert alle medewerking, vermoedelijk te wijten aan de vochtigheid. Een bejaarde man die met zijn hond op wandel is, belt met zijn toestel naar het geafficheerde nummer en zegt dat de uitbaatster er binnen het half uur aankomt. Ik heb het niet al te warm doordat het al meer dan een uur aan het miezeren is. Uiteindelijk betrek ik een pracht van een kamer en heb een leefruimte met keuken ter beschikking. En er is een deftige wifi-verbinding. Ik doe al het mogelijke om mijn gsm op de chauffage te drogen. Op Goede Vrijdag geniet ik van een salade en een ovenheet stoofpotje met vis.
Zaterdag 04/04/2015
HERGNIES SEBOURG
28,7 km – 05:40 u
Ik ben vroeg wakker maar blijf lekker liggen tot 7 uur. Ik zie dat de hemel zo grijs is als mijn haardos. Wanneer ik na het ontbijt vertrek, valt een miezerige regen zodat naast mijn regenbroek ook mijn regencape uit de rugzak mag. Nabij de brug van Hergnies volg ik nu de linkeroever van de Schelde en bereik al vlug de zompige omgeving van het meer van Amaury, tot Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 6
1912 een groeve en nu een 50 ha groot paradijs voor watervogels. Ik verlaat mijn pad dat meer dan een halve meter onder de waterspiegel ligt. Ik loop rond het meer en kom terecht in de straten van Vieux Condé waar ik het asfalt blijf volgen naar Condé-sur-l’Escaut, dat ik uiteindelijk bereik via het wandelpad ‘voie verte des gueules noires’. Nergens kan ik een winkel vinden waar gsm’s verkocht worden. Doorweekt als een verzopen kieken bereik ik iets voor de middag het stadscentrum, waar ik mij in de ‘brasserie de la mairie’ opwarm bij twee koppen koffie. Ik trek verder onder een waterzonnetje, maar de kilte weerhoudt me van een bezoek aan de versterkte vestingen en geklasseerde gebouwen. Na een zeer drukke autoweg volgen kasseiwegen die in een wielerklassieker niet zouden misstaan. Wanneer de zon het beu is, slaat een kille bries me rond de oren. Na dit stiltegebied moet ik in de omgeving van Vic een drukke verkeerswissel van een autosnelweg oversteken via een brug. Ik ben op mijn hoede voor het razende verkeer en kan uiteindelijk verder stappen langs een met modder en plassen bezaaid tractorpad. Het blijft droog maar ik word door een koude wind doorheen uitgestrekte akkers en langs glibberige gras- en modderpaden geleid. Uiteindelijk raak ik de weg kwijt voorbij de kerk in Rombies- Marchipont. Na enkele kilometer op de sukkel beslis ik de departementale weg te volgen naar Sebourg. Vanuit de verte lonkt de witte kerktoren van Saint-Druon. Ik ben verheugd mijn geboekte kamer met ontbijt in een oude villa te kunnen betrekken. Vermoeid door de afgelegde afstand en leeggezogen door de koude geniet ik intens van mijn zitbad. Gezien ik geen avondeten kan krijgen, ga ik naar het café annex frituur van het dorp en verneem bij het binnenstappen dat er al jaren geen frieten meer worden gebakken. De slager belegt het halve stokbrood dat ik kocht bij de bakker met paté van het huis. Mijn avondmaal smaakt heerlijk bij een glas lokaal gerstenat: een ‘Jenlain blonde’. Na de voorbereiding van mijn lange dag van morgen kruip ik vroeg onder de wol om de kilte uit mijn knoken te verdrijven. Voor morgen heb ik een slaapplaats geboekt bij de pastoor van Maroilles. Kijken wat het wordt. Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 7
Zondag 05/04/2015
SEBOURG
MAROILLES 32,3 km – 06:30 u
