CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Scope 3 berekeningen voor niveau's 4 en 5 CO2 prestatieladder
Eindrapport
Welling Bouw | Vastgoed april 2011 Definitief
CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Scope 3 berekeningen voor niveau's 4 en 5 CO2 prestatieladder
Eindrapport dossier : BA3840-100-100 registratienummer : MD-Af20110747/SU versie : Definitief classificatie : Klant vertrouwelijk
Welling Bouw | Vastgoed april 2011 Definitief © DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gercertificeerd volgens ISO 9001.
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
2
2
FUNCTIONELE EENHEDEN
4
DEEL A - BEKISTINGCONTSTRUCTIES 3
KETENSCHETS – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
5
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
TOELICHTING PROCESSTAPPEN – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A) Productie grondstoffen Productie bouwmaterialen Constructie bekisting (de)montage Verwerking
6 6 6 6 6 7
5
KETENPARTNERS – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
8
6
RESULTATEN – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
9
7
REDUCTIEDOELSTELLINGEN – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
11
DEEL B - BOUWAFVAL 8
KETENSCHETS – BOUWAFVAL (B)
12
9 9.1 9.2 9.3 9.4
TOELICHTING ACTIVITEITEN EN PROCESSEN – BOUWAFVAL (B) Inzameling afvalstromen Transport bouwafval Verwerking van bouwafval Toepassingen fracties
13 13 13 13 14
10
KETENPARTNERS – BOUWAFVAL (B)
16
11
RESULTATEN KETENANALYSE – BOUWAFVAL (B)
17
12
REDUCTIEDOELSTELLINGEN – BOUWAFVAL (B)
20
13
COLOFON
21
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -1-
DHV B.V.
1
INLEIDING
Welling Bouw | Vastgoed, hierna te noemen Welling, is een middelgroot bouwbedrijf met het hoofdkantoor in Didam. Welling is actief in vastgoedontwikkeling, bouw, civiele techniek en onderhoud. Projecten lopen uiteen van renovatie van een schoolgebouw tot realisatie van de spoorbrug bij Zwolle en realisatie van geluidschermen tot een perrontunnel. Welling hecht veel belang aan een milieuvriendelijke manier van werken en duurzaam bouwen, dat wil zeggen bewust blijven werken aan het vermijden van negatieve milieueffecten zowel op de bouwplaats als op kantoor. ProRail is per 1 december 2009 met de CO2-prestatieladder gestart. Om richting ProRail op transparante wijze te kunnen aantonen dat Welling echt werk maakt van het verduurzamen van haar activiteiten heeft Welling in april 2010 niveau 3 van de CO2-prestatieladder gehaald. Welling wil haar goede relaties met leveranciers nu omzetten in een ambitieuze ketengerichte aanpak om haar producten nog verder te verduurzamen. Hiervoor heeft Welling besloten om in te zetten op het behalen van niveau 5. Om aan de eisen van niveau 4 en 5 te kunnen voldoen heeft Welling DHV gevraagd om twee ketenanalyses van GHG-genererende activiteiten uit te voeren conform de eisen die daaraan zijn gesteld (Scope 3: alle indirecte emissies als gevolg van de activiteiten van het bedrijf die voortkomen uit bronnen die geen eigendom zijn van het bedrijf maar wel bepaald worden door Welling). Tenminste één van de analyses is daarbij professioneel ondersteund of becommentarieerd door een ter zake bekwaam, erkend en onafhankelijk kennisinstituut. Welling heeft besloten om beide ketenanalyses door DHV – als onafhankelijk kennisinstituut – te laten uitvoeren. Keuze ketens De keuze voor de ketens in scope 3 is ingegeven door de relevantie in termen van bijdrage aan de 1 milieudruk (1), de mate waarin de analyse bijdraagt in het creëren van nieuw inzicht (2) en de mate waarin Welling de keten kan sturen (3). Welling haalt een groot deel van haar omzet uit civiele betonnen werken. Op basis van een verkenning van de relevante stromen zijn beton, constructie- of wapeningsstaal gekenmerkt als relevante stromen vanuit CO2 perspectief. Welling is echter een relatief kleine speler in de markt (m.b.t inkoopvolume) en heeft dus weinig invloed in deze ketens. Daarbij zijn deze stromen al veel vaker onderzocht in ketenanalyses en heeft de ketenanalyse in die zin weinig toegevoegde waarde. In de civiele werken zijn naast beton, constructie- en wapeningsstaal de bekistingconstructies (A) essentieel voor een goed resultaat. Daarnaast ziet Welling bouwafval (B) ook als een relevant aspect als het gaat over de CO2 impact van projecten. Daarom is in eerste instantie gekozen voor houten bekistingen, omdat dit, zij het veel kleiner dan beton of staal, een relevante stroom is waarbij recycling en hergebruik interessante opties zijn voor verduurzaming. Bovendien heeft Welling hier meer invloed op de keten en zijn er een aantal vaste leveranciers waarmee kan worden samengewerkt. Een groot deel van de toegevoegde waarde van Welling zit in het op de juiste manier verwerken van het beton. Het bouwen van kwalitatief goede bekistingen. Welling heeft zelf veel invloed op beide ketens; bekistingconstructies worden door Welling zelf gemaakt en beheert en het bouwafval wordt door Welling zelf ‘geproduceerd’ op de bouwplaats. Voor beide ketens is in hoofdstuk 2 een zogenaamde functionele eenheid (FE) beschreven, de referentie-eenheid op basis waarvan de berekeningen zijn uitgevoerd. 1
Voor de hand lag om een CO2 ketenanalyse uit te voeren naar beton maar naar deze ketens is al veelvuldig
onderzoek gedaan waardoor een nieuwe ketenstudie voor Welling niet zou leiden tot nieuwe inzichten. Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -2-
DHV B.V.
Leeswijzer Dit rapport is vanaf hoofdstuk 2 opgedeeld in twee delen: bekistingketen (A) en bouwafvalketen (B). De aanpak van deze beide ketenanalyses, is gebaseerd op de volgende zes stappen: 1) omschriiving van de functionele eenheid (H2) 2) het in kaart brengen van de significante ketenactiviteiten (H3 en H8) 3) het bepalen van de relevante emissiebronnen in scope 3, (H4 en H9) 4) identificatie van relevante ketenpartners, (H5 en H10) 5) kwantificering van de emissies binnen scope 3, (H6 en H11) 6) reductiedoelstelling en -maatregelen i.s.m. ketenpartners (H7 en H12) In bijlage 1 t/m 3 vind u de gebruikte kengetallen, waarden en emissiefactoren voor de berekeningen. In bijlage 4 vind u tot slot een verantwoording en eigenverklaring van deze ketenanalyses.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -3-
DHV B.V.
