Compass Handbook Kompas handboek M5.17.32.C P.O. Box 4, 6987 ZG Giesbeek Nijverheidsstraat 30, 6987 EM Giesbeek, The Netherlands T +31 313 880200 F +31 313 632167 E
[email protected] I http://www.eijkelkamp.com
Declination and Inclination
Declinatie en inclinatie
There are two natural phenomena which have to be taken into account when working with the compass.
Er zijn twee natuurverschijnselen waarmee je bij het gebruik van een kompas rekening moet houden.
Declination
De declinatie
Often, the direction of the geographic north does not coincide with the direction of the magnetic north. The angle between both these directions is the declination. Most of the RECTA compasses are equipped with a declination correction system.
Het geografische noorden (volgens de kaart) valt niet samen met het magnetische noorden. Deze afwijking wordt declinatie genoemd. De meeste RECTA kompassen zijn uitgerust met declinatiecorrectie.
Important information for globetrotters ll
ll ll
ll ll
lll
lll llllllllllllllll
lll ll ll
ll ll
If you are a globetrotter, you will not want to leave your compass at home. Therefore you should check in good time with the geographical institute in your destination country in order to find out the correct declination angle. In the case of compasses with a declination correction system, you can set the appropriate declination angle, which allows you to work immediately and reliably with the compass at your destination. If you are using a simpler compass model, the deviation must be taken into account.
ll
ll
ll
lll
llll
lllllllllllll
lll
ll
Belangrijke informatie voor globetrotters Als u veel reist, zult u uw kompas niet thuis laten. Informeer daarom tijdig bij het geografisch instituut in uw land van bestemming naar de correcte declinatiegraad van dit land. Vaak staat het ook op de kaart van het betreffende land in de legenda vermeld. Bij kompassen met een declinatiecorrectie kunt u de juiste declinatiehoek instellen en na aankomst in het land van bestemming direct met het kompas werken. Bij eenvoudige kompasmodellen zonder declinatiecorrectie dient de afwijking steeds in de berekening te worden opgenomen.
1
The basic applications
De basistoepassingen
Determining the direction of travel on the map …
Het bepalen van de looprichting op de kaart …
Spread out the map on a surface which is as flat and level as possible. If you have to travel a reasonable distance, draw a line from your starting point to your destination. Bring the edge of the compass parallel to this line, the front edge facing your position. Turn the compass bezel until the north-south lines of the compass coincide with the N-S grid lines on the map. Now you can read off the bearing, the azimuth, on the index of the compass.
Leg de kaart uit op een zo vlak mogelijke horizontale ondergrond. Bij een grotere afstand trekt u een lijn van uw uitgangspunt naar uw bestemming. Houd de kant van het kompas parallel aan deze lijn en de voorkant naar uzelf gekeerd. Draai dan de kompasroos tot de noord-zuidlijnen van het kompas overeenkomen met het noordzuid-raster van de kaart. Nu kunt u de richtingshoek, het azimut, op de index van het kompas aflezen (klassieke valkuil: let op dat u niet zuid-noord instelt).
➌
N
➍ ➋
➊
➊ Startpunt ➋ Bestemming ➌ Looprichting ➍ Richtingshoek (azimut)
… and on the ground
… en in het terrein
The bearing determined on the map, the azimuth, is set with the compass bezel. Holding the compass at eye level, turn on the spot until the red N point is between the two north marks. If this is the case, you are sighting your target, or an intermediate goal.
De op de kaart berekende richtingshoek, het azimut, wordt met de kompasroos ingesteld. Terwijl u het kompas op ooghoogte houdt, draait u zich om uw eigen as tot het noorden van de naald (rode N-punt) tussen de beide N-tekens staat. Als ze overeenkomen, bepaalt u uw bestemming, resp. uw tussenstop.
➍
➍
Accurate sighting with a DP compass
Accurate sighting with a DS compass
Directe peiling met een DP-kompas
Directe peiling met een DS-kompas
As a general principle, when doing compass work, the capsule is always pointing towards the user.
3
➊ Starting point ➋ Destination ➌ Direction of travel ➍ Bearing (azimuth)
In principe wijst de open zijde tijdens het werken met het kompas steeds naar de gebruiker.