Wanneer ik opsta, bemerk ik dat de omgeving een wit laagje heeft. De opkomende zon doet de omliggende weilanden glinsteren. Na het ontbijt ga ik iets voor 9 uur op pad. Mijn accessoires tegen de regen zitten diep in mijn rugzak. Ik kom terecht op klimmende paden die me naar een hoogvlakte brengen. Daar scannen drie ijzeren koepels van een bunker de omgeving. Ik loop door Wargnies-le-Grand en Wargnies-le-Petit, doch welk dorp het grootste is, lijkt me niet zo duidelijk. Heerlijk smalle paden brengen me onder een deugddoend zonnetje naar een drukkere weg, waar ik in Frasnoy een glazen bushalte vind. Het is er aangenaam toeven in de zon en ik kan mijn bezweet T-shirt wat laten drogen. De rustpauze doet me deugd en warmt me op. Zelfs mijn gsm kan ik aan de praat krijgen doch bepaalde toetsen dragen nog steeds de gevolgen van de vochtigheid. Ik verlaat het asfalt voor een smal pad dat het woud van Mormal intrekt. Het is duidelijk dat dit pad veel gebruikt wordt door ruiters. Dankzij mijn wandelstokken kan ik me recht houden in de blubber en een valpartij vermijden. Na het dwarsen van een asfaltweg trek ik opnieuw het woud in maar ik kan onmogelijk verder. Door de felle boskap is het pad volledig verdwenen. Ik moet op zoek naar een alternatieve weg en heb geen stafkaarten bij. Op mijn tablet heb ik wel een app die me toelaat om offline stafkaarten te bekijken. Ik bedenk dat de middeleeuwse pelgrim niet kon beschikken over dergelijke snufjes. In een omcirkelende beweging trek ik langs departementale wegen rond het woud om verderop opnieuw het woud in te trekken langs lange rechte wegen. Op een kruispunt met 5 wegen staat een klein oorlogsmonument, waarlangs ik opnieuw, via lange bospaden, dieper het woud intrek. Uiteindelijk bereik ik ‘L’Auberge du Croisil’ waar een privéfeest aan de gang is. Opnieuw trek ik kilometers aan een stuk door het woud om nabij een spoorweg en het ‘Maison Forestière de Maroilles’ de bossen te ruilen voor een open gebied met tal van groene uitgestrekte weilanden. Nadat ik de Sambre heb overgestoken trek ik rustig naar Maroilles. In dit kleine dorp is het superdruk want hier vond de ‘enfer vert’, een mountainbikehappening, plaats. Stipt om 17 uur druk ik op de bel van de pastorie. Ik ben vermoeid en word verwelkomd door de 76 jarige vader abt. Hij is ziek en zegt dat de parochiezaal bezet is maar ik mag op de bovenverdieping een kamer kiezen. Na de douche bezoek ik de kerk, die ooit - tot de revolutie - het middelpunt was van een Benedictijner abdij, in 652 gesticht door abt Saint Humbert wiens relikwieën thans bewaard worden in een verguld schrijn. In het dorp loop ik langs enkele bewaard gebleven gebouwen van de abdij. Ik bewonder de ‘grange dîmière’, een opslagplaats voor de ‘tiendenbelasting’ op de oogst, ten gunste van de Katholieke Kerk. Als pelgrim geniet ik samen met vader abt en zijn inwonende dienster van een sober maal bestaande uit een waterige soep met beschuit en een schep rijst. Wel staat een fles wijn op tafel. Ik trek vroeg naar mijn kamer want mijn benen vragen rust.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 8
Maandag 06/04/2015
MAROILLES SORBAIS
38,3 km – 07:20 u
Bij de grote kom koffie met melk, waarin ik zo kan verdrinken, krijg ik twee sneden brood. Geroosterd om het vers te laten lijken. Bij mijn afscheid wil vader abt mijn donativo niet aannemen. Met een dubbel gevoel verlaat ik de pastorie. Ooit was dit een machtige, rijke abdij en thans lijkt de clerus in Frankrijk op de armoedegrens te leven. De zon schijnt maar het is nog frisjes. Via rustige asfaltwegen kom ik aan in Prisches met zijn imposante kerk uit de 16de eeuw die de bewoners van het dorp bescherming bood in geval van gevaar. Via Beaurepaire-sur-Sambre ruil ik het departement van de Nord voor dit van de Aisne. Reeds na 16 km bereik ik rond de middag Le Nouvion-en-Thiérache waar ik in de bar-tabac ‘Le but’ geniet van een deugddoende rustpauze met koffie en een pression. Het stadje heeft de trieste eer om als eerste stad in Frankrijk in brand te zijn gestoken door Duitse troepen in augustus 1914. Mijn oorspronkelijk plan om hier onderdak te zoeken laat ik varen. Ik verlaat Le Nouvion en trek door een bosachtige streek naar het kleine gehucht 'le Grand Wez'. Nabij de splitsing naar Buironfosse zoek ik
