eJL 2012-337
Cliëntenraad Houten Aan de secretaris Mevrouw LM. Ahlrichs 3994 EW HOUTEN
IJsselstein, 5 oktober 2012 Betreft: reactie op advies businesscase WIL
Geachte cliëntenraad, Per brief van 25 september 2012 heb ik uw advies ontvangen op de Businesscase WIL, zoals deze op 6 september 2( 112 is vastgesteld als voorgenomen besluit door de stuurgroep en klankbordgroep WIL. Ik wil u in de eerste plaats danken voor uw snelle reactie en meedenken. Clustergewijs en puntsgewijs wil ik graag ingaan op uw adviezen en opmerkingen. Ik houd daarbij de volgorde van uw adviezen en opmerkingen aan. Pre-advies cliëntenraad Houten van 19 juli 20 D De uitgangspunten die u in uw pre-advies noemt onderschrijven wij ten volle. De businesscase WIL si lier naadloos op aan. Alle punten (ook qua aansluiting op voorliggende voorziening bijvoorbeeld) zullen in de implementatiefase nader worden uitgewerkt. D U adviseert ons dat de professionals van WIL al vanaf heden te scholen en te begeleiden om de taken waarvoor zij staan ook daadwerkelijk uit ; kunnen voeren, direct bij aanvang van de nieuwe organisatie. V j delen uw standp it dat goede medewerkers de sleutel tot succes zijn (zie businesscase hoofdstuk 15.3). In de projectbegroting van WIL is hiervoor een fors bedrag opgenomen; op i it mom wordt als invulling hiervan een HRM agenda opgesteld. Na instemming van de BOR zullen we hiermee direct starten. D U vindt het verder essentieel dat WIL kiest voor een volgtijdelijke aanpak t.a.v. de onder ining van deelnemers serst de voorlig ide prol lemer oplossen en dan pas op traject richting werk. Uw argumentatie is dat dit kosteneffect ever is en meer resultaat oplevert. Ik ben benieuwd naar de "bewijslast" die u hiervoor heeft; de werkelijkheid is namelijk veeleer andersom. Het is ook hierom dat vele gemeenten hun aanpak herijkt hebben richting een parallelle aanpak: "on-the-job" problemen oplossen. Ook wij kiezen voor deze lijn. Uw advies volgen wij dan ook niet op. Het mag duidelijk zijn dat voor deelnemers waar de arbeidscapaciteh loor de veelheid aan problemen zo beperkt is, dat economische participatie (tijdeli c) niet aan de orde is, wel voor een volgtijdelijke aanpak gekozen wordt. 3 U geeft aan een groot tegenstander te zijn van het verplicht inzetten van uitkeringsgerechtigden als vrijwilliger. Hierover kunnen we kort zijn: WIL werkt niet met vrijwilligers. □ M ogelijk doelt u echter met vrijwilligerswerk ook het begrip tegenprestatie. U stelt namelijk in het vervolg dat werkervaring moet passen binnen het traject naar regulier duurzaam werk. Wij de len uw insteek als het gaat om de inhoud van de zaak: een
Pagina 1 van 5
tegenprestatie moet toegevoegde waarde hebben in het licht van de beoogde duurzame participatie van deelnemers. Een tegenprestatie is echter geen vrijwilligerswerk! Wanneer er sprake is van toegevoegde waarde, is echter afhankelijk van de situatie. De basisgedachte dat van deelnemers een maatschappelijke tegenprestatie verwacht mag worden delen wij echter 100%; dit deel van uw advies nemen we dan ook niet over. We zullen uiteraard wel steeds goed kijken naar de aard van de tegenprestaties waar het dan om gaat. U noemt zelf al enkele goede voorbeelden. In de implementatiefase zullen we het instrument tegenprestatie verder gaan uitwerken. U pleit in uw pre-advies voor een professionele werkgeversbenadering, met goed opgeleide medewerkers met (arbeidsmarkt)kennis van zaken. In de businesscase is dit punt helder uitgewerkt: wij dragen hier zorg voor. Onze accountmanagers kennen de arbeidsmarkt en zullen ook vooraf worden geschoold waar nodig. U geeft aan zich zorgen te maken over de mogelijke starheid van de groepsinde ling en voorstander te zijn van een individuele benadering en traject per clii nt. Ook hier is de businesscase WIL helder: we gaan per definitie uit van individueel maatwerk (in de Poortwachter & schouw periode kijken we naar wat iemand kan en wil en aansluitend volgt hierop een aanpak op maat) en de groepsindeling is niet star (waar nodig "schouwen" we iemand opnieuw, in ieder geval lx per jaar staan we hier bij stil). In de inleidende alinea's van hoofdstuk 9 wordt dit expliciet verwoord. U adviseert ons verder er zorg voor te dragen dat het P-budget niet wegstroomt naar derden (w.o. uitzendbureaus), maar ten goede komt aan de cliënten. Ik snap uw zorg, maar kan hier in de businesscase WIL geen grond voor vinden. Zoals hoofdstuk 9 schetst wordt het P-budget ingezet voor dienstverlening aan deelnemers :jobcoaching participatiecoaching. Uitzendbureaus zijn voor WIL bovenal een "outlet" naar de markt of een partner in het kader van de gezamenlijke werkgeversbenadering die wij voorstaan. Zij doen dit voor eigen rekening. U stelt verder dat naar de deelnemers duidelijk gecommuniceerd dient te worden wat hun po: : is (o.a. in welke groep ze zijn ingedeeld), zodat zij goed weten wat er verwacht kan worden vanuit WIL. Een terecht punt: in de implementatiefase zullen we dh punt verder uitwerken. U adviseert ons in dit licht om gebruik te maken van een assessment dat passend is voor onze cliëntengroepen. Hierdoor kan zowel de cliënt als de profess anal inzicht krijgen in de mogelijkheden die besloten liggen in het kunnen van de cliënten. Dit is ook onze inzet (zie hiervoor hoofdstuk 9). Uw opmerking over de aansluiting van (delen van) de WSW bij WIL kan ik niet helemaal volgen. WIL zal ten aanzien die deelnemers met een arbeidscapaciteit van tussen de 20-80% de samenwerking zoeken met PAUW Bedrijven (als preferred supplier) en ook andere SW partners indien nodig. Van een samenvoeging is echter jeen sprake, noch dat de WSW regelingen voor de huidige personenkring van de WSW niet meer beschikbaar blijven. In uw pre-advies noemt u tegen het einde een aantal uitgangspunten die u ons dringend mee wilt geven. Ook deze uitgangspunten ondera n wi e, op de n lancei ing na dat de mate van onze ondersteur ig de eigen verantwoordelijkheid en inzet van de deelnemers onverlet laat. M.a.w. niet alleen wij zijn aan zet, maar bovenal de uitkeringsgerechtigde zelf! De businesscase WIL sluit hier naadloos op aan. Alle punten (ook qua aansluiting op voorliggende voorziening bijvoorbeeld) zullen in de implementatiefase nader worden uitgewerkt. Al met al kan ik niet anders concluderen dat wij uw adviezen en opmerkingen vrijwel ten volle hebben meegenomen in de uitwerking van de businesscase WIL. Uw constatering dat wij niets met uw aanbevelingen hebben gedaan doet de waarheid geweld aan.
