OPROEP VOOR BLIJKEN VAN BELANGSTELLING
VOOR DE
DERDE BELGISCHE JI/CDM OVERHEIDSOPDRACHT
JANUARI 2009 OPROEP: BE/JICDM/0901
Voorafgaande opmerking: Dit Nederlandstalig document is eveneens beschikbaar in het Engels onder de naam « Call for Expression of Interest of the Third Belgian JI/CDM Tender ». Bij moeilijkheden op vlak van interpretatie door het bestaan van versies van dit document in meerdere talen, mag de kandidaat er ter goeder trouw van uitgaan dat de aanbestedende overheid gebruik zal maken van de Engelse versie ten behoeve van de interpretatie.
SAMENVATTING VAN DE 3e BELGISCHE JI/CDM OVERHEIDSOPDRACHT Naast een engagement om de uitstoot van broeikasgassen op zijn nationaal grondgebied aan te pakken, wenst de Belgische Staat in het kader van het Kyotoprotocol 12,3 miljoen ton koolstofkredieten aan te kopen die gegenereerd worden door JI en CDM projecten. Daartoe werd een JI/CDM programma geïmplementeerd, en in het kader daarvan besliste de Belgische Staat om een 3de overheidsopdracht te lanceren om koolstofkredieten aan te kopen.
DOELSTELLING EN BUDGET Het uiteindelijke doel van de 3e Belgische JI/CDM overheidsopdracht is het aankopen van koolstofkredieten ter waarde van 50 miljoen euro, gegenereerd door JI en CDM projectactiviteiten en geldig voor het naleven van het Kyotoprotocol. De Belgische Staat kan naar eigen goeddunken beslissen om additionele fondsen vrij te maken. Daarom kan elke kandidaat voor een vast totaal bedrag van minimaal 7 en maximaal 30 miljoen euro (inclusief BTW en alle taksen) aan de Belgische Staat koolstofkredieten aanbieden die door een of meerdere JI/CDM projecten worden gegenereerd voor eind 2012.
SOORTEN PROJECTEN Deze overheidsopdracht wenst de voorkeur te geven aan projectportefeuilles die aan de duurzame ontwikkeling van de gastlanden bijdragen. Daarom zijn bepaalde soorten projectactiviteiten niet geschikt en zal in de tweede fase de duurzaamheid worden geëvalueerd indien de kandidaat de optionele duurzaamheidsanalyse indient. (zie hieronder). De Belgische Staat wenst CER’s aan te kopen van CDM-projecten en ERU’s van ‘Track Two’ JI-projecten, en is bijzonder geïnteresseerd in het aantrekken van projecten inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (met inbegrip van duurzame biomassa). Alle JI/CDM projecten die aan de Kyoto-regels voldoen, komen echter in aanmerking, met uitzondering van: • • • •
Projecten inzake landgebruik, verandering in het landgebruik & bosbouw Grote waterkrachtprojecten (>20 MW) Projecten inzake verbranding van HFC23-afvalstromen Projecten inzake katalytische vernietiging of vermindering van N2O
Pagina 1/21
EEN PROCEDURE IN TWEE FASEN De 3e Belgische JI / CDM overheidsopdracht wordt uitgevoerd in overeenstemming met de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (EU-Richtlijn 2004/18/EC) die de volgende procedure in twee fasen inhoudt: 1. IN DE EERSTE FASE worden kandidaten uitgenodigd om een BLIJK VAN BELANGSTELLING in te dienen en beoordeelt de aanbestedende overheid de geschiktheid van de Kandidaat als leverancier van CER’s/ERU. De belangrijkste stukken die in deze fase moeten worden voorgelegd, zijn: • • •
Een begeleidend schrijven waarin de Kandidaat blijk geeft van zijn belangstelling om CER’s/ERU’s te verkopen die door geschikte projectactiviteiten werden gegenereerd; Uittreksel uit een handels- of beroepsregister (uitgegeven in 2008 of in 2009), of een gelijkwaardig document Jaarverslagen, jaarrekeningen, balansen en winst- en verliesrekeningen van de voorbije drie jaar.
Met deze documenten onderzoekt de aanbestedende overheid of de kandidaat zich niet in een positie van uitsluiting bevindt, of hij de registratieverplichting vervult, en beoordeelt ze de financiële en economische positie van de kandidaat op basis van onder meer het totale actieve vermogen, de solvabiliteit en de stabiele positieve ontwikkeling van omzet en winst en de credit rating van de kandidaat.
2. IN DE TWEEDE FASE worden er uit de eerste fase maximaal 20 kandidaten geselecteerd die uitgenodigd worden om een volledige OFFERTE in te dienen die de volgende stukken omvat: •
• •
Een begeleidende brief, inclusief de financiële offerte; i.e. het totale bedrag in euro van de koolstofkredieten die aan de Belgische Staat worden aangeboden tot 2012 en de aankoopprijs ervan. (De aankoopprijs per koolstofkrediet zal een percentage zijn van het numerieke gemiddelde van de “secondary CER OTC” beoordeling voor de periode 2008-2012, berekend op basis van de afsluitende bid price van Point Carbon, tijdens de periode van 30 dagen na de ondertekening van de verkoopovereenkomst); Een leveringsschema met het percentage dat elk jaar moeten worden geleverd; Een duurzaamheidsanalyse (optioneel) van elk project in de portefeuille.
Volledige offertes zullen door de aanbestedende overheid worden geëvalueerd op basis van de aankoopprijs en de duurzaamheid (die de gunningscriteria van de overheidsopdracht zijn). Om het indienen van offertes met een portefeuille van duurzame projecten aan te moedigen, zal er namelijk een bonus worden toegekend aan offertes die hoog scoren qua duurzaamheid. De aankoopprijs zal daarom met 5 % worden verlaagd als de duurzaamheid van de portefeuille gelijk of hoger scoort dan 60 %, en met 7,5 % als de duurzaamheidscore hoger ligt dan 80 %. 3. GUNNING VAN HET CONTRACT. Succesvolle kandidaten uit de tweede fase zullen dan worden uitgenodigd voor contractonderhandelingen met het oog op het sluiten van een VERKOOPOVEREENKOMST met de Belgische Staat.
