Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Continuering Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens
Openbare/ besluitenlijst 18 Programma Programmanummer
december 2007
BW-nummer
Zorg en Welzijn /1051 & Wijken / 1063 Collegevergadering no 47
BW-01297
Portefeuillehouders
B. Frings & T. Tankir
Aanwezig: Samenvatting de Graaf Voorzitter De Regieteams overlast- enTh. multiprobleemhuishoudens zijn in 2008 P. Depla, sr.,over L. Scholten, Wethouders gestart met een pilot in de Wolfskuil enH.in van 2009Hooft uitgerold zeven P. Lucassen, van dervan Meer aandachtswijken in Nijmegen. Eind 2011 isJ.op basis een positieve P. Eringa uitrol voor de jaren 2012 en Gemeentesecretaris evaluatie besloten tot een stadsbrede A. Kuil Communicatie 2013. Op grond van de recent uitgevoerde Maatschappelijke KostenBatenanalyse (MKBA)en deM. huidige ontwikkeling van de sociale Sofovic Verslag
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
MO10, Marjolein Paalman, 9809
H. Kunst,
Datum ambtelijk voorstel
5 november 2013 Registratienummer
13.0013623
wijkteams, stellen wij voor de Regieteams en de daarbij behorende ambtelijke formatie vanaf 2014 te continueren en te implementeren als uitvoeringsonderdeel van de Nijmeegse zorg- en ondersteuningsstructuur, passen binnen het beleidskader “Kracht door Verbinding”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Ter besluitvorming door het college
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
1. Het jaarverslag Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens vast te stellen; Concern B & V 2. De rapportage “Maatschappelijke kosten- batenanalyse Regieteams Nijmegen” vast te stellen; De voorzitter, Leidinggevende 3. De Regieteams overlasten multiprobleemhuishoudens te De secretaris, mevr. V. Stekelinck, continueren vanaf 2014; MO10 4. De toegestane formatie voor de Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens van 4,8 fte te continueren en in te Programmamanagers zetten vanuit de afdeling wijkmanagement; E. van Aalzum 5. De jaarlijkse uitvoeringskosten voor de gemeente van B. van Kerkoerle €320.000 te dekken uit (bestaande budgetten van) het programma Zorg en Welzijn, deelproduct bemoeizorg en regie; Programmadirecteur 6. De begrotingswijziging (BW-01297) vast te stellen; 7. De brief aan de Raad vast te stellen.
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk november 2013) Besluit B&W d.d. 5 november 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.5
1 Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.docx
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Sinds 2008 hebben we een gemeentelijke aanpak op overlast- en multiprobleemhuishoudens in de vorm van Regieteams, toen nog in de vorm van een pilot. Begin 2009 is deze pilot geëvalueerd waarna is besloten tot een projectmatige uitrol over zeven aandachtswijken. Eind 2011 hebben wij als gevolg van een indicatieve maatschappelijke kosten- batenanalyse (MKBA) en een evaluatie door Onderzoek en Statistiek besloten tot de stadsbrede uitrol van de Regieteams voor de jaren 2012 en 2013. Het hoofddoel van de Regieteams is het verminderen van overlast in de wijk door de zelfregie en het probleemoplossend vermogen van een multiprobleemhuishouden duurzaam te herstellen en te vergroten. In de Regieteams werken gemeente, corporaties, politie, NIM maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg nauw samen aan één plan van aanpak per multiprobleemhuishouden. Daarnaast worden bij de concrete aanpak van casussen diverse andere hulp- en zorginstanties ingezet. De Regieteams verwijzen, indien nodig, door naar het Veiligheidshuis of het Meldpunt Bijzondere Zorg en dragen casuïstiek over aan de Sociale Wijkteams wanneer dat mogelijk is. Eind 2011 is besloten tot een stadsbrede uitrol voor vooralsnog de jaren 2012 en 2013 om een aantal redenen. Allereerst moest worden bezien wat de destijds nieuw te starten pilots sociale wijkteams inhoudelijk zouden gaan betekenen voor de functie en inpassing van de Regieteams. Ten tweede moesten de jaren 2012 en 2013 worden benut om de aanbevelingen uit het evaluatierapport en de MKBA te implementeren. Tot slot moest de te verwachten effectiviteit worden onderzocht door een nieuw uit te voeren MKBA, dit keer niet indicatief maar op basis van harde casusinformatie. De afgelopen periode is duidelijk geworden dat de Regieteams een belangrijke schakel zijn in de Nijmeegse zorg- en ondersteuningsstructuur en onder andere met de Sociale Wijkteams de toegangspoort tot zorg zullen gaan vormen (zie vastgestelde beleidsnota “Kracht door Verbinding”, Raadsvoorstel 111/2013). De aanbevelingen uit het evaluatierapport zijn geïmplementeerd (zie bijgevoegd jaarverslag) en de recent uitgevoerde MKBA toont een positief maatschappelijk rendement aan van de Regieteams. Op grond hiervan stellen wij voor de Regieteams en de daarbij behorende ambtelijke formatie vanaf 2014 te continueren en te implementeren als onderdeel van de Nijmeegse structuur van zorg en ondersteuning. 2
Juridische aspecten
Het juridisch kader van de aanpak van multiprobleemhuishoudens wordt gevormd door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Nijmegen is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Vanaf 2015 wordt met de nieuwe Jeugdwet de jeugdzorg toegevoegd aan de Wmo en krijgt de gemeente meer verantwoordelijkheden over huidige AWBZ-taken. De Wet werk en bijstand geeft mogelijkheden om de aanpak van de Regieteams te combineren met ‘dwang en drang’. De samenwerking en gegevensuitwisseling van de instellingen die bij de Regieteams betrokken zijn, is sinds eind 2011 geformaliseerd in het Samenwerkingsconvenant Regieteams overlasten multiprobleemhuishoudens. 3
Doelstelling
Met dit voorstel beogen we de MKBA en het jaarverslag van de Regieteams vast te stellen en de inzet van de Regieteams te positioneren in de Nijmeegse zorg- en ondersteuningsstructuur. Hiermee continueren we de inzet van de gemeentelijke procesregisseurs en realiseren we een duurzame financiering vanuit het programma Zorg en Welzijn.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
4
Argumenten
Het jaarverslag Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens vaststellen. Met het vaststellen van het jaarverslag kan de raad worden geïnformeerd over de resultaten van de afgelopen anderhalf jaar. Het verslag biedt inzicht in het functioneren van de Regieteams en laat zien op welke wijze de aanbevelingen uit het evaluatierapport uit 2011 zijn geïmplementeerd. De rapportage “Maatschappelijke kosten- batenanalyse Regieteams Nijmegen” vaststellen. Met het vaststellen van de MKBA kan de raad worden geïnformeerd over de resultaten. Op basis van de beschikbare casusinformatie, een steekproef van 70 casussen en de inzichten uit de evaluatie uit 2011 is dit voorjaar een ex post MKBA uitgevoerd. Op die manier ontstaat inzicht in de maatschappelijke kosten en baten van de aanpak in de afgelopen jaren en de verdeling daarvan over de verschillende partijen. De MKBA heeft daarmee een evaluatief karakter. Uit de MKBA blijkt dat de Regieteams een positief maatschappelijk rendement hebben: - Het maatschappelijke saldo van één jaar inzet is ongeveer 1 miljoen euro. De kostenbatenverhouding is 1,4. Dat wil zeggen dat iedere geïnvesteerde euro 1,40 euro oplevert. - De harde baten zijn vooral gelegen in het voorkomen van escalaties zoals huisuitzettingen en uithuisplaatsingen van kinderen. Ook het bieden van een beter toekomstperspectief voor de betrokken kinderen leidt, op de langere termijn, tot aanzienlijke maatschappelijke baten. Tot slot is de aanpak zeer succesvol in het terugdringen van overlast. - De MKBA bevestigt de Nijmeegse keuze zoals gepresenteerd bij de aanbieding van de quickscan van de sociale wijkteams aan de raad (MO10/13.0012208); “de regie op multiprobleemhuishoudens organiseren we separaat om de omvang en organisatie van de sociale wijkteams behapbaar te houden en daarmee risico’s te beperken”. Uit de MKBA van de regieteams blijkt namelijk dat een duidelijk onderscheid tussen deze twee aanpakken, de baten bij zowel de sociale wijkteams als de Regieteams zal doen stijgen. Het onderzoek laat zien dat een specifieke aanpak op het gebied van multiproblematiek, met een focus op drang en dwang en daarmee juist onderscheidend van principes als samenredzaamheid en zelfregie, grote meerwaarde heeft. De positieve resultaten en bevindingen over de Regieteams maken het legitiem om de aanpak te continueren en te implementeren als (Nijmeegs) uitvoeringsinstrument in de structuur van zorg en ondersteuning. De Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens continueren vanaf 2014. Het positieve totaalbeeld over de aanpak is terug te vinden in zowel de bevindingen uit de MKBA als de bevindingen in andere steden die met een vergelijkbare aanpak werken. Tilburg en Amsterdam, vanuit het landelijk experiment “Achter de Voordeur” redelijk vergelijkbaar met de Nijmeegse Regieteams, laten een vergelijkbaar MKBA-resultaat zien. Vanuit het landelijk experiment “Achter de Voordeur” waar Nijmegen sinds de start in 2007 betrokken is, blijkt dat het concept van de integrale aanpak, met procesregisseurs in dienst van de gemeente, een brede acceptatie heeft. Vanuit die rol geeft de gemeente directe sturing aan de inzet van partners, gebruikmakend van drang en dwang. Vanuit gemeentelijk mandaat wordt gestuurd op de samenwerking tussen en effectieve inzet van uiteenlopende partijen als politie, de zorginstellingen en woningbouwcorporaties. Diverse belangen worden daarbij zorgvuldig afgewogen. In het beleidskader “Kracht door Verbinding” en de brief aan de raad over de quickscan Sociale wijkteams wordt aangegeven dat de sociale wijkteams vanaf 2015 samen met de
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
huisartsen, de Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens en de zorgadviesteams/brede schoolondersteuningsteams de pluriforme toegangspoort tot zorg en ondersteuning zullen vormen, waarbij de genoemde teams hun opgebouwde samenwerking voortzetten en uitbreiden. De Regieteams zijn hiermee een onmisbaar onderdeel van de lokale toegangspoort voor zorg en ondersteuning. De formatie- en uitvoering van de Regieteams financieel en organisatorisch continueren. - Bij de besluitvorming eind 2011 hebben wij gekozen voor een tijdelijke uitbreiding van ambtelijke formatie tot en met 2013. Wij stellen nu voor om de Regieteams en de daarbij behorende ambtelijke formatie vanaf 2014 te continueren onder gemeentelijke regie. - Gemeentelijke coördinatie is nodig voor de aansturing van de procesregisseurs, de verbinding intern met de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en de afdeling Veiligheid en de verbinding extern met de Sociale Wijkteams, het Veiligheidshuis en de instellingen die nodig zijn voor de aanpak na interventie van het Regieteam. Vooral dit laatste vraagt soms veel (overleg)tijd als er in een casus samenwerkingsvraagstukken zijn. - De administratieve ondersteuning is nodig voor een goede verslaglegging van de Regieteamvergaderingen, ondersteuning van het management én het zorgvuldig invoeren van de casusgegevens in het RegieteamWerkSysteem. Om flexibel te kunnen werken en maatwerk te leveren is een beperkt budget voor “onvoorziene” uitgaven gewenst. Het betreft dan kosten voor communicatie, huur van overlegruimte in de wijk en incidentele (spoed-) inkoop van bijzondere trajecten . De brief aan de Raad vaststellen. Wij willen de raad met bijgesloten brief op de hoogte stellen van onze plannen met betrekking tot de inzet van de Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens. 5
Klimaat
De klimaatparagraaf is niet op dit voorstel van toepassing. 6
Financiën
De Regieteams worden sinds 2009 gedekt door het programma Zorg en Welzijn. De woningbouwcorporaties leveren hieraan een bijdrage van 40.000, vanuit Hatert 2.0. Bij de besluitvorming eind 2011 was gekozen voor een tijdelijke uitbreiding van ambtelijke formatie tot en met 2013.