Pagina 2 van 5
2 012-33 7 Advies cliëntenraad Houten van 25 september 2012 3 In uw advies juicht u het toe dat één van de doelstellingen van WIL is dat er een goede diagnose wordt gesteld bij de werkzoekenden. U adviseert ons om de tijd te nemen voor het vinden van een juist diagnose-instrument (assessment) en onze medewerkers op te leiden om ermee om te kunnen gaan. Uw advies delen wij; zoals eerder gezegd gaan we de komende tijd goed onderzoeken hoe we tot een goede diagnose kunnen komen (met assessment instrument). U mag er vanuit gaan dat als dat nodig is de HRM agenda ruimte biedt voor training en opleiding in deze. D Het aansluiten op het bioritme van deelnemers vind ik in deze een bijzonder advies: de arbeidsmarkt houdt hier toch ook geen rekening mee? Het spreekt echter voor zich dat een assessment de kwaliteiten van deelnemers optimaal naar voren moet brengen. 3 U suggereert in uw advies dat WIL in deze eerder zal opteren voor snelheid om de doelstelling van 5% minder uitkeringslasten te halen, dan om goed te investeren in de diagnose en dienstverlening aan onze deelnemers. Ik kan hier in de businesscase WIL geen grond voor vinden, eerder het tegendeel. De grondhouding die u met uw suggestie uitstraalt baart ons wel zorgen. 3 U adviseert ons verder niet alleen te werken met werk.nl, maar ook te denken aan social media als Linked-IN, et cetera De constatering dat het noodzakelijk is verder te kijken dan de "neus van het UWV lang is" deel ik; dit is ook onze inzet. In de implementatiefase zullen we dit punt nader uitwerken. D U geeft in uw advies verder aan dat u als cliëntenraad Houten het te eng vindt om alleen PAUW bedrijven op te nemen als preferred supplier voor klantgroep 3. U adviseert ons dan ook met meerdere bedrijven goede arrangementen (meerjarige afspraken) te maken, zodat er sprake kan zijn van een gezonde marktwerking. Uw argumenten zijn helder en ook onze insteek. De keuze voor PAUW Bedrijven als preferred supplier betekent namelijk niet dat er geen andere bedrijven kunnen worden ingeschakeld; dat zullen we ook doen om PAUW Bedrijven scherp te houden. Daarbij komt dat de keuze voor PAUW Bedrijven pas effectief wordt als WIL met PAUW Bedrijven tot zakelijke en marktconforme (meerjaren)aispraken kan komen. Tot slot is voor een uitgangspunt dat we de vinger aan de pols houden om P^ V Bedrijven tot gezonde prestaties te (blijven) prikkelen. We denken al met al voldoende checks and balances te hebben ingebracht om een preffered suppliership met PAUW goed te kunnen rechtvaardigen. D In uw ogen zou WIL een prioriteitsaanpak moeten ontwikkelen voor de doelgroep 45+. De zorg die u uit dat de doelgroep 45+ aandacht behoeft, zeker in deze economisch roerige tijden, is een terechte zorg. Een doelgroepbeleid specifiek voor deze groep zien wij echter principieel i zitten, om de eenvoudige reden dat een zeer groot deel van ons deelnemersbestand tot deze doelgroep behoort. Wat wij wel w illen is de dienstverlening aan iedereen, en dus ook aan de oudere werkloze, zo inrichten dat de eigen kracht, talenten en ervaring van onze deelnemers zo goed als mogelijk wordt gezien, wordt erkend en waar mogelijk wordt benut. Waar nodig zullen we hiertoe, samen met de Lekstroom gemeenten zelf, flankerende acties op zetten. In de optiek van WIL is het de werkgever die uiteindelijk bepaalt wie hij/zij in dienst neemt; wij proberen de beste kandidaten /CV's onder de aandacht te brengen, ongeacht "ras, kleur of leeftijd". Daar waar we een te scherpe voorkeur bij werkgevers zien voor bijvoorbeeld jongeren, zullen we hierover met de werkgevers in gesprek gaan en kijken hoe we samen een meer evenwichtige keuze kunnen bewerkstelligen. D Uw opmerking dat WIL alleen iets voor jongeren zou doen omdat daar "een zak geld van de overheid aanhangt" beschouw ik als een ongelukkige formulering van uw kant. 3 In relatie tot het thema schuldhulpverlening adviseert u ons de keuze voor het wel of niet uitbesteden van een deel van de werkzaamheden voor schuldhulpverlening aan te houden totdat de uitkomst van een aanvullend onderzoek dat nu loopt bekend is. Dat is onlangs in de stuurgroep/klankbordgroep ook zo besloten. Of dit betekent dat WIL straks alles zelf gaat doen, zoals u bepleit, is echter nog maar de vraag. Er zijn ook legitieme argumenten die met kwaliteit, effect! e it en efficiency te maken hebben, die kunnen pleiten voor gedeeltelijke uitbesteding. In het land zijn hier meerdere voorbeelden van.