Working with the compass
Werken met een kompas Om met het kompas veilig de bestemming te bereiken, is enige elementaire kennis een eerste vereiste. Omdat ze wereldwijd bekend zijn illustreren we de volgende voorbeelden aan de hand van de unieke DP-kompassen. Op deze wijze kunnen ook de andere kompas-series – afhankelijk van hun specificaties – worden gebruikt.
In order to navigate your way safely to your destination by compass, some elementary knowledge is essential. For the sake of simplicity and because the DP compass range can be used for all purposes, we have illustrated the following examples with these instruments. They can also be applied to the other compass lines, depending on their specifications.
1. Orienting the map
1. Oriënteren met de kaart
a) Set bearing on compass to N = 0°. b) Place the compass pointing north along the grid lines on the map. c) Turn the map and compass until the N point of the needle comes to rest between the north marks.
a) Peilingshoek op kompas N = 0° instellen. b) Het kompas in noordelijke richting langs het raster op de kaart leggen. c) Kaart met kompas zo lang draaien tot de N-punt van de naald tussen de N-tekens ligt.
Note: As a general rule, north is situated at the top of the map. On maps with no N-S grid lines it is advisable to draw these every 3-4 cm in the area under consideration.
Opmerking: In de regel is het noorden boven aan de kaart. Bij kaarten zonder N-Z-raster is het aan te bevelen de N-Z-lijnen in het betreffende gebied in een afstand van 3-4 cm in te tekenen.
2. The bearing
2. De richtingshoek
(azimuth)
(azimut)
The bearing is the angle between true north and the direction of travel and is also called the azimuth (see page opposite). The figure can be read off directly from the index. The compass dial is normally divided into 360°. On request, some models can also be supplied with scales of 6400 art. ‰ or 400 grade.
De richtingshoek is de hoek tussen het geografische noorden en de looprichting en wordt ook wel azimut genoemd (zie bladzijde hiernaast). Het getal is direct van de index af te lezen. De meest gebruikte schaalverdeling is 360°, op speciaal verzoek is bij sommige modellen ook een indeling in 6400 ‰ (artillerie-promille, ook wel NATO genoemd) of 400 gon verkrijgbaar.
3. Sighting with the mirror
3. Peilen met behulp van een spiegel
Thanks to the mirror which is part of the standard specification, the RECTA compasses in the DP and DS ranges offer the advantage of accurate, uncomplicated sighting of the direction of travel while observing the compass rose. All that is then required is to turn on the spot, allowing the red N point of the needle to settle between the north marks on the capsule. You can now easily determine a target by means of the sighting device.
De RECTA-kompassen van de DP- en DS-serie hebben, dankzij de spiegel, het voordeel dat ze nauwkeurig en overzichtelijk de looprichting kunnen peilen. In het verlengde van het oog (als een scherpschutter) kan namelijk gelijktijdig het object en het kompas bekeken worden. Om de eigen as draaien en daarbij de rode N-punt van de naald tussen de N-tekens van de roos instellen. Via het vizier kunt u zo heel eenvoudig de bestemming bepalen.
4. For an approximate general sighting
4. Voor een ruwe bepaling van de richting
The compass is held at waist level and the needle observed from above.
«Uit de losse hand» houdt u het kompas op taillehoogte en zo kunt u van boven het heen en weer bewegen van de kompasnaald observeren.
4
5. Sighting a visible point of the terrain
5. Bepalen van een in het terrein zichtbaar punt
a) Use the compass to take a sighting on the desired point and set the bearing by turning the compass rose (until the north marks on the capsule correspond with the N point of the needle). b) Mark your own position on the map. c) Place the compass on the map, align the front edge to your position, then rotate the compass (while keeping the front edge on your position) until the N-S lines on the capsule are parallel to the N-S grid lines on the map. d) The point to be fixed is now on the line formed by the long edge of the compass. By estimating the distance you can identify the desired point.
a) Peil het te bepalen punt met het kompas aan en stel de richtingshoek in door de kompasroos te draaien (tot de N-tekens van de roos overéén komen met het noorden van de naald). b) Teken de (eigen) positie op de kaart in. c) Leg het kompas op de kaart, richt de voorkant op de eigen positie en draai vervolgens het kompas (blijf de voorkant op de eigen positie gericht houden) tot de N-Z-lijnen van de roos parallel aan het raster van de kaart liggen. d) Het te bepalen punt ligt nu op de lijn die langs de zijde van het kompas loopt. Door de afstand te schatten kunt u nu het gewenste punt lokaliseren.
