Jaarverslag 2008
Colofon Redactie algemene inhoud O.D.M. Paauwe-Insinger, directeur FNT A. de Bruijn-Wentink, beleidsmedewerker Vormgeving Jeroen van der Star, Studio57 Drukwerk Samplonius & Samplonius bv
2
Inhoudsopgave
Samenstelling Bestuur en Bureau 4 Voorwoord
5
Doelstelling en Organisatie Bestuur Leden Ledenvergadering
6 6 6 6
Activiteiten 2008 Scholing Applicatiecursus doseerartsen Cursus Train de Trainer Cursus doseeradviseur Opleiding algemeen trombosedienstmedewerker Nascholingsdag medewerkers Nederlandse trombosediensten Ondersteuning proefschriften Kwaliteit Samenvatting medische jaarverslagen Externe kwaliteitscontrole In- en externe communicatie Website Federatie van Nederlandse Trombosediensten Patiëntenvoorlichting Tromnibus
7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8
Commissies Trombosedienst Accreditatie- en Beleidscommissie (TAB) Commissie Interacterende medicatie met cumarines Commissie Scholing Commissie Standaardisering medisch handelen Gemeenschappelijke Klachtencommissie (GKC)
9 9 9 10 10 10
Overlegstructuren Overleg FNT, VWS en IGZ Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
11 11
Organisaties gelieerd aan de FNT Trombosestichting Nederland RELAC
11 11 11
Externe werkzaamheden SKML-Sectie Stolling Stichting Kwaliteitsbevordering Stollingsonderzoek
12 12 12
Plannen voor 2009
12
Bijlage I Samenstelling commissies, redactie Tromnibus en overige overlegorganen
13
Bijlage II Accreditatiestatus trombosediensten
14
3
Samenstelling Bestuur en Bureau Bestuur dr. F.H. Schuurman, voorzitter dr. G.L.A. Reijnierse, secretaris/penningmeester dr. H.J. Adriaansen (tot 01-12-2008) mw. dr. J.M. van Alphen-Jager dr. J.L.P. van Duijnhoven (tot 19-05-2008) mw. dr. A.T.M. van Holten-Verzantvoort drs. R.P. van ’t Land dr. F.J.M. van der Meer dr. P.B. Berendes (per 01-12-2008) mw. dr.ir. R. Sanders (per 01-12-2008) Bureau mw. O.D.M. Paauwe-Insinger, directeur mw. A. de Bruijn-Wentink, beleidsmedewerker mw. F.A.C. Versluijs, secretaresse
4
Voorwoord Hierbij ontvangt u het algemeen jaarverslag van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten over het jaar 2008. 2008 heeft in het teken gestaan van activiteiten ter verbetering van de samenwerking in de keten rondom de antistollingsbehandeling. De directe aanleiding hiertoe was het HARM-onderzoek (Hospital Admissions Related to Medication) uit 2006 waarbij Trombocytenaggregatieremmers, Vitamine K-antagonisten en NSAID’s naar voren komen als geneesmiddelengroepen met een hoog risico voor medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames. Het bestuur van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) stelde een actieplan op om de veiligheid van de behandeling met cumarinederivaten te verbeteren. Dit plan werd op 19 juni aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens een symposium “Veiligheid in de eerste lijn, vanzelfsprekend”, georganiseerd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Met de ambitie om de doelstellingen uit dit plan te realiseren is het bestuur onder andere een samenwerking gestart met DGV, Nederlands Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, dat als onafhankelijke organisatie tot doel heeft de kwaliteit van het medicijngebruik in Nederland te bevorderen. Deze benadering is gekozen om via diverse geledingen veranderingen te bewerkstelligen. De bedoeling is om door een grote keten-brede bewustwording van het risico van de behandeling met Vitamine K antagonisten en door betere onderlinge communicatie de antistollingsbehandeling ‘veiliger’ te maken. Om deze bewustwording te creëren is een landelijke stuurgroep samengesteld met vertegenwoordigers van 12 medische en paramedische beroepsorganisaties, een Platformoverleg geïnitieerd voor alle trombosediensten en is in 5 trombosediensten een regionaal overleg gestart met ketenpartners. Vanuit de regionaal opgedane ervaringen op het gebied van ketensamenwerking zullen diverse concepten vervolgens landelijk worden uitgerold. Parallel aan dit traject startte IGZ met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een project ‘Thematisch Toezicht Trombosezorg’. De bedoeling van dat project is de risicofactoren van de trombosezorg in kaart te brengen en transparantie van kwaliteit te bevorderen. Om de trajecten zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en overlap te voorkomen is regelmatig overleg gevoerd tussen voornoemde gremia. In 2008 werd de landelijke “Concept richtlijn medicatieoverdracht” uitgebracht. Deze richtlijn is opgesteld door 18 beroepsorganisaties. Gelet op het belang van deze richtlijn
