Competentieprofiel Directeur Primair Onderwijs Werkmaatschappij Openbaar Onderwijs Groningen School: Concept, versie 27 februari 2006
De Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) heeft, in opdracht van het Ministerie van OCW, een competentieprofiel voor directeuren ontwikkeld. Dit competentieprofiel is gekoppeld aan de Wet Beroepen In het Onderwijs (BIO). Naar analogie van het competentieprofiel groepsleerkracht heeft de Beleidsgroep Personeel het competentieprofiel Directeur Primair Onderwijs opgesteld. Het door de NSA aangereikte ordeningskader is hierbij als leidraad gevolgd. Hierdoor is een overzicht ontstaan van de competenties waar elke directeur, werkzaam binnen het openbaar onderwijs in de gemeente Groningen, aan zou moeten voldoen. Dit competentieprofiel speelt een belangrijke rol in het bekwaamheidsdossier van elke directeur. In de verschillende competenties vindt u een omschrijving, de bekwaamheidseisen en een schoolspecifieke uitwerking. De omschrijving en de bekwaamheidseisen zijn schooloverstijgend en dus op bestuursniveau te gebruiken. De schoolspecifieke uitwerking is per school verschillend en is toegespitst op één school. In de kolom van de omschrijving staat een korte algemene omschrijving van de competentie. Het geeft aan hoe een directeur op de desbetreffende competentie zou moeten handelen. In de kolom van de bekwaamheidseis vindt u een nadere omschrijving van de kennis en vaardigheden die horen bij de competentie. Wat moet een directeur doen en welke kennis moet hij hebben om de competentie voldoende te beheersen. De laatste kolom geeft een schoolspecifiek accent aan de competentie. Elke school heeft het algemeen beleid op bestuursniveau op een eigen manier uitgewerkt. In de laatste kolom kan de school beschrijven wat de directeur moet kunnen en kennen voor de desbetreffende school.
Daar waar de mannelijke vorm wordt gebruikt kan ook de vrouwelijke vorm worden gebruikt.
1. Onderwijs: gericht zijn op het primaire proces Omschrijving De directeur heeft aandacht voor het feitelijke onderwijsproces in de groep.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van het primaire proces in de groep; - zorgt voor optimale randvoorwaarden, zodat leerkrachten en andere medewerkers het
De directeur die gericht is op het primaire proces:
beste uit de leerlingen en zichzelf naar boven halen. •
heeft oog voor het pedagogisch klimaat en het leerstofaanbod;
•
kan leerkrachten ondersteunen bij het omgaan en moet hiervoor het volgende doen:
met verschillen tussen leerlingen;
en moet hiervoor de volgende kennis hebben:
•
draagt zorg voor innovatie op school;
•
kan het pedagogisch partnerschap met ouders
•
effectieve onderwijsconcepten,
•
praktijken en leermiddelen
vormgeven.
onderwijsonderzoek en de implicaties
implementeren en borgen; • •
het pedagogisch (school)klimaat
•
differentiatiemodellen voor het omgaan met verschillen; •
bekend zijn met de ontwikkelingen en
een visie c.q. beleid formuleren op het
effecten op het gebied van moderne
gebruik van ICT binnen het primaire
informatie- en
proces;
communicatietechnologieën in het
rekening houden met de belangen,
primaire proces (snijvlak didactiek en
positie en verantwoordelijkheid van
technologie); •
erop toezien dat ouders/verzorgers
over de ontwikkeling van hun kind; de mate waarin het onderwijs tegemoet
op de hoogte zijn van effectieve communicatiemethoden met
tijdig en duidelijk geïnformeerd worden •
kennis hebben van effectieve
een uitdagende en stimulerende
ouders; •
voor de praktijk; •
bewaken;
leeromgeving organiseren; •
op de hoogte zijn van actueel
verschillende doelgroepen; •
op de hoogte zijn van adequate wijzen van rapporteren en verantwoorden.
komt aan verschillen tussen leerlingen bewaken; •
behaalde resultaten verantwoorden;
•
de kwaliteit van het systeem van interne leerlingenzorg bewaken;
•
een klassenconsultatie uitvoeren.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
2
2. Organisatie: organisatie ontwikkeling Omschrijving In deze kerncompetentie zijn drie leiderschapsaspecten te onderscheiden die nodig zijn om organisatieontwikkeling, innovatie en transformatie op gang te brengen en te houden: • ontwikkelingsgericht leiderschap als motor van de ontwikkeling; • visiegericht leiderschap geeft richting aan de ontwikkeling; • doelgericht leiderschap om planmatig en doelgericht te werken aan onderwijsverbetering.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- heeft voldoende kennis en vaardigheid om de schoolorganisatie volgens een onderwijskundige visie te ontwikkelen; - doet dat op een professionele, doelgerichte en planmatige manier.