Kosten
2014 en verder
3,5 fte procesregisseur MPH (schaal 10) 0,3 fte coördinatie (schaal 11) 1,0 fte administratieve ondersteuning (schaal 7) Werkbudget/onvoorzien Totaal
€ 238.532 € 23.528 € 47.511 € 10.429 320.000
Dekking
2014 en verder
Programma Zorg en Welzijn, product maatschappelijke opvang, deelproduct (61217.S1752)* Totaal
€ 320.000* € 320.000*
De kosten voor de structurele inzet van de Regieteams, zijn de kosten voor de gemeentelijke procesregie (zie bovenstaande tabel voor een overzicht). Deze kosten bestaan uit 3,5 fte procesregisseurs MPH (voorheen wijkteamregisseurs), 0,3 fte coördinatie en 1 fte
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
administratieve ondersteuning en een budget voor onvoorziene uitgaven. In totaal gaat het om een bedrag van € 320.000. Deze continuering van de formatiekosten en werkbudget worden gedekt vanuit het programma Zorg en Welzijn, product Maatschappelijke opvang voor een bedrag van € 320.000. *) externe dekking via woningbouwcorporaties Bij de dekking vanuit het programma Zorg en Welzijn wordt rekening gehouden met Hatert 2.0; tot en met 2015 ligt contractueel vast dat € 40.000 ontvangen zal worden. Voor de periode daarna zijn we op basis van de maatschappelijke kostenbaten analyse met de corporaties in gesprek over continuering van hun bijdrage aan deze manier van werken vanwege de winst die zij ermee behalen. We zien het succes om deze bijdrage te continueren en opnieuw te verzilveren positief in. In de ontwikkeling van de Regieteams hebben we al diverse winsten verzilverd. Zo zijn een groot aantal producten uit de “gereedschapskist” van de Regieteams regulier ingebed, waar ze eerst apart gefinancierd werden en hebben we een aanzienlijke bezuiniging op het Meldpunt Bijzondere Zorg gerealiseerd omdat de Regieteams bijdragen aan de voorkoming van de inzet van (duurdere) intensieve zorg. 7
Participatie en Communicatie
Regieteampartners zijn middels het “Managersoverleg Regieteams” op de hoogte van het voorstel dat voorligt en worden zo snel mogelijk na besluitvorming door het College geïnformeerd. Communicatie naar de raad via bijgevoegde brief. 8
Uitvoering en evaluatie
Per 1 januari 2014 continueren we de stadsbrede dekking van de aanpak, uitvoering vanuit de afdelingen Maatschappelijke Ontwikkeling en Wijkmanagement. Bij de uitvoering blijven we nadrukkelijk afstemmen met de sociale wijkteams en de overige onderdelen van de Nijmeegse zorg- en ondersteuningsstructuur waaronder het Veiligheidshuis. 9
Risico
Het risico van € 40.000 na beëindiging van Hatert 2.0, manifesteert zich in het programma Zorg en Welzijn. We verwachten echter een continuering van de bijdrage aan de Regieteams van de woningbouwcorporaties vanaf 2016, na afloop van Hatert 2.0. Mocht dit desondanks toch niet rondkomen, dan biedt de MKBA ons de mogelijkheid om het gesprek aan te gaan met andere partijen zoals de zorgverzekeraars. De MKBA biedt inzicht in waar de baten vallen. In het uiterste geval moeten we onze ambities bijstellen of alternatieve dekking vinden binnen het programma Zorg en Welzijn.
Bijlage(n):
Jaarverslag Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens (2012-2013) MKBA Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens Nijmegen Begrotingswijziging 01297 Brief aan de Raad “Continuering Regieteams”
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 5 november 2013
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic MO10/13.0013624 Marjolein Paalman
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Continuering Regieteams
n.v.t.
(024) 3299809
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van: De Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens zijn in 2008 gestart met een pilot in de Wolfskuil en in 2009 uitgerold over zeven aandachtswijken in Nijmegen. Eind 2011 is op basis van een positieve evaluatie besloten tot een stadsbrede uitrol voor de jaren 2012 en 2013. Tot eind 2013 omdat afgewacht diende te worden wat de nieuw te starten pilots sociale wijkteams inhoudelijk zouden gaan betekenen voor de functie en inpassing vanDe desecretaris, Regieteams en de De voorzitter, effectiviteit bewezen moest worden middels een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA). Op grond van de recent uitgevoerde MKBA en de belangrijke aanvulling die de Regieteams bieden ten opzichte van de sociale wijkteams, heeft ons college besloten de Regieteams en de daarbij behorende ambtelijke formatie vanaf 2014 te continueren en te implementeren als uitvoeringsonderdeel van de Nijmeegse zorg en ondersteuningsstructuur, passend binnen het beleidskader “Kracht door Verbinding”. Met deze brief informeren wij uw raad over de bevindingen uit de MKBA en de gevolgen die ons college eraan verbindt. Werkwijze van de Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens In de Regieteams werken gemeente, corporaties, politie, NIM maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg nauw samen aan een plan van aanpak per multiprobleemhuishouden. Het hoofddoel van het Regieteam is het verminderen van overlast in de wijk en de zelfregie en het probleemoplossend vermogen van een multiprobleemhuishouden duurzaam te vergroten. Waar noodzakelijk organiseren we bemoeizorg met drang en dwang op basis van een dreigende uitzetting, dreigende uithuisplaatsing van de kinderen of dreigende korting op de uitkering. Daarnaast worden bij de concrete uitwerking van casussen diverse andere hulp- en zorginstanties ingezet. De Regieteams verwijzen, indien nodig, door naar het Veiligheidshuis of het Meldpunt Bijzondere Zorg en dragen casuïstiek over aan de Sociale Wijkteams wanneer dat mogelijk is. 1
MKBA Op basis van de beschikbare casusinformatie, een steekproef van 70 casussen en de inzichten uit de evaluatie uit 2011 is dit voorjaar een ex post MKBA uitgevoerd. Met een ex post MKBA
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.docx
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
ontstaat inzicht in de maatschappelijke kosten en baten van de aanpak in de afgelopen jaren en de verdeling daarvan over de verschillende partijen. De MKBA heeft daarmee een evaluatief karakter. Een gespecialiseerd economisch bureau genaamd LPBL, heeft de MKBA uitgevoerd. Zij voerden in 2011 ook de indicatieve MKBA uit voor de Regieteams, hebben vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken al voor meer dan 40 gemeenten MKBA’s op het gebied van “achter-devoordeur-problematiek” uitgevoerd en zullen dit najaar ook betrokken zijn bij de MKBA van de Nijmeegse sociale wijkteams. De MKBA is een harde berekening van de kosten en een voorzichtige inschatting van de baten op basis van de steekproef van 70 casussen. LPBL baseert zich bij de berekening van de baten daarnaast op wetenschappelijk onderzoek en doorrekeningen over wat het bijvoorbeeld oplevert als je een kind wél met een startkwalificatie op de arbeidsmarkt zet, een huisuitzetting of uithuisplaatsing voorkomt en welk aandeel je daarvan mag toerekenen aan de aanpak. Als minpunt bij de inschatting van de baten moet genoemd worden dat LPBL voor de baten die te maken hebben met justitie/politie gegevens helaas over onvoldoende cijfers beschikt en derhalve niet heeft meegerekend in de baten van de aanpak. Logischerwijs zouden we dus kunnen verwachten dat de baten nog iets hoger uitvallen, maar dit is om de inschatting zo zuiver mogelijk en voldoende onderbouwd te houden niet meegenomen. Resultaten maatschappelijke kosten baten analyse Uit de MKBA blijkt dat de Regieteams een positief maatschappelijk rendement hebben. Het maatschappelijke saldo van één jaar inzet is ongeveer 1 miljoen euro. De kostenbatenverhouding is 1,4. Dat wil zeggen dat iedere geïnvesteerde euro 1,40 euro oplevert. De baten zijn vooral gelegen in het voorkomen van escalaties zoals huisuitzettingen (in 10% van de gevallen worden door interventie van de Regieteams huisuitzettingen voorkomen) en uithuisplaatsingen van kinderen. Ook het bieden van een beter toekomstperspectief voor de betrokken kinderen leidt, op de langere termijn, tot aanzienlijke maatschappelijke baten. Tot slot is de aanpak zeer succesvol in het terugdringen van overlast; ongeveer 80% van de adressen waar dit speelt veroorzaakt geen overlast meer na afsluiting door het Regieteam. Het positieve totaalbeeld over de aanpak is vergelijkbaar met de bevindingen in andere steden die met een vergelijkbare aanpak werken. Tilburg en Amsterdam, vanuit het landelijk experiment “Achter de Voordeur” redelijk vergelijkbaar met de Nijmeegse Regieteams, laten een vergelijkbaar MKBA-resultaat zien. Bevestiging onderscheid tussen Sociale Wijkteams en Regieteams De MKBA levert de volgende aangrijpingspunten voor het optimaliseren van de aanpak: - Differentiëren in werkwijze. Enerzijds de ‘plus’-aanpak in regieteams voor de complexe multiprobleemhuishoudens, gericht op het voorkomen van verdere escalatie, het bieden van toekomstperspectief voor kinderen en het terugdringen van overlast. Anderzijds een frontlijnaanpak in generalistische sociale wijkteams voor de groep daaronder (kwetsbare huishoudens met meerdere problemen) waarbij professionals naast het huishouden gaan staan en hen actief helpen om meer zelf te doen en minder gebruik te maken van professionele trajecten. De belangrijkste baten zijn voorkomen van escalatie naar de meest complexe casuïstiek (en daarmee voorkomen inzet van dure interventies) en het terugdringen van de zorgconsumptie door substitutie van zorg- en hulpverleningstrajecten. Door gebruik te maken van het eigen (informele) netwerk. Het totale rendement van de aanpak kan hiermee worden verhoogd.
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.docx
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
- Terugdringen van recidive. Een belangrijke randvoorwaarde voor de verschillende batenposten is het percentage huishoudens dat opnieuw in de (multi)problemen terecht komt. Door het vergroten van mogelijkheden om ‘te differentiëren in werkwijze’ kan dit percentage worden teruggedrongen. Tien procent minder terugval komt overeen met een extra baat van circa 0,5 miljoen euro. De MKBA blijkt hiermee een onderbouwing voor de Nijmeegse keuze zoals gepresenteerd bij de aanbieding van de quickscan van de sociale wijkteams aan de raad (MO10/13.0012208); “regie op multiprobleemhuishoudens organiseren we separaat om de omvang en organisatie van de sociale wijkteams behapbaar te houden en daarmee risico’s te beperken”. Een duidelijk onderscheid tussen deze twee aanpakken zal de baten bij zowel de sociale wijkteams als de regieteams doen stijgen volgens de MKBA. Het laat zien dat een specifieke aanpak op het gebied van multiproblem, met een focus op drang en dwang en daarmee juist onderscheidend van principes als samenredzaamheid en zelfregie, grote meerwaarde heeft. Het vergroten van de mogelijkheden om ‘te differentiëren in werkwijze’, waar de sociale wijkteams wanneer ze zich straks in alle wijken bevinden voor een groot deel in voorzien, maakt de inrichting van de Nijmeegse zorg- en ondersteuningsstructuur effectiever. Continuering Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens Op basis van bovenstaande en het jaarverslag van de Regieteams waarin wordt aangetoond dat de aanbevelingen uit het evaluatierapport uit 2011 geïmplementeerd zijn, heeft ons college besloten de inzet van de Regieteams vanaf 2014 te continueren. Zowel het jaarverslag als de MKBA vindt u in de bijlage. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): MKBA Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens Nijmegen Jaarverslag Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.docx
MKBA Regieteams Overlast- en Multiprobleemhuishoudens Nijmegen
Opgesteld door: LPBL: Merei Lubbe en Stefan Koytek Op verzoek van: Gemeente Nijmegen April 2013
Inhoud 1. Inleiding ........................................................................................................... 2 1.1. Aanleiding en vraagstelling .................................................................. 2 1.2. Aanpak en leeswijzer........................................................................... 3 2. Interventie en effecten in beeld ........................................................................ 4 2.1. Beschrijving interventie........................................................................ 4 2.2. Beleidstheorie...................................................................................... 6 3. Effecten in euro’s............................................................................................. 8 3.1. Resultaten steekproef.......................................................................... 8 3.2. Maatschappelijke kosten en baten regieteams ...................................10 3.3. Sleutels voor optimalisatie ..................................................................15 3.4. Verdeling kosten en baten per actor ...................................................17 4. Conclusie .......................................................................................................18 Bijlage 1. Resultaten steekproef .........................................................................19 Bijlage 2. Cockpit MKBA.....................................................................................23
1
1. Inleiding 1.1. Aanleiding en vraagstelling 1
Sinds 2008 zijn in Nijmegen regieteams ter verbetering van de positie van multiprobleemhuishoudens actief. In 2010 heeft LPBL al een indicatieve MKBA gemaakt van deze teams, op basis van literatuuronderzoek en inschattingen van experts en betrokkenen. Inmiddels heeft de gemeente met een werksysteem voor het bijhouden van casussen scherper in beeld wat de in- en output is van de aanpak en wat de kosten zijn. Daarnaast is de aanpak in 2011 geëvalueerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente. De gemeente wil nu op basis van de beschikbare casusinformatie en op 2
basis van de inzichten uit de evaluatie een ex post MKBA laten uitvoeren . Op die manier ontstaat inzicht in de maatschappelijke kosten en baten van de aanpak in de afgelopen jaren en de verdeling daarvan over de verschillende partijen. De MKBA zal daarmee een evaluatief karakter hebben. Bovendien is er behoefte aan inzicht in verdeling van de geldstromen naar de deelnemende partners. Achterliggende vraag daarbij is: welke constructies zijn denkbaar om te zorgen dat wie baat heeft ook meebetaalt? Met andere woorden: is het mogelijk om de waarde die de regieteams tot stand brengen te verzilveren, en zo ja, hoe? Box: wat is een MKBA? Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) brengt op een systematische en samenhangende manier alle door een project veroorzaakte effecten in kaart en vergelijkt deze met de situatie waarin het project niet wordt uitgevoerd (het nulalternatief). De baten van het project worden net als de kosten uitgedrukt in euro’s. Dit geldt ook voor de zaken die geen direct prijskaartje hebben, zoals geluidsoverlast, een mooi uitzicht of je veilig voelen. Als de baten vervolgens groter zijn dan de kosten, dan zorgt het project voor een toename van de maatschappelijke welvaart. Een MKBA geeft de volgende inzichten: Welke positieve en negatieve effecten zijn er? Hoe verhouden de kosten zich tot de baten? Welke risico’s en onzekerheden zijn er? Wie profiteert en wie betaalt? Voor het opstellen van een MKBA wordt een standaard stappenplan gevolgd. Deze volgt de in Nederland gangbare OEI-methodiek, die vanaf 1998 is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en 3 het ministerie van Economische Zaken.