2
FUNCTIONELE EENHEDEN
Om de CO2 emissies in scope 3 van beide ‘activiteiten’ of ketens te berekenen dient er een zogenaamde functionele eenheid en een bijbehorende systeemgrens bepaald te worden. De functionele eenheid (FE) is een beschrijving van de kernfunctie waarbij zaken als de grote, de kwaliteit en periode zijn vastgelegd. Door ook de systeemgrens van de analyse vast te leggen wordt duidelijk wat wel en wat niet is meegenomen in de studie. De FE en de systeemgrens zijn voor beide activiteiten hieronder gedefinieerd. A) Bekistingconstructies – tijdelijke ondersteuning voor het creëren van betonconstructies. Hier is gekozen voor een veel toegepaste traditionele (niet waterkerende) betonconstructie in de vorm van twee rechte wanden van 1.0 m breed en 3.6 m hoog. Hierbij zijn alle processen gedurende de gehele levensduur van de bekisting beschouwd. Alle benodigde onderdelen zoals platen, balken en diverse bevestigingsmiddelen zijn daarbij meegenomen. Binnen de systeemgrens vallen de productie van materialen zoals hout en staal en de keten loopt door tot en met de afvalcontainer. Het gebruik van materieel ten behoeve van het (de)monteren van de bekistingconstructies zoals spijkers en centerpennen, zijn daarbij ook meegenomen. Ook de transportactiviteiten van materiaal en materieel vallen binnen de scope. Het transport van mensen vallen er buiten evenals de productie van transportmiddelen en hijs- en liftmaterieel. (de systeemgrens is ook schematisch weergegeven in figuur 1) B) Bouwafval – de verwerking van het bouwafval tot een nuttige toepassing. Er is gekozen om te kijken naar het bouwafval van een gemiddeld bouwproject van Welling in het jaar 2010. Binnen de scope vallen alle inzamel-, transport- en verwerkingsactiviteiten van de verschillende bouwafvalstromen. De productie van de bouwmateriaal, dat eindigt als bouwafval, is niet meegenomen binnen deze scope. De vermeden emissies als gevolg van het toepassen van (secundaire) grondstoffen zoals hout en granulaat, vallen buiten deze analyse maar worden wel apart gerapporteerd. (de systeemgrens is ook schematisch weergegeven in figuur 2)
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -4-
DHV B.V.
3
KETENSCHETS – BEKISTINGSCONSTRUCTIES (A)
Op hoofdlijnen bestaan bekistingconstructies van Welling uit houten multiplex platen (betonplex), diverse bevestigingsmiddelen (centerpennen, spijkers, etc.) en bekistingsolie. Vanuit het perspectief van CO2 zijn de volgende aspecten relevant: de productie van bouwmaterialen, het productieproces in de werf, transport internationaal en transport van en naar de bouwplaats. Deze keten is op hoofdlijnen weergegeven in onderstaand figuur. De complete set gebruikte data is te vinden in bijlage 1.
Constructie en (de)montage
Productie
Verwerking
Bevestigingsmiddelen
Hulpproduct(en)
Transport
Hout (multiplex, vuren)
Transport
Productie grondstoffen
bouwmaterialen
Op maat productie
Afvalcontainer:
schotten
verbranden / recyclen
Transport
Transport
Montage op de
Ontkisten /
‘Verloren’ bekisting
bouwplaats
demontage
en bev. middelen
2.5 x hergebruik op bouwplaats Totaal 10 x hergebruik
Bekistingsketen in het kort Bekistingen worden (tijdelijk) gebruikt voor de productie van betonnen werken. Bekistingconstructies worden door Welling meestal uitgevoerd in betonplex (multiplex). Naast betonplex worden houten balken gebruikt ter ondersteuning van de schotten. Naast hout zijn er diverse stalen en kunststof bevestigingsonderdelen nodig, daarbij is bekistingsolie een belangrijk hulpproduct. Een stuk betonplex en ook vurenhouten balken worden gemiddeld 10 keer hergebruikt voordat deze te klein zijn voor hergebruik in de bekistingsketen. De levensduur van een bekistingsconstructie wordt dus bepaald door de ‘levensduur’ van betonplex en de balken. Na ieder keer gebruik gaat dus gemiddeld 10% van het materiaal verloren. Welling ontwerpt en construeert bekistingsconstructies zelf met behulp van de ruwe bouwmaterialen. Op de werf in Didam worden de schotten op maat gezaagd voordat ze naar de bouwplaats worden getransporteerd. Op de bouwplaats worden de schotten gemiddeld 2.5 keer worden hergebruikt voordat ze weer naar de werf terugkomen. Een gemiddelde betonplex plaat komt gedurende zijn levensduur daarmee gemiddeld 4 langs de bouwplaats waar deze op iedere keer op maat wordt gezaagd. Op de bouwplaats en in de werf vinden verliezen van hout en bevestigingsmiddelen plaats. Het merendeel van het overgebleven materiaal wordt afgevoerd door de afvalverwerker maar een deel van de materialen blijft achter of wordt ‘verloren’ op de bouwplaats.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -5-
DHV B.V.
4
TOELICHTING PROCESSTAPPEN – BEKISTINGSCONSTRUCTIES (A)
4.1
Productie grondstoffen
De belangrijkste grondstoffen voor bekisting zijn; hout (grenen en vuren), verzinkt staal en olie. Grenen fineer voor de betonplex (multiplex) wordt geproduceerd in Spanje. Vurenhout is afkomstig uit de Zuid(oost) zijde van Zweden. Voor staal gaan we uit van Europees staal en voor zink gaan we uit van 91% primair zink en ca. 9% hergebruikt zink.
4.2
Productie bouwmaterialen
Betonplex (18 mm) is een samenstelling van grenen fineren (Radiata pine / Pinus radiata), lijm (phenol formaldehyde) en een coating (phenolharsfilm). Hout is afkomstig uit het Baskenland (Spanje), de fenolhars komt uit Schoppenstedt (Duitsland) en de lijm uit Lantaron (Spanje). Er is uitgegaan van een droogproces dat 50% natuurlijk is en 50% is gebaseerd op de oven. Houten vurenhout balken zijn onbehandeld en afkomstig uit Zweden (zuid-oost-zijde). Beide worden gesealed op pallets met 60 ton vrachtwagens getransporteerd naar een distributiecentrum in Nederland (Beverwijk). De gebruikte bevestigingsmiddelen zijn spijkers, centerpennen, platen en moeren, allemaal van verzinkt staal. Daarnaast worden nog kunststof afstandhouders van PVC gebruikt. De bekistingsolie is gebaseerd op minerale olie en is biologisch afbreekbaar. (exacte data en waarden zijn te vinden in bijlage 1 en 2)
4.3
Constructie bekisting
De productie van de bekisting vindt plaats op de werf van Welling in Didam. Hier worden schotten op maat gezaagd en vertimmerd. Vooral de zaagactiviteiten zijn bepalend voor de energie.
4.4
(de)montage
De schotten worden na productie in de werf op vrachtwagens getransporteerd naar de bouwplaats (gemiddeld 72 km). Op de bouwplaats worden de platen met hijskranen gepositioneerd. De kisten worden vervolgens gesteld met behulp van centerpennen, moeren, platen en afstandhouders. Voor het storten van het beton wordt bekistingsolie aangebracht. De kist is dan helemaal klaar om gebruikt te worden. (exacte waarden en data zijn te vinden in bijlagen 1 en 2) Na gebruik worden de kisten ontkist maar dit is voornamelijk handwerk. Met een kraan worden de schotten teruggenomen. De bekisting wordt na demontage gemiddeld nog 2.5 keer ingezet op dezelfde bouwplaats voordat het weer terug gaat naar de werf. Bij demontage en gebruik raakt het hout beschadigd of moet het opnieuw op maat worden gezaagd. Hierdoor gaat per keer ca. 10% van het materiaal verloren. Bij gebruik en demontage gaan verschillende onderdelen ‘verloren’; blijven achter in de grond, raken kwijt op de bouwplaats of blijven zitten in de betonconstructie. Aangenomen is dat per keer gebruik van de bekisting: 2% van de verzinkte bevestigingsmiddelen verloren gaan, en dat alle kunststof afstandhouders achter blijven in de betonconstructie. Daarnaast is aangenomen dat per keer 10% van de betonplex en de balken balken verloren gaan.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -6-
DHV B.V.