beschutting tegen de wind in een autobushokje. Ik heb nog maar net de rugzak afgezet of ik word al aangesproken door een dame die mijn rugzak met schelp had gezien. Wanneer ze hoort dat ik uit België kom, nodigt ze me uit voor de koffie want haar dochter, die in Moeskroen woont, is er op bezoek. Ik geniet van koffie, koekjes en chocolade vooraleer ik opnieuw vertrek. Verrassend en leuk zijn die onverwachte ontmoetingen. Na het afscheid van mijn charmant gezelschap wandel ik langs leuke paden via Buironfosse naar het gehucht Le Boujon waar ik een kilometerslange asfaltweg volg door het woud. Bij het verlaten van het woud maakt het landschap een opmerkelijke verandering door. Ik kom terecht in het kleine dorp Lerzy, dat in een Ardeens landschap sluimert. Het prachtige versterkte Sainte Benoîte-kerkje staat grotendeels ingepakt na een zware brand in het voorjaar van 2014. Enkel de indrukwekkende klokkentoren en de cirkelvormige torentjes werden uit het vuur gered. Het is al laat in de namiddag en ik hoop alsnog onderdak te vinden in Sobais dat 4 km verderop ligt. Ik verlaat het dorp en ontmoet nabij een
afslag naar een gigantische hoeve een jonge oma van mijn leeftijd die met haar 4 maanden oude kleinzoon op wandel is. Mijn hart slaat enkele tellen over. Na het praatje nodigt ze me uit in de Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 9
hoeve van haar schoondochter voor een kop koffie. Ik kan gebruik maken van de telefoon. Mijn gsm vertoont immers nog kuren. Tot mijn opluchting verneem ik dat ik in halfpension kan verblijven in Chambre d’hôtes Le bocage in Sorbais. Na een kleine 40 km in de benen ben ik blij om mijn prachtige kamer te betrekken. Ik ben zwaar vermoeid doch ik kikker op van een koude douche voor de voeten en de benen. Nadien behandel ik de hogere delen met warme douchestralen. Als pelgrim heb ik geluk want ik mag aanschuiven aan de table d'hôte met een Franse familie waarvan de oma haar 70 lentes viert. Ik geniet mee van het aperitief met champagne. Ook de maaltijd is super en bij de chocoladetaart wordt roze champagne geschonken. Het leven van een pelgrim kan hard zijn en veel te laat kruipt de pelgrim onder de dekens. Ik weet al dat ik morgen in Parfondelval geen logies kan krijgen.
Dinsdag 07/04/2015
SORBAIS
PLOMION
21,6 km – 04:15 u
Vandaag heb ik een probleem. Mijn volgende stopplaats Parfondeval ligt op 35 km en ik vind geen slaapplaats in de chambre d’hôtes. Met mijn gastvrouw kom ik overeen om vandaag naar Plomion te stappen alwaar ik met de wagen word opgehaald om morgen na het ontbijt naar Plomion teruggebracht te worden. Pas na 10 uur ga ik op stap in een heerlijke zon en haal de sleutel van de Saint-Martin-kerk af in het gemeentehuis. Langs een rustige groene weg wandel ik naar Etréaupont om er een asfaltweg te volgen door een moerasgebied met diverse watervogels. Iets verderop pik ik tijdens een klim de GR122 opnieuw op naar het gehucht La Hourbe. Ik volg de rustige asfaltweg en nabij een kerkhof middenin de natuur geniet ik in alle rust op een bank van de zon en mijn mondvoorraad. Opnieuw op stap passeer ik kort daarop de gesloten maar indrukwekkende versterkte kerk Notre-Dame van La Bouteille. Daarna verlaat ik het asfalt en volg de GR122, die eerst over een deels verdronken traject loopt om daarna via glooiende natuurwegen Plomion te bereiken. In het dorp is een winkel waar ik me een blik gerstenat koop en me neervlij in de zon op een grasperkje met zicht op het indrukwekkende voorportaal van de versterkte kerk. Ik bel met mijn gastheer waar hij me kan oppikken. In afwachting van zijn komst heb ik alle tijd om de Notre-Dame-kerk te bezoeken. Het is duidelijk dat boven de benedenverdieping nog een etage schuilt die niet toegankelijk is voor het publiek. Het is zeer kil in de kerk en ik geniet van de houten sculpturen van Jean Minne, een chirurg met pensioen, die zijn medische werktuigen ruilde voor een houtbeitel. Terug in Sorbais geniet ik ‘s avonds opnieuw van een superlekkere keuken.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 10