voor de trombosediensten, heeft de FNT aan partijen laten weten betrokken te willen worden bij de verdere ontwikkeling van deze richtlijn om de trombosediensten in de richtlijn en de daaraan verbonden handreikingen vermeld te krijgen. In dit licht kunnen ook de afspraken worden genoemd die met het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB zijn gemaakt. Met de komst van de geneesmiddelenwet in 2007 is het melden van ernstige bijwerkingen van geneesmiddelen verplicht en dus ook bij het gebruik van Vitamine K-antagonisten. In samenwerking met LAREB werd hiervoor de richtlijn “Melden van ernstige bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten door de Nederlandse trombosediensten bij LAREB” opgesteld. Deze richtlijn werd door de leden in de Algemene Ledenvergadering van de FNT in het verslagjaar goedgekeurd en bij LAREB ter accordering voorgelegd. Niet in de laatste plaats heeft het bestuur van de FNT zich in 2008 aandachtig bezig gehouden met de nabije toekomst die door een aantal zaken zal worden gekleurd. IGZ vraagt van alle gezondheidsinstellingen inspanningen ter bevordering van kwaliteit. Daaruit vloeien onder andere de ontwikkeling van prestatie-indicatoren, het toegang verkrijgen tot de website van Kiesbeter, de invoering van het EPD/EMD en het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg voort. Daarnaast was er continu aandacht voor de ontwikkeling en mogelijke komst van nieuwe geneesmiddelen die het voortbestaan van de trombosediensten in de huidige vorm danwel huidige omvang mogelijk bedreigen. Dit alles heeft in het verslagjaar geleid tot vele discussies waarbij ook de positie en het mandaat van de FNT als belangenbehartiger centraal stond. Het was een druk jaar met veel overleg tussen veel disciplines op divers niveau. Graag wil ik hierbij allen die op enigerlei wijze een bijdrage hebben geleverd aan die discussies maar ook aan het reguliere werk van de FNT middels deelname aan één of meerdere van de vele commissies of overlegorganen hartelijk danken voor hun inspanningen. Een woord van dank voor de inzet van de medewerkers van het bureau mag hier eveneens niet ontbreken.
dr. F.H. Schuurman voorzitter bestuur
5
Doelstelling en Organisatie De FNT werd op 6 februari 1971 opgericht met als doel de belangen van de aangesloten trombosediensten in Nederland te behartigen. De FNT tracht dit doel te bereiken door: • kwaliteitsverbetering van het werk van de aangesloten diensten te bevorderen; • het bevorderen van onderwijs aan de medewerkers van de leden-trombosediensten; • wetenschappelijke begeleiding van de ledentrombosediensten; • het geven van voorlichting aan de diensten; • het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal ten behoeve van trombosedienstpatiënten; • het bevorderen van overleg en samenwerking tussen instellingen en organisaties die betrokken zijn bij de trombosediensten; • het nationaal en internationaal vertegenwoordigen van de trombosediensten. Bestuur Het bestuur vergaderde in 2008 6 keer en wel op 5 februari, 14 april, 3 juni, 2 september, 23 september en 21 oktober. Over de volgende thema’s werd onder andere gesproken: introductie Warfarine, minimale inzet doseerarts trombosedienst, raamwerk doseeradviseur, verbetering ketenzorg, maatstafconcurrentie voor trombosediensten, invoering BSN, EPD en EMD, melden van bijwerkingen bij LAREB, accreditatiestatus leden, lidmaatschap van Curaçao, Harderwijk en Stichting Begeleide Zelfzorg Amsterdam, ontwikkeling prestatieindicatoren ten behoeve van de transparantie van trombosediensten, Landelijke richtlijn medicatieoverdracht, procedure bijdrage proefschriften, stemprocedure ledenvergadering, vakantieregeling, indicatie- en rangorde tabel en nieuwe methodes ter berekening van de therapeutische kwaliteit van de antistollingsbehandeling ten behoeve van de samenvatting medische jaarverslagen. De jaarlijkse beleidsvergadering vond plaats op 12 december. Deze dag stond in het teken van de positie en rol van de Nederlandse trombosediensten en die van het bestuur van de FNT. De thematiek werd mede ingegeven door de aangekondigde intensivering van de toezichthoudende functie van IGZ op het reilen en zeilen van de trombosedienst. De discussie gaf aanleiding tot nadere oriëntatie op de vraagstelling en heeft uiteindelijk na een vervolgbijeenkomst geleid tot een presentatie aan de leden op de eerste ledenvergadering in 2009.