Pagina 2/21
INDICATIEF TIJDSCHEMA De Aanbestedende overheid garandeert een snelle beslissing over de selectie van de kandidaten, d.w.z. ongeveer 7 weken na ontvangst van een volledige Blijk van belangstelling, en ongeveer 4 weken na ontvangst van een volledige offerte voor wat betreft het uitnodigen van de ‘inschrijvers’ voor onderhandelingen over een Verkoopsovereenkomst. Dit levert onderstaand indicatief tijdschema op: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Indiening van de Blijk van belangstelling Selectie als kandidaat en uitnodiging om een offerte in te dienen Indiening offerte Uitnodiging voor Verkoopovereenkomst en onderhandelingen
25 februari 2009 Ongeveer 7 weken na ontvangst van een volledige Blijk van belangstelling 13 mei 2009 Ongeveer 4 weken na ontvangst van een volledige offerte
MEER INFORMATIE? Bezoek: www.climatechange.be/jicdmtender Neem contact op met het JI/CDM team van de Dienst Klimaatverandering van de Belgische federale overheid - via e-mail:
[email protected] - of telefonisch: Olivier Kassi (Engels en Frans): +32.2.524.96.07 Jan Meuleman (Engels en Nederlands): +32.2.524.95.03
Pagina 3/21
INHOUDSTABEL 1. Het Belgische Federale JI/CDM Programma 2. Bereik en doel van de derde JI/CDM Overheidsopdracht -
2.1. Aan te kopen koolstofkredieten 2.2. Soorten projecten 2.3. Budget en aankoopvolume 2.4. Kwaliteit van de projecten
3. Aankoopprocedure 4. Tijdschema voor de hele procedure 5. Eerste fase (Blijk van belangstellingfase) -
5.1. Opening en deadlines 5.2. Wie kan kandidaat zijn? 5.3. Criteria voor participatie in de 3de Overheidsopdracht 5.4. Documenten die met de Blijk van belangstelling moeten worden ingediend 5.5. Indienen van de Blijk van belangstelling 5.6. Selectie van de kandidaten 5.7. Aantal kandidaten uitgenodigd voor de tweede fase 5.8. Vergoeding /aansprakelijkheid
6. Tweede fase (Offertefase) en gunning van het contract 7. Varia -
7.1. Communicatie 7.2. Recht om het aankoopproces te annuleren, te wijzigen of te onderbreken 7.3. Toepasselijk recht
BIJLAGEN: Bijlage 1: Sjabloon begeleidende brief Bijlage 2: Definities
TABELLENLIJST Tabel 1: Tijdschema voor de hele procedure Tabel 2: Documenten die met de Blijk van belangstelling moeten worden ingediend Tabel 3: Deadlines voor het indienen van de Blijk van belangstelling
Pagina 4/21
1. HET BELGISCHE FEDERALE JI/CDM PROGRAMMA Onder het Belgische interne ‘lastenverdelingsakkoord’ engageert de Federale Regering zich tot het nemen van een aantal interne maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen op het nationale grondgebied terug te dringen en ter aanvulling van de binnenlandse acties, voor de periode 2008-2012, 12,3 miljoen ton koolstofkredieten te kopen die bij voorkeur door Joint Implementation (JI) en Clean Development Mechanism (CDM) projecten werden gerealiseerd. Om deze doelstelling te behalen, werd er een federaal JI/CDM programma opgesteld. In het kader van dit programma besliste de federale ministerraad om een derde JI/CDM overheidsopdracht te lanceren. De DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is verantwoordelijk voor de organisatie van deze derde overheidsopdracht.
2. BEREIK EN DOEL VAN DE DERDE JI/CDM OVERHEIDSOPDRACHT Het uiteindelijke doel van de derde Belgische JI/CDM overheidsopdracht is het aankopen van koolstofkredieten ter waarde van 50 miljoen euro (inclusief BTW en alle taksen) die gegenereerd worden door JI en CDM projectactiviteiten en die geldig kunnen gebruikt worden om tegen eind 2012 aan het Kyotoprotocol te voldoen. De Belgische Staat kan naar eigen goeddunken beslissen om additionele fondsen vrij te maken.
2.1. Aan te kopen koolstofkredieten De aanbestedende overheid zal het volgende aankopen: - CER’s die door CDM-projecten werden gegenereerd, zoals beschreven in het Kyotoprotocol; - ERU’s die na 1 januari 2008 door ‘Track Two’ JI-projecten werden gegenereerd, zoals beschreven in het Kyotoprotocol.
2.2. Soorten projecten De derde Belgische JI/CDM overheidsopdracht wenst portefeuilles van projecten te begunstigen die bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de gastlanden. Daarom zijn bepaalde soorten projecten niet geschikt en zal de duurzaamheid in de tweede fase worden geëvalueerd indien de kandidaat de optionele duurzaamheidsanalyse indient (zie hieronder). De volgende geschiktheidscriteria zullen in de tweede fase in aanmerking genomen worden voor wat betreft de voorgestelde JI/CDM-projectactiviteiten en gastlanden: Geschikte soorten JI/CDM projectactiviteiten De JI/CDM projectactiviteiten: • verlagen de uitstoot van één van de broeikasgassen die in het Kyotoprotocol zijn opgesomd: CO2, CH4, N2O, HFK’s, PFK’s, SF6; • genereren ERU’s/CER’s in de periode 2008–2012. De JI/CDM projectactiviteiten zijn niet: • Projecten inzake landgebruik, verandering van landgebruik of bosbouw; • Nucleaire energieprojecten; • Grote waterkrachtprojecten (>20 MW); • Projecten inzake verbranding van HFC23-afvalstromen; • Projecten inzake katalytische vernietiging of vermindering van N2O. Pagina 5/21
Daarnaast: • •
gebruiken CDM-projectactiviteiten een baseline en opvolgingsmethodologie die door de CDM Executive Board is goedgekeurd, volgen de JI-projectactiviteiten de ‘JI Track Two’-procedure (d.w.z worden ze door het JI Supervisory Committee geverifieerd).