N
➌
➋
➊ Own position ➋ Desired point ➌ Rotate compass until its N-S lines are parallel to those on the map
➌ ➊
5
➊ Eigen positie ➋ Te bepalen punt ➌ Kompas draaien tot de N-Z-lijnen van het kompas parallel aan de lijnen van de kaart liggen.
6. Locating your own position
6. Bepalen van de eigen positie
Using a similar technique to that described in point 5, it is also possible to determine your own, unknown location.
Op dezelfde wijze als onder punt 5 beschreven kan ook de eigen, onbekende positie worden berekend:
a) Take a sighting on an identifiable point in the terrain and set the bearing. b) Place the long edge of the compass on the landmark and turn until the N-S lines on the compass are parallel to the N-S grid lines on the map. c) Draw a line from the landmark towards the front of the compass and parallel to the long edge. d) Sight a second point and repeat steps a-c (the closer the angle between the two points is to 90°, the more precisely your own position can be determined). e) The intersection of the two lines indicates your own position.
a) Peil een bekend punt in het terrein aan en stel de richtingshoek in. b) Leg het kompas op de kaart met de lange zijde bij het richtpunt en draai tot de N-Z-lijnen van de kompasroos parallel aan het N-Z-raster van de kaart liggen. c) Teken vanuit het peilpunt een lijn parallel aan de lange zijde van het kompas, richting voorkant van het kompas. d) Peil een tweede punt en herhaal de procedure a-c (hoe dichter de hoek tussen de twee punten bij 90° is, des te nauwkeuriger is de positie te berekenen). e) Het snijpunt van de twee lijnen is de eigen positie.
7. Avoiding an obstacle
7. Ontwijken van een hindernis
When you encounter a small obstacle, such as a thicket, swamp, hill or lake, etc., the direction of travel can be adhered to as follows:
Indien kleine hindernissen de weg versperren (struikgewas, moeras, heuvels, meren) kan de looprichting op de volgende wijze worden aangehouden:
a) Change your route to the line of detour ➋ well before the obstacle (N point of needle under one pair of detour marks). Count your paces. b) As soon as the way is clear, turn back to the normal line of travel ➊. c) Once the obstacle has been overcome or by-passed, turn to line of detour ➌ (N point of needle under the other pair of detour marks). Go back the same number of paces in direction ➌ as counted for line of detour ➋. d) You can then continue in the original direction of travel ➊.
a) Sla tijdig de uitwijkroute ➋ in (N-naald tussen een van de twee uitwijktekens instellen). Tel uw stappen. b) Zo gauw de weg vrij is, in de normale richting ➊ verder gaan. c) Zo gauw de versperring voorbij is, resp. de hindernis ontweken is, de uitwijkroute ➌ inslaan (N-naald onder de andere uitwijktekens instellen). Als u hetzelfde aantal stappen, als bij de uitwijkroute ➋ heeft gezet, in de richting ➌ teruglopen. d) Vervolgens kunt u in de oorspronkelijke looprichting ➊ doorgaan.
➊ General direction of travel ➋ Line of detour ➋, count your paces ➌ Line of detour ➌, count the same number of paces as walked in ➋
➊ Algemene looprichting ➋ Uitwijkroute ➋, stappen tellen ➌ Uitwijkroute ➌, hetzelfde aantal stappen als onder ➋ teruglopen
Note:
Opmerking:
All RECTA compasses are supplied with comprehensive instructions for use.
Alle RECTA-kompassen worden met een uitvoerige handleiding geleverd.
6
Special operations 1. Setting the declination factor RECTA compasses with declination correction are fitted with an adjusting screw, which allows you to adjust the easterly or westerly deviation. This screw is to be found on the reverse of the capsule. By turning this adjusting screw, the north marks are moved by the value of the declination in relation to the scale and the N-S grid lines on the compass capsule. Thus corrected, the north marks show the magnetic north while the scale and the N-S grid lines continue to display true north.
