Centrum voor Natuur- & Milieueducatie
De Hooiberg Jaarprogramma Basisonderwijs 2010-2011
Centrum voor Natuur- en Milieueducatie
De Hooiberg Jaarprogramma Basisonderwijs
2010-2011
Centrum voor Natuur- en Milieueducatie De Hooiberg `s-Gravenweg 327 2905 LB Capelle aan den IJssel Telefoon: 010-4412770 Fax: 010-4412768 E-mail:
[email protected] Hoofd: Bart van der Waal Het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie wordt beheerd door de Stichting Kinderboerderij Klaverweide
INHOUDSOPGAVE 2
1. Ligging en bereikbaarheid ....................................
4
2. Voorwoord .................................... 3. Inleiding .................................... 3.1 Lessen op het centrum .................................... 3.2 leskisten .................................... 3.3 Ontdekdozen .................................... 3.4 Veldwerkkisten .................................... 3.5 Lesmateriaal .................................... 3.6 Literatuur .................................... 3.7 Andere organisaties .............................….. 3.8 Inschrijven ................................... 3.9 Huisregels ……………………...
5 6 6 6 6 7 7 7 7 8 9
4. Activiteiten voor de kinderen.
10
4.1 Activiteitenoverzicht 2010-2011 4.2 Beschrijving van de activiteiten
...................... 10 ......................... 10
5. Uitleen ............................ 5.1 Leenregels ............................ 5.2 Overzicht van de leskisten, veldwerkkisten en ontdekdozen ............................ 6 Leskisten en ontdekdozen voor de onderbouw ................. 6.0 Leskist Lieveheersbeestjes ............ 6.1 Leskist "Pieter de Pier" ............ 6.2 Leskist "Meneer de Pauw" ............ 6.3 Leskist "Natuur rond de school/buiten kijken" 6.4 Leskist "Boompje groot" ............ 6.5 Leskist "Ikzelf/wijzelf" ............
19 19 20 21 21 21 21 21 22 22
Ontdekdozen voor de onderbouw .............................. 23 Overzicht van ontdekdozen .............................. 23 6.6 Water ..................................................................... 23 6.7 Bellen blazen ..................................................................... 23 6.8 Metalen 6.9 Spiegels 6.10 Kleuren 6.11 Ruiken 6.12 Magneten
..................................................................... 23 ..................................................................... 23 ..................................................................... 24 ..................................................................... 24 ..................................................................... 24
7. Leskisten voor de middenbouw ..................................... 24 7.1 Leskist "Het weer" ............................................ 24 7.2 Leskist "Kaasmaken" ............................................ 24
7.3 Leskist "Bomen" 7.4 Leskist “ Bijen” 7.5 Wonderweb
............................................ 25 …………………………… 25 3 ............................. 25
Ontdekdoos voor de middenbouw 7.5 Zaden
............................. .............................
26 26
8. Les- en veldwerkkisten voor de bovenbouw......................... 8.1 Leskist "Kaasmaken" ........................................... 8.2 Leskist “Bomen” ........................................... 8.3 Leskist Sarah’s Wereld” ........................................... 8.4Leskist energie …………………………...
27 27 27 27 27
Veldwerkkisten 8.5Veldwerkkist "Water" ....................... 8.6Veldwerkkist "Planten en Mossen" .......................
27 28
9. Overige materialen
..........................................
29
10. Andere NME voorzieningen in de regio
......................
30
11. Adressen van overige NME instellingen.
.....................