Pagina 3 van 5
U refereert wat betreft schuldhulpverlening impliciet aan de werkwijze zoals Houten die heeft. De werkwijze die Houten heeft gaat uit van vrijwilligers die voor de intake schuldenaars helpen met het in orde maken van hun papieren. En alleen als de administratie compleet is, neemt Houten de aanvraag in behandeling. Op deze wijze kunt u efficiënt werken en is uw aanpak inderdaad een voorbeeld aanpak. Niet in iedere gemeente echter is een dergelijke werkwijze mogelijk: soms omdat het vrijwilligerswerk niet op dit niveau ontwikkeld is, soms omdat een "strenge poort" als die in Houten poli iek niet gewenst is. Uw advies om de adviseur HRM, die in het cluster werkgeversbenadering genoemd staat, anders te benoemen, om verwarring met de interne functie van HRM medewerker te voorkomen nemen we over. U maakt zich verder zorgen dat de beoogde startformatie WIL te gering is. U stek onder meer dat het klantenbestand van WIL fors zal toenemen de komende tijd en een lagere caseload nodig is om deelnemers effectief te kunnen ondersteunen. U si Teert ver ier dat WIL "bespaart" op de startformatie om kostenoverwej ;n. U a :ert ons danrom de startformatie uit te breid van 25% naar 35%. Wi leien uw opvatting dat een kwalitatieve goede ondersteuning zich uitbetaalt; de startformatie WIL is hierop ingericht Van een besparing is dan ook geen sprake: WIL heeft straks ongeveer evenveel medewerkers in het primaire proces werken als de vijf gemeenten nu samen. De efficiencywinst die we boeken door processen slimmer te organiseren investeren we in de uitvoering: we gaan dus meer met hetzelfde doen! Waar we wel op "besparen" is de overhead: de 25% die u noemt heeft betrekking op de overhead; ik ga er vanuit dat u deze niet omhoog wilt hebben. U verzoekt ons u zo snel als mogelijk u te informeren over de keuze die de stuurgroep en klankbordgroep medio oktober 2012 zal maken ta.v. de huisvesting van WIL. Dit spreekt voor zich; ik zal u zelfs formeel om advies vragen hierover. Uw opvatting dat de genoemde inverdieneffecten op zowel de huisvesting als de ICT van elk ad. € 7 0 i.v.m. de inservice ICT en huisvesting te optimistisch zijn, vind ik lastig te plaatsen. Waar baseert u zich op? Wij zijn uitgegaan van de reële kosten die WIL zou moeten maken in een stand-alone situatie o.b.v. c ijectief en onafhankelijk (markt)onderzoek. Deze kosten zijn vergeleken met de kosten die beide gemeenten ons in rekening gaan brengen als zij WIL gaan huisvesten dan WIL qua ICT gaan " hosten". De besparing die \ ij opgenomen hebben is hierdoor niet alleen realistisch, maar zelfs nog aan de voorzichtige kant. Tenslotte Ik wil u danken voor uw reactie op onze adviesaanvraag. U heeft zich verdiept in de materie en geprobeerd vanuit een stevige betrokkenheid en oprechte zorg ons van advies te dienen. Het spreekt voor zich dat u er op mag vertrouwen dat wij uw adviezen serieus nemen en "er iets mee doen". Hierboven heb ik al aangegeven op welke wijze dat zal gebeuren of al is gebeurt. In ons laatste overleg hebben wij afgesproken met elkaar de komende tijd langs een aantal inhoudelijke thema's de implementatie van WIL te volgen. U kunt op deze wijze voortdurend monitoren hoe de implementatie loopt en daar waar nodig en gewenst ook meedenken en adviseren. Op deze wijze kan ik u ook goed bijpraten over ontwikkelingen die spelen en de achtergronden van keuzes die gemaakt zijn. Ook u kunt op deze wijze vragen stellen zonder te hoeven interpreteren. Ik ben blij dat we deze werkwijze gekozen hebben. Ik zie uit naar deze constructieve voortzetting van ons overleg en samenspel. Nogmaals dank voor uw reactie! Met vriendelijke groet,
Rob Esser
Pagina 4 van 5
Kwartiermaker Werk & Inkomen Lekstroom
Pagina 5 van 5
2 0 12-337
Aan het Bestuur Werk & Inkomen Lekstroom t.a.v. De heer R. Esser Postbus 26 3400 AA IJsselstein
Wmo-raad Lopik
cc Ina de Korte, Wethouder Inwonerszaken Lopik Lopik, 29 september 2012 Onderwerp: Advies van Cliëntenplatform en Wmo-raad Lopik op Businesscase WIL versie 5.1 Geacht Bestuur, J vraagt ons advies op bovengenoemde bussinesscase. Wij geven u eerst een momentopname: waar staat Lopik op dit moment. Anneke van Kampen en Wim van Vreeswijk, nemen op dit moment deel aan de BCR i.o. namens het Cliëntenplatform en Wmo-raad. Wim van Vreeswijk is sinds kort op verzoek van genoemde participatieraden aangeschoven. Hij ervaart een achterstand in kennis van de voorliggende materie, de lijvige dossiers weerbarstig. Tineke Loogman en Annie Biermans zijn afgehaakt. De opzet is op korte termijn met drie personen aan de BCR deel te nemen. Op dit moment vindt op bestuurlijk niveau een discussie plaats over: 'Lopik zelfstandig en toekomstbestendig'. Gelijktijdig vindt beraad plaats op het vlak van bezuinigingen. Daarbinnen zoekt de gemeente haar eigen kracht te formuleren; in navolging van de nadruk op de eigen kracht en de verantwoordelijkheid die van de inwoners wordt gevraagd. Het motief van de decentralisatie mag bij nieuwe samenwerkingsverbanden niet verloren gaan. De noodzakelijkheid van het sluiten van compromissen wordt erkend. De volgende bandbreedte wordt zichtbaar waarbinnen alle fracties in de raad van Lopik samenwerkingsverbanden willen aangaan. Frontoffice in lokale gemeente De kleinschaligheid van Lopik geeft een andere invalshoek. In het kader van 'Lopik zelfstandig toekomstbestendig' is het uitgangspunt lokaal altijd een frontoffice, elders kan met partners een backoffice worden gevormd. De uitgangspunten van de decentralisatie - dicht bij en met de burger - kan in onze optiek, inclusief flankerend beleid, alleen zo tot recht komen wanneer een volledige scheiding wordt aangebracht tussen frontoffice en backoffice. Onze ervaring is dat backoffice taken zich niet verenigingen met frontoffice taken. Daar zijn andere profielen en toerustingen voor vereist. Bijkomend effect is, dat het de nadelen van samenwerkingsverbanden opheft, maar de voordelen versterkt.