Woensdag 08/04/2015
PLOMION CHAUMONT-PORCIEN
31,6 km – 06:30 u
Na het ontbijt zet mijn gastvrouw MarieHélène me iets voor negen af nabij de kerk van Plomion. Ondanks een lichte nevel geeft de zon al warmte. De asfaltweg klimt naar Bancigny, waar ik het wondermooie versterkte SaintNicolas-kerkje passeer. Ik neem – onterecht geen tijd voor dit sieraad want ik wil de versterkte kerk van Jeantes, met de prachtige fresco’s van Charles Eyck bewonderen. Ik verneem tot mijn ontgoocheling dat de dame die de sleutel bewaart ziek is. Ik druip beteuterd af en via golvende paden ga ik op en neer door een groen verlaten landschap waar her en der kleine dorpjes uitgestrooid liggen. In Saint-Clément neem ik nabij de wasplaats van het dorp rond elf uur mijn rustpauze. Voor het eerst ga ik verder in T-shirt en geniet ten volle van het lentegevoel. Langs een heerlijke hoogvlakte trek ik verder. In Cuiry-lès-Iviers bezoek ik opnieuw een schat van een kerkje. In dit piepkleine dorp staat nog een zeventiende-eeuws kasteel met park, maar dit kan niet bezocht worden. Ik trek dan maar verder naar Dohis, waar ik de GR 122 eventjes verlaat voor een bezoek aan de ‘lavoir’ en het dorpskerkje: de Nativité-dela-Sainte-Vierge-kerk met haar spiraalvormige toren. Opnieuw een schat die de kleine omweg waard was. Daarna daal ik af naar het piepkleine gehucht Louvet om vervolgens stevig te klimmen naar Parfondeval. Ik heb al meer dan 21 km in de benen en het is iets na 14 uur. Ik weet dat ik hier niet kan overnachten omdat de chambre d’hôte volgeboekt is. Ik slenter doorheen het schattige dorp, één van de mooiste van Frankrijk, op zoek naar de
versterkte Saint-Médard-kerk uit de 16de eeuw. Ik betreed de kerk via het portaal uit witte steen in Renaissancestijl, dat mooi afsteekt tegen de rode baksteen. Ik bewonder de binnenzijde vervaardigd uit baksteen met houten pilaren. Een juweeltje gelegen naast de boerderij met chambre d’hôte. Vooraleer nog 16 km verder te trekken zijg ik neer op het zonovergoten terrasje van de chambre d’hôte
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 11
om mijn dorst te lessen. De lieve gastvrouw brengt me een fles champagne gevuld met appelsap waarvoor ze 1 euro vraagt. Om mijn weg naar Chaumont-Porcien enkele kilometer in te korten, stelt ze voor dat ik een eind meerij wanneer ze haar kleindochter naar de catechismusles brengt. Een halfuur later zet ze me af nabij de GR in Mainbresson. Ik heb het departement van de Aisne verlaten voor dit van de Ardennen. Onder een lekkere zon volg ik heerlijke GR-paden door een Ardeens landschap om uiteindelijk via Mainbressy af te dalen naar Chaumont-Porcien waar ik iets voor 18 uur aankom. In de bar-tabac ga ik op zoek naar de sleutel van de gîte communal. De waard en de weinige klanten zijn al goed door de neus en verwijzen me door naar het stadhuis. Ik heb geen zin om er later op de avond een glas te gaan drinken. In de mairie beweert de aanwezige dame dat er geen opvang is voor pelgrims. Wanneer ze verneemt dat ik tevreden ben met een lokaal zonder bed vergezelt ze mij naar een klein gebouwtje: het ‘local social,’ waar ik geen douche heb maar wel een toilet en een kleine wasbak. Ze weet niet of de chauffage werkt. In een nabije buurtwinkel haal ik wat mondvoorraad en een aperitief. Om het niet al te koud te krijgen leg ik mijn slaapmatje en -zak op een tafel. De luxe van de voorbije twee dagen is voorbij. Ik ben tevreden dat ik een slaapplek heb want de vermoeidheid slaat toe na een lange wandeldag. Het was leuk wandelen en een dag met veel kerkbezoek. Ik heb geluk want in de loop van de avond schiet de getimede verwarming op gang waardoor de koude uit het gebouw wordt gedreven.