1
Vanaf oktober 2011 hebben de wijkteams een nieuwe naam namelijk “regieteam overlast- en muliprobleemhuishoudens”. Zie brief aan de Gemeenteraad kenmerk L120/11.0021231. We spreken in dit rapport gemakshalve van regieteams. 2 Een ex-post MKBA is een evaluatieve Maatschappelijke Kosten Baten Analyse gebaseerd op daadwerkelijke gerealiseerde resultaten. Dit is de tegenhanger van een ex-ante MKBA waarin vooraf een inschatting wordt gemaakt van de potentie van een aanpak. 3 De kern van de methodiek is aanvankelijk vastgelegd in de zogeheten OEI-leidraad: Eijgenraam, Koopmans, et. al., 2000: Evaluatie van infrastructuurprojecten; leidraad voor kosten-batenanalyse, Deel I: Hoofdrapport & Deel II: Capita Selecta. Gelijktijdig werd een aantal onderliggende deelstudies gepubliceerd. In latere jaren volgden meerdere aanvullingen op de leidraad. 2
1.2. Aanpak en leeswijzer 4
De MKBA is uitgevoerd in drie stappen . 1. Interventie en effecten in beeld. Dit betreft het voorbereidende werk voor het opstellen van het model. Bij de vorige (indicatieve) MKBA hebben we reeds op basis van een EffectenArena met betrokken stakeholders de werkwijze van de regieteams beschreven en afgezet tegen de oude manier van werken. Daarnaast zijn de verwachte effecten van de aanpak voor de betrokken huishoudens, de betrokken instanties, het netwerk, buurtbewoners en andere leden van de maatschappij beschreven (beleidstheorie). In deze stap hebben we ook de inzichten uit de evaluatie verwerkt en daarmee de interventie en de effecten waar nodig aangepast; 2. Steekproef. Er is een werksysteem voor het bijhouden van casussen op basis waarvan we de input, de doorloop en de output van de doelgroep inzichtelijk kunnen maken. Om tot een “harde” MKBA te komen hebben we een steekproefanalyse uitgevoerd. We hebben het verloop van 70 casussen systematisch gecategoriseerd (startsituatie, interventies, eindsituatie). Op basis van een analyse van deze casussen hebben we een inschatting gemaakt van de effectiviteit van de aanpak. Onderdeel van de analyse was een analyse van de doelgroepen op basis van de zwaarte van de problematiek. 3. Opstellen MKBA. De beleidstheorie en de steekproef vormen samen de basis voor de MKBA. Om het model te vullen zijn zoveel mogelijk gegevens verzameld over de aanpak (kosten, output in termen van gezinnen, hulptrajecten et cetera). De steekproef geeft inzicht in de effectiviteit en de efficiency van de aanpak: hoeveel invloed heeft de aanpak op zaken als voorkomen uithuisplaatsing van kinderen, voorkomen huisuitzetting, reductie schooluitval en (financiële) stabilisatie van de betrokken huishoudens? Ook hier is een splitsing naar doelgroepen onderdeel geweest van de analyse. Naast de maatschappelijke kosten en baten zijn ook de verdelingseffecten - wie profiteert en wie betaalt - inzichtelijk gemaakt. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van eerder door LPBL ontwikkelde modellen. Voorliggend rapport start met een korte beschrijving van de aanpak en de verwachte effecten daarvan in hoofdstuk 2. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de resultaten van de MKBA gepresenteerd en toegelicht. Hoofdstuk 4 vat de bevindingen en aanbevelingen samen.
4
Zie ‘Werken aan maatschappelijk rendement – een handreiking voor opdrachtgevers van MKBA’s in het sociale domein’, opgesteld door LPBL in opdracht van het ministerie van BZK, Den Haag, februari 2011. 3
2. Interventie en effecten in beeld Om de kosten en baten van de nieuwe aanpak te kunnen modelleren is het nodig om de nieuwe werkwijze af te zetten tegen de ‘oude’ werkwijze. Door de verschillen in aanpak scherp te stellen, komen immers de effecten daarvan in beeld. En die effecten - ofwel de beleidstheorie - zijn de basis voor het berekenen van de verwachte opbrengsten. Voor het beschrijven van de interventie (paragraaf 2.1) en het in beeld brengen van de effecten (paragraaf 2.2) hebben we gebruik gemaakt van de informatie in de indicatieve MKBA uit 2010. Daarnaast hebben aanvullende inzichten gehaald uit de 5 evaluatie van de regieteams in Nijmegen uit 2011 .
2.1. Beschrijving interventie Aanleiding In 2008 is in de wijk Wolfskuil een pilot uitgevoerd voor de aanpak van (multi)probleemhuishoudens door een multidisciplinair wijkteam. Aanleiding was een hardnekkige overlast veroorzaakt door deze huishoudens. Na een positieve evaluatie is de aanpak vanaf najaar 2009 verbreed over 7 gebieden in de stad met respectievelijk 7 regieteams: Wolfskuil, Waterkwartier, Midden (Willemskwartier, Landbouw- en Muntenbuurt en Kolping), Hatert, Dukenburg, Lindenholt en Neerbosch-Oost. Doel Doel van de regieteams is: “Het verminderen van overlast in de wijk én de zelfredzaamheid en het probleemoplossend vermogen van een multiprobleemhuishouden duurzaam te vergroten, door onder regie van de gemeente gecoördineerde sturing op dienstverlening en zorg te organiseren, voor zover 6 een strafrechtelijke aanpak niet leidend is” . Aanpak De aanpak van het regieteam bestaat uit het signaleren en inventariseren van problematieken en het kiezen en inzetten van instrumenten. Voor de multiprobleem- en overlastgevende huishoudens wordt een plan van aanpak opgesteld. De overige casussen worden toebedeeld aan instanties in het netwerk of opgeschaald naar het veiligheidshuis. Doelgroep Bij de inrichting van de regieteams is gekozen voor een gebiedsgerichte regievoering op de aanpak van complexe multiprobleemhuishoudens. Onderstaande figuur laat dat zien. Bovenin de piramide bevinden zich de geëscaleerde (vaak overlastgevende) multiprobleemhuishoudens. Dit is de doelgroep van de regieteams. Het middengedeelte van de piramide betreft de kwetsbare huishoudens, die vaak niet in staat zijn om hun (multi)problematiek zelf op te lossen. In de praktijk komen ook deze huishoudens vaak ter tafel bij de regieteams (zie ook hoofdstuk 3). Onderin zijn de huishoudens zonder problemen of met enkelvoudige problemen.
5 6
De wijkteams in Nijmegen. Evaluatie van de aanpak van multiproblematiek, afdeling O&S (juni 2011). Idem voetnoot 5. 4
Figuur 2.1 Positionering regieteams op piramide
De belangrijkste kenmerken van de aanpak in regieteams zijn: - Eén gemeentelijke procesregisseur:
-
o
is procesmatig spin in het web bij de MPH-aanpak;
o
heeft doorzettingsmacht door rechtstreekse communicatielijnen met sleutelpersonen binnen
deelnemende organisaties; o fungeert als opschalingsmogelijkheid als reguliere werkwijze niet voldoet. ‘Klein overleg’: het wijkteam bestaat uit vertegenwoordigers van vijf deelnemende partijen: de corporatie, politie (wijkagent), Bureau Jeugdzorg, het NIM Maatschappelijk Werk, en ten slotte de gemeente (procesregisseur). Daarmee is het team klein, multidisciplinair en functioneel. Daarnaast zijn er tal van instellingen die vanuit het regieteam of door een vanuit het regieteam inge-
-
stelde casusregisseur worden ingeschakeld om hulp te verlenen; Aanwezigheid in de wijk en meer outreachende manier van werken: de regieteamleden kennen de wijk en de mensen in de wijk goed. Daarmee worden (oude en nieuwe) signalen gemakkelijker en
-
sneller opgepakt. 1-gezin-1-plan-1-regisseur via een brede ‘gereedschapskist’ met de mogelijkheid van gezinscoaches: per gezin wordt de hulpverlening gebundeld in een gemeenschappelijke probleemanalyse en één gemeenschappelijk - door de procesregisseur gecoördineerd - plan van aanpak. Het plan van aanpak bevat doelstellingen in de vorm van concrete resultaten. Instrumenten die kunnen worden ingezet zijn de intensieve trajectregie door het MBZ, casusregisseurs bij de instellingen en minder integrale instrumenten als de extra inzet van klantmanagers Werk & Inkomen en specifieke inzet van de woningbouwcorporatie en van politie (wijkagent). Daarnaast beschikt de aanpak over een pool van gezinscoaches die kunnen worden ingezet voor zeer intensieve begeleiding
-
(caseload van 8 gezinnen per jaar); Systeembenadering: In het regieteamoverleg wordt een diagnose gemaakt van het systeem (ge-
-
zin) in plaats van individuen; Werksysteem van de doorloop: Het verloop van de casussen wordt systematisch bijgehouden in een werksysteem dat toegankelijk is voor de procesregisseurs en gebruikt wordt voor voortgangsbewaking. Het traject is afgelopen en het gezin wordt losgelaten door het regieteam zodra alle acties zijn belegd, en/of zodra de gestelde doelen uit het plan van aanpak zijn behaald door de gezinscoach en/of de casusregisseur van de betreffende uitvoerende instelling.
In de MKBA zetten wij deze nieuwe werkwijze af tegen de ‘oude’ manier van werken, in een verkokerde hulpverlening: 5
-
veel verschillende loketten, waar burgers zelf hun weg naar toe moeten vinden;
-
weinig tot geen samenwerking tussen de verschillende instanties, waardoor soms tegenstrijdige hulptrajecten werden ingezet;
-
de klant, die de weg heeft gevonden, krijgt een specifiek productaanbod, indien hij of zij aan de juiste voorwaarden voldoet;
-
er wordt per instelling een plan opgesteld, een traject uitgevoerd en na verloop van tijd afgerond.