Geschikte gastlanden De voorgestelde CDM-projectactiviteiten worden geïmplementeerd in gastlanden die: • • •
partij zijn bij het UNFCCC en niet voorkomen in Bijlage I van de UNFCCC; het Kyotoprotocol hebben geratificeerd; een Designated National Authority hebben aangesteld, of een instelling hebben belast met de respectievelijke taken, of waar momenteel reeds een dergelijk project loopt.
De voorgestelde JI-projectactiviteiten worden geïmplementeerd in gastlanden die: • • •
partij zijn bij de UNFCCC en voorkomen in Bijlage I van de UNFCCC; het Kyotoprotocol hebben geratificeerd; een Focal Point hebben opgericht, of een instelling hebben belast met de respectievelijke taken, of waar momenteel reeds een dergelijk project loopt.
2.3. Budget en aankoopvolume Deze derde overheidsopdracht beschikt initieel over een budget van 50 miljoen euro om koolstofkredieten [ERU’s/CER’s] aan te kopen uit JI en CDM-projecten. De aanbestedende overheid mag aanvullende fondsen vrijmaken voor dit budget indien de Belgische Staat naar eigen goeddunken beslist om dat te doen. Kandidaten moeten koolstofkredieten [ERU’s/CER’s] aan de Belgische Staat aanbieden die gegenereerd werden door een of meerdere JI/CDM projecten voor eind 2012 en dat voor een vast totaalbedrag van minimaal 7 miljoen euro en maximaal 30 miljoen euro (inclusief BTW en alle taksen).
2.4. Kwaliteit van de projecten De derde Belgische overheidsopdracht wenst bij voorkeur koolstofkredieten te kopen uit projectportefeuilles die bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van gastlanden. In de tweede fase zal dit optionele criterium worden geëvalueerd (zie punt ‘6. Offertefase’).
Pagina 6/21
3. AANKOOPPROCEDURE De derde Belgische overheidsopdracht gebeurt overeenkomstig de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking zoals beschreven door EU Richtlijn 2004/18/EC en toegepast in de Belgische wetgeving. Deze overheidsopdracht wordt uitgevoerd via een procedure in twee fasen die maximale flexibiliteit toelaat, zoals hieronder nader wordt toegelicht.
De procedure in twee fasen: •
Eerste fase (Blijk van belangstelling fase):
In de eerste fase van de procedure worden kandidaten uitgenodigd om hun interesse in het verkopen van koolstofkredieten [CER’s/ERU’s] te laten blijken voor een bedrag tussen 7 en 30 miljoen euro (alle taksen en BTW inclusief). Ze moeten ook bewijzen dat ze financieel en economisch in staat zijn om deze CER’s/ERU’s te leveren. De aanbestedende overheid zal de geschiktheid van de kandidaten beoordelen op basis van de Blijk van belangstellingen. •
Tweede fase (Offertefase):
Kandidaten die in de eerste fase werden geselecteerd (het maximale aantal geselecteerde kandidaten is twintig), zullen gevraagd worden om in een tweede fase een volledige offerte in te dienen. Alle ingediende offertes zullen aan de hand van de gunningcriteria worden beoordeeld. De beoordeling gebeurt op basis van de ontvangen documenten, maar de aanbestedende overheid behoudt zich eveneens het recht voor om nadere verduidelijkingen te verkrijgen, eventueel aan de hand van bezoeken ter plaatse. Succesvolle inschrijvers uit de tweede fase zullen dan uitgenodigd worden voor contractonderhandelingen met het oog op het sluiten van een Verkoopovereenkomst tussen de inschrijver en de aanbestedende overheid.
Een flexibele en efficiënte aanpak •
•
De aanbestedende overheid garandeert in beide fasen een snelle beslissing inzake de selectie van kandidaten, d.w.z. ongeveer 7 weken na ontvangst van een volledige Blijk van belangstelling in de eerste fase en ongeveer 4 weken na ontvangst van een volledige offerte in de tweede fase voor wat betreft het uitnodigen van de ‘inschrijvers’ voor onderhandelingen over een Verkoopsovereenkomst. (zie ook punt 4 hieronder). De geselecteerde inschrijver zal uitgenodigd worden voor onderhandelingen over de verkoopovereenkomst zodra zijn offerte, op grond van de gunningscriteria, een gunstige beoordeling heeft ontvangen (zie ook punt 6).
Pagina 7/21
4. TIJDSCHEMA VOOR DE HELE PROCEDURE Tabel 1 biedt een indicatief tijdschema voor de hele procedure van de derde overheidsopdracht. Tabel 1: Tijdschema voor de hele procedure
Artikel Stap 1 Indiening Blijk van belangstelling
Timing 25 februari 2009
2
Selectie als kandidaat en uitnodiging om een offerte in te dienen
Ongeveer 7 weken na ontvangst van een volledige Blijk van belangstelling1
3
Indiening offerte
13 mei 2009
4
Uitnodiging voor onderhandelingen over de verkoopovereenkomst (als de offerte op grond van de gunningcriteria positief werd beoordeeld)
Ongeveer 4 weken na ontvangst van de volledige Offerte 2
5. DE EERSTE FASE (BLIJK VAN BELANGSTELLING FASE) 5.1. Opening en deadlines Deze oproep voor Blijk van belangstelling van de derde Belgische JI/CDM overheidsopdracht werd geopend op [15 januari 2009] en wordt afgesloten op [25 februari 2009]. Blijken van Belangstelling in het kader van deze oproep kunnen worden ingediend tegen volgende deadline, met gebruik van de procedure in 5.5: [25 februari 2009].
5.2. Wie kan kandidaat zijn? Elk bedrijf dat koolstofkredieten uit geschikte JI/CDM projectactiviteiten aanbiedt/verkoopt, kan kandidaat zijn.
5.3. Criteria voor participatie in de 3 de Overheidsopdracht In de eerste fase van de overheidsopdracht verklaren de kandidaten hun interesse om koolstofkredieten [CER’s/ERU’s] te verkopen en zal de aanbestedende overheid de geschiktheid van de kandidaat als leverancier van CER’s/ERU’s beoordelen.