4.5
Verwerking
Bij het gebruiken van bekistingconstructies gaan verschillende bouwmaterialen ‘verloren’. Het hout in de vorm van betonplex platen en vurenhouten balken gaat per FE in zijn geheel verloren. Van de bevestigingsmiddelen is aangenomen dat over de hele levensduur 8% ‘verloren’ gaat. Aangenomen is dat per FE 20% van het hout achter blijft in de grond of op de bouwplaats anderszins wordt verloren. Het merendeel van het hout (80%) wordt gedurende de levenscyclus echter verwerkt door de afvalverwerker die het vervolgens toepast in de spaanplaatindustrie. Van de stalen bevestigmaterialen is aangenomen dat 8% per FE verloren gaat als gevolg van beschadigingen of verdwijnen op de bouwplaats. We er vanuit gegaan dat 50% van de verloren bevestigmaterialen worden afgevoerd door de afvalverwerker en 50% ‘verdwijnt’ op de bouwplaats. (zie ook onderstaand schema)
100% verlies per FE
80% Hout
Houtafval
Recycler
20% Bouwplaats 50%
8% verlies
Bevestigings
per FE
middelen
50%
Metalen
Recycler
Vermeden emissies Opnieuw toepassen van bouwafval leidt in de praktijk tot ‘vermeden emissies’. Bouwafval wordt dan bijvoorbeeld gebruikt als brandstof voor energieopwekking of toegepast als secundair materiaal voor de productie van nieuwe producten. In beide gevallen worden CO2 emissies vermeden als gevolg van vermeden primaire productie van grond- en brandstoffen. Deze vermeden emissies maken geen onderdeel uit van deze CO2 ketenanalyse maar de effecten ervan worden bij de resultaten wel inzichtelijk gemaakt.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -7-
DHV B.V.
5
KETENPARTNERS – BEKISTINGSCONSTRUCTIES (A)
PontMeyer – de vaste hoofdleverancier voor Welling als het gaat om betonplex en hout. PontMeyer is een grote handelsmaatschappij in bouwmaterialen. Hun contracten met leverenciers en transporteurs bepalen voor een groot deel de CO2 footprint van betonplex en hout. Ook hun vestigingen en distributiecentra in Nederland Tilman B.V. – de leverancier van bekistingsolie van Welling. Welling specificeert de producten maar Tilman bepaalt hoe het product wordt getransporteerd. Er zijn wel alternatieven voor andere type bekistingsolie maar mogelijke effecten zijn nauwelijks significant gezien het aandeel van CO2 emissies van bekistingsolie in het eindresultaat. Hakron – vaste leverancier van voornamelijk stalen bevestigingsmiddelen ten behoeve van bekistingconstructies. Zij leveren centerpennen, moeren, platen en kunststof afstandhouders. De keuze voor de productspecificaties ligt bij Welling. Kraanverhuurbedrijf – Welling maakt - afhankelijk van het bouwproject - in ca.60% van de gevallen gebruik van een kraanleverancier. (o.a. Schiltmans b.v., Wido Kraanverhuur b.v. en Lammerts Kraanverhuur b.v.). Afhankelijk van het bouwproject stelt Welling eisen aan de kranen. Daarbij zijn zaken als vermogen en technische mogelijkheden vanuit functioneel oogpunt belangrijk maar ook aan goede energie- en milieuprestaties kan Welling voorkeur geven. De kraanleverancier levert ook bedieningspersoneel.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief -8-
DHV B.V.
6
RESULTATEN – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
In onderstaande figuren zijn de resultaten van de CO2 ketenanalyse weergegeven. De totale CO2 emissie per functionele eenheid van een bekistingsketen (zie hoofdstuk 2) is 142 kg. Duidelijk is te zien dat alle transportactiviteiten, de productie van bouwmaterialen en de hijs en til activiteiten bepalend zijn voor de CO2 footprint van de bekistingsketen. Verdeling herkomst CO2 emissies bekistingsketen
Tabel 1 – hoofdresultaten bekiskingsketen 44.0
kg CO2
2.5
kg CO2
(de)montage
36.7
kg CO2
transport
58.8
kg CO2
142.0
kg CO2
productie bouwmat. constructie
TOTAAL
31% 41%
productie bouwmat. constructie (de)montage
2%
transport 26%
Van alle transportactiviteiten is het vervoer van bekistingsconstructies van en naar de bouwplaats – in de levensduur 4 keer – het meest dominant. Daarnaast is het vervoer per vrachtwagen van betonplex uit Baskenland terug te zien in de resultaten. Binnen de productie van alle bouwmaterialen zijn vooral de productie van betonplex – en daarbinnen de productie van grenen fineer - en de stalen bevestigingsmiddelen, terug te zien. Als gevolg van het kwijtraken van bevestigingsmiddelen zijn vooral de (relatief zware) moeren en centerpennen opvallend. (zie tabel met detailresultaten) Van de hijsactiviteiten is vooral het opbouwen van de bekisting terug te zien. Dit is een secure bezigheid en vergt dus tijd en relatief veel brandstof. CO2 emissies bekistingsketen
20
10
productie bouwmat.
constructie
(de)montage
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
Bekisting (Didam <--> bouwplaats)
Balken (NL --> Didam)
Betonplex (NL --> Didam)
Balken (--> NL)
Betonplex (--> NL)
Hijsen (voor transport --> werf)
Hijsen (afbouw)
Hijsen (opbouw)
Hijsen (voor transport --> bouwplaats)
Zagen (werf)
Hulpmiddelen
Balken
Bevestigingsmiddelen
0 Platen (betonplex)
[kg CO2 / levenscyclus]
30
transport
12 april 2011, versie Definitief -9-
DHV B.V.
Tabel 2 – detailresultaten CO2 ketenanalyse bekistingsketen
Onderdeel / Activiteit productie bouwmateriaal
Platen (betonplex)
CO2 emissies
Specificatie / toelichting Hout
grenen fineren
11.8
kg CO2
Coating
phenolfilm
4.7
kg CO2
Lijm
phenol formaldehyde
5.2
kg CO2
Balken
Hout
vuren
8.9
kg CO2
Bevestigingsmiddelen
Centerpennen
staal
1.6
kg CO2
Moeren Platen Spijkers
constructie (de)montage
transport
verwerking
per FE *
zink
0.3
kg CO2
staal
2.9
kg CO2
zink
0.6
kg CO2 kg CO2
staal
0.5
zink
0.1
kg CO2
staal
0.9
kg CO2
zink
0.2
kg CO2
Afstandhouders
kunststof 3.8
kg CO2
Hulpmiddelen
Bekistingolie
PVC minerale olie (Vormolie TM)
2.4
kg CO2
Zagen (werf) Hijsen (voor transport bouwplaats)
Energiegebruik
elektriciteitgebruik
2.5
kg CO2
Energiegebruik
brandstofgebruik
1.9
kg CO2
Hijsen (opbouw)
Energiegebruik
brandstofgebruik
18.8
kg CO2
Hijsen (afbouw) Hijsen (voor transport werf)
Energiegebruik
brandstofgebruik
14.1
kg CO2
Energiegebruik
brandstofgebruik
1.9
kg CO2
Betonplex (--> NL)
Modaliteit
vrachtwagen (>20 ton)
14.6
kg CO2
Balken (--> NL)
Modaliteit
vrachtwagen (>20 ton)
8.5
kg CO2
Betonplex (NL --> Didam)
Modaliteit
vrachtwagen (10-20 ton)
5.0
kg CO2
Balken (NL --> Didam) Bekisting (Didam <--> bouwplaats)
Modaliteit
vrachtwagen (10-20 ton)
3.7
kg CO2
Modaliteit
27.1
kg CO2
Hout
Achterblijven
0.0
kg CO2
Bevestigingsmiddelen
Kwijtraken
vrachtwagen (10-20 ton) in de grond achterblijven (20%) Op de bouwplaats kwijtraken
0.0
kg CO2
142.0
kg CO2
TOTAAL
Vermeden emissies Naast bovenstaande emissies zijn er als gevolg van het nuttig ‘hergebruik’ van de afvalstromen (hout en metaal) ook vermeden emissies. De vermeden emissies als gevolg van recycling van metalen en verbranden van houtafval zijn aanzienlijk vergeleken met de daadwerkelijke emissies in de keten. Als gevolg van het hoogwaardig verbranden van houtafval in een gemiddelde Nederlandse verbrandingsinstallatie kan ca. 74 kg CO2 uitgespaard worden door productie van elektriciteit. Door recycling van de ‘verloren’ en apart ingezamelde bevestigingsmiddelen wordt ca. 1.5 kg CO2 vermeden.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 10 -
DHV B.V.