In onderstaande figuur zijn de oude en de nieuwe werkwijze modelmatig tegen elkaar afgezet. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het verschil hier scherper is neergezet dan het in werkelijkheid is. Er wordt immers in toenemende mate door hulpverleners gewerkt met casusregie en integrale probleemanalyses. Figuur 2.2: modelmatige weergave van oude (nul-) en nieuwe werkwijze (projectalternatief)
2.2. Beleidstheorie De beleidstheorie beschrijft de veronderstellingen over de effecten van de aanpak ten opzichte van de situatie waarin de aanpak er niet zou zijn. In onderstaande figuur zijn de belangrijkste relaties uit de beleidstheorie schematisch weergegeven.
6
Figuur 3.3: De effecten in beeld
Van de aanpak worden op hoofdlijnen vier directe effecten verwacht: A. Meer trajecten. Veel van de huishoudens zijn zorgmijdend in de zin dat hulp niet of bijna niet binnen komt. Dit betekent dat door de werkwijze van de regieteams in eerste instantie ook meer trajecten ingezet (kunnen) worden. Gezinnen die bijvoorbeeld niet (meer) in aanmerking komen, kunnen door de aanpak toch een schuldhulpverleningstraject krijgen. Door de nauwe samenwerking met werk & inkomen is hierin meer maatwerk mogelijk. Escalaties worden op deze manier mogelijk voorkomen. Meer gezinnen worden of zijn dus (financieel) stabiel, maar hiertegenover staat wel een stijging van de interventiekosten. Naast de zware gevallen worden ook lichtere gevallen aangemeld. Een gevolg hiervan is dat ook deze gevallen nadat een plan is opgesteld, zorg in de vorm van een traject krijgen en dus tot een stijging van de kosten leiden. B. Efficiëntere dienst- en hulpverlening. In potentie is er sprake van een efficiëntere dienst- en hulpverlening: minder afstemming en coördinatie, omdat dit in de regieteams gebeurt en minder dubbelingen in één huishouden. C. Voorkomen escalatie en toename effectiviteit. Door kortere lijnen en betere samenwerking zijn de interventies in één huishouden beter op elkaar afgestemd. De hulp wordt gecoördineerd ingezet. Dat leidt tot effectievere hulpverlening en voorkomen escalaties zoals huisuitzettingen en uithuisplaatsingen van kinderen. De toegenomen effectiviteit van de hulpverlening leidt tot meer tijd, rust en structuur in het gezin. Dit zorgt voor (financiële) stabilisatie en een beter opvoedklimaat waardoor kinderen meer en vaker naar school gaan (minder schoolverzuim en uitval). Daarnaast neemt overlast gevend en crimineel gedrag van kinderen af waardoor ook de leefbaarheid in de wijk verbetert. Daar staat tegenover dat doordat sneller een compleet beeld ontstaat van de gezinssituatie kinderen ook eerder uit huis kunnen worden geplaatst als dat noodzakelijk is voor hun veiligheid, of huisuitzettingen eerder kunnen worden doorgezet als dat noodzakelijk is voor de leefbaarheid in de buurt. D. Minder terugval. Tot slot is de verwachting bij de betrokkenen dat er op termijn ook minder terugval is.
7
3. Effecten in euro’s In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten van de MKBA. We vergelijken de (extra) kosten voor de regieteams met de totale maatschappelijke baten. Deze worden net als de kosten uitgedrukt in euro’s. Dit geldt ook voor de zaken die niet direct een prijskaartje hebben, zoals kwaliteit van leven of je veilig voelen. In het algemeen geldt dat de (maatschappelijke) baten te bepalen zijn door “hoeveelheid x prijs”, bijvoorbeeld “2 mensen uitgestroomd uit de uitkering” x “prijs van een uitkering”. Het MKBAmodel is dan ook gebaseerd op twee soorten input: - gegevens over de effectiviteit van de inzet (hoeveelheid); -
informatie over de waarde (prijs).
Omdat de regieteams al sinds 2009 operationeel zijn, hebben we de resultaten ervan in beeld gebracht middels een steekproef van 71 huishoudens (zie bijlage 1 voor een verantwoording van de steekproef) en hebben we deze steekproef gebruikt om de effectiviteit te bepalen. Ook voor de kosten is uit het project informatie beschikbaar. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, (kosten)kengetallen en ervaringen elders. Dit hoofdstuk start met een korte samenvatting van de uitkomsten van de steekproef (3.1). Daarna volgt een presentatie van de kosten en de baten (3.2) en een toelichting daarop. Daarna volgen de sleutels voor optimalisatie (3.3) en de verdeling van de kosten en baten naar de verschillende partijen (3.4).
3.1. Resultaten steekproef Sinds de volledige uitrol is de capaciteit van de regieteams ongeveer 250 casussen per jaar. Voor de steekproef zijn 71 afgesloten dossiers getrokken uit 2011 en 2012. De steekproef is uitgevoerd door de gemeente Nijmegen en geanalyseerd door LPBL. Uit de steekproef wordt duidelijk wat de kenmerken zijn van de huishoudens in de caseload van de regieteams, met welke problemen zij te maken hebben en welke interventies de regieteams inzetten. Ook is bekend hoe de situatie van het huishouden was bij afsluiting. Op basis hiervan zijn ook uitspraken te doen over de effectiviteit van de aanpak. 7
Onderstaand volgt een korte samenvatting van de belangrijkste conclusies uit de steekproefanalyse . Typering huishoudens Ongeveer 2/3 van de huishoudens in de steekproef zijn gezinnen met kinderen, waarvan grotendeels (60%) eenouder-gezinnen. De rest betreft voornamelijk alleenstaanden. Uit de steekproef blijkt een tweedeling in de doelgroep van de aanpak: een zware groep en een lichte(re) groep. -
De zware groep (de top van de piramide) heeft op 3 of meer leefgebieden problemen. Dit betreft ongeveer 55% van de huishoudens in de steekproef. Daarvan is 15% nieuw gevonden, huishoudens die meestal al wel bekend zijn maar waar nu geen hulpverlening actief is (meestal zorgmijders).
-
De rest van de huishoudens (45%) zijn huishoudens met problemen op 2 of minder leefgebieden (de lichtere doelgroep). Hiervan heeft bijna 40% op het moment van aanmelding geen actieve
7
Zie bijlage 1 voor een uitgebreide toelichting op de resultaten. 8
hulpverlening. De huishoudens in deze groep worden veelal aangemeld door de corporatie of door de wijkagent omdat er signalen zijn over mogelijke problemen. De meest voorkomende problemen zijn zorgen om de veiligheid van de kinderen (46%), schulden (45%), overlast (42%) en huiselijk geweld (42%). Interventies regieteams De volgende tabel geeft inzicht in het type en aantal interventies dat de regieteams plegen, uitgesplitst naar de totale steekproef, de zware doelgroep en de lichte(re) doelgroep. Tabel 3.1a Zorg- en hulptrajecten ingezet door regieteam, gemiddeld per huishouden in de steekproef Gemiddeld per HH
Gemiddeld per HH Licht
Gemiddeld per HH Zwaar
Schuldhulp
0,15
0,16
0,15
Re-integratie/participatie
0,06
0,03
0,08
AWBZ-begeleiding
0,19
0,11
0,26
WMO
0,03
0,00
0,05
AMW (NIM)
0,17
0,25
0,10
Gezinscoach (NIM)
0,10
0,00
0,18
Jeugd- en opvoedhulp
0,15
0,06
0,23
GGZ
0,13
0,00
0,23
Wonen
0,24
0,22
0,26
Anders
0,37
0,38
0,36
Totaal
1,59
1,20
1,90
Gemiddeld worden in de totale doelgroep 1,6 hulptrajecten per huishouden ingezet. Het meest voorkomend zijn schuldhulpverlening, vormen van (woon-)begeleiding, jeugd- en opvoedhulp, inzet van de corporatie en GGZ-trajecten (zowel ambulant als intramuraal). In de zware doelgroep wordt meer hulp ingezet, maar ook in de lichtere doelgroep is de gemiddelde inzet bijna 1,2 traject per huishouden. Tabel 3.1b Escalaties en voorkomen escalaties
8
Gemiddeld
Lichte(re) groep
Zware groep
10%
4%
14%
Voorkomen uithuisplaatsing (t.o.v. alle kk)
6%
0%
10%
Huisuitzetting i.v.m. overlast (t.o.v. alle HH)
5%
0%
9%
Uithuisplaatsing i.v.m. veiligheid (t.o.v. alle kinderen)
4%
0%
8%
9
Voorkomen huisuitzetting (t.o.v. alle HH)
Een belangrijke interventie is het voorkomen van dreigende escalaties (huisuitzettingen of uithuisplaatsingen) of omgekeerd: het actief escaleren in verband met zware overlast voor de buurt of onvei8
Het betreft de netto-interventies, dus alleen die escalaties en voorkomen escalaties die zonder interventie van de regieteams niet of veel later hadden plaatsgevonden. 9 Het totaal aantal voorkomen huisuitzettingen in steekproef bedroeg 24% van alle huishoudens. Dit effect is niet volledig toe te rekenen aan de inzet van de regieteams, maar ook aan de inzet van bijvoorbeeld corporaties. Op basis van onderzoek in andere steden (Sociaal Casemanagement in Den Haag, Sociale Wijkteams in Dordrecht, MPG in Amsterdam en gezinsmanagers in Tilburg) is gerekend met 40% attributie aan de regieteams (20% in de lichtere groep en 55% in de zware groep). 9
lige situatie voor kinderen. Het voorkomen van huisuitzettingen en uithuisplaatsingen komt vaker voor in de zware doelgroep, het actief escaleren komt alleen voor in deze groep. Effectiviteit Uit de steekproef blijkt dat in ruim 60% van de casussen de situatie (in meer of mindere mate) is gestabiliseerd bij afsluiting. Iets minder dan 40% wordt afgesloten zonder resultaat, keert na verloop van tijd terug of escaleert in een later stadium alsnog. Zeer succesvol is de aanpak bij het terugdringen van overlast: ongeveer 80% van de adressen waar dit speelt veroorzaakt geen overlast meer na afsluiting door het regieteam.
3.2. Maatschappelijke kosten en baten regieteams In een MKBA worden alle kosten en baten weergegeven als netto contante waarde. Toekomstige geldstromen worden, via de discontovoet, vertaald in euro’s van vandaag. Gedachte erachter is dat mensen een voorkeur hebben voor een euro vandaag boven een euro volgend jaar. Een euro kan immers vandaag op de bank worden gezet en is dan volgend jaar uitgegroeid tot een euro plus rente. In voorliggende MKBA zijn aldus alle kosten en baten van 1 jaar regieteamaanpak uitgezet in de tijd (voor zover het langetermijneffecten en respectievelijk bijbehorende kosten en baten betreft) en ver10 volgens vertaald naar euro’s van vandaag en opgeteld .
3.1.1. Maatschappelijke kosten en baten Uit de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse blijkt dat de regieteams een positief maatschappelijk rendement hebben. Het maatschappelijke saldo van één jaar inzet is ongeveer 1 miljoen euro. De kosten-batenverhouding is 1,4. Dat wil zeggen dat iedere geïnvesteerde euro 1,40 euro oplevert. Wanneer de immateriële effecten (lichtgroen) - vermindering overlast en onveiligheid en een toename van de kwaliteit van leven van de huishoudens niet in het saldo worden meegenomen, is het (financiële) saldo ongeveer break-even. Hieronder volgt een toelichting per post.
10
Conform de landelijke richtlijnen hanteren we hierbij een reële discontovoet van 2,5% plus een risico-opslag van 3%. 10
Tabel 3.2. MKBA Regieteams (NCW x €1.000)
11
Resultaten MKBA Regieteams
(NCW X 1.000) Totale kosten
€
2.550
1
Kosten nieuwe aanpak
€
850
2
Kosten agv meer gevonden HH
€
1.700
€
3.600
Meer zorg- en hulptrajecten bestaande HH Meer zorg- en hulptrajecten nieuwe HH Escalatiekosten
€ € €
900 300 500
Totale baten 1
Besparing organisatiekosten & trajecten
€
400
2
Toename effectiviteit trajecten
€
1.000
€
1.100
€
1.100
€
1.050
Voorkomen schooluitval, werkloosheid, ziekteverzuim: Korte termijn Lange termijn
3
€ €
Voorkomen (escalatie)kosten Kosten huisuitzettingen Kosten MO Kosten uithuisplaatsingen van kinderen Incassokosten
4
100 900
€ € € €
75 400 600 25
Immateriële baten Toename kwaliteit van leven Reductie overlast en onveiligheid*
€ €
100 1.000
MKBA saldo Financieel K-B-verhouding Maatschappelijk K-B-verhouding
1,0 1,4
*Voorkomen kosten politie/justitie PM.