Procedure: • In the case of a westerly declination = turn the adjusting screw counterclockwise • In the case of an easterly declination = turn the adjusting screw clockwise Once a value is set, it is fixed mechanically and cannot be changed unintentionally.
The declination correction is especially important for globetrotters.
7
2. The clinometer The clinometer enables you to measure ascents or descents. Frequently it would be useful to know the gradient of a slope, road or mountainside. This decisionmaking aid can be of great importance for your safety (avalanche risk, capability of vehicles for handling slopes, etc.) and reduces the risk. With the aid of the conversion table (from degrees to per cent) on the reverse of the mirror, you can easily measure heights (trees, houses, mountains, etc.).
A. Lateral measurement This application can be used to determine gradients of slopes, which pass directly across the user’s field of view. It should be noted that the result always represents an average figure. • Turn the reverse of the compass to face you, push in the mirror and block it with your finger. • Place the compass directly across the field of view along the incline or sight the incline over the compass edge. • The angle of inclination can be read off directly at the red mark on the red scale.
8
B. Longitudinal measurement
B. De lengtemeting
This application is intended for determining ascents and descents which are in a vertical direction relative to the observer. It is also possible to determine differences in height if the distance to the object is known.
Deze toepassing is geschikt voor het bepalen van stijgingen en niveauverschillen die zich in verticale richting ten opzichte van de kompasgebruiker bevinden. Ook hoogteverschillen kunnen, indien de afstand tot het herkenningspunt bekend is, worden berekend.
• Open out mirror and fix in position by light downward pressure. • Tilt the compass to one side and sight the desired point along the upper long edge. • Read off angle of inclination in the mirror (red mark on red scale). The values read off can be converted to percentages with the aid of the conversion table on the reverse of the mirror (ascents, descents, difference of height, etc.).
➊
• Klap de spiegel uit en zet hem vast door hem zachtjes naar beneden te drukken. • Houd het kompas op zijn kant en peil over de lange bovenzijde het gewenste punt aan. • Lees de hellingshoek, de rode punt op de rode schaalverdeling in de spiegel af. De gemeten waarden kunnen met behulp van de omrekentabel op de achterkant van de spiegel in percentages (stijging, helling, hoogteverschil) worden berekend.
H= D x% 100
➊ Align the lower long edge of the compass to the target to be sighted. ➋ Read off the angle of inclination in degrees directly on the scale. ➊ Richt de lange onderzijde van het kompas op het gewenste doel. ➋ Lees de hellingshoek in graden direct op de schaalverdeling af.
➋ Conversion table
9
Omrekentabel
Degrees (360°) Graden (360°)
400 grade 400 gon
Artillery ‰ Artillerie-‰
%
1 2 3 4 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 60 70 80 90
1.1 2.2 3.3 4.4 5.6 11.1 16.7 22.2 27.8 33.3 38.9 44.4 50 55.6 66.7 77.8 88.9 100
17.8 35.6 53.3 71.1 88.9 177.8 266.7 355.6 444.4 533.3 622.2 711.1 800 888.9 1066.7 1244.4 1422.2 1600
1.7 3.5 5.2 7 8.7 17.6 26.8 36.4 46.6 57.7 70 83.9 100 119.2 173.2 274.7 567.1 ∞
3. Precision measurement of angles by prism optical system
3. De prisma-optische precisiehoekmeting
The prism optical system (only fitted to model DP-10) brings a further dimension to the scope of the compass in the field of measurements.
Met het prisma-optiek (alleen in het model DP-10) worden de mogelijkheden van het kompasgebruik met essentiële meetfuncties uitgebreid.
Basically, direct angle of measurement makes for more rapid handling, greater convenience and an even higher degree of accuracy. The resolution is to an accuracy of ± 0.3 degree! The compass is therefore suitable for use by professionals in fields such as ground surveying, road and pipeline construction, route location, etc.