Donderdag 09/04/2015 CHAUMONT-PORCIEN
CHATEAU-PORCIEN 17,9 km – 03:40 u
Na een moeilijke nacht op de tafel en een flauw ontbijt ben ik tegen negen uur al op stap. Vandaag heb ik niet veel zin om een afstand van bijna 40 km te overbruggen. De zon schijnt en ik verlaat met een stevige klim Chaumont-Porcien en trek richting de kapel van Saint Berthauld, die de zoon was van de Ierse koning Theold die in de 5de eeuw de streek evangeliseerde. Ik daal af naar open akkers om kort daarop een adembenemende klim te maken langs het bos van de 'Indiens'. Ik loop over lange paden op een hoogvlakte met schitterende uitzichten over weidse akkers. Klokslag 12 uur zet ik mijn rugzak neer op een bank voor de slotvaste Saint-Ferréol-kerk van Saint-Fergeux. Opnieuw gaat het golvend op en neer langs brede graspaden door een weids landschap naar Château-Porcien, waar ik het voor bekeken hou. Het gemeentehuis is over de middag gesloten en ik ga op zoek naar de 16de-eeuwse Saint-Thibault-kerk, die gesloten is. Ik keer terug naar het centrum en bots op de 15de-eeuwse versterkte Wignacourt-woning schuin tegenover bar-tabac ‘Le Longchamp’. Ik geniet van een frisse schuimende pint van de tap vooraleer met de toegangscode naar het pelgrimslokaal te gaan dat gratis ter beschikking gesteld wordt door de gemeente. Het lokaal waar 4 pelgrims kunnen slapen is piepklein en heeft stoelen noch tafels. Ik zie op één van de bedden een rugzak. Na de verkwikkende douche ga ik koffie drinken in de bar-tabac waar ik voor het eerst andere pelgrims ontmoet. Wanneer ik terugkeer naar het lokaal zijn alle vier de bedden bezet. Ik ontmoet een Nederlander, een Vlaming en een Waal uit Luik. Met mijn landgenoten ga ik ‘s avonds voor een lekkere dagschotel in de lokale bar-tabac annex restaurant. Ik sluit de avond af met een picon-bière. Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 12
Vrijdag 10/04/2015
CHATEAU-PORCIEN BRIENNE-SUR-AISNE
21,2 km – 04:05 u
Na een ronkende nachtrust in een zeer klein lokaal gaan we rond acht uur met zijn allen naar de bakker. We mogen onze broodjes opeten in de bar-tabac waar we koffie drinken. Ik volg het pad langs de zonnige boorden van het canal des Ardennes. Naast het kanaal liggen drassige moerasgebieden en kleine vijvers waar enkel vogels de stilte verstoren met hun gezang. Ik bewonder een pracht van een sneeuwwitte vogel, een reiger? Veel weet ik niet af van gevederde soorten want een vogelaar ben ik niet. Nabij een sluis moet ik even de oever verlaten en het asfalt volgen over een kleine drie kilometer, tot aan een oude betonnen brug, waar ik het kanaal nu aan de overkant kan volgen. Iets voor de middag verlaat ik de GR654 in Asfeld om een bezoek te brengen aan de barokke Saint-Didier-kerk. Ze stamt uit de 17de eeuw en werd gebouwd naar de plannen van de Gentse Dominicanerbroeder François Romain. De kerk heeft de vorm van een
viool om de gezangen van de gelovigen beter naar de hemel te leiden. Na het kerkbezoek ga ik met een fles water en een blik bier rusten op een grasperk naast het gedenkteken voor de gesneuvelden voor het vaderland. Opeens komt een jongen naar me toe met een grote beker koffie. Van de mama verneem ik dat ze uit de Aisne afkomstig is en moeilijk kan aarden in de streek van de Ardennen waar de bevolking haar te koel en gesloten lijkt. Ik volg de D926 naar Vieux-lès-Asfeld om dichtbij de kerk kort een asfaltweg te volgen die uitmondt in een aardeweg. Uiteindelijk wandel ik opnieuw lange tijd langs de kanaaloever. Nabij een brug trek ik dwars door de velden op zoek naar de gastenkamer Leriche in Brienne-sur-Aisne. Op een boerderij betrek ik helemaal alleen een charmante gîte. Opnieuw de hemel na de voorbije twee nachten. Via de heer des huizes kan ik proviand voor mijn avondeten op de kop tikken: een fles droge witte wijn, een fles appelsap, tomaten, fruit, brood en terrine de canard. Ik geniet ten volle van de avondzon op het terras van mijn gîte en laat het me smaken. Ik haal dan ook mijn slaapachterstand in want zo rustig heb ik al lang niet meer geslapen.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 13