en moet hiervoor het volgende doen:
en moet hiervoor de volgende kennis hebben:
•
•
Een directeur die competent is op het terrein van
personeel stimuleren; •
organisatie ontwikkeling: • •
de ontwikkeling van organisatie en
de professionele dialoog aangaan op
dynamisch proces is; •
op basis van visie
creëert een klimaat waar ruimte is voor initiatief en
basis van beelden, verwachtingen en
organisatieveranderingen kunnen
experiment;
ervaringen;
vormgeven;
kan medewerkers binden aan een
•
moedigt initiatief en experiment aan;
gemeenschappelijke visie op onderwijs, leren en
•
kan een visie op onderwijs, leren en
opvoeding;
opvoeding ontwikkelen en levend
•
is een moreel leider;
houden;
•
beschikt over procesvaardigheden m.b.t. besturen
•
en kwaliteit bewaken; •
weten dat visieontwikkeling een cyclisch en
•
kennis hebben van adequate wijzen van procesbewaking;
•
kennis hebben van effectieve besluitvormingsprocedures.
kan draagvlak voor organisatiedoelen ontwikkelen;
zet de koers uit, stuurt bij en zorgt er voor dat de
•
school op planmatige wijze haar doelen bereikt.
kan de voortgang van processen bewaken en controleert of gemaakte afspraken worden nagekomen;
•
keuzes durven maken en besluiten nemen.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
3
3. Organisatie: organisatiebeleid & -beheer Omschrijving Met deze kerncomptentie worden de randvoorwaarden voor goed onderwijs gerealiseerd. Hiermee is organisatiebeleid en – beheer van evenveel waarde als organisatieontwikkeling (competentie 2).
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- heeft voldoende kennis en vaardigheid om beleid planmatig en in samenhang te ontwikkelen; - kan de schoolorganisatie efficiënt en effectief organiseren en beheren op het terrein van:
personeels-, financiëel-economisch, juridisch, facilitair en kwaliteitsmanagement. Organisatiebeleid en –beheer is van belang voor de continuïteit van het onderwijs en de organisatie. Met het toenemen van de verantwoordelijkheid en de beleidsruimte zijn ook de risico’s en de verantwoordingsplicht toegenomen. Het gaat in grote lijnen om: organisatie-, personeels-, en moet hiervoor het volgende doen: en moet hiervoor de volgende kennis hebben: financiëel-economisch, juridisch, facilitair en kwaliteitsmanagement. • een (meerjaren)planning kunnen opstellen • kennis hebben van managementinformatieEen directeur die op dit vlak competent is: •
kan efficiënt en effectief organiseren en beheren;
•
kan beleid planmatig en in samenhang ontwikkelen;
•
kan nieuwe ontwikkelingen borgen;
•
kan mensen aan de organisatie binden.
en bewaken; •
koppelt de inzet van middelen aan visie en
en leerlingvolgsystemen; •
doelen en verantwoordt deze; •
een efficiënte inzet van tijd, mensen en
regelgeving; •
middelen realiseren; •
een passende organisatie- en
op basis van de visie de juiste medewerkers werven en binden;
•
taakstellend budgetteren en beheren;
•
hulpbronnen en middelen kunnen
op de hoogte zijn van effectieve wijzen van zelfevaluatie;
•
functiestructuur ontwerpen; •
op de hoogte zijn van actuele wet- en
kennis hebben van beschikbare instrumenten voor kwaliteitszorg;
•
op de hoogte zijn van mogelijkheden omtrent sponsoring, fondsen en subsidies.
organiseren; •
visie c.q. beleid formuleren op het gebruik van ICT binnen de organisatie (managementinformatie- en leerlingvolgsystemen, etc.);
•
kwaliteitskaders en normen kunnen opstellen en hanteren;
•
een zelfevaluatie kunnen uitvoeren;
•
een veilige en schone school(omgeving) kunnen organiseren.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
4
4. Omgeving: ondernemerschap Omschrijving Een moderne arbeidsorganisatie staat in voortdurende wisselwerking met haar omgeving. De directeur als ondernemer treedt als boegbeeld van de school de omgeving tegemoet. Hij anticipeert tijdig en adequaat op ontwikkelingen vanuit de maatschappij en de schoolomgeving. De school is hierbij partner van de samenleving, maar staat er ook midden in.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
Een directeur die op het terrein van
en moet hiervoor het volgende doen:
en moet hiervoor de volgende kennis hebben:
•
•
ondernemerschap competent is: •
gaat strategisch om met alle factoren (wet- en regelgeving, omgevingseisen) en actoren (mensen, instituties, organisaties) die de organisatie beïnvloeden;
•
staat open voor vragen en wensen vanuit de maatschappij en de schoolomgeving;
•
gaat het gesprek aan en verantwoordt het handelen van de organisatie;
•
is ambitieus, betrokken en ondernemend;
•
draagt bij aan een sterkere WMOO;
•
weet schoolbelangen en belangen van de WMOO op een evenwichtige manier af te
- heeft voldoende kennis en vaardigheid op het terrein van strategisch management en relatiebeheer; - heeft de vaardigheid om om te gaan met ouders als groep.