33
12. Kinderboerderij Klaverweide ..........................................
4
35
1. De ligging en bereikbaarheid. Het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie De Hooiberg ligt op het terrein van de Kinderboerderij Klaverweide aan de `s-Gravenweg 327 in Capelle aan den IJssel. De Hooiberg is per openbaar vervoer te bereiken met de metro halte De Terp. Komt u met de auto dan parkeren op de Purmerhoek. Vandaar is het 3 minuten lopen via het tunneltje onder de Abram van Rijckevorselweg door. De route naar het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie "De Hooiberg":
CNME de Hooiberg
Parkeren op de Purmerhoek
Volg vanaf de metrohalte De Terp het Atolpad naar de ‘s-Gravenweg
5
2. Voorwoord. Voor u ligt het jaarprogramma voor het schooljaar 2010-2011. In het lesschema zijn thema’s opgenomen die eerder zijn gegeven en die echt nieuw zijn. Een apart vermelding verdient daarbij het lesthema “de Knop Om”. Deze les is nieuw in zijn aanpak en nieuw voor de provincie Zuid-Holland. Voor deze lescyclus, die waarschijnlijk eenmalig hier gegeven zal kunnen worden, hebben wij naast dit jaarprogramma een aparte mailing opgenomen. Verder gaat het centrum nu en in de toekomst vanuit het gemeentelijk milieubeleid meer samenwerken met de gemeente Capelle aan den IJssel. Met de Groene Voetstappen en de Warme Truiendag wordt daarvoor een eerste aanzet gegeven. Het centrum wil bereiken dat de kinderen door bezig te zijn met de levende natuur via bewondering en zorgen voor het dier en de planten, tot een bewuste betrokkenheid zullen komen die tot uitdrukking komt in milieuvriendelijk gedrag. Daarvoor is het nodig dat de kinderen geregeld en regelmatig met die levende natuur in aanraking komen. Wij hopen, dat u ook dit jaar weer veelvuldig van onze diensten gebruik maakt. Met vriendelijke groeten,
Het hoofd van het CNME de Hooiberg,
Bart van der Waal
6
3. Inleiding. Het aanbod voor natuur- en milieueducatie van De Hooiberg bestaat uit: * Centrumlessen. * Lessen op school * Leskisten. * Ontdekdozen. * Veldwerkkisten. * Materialen voor tijdens de les. * Literatuur.
3.1 Centrumlessen en andere activiteiten De lessen op het centrum worden door de NME-medewerker van De Hooiberg zelf opgezet en ingericht. De kinderen gaan na een korte introductie meestal zelf, door middel van opdrachten aan de slag. Hoe zelfstandig ze kunnen werken is afhankelijk van het niveau van de groep. Bij groep 1 t/m 4 vragen wij om extra begeleiding van de groepjes. De duur van een les varieert tussen 5 kwartier en 2 uur. De centrumlessen vinden plaats in en in de omgeving van De Hooiberg. In het algemeen komen de lessen eens in de twee á drie jaar weer terug. Naast deze lessen zijn er de activiteiten als de Groene Voetstappen en de Warme Truiendag waaraan u met de hele school of bepaalde groepen mee kunt doen.
3.2 Leskisten. Naast de lessen op het centrum beschikken we over 9 leskisten. Leskisten kunnen een essentieel element zijn ter ondersteuning van de natuurbeleving van leerlingen op basisscholen. Leskisten bevatten opdrachten en de daarvoor benodigde materialen, waarmee kinderen actief hun omgeving of een bepaald thema verkennen. Voor de leerkracht is een handleiding aanwezig . Ook geeft de handleiding vaak suggesties voor een inleiding, verwerking en verdieping van het onderwerp. De bedoeling van het werken met leskisten is dat de leerkracht zelf met de leerlingen aan de slag gaat. Regelmatig komt het voor dat enkele of alle opdrachten uit een leskist buiten uitgevoerd moeten of kunnen worden. Hiervoor is het vaak nodig dat de leerkracht assistentie krijgt van enkele ouders, verzorgers of oudere leerlingen. Dit wordt aangegeven bij de beschrijving van de leskist.
3.3 Ontdekdozen. Met de inhoud van de ontdekdoos kunnen leerlingen zich individueel, in groepjes of klassikaal verdiepen in bepaalde onderwerpen. In elke doos zitten materialen waarmee ze zelfstandig experimenteren, al dan niet met behulp van opdrachten. Er volgt een proces van aanrommelen, gericht onderzoeken, waarnemen, concluderen en verslag maken. Het zelf onderzoeken en conclusies trekken gaat in het onderwijs een steeds grotere rol spelen. Met deze dozen hopen wij de leerkrachten te ondersteunen.