6
De jaarlijkse vergadering met het bestuur van de Trombosestichting Nederland vond niet in het verslagjaar plaats maar werd opgeschoven naar 23 januari 2009. Het bestuur van de FNT heeft zich in 2008 eenmaal door de Wetenschappelijke Adviesraad laten adviseren (WAR) en wel over de bevoegdheden van doseeradviseurs. Leden Per 31 december 2008 waren 61 trombosediensten aangesloten bij de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT), 58 trombosediensten in Nederland, 2 trombosediensten in Spanje en 1 in Curaçao. De trombosediensten te Amsterdam (SbZ) en Harderwijk hebben het lidmaatschap aangevraagd en waren op voornoemde datum nog kandidaat-leden. Van de 58 Nederlandse trombosediensten zijn op 31 december 2008 31 trombosediensten gelieerd aan een ziekenhuis en hebben 27 diensten een zelfstandige status. Op 31 december hebben 44 trombosediensten de status “geaccrediteerd”, bij 8 trombosediensten loopt een accreditatieprocedure en bij 6 diensten is dat op deze datum om verschillende redenen niet het geval. Ledenvergaderingen Op 19 mei en 1 december vonden ledenvergaderingen plaats. Tijdens de ledenvergadering van 19 mei heeft de voorzitter de visie van het bestuur op het HARM-wrestling rapport nader toegelicht en gemeld dat het bestuur van de leden van de FNT een inspanning verwacht om de kwaliteit van de behandeling verder te verbeteren. De bestuursleden dr. F.J.M. van der Meer en drs. R.P. van ’t Land verzorgden ieder een presentatie over de ‘Toekomst van trombosediensten’ vanuit het perspectief dat nieuwe medicatie mogelijk binnen enkele jaren een groot deel van de werkzaamheden van de trombosediensten overbodig maakt. Op verzoek van de leden werd tijdens de ledenvergadering van 1 december opnieuw het Raamwerk doseren paramedici geagendeerd. Voor een toelichting op de juridische aspecten was mr. R.A. van Huussen van ‘Blom Advocaten’ uitgenodigd. Het bestuur heeft op geleide van het advies van deze jurist en op het advies van de Wetenschappelijke Adviesraad een nieuw Raamwerk geformuleerd dat door de vergadering werd aangenomen. In deze najaarsvergadering werd de trombosedienst Curaçao verwelkomd als lid van de FNT.
Activiteiten 2008 Scholing Applicatiecursus doseerartsen De applicatiecursus wordt bij besluit van het bestuur iedere 2 jaar georganiseerd. In het verslagjaar zijn voorbereidingen getroffen voor de cursus van 2009. Cursus Train de Trainer De cursus “train de trainer” is in 2008 eenmaal georganiseerd en door 27 cursisten bezocht. Het doel van de opleiding is om medewerkers van trombosediensten op te leiden in het trainen van patiënten voor het gebruik van zelfmeetapparatuur en het toepassen van de systematiek van zelf doseren. Cursus doseeradviseur In 2001 is besloten paramedici (doseeradviseurs) toe te staan te doseren onder bepaalde voorwaarden. Hiertoe is door de FNT de cursus “leren doseren” ontwikkeld. Aansluitend aan de cursus wordt een examen afgelegd. Wanneer de cursist het diploma doseeradviseur van de FNT heeft ontvangen is zij bevoegd te doseren binnen het in 2008 herziene en door de ledenvergadering aangenomen raamwerk “doseren door paramedici”. Het aantal deelnemers aan de cursus in het verslagjaar bedroeg 99. Van de 99 examenkandidaten, legden 87 kandidaten het examen direct succesvol af, 11 kandidaten slaagden met een herexamen en 1 kandidaat zag af van deelname aan het herexamen. Opleiding algemeen trombosedienstmedewerker In 2008 ging de opleiding “Allround Medewerker Trombosedienst” (AMTD) na een pilot-periode daadwerkelijk van start. De opleiding wordt verzorgd door de Mondriaan onderwijsgroep “Zorg, Welzijn, Sport en Bewegen”. Het aanvankelijk regionale karakter van de opleiding werd gedurende het jaar bijgesteld omdat het aantal inschrijvingen achterbleef bij de verwachtingen. De opleiding wordt met ingang van 2009 centraal in het land georganiseerd. Het medisch deel van de opleiding zal voortaan in tegenstelling tot eerdere besluitvorming centraal onderwezen worden door een medicus verbonden aan één van de trombosediensten. Het aantal uitgegeven certificaten (inclusief de pilot-periode) voor ‘Allround Medewerker Trombosedienst’ bedraagt 23. Het aantal deelcertificaten bedraagt voor de administratieve module 5, voor de module bloedafname 14, voor de algemene module 15 en voor de module multi-cultureel 29.