7
REDUCTIEDOELSTELLINGEN – BEKISTINGCONSTRUCTIES (A)
Welling doet al veel om de bekistingsketen duurzaam te maken. Zoals beschreven wordt daarbij veel aandacht besteed aan het zo vaak mogelijk hergebruiken van onderdelen. Ook wordt er gebruik gemaakt van Europees hout en wordt het bouwafval zo goed mogelijk verwerkt. Toch ziet Welling nog ruimte voor verbetering door in te zetten op onderstaande maatregelen: –
Centraliseren van het bouwtransport door alle benodigde bouwmaterialen van en naar de bouwplaats nog meer te combineren qua transport en daarbij ook zwaardere vrachtwagens te gebruiken kan een aanzienlijk deel van de CO2 emissies bespaard worden. Door alle transport van en naar de bouwplaats niet met 10 ton vrachtwagens te doen maar met goed beladen vrachtwagens >20 ton kunnen de emissies van 27 kg tot ca. 12 kg gereduceerd worden. Een totale besparing van 15 kg CO2 per FE.
–
Beperken energiegebruik (hijs)kranen door gebruik te maken van energiezuinige mobiele hijskranen op de bouwplaats kan brandstof bespaard worden. Ook door efficiënter werken en gebruik van alternatieve (duurzame) brandstoffen kunnen emissies worden gereduceerd.
–
Groene stroom gebruik voor de werf (duurzame zaagenergie) indien de werf gebruik zou gaan maken van groene duurzame energie dan kunnen de emissies met 100% gereduceerd worden. De emissies als gevolg van de zaagactiviteiten worden daarmee met 2.5 kg gereduceerd. Een totale besparing van 2.5 kg per FE.
–
Transport bouwmaterialen als de aanlevering van bouwmaterialen van PontMeyer niet met lichte vrachtwagens (3.5-10 ton) zou gebeuren maar in grotere vrachten (10-20 ton), kan op dit punt ca. 35% bespaard worden. De emissies voor het transport van bouwmaterialen naar de werf in Didam worden daarmee gereduceerd van 8.7 kg naar 5.4 kg. Een totale besparing van 3.3 kg.
Naast bovenstaande concrete en op CO2 gerichte maatregelen overweegt Welling om de mogelijkheden te onderzoeken naar de productie van betonplex op basis van bamboe, secundair hout of hoogwaardiger betonplex. Het gebruik van bamboe is vanuit duurzaamheidsperspectief interessant omdat bamboe duurzamer geproduceerd kan worden. Het gebruik van hergebruikt hout / fineer voor betonplex vermijdt fineerproductie in en transport uit Spanje. Door het gebruik van hoogwaardiger betonplex kan het nog vaker hergebruikt worden maar dit heeft ook weer impact op de productie van betonplex. Doelstelling Welling zal in 2015 de CO2 emissies in de bekistingsketen met 5% reduceren met behulp van bovenstaande maatregelen.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 11 -
DHV B.V.
8
KETENSCHETS – BOUWAFVAL (B)
We beschouwen de ‘bouwafvalketen’ als alle activiteiten die nodig zijn om het bouwafval van een ‘gemiddeld’ bouwproject nuttig te ‘verwerken’. Het gemiddelde bouwproject van Welling is berekend over ca. 20 bouwprojecten van Welling uitgevoerd in het jaar 2010. Bij een gemiddeld bouwproject worden de volgende stromen gescheiden op de bouwplaats: hout, beton / puin en restafval. De gemiddelde inzamelgewichten daarbij zijn: 1,2 ton hout, 8 ton beton / puin en ca. 8 ton gemengd afval. Bij de ‘verwerking’ van de stromen zijn alle activiteiten tot en met de herwinning van grondstoffen en / energie meegenomen. De CO2 emissies als gevolg van toepassing van deze grondstoffen en / of energie (bijv. productie van spaanplaat of het gebruik van de elektriciteit uit restafval).wordt toegerekend aan de keten van bouwafval.
Hout
Verwerking / Herwinning Putman
Bouwafval typisch project
Inzameling
Scheiden
Puin
Opwerken
Gemengd
Opslag
Brandstof
Grondstof
Bouwafvalketen in het kort Afval wordt door medewerkers van Welling op de bouwplaats zoveel mogelijk gescheiden. Bij de meeste bouwprojecten gebeurt dit in drie verschillende containers: hout, puin (steenachtig) materiaal en een container voor gemengd- of restafval. Als de containers vol zijn worden deze door de verwerker opgehaald en verwerkt. Bij de verwerking worden de bouwafvalstromen van Welling samengevoegd met andere soortgelijke afvalstromen (hout, gemengd en puin). Het houtafval wordt tijdelijk opgeslagen en doorgetransporteerd naar de spaanplaatindustrie. Puin wordt gebroken en gezeefd tot bruikbaar granulaat en een zandstroom. De gemengde afvalstromen word in verschillende stappen zoveel mogelijk opgedeeld in verschillende stromen: hout, sorteerzeefzand, papier, plastic en metalen. Het residu dat na scheiding nog overblijft wordt verbrand in de nabijgelegen AVI, alle andere monostromen worden nuttig hergebruikt.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 12 -
DHV B.V.
9
TOELICHTING ACTIVITEITEN EN PROCESSEN – BOUWAFVAL (B)
Samenstelling bouwafval – ‘gemiddeld’ bouwproject Welling De samenstelling van bouwafval bepaalt voor een groot deel de CO2 emissies van de bouwafvalketen. De samenstelling varieert per bouwproject en is mede afhankelijk van de mogelijkheid tot het scheiden van de stromen op de bouwplaats. Voor deze analyse zijn we uitgegaan van de gemiddelde samenstelling van het bouwafval van Welling over het jaar 2010. De samenstelling van het bouwafval van een gemiddeld bouwproject van Welling over het jaar 2010 is gespecificeerd in onderstaande tabel: Tabel 3 – Gemiddelde samenstelling bouwafval Welling Hout - 1.2 ton Puin - 8 ton Gemengd afval - 8 ton
9.1
B hout C hout Beton / grind Zand / grond Puin Hout (B-hout) Sorteerzeefzand Metalen (ijzer) Papier / karton Plastics Overig (restfractie)
95% 5% 75% 25% 20% 20% 20% 2% 2% 2% 34%
1.14 0.06 6.4 1.6 1.6 1.6 1.6 0.16 0.16 0.16 2.72
ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton
Inzameling afvalstromen
Op de bouwplaats worden de afvalstromen gescheiden ingezameld in drie verschillende containers: gemengd afval (bouw- en sloopafval (BSA)), houtafval en puin (steenachtig materiaal). Meestal worden 3 containers van 6 m gebruikt waarbij het gewicht per inhoud verschilt: ca. 5 ton/container puin, 1,5 ton (BSA) en 1 ton voor hout. De productie van de verschillende containers is buiten beschouwing gelaten omdat dit kapitaalgoederen zijn.
9.2
Transport bouwafval
De logistiek om de containers neer te zetten en op te halen wordt geoptimaliseerd door het afvalverwerkingsbedrijf. Vrachtwagens rijden zo min mogelijk leeg heen of terug door het combineren van ritten in de buurt van het werk. We gaan er vanuit dat deze factor is verdisconteerd in de emissiefactoren van de CO2-prestatieladder. Voor de start van een bouwproject worden de containers door portaalauto’s één voor één afgeleverd. Zodra (één van) de containers vol (is) zijn worden deze door portaalauto’s naar de verwerker gebracht. De gemiddelde afstand van de bouwplaats naar de verwerker bedraagt ca. 25 km.