1
Een ‘volledige’ Blijk van belangstelling betekent dat eventuele ontbrekende documenten of informatie die de Aanbestedende overheid vroeg, ontvangen zijn/is en dat aan de kandidaat werd gemeld dat zijn Blijk van belangstelling volledig is. 2 Een ‘volledige’ offerte betekent dat alle ontbrekende documenten of informatie die de Aanbestedende overheid vroeg, ontvangen zijn/is en dat aan de kandidaat werd gemeld dat zijn offerte volledig is. Pagina 8/21
De kandidaten worden aan de hand van de volgende criteria beoordeeld, die hieronder nader worden toegelicht: - Uitsluitingscriteria - Registratie - Financiële en economische toestand De eerste twee criteria zijn ‘aanvaardings-/verwerpings’-criteria (wat betekent dat kandidaten die niet aan deze criteria voldoen, niet geselecteerd zouden kunnen worden). Het laatste criteria vergt een kwalitatieve beoordeling.
•
Uitsluitingscriteria
Stilzwijgende plechtige verklaring over uitsluitingscriteria (Omzendbrief 23/4/07 Administratieve vereenvoudiging (BS 27/4/07)) Door zijn deelname aan deze openbare contractgunningprocedure verklaart de kandidaat dat hij niet onder een van de gevallen van uitsluiting valt die genoemd worden in Artikel 69 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 over overheidsopdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. Het indienen van onware verklaringen kan leiden tot de uitsluiting van de kandidaat en tot gerechtelijke vervolging. Voor de aanbestedende overheid beslist over de gunning zal zij de juistheid van de plechtige verklaring m.b.t. het bedrijf controleren. Daartoe zal ze de gegeven inschrijvers voor het verstrijken van de gestelde deadline en met gebruik van de snelste middelen, vragen om de nodige informatie of documenten te leveren waarmee ze de persoonlijke situatie van de inschrijvers kan nagaan. Een kandidaat of aannemer kan van deelname aan een gunning worden uitgesloten als een inspectie aan het licht brengt dat de plechtige verklaring niet overeenstemt met zijn persoonlijke situatie op het moment dat de termijn voor ontvangst van deelnemingsaanvragen verstrijkt. Ex post facto regularisatie is niet mogelijk. Een dergelijke uitsluiting is eveneens mogelijk als er tijdens de procedure aan het licht komt dat de persoonlijke situatie van de kandidaat of aannemer niet langer overeenstemt met de plechtige verklaring. Eerste criterium voor uitsluiting §.1. Belgische kandidaten die personeel tewerkstellen dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 die de Besluitwet van 28 december 1944 m.b.t. de sociale zekerheid van werknemers herziet, moeten in orde zijn met hun RSZ-verplichtingen. Ze worden verondersteld om aan voornoemde verplichtingen voldaan te hebben als zij ten laatste op de dag voor de deadline voor het ontvangen van offertes: 1°
alle RSZ-aangiften hebben ingediend die op die datum vereist zijn, met inbegrip van de aangiften in verband met het voorlaatste kwartaal ten opzichte van de deadline voor de ontvangst van offertes, en
2°
zij in verband met deze aangiften niet meer dan € 2.500 bijdragen verschuldigd zijn, tenzij zij dit uitstaand bedrag in termijnen mogen betalen en zij die strikt naleven.
Zelfs als het uitstaande bedrag groter is dan € 2.500 zal de kandidaat echter beschouwd worden als zijnde in orde, als hij - voor de beslissing tot gunning van het contract valt – bewijst dat hij ten laatste op de dag vóor de deadline voor het ontvangen van offertes verstrijkt, ten opzichte van een gunnende overheid en dat in de betekenis van Artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10° van de wet van 24 december 1993, of ten opzichte van een overheidsbedrijf in de betekenis van
Pagina 9/21
Artikel 26 van dezelfde wet, een of meerdere zekere vorderingen zonder garanties heeft ten opzichte van een derde partij ten belope van minstens, tot de volgende € 2.500, het bedrag van de te laat betaalde bijdragen. § 2.
Een buitenlandse kandidaat moet ten laatste op de dag voor de deadline voor het ontvangen van offertes:
§.3.
1°
zijn verplichtingen vervuld hebben met betrekking tot het betalen van sociale bijdragen overeenkomstig de wettelijk opgelegde bepalingen in het land van vestiging.
2°
de bepalingen van paragraaf 1 naleven als hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 die de besluitwet herziet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers.
De gunnende overheid kan op elk moment van de procedure informatie opvragen en daarvoor alle middelen gebruiken die ze geschikt acht, met betrekking tot de situatie van inschrijvers en de betaling van sociale zekerheidsbijdragen.
Tweede criterium voor uitsluiting* Een kandidaat zal van deelname worden uitgesloten indien: (a) hij failliet is of in vereffening, als zijn zaken door de rechtbank worden beheerd, als hij tot een akkoord is gekomen met schuldeisers of zich in een vergelijkbare situatie bevindt die voortkomt uit een gelijkaardige procedure die onder de nationale wetgeving of regelgeving valt; (b) hij het onderwerp uitmaakt van een procedure voor een verklaring van faillissement, voor een bevel tot gedwongen vereffening of beheer door de rechtbank of voor een akkoord met schuldeisers of enige andere gelijkaardige procedures die onder nationale wetgeving of regelgeving vallen; (c) hij veroordeeld is door een vonnis dat juridische kracht heeft wegens een overtreding in verband met zijn professioneel gedrag; (d) hij niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen in verband met de betaling van sociale zekerheidsbijdragen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen in België of in het land van vestiging; (e) hij niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen in verband met de betaling van belastingen in overeenstemming met de Belgische wetgeving of met de wettelijke bepalingen in het land van vestiging; (f) hij schuldig werd bevonden aan ernstig professioneel wangedrag dat bewezen werd met alle middelen die de aanbestedende overheden kunnen rechtvaardigen; (g) schuldig is aan het ernstig verkeerd voorstellen of niet leveren van de informatie die vereist is in de bepalingen van deze oproep voor Blijken van belangstelling betreffende de criteria voor kwalitatieve selectie. * Overeenkomstig artikel 69-69bis van het Belgisch Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 (Artikel 29 van Richtlijn 92/50 (EEG)).