In principe maakt de directe hoekmeting het mogelijk de functies van een kompas sneller, gemakkelijker en nog nauwkeuriger toe te passen. Van doorslaggevend belang is de meetprecisie van ± 0,3°! Daarmee zijn zelfs professionele opdrachten zoals terreinmeting, straat-, en kanaalaanleg, en het uitzetten van tracés uit te voeren.
ll
ll
lll
llll
lll lll lll llllllll
lll
➊ Sight the target ➋ Prism optical system ➌ Scale of the prism optical system
ll
ll
lllllll
lllllll
ll
➌
ll
ll
l
ll
lll
llll
llllllllllllll
lll
ll
➋ ➊
➊ Peil het doel ➋ Prisma-optiek ➌ Schaalverdeling in de prisma-optiek
Operation
Instelling
• Adjust dial to approx. N = 0° or 180° (depending on whether you are working with your right or left hand). • Bring the compass up to eye level and hold horizontally while sighting the target through the prism optical system. Adjust distance from eyes until the scale comes into focus through the lens. • Take a sighting of the object along the line of the marking and read off the bearing (against magnetic north).
• Stel de schaalverdeling in op ca. N=0°, resp. 180° (afhankelijk van het feit of u met de rechter of met de linker hand werkt). • Breng het kompas op ooghoogte en houd het horizontaal, peil door de prisma-optiek het doel. Verander de afstand tot het oog tot de schaalverdeling door de optiek leesbaar is. • Peil het doel in de verlenging van de streepaanduiding en lees de richtingshoek af (tegenover het magnetische noorden).
10
• •
• •
• •
Interchangeable scales Verwisselb. schaalverd.
Mirror Spiegel
• •
Prism optical system Prismaoptiek
Luminous marks Lichtgevende tekens
•
• •
Magnifying lens Loep
Conversion table Omrekentabel
Clinometer Klinometer
Declination correction Declinatiecorrectie
Trad. compass needle Klassieke kompasnaald
Model Model
GLOBAL SYSTEM
RECTA compasses and their features RECTA kompassen en hun specificaties
DP compasses / DP-kompassen DP 2 DP 6 17.32 DP65 DP 10
• •
•
•
•
• •
• •
•
•
DO compasses / DO-kompassen DO 110 DO 150 DO 310 DO 315 DO 350 DO 590 DO 595 DO 860 DO 865
• • •
• •
• • • • • •
• • • •
• • • • •
• • • •
• • • • •
DS compasses / DS-kompassen DS 40
•
DS 50 DS 56
• •
The dependable DP series: The «Swiss Army Compass»
• •
• •
•
• •
• •
De betrouwbare DP-serie: het «Swiss Army Compass»
DP 65
11
• •
•
• •
• • • • • • •
Points to bear in mind …
Dit moet u weten …
High voltage, checking, etc.
Hoogspanning, controle, enz.
Metal objects or nearby high-voltage lines can cause the compass needle to stray. Strong magnetic fields may even result in a reversal of polarity. Therefore you should regularly check that your compass is functioning correctly. Small bubbles in the liquid are of no significance. They appear and disappear as a result of changes in air pressure and temperature.
Metalen voorwerpen of hoogspanningsleidingen in de omgeving kunnen de kompasnaald beïnvloeden. Sterke magneetvelden kunnen onder bepaalde omstandigheden zelfs omkering van de polariteit tot gevolg hebben. Controleer daarom regelmatig de functie van uw kompas. Kleine belletjes in de vloeistof zijn niet van belang. Ze ontstaan en verdwijnen door veranderingen van luchtdruk en temperatuur.
RECTA compasses are precision instruments RECTA compasses are manufactured with the utmost precision to ensure that they perform their task effectively and reliably. Robust materials guarantee that these direction-finding instruments are durable and have a long working life. Compasses which are not equipped with the GLOBAL SYSTEM are adjusted for the inclination in the latitude in which they are sold. When undertaking expeditions in other latitudes we recommend that the capsules are changed in order to ensure reliable bearings and sightings.
RECTA kompassen zijn precisieinstrumenten De RECTA kompassen worden met de grootste nauwkeurigheid vervaardigd, opdat ze hun opgaven juist en betrouwbaar kunnen vervullen. Het sterke materiaal zorgt ervoor dat de oriëntatie-instrumenten duurzaam en robuust zijn. Kompassen die niet van het GLOBAL SYSTEM zijn voorzien, worden wat betreft de inclinatie ingesteld op de breedtegraad van het gebied waar ze ter verkoop worden aangeboden. Bij expedities naar andere breedtegraden is het aan te bevelen de kap te laten vervangen om zo zeker te zijn van betrouwbare richtingsaanduidingen en peilmogelijkheden.
12