Zoals gebruikelijk gaan de kosten voor de baat uit. Onderstaande figuur geeft het verloop van het saldo van kosten en baten in de tijd weer, van één jaar inzet van de regieteams. Deze kosten en baten worden teruggerekend naar waarden van nu (netto contant maken). Figuur 3.3. Verloop van het saldo van kosten en baten in de tijd Duizenden
€ 4.000
Netto contante waarde
€ 3.000 € 2.000 € 1.000
kosten baten
€NCW
2012
2013
2014
€ 1.000€ 2.000€ 3.000-
11
Afgeronde bedragen, dus afrondingsverschillen zijn mogelijk. 11
2015
2016
2017 e.v.
Kosten De kosten vallen uiteen in projectkosten en interventiekosten. 1. De projectkosten zijn opgebouwd uit personeelskosten van de gemeentelijke projectleider en de 4 procesregisseurs. Daarnaast worden er kosten gemaakt voor de inzet van maatschappelijk werk (gezinscoaches en casemanagers). Deze kosten zijn grotendeels ‘nieuw voor oud’. Dat wil zeggen dat er financiering voor regulier maatschappelijk werk door het NIM is komen te vervallen en vervangen door financiering voor het werk van de gezinscoaches, zie ook onder punt 3. De capaciteit van de regieteams is ongeveer 250 casussen per jaar. De kosten worden gedragen door de gemeente en de deelnemende woningcorporaties. Tabel 3.3. Projectkosten regieteams Totale kosten
Projectkosten Inzet NIM
€ €
320.000 510.000
€
830.000
2. De interventie- ofwel projectkosten nemen toe als gevolg van meer aangeboden hulp- en zorgtrajecten. Ten eerste is er een groep bestaande huishoudens waar de hulp tot nu toe onvoldoende of niet effectief was. Deze huishoudens hebben onder regie van een regieteam een plan van aanpak gekregen en bijbehorende begeleiding. Uit de steekproef blijkt dat dit heeft geleid tot gemiddeld 1,6 extra hulptrajecten per huishouden (dit zijn gemiddeld bijna 300 trajecten per jaar). Daarnaast worden er extra kosten gemaakt voor nieuw gevonden huishoudens: door de outreachende inzet van de regieteams worden interventies ingezet in huishoudens waar nu geen actieve interventies zijn. Uit de steekproef blijkt dat circa 25% van de huishoudens nieuw gevonden is (op een totaal van 250 huishoudens zijn dit er ca. 65) en dat in deze huishoudens gemiddeld 1,7 hulptrajecten worden ingezet (jaarlijks circa 100 trajecten). In totaal leidt de extra hulp tot een kostenpost van € 1,2 miljoen per jaar. Daarnaast leidt het ingrijpen van de regieteams in onveilige situaties voor kinderen (ongeveer 5% van alle kinderen in de aanpak, circa 22 kinderen) of in zware overlastsituaties (4% van alle huis12
houdens in de aanpak) ook tot extra escalatiekosten voor uithuisplaatsingen of huisuitzettingen . Deze escalatiekosten bedragen ongeveer € 0,5 miljoen.
Baten De baten zijn te verdelen naar financiële en immateriële effecten. Maatschappelijke (financiële) effecten 3. Een groot deel van de inzet van het NIM vanuit de regieteams is volgens het principe ‘nieuw voor oud’. Dat wil zeggen dat er is bezuinigd op regulier maatschappelijk werk ten faveure van de inzet van gezinscoaches. De bezuiniging komt overeen met naar schatting 75% van de kosten van
12
De genoemde percentages betreft het bruto aantal ingrepen in de steekproef, in de MKBA is gerekend met een attributie van 50% aan het regieteam. 12
13
NIM-inzet, ofwel € 400.000 NCW . De overige voorkomen organisatie- en trajectkosten zijn marginaal in de huidige vorm van de regieteams. De aanpak leidt namelijk niet tot minder inzet van hulp en ondersteuning. Daarnaast is er ook geen sprake van substitutie in de zin dat bestaande trajecten worden vervangen door goedkopere (netwerk)inzet. Er is een kleine batenpost (ca. € 6000) omdat er bespaard wordt op de coördinatiekosten bij de hulpverlenende instanties. 4. Door een stabielere thuissituatie hebben kinderen in de betrokken gezinnen een beter toekomstperspectief. Verbeterde schoolprestaties, te weten het wel in plaats van niet behalen van een 14
startkwalificatie, zijn te zien als een indicator voor dit verbeterde perspectief . Uit het dossieronderzoek blijkt dat de situatie in gezinnen, waar bij aanvang zorgen waren om de kinderen, in ruim 80% van de gevallen stabieler wordt als gevolg van de aanpak - in sommige gevallen door uithuisplaatsing van het kind. In de MKBA vertaalt dit zich in 14 kinderen die uiteindelijk mét in plaats 15 van zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt betreden . Een kind, dat een startkwalificatie haalt, levert in euro’s een baat van ± € 75.000. Het grootste deel (bijna € 60.000) zijn baten op lange termijn wanneer dit kind de arbeidsmarkt betreedt. De overige baten zijn voorkomen maatschappelijke kosten van bijvoorbeeld alternatieve scholingstrajecten of uitkeringen. De totale baat als gevolg van betere schoolprestaties komt hiermee op ongeveer € 1 miljoen. 5. De aangeboden re-integratietrajecten en de extra aandacht voor het gezin hebben in theorie ook effect op de (arbeids)participatie. We hebben echter onvoldoende bewijs om aan te nemen dat door de aanpak ook daadwerkelijk extra mensen aan het werk zijn gegaan. We hebben dit effect 16
dan ook op nul gesteld . Wel zien we een effect in de toename van de productiviteit van personen mét een baan. Meer stabilisatie in een huishouden zorgt voor minder stress en dus minder ziekteverzuim. De baten hiervan zijn niet groot en bedragen ongeveer 20.000 euro. 6. De grootste batenpost van de aanpak zit in voorkomen escalaties (totaal ca. € 1,1 miljoen): · In ongeveer 10 procent van de huishoudens is door de aanpak van de regieteams een dreigende uitzetting voorkomen (totale baat: € 75.000). Dit komt neer op ongeveer 25 voorkomen huisuitzettingen. We rekenen met een recidive van 40% dus uiteindelijk levert dit netto 14 voorkomen huisuitzettingen op. De kosten die gepaard gaan met een uitzetting vallen uiteen in directe kosten (politie, vonnis, deurwaarder, verhuizers, opslag, schoonmaak, en woonklaar maken), kosten herhuisvesting en kosten afsluiten gas, water en elektra. Bij elkaar opgeteld is ·
dit ongeveer € 5.000 per huisuitzetting. Daarnaast wordt voor een deel van de huishoudens de kosten voor noodopvang voorkomen. Het percentage mensen dat na een huisuitzetting een beroep doet op de Maatschappelijke 17 Opvang is ongeveer 25% . Van de 14 huishoudens was dit dus gemiddeld genomen 4 keer het geval. De gemiddelde verblijfsduur is 2,5 jaar en de gemiddelde kosten zijn € 45.000 per
13
Ook zonder regieteams zou NIM inzet hebben gepleegd in (veel) van deze gezinnen, maar dan minder effectief. Met hetzelfde budget wordt dus nu anders gewerkt. Omdat de nieuw-voor-oud financiering mogelijk toch ook ten koste gaat van ‘gewoon’ maatschappelijk werk t.b.v. andere huishoudens (niet in de aanpak) rekenen we niet met 100% nieuw voor oud maar met 75%. 14 Zie onder meer R. Vogels en R. Bronnema-Helmer; Autochtone achterstandsleerlingen, een vergeten groep; SCP Den Haag; 2003; pagina 35 e.v. over het verband tussen gezinskenmerken en schoolprestaties. 15 De 14 kinderen in de MKBA zijn opgebouwd uit a. 6 kinderen die i.v.m. hun veiligheid uit huisgeplaatst zijn door interventie van het regieteam b. 8 kinderen uit huishoudens waar in eerste instantie zorgen waren om de veiligheid van kinderen en waar de situatie na interventie van het regieteam stabiel is (aanname: 5% van de betrokken thuiswonende kinderen onder de 16). 16 Een klein effect is meegenomen voor de ingezette re-integratietrajecten. Uit onderzoek blijkt dat deze in ongeveer 2% van de gevallen leiden tot een uitstroom die anders niet had plaatsgevonden. De netto-contante waarde van dit effect bedraagt ongeveer € 25.000. 17 Bron: Trimbos Instituut, monitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang – rapportage 2009, Utrecht 2010. 13
jaar. Daarmee komen de baten van de voorkomen MO-kosten op ca. € 400.000 netto contan·
te waarde. Jaarlijks wordt bij ongeveer 25 kinderen door de aanpak van de regieteams een uithuisplaat18
sing voorkomen . De gemiddelde kosten per residentiële opvangplaats en per pleeggezin19 plaats zijn € 63.000 en respectievelijk € 7.000 en de gemiddelde verblijfsduur is 13 en res20
pectievelijk 25 maanden . Uit cijfers van Jeugdzorg Nederland blijkt dat de uithuisplaatsingen ongeveer gelijkelijk zijn verdeeld over residentiële zorg en pleegzorg. Daarmee komen we op een voorkomen kostenpost van ca. € 600.000 netto contante waarde. ·
Als gevolg van vroegsignalering door de aanpak wordt tot slot nog een baat gehaald van ca. €15.000 aan voorkomen incassokosten.
Maatschappelijke (immateriële) effecten: 7. Een expliciet doel van de aanpak is een vermindering van de overlast voor de omgeving. Uit de steekproef blijkt dat ruim 40% van de huishoudens in de aanpak overlast veroorzaakt. Na de interventie van de regieteams is dit met ongeveer 80% gereduceerd. In de berekening van de MKBA gaat het jaarlijks om ongeveer 50 gezinnen die geen overlast meer veroorzaken. Deze ‘baat’ levert niemand direct geld op. Toch is het mogelijk om deze waarde in euro’s uit te drukken. 21 Huizenprijzen zijn hiervoor als indicator een veel gebruikte manier . Mensen zijn immers bereid meer te betalen voor wonen in een veilige buurt zonder veel overlast dan in een onveilige. Met deze vertaalslag komen we op een maatschappelijke baat van circa € 1 miljoen. 8. De kwaliteit van leven neemt toe, door een stijging van het aantal huishoudens dat financieel stabiel is en door minder relationele en dagbestedingsproblemen (ongeveer 4 volwassenen en 3 kinderen per jaar). Om deze baat in euro’s uit te drukken wordt gerekend met zogenaamde gewon22
nen levensjaren . De afname van financiële stress staat gelijk aan ongeveer 5 gezonde levensja23 ren. De minimumprijs voor een gezond levensjaar is € 20.000 . Dit levert de maatschappij ongeveer € 100.000 aan baten op.