•
Registratie
De kandidaat moet bewijzen dat hij in het land van vestiging is ingeschreven in een handels- of beroepsregister. •
Financiële en economische toestand van de kandidaat
De financiële toestand heeft te maken met de toekomstige financiële contractuele verplichtingen van de kandidaat ten opzichte van de Aanbestedende overheid. De Aanbestedende overheid kan bijgevolg
Pagina 10/21
beoordelen of de financiële en economische toestand van de kandidaat hem toelaat om een overeenkomst te sluiten zoals beoogd wordt in de 3de Overheidsopdracht. Deze beoordeling zal onder meer gebeuren aan de hand van de volgende indicatoren: -
totaal eigen vermogen kredietwaardigheid (verhouding eigen vermogen/schuld) stabiele positieve ontwikkeling van omzet en winst credit rating door een internationaal erkend ratingagentschap (indien van toepassing)
5.4. Documenten die samen met de Blijk van belangstelling moeten worden ingediend Voor de Blijk van belangstelling is vereist dat alle documenten vermeld in tabel 2 hieronder worden ingediend. Voor document 1 moet de sjabloon worden gebruikt dat in deze oproep wordt vermeld. (zie bijlage 1). Deze bijlage kan worden gedownload van www.climatechange.be/jicdmtender. Kandidaten moeten een volledige Blijk van belangstelling indienen. Als de ingediende Blijk van belangstelling niet volledig is, behoudt de aanbestedende overheid het recht om deze Blijk van belangstelling te weigeren. De aanbestedende overheid behoudt eveneens het recht om kandidaten toe te staan om ontbrekende documenten of informatie in te dienen, zoals vereist, nadat de deadline voor het indienen van de Blijk van belangstelling is verstreken. Tabel 2: Documenten die met de Blijk van belangstelling moeten worden ingediend Stuk 1 2 3
Beschrijving Begeleidend schrijven Uittreksel uit een handels- of beroepsregister (uitgegeven in 2008 of in 2009), of een gelijkwaardig document Jaarverslagen, jaarrekeningen, balansen en winst- en verliesrekeningen van de voorbije drie jaar
Formaat sjabloon Gebruik het sjabloon in bijlage 1
De aanbestedende overheid mag vragen dat er ter verduidelijking aanvullende informatie/bewijs aangaande de ingediende documentatie wordt ingediend. 1. Begeleidend schrijven In het begeleidend schrijven verklaart de kandidaat interesse te hebben om aan de aanbestedende overheid koolstofkredieten [CER’s/ERU’s] te verkopen die door geschikte projectactiviteiten gegenereerd werden. Het begeleidend schrijven moet worden ondertekend door de kandidaat die daarvoor het sjabloon in bijlage 1 moet gebruiken. 2. Uittreksel uit een handels- of beroepsregister, of gelijkwaardige documenten De kandidaat moet bewijzen dat hij in het land van vestiging is ingeschreven in een handels- of beroepsregister. Een recent uittreksel (uitgegeven in 2008 of 2009) uit een dergelijk register moet dus worden ingediend. Als een dergelijk register niet bestaat in het land waar de kandidaat verblijft, moet hij een gelijkwaardig certificaat kunnen voorleggen.
Pagina 11/21
3. Jaarverslagen, jaarrekeningen, balansen en winst- en verliesrekeningen van de voorbije drie jaar Jaarverslagen, jaarrekeningen, balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar moeten worden overgemaakt. Ze moeten aantonen dat de kandidaat voldoet aan de criteria betreffende zijn financiële en economische toestand zoals aangegeven in artikel 5.3 (Criteria voor deelname aan de 3de Overheidsopdracht).
5.5. Indienen van de Blijk van belangstelling De aanbestedende overheid moet de Blijk van belangstelling ontvangen hebben voor 13 uur (plaatselijke tijd) op de datum van de deadline, of de Blijk van Belangstelling moet ten laatste 2 dagen voor de deadline verstuurd zijn (zie tabel 3 hieronder). In het tweede geval moet de kandidaat de datum van afgifte bewijzen met een behoorlijk ondertekend ontvangstbewijs van een postbediende/koerierdienst. Tabel 3: deadline voor het indienen van de Blijk van belangstelling Deadlines voor afgifte aan een postbediende / koerierdienst (met getekend ontvangstbewijs) 23 februari 2009
Deadline voor de effectieve ontvangst door de aanbestedende overheid 25 februari 2009 – 13 uur
Blijken van belangstelling die de aanbestedende overheid niet tegen de deadline (25 februari 2009) heeft ontvangen, zullen niet in overweging worden genomen voor deze oproep. De Blijk van belangstelling moet worden ingediend: •
• • •
•
In een papieren en elektronische versie. Eén ondertekend origineel van de Blijk van belangstelling en twee kopieën moeten op papier worden ingediend. Er moet een elektronische versie worden ingediend op cd-rom. Als de papieren versie niet overeenstemt met de elektronische versie, zal de papieren versie gelden. In het Engels, Nederlands of Frans (of moet vertalingen in het Engels/Nederlands/Frans bijgevoegd hebben voor alle documenten) Hetzij via aangetekend schrijven (officiële postdiensten) of van hand tot hand geleverd (koerierdiensten inbegrepen) In een verzegelde envelop met de woorden ‘overheidsopdrachtdocumenten’ en de titel van de duidelijk op de envelop vermeld. Als de Blijk van belangstelling door de post wordt bezorgd (aangetekend) moet de verzegelde envelop in een tweede envelop worden gestopt, met het adres van de overheidsopdracht en de woorden ‘overheidsopdracht’ in de linker bovenhoek van de envelop Uitsluitend naar het volgende overheidsopdrachtenadres: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen & Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst klimaatverandering T.a.v. Dhr. Peter Wittoeck Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel België
Blijken van belangstelling in andere vormen (zoals fax of e-mail) zullen niet in overweging worden genomen.