Nascholingsdag medewerkers Nederlandse trombosediensten De jaarlijkse nascholingsdag van de FNT voor algemeen medewerkers en doseeradviseurs vond plaats op 19 april en werd door ruim 700 medewerkers bezocht. Bijna 450 evaluatieformulieren werden ingevuld. De locatie in Apeldoorn wordt zeer positief gewaardeerd waarbij alleen de klimaatbeheersing in de grote zaal een aandachtspunt blijft. De beoordelingen van de presentaties waren eveneens positief; 6 van de 7 presentaties behaalden een 75 tot 90% score in de range goed tot zeer goed. Het plenaire ochtendprogramma bevatte de volgende onderwerpen: • Trombosestichting Nederland; fondsenwerving en wetenschappelijk hemostase onderzoek anno 2008 (prof.dr. A. Sturk, AMC, Amsterdam) • Incidence of Pulmonary hypertension after Pulmonary embOlism in the Netherlands (IPPON) (dr. P.W. Kamphuisen, AMC, Amsterdam) • Stand van zaken ontwikkeling nieuwe antitrombotica en de trombosediensten (dr. M.V. Huisman, LUMC, Leiden) Het programma ‘s-middags voor de algemene medewerkers bestond uit: • Trombose en erfelijkheid (dr. H. Vos, LUMC, Leiden) • Trombose in de cerebrale vaten. Klinische aspecten van het herseninfarct en de veneuze sinustrombose (mw. drs. I. Knottnerus, AZM, Maastricht) • Antistolling bij atriumfibrilleren (mw. dr. A. ten Cate, Trombosedienst, Maastricht) • Cardiomyopathie en orale antistolling (dr. E.M. Koomen, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn) Voor de doseeradviseurs bestond het middagprogramma uit: • Tijdstip van inname van de antistollingstabletten (mw. dr. J.J. van Geest-Daalderop, Trombosedienst Den Bosch) • Orale antistolling en ingrepen (mw. dr. J.J. van Geest-Daalderop, Trombosedienst Den Bosch) • Maligniteit en orale antistolling (dr. J.M.M.B. Otten, Slotervaart Ziekenhuis, Amsterdam) • Casuïstiek (dr. H.J. Adriaansen, Trombosedienst Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn)
7
Ondersteuning proefschriften Sinds 1999 worden in het kader van na- en bijscholing van medici en paramedici proefschriften ter beschikking gesteld aan de leden trombosediensten. Het onderzoek dat in het proefschrift wordt beschreven moet betrekking hebben op diagnostiek, preventie of behandeling van arteriële of veneuze trombose of embolie en als zodanig interessant en relevant zijn voor de medewerkers van de trombosedienst. De ondersteuning geschiedde aanvankelijk incidenteel maar de laatste jaren kent ze een structureel karakter waarvoor jaarlijks budget wordt gereserveerd. In 2008 werden de volgende 5 aanvragen gehonoreerd. • Mw. J.J. van Geest-Daalderop: Antistolling binnen de grenzen • Dhr. M. Coppens: Thrombopilia • Mw. K.J. van Stralen: Physical activity, immobilization and the risk of venous thrombosis • Dhr. W. Lijfering: Thrombophilia, Issue or non-issue in clinical practice? • Mw. N.S. Gibson: The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism
In- en externe communicatie Website Federatie van Nederlandse Trombosediensten De website heeft drie verschillende ingangen: voor trombosediensten, artsen en patiënten. De site voor de trombosediensten is alleen toegankelijk voor de leden van de Federatie die voor het gebruik een toegangscode en een wachtwoord toegewezen hebben gekregen. In het verslagjaar werd de website gemiddeld 5.600 keer per maand bezocht.
Kwaliteit
Patiëntenvoorlichting In het verslagjaar werden circa 50.000 folders ‘Informatie voor mensen met trombose’ verzonden naar de trombosediensten ten behoeve van patiënten. Bijna 10.000 folders werden tegen betaling verstuurd naar informatiecentra van ziekenhuizen. In het verslagjaar is een aanvang gemaakt met de ontwikkeling van een informatiefolder over veneuze trombose. Het is de verwachting dat deze folder in 2009 via ziekenhuizen (internisten en cardiologen) aan patiënten met diep veneuze trombose (DVT) zal worden verstrekt. De tekst werd beoordeeld door de leden van de commissie Voorlichting.