Zaterdag 11/04/2015 BRIENNE-SUR-AISNE
REIMS
27,4 km – 05:15 u
Wanneer ik het raam van mijn kamer in de gîte open schuiven grijze wolken voorbij. Ik ruim op en stap naar de woning van de eigenaars van de gîte, verderop in het dorp, alwaar het ontbijt voor me klaar staat. Wanneer ik Brienne-surAisne verlaat is het aan het druppelen en doe ik mijn regencape aan. Via een lange asfaltweg bereik ik Pignicourt waar mijn cape uit kan. Het is heel wat frisser dan de voorbije dagen. Buiten het dorp verlaat ik nabij een kruis het asfalt en volg de GR654 over lange veldwegen naar Orainville. Opboksend tegen de wind trek ik langs een lange asfaltweg naar Berméricourt. Ik heb ondertussen het departement van de Ardennen omgeruild voor dit van de Marne. Op het charmante kerkpleintje zoek ik de rust en de warmte op van een autobushokje met zicht op het schattige Saint-Sébastien-kerkje en het gemeentehuis met zijn mooie vierkantige toren. De Nederlandse pelgrim komt bij me zitten en we delen ons proviand met elkaar. Een oudere man en een knappe jonge dame – die bij elkaar horen - komen een praatje maken. Het zijn getuigen van Jehova. Het gesprek verloopt heel aangenaam. Vervolgens volg ik opnieuw het asfalt om in Loivre kort de GR654 te volgen langs een kanaal. Nabij de sluis van Courcy verlaat ik de GR en het kanaal om lange winderige veldwegen op een hoogvlakte te volgen. Langs een bosrand daal ik af naar de voorsteden van de hoofdstad van de bubbels. Donkere wolkenmassa’s drijven over het landschap maar houden zich koest. Ik stap naar het centrum in plaats van logischerwijze de bus te nemen. Nabij de Porte de Mars, een Romeinse triomfboog uit de 3de eeuw, moet ik de lelijke confrontatie meemaken tussen het lawaai van moderne kermisattracties en antieke schoonheid. Rond 15 uur krijg ik mijn stempel in mijn pelgrimspas in de Notre-Dame-kathedraal en ga dan op zoek naar mijn logement voor 2 nachten in het Centre International de Séjour. Ik betrek een eenvoudige doch zeer propere eenpersoonskamer met douche. De toiletten zijn gemeenschappelijk. Na de douche en installatie op mijn kamer ga ik op zoek naar een avondmaal. In een dichtbijgelegen warenhuis vind ik alles wat ik nodig heb. Ik keer terug naar mijn kamer en geniet van de rust. Ik ga vroeg naar bed want de vermoeidheid slaat toe. Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 14
Zondag 12/04/2015
REIMS
Ik slaap lang en neem alle tijd voor het ontbijt. De zon schijnt in mijn volle bolle koffiemok. Eerst doe ik wat boodschappen in de warenhuisketen C zodat ik enkele dagen kan overleven: gedroogd fruit, noten, zwarte chocolade, kaas en droge worst. Iets na 11 uur ga ik op pad en kom toevallig uit bij de kerk van Saint–Jacques deels daterend uit de 12de eeuw. Ondanks een viering ga ik binnen en ben onmiddellijk gecharmeerd door een bijna volle kerk waar peuters en kleuters vrolijk rondlopen achterna gezeten door bezorgde mama’s of papa’s. Lang geleden dat een eucharistieviering me zo kon bekoren. Na de mis loop ik nog wat bewonderend rond vooraleer op het nabije plein ‘place Drouet d’Erlon’ de gezellige drukte op te zoeken op een zonovergoten terras in navolging van zoveel ‘Rémois et Rémoises’. Ik geniet van een halve liter donker bier en een gemengde schotel van het huis: salade, frietjes, mergpijpje, karbonades en potjesvleesch. De maaltijd in de zon kikkert me volledig op. Daarna ga ik op zoek naar het indrukwekkende gotische lijnenspel van de Notre-Dame-kathedraal waar Clovis in 498 gedoopt werd. Later werden 25 koningen in dit majestueuze decor gekroond. Aan de buitenzijde is het grote roosvenster samen met de toegang ingepakt met stellingen en doeken voor herstellingswerken. Ik geniet van het prachtige lijnenspel binnenin. Ook de moderne glasramen van Imi Knoebel en Marc Chagall vallen in de smaak. Daarna breng ik een bezoek aan het Palais du Tau, ooit het verblijf van aartsbisschoppen, dat nu alle schatten van de kathedraal bewaart. Rond 15 uur ben ik het even moe als de batterij van