•
onderhoudt professionele relaties;
•
bekommert zich om de beeldvorming van de school.
management en de factoren en actoren die
kansen en bedreigingen voor de school- &
daarbinnen een rol spelen;
•
onderhouden; kunnen omgaan met de media;
•
samenwerkingsmogelijkheden tussen
kennis hebben van het maatschappelijke krachtenveld;
•
netwerkrelaties kunnen opbouwen en
•
op de hoogte zijn van adequate vormen van relatiebeheer;
de positieve beeldvorming van de school- & WMOO-organisatie bevorderen;
•
•
op verantwoorde wijze met risico’s kunnen omgaan;
•
kennis hebben van strategisch
positie en verantwoordelijkheid;
WMOO-organisatie kunnen onderscheiden; •
kennis hebben van verschillende belangen en opvattingen in de schoolomgeving;
•
op de hoogte zijn van positieve en negatieve effecten van media-aandacht.
school, gezin en gemeenschap (mede)
wegen; •
is zich bewust zijn van maatschappelijke
kunnen vormgeven; •
inspraak en medezeggenschap kunnen organiseren.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
5
5. Denkkracht: zelfsturing Omschrijving “Zelfsturing” verbindt de morele kant met het leervermogen. De directeur die zichzelf effectief kan sturen, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn bekwaamheid en kan zijn eigen ontwikkeling regisseren. Zo’n directeur streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over zijn beroep en zijn bekwaamheid als directeur.
Een directeur die op dit vlak competent is: •
kan de grondslag van de organisatie bewaken;
•
kan moreel verantwoord handelen;
•
weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn vak en van
en moet hiervoor het volgende doen:
hebben: •
heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn
•
sterke en zwakke kanten; • •
werkt op een planmatige manier aan zijn eigen
•
evalueert de effecten van eigen
heeft kennis van diverse reflectieve methoden;
•
is op de hoogte van actuele ontwikkelingen en trends op het eigen
werkt planmatig aan de ontwikkeling
vakgebied.
van zijn bekwaamheid, op basis van
stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van de
een goede analyse van zijn
school/WMOO biedt om zich verder te ontwikkelen;
•
handelen;
ontwikkeling;
competenties;
school/WMOO en benut kansen de kansen die de •
verantwoordt zijn professioneel handelen;
welke waarden, normen en opvattingen hij uitgaat; •
en moet hiervoor de volgende kennis
•
stemt de ontwikkeling van zijn
ontwikkelt zich naar de bekwaamheidseisen zoals die
bekwaamheid af op het beleid van de
zijn vastgesteld door de W MOO.
school/WMOO; •
maakt bij die ontwikkeling gebruik van informatie van collega’s en ook van collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie;
•
levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsgroep.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
6
6. Denkkracht: intrapersoonlijke competenties Omschrijving De intrapersoonlijke competenties vormen de hulpmotor voor het leren in de praktijk. Deze zijn nodig om problemen te kunnen analyseren en mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- heeft voldoende kennis en vaardigheden om belangrijke informatie te verkrijgen en te herkennen, verbanden te leggen tussen gegevens, mogelijke oorzaken op te sporen, te zoeken naar ter zake doende gegevens en te komen met een oplossingsrichting.
De directeur die intrapersoonlijk competent is: •
kan gebruik maken van diverse bronnen en informatiekanalen;
•
kan bij (complexe) problemen hoofd- en bijzaken
en moet hiervoor het volgende doen:
onderscheiden;
hebben:
•
kan verbanden, trends en patronen zien;
•
kan werken met prognoses en sturen op kengetallen;
•
kan (mogelijke) problemen in een vroeg stadium herkennen;
•
kan een probleem vanuit meerdere invalshoeken analyseren en verschillende oplossingsrichtingen verkennen;
• •
•
•
kan anderen (mede)verantwoordelijk voor de
zorgt dat er condities aanwezig zijn
•
op een praktisch niveau op de hoogte
voor het verkrijgen van betrouwbare
zijn van therorieen en methodieken om
informatie;
problemen te analyseren en op te
ontwikkelt zijn professionele denken
lossen;
met behulp van ICT; •
kan inschatten wanneer er (onmiddellijke) actie gevraagd wordt;
en moet hiervoor de volgende kennis
•
op een praktisch niveau op de hoogte
vergaart op verschillende manieren
zijn van systemen van informatie-
informatie om te toetsen of de
verwerking.