Samenvatting medische jaarverslagen Jaarlijks worden de gegevens uit de individuele medische jaarverslagen samengevoegd in de “Samenvatting medische jaarverslagen”. Deze samenvatting maakt het mogelijk de gegevens van trombosediensten met elkaar te vergelijken. De “Samenvatting medische jaarverslagen” wordt in een aparte uitgave aan de leden aangeboden en sinds 2007 ook aan IGZ ter beschikking gesteld.
Tromnibus Het tijdschrift “Tromnibus” is evenals voorgaande jaren 3 maal verschenen en aan trombosediensten en externe relaties verstuurd. In 2008 werd een oproep gedaan aan trombosediensten om een verpleegkundige af te vaardigen in de redactie omdat de inhoud van het tijdschrift door de medewerkers als (te) moeilijk wordt ervaren. De oproep heeft nog geen resultaat opgeleverd.
Externe kwaliteitscontrole De FNT organiseert een extern kwaliteitscontroleprogramma waarbij 10 maal per jaar door RELAC via een externe rondzending de tussen-laboratorium-variaties van de aangesloten diensten worden bepaald. Ieder deelnemend laboratorium kan zijn eigen resultaten vergelijken met de consensuswaarde. Ook ziekenhuislaboratoria en huisartsenlaboratoria kunnen aan dit externe kwaliteitscontroleprogramma deelnemen. In het verslagjaar namen 102 laboratoria deel aan het programma. De externe laboratoria zijn hierbij inbegrepen. Naast het voornoemde externe kwaliteitscontroleprogramma werd het externe kwaliteitscontroleprogramma voor de PointOf-Care stollingsmonitoren (POC-meters) voortgezet. Deze controle vindt vijfmaal per jaar plaats met twee verschillende controlemonsters. In het verslagjaar waren er 69 deelnemers aan deze kwaliteitscontrole. Over het ‘overall’ resultaat van deze rondzending worden de deelnemers via RELAC geïnformeerd.
8
Commissies Trombosedienst Accreditatie- en Beleidscommissie (TAB-commissie) Sinds 2006 heeft de FNT de kwaliteitszorg en dan met name het accreditatiegedeelte overgedragen aan de CCKL, Stichting voor de bevordering van de kwaliteit van het laboratoriumonderzoek en voor de accreditatie van laboratoria in de gezondheidszorg. De taak van de Trombosedienst Accreditatie- en Beleidscommissie (TAB-commissie) is hiermee gewijzigd ten opzichte van de periode waarin zij de accreditaties zelf verleende. Anno 2008 draagt de TABcommissie met name zorg voor het ontwikkelen van richtlijnen en protocollen voor trombosediensten en bewaakt zij de voortgang van het accreditatieproces bij de aangesloten leden. De TAB-commissie bestaat uit zes leden en wordt administratief ondersteund door een ambtelijk secretaris. De commissie vergaderde op 10 januari, 26 mei en 25 september en de thema’s die onder andere geagendeerd waren zijn: beschikbaarheid van doseerartsen en aanpassing van de TAB-CCKL-routing in het accreditatieproces. Ook werd in 2008 een nieuwe versie in gebruik genomen van de Praktijkrichtlijn. De inhoudelijke wijzigingen waren niet substantieel maar met name de wenselijkheid om de terminologie te synchroniseren overeenkomstig de Praktijkrichtlijn van de CCKL, vormde aanleiding tot een nieuwe versie. In het verslagjaar ontvingen 2 trombosediensten voor het eerst hun certificaat. Het certificaat werd voor de tweede keer toegekend aan 3 diensten en voor de derde keer aan 1 dienst. In totaal hadden op 31 december 2008 44 trombosediensten een geldig certificaat. Eind 2008 beschikte de TAB-commissie over 14 auditoren, inclusief 3 personen die uitsluitend de pre-analyse auditen. Voor deze auditoren werd door CCKL eenmaal een auditorenbijeenkomst georganiseerd.
Commissie Interacterende medicatie cumarines De commissie heeft zich ten doel gesteld de “Standaard afhandeling interacterende medicatie cumarines” te ontwerpen en onderhouden ten behoeve van apothekers en trombosediensten. Deze afhandelingsrichtlijn beoogt de veiligheid en effectiviteit van de VKA behandeling in situaties van interacterende co-medicatie te bevorderen. De commissie registreert voorts nieuwe interactiemeldingen en initieert zo nodig onderzoek. In 2008 werd 4 x vergaderd en wel op: 12 maart, 11 juni, 10 september en 10 december.