Een helder vangnet Dit om de kwetsbare burger extra bescherming te bieden voor het geval de org< isatie teveel een eigen doel wordt. Hardheidsclausule De burger een ' instrument' in handen te geven om aan de bel' te trekken, wanneer in zijn situatie de regelgeving niet voldoende ruimte biedt. Arbeidsmarkt groter dan de lokale gemeente. In het geval van Lopik ligt de arbeidsmarkt voor zeker 60% buiten het Lekstroomgebied. In mindere mate geldt dit waarschijnlijk ook voor de andere gemeenten. Voor ons is niet voldoende 'te belijden', dat dit niet de bedoeling is. Hierin moet de regelgeving voorzien. De bevoegdheid tot beslissing op bezwaar bij de lokale gemeente laten. Dit lijkt ons een logisch gevolg van de decentralisatie. Onze aanbevelingen zijn het in meer of mindere mate ten uitvoer brengen van bovengenoemde punten. Scheiding van frontoffice en backoffice heeft de hoogste prioriteit. Eigen kracht in samenhang met flankerend beleid komt dan alleen tot maximale ontplooiing. In het kader van bovengenoemde discussie is het voornemen de drie bestaande adviesorganen in de gemeente Lopik samen te voegen tot één: 'Adviesraad voor het sociaal-maatschappelijk beleid'. Kennis, ervaring en kwaliteit zullen daarin 'toekomstbestendig' vertegenwoordigd zijn. Onderhevig aan de 'bewegingen' in Lopik heeft ons advies een wat andere insteek gekregen. Op inhoudelijke punten rest ons in grote lijnen die van Houten te onderschrijven. Het zal duidelijk zijn gezien het voorgaande dat wij de voorkeur voor de vestiging in Houten niet ondersteunen. In onze visie van een scheiding tussen frontoffice en backoffice is die keuze ook niet relevant. Wel zijn wij nieuwsgierig naar de argumenten die de Cliëntenraad van Houten heeft voor de vestigingskeuze Houten. Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet, Namens Cliëntenplatform en Wmo-raad Lopik, Anneke van Kampen Wim van Vreeswijk
2012-337 WMO-raad Lopik Cliëntenplatform Lopik Mevrouw A. van kampen De heer W. van Vreeswijk ... LOPIK
IJsselstein, 5 oktober 2012 Betreft: reactie op advies businesscase WIL
Geachte WMO-raad en cliëntenplatform, Per brief van 29 september 2i 2 heb ik uw advies ontvangen op de Businesscase WIL, zoals deze op 6 september 2012 is vastgesteld als voorgenomen besluit door de stuurgroep en klankbordgroep WIL. Ik wil u op deze plaats danken voor uw snelle reactie en meedenken. In uw advies schetst u de kaders waarbinnen ik uw advies moet lezen: een gemeente die zich aan het heroriënteren is en een WMO-raad en cliëntenplatform dat zich hier binnen probeert te verhouden. Binnen deze dynamische context geeft u mij een aantal punten ter overweging mee. Onderstaand wil ik graag ingaan op uw adviezen en opmerkingen. Ik houd daarbij de volgorde van uw adviezen en opmerkii gen aan. Eigen frontoffice D Uw eerste aandachtspunt is dat het essentieel is dat Lopik een eigen frontoffice heeft. Alleen zo kan de dienstverlening dichtbij en met de burger vorm en inhoud worden gegeven stelt u. De huidige situatie is niet zo: burgers van Lopik moeten voor dienstverlening op het werkterrein van WIL naar Nieuwegein. D In de businesscase WIL gaan we uit van in ieder geval twee zaken: de zekerheid dat burgers in Lopik terecht kunnen voor vragen, advies en informatie (de lokale toegang is gegarandeerd) en een aantal dagdelen dienstverlening per week op locatie. Over de exacte invulling van de lokale toegang en de invulling van de dienstverlening op locatie vinden momenteel gesprekken plaats met de gemeente. D In de businesscase WIL wordt ook gesteld dat het goed inregelen van de "interfaces" tussen WIL en de gemeente van groot belang is. Een van deze interfaces betreft de dienstverlening aan burgers met een meervoudige problematiek waar zowel de gemeente als WIL aan zet zijn. Ook op dit punt vinden momenteel gesprekken plaats met de gemeente. Een helder vangnet D Uw tweede aandachtspunt is dat er een helder vangnet moet zijn om kwetsbare burgers bescherming te bieden voor het geval de eigen organisatie te veel een eigen doel wordt. Dit punt is mij niet helder. Mocht u bedoelen hoe we er voor waken dat WIL trouw blijft aan zijn eigen missie en de uitvoering hierop steeds wordt getoetst, dan is dat langs twee lijnen: enerzijds de lijn van de cliëntenparticipatie, anderzijds de bestuurlijke lijn. Ik ga er vanuit dat een "foutieve" koers van WIL door zowel de cliënten(raad) van WIL als het bestuur van WIL
Pagina 1 van 2