informatie betrouwbaar is; •
zoekt naar de oorzaken van ontbrekende, onjuiste, vervomde of
oplossing maken.
selectieve informatie; •
stelt bijtijds, logisch en methodisch vast waar het probleem zit en wat er aan gedaan kan worden;
•
komt op het juiste moment met de juiste actie;
•
treft voorzorgsmaatregelen voor complicaties en onverwachte wendingen;
•
betrekt medewerkers bij het proces.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
7
7. Daadkracht: interpersoonlijke competenties Omschrijving Bekwaamheidseis Interpersoonlijke competenties hebben vooral betrekking op De directeur: de relationele kant en de omgangsvormen. Heel concreet - is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op de gaat het om de (emotionele) afstand die wel of niet bewust bewaard wordt ten opzichte van een ander. medewerkers;
Schoolspecifieke uitwerking •
- heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en Een directeur die interpersoonlijk competent is: •
communicatie om een goede samenwerking tot stand te brengen.
kan een positieve open sfeer opbouwen en bevorderen;
en moet hiervoor het volgende doen:
•
geeft op een goede manier leiding;
•
zorgt ervoor dat er een veilig leef- en werkklimaat
hebben:
heerst binnen de school; •
•
geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en
maken met hem en zich veilig voelen; •
deelt leiderschap; •
is geïnteresseerd en toont oprechte belangstelling voor de ander;
•
hij maakt contact met het personeel en
•
hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen
is bereikbaar en aanspreekbaar en neemt de tijd om te luisteren;
•
en moet hiervoor de volgende kennis
durft stelling te nemen en kan omgaan met kritiek en
•
is goed op de hoogte van communicatie- en omgangsvormen;
•
is op praktisch niveau op de hoogte
hij biedt een kader waarbinnen de
van communicatietheorieën,
medewerkers hun eigen werk kunnen
groepsdynamica en interculturele
vormgeven;
communicatie en kent vooral ook de
hij schept een goed klimaat voor
implicaties daarvan voor zijn eigen
samenwerking met de medewerkers
doen en laten.
en tussen de medewerkers onderling.
weerstand; •
kan effectief communiceren en presenteren;
•
kan confronteren, bemiddelen en geeft of vraagt feedback.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
8
8. Daadkracht: aansturen van professionals Omschrijving Goed onderwijs is met name een teamverantwoordelijkheid. Op basis van een gedeelde visie en met heldere doelen voor ogen is een bekwame leidinggevende in de leidende rol in staat om het beste in medewerkers naar boven te brengen en dienstbaar te maken aan de organisatie. Hij is gericht op het creëren van leer- en ontwikkelingsmogelijkheden, zowel op individueel-, teamals organisatieniveau. Hij heeft aandacht voor de medewerkers, bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid, straalt vertrouwen uit en deelt leiderschap.
Bekwaamheidseis
Schoolspecifieke uitwerking
De directeur:
•
- is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op de medewerkers; - is in staat richting en sturing te geven aan individuen en groepen van medewerkers.
En moet hiervoor het volgende doen:
hebben:
Een directeur die op dit vlak competent is: • •
•
•
•
stimuleert en coacht (een groep)
is goed op de hoogte van communicatie- en omgangsvormen;
•
hij is op praktisch niveau op de hoogte
durft (een groep) medewerkers aan te spreken op hun
medewerkers bij het zoeken van
van communicatietheorieen,
functioneren en verantwoordelijkheden;
oplossingen;
groepsdynamica en interculturele
geeft feedback op functioneren en
communicatie en kent vooral ook de
bereikte resultaten;
implicaties daarvan voor zijn eigen
kan competentiegericht werken;
•
kan duidelijke eisen en grenzen stellen;
•
kan resultaatgericht werken van (een groep)
• •
samenwerking;
kan teamgeest en samenwerkingsbereidheid bevorderen.
ziet en benut de onderlinge relaties van medewerkers voor een goede
medewerkers bevorderen; •
spreekt verwachtingen uit over het te bereiken resultaat en het functioneren;
kan een klimaat scheppen waarin medewerkers zich gemotiveerd, gestimuleerd en gewaardeerd voelen;
•
en moet hiervoor de volgende kennis
•
doen en laten; •
beschikt over een breed palet aan begeleidende vaardigheden.
de verschillende competenties van medewerkers in beeld te brengen t.b.v. organisatieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling;
•
bekwaamheid van medewerkers te beoordelen en daar acties aan te koppelen.
Competentieprofiel Directeur PO, ontwikkeld door de Beleidsgroep Personeel, WMOO, Groningen.
9