18
7% van alle kinderen in de aanpak. Voor het berekenen van de baat wordt dit nog verminderd met een recidive van 40%. Zie ook onder 3.3. 19 Bron: normbedrag Deloitte 20 Bron: brancherapport jeugdzorg 2009 21 Zie voor een toelichting op de methode www.Atlasvoorgemeenten.nl: Op weg naar Early Warning, 2007 22 Zie ook www.RIVM.nl: ziektelastmodellen 23 In veel MKBA’s wordt ook gerekend met € 100.000. De baten van kwaliteit van leven zijn in dat geval 5 keer zo groot. 14
3.3. Sleutels voor optimalisatie De MKBA - gebaseerd op één jaar - laat een maatschappelijk positief resultaat zien. Om in de toekomst te kunnen sturen op optimalisatie van de aanpak geven we hieronder de belangrijkste sleutels of randvoorwaarden voor succes. Voorkomen escalaties De regieteams komen vaak in beeld als er sprake is van crisis. De aanpak wordt ingezet op moment dat de reguliere werkwijze tekort schiet. De voornaamste maatschappelijke baat zit dan ook in de voorkomen huisuitzettingen en de voorkomen uithuisplaatsingen van kinderen. Wanneer de aanpak 25 procent méér kan voorkomen dan nu zijn de financiële baten bijna gelijk aan de kosten. Het saldo verbetert met € 0,3 miljoen euro. Het gaat in dat geval om jaarlijks 31 kinderen (6 meer), waarvoor een uithuisplaatsing wordt voorkomen en 30 voorkomen huisuitzettingen (6 meer). Overigens is het sneller uithuisplaatsen van kinderen als de veiligheid van het kind in
Meer voorkomen escalaties
gevaar is ook een belangrijke baat van de aanpak. Daling nieuw gevonden huishoudens De aanpak is sinds 2012 stadsdekkend. Dit betekent dat er nog relatief veel nieuw gevonden huishoudens in behandeling zijn genomen. Naar verwachting zal dit aantal dalen na deze initiële fase omdat doelgroep in behandeling (of bekend) steeds completer wordt. Dat zou betekenen dat ook het aantal extra ingezette trajecten in de bekende doelgroep kan dalen (er is immers al sprake van belegde hulp). Het aantal nieuw gevonden cases is nu 63 (25%). Als dit met 15 procentpunten afneemt (naar 25 cases van de 250) én tegelijkertijd het aantal extra ingezette trajecten in de bekende groep afneemt met 20%, betekent dit een verbetering van het maatschappelijk saldo met €180.000 bij een gelijkblijvende caseload van 250. Focus op doelgroepen Uit de steekproefanalyse blijkt dat de huishoudens in de aanpak uiteen vallen in twee typen doelgroepen: de top van de piramide (de rode groep) en ‘kwetsbare’ huishoudens (de oranje groep). Deze twee doelgroepen worden in de regieteams op dezelfde manier benaderd. Op steeds meer plaatsen in het land zien we juist dat deze verschillende doelgroepen vragen om een verschillende aanpak: - Voor de top van de piramide een ‘plusaanpak’ met escalatiemodel onder gemeentelijke regie en intensieve gezinscoaching voor de betrokken huishoudens (bijvoorbeeld de MPG-aanpak in Amsterdam en de procesregie en gezinsmanagers in Tilburg). Dit is vergelijkbaar met de opzet van de regieteams van Nijmegen, met uitzondering van de organisatie op wijkniveau. Uit tot nu toe uitgevoerde MKBA’s blijkt dat dit soort aanpakken maatschappelijk gezien positief zijn, maar financieel op zijn best break-even. Hoewel de zorgkosten in de top van de piramide hoog zijn - tot € 100.000 per jaar voor complexe gezinnen - is het lastig om deze kosten blijvend te verlagen. De belangrijkste baten zijn het voorkomen van verdere escalatie (huisuitzetting, uithuisplaatsing), vermindering van overlast en onveiligheid voor de buurt, stabilisatie voor de ouders en een betere -
startpositie voor de betrokken kinderen. Voor de groep kwetsbare huishoudens daaronder een frontlijnaanpak in generalistische wijkteams, waarbij professionals naast het huishouden gaan staan en hen actief helpen om meer zelf 15
te doen en minder gebruik te maken van professionele trajecten (zoals bijvoorbeeld in Leeuwarden). De belangrijkste baten zijn voorkomen escalatie naar de top van de piramide (en daarmee voorkomen inzet van dure interventies) en het terugdringen van de zorgconsumptie door substitutie van zorg- en hulpverleningstrajecten. In Nijmegen is men bezig met de oprichting van sociale wijkteams die zich onder meer op deze doelgroep zullen richten. Onderstaande figuur laat schematisch zien dat de interventiekosten op twee manieren verlaagd kunnen worden: 1. Het terugdringen van de gemiddelde kosten per type huishouden als gevolg van integraal werken, substitutie en stroomlijnen van het aanbod; 2. Het voorkomen van escalatie en dus de inzet van dure interventies. Figuur 3.4. Twee manieren om kosten te verlagen
Toegepast voor de gemeente Nijmegen zou dit betekenen dat de regieaanpak zich focust op de zware doelgroep (de top van de piramide). Deze aanpak zou, op basis van de uitkomsten van de steekproef, dan een maatschappelijke winst hebben van ongeveer 40%. Voor de lichte(re) doelgroep zou een aanpak in generalistische wijkteams (zoals de sociale wijkteams) kunnen leiden tot minder inzet van nieuwe zorgtrajecten, het deels invullen van de zorg door substitutie (eigen kracht en Zware groep
inzet van het sociale netwerk) en het voorkomen van escalatie. LPBL heeft in meerdere gemeenten MKBA’s opgesteld voor soortgelijke aanpakken. Uit deze analyses blijkt dat de 24
maatschappelijke winst in potentie tussen de 25 en 50% bedraagt . Het bovenstaande vraagt om een selectie van de huishoudens die in aanmerking komen voor de aanpak in het regieteam. De opgave is om de topgroep zo klein mogelijk te houden, snel af te schalen en de huishoudens vervolgens niet los te laten, maar door presentie een vinger aan de pols te houden.
24
Zie o.a. MKBA Frontlijnteam Heechterp Schieringen, MKBA Samen DOEN Amsterdam, MKBA Sociale wijkteams Dordrecht, MKBA WIJeindhoven, MKBA Wijkteams Roosendaal 16
Terugdringen recidive Een belangrijke randvoorwaarde voor de verschillende batenposten is het percentage huishoudens dat opnieuw in de (multi)problemen terecht komt. Uit de steekproef blijkt dat dit nu ongeveer 40% is. Op basis van ervaringen elders is het vermoeden dat meer mogelijkheden tot ‘afschalen’ van casussen, bijvoorbeeld naar integrale wijkteams, dit percentage zouden kunnen terugdringen. De huishoudens kunnen dan na afloop van de crisisinterventie ‘warm’ overgedragen worden aan deze teams. Wanneer hierdoor 10 procent minder terug valt, d.w.z. opnieuw terecht komt in de MPH-aanpak, betekent dit een extra baat van circa 0,5 miljoen euro.
Terugdringen recidive
3.4. Verdeling kosten en baten per actor Niet alleen het totale saldo is belangrijk, maar ook de verdeling van de kosten en baten over de verschillende betrokken partijen. Onderstaand figuur geeft deze verdeling. Figuur 3.4: Verdelingseffecten
In de figuur is zichtbaar dat er - naast de projectkosten voor de regieteams - vooral kosten worden gemaakt in de inzet van jeugdzorg, AWBZ-begeleiding, GGZ (zorgverzekeringwet, ZVW) en schuldhulpverlening (Werk en inkomen, W&I). De baten van de aanpak vallen in de eerste plaats bij de huishoudens zelf en de buurt. Beide betreft grotendeels immateriële baten. De jeugdzorg heeft niet alleen hoge kosten maar ook veel baten, door de voorkomen uithuisplaatsingen. De woningcorporatie profiteert van de toegenomen leefbaarheid, dit vertaalt zich immers in een betere verhuurbaarheid en een waardestijging van het bezit. Ook de gemeentelijke inzet op het gebied van zorg en heeft een positief (financieel) saldo. Dit komt door de lagere kosten voor Maatschappelijke Opvang, maar ook door de Nieuw voor Oud financiering van de inzet van NIM. Het Rijk profiteert tot slot eveneens van het lagere beroep op Maatschappelijke opvang en - op de lange termijn - van de betere kansen van kinderen op de arbeidsmarkt.
17
4. Conclusie Uit de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse blijkt dat de regieteams een positief maatschappelijk rendement hebben. Het maatschappelijke saldo van één jaar inzet is ongeveer 1 miljoen euro. De kostenbatenverhouding is 1,4. Dat wil zeggen dat iedere geïnvesteerde euro 1,40 euro oplevert. Wanneer de immateriële effecten (lichtgroen) - vermindering overlast en onveiligheid en een toename van de kwaliteit van leven van de huishoudens - niet in het saldo worden meegenomen, is het (financiële) saldo ongeveer break-even. De baten zijn vooral gelegen in het voorkomen van escalaties zoals huisuitzettingen en uithuisplaatsingen van kinderen. Ook het bieden van een beter toekomstperspectief voor de betrokken kinderen leidt, op de langere termijn, tot aanzienlijke maatschappelijke baten. Tot slot is de aanpak zeer succesvol in het terugdringen van overlast. De MKBA levert de volgende aangrijpingspunten voor het optimaliseren van de aanpak: - Differentiëren in doelgroepen. Enerzijds de ‘plus’-aanpak in regieteams voor de complexe multiprobleem-huishoudens, gericht op het voorkomen van verdere escalatie, het bieden van toekomstperspectief voor kinderen en het terugdringen van overlast. Anderzijds een frontlijnaanpak in generalistische wijkteams voor de groep daaronder (kwetsbare huishoudens met meerdere problemen) waarbij professionals naast het huishouden gaan staan en hen actief helpen om meer zelf te doen en minder gebruik te maken van professionele trajecten. De belangrijkste baten zijn voorkomen escalatie naar de top van de piramide (en daarmee voorkomen inzet van dure interventies) en het terugdringen van de zorgconsumptie door substitutie van zorg- en hulpverle-
ningstrajecten. Het totale rendement van de aanpak kan hiermee worden verhoogd. Terugdringen van recidive. Een belangrijke randvoorwaarde voor de verschillende batenposten is het percentage huishoudens dat opnieuw in de (multi)problemen terecht komt. Door het vergroten van mogelijkheden om ‘af te schalen’ kan dit percentage worden teruggedrongen. Tien procent minder terugval komt overeen met een extra baat van circa 0,5 miljoen euro.
Het bovenstaande vraagt om een selectie van de huishoudens die in aanmerking komen voor de aanpak in het regieteam. De opgave is om de topgroep zo klein mogelijk te houden, snel af te schalen en de huishoudens vervolgens niet los te laten, maar door presentie een vinger aan de pols te houden.
-0-0-0-
18
Bijlage 1. Resultaten steekproef Deze bijlage beschrijft de opzet en de resultaten van de steekproef. De resultaten zijn beschreven voor de totale steekproef en voor respectievelijk de twee deelgroepen: zwaar en licht. Opzet steekproef De steekproef is uitgevoerd door de gemeente Nijmegen, op basis van een instructie van LPBL. Er zijn random 71 afgeronde dossiers getrokken waarvan 24 casussen uit 2011 en 47 uit 2012. Voor ieder dossier zijn de volgende gegevens genoteerd: - Kenmerken van het huishouden (gezinssamenstelling en aantal kinderen); -
Situatie bij aanvang (probleemgebieden, lopende trajecten, zorgen over veiligheid kinderen, overlast);
-
Interventies door regieteam; Situatie bij afsluiting en wijze van afsluiting (met resultaat, zonder resultaat, monitoring).