7
3.4 Veldwerkkisten. Voor groep 8 van het basisonderwijs beschikken we over 2 veldwerkkisten. De veldwerkkist water en veldwerkkist planten en mossen. Veldwerkkisten zijn er exclusief voor om buiten bezig te gaan met het onderzoek van natuurverschijnselen. Door zijn inhoud is het een kist voor groep 8 en hoger. Dus bij voorkeur gebruiken in het Schollebos of/en een natuurrijke schoolomgeving. Door de opzet is de veldwerkkist prima te gebruiken binnen een thema of projectweek.
3.5 Lesmateriaal. (aanvraag formulier 3) Natuur. Gedurende het afgelopen jaar en in de komende periode zijn we bezig met het opbouwen van een materialenbestand. In dit bestand zitten concrete materialen die u kunt gebruiken bij het illustreren van uw lessen uit de NO-methode. Zo zijn er diverse boomschijfjes, vogelnesten, sporen van dieren en zaden. Dit materiaal is op afroep en beperkt uitleenbaar. Gereedschap. Verder kunt u bij ons gebruik maken van diverse losse materialen als loupepotten, zoekkaarten, microscoop, schepnet, verrekijkers, schepnetten, grondboren ed. Verder kunt u voor het huisvesten van dieren terecht voor aquaria en plastic bakken. Levende dieren. Daarnaast kunt u bij de kinderboerderij Klaverweide terecht voor het lenen van kleine dieren. Bij de uitleen van dieren krijgt u informatie mee over de verzorging van het dier en enkele lessuggesties. Bij de kinderboerderij en het cnme zijn voorlopig nog alleen muizen, ratten, konijnen, cavia´s, en wandelende takken, kevers, salamanders en in het voorjaar kuikens te leen. Voor andere (grote)dieren is aparte begeleiding nodig. In overleg kunt u natuurlijk proberen of het dier naar de klas kan komen. Liever hebben wij dat u met uw kinderen naar de kinderboerderij komt. Daar kunt u de dieren in een natuurlijkere omgeving bekijken.
3.6 Documentatiecentrum Naast de lesprogramma’s kunt u gedurende het schooljaar een beroep doen op ons documentatiecentrum. Heeft u een project rond een onderwerp dat niet in ons programma staat, of zijn er leerlingen die materialen nodig hebben voor een spreekbeurt, dan kunt u bij ons materialen lenen. Er zijn lesbrieven, posters, videobanden, dvd’s, boeken, tijdschriften, modellen, opgezette dieren en illustratiemateriaal, maar ook kijkers, binoculairs, microscopen e.d.
3.7 Andere organisaties. In de regio Rijnmond en daar buiten zijn ook andere organisaties bezig met natuur- en milieueducatie. Ze doen dat vaak op een heel eigen wijze en meestal met uitgekiende programma’s. Zo is er bijvoorbeeld de Natuurschool bij Stellendam die de kinderen een dag meeneemt in een educatieve en recreatieve ontdekkingstocht langs het strand en in de zee. Een heel goed alternatief voor een schoolreis.
8
3.8 Inschrijven. Hoe vraagt u aan? Voor het inschrijven op lessen of het lenen van leskisten en/of materialen zijn er drie verschillende formulieren. Nr. 1 Een aanvraagformulier voor de lessen. Nr. 2 Een aanvraagformulier voor leskisten, ontdekdozen en veldwerkkisten. Nr. 3 Aanvraagformulier voor losse materialen. Wij stellen het erg op prijs als u ver van te voren kunt aangeven wanneer u welke losse materialen zou willen lenen. Dan kunnen wij er ook voor zorgen dat, via aanschaf of lening bij een ander centrum, de materialen aanwezig zijn op het moment dat ze nodig zijn. Voor het lenen van veldwerkmaterialen kunt u overigens het gehele schoolseizoen contact opnemen met het centrum.