9.3
Verwerking van bouwafval
Aangekomen bij de verwerker worden de bouwafvalstromen achtereenvolgens: gewogen, geanalyseerd, gesorteerd, opgewaardeerd en verkocht of doorgetransporteerd. Na weging wordt het bouwafval van Welling Bouw samengevoegd met de andere binnengekomen fracties van andere projecten. De stromen worden vervolgens door verschillende scheidingstechnieken en bewerkingstechnieken geleid. In welke Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 13 -
DHV B.V.
verhoudingen de verschillende deelstromen worden verdeeld, is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.
Afvalinzameling
Afvalverwerking
95% Hout
1.2 ton
Toepassing
Hout (b-hout)
Spaanplaatindustrie
Overig
Afvalverbranding
Papier en karton
Papierindustrie
Plastics
Plasticrecycling
Metalen
Metaalindustrie
Sorteerzeefzand
Bouwproject
Granulaat
Bouwproject
5% 32% 2%
Gemengd 8 ton
2% 2% 20%
Puin
8 ton
20% 80%
Hout De houtcontainers van Welling worden door de portaalauto’s daarbij direct met de andere houtfracties gestort. Sterk vervuild hout (C-hout) wordt handmatig uit de fractie verwijderd en bij het restafval gevoegd om vervolgens in een AVI verbrand te worden. Het B-hout wordt tijdelijk opgeslagen en vervolgens doorgetransporteerd naar de spaanplaatindustrie. Puin Evenals de houtcontainers worden de puincontainers door de portaalauto’s direct naar de puinbreker geleid. Hier wordt het puin achtereenvolgens gebroken, met een transportband onder een magneetband doorgehaald en door een windzifter gehaald. Het zand wordt samengevoegd met het sorteerzand van de restfractie. Het granulaat wordt tijdelijk opgeslagen waarna het in een nieuwe (bouw)project wordt toegepast als toeslagmateriaal voor beton of als fundering. GemengdDe gemengde fractie (BSA) van Welling wordt samen met alle andere restfracties bij de verwerker eerst mechanisch voorgesorteerd met een kraan. Hier worden alle grote onderdelen zoals houten platen en ook matrassen, gescheiden. De restfractie wordt vervolgens op een elektrische loopband geplaatst en door een windzifter gehaald. Hier worden de lichte fracties zoals papier en plastics gescheiden. Met een magneetband worden ook de metalen onderdelen eruit gehaald.
9.4
Toepassingen fracties
Hout Het overgrote deel van de houtfractie (95%) wordt per vrachtwagen (10 ton) afgevoerd naar een spaanplaatfabriek in de regio. In deze fabriek worden de ijzeren delen eruit gehaald, wordt het hout geshredderd en vervolgens toegepast bij de productie van spaanplaten. Deze verwerkingsstappen voor de Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 14 -
DHV B.V.
productie van spaanplaat zijn echter niet meegenomen in deze CO2 ketenanalyse van bouwafval, omdat ze onderdeel uitmaken van een nieuwe productketen. Puin Puin wordt door de afvalverwerker van Welling opgewaardeerd tot granulaat en zand. Het granulaat wordt door de verwerker vervolgens verkocht en toegepast als toeslagmateriaal in de (wegen)bouw. Gemengd Uit het restafval worden in totaal zeven stromen gedestilleerd en apart afgevoerd. – Hout wordt bij het houtafval verzameld en afgevoerd naar de spaanplaatindustrie. – Steenachtig materiaal wordt bij de puinfractie gevoegd en na breken opnieuw ingezet als granulaat. – Zand wordt uit de puinfractie gezeefd en vervolgens weer verkocht als bouwmateriaal. – Plastics worden door een recycling bedrijf opnieuw gebruikt voor de productie. – Papier en karton worden naar de papierindustrie opnieuw ingezet voor de productie van papier. – Metalen worden verkocht aan een oud-ijzer handelaar die op zijn beurt zorgt voor hergebruik of recycling in de oven. – De restfractie van de gemengde fractie (BSA) wordt toegepast in de AVI waar deze wordt verbrand voor energieproductie.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 15 -
DHV B.V.
10
KETENPARTNERS – BOUWAFVAL (B)
Putman Groep – vaste afvalverwerker en inzamelaar van Welling. Afhankelijk van de mogelijkheden op de bouwplaats bepaalt Welling het aantal bouwafvalcontainers. De werknemers van Welling bepalen de exacte samenstelling en mate van scheiding van het bouwafval. Putman heeft vervolgens alle invloed op de wijze waarop het afval wordt ingezameld, hoe het wordt verwerkt en aan welke partij het vervolgens wordt doorgezet. Gegeven de hoeveelheid afval en de samenstelling zijn de activiteiten van Putman allesbepalend voor de CO2 impact van de bouwafvalketen. Onderaannemers – Welling is voor de scheiding van bouwafval (deels) afhankelijk van het scheidingsgedrag én bouwtechniek van onderaannemers. Indien bouwlieden van onderaannemers goed scheiden dan is de restfractie relatief laag waardoor de bijbehorende CO2 emissies sterk gereduceerd kunnen worden. Door het voorkomen van fouten op bouw wordt de totale fractie bouwafval gereduceerd waardoor minder verwerkt hoeft te worden. (zie ook hoofdstuk reductiemogelijkheden)
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 16 -
DHV B.V.
11
RESULTATEN KETENANALYSE – BOUWAFVAL (B)
De grootste CO2 impact van de bouwafvalketen zit in de verwerking van het bouwafval, ca. 60% van de totale CO2 impact. Dit is voornamelijk het gevolg van CO2 emissies als gevolg van de verwerking van het restafval. In totaal leidt het verwerken van bouwafval tot een emissie van 870 kg CO2. De verdeling van de totale CO2 emissies van deze keten is weergegeven in onderstaand figuur. Verdeling CO2 emissies bouwafvalketen 10%
14%
Tabel 4 – Verdeling emissies bouwafval Inzameling bouwafval
kg CO2
69.6
kg CO2
Inzameling bouwafval
598.7
kg CO2
Herwinning grondstoffen
83.3
kg CO2
Verwerking restafval
869.8
kg CO2
Herwinning grondstoffen Verwerking restafval Transport grondstoffen Totaal
8%
118.2
Transport grondstoffen 68%
Van alle transportactiviteiten is het transport van het bouwafval naar de verwerker over 25 km in onderstaand figuur duidelijk terug te zien in de resultaten. Dominant in de analyse zijn de emissies als gevolg van het opwerken van het puin. Vooral de brekers en het energiegebruik van de transportband zorgen voor de hoge emissies als gevolg van elektriciteitsgebruik. Ook de verwerking van restafval. De emissies van het natransport kunnen primair verklaard worden door het gewicht en de afstand tot de verwerker. Het sorteerzand wordt per binnenvaart over een lange afstand vervoerd tot een volgend project.
CO2 emissies bouwafvalverwerking 700
598.7
600
400
103.2 9.6
50.0
5.4
19.7
21
24.7
30.6
1.2
4.08 Overig (restafval)
100
Papier en karton
200
Granulaat
300
Hout
kg CO2
500
Inzameling
Herw inning grondstoffen
Verw erking restafval
Plastics
Transport grondstoffen
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
Metalen
Sorteerzeefzand
Verbranden gemengd
Gemengd
Puin / beton
Houtafval
Transport containers (verwerker --> Laden vrachtwagen (bouwplaats) Transport bouwafval (bouwplaats -->
0
12 april 2011, versie Definitief - 17 -
DHV B.V.