Interactiemeldingen Belangrijke aandachtspunten voor de commissie zijn interactiemeldingen en het beoordelen van nieuwe geneesmiddelen in relatie tot de Standaard interacterende medicatie cumarines. Interactiemeldingen worden beoordeeld op een aantal aspecten: de kwaliteit en de relevantie van de melding, is de interactie aannemelijk, is de interactie relevant en moet de interactie c.q. het interacterend geneesmiddel opgenomen worden in de “Standaard”. De meldingen komen direct bij de Commissie binnen of worden via LAREB aangeleverd. Alle interactie meldingen worden geregistreerd en periodiek geïnventariseerd. Er werden 12 interactiemeldingen ontvangen: tramadol, nortriptyline, acetylcysteïne, gynodaktarin, norfloxacine, sildenafil, simvastatine, broxil, nortriptyline, yakult, miconazolcreme, duloxetine. Er zijn geen wijzigingen in de “Standaard” voortgekomen uit deze interactiemeldingen. Bij enkele meldingen ging het om een bekende, in de standaard beschreven interactie. In andere gevallen was de interactie niet aannemelijk. Nieuwe geneesmiddelen Nieuwe geneesmiddelen worden beoordeeld op: hun à priori kans op relevante interactie en op de noodzaak om toegevoegd te worden aan de “Standaard”. Twintig (20) nieuwe geneesmiddelen werden beoordeeld. Hiervan werden 2 geneesmiddelen opgenomen in de Standaard: fosaprepitant, nilotinib. Omacor® (omega-3-vetzuurpreparaat) werd opgenomen op de attentielijst van de Standaard. Dronedarone, een amiodaron analoog met te verwachten vergelijkbare CYP2C9 remming, werd nog niet in de Standaard opgenomen omdat het middel nog niet verkrijgbaar is. De afhandelingsrichtlijn voor antibiotica werd niet aangescherpt n.a.v. het NTVG artikel (mei 2008). Trombosediensten moeten intern een beleid hebben over het omgaan met antibiotica- meldingen, de klinische toestand van de patiënt is daarbij een belangrijke factor. Oncolytica worden als groep in de Standaard opgenomen wegens de destabiliserende invloed van de achterliggende ziekte op de VKA behandeling.
9
Overige activiteiten Tramadol studie: de database en het materiaal voor de genotyperingen CYP2C9 / VKORC1 werden geanalyseerd. Helaas was een substantieel deel van het materiaal door onvolledigheid en/of onduidelijkheid niet bruikbaar. De commissie beraadt zich op een andere opzet voor toekomstige studies. (Es) omeprazol studie: 12 trombosediensten hebben prospectief INR data bij ong. 500 patiënten die startten met (es) omeprazol verzameld. Bij een globale inventarisatie wordt bij ruim 10% een zekere mate van interactie gezien: INR verhogend, antistollingseffect versterkend. Het onderzoek wordt voortgezet. Mede naar aanleiding van casuïstische mededelingen is er gekeken naar mogelijke problemen t.g.v. substitutie van marcoumar en sintrom door willekeurige, verschillende generieke preparaten. Bij middelen met een zeer kleine therapeutische breedte (zoals VKA) kunnen geringe afgifte verschillen tussen verschillende generieke preparaten leiden tot ontregeling. Het blijkt dat alle generieke preparaten afkomstig zijn van twee fabrikanten zodat onderzoek naar mogelijke verschillen tussen de preparaten niet zinvol is.
Commissie Scholing
Samenwerking LAREB Namens de FNT is door twee commissieleden samen met LAREB gewerkt aan de richtlijn “melden van ernstige bijwerkingen van VKA door trombosediensten bij LAREB”. Dit betreft de meldingen van ernstige bijwerkingen in het kader van de geneesmiddelenwet. Tijdens VKA behandeling gaat het dan om ernstige bloedingen. De richtlijn is in de ALV op 1 december 2008 door de FNT-leden geaccordeerd. Er is een goede uitwisseling van interactiemeldingen van steeds verder verbeterende kwaliteit tussen de commissie en LAREB.
Eind 2008 waren er 18 deelnemende trombosediensten aan de Gemeenschappelijke Klachten Commissie. De commissie kwam tweemaal bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten zijn standaardformulieren ontwikkeld, werd een rooster opgesteld en het proces van klachtbehandeling doorgenomen. Ook werd een klachtenfolder ontwikkeld die in een oplage van 30.000 stuks is verspreid onder de deelnemende trombosediensten. De mogelijkheid is gecreëerd om via de website een klacht in te dienen maar daar is in 2008 nog geen gebruik van gemaakt. In het verslagjaar zijn geen klachten door de GKC ontvangen.
