Communicatiemanagement. Opleiding CDM - College 4 CM Sheet 1

Communicatiemanagement

Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 1

Programma vandaag

 Welkom  Mededelingen  Coll. 4 Theorie “Operationele communicatieplan”-Boodschap  SLC: klassegesprek & afspraken  Coll. 4 Praktijk (n.a.v. consult + opdr. )  Aan de slag


COLLEGE 02 SHEET 2

Gesprekken SLC vandaag

 10.30u. Kim  10.45u. Margaretha  11.00u. Eline  11.15u. Marco  11.30u. Sebastian


Sheet 3

Gesprekken SLC volgende week

 10.30u. Mark  10.45u. Ricardo  11.00u. Paul  11.15u. Casper  11.30u. Maarten  11.45u. May

 Neem mee: POP & cijferoverzicht.


Sheet 4

Coll. 4 Praktijk : consult WG

12.00u. – 12.20u. : GR. 3 lokaal 2.54 12.20u. – 12.40u. : GR. 4 lokaal 2.54 12.40u. – 13.00u. : GR. 5 lokaal 2.54 13.00u. – 13.20u. : GR. 6 lokaal 2.54 13.20u. – 13.40u. : GR. 1 lokaal 2.54

13.40u. – 14.00u. : GR. 2 lokaal 1.07 Graag 5 min. voor tijd in omgeving lokaal! Volgende week: start gr.4, enz.

Communicatiemanagement week 4 Boodschap en strategie


Sheet 6

Vorige week: Communicatieplan 1. Analyseren – Wat is het communicatieprobleem?

2. Strategie – Hoe wil je dit aanpakken?

3. Uitvoering – Hoe ga je dat doen?

4. Evaluatie – Wat is het effect?

Opleiding Communicatie CDM - College -4Communicatiemanagement CM week 3

Sheet 7

Communicatieplan

 Analyse

 Strategie – Met wie wil je communiceren? (doelgroep) – Wat wil je bereiken? (doelstellingen) – Wat ga je communiceren? (boodschap) – Hoe wil je communiceren? (middelen) – Wanneer ga je communiceren? (tijdsplanning)

 Uitvoering  Evaluatie Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 8

Communicatieplan

 Analyse

 Strategie – Met wie wil je communiceren? (doelgroep) – Wat wil je bereiken? (doelstellingen)

– Wat ga je communiceren? (boodschap) – Hoe wil je communiceren? (middelen) – Wanneer ga je communiceren? (tijdsplanning)

 Uitvoering  Evaluatie Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 9

Inhoud college 4

 Boodschap  1. kwaliteit van de boodschap  2. Eisen aan de boodschap  3. Doelgroepen en boodschap  4. Communicatiestrategie en boodschap  5. Communicatiemiddelen (kort, komt aan bod in les 5)


Sheet 10

Quiz: vier communicatieboodschappen 1. Intended message de door de zender bedoelde boodschap 2. Encoded message de aangeboden (concrete) boodschap 3. Decoded message de informatie die de ontvanger uit de boodschap haalt

4. Remembered message de boodschap zoals de ontvanger zich deze herinnert


Sheet 11

Boodschap 1. Centraal thema

-

Leidraad om verschillende communicatie-uitingen op elkaar af te stemmen.

2. Creatief concept

-

“Je bent een rund als je met vuurwerk stunt”

3. Boodschap uitwerken per doelgroep en middel


Sheet 12

1. Kwaliteit van de boodschap Boodschappen moeten aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen:

 Verwerkingskwaliteit  Motiverende kwaliteit Boodschapvariabelen of boodschapkenmerken hebben invloed op de effectiviteit van boodschappen


Sheet 13

2. Eisen aan de boodschap Boodschappen zijn:

 onderscheidend  begrijpelijk  herkenbaar


Sheet 14

2. Eisen aan een boodschap

 onderscheidend: Te vaak zijn boodschappen algemeen. Cliché vermijden. Onderscheiden als organisatie betekent ook kiezen voor onderscheidende communicatie.

 begrijpelijk: Misverstanden vermijden. Taal en woordgebruik zijn hierbij belangrijk.

 herkenbaar: Aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de doelgroep.


Sheet 15


Sheet 16


Sheet 17

Propositie

INTERNE COMMUNICATIE

COLLEGE 05 SHEET 18

3. Doelgroepen en boodschappen Werving politieagenten in Amsterdam Doelgroep

Boodschap

Schoolverlaters

-Werken in een wereldstad -Meteen goed verdienen

Herintreders

-Goede arbeidsvoorwaarden -Stabiele baan

Eigen medewerkers

-Join the team -Verminderen werkdruk


Sheet 19

4. Communicatiestrategie en boodschap

 De communicatiestrategie vult prioriteiten en stijl van communiceren in (de wie, wat, hoe en wanneer vragen).

 Afhankelijk van de (SWOT) analyse  huidig communicatiestrategie handhaven of nieuwe strategie uitzetten om de doelstellingen te realiseren.


Sheet 20

4. Communicatiestrategie en boodschap Voordat gekozen wordt voor een nieuwe strategie: mankracht, financiële haalbaarheid en tijd controleren!