Tabel 5 – Detailresultaten CO2 ketenanalyse bouwafval Onderdeel
Activiteit
Transport containers (verwerker --> bouwplaats)
Transport
Transport van verwerker naar de bouwplaats met <10 ton vrachtwagen
9.6
kg CO2
Laden vrachtwagen (bouwplaats)
Laden
Laden bouwafval voor transport op de bouwplaats
5.4
kg CO2
Transport bouwafval (bouwplaats --> verwerker)
Transport
103.2
kg CO2
Herwinning grondstoffen
Houtafval Puin / beton
Specificatie / toelichting
CO2 emissie (totaal)
Van bouwplaats naar de verwerker met 10-20 ton vrachtwagen Geen specifieke bewerking
0.0
kg CO2
Conusbreker
8.8
kg CO2
Kogelmolen
23.4
kg CO2
0.2
kg CO2
17.6
kg CO2
1.0
kg CO2
Transportband Windzifter Gemengd
Mechanisch sorteren Windzifter
14.6
kg CO3
Vlakzeef
2.4
kg CO4
Magneetband
1.5
kg CO5
Transportband Verwerking restafval
Overig restafval
Transport
Hout Granulaat Sorteerzeefzand Metalen Plastics Papier en karton Overig (restafval)
verbranden Transport tot spaanplaatfabriek met 10-20 ton vrachtwagen Transport tot nieuwe werk met >20 ton vrachtwagen Transport tot nieuwe werk met binnenvaartschip Transport tot handelaar met 10-20 ton vrachtwagen Transport tot recycler met 10-20 ton vrachtwagen Transport tot papierfabriek met 10-20 ton vrachtwagen Transport tot AVI (AVR) met 10-20 ton vrachtwagen
TOTAAL
0.1
kg CO6
598.7
kg CO2
21
kg CO2
24.7
kg CO2
30.6
kg CO2
0.48
kg CO2
1.2
kg CO2
1.2
kg CO2
4.08
kg CO2
869.8
kg CO2
Vermeden emissies Naast bovenstaande CO2 emissies als gevolg van alle activiteiten leiden deze activiteiten ook tot indirecte vermeden emissies. Dit als gevolg van productie van secundaire grondstoffen of bouwmaterialen die anders nieuw geproduceerd zouden moeten worden. Maar ook als gevolg van productie van elektriciteit en warmte die anders middels conventionele brandstoffen zou zijn opgewekt. De vermeden CO2 emissies zijn zeer significant en wegen zeker ook op tegen de gerealiseerde CO2 emissies. Vanuit het perspectief van CO2 loont de inzameling en opwerken van bouwafvalstromen. Preventie geeft echter een nog grotere besparing, omdat in dat geval het materiaal ook niet geproduceerd hoeft te worden. Belangrijk bij de berekeningen van vermeden emissies zijn referentiestromen welke minder hoeven worden ingezet als gevolg van het gebruik van de secundaire grondstoffen. Zo vervangt granulaat
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 18 -
DHV B.V.
bijvoorbeeld grind, en kunnen plastics worden vergeleken met kunststofgranulaat. Deze factoren zijn in onderstaande tabel gegeven voor de verschillende stromen. Tabel 6 – Emissiefactoren vermeden grond- en bouwstoffen Secundaire grondstof
Vervanging van…
Vermeden CO2 emissie factor
Hout (B-hout)
Primair hout (naaldhout)
0.16 kg CO2/kg hout
Granulaat
Grind
0.001 kg CO2/kg granulaat
Sorteerzeefzand
Primair zand
0.002 kg CO2/kg sorteerzeefzand
Metalen
IJzer
1.0 kg CO2/kg ijzer
Plastics
Kunststofgranulaat
2.0 kg CO2/kg kunststofgranulaat
Papier en Karton
Primaire vezels
1.7 kg CO2/kg primaire vezels
Gemengd restafval
Fossiele
brandstoffen
voor
0.22 kg CO2/kg restafval
elektriciteitopwekking
Als we gebruik maken van bovenstaande aannames, zorgt de gemiddelde bouwafvalstroom voor ca. 1.800 kg CO2. Daarbij leidt vooral de productie van elektriciteit door de verbranding van restafval tot een significante bijdrage aan de totale vermeden emissies (ca. 600 kg). Daarnaast hebben vooral de energie intensieve materiaalstromen in de vorm van plastics, metalen en papier voor een significant aandeel van de vermeden emissies (zie bijlage 3).
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 19 -
DHV B.V.
12
REDUCTIEDOELSTELLINGEN – BOUWAFVAL (B)
Welling doet al het nodige om de verwerking van bouwafval zo duurzaam mogelijk te (laten) doen. Het voorkomen van bouwafval door het minimaliseren van bouwfouten en het zo goed mogelijk scheiden op de bouwplaats zijn daarbij belangrijke aspecten. Toepassing van sluitvracht voor betonmortel is daarbij een mooi voorbeeld. Welling heeft al bestaand beleid gericht op het verminderen van bouwafval maar zal de aankomende tijd inzetten op de onderstaande maatregelen om de CO2 impact nog verder te reduceren: –
Verminderen verpakkingsafval Welling onderzoekt en is daarover in gesprek met leveranciers of verpakkingsafval kan worden teruggenomen.
–
Verbeteren van afvalscheiding in overleg met de afvalverwerker en afspraken met onderaannemers kan Welling zorgen voor een verbeterde afvalscheiding.
–
Verminderen van impact ververking door het gebruik van nieuwe inkoopcriteria / contractafspraken met de afvalverwerker kan Welling eisen stellen aan de afvalverwerker. Hierbij kan het gaan over de logistiek of over de CO2-footprint van de verwerking van bouwafval.
Doelstelling Welling zal in 2015 de CO2 emissies in de bouwafvalketen met 5% reduceren met behulp van bovenstaande maatregelen en reeds bestaand beleid op dit punt.
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 20 -
DHV B.V.
13
COLOFON
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval
Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : :
Welling Bouw | Vastgoed CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval BA3840-100-100 21 pagina's Douwe van den Wall Bake Renilde Spriensma Renilde Spriensma Jan Bart Jutte 12 april 2011
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
12 april 2011, versie Definitief - 21 -
DHV B.V. Environmental and Sustainability Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E
[email protected] www.dhv.com
BIJLAGE 1
CO2 conversiefactoren
Conversiefactoren
A = Bekistingsketen B = Bouwafvalketen
Keten A A A A A A A B B B B B B B
Materiaal productie Phenolfilm Phenol formaldehyde (lijm) Naaldhout (europese productie) Bekistingsolie Staal ongelegeerd Zink PVC Zand Naaldhout (europese productie) Grind Cement (portland) Papier en Karton Kunststof (granulaat) Ijzer
eenheid kg CO2 kg 3.86 kg 3.60 kg 0.16 kg 1.05 kg 2.30 kg 3.37 kg 2.00 kg 0.002 kg 0.16 kg 0.001 kg 0.864 kg 1.7 kg 2.0 kg 1.0
bron Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0 i-waste Eco-invent 2.0 Eco-invent 2.0
Keten A A A A B
Activiteiten Verzinken incl zinkprod Metaalbewerking / -vervorming Zetwerk DPA Verbranding houtafval Verbranden restafval
eenheid kg CO2 kg 5.88 kg 0.06 kg 0.07 kg 0.71 kg 0.22
bron Eco-invent 2.0 TU Delft (oud) Eco-invent 2.0 Iwaste - AVR Iwaste - AVR
Keten A&B A&B A&B B
Transport vrachtwagen (3.5-10 ton) vrachtwagen (10-20 ton) vrachtwagen (>20 ton) Binnenvaart (550 ton)
eenheid kg CO2 tkm 0.480 tkm 0.300 tkm 0.130 tkm 0.070
bron Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011) Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011) Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011) Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011)
Opmerking
eenheid kg CO2 bron kWh 0.610 Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011) liter 3.135 Handboek CO2 prestatieladder 2.0 (16 maart 2011)
Opmerking
Keten Energie A & B electriciteit - grijs (Nuon) A & B diesel
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
Opmerking
Gezaagd zacht hout 50% lucht gedroogd en 50% ovengedroogd gebaseerd op minerale olie (IP346 SMSO extract <3%) casnr: 64742-55-8 Primair zink productie Polyvinylchloride, at regional storage/RER S Uitgangspunt: vervanging primair hout.
