Certificeren van rekendocenten

Certificeren van rekendocenten Bij de ROC’s is een grote behoefte aan goed gekwalificeerde rekendocenten. Hiervoor worden verschillende cursussen, scholingen en workshops aangeboden die kunnen leiden tot goede rekendocenten. Om de kwaliteit van de rekendocent te waarborgen, is het mogelijk om gecertificeerd te worden. De certificering bevat twee onderdelen: de eigen vaardigheid rekenen en de didactische vaardigheid van de rekendocent. De certificering vindt plaats op basis van de vier pijlers uit het ERWD3-protocol, die getest zijn bij experts tijdens de Panamaconferentie 2013. We maken graag gebruik van de gelegenheid om hieronder ons programma tot certificering toe te lichten.

Opdrachtgever Is de rechtspersoon voor het proces van de certificering. De opdrachtgever krijgt van de toetsleider de resultaten van de pilottoets 3F en van Rekenen op rekenen de beoordeling van het assessment. De toetsleider is in dienst van het ROC en coördineert het proces. Aan de hand van de behaalde resultaten bepaalt de opdrachtgever de certificatie van de rekendocent. De uitkomst hiervan is een onderdeel van de functioneringsgesprekken van de rekendocent.

De rekendocent De certificatie van rekendocenten bestaat uit twee onderdelen: 1. Het niveau van eigenvaardigheid rekenen toetsen 2. Het niveau van de didactiek van rekenen toetsen 1. Het niveau van eigenvaardigheid rekenen toetsen De rekendocent gaat de pilottoets rekenen 3F (centraal ontwikkeld examen) maken, welke digitaal wordt aangeboden door de Cito.

1

[email protected], www.rekenenoprekenen.nl versie 201401

Het centraal ontwikkeld examen rekenen 3F   

  

omvat alle vier de domeinen (Getallen, Verhoudingen, Meten en Meetkunde en Verbanden) wordt digitaal afgenomen; de kandidaat heeft recht op kladpapier, maar moet dat aan het eind van de examenzitting inleveren; waar een rekenmachine toegestaan is, wordt deze geïntegreerd in de digitale toetsomgeving aangeboden is generiek, dat wil zeggen dat er één versie is en dat de opgaven dus voor alle deelnemers identiek zijn, de contexten in de opgaven zijn algemeen beroepsgericht of komen voort uit situaties van burgerschap (maatschappelijk functioneren) heeft een lengte van maximaal 120 minuten; er is geen maximum aan de beschikbare tijd per opgave heeft een taalniveau dat passend is voor de doelgroep en zodanig is dat er geen taalvaardigheid getoetst wordt heeft niet de mogelijkheid om heen en weer te bladeren tussenopgaven

(bron: Syllabus centraal ontwikkeld examen Rekenen Referentieniveau 3F (mbo-4))

2. Het niveau van de didactiek van rekenen toetsen De rekendocent laat aan de hand van vooraf ontwikkelde casussen mondeling het niveau van haar/zijn didactiek zien. De casussen zijn reële didactische situaties welke zich in de klas tijdens de rekenlessen kunnen voordoen. De casussen zijn ontwikkeld door Rekenen op Rekenen.

Beoordeling De rekendocent moet een voldoende (6,0) halen voor het centraal ontwikkeld rekenexamen 3F. Er is één herkansingsmogelijkheid. De rekendocent moet een voldoende halen voor de 2 rekencasussen. Dit wordt bepaald door een van te voren ontwikkeld beoordelingsformulier. Er is één herkansingsmogelijkheid.

De begeleiding: 1. Eigenvaardigheid rekenen Er worden drie workshops gegeven: voorbereiding rekenen eigenvaardigheid 3F. Alle deelnemende rekendocenten krijgen een dvd waarop oefentoetsen 2F/3F staan. Hiermee kunnen ze zelf oefenen.

2


2. Didactiek van rekenen Rekenen op Rekenen heeft de volgende training (verschillende keren) aangeboden: 

De didactische training tot rekendocent MBO

Tijdsduur: Het centraal ontwikkeld examen rekenen 3F (120 minuten) wordt digitaal afgenomen. Dit wordt geregeld door de toetsleider van ROC. De mondelinge toets didactiek rekenen wordt door Rekenen op Rekenen afgenomen en duurt 20 minuten per rekendocent. Het is mogelijk om maximaal drie rekendocenten tegelijkertijd te toetsen. Dit duurt dan 60 minuten.

Rekenen op Rekenen

De rekendocent laat aan de hand van vooraf ontwikkelde casussen mondeling het niveau van haar/zijn didactiek zien. De casussen zijn reële didactische situaties welke zich in de klas tijdens de rekenlessen kunnen voordoen. Als uitgangspunt worden de vier pijlers vanuit het ERWD3 protocol gehanteerd. De vier pijlers zijn: 1. het handelingsmodel

3


2. het drieslagmodel

3. de hoofdlijnen voor rekenen 

begripsvorming (conceptontwikkeling, rekentaal en het verlenen van betekenis)  ontwikkelen van oplossingsprocedures  vlot leren rekenen (oefenen, automatiseren en memoriseren)  flexibel toepassen (van kennis en vaardigheden) 4. een typering van studentkenmerken Aan de hand van het ingevulde beoordelingsformulier (zie bijlage) wordt inzicht gegeven van het niveau van de didactiek van de rekendocent in het rekenonderwijs. Het laten zien van de didactiek vanuit de casussen is de basis hiervoor. De beoordeling van de rekendocent voor de 2 rekencasussen kan zijn: Hoe groot is het risico dat er geen niveauverhoging optreedt bij de studenten, welke een verplicht rekenexamen moet afleggen   

weinig risico beperkt risico groot risico

De criteria Op alle vier de pijlers van criteria certificeren van de rekendocent wordt er een beoordeling gegeven. Deze beoordelingen samen geeft de totaalbeoordeling.   

Als er op alle pijlers weinig risico behaald is, is de totale beoordeling weinig risico. Als er op een of meer pijlers beperkt risico behaald is, is de totale beoordeling beperkt risico. Als er op een of meer pijlers groot risico behaald is, is de totale beoordeling groot risico.

4


Bijlage 1.

Beoordelingsformulier

Certificeren van rekendocenten datum:

Naam rekendocent:

beoordelaar: Hoe groot is het risico dat er geen niveauverhoging optreedt bij de studenten, welke een verplicht rekenexamen moet afleggen

1

Het handelingsmodel

2

Het drieslagmodel

3

De hoofdlijnen voor rekenen

4

een typering van studentkenmerken

Eindbeoordeling: weinig risico

beperkt risico

Informeel niveau Voorstellen abstract/concreet Formeel niveau Context Reflecteren Bewerking Uitvoeren Oplossing Plannen begripsvorming (conceptontwikkeling, rekentaal en het verlenen van betekenis) ontwikkelen van oplossingsprocedures vlot leren rekenen (oefenen, automatiseren en memoriseren) flexibel toepassen (van kennis en vaardigheden) Studenten hebben verschillende rekengeschiedenissen (kennis, vaardigheden en attitude). Voorkennis ophalen. Omgaan met de individuele en groeps verschillen Inspelen op de vele risicofactoren in het dagelijks leven van de student

5


groot risico

Certificeren van rekendocenten

Recommend Documents