Keuze uit vier basisstrategieën volgens het communicatiekruispunt model van Van Ruler:

 Informeren  Overreden  Dialogiseren  Formeren Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 21

4. Communicatiestrategie en boodschap


Sheet 22

Waar kies je voor…  … als je bekend wilt maken dat er bezuinigingen komen om te overleven door de slechte economie?

 … als je wilt weten hoe medewerkers tegen mogelijke problemen kijken en welke oplossingen zij in gedachte hebben bij de invoering van een nieuw computersysteem?

 … als de medewerkers echt het belang in moeten zien van een commerciële werkhouding als de huidige klanten behouden moeten worden. ?

 … als je binnen één organisatie de medewerkers van de afdeling Verkoop en afdeling Inkoop aan een gezamenlijk doel wilt laten werken: groei van de organisatie. Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 23

Strategie bepalen, is keuzes maken:

hele jaar campagne door

<->

pieken

eerst intern

<->

intern en extern gelijktijdig

top-down

<->

bottom-up

pro-actief

<->

reactief

één campagne

<->

per doelgroep een aparte campagne

emotioneel appel

<->

informatieve boodschap

massacommunicatie

<->

interpersoonlijk

inschakelen intermediairs

<->

rechtstreekse benadering

internet staat vrij centraal

<->

internet is ondersteunend


Sheet 24


Sheet 25

Positioneringsstrategieën

Bij de keuze voor een nieuwe positionering kun je kiezen uit vier strategieën:

 • informationele positionering  • transformationele positionering  • tweezijdige positionering  • uitvoeringspositionering.


Sheet 26

Informationele positionering

 het communiceren van een concreet voordeel centraal.  Deze strategie gebruik je bij de communicatie over nieuwe producten.

 Bijvoorbeeld de iPod.


Sheet 27

Transformationele positionering

 focus ligt op het communiceren van waarden.

 Waarden zijn zaken die de consument belangrijk vindt. Bij

Douwe Egberts is de belangrijkste waarde 'je thuis voelen'

 zet je in bij producten die mensen voor het plezier kopen zoals bier

 en bij producten die weinig van elkaar verschillen zoals sigaretten.

 Ook als producteigenschappen geen grote rol spelen zoals bij parfum Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 28

Tweezijdige positionering

 verbindt functionele producteigenschappen met waarden voor de consument.

 steeds meer gekozen wordt voor het opbouwen van een  emotionele component.  Dus: het maandverband neemt niet alleen het meeste vocht op, het geeft ook een gevoel van comfort en veiligheid.


Sheet 29

Uitvoeringspositionering

 positioneert het merk door een opvallende en onderscheidende communicatie.

 Denk bijvoorbeeld aan themareclame met de zwanen van KLM.


Sheet 30


Sheet 31


Sheet 32

Formuleer de propositie

 De propositie is de belofte (proposal) aan de klant.  komt voort uit de gekozen positionering.  Denk daarbij steeds vanuit de klant.  Waarom zou hij voor dit merk kiezen? Wat zijn zijn behoeften, angsten, verlangens, onzekerheden

 Het woord proposal gaat meer uit van de ontvanger. Het woord boodschap is meer zendergebonden.

 Bijvoorbeeld voor het product melk zijn verschillende proposities te bedenken: melk smaakt lekker, geeft

energie, is natuurlijk, bevat veel bouwstoffen, enzovoorts. Opleiding CDM - College 4 CM

Sheet 33

Vragen met betrekking tot de propositie

 Wat denkt mijn doelgroep nu?

Wat moet mijn doelgroep

in de toekomst denken?

 Wat doet mijn doelgroep nu?

Wat moet mijn doelgroep

in de toekomst doen?


Sheet 34


Sheet 35

Communicatiemiddelen

In de communicatiestrategie: beschrijving van de belangrijkste communicatiemiddelen waar de kernboodschap mee wordt overgebracht.

 Welke communicatiemiddelen kunnen de creatieve inhoud van de propositie en het concept overbrengen op de doelgroepen?


Sheet 36

5. Communicatiemiddelen Communicatiemiddelen moeten aansluiten bij de communicatiedoelstellingen:

Weinig / veel informatie uitdragen:

 Keuze voor een billboard is massacommunicatie met een groot bereik, maar weinig diepgang.

 Keuze voor een telefonisch contact heeft een kleiner bereik, maar is indringender.


Sheet 37

5. Communicatiemiddelen De keuze van communicatiemiddelen hangt af van:

-gestelde doelen -te bereiken doelgroep -over te brengen boodschap -het budget -kennis en ervaring met het middel


Sheet 38

Creditopdracht



Na een uitgebreide analyse van de stand van zaken zet je voor Diligentia een communicatiestrategie uit.



Betrek in de beantwoording de volgende vragen/opmerkingen: – Je brengt in kaart welke doelgroepen Diligentia heeft (segmenteren). – Welke communicatiedoelen (kennis, houding, gedrag) zijn er? – Hoe wil je de gestelde communicatiedoelen bereiken (communicatiestrategie)?

– Vervolgens formuleer je een goede boodschap (onderscheidend, begrijpelijk, herkenbaar) .


Sheet 39


COLLEGE 06 SHEET 40

Communicatiemanagement. Opleiding CDM - College 4 CM Sheet 1

Recommend Documents