B1.1. Resultaten totale steekproef We gaan hieronder in op de resultaten van de totale steekproef en de resultaten gesplitst naar de zware groep (3 of meer probleemgebieden) en de lichtere groep (minder dan 3 probleemgebieden). Kenmerken huishoudens Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gezinssamenstelling en het totaal aantal kinderen (per huishouden). Tabel B.1.1. Kenmerken huishoudens Totaal Gezinssamenstelling 1-ouder samenwonend, met kinderen samenwonend, zonder kinderen alleenstaand Totaal aantal kinderen Gemiddeld aantal kinderen
Zwaar
aantal
percentage
30 18 3 20
42% 25% 4% 28%
121 2,5
aantal 17 11 1 10 68 2,4
19
Lichter percentage
aantal
percentage
44% 28% 3% 26%
13 7 2 10
41% 22% 6% 31%
53 2,7
Problemen en lopende trajecten bij aanvang Onderstaande 2 tabellen geven respectievelijk het totaal aantal huishoudens per probleemgebied en het totaal aantal lopende trajecten bij aanvang. Tabel B.1.2. Problemen bij aanvang Totaal Probleemgebieden schulden overlast verslaving GGZ criminaliteit veiligheid kinderen opvoedproblemen huiselijk geweld overig
Zwaar
aantal 32 30 14 24 17 33 26 30 31
percentage 45% 42% 20% 34% 24% 46% 37% 42% 44%
aantal 25 22 11 18 12 20 22 18 22
Lichter percentage
aantal
percentage
64% 56% 28% 46% 31% 51% 56% 46% 56%
7 8 3 6 5 13 4 12 9
22% 25% 9% 19% 16% 41% 13% 38% 28%
Tabel B.1.3. Lopende trajecten bij aanvang Totaal Probleemgebieden justitie schuldhulpverlening reintegratie participatie awbz-begeleiding wmo jeugd- en opvoedhulp ggz anders geen totaal
Zwaar
aantal
Per HH
aantal
13 15 3 1 11 3 25 9 20 18
0.25 0,28 0,06 0,02 0,21 0,06 0,47 0,17 0,38 0,25
7 8 1 1 6 2 16 5 13 6
1,89
20
Lichter Per HH 0,21 0,24 0,03 0,03 0,18 0,06 0,48 0,15 0,39 0,15 1,79
aantal
Per HH
6 7 2 0 5 1 9 4 7 12
0,30 0.35 0,20 0,00 0,25 0,05 0,45 0,20 0,35 0,38 2,05
Interventies regieteam Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal ingezette trajecten per huishouden dat al bekend was en per nieuw gevonden huishouden voor respectievelijk de totale doelgroep, de zware en de lichte gevallen. Tabel B.1.4. Ingezette trajecten per huishouden Totaal Probleemgebieden
hh bekend
Zwaar hh nieuw
Lichter
hh bekend
hh nieuw
hh bekend
hh nieuw
schuldhulpverlening reintegratie participatie awbz-begeleiding wmo AMW (NIM) Gezinscoach jeugd- en opvoedhulp ggz wonen anders
0,15 0,06 0,00 0,22 0,02 0,11 0,11 0,13 0,15 0,25 0,36
0,17 0,00 0,06 0,11 0,06 0,33 0,06 0,22 0,06 0,22 0,39
0,15 0,06 -0,06 0,27 0,06 0,03 0,15 0,24 0,24 0,30 0,42
0,17 0,00 0,50 0,17 0,00 0,50 0,33 0,17 0,17 0,00 0,00
0,20 0,05 0,00 0,13 0,00 0,20 0,00 0,00 0,00 0,20 0,45
0,08 0,00 0,00 0,08 0,00 0,33 0,00 0,17 0,00 0,25 0,25
totaal
1,56
1,67
1,88
2,00
1,23
2,17
Tabel B.1.5. Overige interventies Totaal
Zwaar
Licht
10% 6%
14% 10%
4% 0%
Huisuitzettingen ivm overlast voor omgeving (% hh in de aanpak) Waarvan 50% zonder interventie niet of later had plaatsgevonden
4%
8%
0%
Uithuisplaatsingen ivm veiligheid kinderen (% kinderen in de aanpak) Waarvan 50% zonder interventie niet of later had plaatsgevonden
5%
9%
0%
Door interventie voorkomen huisuitzetting (% hh in de aanpak) Door interventie voorkomen uithuisplaatsing (% kinderen in de aanpak)
21
Na afsluiting Na afsluiting is er een reductie van het aantal overlast gevende adressen. Een gedeelte van de huishoudens krijgt opnieuw problemen. Onderstaande tabel geeft een overzicht. Tabel B.1.6. Na afsluiting
Percentage succesvol afgesloten (gestabiliseerd) Percentage recidive (keer terug, geëscaleerd of zonder succes afgesloten) Reductie overlast gevende adressen
22
Totaal
Zwaar
Licht
62% 38% 78%
61% 39% 82%
62% 38% 69%
Bijlage 2. Cockpit MKBA
23
24
Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens jaarverslag (2012-2013)
15 oktober 2013
Inleiding Voor u ligt het verslag over 2012 en de eerste 9 maanden van 2013 van de Regieteams overlast- en multiprobleemhuishoudens. Hierin worden de meest opvallende ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar in beeld gebracht.
Doelstelling en werkwijze Het hoofddoel van de Regieteams is het verminderen van overlast in de wijk en de zelfregie en het probleemoplossend vermogen van een multiprobleemhuishouden duurzaam te herstellen en te vergroten. In de Regieteams werken gemeente, corporaties, politie, NIM maatschappelijke werk en Bureau Jeugdzorg nauw samen aan één plan van aanpak per huishouden. Daarnaast worden bij de concrete uitwerking van casussen diverse andere hulpen zorginstantie ingezet, wordt indien nodig opgeschaald naar het Veiligheidshuis of het Meldpunt Bijzondere Zorg en afgeschaald naar de Sociale Wijkteams. De werkwijze van de Regieteams is te onderscheiden in vier fasen. In de intakefase worden de signalen over een casus geïnventariseerd en bekeken welke partij of netwerk dit het best op kan pakken. In de uitvoeringsfase formuleert de procesregisseur in samenwerking met de andere regieteamleden de opdracht voor de casusregisseur. In de monitoringsfase wordt gedurende een aantal maanden (soms langer, afhankelijk van de casus) de casus gemonitord. Periodiek komt deze terug op de teamvergadering en wordt geïnventariseerd of het behaalde effect nog steeds gehandhaafd is. Indien noodzakelijk besluit het regieteam bij te sturen. Deze fase eindigt in de afsluiting van de casus, de laatste fase van het werkproces.
Stadsbrede uitrol Op basis van het collegebesluit van eind 2011 is begin januari gestart met de stadsbrede uitrol van de Regieteams, zonder dat dit een uitbreiding van het aantal teams zou betekenen. Bij de indeling van de gebieden van de teams is zoveel mogelijk rekening
gehouden met de indeling van de werkgebieden van de wijkagenten en woonconsulenten in Nijmegen en is nu als volgt verdeeld: Dukenburg, Lindenholt, Zuid, Midden, Noord-Oost-Centrum, Nieuw-West en Oud-West. Eén procesregisseur stuurt het team Dukenburg aan, één procesregisseur team Zuid en team Midden, één procesregisseur team Lindenholt en team Nieuw-West en de laatste procesregisseur stuurt het team Oud-West en Noord-OostCentrum aan.
Update Regieteamwerksysteem (RWS) Op aanbeveling van het evaluatierapport uit 2011 is het RWS geüpdatet. We gebruiken nagenoeg dezelfde gegevens als bij de vorige versie maar nu opgedeeld in en passend bij de fasen die het Regieteam in haar werkproces onderscheid. Sinds juni 2013 is deze versie voltooid en zijn de procesregisseurs bezig om de gegevens van de oude versie goed over te zetten naar de nieuwe versie. Vanwege de update van het systeem zijn de hier gepresenteerde gegevens niet optimaal, maar geven wel een representatief beeld van de casuïstiek.
Omvang en kenmerken casuïstiek In totaal zitten er nu 1138 casussen in het bestand (sinds start 2008), een groot deel hiervan, zo’n 700, is inmiddels ook weer afgesloten. Kijkend naar het aantal aanmeldingen zien we een interessant beeld in relatie tot de stadsbrede uitrol. 2011 was het eerste en enige jaar dat zeven Regieteams in zeven aandachtswijken een volledig jaar operationeel waren. Er zijn in dat jaar 220 nieuwe aanmeldingen gedaan. In 2012, het eerste jaar dat de Regieteams stadsbreed werkten, verwachtten we een behoorlijke toename in het aantal aanmeldingen. Dit bleek mee te vallen, zo’n 270. In de eerste negen maanden van 2013 zijn 157 casussen aangemeld. Hieruit blijkt nu al een terugloop in het aantal casussen, zelfs als het geëxtrapoleerd wordt naar een volledig jaar (12 maanden = 210).
Tabel 1 Aanmeldingen per jaar Tabel 3 Casuïstiek verdeeld per fase
300 200 aantal
100 0 2013
Tabel 4 Casuïstiek per fase, per Regieteam 60 50 40 30 20 10 0
Tabel 2 Aanmeldingen per jaar, per Regieteam
Bij de hierna weergegeven verzameling van gegevens is de analyse gebaseerd op de aanmeldingen van 2012 en 2013 en de casuïstiek die zich met een aanmelding in 2011 nu nog in de intake-, uitvoerings- of monitoringsfase bevindt. Dat 555 casussen. Kijkend naar de fasen waarin de casuïstiek zich bevindt, zien we het volgende beeld. Een groot deel van de casussen die in 2012 of zelfs 2013 is aangemeld, is inmiddels ook weer afgesloten. Daaronder een verdeling van de casuïstiek in fasen, per Regieteam.
afgesloten
Tabel 5 Kenmerken huishoudens 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Percentage n-west/allcht.
2013
nl./westers
2012
monitoring
De samenstelling van de casussen bestaat voor ongeveer 60% uit gezinnen met kinderen. Daarnaast is er een onderscheid gemaakt in Nederlands/Westers en niet-Westers / Allochtone huishoudens, alleenstaanden, eenouder gezinnen en getrouwd / samenwonend.
met kinderen
2011
uitvoering
1-ouder/gesch.
80 60 40 20 0
intake
getr./samenw.
De verdeling van de aanmeldingen in de jaren 2011 – 2013 is ook per regieteam inzichtelijk gemaakt. Daarin is enerzijds het verschil te zien met de stadsdelen waar voor 2012 nog geen Regieteam actief was, daarnaast zien we bij alle gebieden een terugloop in het aantal meldingen. Dit betekent dat we de huishoudens in de stadsdelen steeds beter in beeld hebben en niet meer zo vaak verrast worden door heftige multriprobleem casussen.
Dukenburg Lindenholt Midden Nieuw-West Nrd-Cntr-… Oud-West Zuid
2012
aantal
alleenstnd
2011
250 200 150 100 50 0
Vervolgens is het van belang voor de aanpak in het Regieteam om na te gaan op welke en hoeveel leefgebieden de casus problemen heeft. In de tabel hieronder is te zien hoe vaak de casussen problemen hebben op meerdere leefgebieden. Problemen op het gebied van financiën, opvoeding en woonoverlast komen relatief gezien het vaakst voor met respectievelijk 57%, 50% en 45%. Daarnaast komen huiselijk geweld (32%), verstandelijke beperking (22%) en vormen van verslaving (20%) ook relatief vaak voor. Ongeveer 20% van de casussen wordt aangemerkt als zorgmijdend.
Tabel 6 Problemen op aantal leefgebieden 80 60 40 20
percentage
0 een twee drie
vier of meer
Tabel 7 Melders in het Regieteam 50 40 30 20 10 0
percentage
Een casus die wordt aangemeld bij het Regieteam wordt niet ook altijd opgepakt door het Regieteam. In de intakefase wordt namelijk gekeken welke signalen er precies zijn en of de casus het best opgepakt kan worden door het Regieteam, kan worden overgedragen naar een instelling of het sociale wijkteam (afschalen in het RWS), of doorverwezen naar het Veiligheidshuis of het Meldpunt Bijzondere Zorg (opschalen in het RWS).
Tabel 8 Afschalen, oppakken, opschalen 80
Melders, doorpakkers en doorverwijzen Ook de hieronder genoemde gegevens hebben betrekking op de casuïstiek die in 2012 of 2013 is aangemeld, of zich met een aanmelding uit 2011 nog in de fase intake, uitvoering of monitoring bevindt. Interessant is ook om te kijken naar welke partijen veelal melding doen van een zorgelijke casus in het Regieteam. Dat ziet er als volgt uit. Met “z&w-inst.” worden zorg en welzijnsinstellingen als NIM, Tandem, ZZG, InterLokaal, IrisZorg, Pro Persona, RIBW, Dichterbij, Pluryn en Driestroom bedoeld. Deze zijn voor de overzichtelijkheid samengevoegd. “Vhh” staat voor Veiligheidshuis.
60 40 20
percentage
0
Als besloten wordt dat de casus een “Regieteam-waardige” casus is, volgt in de uitvoeringsfase vaak een opdracht aan een casusregisseur. In een groot aantal gevallen wordt de opdracht verstrekt aan de NIM (zowel casemanagement als gezinscoaching) en Bureau Jeugdzorg. Daarnaast relatief vaak aan instellingen met expertise op het gebied van een (licht) verstandelijke beperking (lvginstellingen), instellingen op het gebied van psychiatrie of verslaving (ggz/verslaving) of de corporaties. Onder overig zijn alle andere
instellingen waar weinig opdrachten naar weg worden gezet en daardoor niet in een categorie zijn op te delen. In de periode 2012 tot september 2013 leidde een aanmelding in het Regieteam 13 keer tot de inzet van een gezinscoach.