Formulier 1: * Bij de lesaanvragen dient u alle groepen te vermelden, ook de groepen waarvoor geen lessen worden aangevraagd. Dit kan worden gedaan achter de letters a, b, c enzovoort waarbij de laagste leerjaren het eerst worden genoemd. *Achter de naam van de leerkracht ziet u een aantal hokjes die naar de daarboven genoemde lessen verwijzen. Als u in aanmerking wilt komen voor een les, dan dient u een kruisje te zetten in het hokje onder de gewenste les en achter de naam van de leerkracht die de les aanvraagt. *Achter de aanvragen is er een kolom met regels. Als een schooltijd voor de aanvragende leerkracht ongeschikt is, kan deze dat daarin aangeven. Wij zullen hiermee zoveel mogelijk rekening houden. *Tenslotte is er een ruimte opengehouden; "ongeschikte data". Hier hoeft u geen vakanties en algemeen erkende feestdagen in te vullen. Het betreft hier bijzondere activiteiten voor uw school, waardoor u geen lessen kunt volgen, zoals werkweken, verjaardagen, vergaderingen, sportdagen. * Verder willen we u vragen om de groepsgrootte per les te beperken tot 35 leerlingen. Formulier 2: Voor het lenen van leskisten, ontdekdozen en veldwerkkisten gebruikt u formulier 2. Wij vragen u deze formulieren zo compleet mogelijk in te vullen. Vooral de postcode niet vergeten, dit voorkomt bij ons veel opzoekwerk. De formulieren dienen met zwart te worden ingevuld. Ze kunnen gezamenlijk in de antwoordenenvelop verstuurd worden aan het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie De Hooiberg. Voor meer informatie kunt u bellen 010-4412770
9
Formulier 3: Dit formulier gebruikt u als nu al weet welke materialen u het komende jaar wilt gaan gebruiken. Het voordeel van het vroegtijdig aanvragen is dat wij in deze materialen, als we ze niet in ons bezit hebben, voor u kunnen bemiddelen of ze tijdig kunnen aanschaffen of verzamelen. U kunt naast het formulier natuurlijk altijd gedurende het jaar langskomen om in het depot te snuffelen. Wel even van te voren bellen.
Afzeggen van lessen Indien u een uitnodiging op school ontvangt voor een tijdstip waarop u met uw klas niet kunt komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met het CNME De Hooiberg. Wij kunnen dan proberen een andere klas in uw plaats uit te nodigen en voor u een nieuwe datum te reserveren. Werkwijze bij iedere les Ruim voordat de les plaatsvindt krijgt u van ons een handleiding, waarin de hele lescyclus, de voorbereiding, de les op het cnme en de verwerking op school stap voor stap beschreven worden. Bij een les die u zelf geeft wordt u van tevoren uitgenodigd voor een introductiebijeenkomst. Speciaal basisonderwijs. In principe wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het basis en speciaal basisonderwijs. Als algemene regel geldt dat alle genoemde activiteiten, zowel voor het basisonderwijs als voor het speciaal basisonderwijs bestemd zijn. We vragen daarom het speciaal onderwijs om op eenzelfde manier in te schrijven voor het lesprogramma. Het is wenselijk dat u voor het indienen van uw aanvragen met de NME-medewerker contact opneemt over de geschiktheid van bepaalde lessen voor uw leerlingen of dat u na ontvangst van de uitnodiging voor de lessen contact met ons opneemt om uw specifieke wensen door te geven.
3.9 Huisregels. Parkeren Fietsers kunnen hun fiets plaatsen in de fietsenstalling op de oprit van de Kinderboerderij de Klaverweide. Bij de Kinderboerderij Klaverweide is heel weinig parkeerruimte. Daarom vragen wij u de auto´s te parkeren op de parkeerplaatsen op de Purmerhoek. Vandaar kunt u via het Atolpad(zie de plattegrond) onder de Abraham van Rijckevorselweg naar de Kinderboerderij Klaverweide lopen. (Looptijd: 6 minuten.) In geval van slecht weer en/of jonge kinderen is het toegestaan de kinderen bij het hek van de kinderboerderij uit te laten stappen. In die situatie parkeert u de auto´s in de berm van de ´sGravenweg. U mag uw auto niet parkeren op de gehandicaptenparkeerplaats en de oprit van de Kinderboerderij Klaverweide. Dit o.a. in verband met de toegankelijkheid van de kinderboerderij voor o.a. de leveranciers en de brandweer.