Pagina 12/21
Als de Blijk van belangstelling van hand tot hand wordt geleverd: bevestiging van ontvangst is mogelijk tussen 9 uur en 16 uur (laatste dag van opening tussen 9 uur en 13 uur) bij: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen & Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel België
5.6. Selectie van de kandidaten De aanbestedende overheid zal eerst nagaan of de Blijk van belangstelling volledig is, d.w.z. nagaan of alle gevraagde documenten en informatie volledig en duidelijk zijn. In overeenstemming met artikel 5.4. kan de aanbestedende overheid de kandidaat echter vragen om ontbrekende documenten/informatie zo snel mogelijk in te dienen. Zodra de Blijk van belangstelling volledig is, zal de aanbestedende overheid de kwaliteit ervan beoordelen (op grond van de criteria in 5.3.) en de kandidaat ongeveer 7 weken na ontvangst van de volledige documentatie op de hoogte brengen van haar beslissing. Door een kandidaat te selecteren, geeft de aanbestedende overheid de kandidaat alleen de gelegenheid om in de tweede fase een offerte in te dienen.
5.7. Aantal kandidaten uitgenodigd voor de tweede fase De twintig beste kandidaten die de Blijk van belangstellingfase met succes afrondden (op grond van de beoordeling van de deelnemingscriteria van de kandidaten (zie 5.3)), zullen gevraagd worden om een offerte in te dienen en dat overeenkomstig de modaliteiten van het bestek dat ze gelijktijdig zullen ontvangen.
5.8. Vergoeding / aansprakelijkheid De aanbestedende overheid zal geen kosten voor de Blijk van belangstelling of andere uitgaven die samenhangen met het indienen van de Blijk van belangstelling terugbetalen. De kandidaten zullen geen vorderingen hebben ten aanzien van de aanbestedende overheid voor terugbetaling van rechtstreekse of onrechtstreekse kosten die ze mogelijks in het kader van de procedure die in dit document wordt beschreven, maken, zelfs als er geen contract wordt gegund.
Pagina 13/21
6. DE TWEEDE FASE (OFFERTEFASE) EN GUNNING VAN HET CONTRACT Een kandidaat die in de eerste fase van de derde Belgische JI/CDM overheidsopdracht werd geselecteerd, zal gevraagd worden om in de tweede fase een offerte in te dienen. Er zal naar hem verwezen worden als ‘inschrijver’. Een inschrijver moet zijn offerte voor de deadline (13 mei 2009) indienen (zie ook artikel 4). De offerte moet de volgende documenten bevatten: •
• •
een begeleidende brief, inclusief de financiële offerte; d.w.z. het totaalbedrag van de koolstofkredieten in euro die tot 2012 aan de Belgische Staat worden aangeboden en de aankoopprijs ervan. (De aankoopprijs per koolstofkrediet zal een percentage zijn van het numerieke gemiddelde van de “secondary CER OTC” beoordeling voor de periode 2008-2012, berekend op basis van de ‘sluitende bid price’ van Point Carbon, gedurende de periode van 30 dagen na de ondertekening van de Verkoopovereenkomst; een leveringsschema met het percentage koolstofkredieten dat elk jaar moet worden geleverd; een duurzaamheidanalyse (optioneel) van elk project in de portefeuille.
De aanbestedende overheid zal volledige offertes evalueren op basis van de aankoopprijs en de duurzaamheid (gunningscriteria van de offerte). Om offertes met een portefeuille van duurzame projecten aan te moedigen wordt er namelijk een bonus toegekend aan offertes die hoog scoren qua duurzaamheid. Daarom zal de aankoopprijs verlaagd worden met 5 % als de portefeuille gelijk of hoger dan 60 % scoort, en met 7,5 % als de duurzaamheidscore hoger ligt dan 80 %. Succesvolle inschrijvers uit de tweede fase zullen worden uitgenodigd om over het contract te onderhandelen met het oog op de ondertekening van een verkoopovereenkomst met de aanbestedende overheid. Alle gedetailleerde informatie over de modaliteiten van de tweede fase staat in de contractdocumenten (bestek) die naar de geselecteerde kandidaten zullen worden verstuurd. De geselecteerde kandidaten zullen automatisch op de hoogte worden gebracht van alle wijzigingen in het bestek.
Pagina 14/21
7. VARIA 7.1. Communicatie Alle mededelingen over deze overheidsopdracht zullen schriftelijk (in het Engels, Frans, of Nederlands) worden overgemaakt aan: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen & Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel België De contactpersonen zijn: Olivier Kassi (Engels en Frans): +32.2.524.96.07 Jan Meuleman (Engels en Nederlands): +32.2.524.95.03 E-mail:
[email protected] Fax : +32.2.524.96.01 Meer details over deze offerte zijn te vinden op de website van de DG Leefmilieu www.climatechange.be/jicdmtender. Alle geüpdate informatie over de documenten zal beschikbaar zijn via deze website. Als u zich als leverancier wenst in te schrijven (om het forum te raadplegen), gelieve de volgende stappen te volgen: Ga naar de site https://enot.publicprocurement.be/enot-war U moet zich eerst registreren als leverancier en vervolgens moet u zich aanmelden als leverancier. Wanneer u de bekendmaking gevonden heeft, kan u meteen het forum bereiken via de knop “Forum tonen”. Als u aangemeld bent, kan u ook uw zoekcriteria definiëren via “mijn zoekprofielen” in de het menu links. Zo zal u automatisch bericht ontvangen over de bekendmakingen die u interesseren.
7.2. Recht om het aankoopproces te annuleren, te wijzigen of te onderbreken De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om dit aankoopproces op eender welk moment te annuleren, onderbreken of te wijzigen. Alle geüpdate informatie zal gepubliceerd worden op de website van de DG Leefmilieu www.climatechange.be/jicdmtender. Kandidaten worden aangeraden om deze website regelmatig te consulteren totdat het aankoopproces is afgerond. De aanbestedende overheid is niet gebonden om één van de offertes te aanvaarden.
7.3. Toepasselijk recht De procedure van de overheidsopdracht en de contracten die worden gegund, vallen onder het Belgisch recht.