snel aangekaart zal worden en hierop actie zal worden genomen. Uw eigen portefeuillehouder Werk & inkomen zal hierop zeker toezien weet ik. U mag er verder van uitgaan dat een "foutieve" koers van WIL "slechte rapportcijfers" zal opleveren in het kader van onze ambitie een van de drie beste RSD'en van Nederland te willen worden. Er is WIL dus alles aan gelegen op koers te blijven. Hardheidsclausule H Uw derde aandachtspunt is de burgers een instrument in handen te geven om aan de bel te trekken als zaken niet goed lopen in zijn/haar geval. Het instrument dat ook nu al hiervoor bestaat is bezwaar en beroep. Ook binnen WIL zal een regeling bezwaar en beroep worden vastgesteld en worden geimplementeerd. U zult hiertoe een adviesaanvraag ontvangen tezijnertijd. Arbeidsmarkt groter dan de lokale gemeente U UW laatste aandachtspunt is dat de arbeidsmarkt voor Lopik voor meer dan helft buiten de Lekstroom ligt. U wilt "garanties" dat WIL hier ook werk van maakt. In de businesscase WIL hebben we aangegeven dat voor ons de arbeidsmarkt in ieder geval de Lekstroom is en we waar nodig en effectief aansluiting zoeken en werken vanuit een breder arbeidsmarktperspectief: de regio Midden-Utrec ht. 3 In de implementatiefase zullen we goed onderzoeken hoe groot het arbeidsmarktbereik van het WerkgeversServicePunt (WSP) Lekstroom moet zijn om ook daadwerkelijk optimale kansen voor de deelnemers van WIL te kunnen realiseren. Mocht blijken dat we bijvoorbeeld ook meer naar het westen moeten kijken (Drec htsteden, Rotterdam e.d.), dan zullen we dat gaan doen. Vooralsnog denken we echter, op basis van de inzichten en arbeidsmarktonderzoeken nu, dat de keuze die we in de businesscase gemaakt hebben: Lekstroom en Midden-Utrecht, een goed startpunt voor denken en doen is. Advies Houten □ In uw advies geeft u verder aan dat u in grote lijnen het advies van Houten onderschrijft. U geeft niet aan op welke wel, op welke punten niet. Qua locatiekeuze heeft u vanzelfsprekend een andere voorkeur. Op het advies van Houten heb ik uiteraard al rechtstreeks richting Houten gereageerd. Omwille van de helderheid en het gegeven dat u zich deels kan vinden in het advies van Houten voeg ik mijn reac tie op het advies aan Houten als bijlage bij dit schrijven toe. Ten slotte Ik wil u danken voor uw reactie op onze adviesaanvraag. Het spreekt voor zich dat u er op mag vertrouwen dat wij uw adviezen serieus nemen en "er iets mee doen". Hierboven heb ik al aangegeven op welke wij it zal gebeuren of al is gebeurt. In ons laatste overleg hebben wij afgesproken met elkaar de komende tijd langs een aantal inhoudelijke thema's de implementatie van WIL te volgen. U kunt op deze wijze voortdurend monitoren hoe de implementatie loopt en daar waar nodig en gewenst ook meedenken en adviseren. Ik ben blij dat we deze werkwijze gekozen hebben. Ik zie uit naar deze constructieve voortzetting van ons overleg en samenspel. Nogmaals dank voor uw reactie! Met vriendelijke groet,
Rob Esser Kwartiermaker Werk & Inkomen Lekstroom
Pagina 2 van 2
2012-337
Platform Sartmnfloving IJsselstein
Aan het bestuur van WIL p/a de heer R. Esser t.a.v. het secretariaat Overtoom 1 3401 BK IJsselstein Onderwerp: Advies organisatie WIL IJsselstein 3 oktober 2012 Geachte Heer Esser, De werkgroep "WIL'Van het "Platform Samenleving IJsselstein" (PSIJ), bestaande uit de heren B. Hoenselaar, J. v.d. Schot en H. W. v.d.Wiel, willen in de eerste plaats graag hun waardering uitspreken voor het vele werk, dat in korte tijd is verzet om deze business case tot stand te brengen. In zijn algemeenheid kunnen wij ons goed vinden in de wijze waarop het "bedrijf'WIL wordt vorm gegeven. Ons voornemen is, om vooral na de start van WIL, de uitvoering van wat is voorgenomen, op de uitwerking naar de cliënt kritisch te volgen. Vooraf willen we enkele aspecten onder de aandacht brengen, die, hoewel zij in de business case benoemd zijn, ons inziens extra aandacht behoeven om een geslaagde start van WIL in cliëntenperspectief mogelijk te maken. We denken dan aan de volgende aspecten: 1.
Het belang van een lokaal loket en de communicatie tussen deze en die van WIL
2.
Tijdig informeren van de cliëntenraad betreffende fricties tussen uitvoeringsplannen en de praktijk.
3.
Een traject - aanpak, dat rekening houdt met wat er in de voorgaande tijd al met de cliënt is gedaan, waarbij alle beschikbare dossiers van andere bureaus, integratiebedrij ven etc. (UWV), voor zover beschikbaar gebruikt worden.
4.
Bij de aanpak zoveel mogelijk naar de individuele behoefte en kansen van de cliënt kijken, ook wat betreft de prioritering in de aanpak van de belemmeringen en start van het werktraject. ( Dus niet per definitie eerst problemen oplossen en dan werktraject of andersom).
5.
In de business case opnemen van evaluatiemomenten, waarbij de Bijzondere Cliëntenraad betrokken wordt.
6.
Bij de totstandkoming van WIL raden wij u aan om gebruik te maken van de aanwezige expertise, die in de verschillende gemeenten aanwezig is. Dit geldt natuurlijk ook bij de totstandkoming van de BCR.