mijn Nikon. Op mijn kamer schrijf ik wat prentbriefkaarten doch postzegels heb ik nog niet. Ik rust wat uit want ik heb wat problemen met de linkerknie. Iets na 17 uur breng ik een bezoek aan de basiliek van Saint-Remi die een tweetal km buiten het centrum ligt. Na een wandeling in een deugddoend zonnetje ben ik blij dat ik deze basiliek niet links liet liggen. Het is een imposant gebouw uit de 11de eeuw, waar de relikwieën van de heilige bisschop Remi bewaard worden. Voldaan keer ik terug naar mijn kamer om uit te rusten en de etappe van morgen voor te bereiden. Ondanks een rustdag heb ik volgens mijn GPS meer dan 14 km in de benen. Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 15
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 16
Maandag 13/04/2015
REIMS TREPAIL
27,6 km – 06:00 u
Na het ontbijt ga ik met gemengde gevoelens van start gezien ik gisteren op mijn rustdag ietwat sukkelde met de linkerknie en de rechterheup. Vandaag wacht me een langere etappe dan ik zou willen. Vandaag zou mijn pa 85 geworden zijn. Ik ga eerst langs bij de bar-tabac die op mijn weg ligt maar de postzegels blijken uitverkocht. Ik hoop dat ik de geschreven prentbriefkaarten niet al te lang zal moeten meedragen. In Reims volg ik het pad langs de oever van het kanaal van de Aisne naar de Marne. De zon doet me deugd. Er zijn al heel wat joggers op pad en ik kom zelfs drie dames tegen die volgens de regel van de islam aan sport doen. Enkel hun gezicht is onbedekt. Het is een raar zicht. Ik zie onze nonnekes nog niet zo vlug in hun lange gewaden langs de Leie crossen. Ikzelf doe het rustig aan en wil niets forceren. Iets verderop ontmoet ik Christian uit het Luikse. Samen volgen we het kanaal dat Reims achter ons laat. Eerst glijden moderne appartementen voorbij, nadien industriële complexen. Uiteindelijk komen we in de natuur terecht die het dorpje Sillery omhelst. Daar lassen we, op een bank bij de kleine plezierhaven, een rustpauze in. Daarna verlaat Christian me om de bus naar Reims te nemen. Langs asfaltwegen klim ik door golvende akkers bezaaid met wijngaarden beroemd om de productie van de exclusieve borrelende drank. Op de wijngaarden heerst al een gezellige arbeidsdrukte. Ik klim naar het hoogste punt van Verzenay, de molen die nu in handen is van een exclusief champagnehuis. In beide wereldoorlogen was hij een belangrijke observatiepost voor de geallieerden. Een bordje wijst me er vriendelijk op dat Santiago de Compostela slechts 2.378 km verwijderd is. Ik verlaat de GR654 en daal af op zoek naar frisdrank in een dorp waar hoofdzakelijk champagnehuizen zijn. De bar-tabac is gesloten maar ik kan in de bakkerij frisdrank op de kop tikken. Nabij de kerk drink ik deze op en reserveer een plaats bij mevrouw Jacqueminet in Trépail. Ik klim langs het asfalt uit het dorp naar de ‘Phare de Verzenay’ waar recent een museum van de wijnbouw werd ondergebracht. Ik vind de GR 654 terug en trek langs groene paden door het bos naar Verzy waar ik na een rustpauze het gelijknamige woud binnentrek. Bij het verlaten van het woud kom ik terecht op een drukke asfaltweg. Onderweg word ik aangesproken door een vrouw die werkzaam is in een wijngaard. Ze zegt dat ze Jacqueminet heet en haar dochter aan het helpen is. Ze zegt me waar ik terecht kan en dat ze vanavond voor mij eten zal klaarmaken. In Trépail betreed ik via een oude houten poort de Gîte Rural na een veel te lange dagtocht. Ik voel me uiteraard moe doch voel weinig pijn in de knie. De heupproblemen zijn verdwenen. Gezien alle
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 17
kamers in de Gîte Rural door arbeiders uit Bretagne bezet zijn, word ik ondergebracht in een stoffige kamer met 4 bedden en een afzonderlijke douche en toilet. ‘s Avonds maakt mijn gastvrouw voor mij een omelet met rijst en tomatensaus klaar. Een fles rode wijn met brood en kaas vult mijn maaltijd aan. Morgen wacht me een lange etappe van meer dan 36 km. Ik geloof dat ik ze in twee zal knippen. Ondertussen heb ik mijn prentbriefkaarten nog niet op de post kunnen doen.