Pagina 15/21
BIJLAGEN
bij de oproep tot Blijken van Belangstelling voor de Derde Belgische JI/CDM Overheidsopdracht
Bijlage 1 dient voor het indienen van een Blijk van belangstelling voor de derde Belgische JI/CDM overheidsopdracht.
Ze kan worden gedownload van www.climatechange.be/jicdmtender
Pagina 16/21
BIJLAGE 1: SJABLOON VOOR DE BEGELEIDENDE BRIEF
Re: Blijk van belangstelling voor de derde Belgische Federale JI/CDM Overheidsopdracht Ik, ondergetekende, zijnde de gemachtigde ondertekenaar van (de kandidaat), dien hierbij de ingesloten Blijk van belangstelling in voor evaluatie door de Belgische Staat. Daarmee verzoek ik om uitgenodigd te worden om een offerte in te dienen voor de verkoop van voor een vast totaalbedrag van < bedrag tussen 7 en 30 > miljoen euro (alle taksen en btw inclusief) aan de Belgische Staat tegen 2012. Als ik word uitgenodigd om een offerte in te dienen, heb ik de bedoeling om een offerte in te dienen op grond van het dossier van de gunningsprocedure. De bijgevoegde Blijk van belangstelling bevat de volgende documenten: Nummer bijlage
Stuk
Bijgevoegd (ja/neen)
Vereist materiaal Uittreksel uit een beroeps- of handelsregister voor de kandidaat of een gelijkwaardig document (uitgegeven in 2006 of in 2007) Financiële informatie met jaarverslagen, jaarrekeningen, balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar, voor de kandidaat Aanvullend materiaal (gelieve te specificeren)
Kandidaat: Organisatie: Naam: Titel/functie: Datum: Handtekening: ________________________________________________________________________________
Pagina 17/21
BIJLAGE 2: DEFINITIES
De volgende definities zijn van toepassing: “Aanbestedende overheid”
De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de federale minister van Leefmilieu.
“Aankoopprijs”
De prijs die de Belgische Staat zal betalen voor de aankoop van elk koolstofkrediet van de verkoper, plus btw (als die van toepassing is).
“Aannemer”
Een inschrijver die partij is in een verkoopovereenkomst met de Belgische Staat.
“Aanvullend”
Betekent dat het project verschilt van de baseline situatie en dat de uitstoot van broeikasgassen met de projectactiviteit lager ligt dan die in het baseline scenario zou optreden.
"Akkoorden van Marrakesh"
Beslissing 2/CP.7 tot en met beslissing 24/CP.7 van de COP tijdens de zevende zitting, die van 29 oktober tot 10 november 2001 in Marrakesh, Marokko werd gehouden.
"Baseline"
Het scenario dat redelijkerwijs de antropogene emissies door bronnen van broeikasgassen voorstelt die zonder het Project zouden optreden, zoals beschreven door de Kyoto-regels.
“Bijlage 1”
De lijst landen opgenomen in Bijlage 1 van de UNFCCC die zich verbonden hebben om de uitstoot van broeikasgassen kwantitatief te verlagen in overeenstemming met UNFCCC en Kyoto-doelstellingen.
"Broeikasgassen"
De zes gassen in Bijlage A van het Kyotoprotocol.
“CDM”
Zie “Clean Development Mechanism”.
“CDM EB”
Zie “Executive Board”.
“CDM Project”
Een project in navolging van Artikel 12 van het Kyotoprotocol waarvan men denkt dat het CER’s genereert.
“CER”
Zie “Certified Emission Reduction”.
“Certified Emission Reduction”
Een eenheid die gelijk is aan een ton CO2 equivalent en die wordt voortgebracht in overeenstemming met Artikel 12 van het Kyotoprotocol zoals aangevuld met relevante bepalingen die werden opgenomen in de bijlage van beslissing 3/CMP.1 die aangenomen werd door de Conferentie van Partijen die diende als de Bijeenkomst van de Partijen van het Kyotoprotocol tijdens de eerste zitting.
“Clean Development Mechanism”
Het mechanisme dat werd opgenomen in Artikel 12 van het Kyotoprotocol met de bedoeling (1) om partijen die niet in Bijlage I zijn opgenomen te helpen om duurzame ontwikkeling te bereiken en (2) om bij te dragen aan de uiteindelijke doelstelling van de UNFCCC en (3) om partijen te helpen die in Bijlage I zijn opgenomen bij het naleven van hun berekende uitstootbeperkingen en reductie-engagementen zoals beschreven in de
Pagina 18/21
Kyoto-regels. “CO2eq”
Zie “Koolstofdioxide equivalent”.
“COP” of “CP”
De Conferentie van de Partijen in de UNFCCC.
"COP/MOP" of “CMP”
De Conferentie van de Partijen in de UNFCCC die diende als Bijeenkomst van de Partijen van het Kyotoprotocol.
“DG Leefmilieu”
Het Directoraat-Generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen & Leefmilieu van de Belgische Staat.
"Emission Reduction Unit"
Een eenheid die overeenkomt met een ton CO2 equivalent volgens artikel 6 van het Kyotoprotocol zoals aangevuld met relevante bepalingen in de bijlage van beslissing 13/CMP.1 aangenomen door de Conferentie van de Partijen die diende als Bijeenkomst van de partijen van het Kyotoprotocol tijdens zijn eerste zitting.
“ERU”
Zie “Emission Reduction Unit”.
"EU Burden Sharing Agreement"
De beschikking van de EU Raad (2002/358/EG) op 25 april 2002 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van het Kyotoprotocol en de omschrijving van doelstellingen van emissiereducties voor elke Lidstaat.
“Executive Board”
De Uitvoerende Raad van het Mechanisme voor Schone Ontwikkeling, die onder de Kyoto-regels werd opgericht.
"Gastland" of “Gastpartij”
Het land waar het JI/CDM Project wordt geïmplementeerd, d.w.z. een Bijlage I Partij die aan een JI Project deelneemt of een partij die niet in Bijlage I voorkomt en die aan een CDM Project deelneemt.
“GHG”
Zie “broeikasgassen”.