10
In december 2008 is de nieuwe CBO “Richtlijn Diagnostiek, Preventie en Behandeling van Veneuze Trombo-embolie en Secundaire Preventie Arteriële Trombose” gepubliceerd en van kracht geworden. De commissie scholing is op geleide van deze richtlijn gestart met het aanpassen van het diverse cursus- en scholingsmateriaal waarvan het resultaat in 2009 beschikbaar zal komen.
Commissie Standaardisering medisch handelen in de trombosediensten De commissie is na het verschijnen van de nieuwe CBOconcensus begonnen met het opstellen van richtlijnen en protocollen ten behoeve van het medische handelen in de trombosediensten. Een eerste bijeenkomst voor artsen hierover zal in 2009 plaatsvinden.
Gemeenschappelijke Klachtencommissie (GKC)
Overlegstructuren Overleg met afgevaardigde van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Federatie van Nederlandse Trombosediensten Op 22 februari van het verslagjaar heeft een overleg plaatsgevonden tussen de FNT en de afgevaardigde van het Ministerie van Volksgezondheid over het advies van de NZa om de trombosediensten op te nemen in het bestel van de maatstafconcurrentie. Hoewel dit in eerdere contacten met het Ministerie al aan de orde was geweest is ook tijdens dit gesprek de afgevaardigde van het Ministerie gewezen op de ontwikkeling van nieuwe antitrombotica en de gevolgen van invoering van deze nieuwe middelen voor de trombosediensten. Afgesproken werd dat met het Ministerie minimaal jaarlijks contact zal zijn over de ontwikkelingen op farmaceutisch en financieel gebied welke van invloed zijn op de trombosezorg in Nederland.
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) De FNT is vaste overlegpartner in de Commissie Cure van de NZa. Bij dit overleg zijn ook de zorgverzekeraars vertegenwoordigd. dr. G.L.A. Reijnierse, penningmeester van het bestuur van de FNT, vertegenwoordigt de FNT in de Commissie Cure van de NZa. In het verslagjaar heeft een gesprek met afgevaardigden van de NZa plaatsgevonden over de maatstafconcurrentie. Door afgevaardigden van de FNT werd naar voren gebracht dat maatstafconcurrentie voor de trombosezorg onwenselijk wordt geacht.
Organisaties gelieerd aan de Federatie van Nederlandse Trombosediensten Trombosestichting Nederland De Trombosestichting Nederland (TSN) werd in 1974 door de FNT opgericht met als doel het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van trombose te stimuleren en te financieren. In 2008 konden 3 subsidieverzoeken worden gehonoreerd en werd een totaal subsidiebedrag uitgekeerd van ruim 439.00 Euro.
Referentie-Instituut Laboratoriumonderzoek AntistollingsControle (RELAC) De Stichting RELAC werd in het verslagjaar als rechtspersoon opgeheven. De Raad van Bestuur van het LUMC besloot reeds in 2007 dat stichtingsstructuren op het terrein van het LUMC ontmanteld dienen te worden. De activiteiten van RELAC zijn ondergebracht in een projectstructuur.
11
Externe werkzaamheden De directeur heeft namens de Federatie van Nederlandse Trombosediensten zitting in de Sectie Stolling van de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML) en is namens de Federatie van Nederlandse Trombosediensten lid van het bestuur van de Stichting Kwaliteitsbevordering Stollingsonderzoek in de functie van secretaris.
12
Plannen voor 2009 De initiatieven, om te komen tot verbetering van de samenwerking tussen ketenpartners met het oog op medicatieveiligheid in het proces rond orale antistollingsbehandeling, blijven in 2009 de volle aandacht vragen. Dit impliceert dat voortgegaan wordt op de ingeslagen weg met DGV die de FNT bij deze trajecten blijft ondersteunen. Daarnaast zullen kwaliteitsindicatoren worden ontwikkeld ten einde de kwaliteit van trombosediensten publiekelijk zichtbaar te maken op de website kiesbeter.nl. Het bestuur van de FNT zal in 2009 overleg voeren met het Ministerie van VWS, de NZa en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) inzake mogelijke saneringsmaatregelen indien nieuwe ontwikkelingen op het gebied van antistollingsmedicatie nopen tot onverhoopte personele ontslagen bij de trombosediensten en vernietiging van geïnvesteerd kapitaal.