Pig-iron steel.
Opmerking Omgerekend op basis specificaties leverancier, 9,12% interne recycling en 91% primair Gebaseerd op draaien RVS onderdelen Koudvervormen gemiddeld
bijlage -1-
BIJLAGE 2
Detailoverzicht (data) – bekistingsketen (A)
Functionele eenheid
Afmetingen constructie breedte hoogte plaatdikte Platen Balken
totaal totaal
Uitgangspunten
Hergebruik (totaal) Hergebruik bouwplaats Hergebruik werf
Onderdeel / Activiteit productie bouwmat.
Platen (betonplex)
Specificatie / toelichting Hout
grenen fineren
Coating
phenolfilm
Lijm
phenol formaldehyde
1.0 3.6 0.018
m m m
7.2 0.12
m2 m3
10 2.5 4.0
keer keer keer
Kwantiteit eenheid 10 kg/m2
Bron
72 kg 0.17 kg/m2
Hout
vuren
460 kg/m3
Centerpennen
Moeren
Platen
Spijkers
Afstandhouders
Hulpmiddelen
Bekistingolie
verzinkt staal (waarvan):
1.3 kg/m2
staal
8.5 kg
zink
0.7 kg
verzinkt staal (waarvan):
2.4 kg/m2
constructie
(de)montage
Hijsen (voor transport --> bouwplaats)
Hijsen (opbouw)
Hijsen (afbouw)
Hijsen (voor transport --> werf)
transport
Betonplex (--> NL)
5.2 kg CO2
100% verlies
54.5 kg
0.16 kg CO2/kg
8.9 kg CO2
8% verlies
0.7 kg
2.36 kg CO2/kg
1.6 kg CO2
8% verlies
0.1 kg
5.88 kg CO2/kg
0.3 kg CO2
1.2 kg
2.36 kg CO2/kg
2.9 kg CO2
0.1 kg
5.88 kg CO2/kg
0.6 kg CO2
8% verlies
0.2 kg
2.37 kg CO2/kg
0.5 kg CO2
8% verlies
0.0 kg
5.88 kg CO2/kg
0.1 kg CO2
verzinkt staal (waarvan):
0.4 kg/m2
staal
2.7 kg
zink
0.2 kg
verzinkt staal (waarvan):
0.014 kg/m2
Welling
Welling
staal
0.095 kg
400% verlies
0.4 kg
2.36 kg CO2/kg
0.9 kg CO2
zink
0.008 kg
400% verlies
0.0 kg
5.88 kg CO2/kg
0.2 kg CO2
500% verlies
1.9 kg
2.00 kg CO2/kg
3.8 kg CO2
1000% verlies
2.3 kg
1.05 kg CO2/kg
2.4 kg CO2
3 keer
4.1 kWh
0.61 kg CO2/kWh
2.5 kg CO2
4 keer
0.6 lit
3.14 kg CO2/lit
1.9 kg CO2
10 keer
6.0 lit
3.14 kg CO2/lit
18.8 kg CO2
10 keer
4.5 lit
3.14 kg CO2/lit
14.1 kg CO2
4 keer
0.6 lit
3.14 kg CO2/lit
1.9 kg CO2
1 keer
112.0 tkm
0.13 kg CO2/tkm
14.6 kg CO2
1 keer
65.4 tkm
0.13 kg CO2/tkm
8.5 kg CO2
1 keer
10.5 tkm
0.48 kg CO2/tkm
5.0 kg CO2
1 keer
7.6 tkm
0.48 kg CO2/tkm
3.7 kg CO2
4 keer
90.2 tkm
0.30 kg CO2/tkm
27.1 kg CO2 0.0 kg CO2
kunststof
0.1 kg/m2
PVC
0.4 kg
olie
0.03 lit/m2
Welling
Tillman
0.216 lit
gemiddelde zaagtijd zaagvermogen (4600 W - 380 V) elektriciteitgebruik
1 kWh
Tijd
gemiddelde hijstijd
0.5 min/m2
Welling
Verbruik
gemiddeld verbruik kraan
2.5 lit diesel/uur
Welling
Energiegebruik
brandstofgebruik gemiddelde hijstijd
Verbruik
gemiddeld verbruik kraan
Energiegebruik
brandstofgebruik gemiddelde hijstijd
Verbruik
gemiddeld verbruik kraan
Energiegebruik
brandstofgebruik
gemiddelde hijstijd
2.5 min/m2 4600 watt
Welling Welling
0.15 lit diesel 2 min/m2 2.5 lit diesel/uur
Welling Welling
0.60 lit diesel 1.5 min/m2
Welling
2.5 lit diesel/uur
Welling
0.45 lit diesel
0.5 min/m2
Welling
2.5 lit diesel/uur
Welling
Verbruik
gemiddeld verbruik kraan
Energiegebruik
brandstofgebruik
0.15 lit diesel
Transportafstand
Spanje (Baskenland) --> NL (Beverwijk)
1500 km
Modaliteit
vrachtwagen (~40 ton)
PontMeyer PontMeyer
0.07 ton
Transportafstand
Zweden --> NL (Beverwijk)
Modaliteit
vrachtwagen (~40 ton)
1200 km
PontMeyer PontMeyer
0.1 ton
Transportafstand
Beverwijk --> Didam
Modaliteit
vrachtwagen (3.5-10 ton)
Transportgewicht
140.0 km
PontMeyer PontMeyer
10.45 tkm
Transportafstand
Beverwijk --> Didam
Modaliteit
vrachtwagen (3.5-10 ton)
Transportgewicht
140.0 km
PontMeyer PontMeyer
7.62 tkm
Transportafstand
Didam <--> Bouwplaats
Modaliteit
DAF Type FAS 85.360-W (10.8 ton)
Transportgewicht
144 km
Welling Welling
0.16 ton 22.6 tkm
verwerking
4.7 kg CO2
3.60 kg CO2/kg
8% verlies
65.4 tkm
Bekisting (Didam <--> bouwplaats)
3.86 kg CO2/kg
1.4 kg
8% verlies
Transportgewicht
Balken (NL --> Didam)
1.2 kg
100% verlies
1.4 kg
112 tkm
Betonplex (NL --> Didam)
100% verlies
15.6 kg
Transportgewicht
Balken (--> NL)
11.8 kg CO2
zink
Energiegebruik
Tijd
0.16 kg CO2/kg
Welling
Materieel
Tijd
72.0 kg
Welling
Tijd
Tijd
100% verlies
staal
minerale olie (Vormolie TM) Zagen (werf)
CO2 emissies per FE
Welling
54.5 kg Bevestigingsmiddelen
CO2 emissiefactor
PontMeyer
1.44 kg Balken
Benodigd per FE
PontMeyer
1.22 kg 0.2 kg/m2
(verlies)factor
PontMeyer
Hout
Kwijtraken
in de grond achterblijven -- 20% van houtfractie
0.03 ton
Welling
0.03 ton
0.00 kg CO2/kg
Bevestigingsmiddelen
Kwijtraken
op de bouwplaats achterblijven -- 50% van de totale0.001 fractieton
Welling
0.001 ton
0.00 kg CO2/kg
TOTAAL
0.0 kg CO2 142.0 kg CO2
extra / vermeden emissies Hout Bevestigingsmiddelen
Verbranding
gemiddelde verbrandingsoven -- 80% van het totale houtafval 0.10 ton
Welling
103.30 kg
-0.71 kg CO2/kg
-73.5 kg CO2
Verwerking
recycling via oud ijzerboer -- 50% van de totale fractie 0.001 ton
Welling
1.4 kg
-1.00 kg CO2/kg
-1.4 kg CO2
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
bijlage 2 -1-
BIJLAGE 3
Detailoverzicht (data) – bouwafvalketen (B)
Functionele eenheid
Bouwafvalstromen gem bouwproject (gem van 20 bouwprojecten in 2010) hout 1.2 ton puin 8 ton restafval 8 ton Onderdeel / Activiteit
Samenstelling bouwafval
Hout - 1.2 ton Puin - 8 ton Gemengd - 8 ton
Transport containers (verwerker -> bouwplaats) Afstand Modaliteit Container
Laden vrachtwagen (bouwplaats) Laden Energiegebruik