Verder stellen wij het zeer op prijs, dat de mogelijkheid wordt gecreëerd, om met meerdere gemeenten, tot één Bijzondere Cliëntenraad te komen. Daarbij willen wij het belang van WIL op de voorgrond stellen en de belangen van de verschillende individuele gemeenten op het tweede plan. Vertrouwende op een goede samenwerking, Tekenen wij met een groet Werkgroep "WIL" binnen het "Platform Samenleving IJsselstein" Namens deze, H. W. van der Wiel, secretaris PSIJ
2 0 12-337
Cliëntenraad
Houten Secretariaat: Mevrouw LM. Ahlrichs Eekhoornakker 6 3994 EW Houten Tel: 06-43429187 Mail: i.ahlrichs(a>online.nl Houten, 25-9-2012
Aan het Bestuur Werk & Inkomen Lekstroom t.a.v. De heer R. Esser Postbus 26 3400 AA IJsselstein cc Kees van Dalen, Wethouder Sociale Zaken Houten Onderwerp: Advies van Cliëntenraad Houten op Businesscase WIL versie 5.1 dd. 7 september 2012 Geacht Bestuur, Ons advies wordt gevraagd op in hoofde genoemde businesscase, van dit recht maken wij graag gebruik. Wij hebben dit lijvige boekwerk grondig bestudeerd en bij een aantal zaken hebben wij kantekeningen geplaatst. Allereerst willen wij ons pre-advies van 19 juli jl. nogmaals onder uw aandacht brengen. Wij hebben hierin een aantal aanbevelingen gedaan, die wij helaas niet terug kunnen vinden in de uiteindelijke versie van de businesscase WIL van 7 septembe • jl.. Voor de volledigheid zenden wij dit pre-advies als b jlage mee. Wij he ien onze aanbevelinger en kanttekeningen reeds o der de aandj Sociale Zaken H uten, Kees va Dalen, gebrach :r informatie aan i recht, tijdens het RTG met de Gemeenteraad Houten, gebruikmaken. Voor uw informatie: Dit gesprek vindt plaats op 30 oktober a.s..
van V ïouder zullen van ons spreek-
Hieronder treft u onze aanbevelingen en kanttekeningen aan op numerieke volgorde, hetgeen niet wil zeggen dat wij ons eerstgenoemde onderwerp 1 eeste gewicht :oekenner Wij vertrouwen erop dat u berei 1 bent onze aanbevelingen en kantekeningen nog te verwerken in de huidige businesscase WIL, alvorens dit document ter goedkeuring aan te bieden aan de betrokken gemeenten. Wij zien uw reactie met belangste Hing tegemoet. Met vriendelijke groet,
Namens de cliëntenraad Houten LM. Ahlrichs (secr.) Bijlage: -1- pre-advies dd. 19-7-2012
Hoofdstuk 8 Poortwachter & Schouw (vanaf blz. 23) =>
De Cliëntenraad juicht het toe dat één van de doelstellingen van WIL is dat er een goede diagnose wordt gesteld bij de werkzoekenden. V ij zijn van mening dat met een juiste diagnose een goed inzicht kan worden verkregen in de capaciteit en mogelijkheden van de cliënten. Beters iets langer de tijd nemen om iemand echt te leren kennen om dan daadwerkelijk langdurig uit te kunnen plaatsen, dan te gaan voor snelheid om de doelstelling van 5% minder uitkeringslasten te halen. Advies:
Wij adviseren dan ook om de tijd te nemen voor het vinden van een juist diagnoseinstrument (assessment) en uw medewerkers op te leiden om ermee om te kunnen gaan. Bovendien bevelen wij het gebruik van een bioritme aan.
=3-
Op blz. 24 spreekt u van E-portfolio gebruik. Let wel dat werkzoekenden vaak langere tijd niet hebben gesolliciteerd, dus het kunnen maken van een goed aansprekend CV is voor hen niet altijd vanzelfsprekend. Dit ondanks het feit dat zij wellicht een groot arbeidsverleden hebben, dus professioneel genoemd kunnen worden.
=>
Ook is het van groot belang dat in de juiste vacature databases gezocht kan worden en het CV zichtbaar gemaakt kan worden.
Advies:
Wij adviseren om niet alleen te werken met werk.nl, (dit is één van de slechtste databases), voor zowel het vinden van werk als het plaatsen van een CV. De ik ook aan social media als Linked-IN etc.
Hoofdstuk 9 Dienstverlening werkzoek
m (vanaf blz. 27)
=>
Er is door u besloten om voor de deelnemers uit groep 3 te werken met PAUW bedrijven als preferred supplier (blz. 28 één na laatste alinea) De Cliëntenraad Houten vin t het te eng om alleen PALTV f bedrijven op te nemen als preferred supplier. Deze bedrijven krijgen ons inziens te veel "macht" in handen. De kwaliteit van uitvoering staat bij ons voorop. Advies:
=>
Advies:
Het lijkt ons verstandig om met meerdere bedrijven goede arrangementen (afspraken) te maken, zodat er sprake kan zijn van een gezonde marktwerking. Deze afspraken kunnen dan bijvoorbeeld voor 3 jaar gelden, zodat WIL niet elke keer in onderhandeling hoeft over o.a. de tarieven en condities. Op blz. 31 geeft u aan dat de jongeren prioriteit hebben. Natuurlijk is het van belang dat een nieuwe generatie niet buitenspel wordt gezet, echter jongeren zijn flexibel en vinden vaak hun weg. Wij vragen u ook de doelgroep 45+ op te nemen in de businesscase en hier prioriteit aan te geven. Het kan toch niet zo zijn dat alleen prioriteit aan een groep wordt gegeven als er een "zak geld vanaf de overheid" aanhangt. Wij vinden het van groot belang dat voor ouderen, lees doelgroep 45+-ers, een prioriteitsaanpak wordt geformuleerd en uitgevoerd door WIL. De werkeloosheid in deze groep neemt gestaag toe en het vinden van betaald werk gaat (steeds) moeizame, ondanks grote inspanningen die door de doelgroep worden gepleegd.