Bijlage I Samenstelling commissies, redactie Tromnibus en overlegorganen Wetenschappelijke Adviesraad • prof.dr. J. Rosing, voorzitter • prof.dr. J.W.N. Akkerman • prof.dr. A. de Boer • prof.dr. H.R. Büller • dr. K. Hamulyák • dr. W.L. van Heerde • prof.dr. V.W.M. van Hinsbergh • prof.dr. C. Kluft • prof.dr. M. Levi • dr. F.J.M. van der Meer • prof.dr. J. van der Meer († 14-01-2009) • prof.dr. K. Mertens • mw. dr. S. Middeldorp • dr. H.P. Muller • prof.dr. H. Pannekoek (liaison officer voor het bestuur van de TSN) • prof.dr. M.H. Prins Trombosedienst Accreditatie- en Beleidscommissie • drs. R.P. van ‘t Land, voorzitter • mw. drs. M.T.H. Albers-Akkers • dr. M.J. Beinema • mw. M. van der Velden • mw. C. van de Wetering • mw. F. Postema-Martens • mw. A. de Bruijn-Wentink, ambtelijk secretaris Commissie Interacterende medicatie cumarines • mw. dr. A.T.M. van Holten-Verzantvoort, voorzitter • mw. drs. A. Horikx • dr. F.J.M. van der Meer • dr. T. Schalekamp • mw. drs. I. van de Riet • mw. drs. S. Verberg (tot juni 2008) • drs. J. Andeweg (vanaf juni 2008) Commissie Voorlichting • mw. O.D.M. Paauwe-Insinger, voorzitter • dr. H.J. Adriaansen • mw. F. Postema-Martens Commissie Scholing • mw. dr. J.J. van Geest-Daalderop • mw. O.D.M. Paauwe-Insinger
Commissie Standaardisering medisch handelen in de trombosediensten • mw. dr. J.J. van Geest-Daalderop, voorzitter • prof.dr. M. Levi • mw. drs. B.D. van Dolder • mw. drs. G. Piersma-Wichers Gemeenschappelijke Klachtencommissie van de leden-trombosediensten • mw. mr. G.C. van de Grampel, voorzitter • mw. mr. drs. S.M.T. Puister, vice-voorzitter (namens de CTD) • drs. E. van Meegen • mw. drs. M.T.H. Albers-Akkers • mw. A. Groot Bruinderink-Baak • mw. A. Polder-Poley, (namens de CTD) • mw. M. Smink-Meijer • mw. drs. S.W. Wesselink, mediator • mw. A. de Bruijn-Wentink, ambtelijk secretaris Redactie Tromnibus • mw. O.D.M. Paauwe-Insinger, voorzitter • dr. A.M.H.P. van den Besselaar • dr. K. Hamulyák, wetenschappelijk eindredacteur • mw. drs. A. Horikx • dr. F.J.M. van der Meer Bestuur Trombosestichting Nederland • mw. W.M. Verver-van Aartsen, voorzitter • mr. H.P.A. Klapwijk, secretaris-penningmeester • prof.dr. H. ten Cate • drs. R. Hulst • prof.dr. H. Pannekoek • prof.dr. A. Sturk • mw. D.E.J. Vree-van Dam Bestuur Stichting Kwaliteitsbevordering Stollingsonderzoek (SKS) • dr. A. Castel, voorzitter (VHL-NVKC) • mw. O.D.M. Paauwe-Insinger, secretaris (FNT) • S.J. Beurze, penningmeester • dr. A.M.H.P. van den Besselaar (RELAC) • C.M. Eckmann (Stichting Sanquin) • dr. F. van de Graaf (SKML) • mw. A.J.M. van der Hey-Koene (FHI) • C. Kortmann (Diagned) • prof.dr. A. Sturk, adviseur van het bestuur • dr. G.L.A. Reijnierse, adviseur statistiek
13
Bijlage II Accreditatiestatus per 31-12-2008 Alkmaar Almelo Amersfoort Amsterdam Apeldoorn-Zutphen Assen Benidorm Beverwijk Breda Curaçao Delft Den Bosch Den Helder Deventer Dirksland Dordrecht/Gorinchem Drachten Ede Eindhoven Emmen Enschede (MST) Geldrop Gouda Groningen Hardenberg Harderwijk Heerenveen Heerlen Helmond Hengelo Hilversum Hoofddorp
14
nee ja ja ja nee nee nee ja ja nee ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja nee ja nee nee ja ja nee
Hoogeveen Hoorn Koog aan de Zaan Leeuwarden Leiden Lelystad Lichtenvoorde (Ascon) Maastricht Meppel Middelburg Nijmegen Oss/Veghel Rijswijk Roermond Roosendaal Rotterdam SbZ Amsterdam Schiedam Sittard Sneek Terneuzen Tiel Tilburg Torremolinos Utrecht Venray / Venlo Weert Woerden Zeist Zevenaar Zwolle
ja nee ja ja ja nee ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja nee ja ja nee ja ja nee nee
15
Krimkade 20a 2251 KA Voorschoten Postbus 200 2250 AE Voorschoten T 071 - 5617776 F 071 - 5618008 E
[email protected] www.fnt.nl