Omgang met de dieren Hoe moeilijk het soms ook is, dieren op de kinderboerderij hebben behoefte aan rust en veiligheid. Ze mogen bijna allemaal geaaid worden als ze dat willen. Wat wij van u willen vragen is om de kinderen voorafgaand aan het bezoek op de kinderboerderij erop te wijzen dat ze niet achter de dieren aan rennen en zich gewoon als gast willen gedragen. Voor met name grote kinderen geldt dat ze niet over de boerderij rennen omdat er ook hele jonge kinderen rondlopen. 10
4. Activiteiten voor de kinderen. 4.1ACTIVITEITEN OVERZICHT 2010/2011
1
LES
groep
Meneer De Pauw
1 en 2
S O N D J
F
M A M J X
J
X
(pag. 10 )
2.
Kleine beestjes
3 en 4
X
X
X
X
X
X
X
X
en afval (pag.11)
3.
Winterles
3 en 4
X
X
(pag. 12)
4.
Waterdieren (pag.13)
5 en 6
5.
Bijen doe-het-zelf
5 en 6
6.
De Knop om
X
X
(pag. 13)
7 en 8
X
X X
(pag. 14)
7.
Natuurspeurtocht Schollebos (pag.14)
7 en 8
X
8.
Groene Voetstappen
Groep 1 t/m 8
X
X
Ma 13 sept.t/m zat 18 sept. (pag. 15)
9.
Warme truiendag 4 februari 2011
X
Groep 3 t/m 8
(pag. 17)
4.2 Beschrijving van de activiteiten Lessen voor de onderbouw (groep 1 t/m 4) 1.Meneer de Pauw Voor:groep 1 en 2 Periode: Maart/april 2011 Lesduur: 1,5 uur Begeleiding: 1 per 5 kinderen Gegeven door: Medewerker CNME 11
In deze les ligt de nadruk op de ontwikkeling van de zintuigen in combinatie met het contact met de dieren van de kinderboerderij. De kist bevat 8 spellen variërend van ’rondkeutelen’ tot en met ‘luistervinkje’ spelen. De les wordt voorbereid op school aan de hand van het verhaal Meneer de Pauw, hoe staan je ogen nou?”. Dit wordt vooraf toegestuurd, samen met de instructies van de 8 spellen. Bij aankomst staat de kist met daarbij de grote felgekleurde pauw, ontdaan van alle ogen, voor u klaar. Bij de start mag ieder groepje grabbelen in de grabbelzak. Daar zitten gekleurde kralen in: de groep start met het spel dat de kleur heeft van de kraal. Bij grote groepen (meer dan 25 kinderen) is het aan te bevelen op school vast een rooster te maken voor de groepjes, omdat het aantal spellen beperkt is.
2.Kleine beestjesles en afval Voor: groep 1, 2 en 3. Periode:mei en juni 2011 Lesduur: 2 uur Begeleiding: Per 5 kinderen 1 begeleider Te geven door een medewerker CNME Lesdoelstellingen • De kinderen ervaren dat er een heleboel verschillende kleine beestjes in, op en boven de grond leven • De kinderen zijn eerder verwonderd over dat kleine leven dan bang • Ze ervaren dat je voor die kleine beestjes kunt zorgen zodat ze in jouw tuin komen of op het balkon • Ze weten wat die kleine bodemdiertjes eten en wat niet. • Ze weten dat de bodemdieren ervoor zorgen dat het afval weer verteerd wordt. Lesbeschrijving: Na binnenkomst gaan ze in een soort mollenhol zitten. Aan een kant van het mollenhol is een poppenkast. In de poppenkast staat een boom. De blaadjes die op de grond gevallen zijn reiken tot vlak onder zijn takken. Onder de takkenkrans zit een mond. Het is de boom die klaagt dat hij niets te eten heeft. De bladeren zijn te groot voor zijn wortels om ze op te eten. Wie kan hem helpen om de bladeren klein te maken? In de natuur lopen een heleboel dieren rond. Als ze onder de boom door lopen vraagt de boom steeds weer aan het dier om te helpen. Ieder dier heeft zo zijn eigenaardigheden. Achtereenvolgens komen mol, egel, muis, slak en pissebed langs. De laatste twee kunnen het karwei wel klaren al hoewel ze wel op moeten letten dat ze niet gepakt worden door de andere dieren. Terwijl ze aan het eten zijn komen ze hier en daar iets tegen waar ze absoluut niet tegen kunnen. Daarom waren ze eerst gevlucht naar een andere plek waar de grond schoon was van al dat niet te vreten plastic. Na de poppenkast volgt een instructie voor de begeleiding. In het lokaal bevinden zich circa 10 opdrachten. Zo is er een bak waarin allerlei bodemdieren rondkruipen. Verder zijn ze zelf even een worm en kruipen ze door een wormengang op zoek naar lekkere blaadjes. Onderweg moeten ze wel oppassen voor de mol en de merel die gek zijn op een wormpje. 12
De kinderen gaan in groepjes van 5 kinderen met een begeleider langs de opdrachten. Zo’n 10 minuten voor de eindtijd van de les gaat de groep weer in de kring zitten en sluiten we af met een kort kringgesprek over de leuke en minder leuke dingen die ze ervaren hebben.