2 0 12-337 Hoofdstuk 11 Inkomensondersteuning (vanaf blz. 34) =>
In tegenstelling tot wat in het BMC onderzoek is aanbevolen, zal WIL een deel van de werkzaamheden van de SHV uitbesteden aan derden. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een nader onderzoek. De Cliëntenraad Houten vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en wij adviseren dan ook om niet met deze werkwijze aan te vangen. Wij zijn van mening dat deze doelgroep efficiënter en met minder kosten in huis begeleidt kan worden.
Wij hebben van de wethouder sociale zaken Houten begrepen dat er twijfels zijn gerezen over de uitkomst van het nader onderzoek en dat er een aanvullend onderzoek is gestart. Wij zien de uitkomst hiervan met belangstelling asap tegemoet en adviseren u om de beslissing inzake de werkwijze SHV aan te houden totdat de uitkomst van dit aanvullend onderzoek bekend zijn. Advies:
Het zou ons inziens verstandig zijn deze aanvulling op te nemen in de businesscase. (blz. 37 één na laatste alinea)
Hoofdstuk 15 Personeel en formatie (vanaf blz.51) =>
Algemene opmerking: De Cliëntenraad adviseer een andere benaming te geven aan de adviseur HRM, die in het luster werkgeversbenadering genoemd staat. Dit om verwarring met de interne functie van HRM medewerking te voorkomen, bij de invulling van het functiehuis.
=>
De Cliëntenraad Houten is van mening dat in de beoogde startformatie te weinig medewerkers in de uitvoering zijn geplaatst. Onze beweegredenen hiervoor zijn: a.Het aantal werkelozen dat in de businesscase is genoemd is ons inziens reeds toegenomen. b.Een medewerker heeft de mogelijkheid om meer aandacht aan een cliënt/ meerdere cliënten te gaan besteden . Laat dit geen mooie kreet zijn in de businesscase, maar een daadwerkelijk te voeren beleid. Hierdoor is het van groot belang dat medewerkers ook de ruimte in hun cliëntenportefeuille hebben om dit uit te voeren. c. Als beginnende organisatie is het van groot belang dat er naamsbekendheid komt naar werkgevers in de regio over de werkwijze en de professionaliteit. d.De reden dat WIL is opgericht moet ons inziens niet alleen de (op termijn) kostenbesparende factor zijn, maar ook een vernieuwende dynamische aanpak, waarbij voldoende medewerkers zich daadwerkelijk bezig gaan houden met de cliënten. Hoe kleiner de groep cliënten die aan een medewerker is toegewezen, hoe groter de kans is dat de medewerker alle ins en outs van zijn cliënten ook daadwerkelijk kent. Hoe groter de kans dat een goede werkplek gezocht en gevonden wordt.
Advies:
Alhoewel wij begrepen dat het aantal medewerkers in de uitvoering op dit moment nog lager lig dan nu al opgenomen in de Businesscase, adviseren wij om uw formatie uit te breiden naar 35% ipv 25%. Dus een toename van 10% in de opstartfase, waarbij naar alle waarschijnlijkheid nog verdere uitbreiding beoogd dient te worden.
Hoofdstuk 16 Huisvesting en ICT (vanaf blz. 55) =>
Wij ontvangen asap de informatie over de huisvesting. U zult in deze begrijpen dat de Cliëntenraad Houten er de voorkeur aangeeft dat WIL in Houten wordt gevestigd.
=>
Wij denken dat de genoemde inverdi sneffecten op zowel de huisvesting als de ICT van elk ad. € 250.00,00 i.v.m. de inservice ICT en huisvesting te optimistisch zijn. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat het becijferde besparingseffect van WIL langer op zich zal laten wachten.
2 0 12-337 PSIJ Werkgroep WIL Aan de secretaris De heer H. van der Wiel ... IJsselstein
IJsselstein, 5 oktober 2i Betreft: reactie op advies businesscase WIL
Geachte werkgroep WIL, Per brief van 3 oktober 2012 heb ik uw advies ontvangen op de Businesscase WIL, zoals deze op 6 september 2012 is vastgesteld als voorgenomen besluit door de stuurgroep en klankbordgroep WIL. Ik wil u in de eerste plaats danken voor uw snelle reactie en meedenken. In zijn algemeenheid kunt u zich goed vinden in de wijze waarop het "bedrijf'WIL wordt vorm gegeven. Uw voornemen is, om vooral na de start van WIL, de uitvoering van wat is voorgenomen, op de uitwerking naar de cliënt kritisch te volgen. Dat laatste lijkt ons een goede zaak. Uw positieve grondhouding waarderen wij. In uw advies noemt u een aantal aspecten die in uw ogen in de implementatiefase extra aandacht behoeven om een geslaagde start an WIL in cliëntenperspectief mo£ k te maken. In de businesscase WIL worden deze aspecten al aangestipt als relevant. Ik onderschrijf uw insteek: alle genoemde aspecten krijgen in de uitwerking ook de aandacht die u vraagt. Onderstaand wil ik kort op alle aspecten kort ingaan. Ik houd daarbij voor de helderheid uw volgorde aan. Belang lokaal loket en aansluiting loketten op elkaar □ Uw eerste aandach spunt is het belang van een lokaal loket en de communicatie tussen deze en die van WIL. □ In de businesscase WIL gaan we uit van in ieder geval twee zaken: de zekerheid dat burgers in IJsselstein terecht kunnen voor vragen, advies en informatie (de lokale toegang is gegarandeerd) en een aantal dagdelen diens srlening )er week op locatie. Over de exacte invulling van de lokale toegang en de invulling van de dienstverlening op locatie vinden momenteel gesprekken plaats met de gemeente. D In de businesscase WIL wordt ook gesteld dat het goed inregelen van de "interfaces" tussen WIL en de gemeente van groot belang is. Een van deze interfaces betreft de dienstverlening n burgers met e< n meervoudige problematiek waar zowel de gemeente als WIL aan zet zijn. Ook op dit punt vinden momente ken plaats met de gemeente. U Naar verwachting zullen we voor de kerst helder hebben hoe we dit punt in IJsselstein goed ingeregeld hebben. Ik zal u hierover telkens bijpraten tijdens ons overleg.