Dinsdag 14/04/2015
TREPAIL CONDE-SUR-MARNE
15,7 km – 03:30 u
Na een sober ontbijt betaal ik mijn donativo en neem afscheid van mijn gastvrouw die vandaag opnieuw in de wijngaarden gaat werken. Ik neem alle tijd want ik heb slechts een halve etappe naar Condé-sur-Marne voor de boeg. Ik ga eerst langs bij het postkantoor om postzegels te kopen zodat mijn prentbriefkaarten uit de rugzak kunnen. Iets voor 10 uur ga ik in een warme lentezon op stap door het golvende Champagnelandschap. Ik volg de GR 14/654 naar Billy-leGrand waar ik water vind nabij het dorpskerkje. Op een rustplaats aan de rand van het dorp eet ik en ga rond het middaguur opnieuw op stap. Ik kom terecht op een heerlijk groen pad dat het diepgelegen kanaal van de Marne volgt. Het stappen lukt me goed. Op 8 kilometer van mijn einddoel word ik langs groene paden in een weidse boog van de Marne weggeleid. Op mijn pad vind ik het karkas van een grote watervogel. Ik hoop stilletjes dat het dier niet aan zijn einde kwam door tendinitis. Vervolgens trek ik door de velden opnieuw naar de rechteroever van de Marne. Ik loop langs het blauwgroene water en nadat ik Isse voorbij ben nader ik vlug Condé-sur-Marne waarvan de indrukwekkende kerktoren van verre de aandacht trekt. Nabij een sluis verlaat ik het water om dichtbij mijn kamer te betrekken in hotel Le Soleil d’Or. Na de douche smeer ik mijn pijnlijke knie in met voltarenzalf en ga rusten op bed. Morgen hoop ik Châlons-en-Champagne te bereiken waar ik dan de nodige dagen rust kan inbouwen. In de late namiddag slenter ik nog wat rond in het kleine dorp en bewonder de prachtige Romaanse kerktoren van buiten de kerkmuur. De Duitse troepen hebben deze gebruikt als uitkijk- en mitrailleurspost zodat hij dan ook door de Franse artillerie met kanonnen aan flarden werd geschoten.
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 18
Op woensdag raak ik niet zonder pijn uit bed. Ik besef dat verdergaan nu geenszins aan de orde is. Ik beslis om alvast te rusten en te zien hoe alles evolueert. Uitgezonderd om aan tafel te gaan verlaat ik mijn kamer niet. Ik rust op bed en smeer mijn knie in met zalf en trek een steunverband aan. Medicatie zoals ontstekingsremmers heb ik niet en in het dorp is geen apotheek. Op donderdag voel ik al beterschap maar ga evenmin buiten ondanks het zomerse weertje. Morgen heb ik een afspraak met de dokter en dan valt het verdict. Wanneer ik vrijdagmorgen opsta voel ik dat mijn knie nog verre van geheeld is. Tijdens een bezoek aan de arts bevestigt deze de diagnose. De tendinitis kan slechts genezen bij volledige rust. De kogel is door de kerk. Ik wil dan ook zo vlug mogelijk naar huis terugkeren. Via https://www.covoiturage.fr/ heb ik vlug een chauffeur gevonden die bereid is me op te halen aan mijn hotel en af te zetten aan het station Lille Flandre. Om 18:45 uur opgepikt aan mijn hotel zou ik tegen 21 uur in Lille staan en dit tegen de meerijprijs van ongeveer 20 euro. Gezien ik geen goesting heb om ‘s avonds de metro te nemen richting België komt een gepensioneerde collega me oppikken. Bedankt Armand. Wanneer het vervolg komt op mijn pelgrimstocht is thans van mijn minste zorgen. Degenen die van mij een kaartje in de bus mochten ontvangen, hoeven de postbode niet meer te staan opwachten. De kaarsen die ik beloofde te branden bij aankomst in Santiago zullen later ooit aangestoken worden.
Degryse Ivan
[email protected]
Vanuit Rekkem naar Tendinitis 01- 17 april 2015 – DEGRYSE Ivan
Pagina 19