"Global Warming Potentials – globale opwarmingspotentiëlen"
De potentiëlen voor globale opwarming die gebruikt worden om het koolstofdioxide equivalent van broeikasgassen te berekenen zoals dat aanvaard of vervolgens herzien werd volgens artikel 5 van het Kyotoprotocol.
“Inschrijver”
Een in de eerste fase geselecteerde kandidaat die onder deze oproep een offerte indient met de bedoeling om koolstofkredieten te leveren aan de Belgische Staat.
"Jaar"
De periode van de begindatum van het project tot 31 december van dat jaar, en alle daaropvolgende perioden van 12 maanden.
“JI”
Zie “Joint Implementation”.
“JI Project”
Een Project dat volgens Artikel 6 van het Kyotoprotocol ERU’s genereert.
“JISC”
Zie “Toezichthoudend Comité”.
“JI Track One”
Zie “Track One” en “Track Two”.
“JI Track Two”
Zie “Track One” en “Track Two”.
Pagina 19/21
"Joint Implementation"
Het mechanisme in Artikel 6 van het Kyotoprotocol met de bedoeling om (1) Partijen in Bijlage I te helpen om duurzame ontwikkeling te bereiken, (2) om bij te dragen aan de uiteindelijke doelstelling van UNFCCC en (3) om Partijen uit Bijlage I te helpen bij het naleven van hun engagementen om hun berekende uitstootbeperking en –verlaging te bereiken, zoals beschreven in de Kyoto-regels.
“Kandidaat”
Een organisatie, zoals die in de Blijk van belangstelling is geïdentificeerd, die als inschrijver wenst te handelen indien hij op grond van de Blijk van belangstelling daartoe zou worden uitgenodigd.
"Koolstofdioxide Equivalent"
De basisreferentie voor het meten van het Globale Opwarmingpotentieel van broeikasgassen in CO2 eq eenheden, waarbij een eenheid gelijk is aan 1 ton koolstofuitstoot.
“Koolstofkredieten”
ERU’s of CER’s die via de verkoopovereenkomst aan de Belgische Staat worden verkocht en overgedragen. De koolstofkredieten die onder de verkoopovereenkomst vallen, zullen tussen 2008 – 2012 worden geproduceerd.
"Kyotoregels"
UNFCCC, het Kyotoprotocol, de akkoorden van Marrakesh en alle andere relevante beslissingen, richtlijnen, modaliteiten en procedures om deze na te leven, zoals van tijd tot tijd geamendeerd
"Kyotoprotocol"
Het Protocol van de UNFCCC dat op 11 december 1997 in Kyoto, Japan werd aangenomen op de Derde Conferentie van de Partijen in de UNFCCC, kan geamendeerd zijn.
“Kyoto Eenheden”
Alle eenheden zoals beschreven en in overeenstemming met de Kyotoregels, AAU’s, ERU’s, CER’s en RMU’s inbegrepen.
“Lastenboek/bestek”
Het lastenboek nummer BE/JICDM/0904 en al zijn bijlagen.
"Levering"
De verschuldigde levering aan de Belgische Staat van het aantal koolstofkredieten zoals opgenoemd in het leveringschema en/of bijkomende koolstofkredieten (inclusief, zonder beperking in de vorm van ERU’s en/of CER’s), elk zoals van toepassing en volgens de bepalingen in de verkoopovereenkomst.
“Leveringschema”
Een schema dat aangeeft welk percentage koolstofkredieten elk jaar aan de Belgische Staat moet worden geleverd, in verhouding tot het aangeboden totaal.
“Niet-Bijlage 1”
Landen die niet in Bijlage 1 van UNFCCC zijn opgenomen en geen kwantitatieve broeikasgasbeperkende doelstelling hebben.
“Partij bij het Kyotoprotocol”
Een land dat het Kyotoprotocol heeft geratificeerd.
"Projecten"
Projectactiviteiten die geschikt zijn onder artikel 6 (Gezamenlijke Uitvoering) of artikel 12 (Mechanisme voor Schone Ontwikkeling) van het Kyotoprotocol die geïmplementeerd werden in overeenstemming met de relevante internationale UNFCCC/Kyoto-regels die door relevante EU regelgeving werden aangevuld.
“Offerte”
De bundel documenten die een inschrijver in de offertefase van deze overheidsopdracht moet indienen, zoals voorzien in het lastenboek.
Pagina 20/21
"Taksen"
Alle nationale, staats-, regionale, provinciale, lokale, buitenlandse en andere netto-inkomsten, bruto-inkomsten, bruto-ontvangsten, verkoop, gebruik, volgens de waarde, overdracht, franchise, winsten, licentie, lease, dienst, dienstgebruik voorheffing, salaris, tewerkstelling, accijns, ontslag, zegel, bezetting, toeslagen, eigendom, onverhoopte winst, brandstof, gasimport, douane, rechten of andere taksen, honoraria, belastingen of lasten van enerlei aard die opgelegd worden door overheidsinstellingen, hetzij geldend op het moment dat een offerte wordt ingediend of nadien opgelegd, samen met alle intresten en boetes, vermeerderingen van belasting of bijkomende bedragen die daarmee samenhangen.
"tCO2e"
Ton koolstofdioxide equivalent.
“Supervisory Committee”
Het toezichthoudend comité voor Gezamenlijke Uitvoering dat de COP/MOP.1 in navolging van de Kyoto-regels moet oprichten.
“Track One” en “Track Two”
De twee verschillende procedures voor de uitvoering van JI projecten in navolging van Artikel 6 van het Kyotoprotocol. De JI “Track One” procedure kan worden toegepast als de partij die onder Bijlage I valt en die het project uitvoert, volledig voldoet aan de geschiktheidseisen om deel te nemen aan de mechanismen terwijl de JI “Track Two” procedure moet worden toegepast als de gastpartij niet aan alle geschiktheidseisen voldoet.
“UNFCCC”
zie “United Nations Framework Convention on Climate Change”
"United Nations Framework Convention on Climate Change"
Het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering dat op 9 mei 1992 in New York werd aangenomen.
“Verkoopovereenkomst”
Het contract tussen de aannemer en de Belgische Staat over de aankoop van koolstofkredieten.
Pagina 21/21