Pagina 1 van 3
Informeren cliëntenraad over fricties plannen en praktijk D Uw tweede aandachtspunt is dat wij tijdig informeren betreffende fricties tussen uitvoeringsplannen en de praktijk. Het mag duidelijk zijn, dat daar waar wij van plan zijn af te wijken van de businesscase we dit gemotiveerd aan u zullen doorgeven. U heeft ook mijn toezegging dat ik u regelmatig op alle relevante dossiers zal bijpraten over de stand van zaken m.b.t. de implementatie van de businesscase. Daar waar zich forse fricties voordoen zal ik u hierover bijpraten. Doorborduren op hetgeen al gebeurt 1 Uw derde aandachtspunt is dat WIL geen nieuwe trajecten gaat opstarten, maar voor alle cliënten de bestaande aanpak continueert zover als mogelijk en zinvol, rekening houdend met wat er in de voorgaande tijd al met de cliënt is gedaan, waarbij alle beschikbare dossiers van andere bureaus, integratiebedrijven etc. (UWV), voor zover beschikbaar gebruikt worden. Op het oog is dit een redelijke eis. D In de komende maanden zullen we binnen WIL evenwel stil staan bij de vraag of we bestaande aanpakken per definitie dan wel uit pragmatische overwegingen 1-op-l continueren of-eventueel gefaseerd- voor iedere cliënt dan wel specifieke groepen van cliënten tot een herijking over gaan. Voor WIL is het principiële uitgangspunt voor ondersteuning namelijk lerzijds de noodza; k (heeft ie nd on tiing n< dig?) en pot /motivatie (wil en kan iemand?) van een cliënt, anderzijds de arbeidscapaciteit van een cliënt (het "verdienvermogen"). □ Daar waar we dit zicht op cliënten niet of onvoldoende hebben, dan wel we gerede twijfels hebben dat cliënten niet de juiste ondersteuning krijgen ligt continuering van de aanpak niet voor de hand. Het spreekt voor zich dat we uiteraard wel alle relevante informatie meenemen in een eventuele heroverweging. Individueel maatwerk D Uw vierde aandachtspunt sluit hier op aan. U opteert voor een aanpak waarbij zoveel als mogelijk naar de individuele behoefte en kansen van de cliënt gekeken wordt, ook wat betreft de prioritering in de aanpak van de belemmeringen en start van het werktraject. ( Dus niet per definitie eerst prob nen oplossen en dan werktraject of andersom). In de businesscase WIL leest u terug dat wij dit ook van plan zijn: het resultaat staat voorop, maatwerk is daarvoor essentieel. □ Ik ben blij dat ook u onderschrijft dat een volgtijdelijke aanpak t.a.v. de ondersteuning van deelnemers (eerst de voorliggende problemen oplossen en dan pas op traject richting werk) niet altijd de meest effectieve weg is. WIL redeneert precies andersom: een parallelle aanpak, tenzij. Samen evalueren 3 Uw vijfde aandachtspunt is dat u in de business case graag evaluatiemomenten igenomen ziet, waarbij de Bijzondere Cliëntenraad betrokken wordt. D vanze dat wij tijdens de implementatiefase op gezette tijden met elkaar zullen sti ie stand vai k u om advies zal vragen. In het projectplan implementatiefase zal ik daartoe momenten markeren, /er wat u daarbij onder het begr p evaluatie ve -staat, zou ik het ik de komende keer graag met u willen hebben. Wat zou u willen evalueren? Aanwezige expertise benutten D Uw laatste aandachtspunt is dat u ons aanraadt bij d ï totstandkoming van WIL gebruik te maken van de aanwezige expertise, die in de verschillende gemeenten aanwezig is. Dit geldt natuurlijk ook bij de totstandkoming van de BCR. Wat dat laatste betreft heb ik daar weinig op te zeggen: de realisatie van een BCR is bovenal in uw handen, net als de keuze wie namens de gemeenten zitting zullen
Pagina 2 van 3
a 01 z - 337 nemen in de BCR (en de latere cliëntenraad van WIL). U heeft in mij hierin uiteraard wel een warm voorstander. Wat uw eerste punt betreft geldt dat de businesscase WIL is opgebouwd vanuit de dee van co-creatie. Ruim 50 medewerkers van alle gemeenten hebben hun steentje bijgedragen in de ontwerpfase. In de implementatiefase zal dit aantal waarschijnlijk oplopen tot minimaal 80. Uw advies zie ik dan ook vooral als een steun in de rug om door te pakken op de ingeslagen weg. Ten slotte Ik wil u danken voor uw reactie op onze adviesaanvraag. Het spreekt voor zich dat u er op mag vertrouwen dat wij uw adviezen serieus nemen en "er iets mee doen". Hierboven heb ik al aangegeven op welke wijze dat zal gebeuren of al is gebeurd. In ons laatste overleg hebben wij afgesproken met elkaar de komende tijd langs een aantal inhoudelijke thema's de implementatie van WIL te volgen. U kunt op deze wijze voortdurend monitoren hoe de implementatie loopt en daar waar nodig en gewenst ook meedenken en adviseren. Ik ben blij dat we deze werkwijze gekozen hebben. Ik zie uit naar deze constructieve voortzetting van ons overleg en samenspel. Nogmaals dank voor uw reactie! Met vriendelijke groet,
Rob Esser Kwartiermaker Werk & Inkomen Lekstroom
Pagina 3 van 3