Tabel 9 Opdrachten in uitvoeringsfase 35 30 25 20 15 10 5 0 overig
lvg-instelling
ggz/verslaving
jeugdzorg
corporaties
NIM
percentage
Grote verbetering Lichte verbetering Stabiel Lichte verslechtering Grote verslechtering Geen verandering
56,9% 30% 1,6% 1,6% 3,3% 6,6%
In een groot deel van casussen wordt dus ofwel de uitvoeringsfase ofwel de monitoringsfase afgesloten met als resultaat een grote of lichte verbetering. Daarnaast worden casussen soms ook afgesloten met een minimaal of negatief resultaat.
Samenwerking in de wijk
Na de uitvoeringsfase wordt de casus overgedragen naar een instelling waarbij het Regieteam gedurende een periode monitort of het resultaat dat behaald is behouden blijft of bijsturing nodig is. De verdeling over instellingen die na de uitvoeringsfase de casus krijgen overgedragen ziet er als volgt uit.
Tabel 10 Overdracht na uitvoeringsfase 30 25 20 15 10 5 0
monitoringsfase en na afsluiting door het Regieteam, zijn deze resultaten, waar ingevuld, samengevoegd.
percentage
Resultaten na uitvoering/afsluiting Omdat met de nieuwe update van het systeem nog onvoldoende te zeggen is over de resultaten na de uitvoeringsen
De samenwerking tussen de Regieteams en de sociale wijkteams (samenwerking van diversie zorg- en welzijnsinstellingen ter bevordering van de samenredzaamheid) is belangrijk om casuïstiek met de juiste, best passende werkwijze te kunnen oppakken. Sinds april 2012 in Lindenholt, juni 2012 in Hatert, oktober 2012 in Dukenburg en begin dit voorjaar in Noord nemen procesregisseur en teamleider van het sociale wijkteam periodiek casuïstiek met elkaar door om na te gaan of deze nog steeds op de juiste plek opgepakt wordt. Een vergelijkbare verbinding is er ook met de brede school ondersteuningsteams in Dukenburg en de Zorg-Adviesteams op de basisscholen in de rest van Nijmegen. Procesregisseurs schuiven ofwel periodiek, ofwel op basis van casuïstiek aan indien noodzakelijk. Op het moment dat ook de sociale wijkteams in heel Nijmegen operationeel zijn, moet hier een logische samenwerking voor gevonden worden en zaken op één plek, eenduidig worden afgestemd. Daarnaast is er in ieder stadsdeel een gebiedsgebonden jongerenoverleg onder leiding van de gemeente, waaraan politie, Bureau Toezicht, jongerenwerk en soms ook straatcoaches deelnemen. Daarin wordt de
aanpak op hinderlijke, overlast gevende en criminele jongerengroepen en risico-locaties besproken en heldere samenwerkingsafspraken gemaakt over de aanpak (draaiboek “Mooi Weer”). Er wordt gekeken welke jongeren uit deze groepen ook bekend zijn of zouden moeten zijn bij het Regieteam. De wijkagent is in individuele casuïstiek hierin de linking pin tussen het Regieteam en jongerenoverleg, wat wil zeggen dat hij ervoor zorgt dat de juiste informatie op de juiste plek komt. Dit is nog in ontwikkeling.
Samenwerking Veiligheid(shuis) Tussen de Regieteams en het Veiligheidshuis wordt intensief samengewerkt. Vanuit de huiselijk geweld-keten krijgen de Regieteams casussen aangedragen die in het Veiligheidshuis niet op hun plek zijn, maar waarover in de Regieteams veel informatie ligt, een plan van aanpak moet worden gemaakt, of de huiselijk geweld-melding van belang is voor het plan van aanpak dat al via de Regieteams is afgesproken. Dit geldt ook voor de keten Jeugd. Daarnaast verwijzen de Regieteams multiproblem-casussen waarbij de justitiële component leidend is in de complexiteit van de casus door naar het Veiligheidshuis. Per 1 oktober verandert deze manier van werken gedeeltelijk, gezien de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis van een ketenaanpak naar de top-150 aanpak. Naast de samenwerking met het Veiligheidshuis is samenwerking tussen de Regieteams en de afdeling Veiligheid van de gemeente Nijmegen van belang als het gaat om extreem overlast gevende casussen waarbij sprake is van (een dreiging van) maatschappelijke onrust. Dit raakt de openbare orde en veiligheid, portefeuille van de burgemeester en de afdeling Veiligheid voert in zo’n casus de regie. Het Regieteam vertegenwoordigt hierin vaak de gebiedsgebonden aanpak en ondersteunt bij de hulpverlening in het gezin of de gezinnen. Afhankelijk van de casuïstiek gebeurt dit in samenwerking met het Meldpunt Bijzondere Zorg.
Samenwerking Meldpunt Bijzonder Zorg Naast de hierboven genoemde samenwerking is het Meldpunt Bijzondere Zorg meer op afstand van de Regieteams komen te staan. Tot eind 2011 waren zij vaste partner in het Regieteam maar dit concept is met de stadsbrede uitrol van de Regieteams losgelaten. Door de stadsbrede uitrol kon het concept van “lokaal doen, wat lokaal kan” in de hele stad worden toegepast en is het Meldpunt Bijzondere Zorg zich meer gaan richten op de meest complexe doelgroep van de OGGz. Komt in de Regieteams casuïstiek aan de orde die voldoet aan de criteria van het Meldpunt Bijzondere Zorg en is het voor het Regieteam te complex om op te pakken, wordt doorverwezen naar het Meldpunt. Andersom verwijst het Meldpunt een aantal keer per jaar casussen vanuit hun aanpak door naar de Regieteams omdat een (vervolg)aanpak op niveau van het Regieteam gewenst is. De geschilpunten die uit de evaluatie van 2011 naar voren komen zijn opgelost en er is nu sprake van professionele afstemming en samenwerking waar nodig.
Managersoverleg Regieteams Conform de aanbevelingen uit het evaluatierapport uit 2011 is een overleg ingesteld waarbij de managers van de organisaties die aan de Regieteams verbonden zijn 4 keer per jaar afstemmen over relevante zaken. Soms is een complexe casus een voorbeeld om betere werkafspraken te maken, vaak wordt geïnformeerd over recente organisatieontwikkelingen en de invloed daarvan op de aanpak in de Regieteams en ook de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse is besproken. Het wordt als prettig ervaren om elkaar te informeren en af te stemmen.
Professionalisering procesregisseurs Zoals aangekondigd in het collegevoorstel over de stadsbrede uitrol van de Regieteams is de afgelopen periode ook geïnvesteerd in de professionalisering van de procesregisseurs.
Zij hebben in de eerste helft van 2012 een op maat gemaakte opleiding gevolgd die hun kennis en competenties op het gebied van regievoering en opdrachtgeversrol verder uitbreidde. Daarnaast hebben zij tweewekelijks intervisie met elkaar, welke vier keer per jaar begeleid en ondersteund wordt door degene die de HAN-opleiding verzorgd heeft om het behaalde resultaat vast te houden. In het najaar van 2012 zijn, middels een symposium, de regieteamleden geïnformeerd over de ontwikkelingen die de procesregisseurs hebben doorgemaakt en de gevolgen die dit heeft voor een betere werkwijze binnen de Regieteams. Sindsdien wordt gewerkt met een nog concretere inventarisatie van de signalen en een duidelijke omschrijving van de doelen voor het plan van aanpak. Bovendien worden duidelijke afspraken vastgelegd over de momenten waarop door de casusregisseur teruggekoppeld wordt aan het Regieteam, waar de casusregisseur op moet sturen en wanneer de procesregisseur ingezet moet worden om de casus vlot te trekken. Daarnaast proberen we steeds meer de verbinding te maken vanuit de praktijk naar beleid. Signalen over het verbeteren van de samenwerking pakken we serieus op en werken we uit. Een onderdeel hiervan is, is dat iedere procesregisseur een accountrol vervult richting de kernpartners van de regieteams; de woningbouwcorporaties, Bureau Jeugdzorg, Politie en NIM maatschappelijk werk.
Landelijk netwerk Achter de Voordeur De manager van de regieteams heeft in diverse bijeenkomsten van het landelijk netwerk “Achter de Voordeur”, de Nijmeegse aanpak van de Regieteams vertegenwoordigd, bijgedragen aan de kennisontwikkeling binnen het netwerk en de rol van intervisor op haar genomen in één van de deelleernetwerken die uit het landelijk netwerk is ontstaan. Dit had tot gevolg dat het ministerie van Binnenlandse Zaken een dag faciliteerde die door Nijmegen mocht worden ingevuld en we benut hebben om met relevante beleidsadviseurs en werkers uit de Nijmeegse en Apeldoornse aanpak
kennis uit te wisselen over de gevolgen die de aankomende transities hebben op de multiprobleem-aanpak. Bovendien zijn afgelopen periode twee Directeuren-Generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Nijmegen op bezoek geweest om zich te laten informeren over de Nijmeegse aanpak van sociale wijkteams en Regieteams.
Aanleveren begrotingswijziging Steller
Frank Graveth
BW Soort wijziging Soort besluit Besluitperiode Omschrijving
BW-01297 Struct.inz.R Let Begrotingswijziging BESL-RAAD 201310 Struct.inz.Regieteam
op, lees eerst de WERKINSTRUCTIE die op het intranet staat.
0,00 0,00
Verrekeningen debet Verrekeningen credit Saldo Totaal debet Totaal credit Saldo kpl /
product
kosten-
wijk
goed 0,00 0,00 goed functie
soort
41001 43039 86001 46002 44015
320.000,00 320.000,00 goed 320.000,00 320.000,00 goed
320.000,00 320.000,00 goed 320.000,00 320.000,00 goed
320.000,00 320.000,00 goed 320.000,00 320.000,00 goed
Deb /
2013
product specificatie Soort mutatie Document soort 50177 D 50177 D 50177 D 61217 S1752 61217 S1752
320.000,00 320.000,00 goed 320.000,00 320.000,00 goed
2014
2015
2016
2017
Omschrijving
Cred
D D D D D
D D C D D
MS Meerjr.strc. MS Meerjr.strc. MS Meerjr.strc. MS Meerjr.strc. WYZ-MS WYZ-MS WYZ-MS WYZ-MS 309.571,00 309.571,00 309.571,00 309.571,00 10.429,00 10.429,00 10.429,00 10.429,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 320.000,00 -320.000,00 -320.000,00 -320.000,00 -320.000,00
Pagina 1 van 2
Str.inzet Regieteams Werkb.str.inzet Regieteams Str.inzet Regieteams Str.inzet Regieteams Str.inzet Regieteams
Financiele bijsluiter begrotingswijziging: BW-01297 Totaal effect wijziging
2013 Lasten
Baten 0
Saldo 0
2014 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2015 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2016 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
0
Programma: 1051 Zorg & Welzijn Product: 1P11-1051-06 Maatschappelijke opvang Baten was
2013 Lasten
Saldo
Baten
2014 Lasten
Saldo
Baten
2015 Lasten
Saldo
Baten
2016 Lasten
Saldo
1.094
14.282
13.188
803
15.161
14.358
753
14.954
14.201
572
14.228
13.656
1.094
14.282
13.188
803
15.161
14.358
753
14.954
14.201
572
14.228
13.656
Str.inzet Regieteams Totaal 1P11-1051-06 Maatschappelijke opvang
28-okt-2013
1
13:49:48
Financiele bijsluiter begrotingswijziging: BW-01297 Totaal effect wijziging
2013 Lasten
Baten 0
Saldo 0
2014 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2015 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2016 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
0
1051 Zorg & Welzijn Baten was
2013 Lasten
Saldo
Baten
2014 Lasten
Saldo
Baten
2015 Lasten
Saldo
Baten
2016 Lasten
Saldo
5.996
68.055
62.059
5.519
67.882
62.363
3.633
58.331
54.698
2.859
53.947
51.089
5.996
68.055
62.059
5.519
67.882
62.363
3.633
58.331
54.698
2.859
53.947
51.089
Str.inzet Regieteams Totaal 1051 Zorg & Welzijn
28-okt-2013
1
13:50:29