B hout C hout Beton / grind Zand / grond Puin Hout (B-hout) Sorteerzeefzand Metalen (ijzer) Papier / karton Plastics Overig
Kwantiteit eenheid 95% 5% 75% 25% 20% 20% 20% 2% 2% 2% 34%
Van verwerker naar de bouwplaats Vrachtwagen (3.5-10 ton) eigengewicht 1 ton
ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton
Putman Putman DHV DHV Putman Putman Putman Putman Putman Putman Putman
20 km 10 ton 20 tkm
Putman
DHV
Van bouwplaats naar de verwerker Vrachtwagen (10-20 ton) bouwafval + containers
20 km 10 ton 344 tkm
Putman
Transporteren Verkleinen
Mechanisch Magneetband Windzifter Vlakzeef Schudtafel Transportband Breken
0.2 0.3 3 0.5 0.2 0.3 1.5 4.0
DHV Heijningen Heijningen Heijningen Heijningen ThyssenKrupp Heijningen Heijningen
Houtafval
Geen specifieke bewerking
Puin / beton
Breker
Kentallen (verwerkingsprocessen) Sorteren / scheiden
Laden bouwafval voor transport op de bouwplaats
1.14 0.06 6 2 1.6 1.6 1.6 0.16 0.16 0.16 2.72
Bron
0.1 lit/ton 1.72 lit diesel
Transport bouwafval (bouwplaats -> verwerker) Afstand Modaliteit Transportgewicht
Herwinning
Specificatie / toelichting
kraan
hellingshoek van 10% Conusbreker (60 mm) Kogelmolen (2.5 mm)
Conusbreker Kogelmolen
Transportband Windzifter
kWh/ton kWh/ton kWh/ton kWh/ton kWh/ton kWh/ton.km kWh/ton kWh/ton
0 kWh
8.8 23.4 0.2 17.6
kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2
kWh kWh kWh kWh kWh
0.61 0.61 0.61 0.61 0.61
kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kWh
1.0 14.6 2.4 1.5 0.1
kg CO2 kg CO3 kg CO4 kg CO5 kg CO6
AVR
2720 kg
Materiaalstromen
Hout Granulaat Sorteerzeefzand Metalen Plastics Papier en karton Overig (restfractie)
B-hout
ton ton ton ton ton ton ton ton
Putman Putman Putman Putman Putman Putman Putman
Totaal
2.8 7.6 3.6 0.16 0.16 0.16 2.72 17.2 25 10 70 25 20 190 100 550 360 25 10 1.6 25 10 4 25 10 4 5 10 13.6
km ton tkm km ton tkm km ton tkm km ton tkm km ton tkm km ton tkm km ton tkm
Putman
Sorteerzeefzand
Metalen
Plastics
Papier en karton
Overig (restafval)
tot nieuwe werk Binnenvaartship tot handelaar vrachtwagen tot recycler vrachtwagen tot papierfabriek vrachtwagen tot AVI (AVR) vrachtwagen
0.22 kg CO2/kg
0.3 kg CO2/tkm
21 kg CO2
0.13 kg CO2/tkm
24.7 kg CO2
0.085 kg CO2/tkm
30.6 kg CO2
0.3 kg CO2/tkm
0.48 kg CO2
0.3 kg CO2/tkm
1.2 kg CO2
0.3 kg CO2/tkm
1.2 kg CO2
0.3 kg CO2/tkm
4.08 kg CO2
Putman
Putman
Putman
Putman
Putman
869.8 kg CO2 Vermeden gebruik van Hout primair materiaal Granulaat Sorteerzeefzand Metalen Plastics Papier en karton Productie van elektriciteit / warmte Overig (restfractie) TOTAAL
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
598.7 kg CO2
Putman
TOTAAL VERMEDEN EMISSIES
0.0 kg CO2
kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kWh
verbranden
tot nieuwe werk vrachtwagen
103.2 kg CO2
0.61 0.61 0.61 0.61
Overig restafval
Granulaat
5.4 kg CO2
kWh kWh kWh kWh
Verwerking
tot spaanplaatfabriek vrachtwagen
3.1 kg/lit
14.4 38.4 0.288 28.8 1.6 24 4 2.4 0.24
Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht Transportafstand Modaliteit Transportgewicht
9.6 kg CO2
0.61 kg CO2/kWh
Mechanisch sorteren kraan Windzifter Vlakzeef Magneetband Transportband
Hout
CO2 emissie (totaal)
0.48 kg/tkm
0.3 kg/tkm
Gemengd
Transport na herwinning
CO2 emissiefactor
2.8 7.6 3.6 0.16 0.16 0.16
ton ton ton ton ton ton
0.16 0.001 0.00 1.00 2.00 1.7
2.72 ton
kg/kg kg/kg kg/kg kg/kg kg/kg kg/kg
0.22 kg/kg
bijlage 3 -1-
-458 -8 -9 -160 -320 -272
kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2 kg CO2
-599 kg CO2 -1825 kg CO2
BIJLAGE 4
VALIDATIE EN VERANTWOORDING
De gegevens en berekeningen zijn op diverse manieren getoetst: De gegevens van Welling Bouw | Vastgoed met betrekking tot de bekistingsketen zijn voor alle bewerkingsstappen bijzonder gedetailleerd en nauwkeurig. De gegevens met betrekking tot de bouwafvalketen zijn herleid met behulp van cijfers en inzichten van de afvalverwerker maar zijn minder gedetailleerd en de resultaten zijn derhalve gebaseerd op literatuurwaarden. Voor de afbakening van de ketens is gebruik gemaakt van de richtlijnen van het GHG-protocol. Waar mogelijk is gebruik gemaakt van emissiefactoren zoals voorgeschreven in het “Handboek CO2-prestatieladder 2.0” (d.d. 16 maart 2011). Aanvullende data zijn afkomstig van / uit: – Eco-invent 2.0 LCA database Europa – Van Heijningen Energie en Miileuadvies b.v. - Meer energiekentallen in relatie tot preventie en hergebruik van afvalstromen – ThyssenKrupp: http://mineplanning.com/Homepage/publications_documents/Energy%20Efficiency%20&%20CO2%20 Emissions%20in%20Open%20Pit%20Mines%202011%20SME%20Anual%20Meeting.pdf – Interne bronnen / kennis en ervaring van: Welling (via Dhr. W. van Uem) Putman Groep (Dhr. L. van Dijk), PontMeyer (dhr. A. Eckhardt) en DHV. De analyses en berekeningen zijn uitgevoerd door 2 specialisten van DHV en gecontroleerd op basis van het 4 ogen principe. DHV is akkoord met het document, de resultaten en de gevolgde werkwijze, Namens DHV, Renilde Spriensma, Sr. LCA specialist,
Amersfoort, 12 april 2011
Welling Bouw | Vastgoed/CO2 ketenanalyses: bekistingconstructies en verwerking bouwafval Klant vertrouwelijkKlant vertrouwelijk
bijlage 4 -1-