3. De Winterles Voor groep: 3 en 4. Periode: Januari /februari 2011 Lesduur: 5 kwartier Te geven door: Medewerker CNME Lesdoel: De kinderen weten na de les hoe een aantal Nederlandse dieren en planten de winter doorbrengen. Ze ervaren de overeenkomsten en verschillen tussen de aanpassingen van mens en dier op de winter. Ze weten hoe ze dieren in de winter kunnen helpen. Lesbeschrijving: Op de kinderboerderij zijn een heleboel dieren en planten die op hun manier de winter door komen. Aan de hand van opdrachten gaan de kinderen over het terrein van de kinderboerderij en in het lokaal van de Hooiberg en zoeken ze uit op welke manier de dieren en planten de winter doorkomen. Daarbij gaat het om vragen als, hoe houden dieren en mensen zich warm, hoe vinden ze voedsel, welke dieren houden een winterslaap en welke dieren leggen een wintervoorraad aan. Aansluiting bij: Methode Leefwereld deel 3 hoofdstuk 8 Methode Leefwereld deel 4 hoofdstuk 11 en 12. Methode Natuurlijk deel 2 hoofdstuk 7 Met huid en haar
13
Lessen voor de middenbouw (Groep 5 en 6) 4. Waterdieren Voor groep: 5 en 6 Periode: oktober en november 2010 Lesduur : 6 kwartier. Te geven door : Medewerker CNME Lesdoel: Kinderen kunnen dieren en planten die in het water leven benoemen. Ze kunnen daarbij een zoekkaart hanteren. Kinderen kunnen de verschillende dieren plaatsen binnen de voedselketen van een sloot. Ze kunnen op basis van wat ze in een sloot gevangen hebben een simpele waterkwaliteitsbeoordeling geven. Ze hebben een idee van wat er allemaal wordt gedaan voor een goede waterkwaliteit. Lesbeschrijving: Het lokaal is ingericht als een sloot met daarin de verschillende dieren- en plantengroepen. In het lokaal bevindt zich de piramide met daarin uitgebeeld de dieren en hun positie binnen de voedselketen. De begrippen die daarbij horen worden kort toegelicht. Daarna gaat de groep naar een sloot bij de kinderboerderij en aan de slag met het vangen van waterdieren. In het lokaal worden de dieren op naam gebracht en geplaatst binnen een tabel voor de waterkwaliteit. Aanwijzing voor de leerkracht: We gaan er vanuit dat de leerlingen zelfstandig in groepjes van 3 a 4 kinderen kunnen werken. Mocht dat niet het geval zijn dan is extra begeleiding gewenst. Bij deze les dienen kinderen laarzen, oude kleren en regenkleding te dragen.
Aansluiting bij: Leefwereld 6, les 26 en 27. Natuurlijk 3, les 14 Natuurlijk 4, les 15
5. Bijen doe-het-zelf Voor: groep 5 en 6 Periode:mei t/m juli 2010 Lesduur: 2 uur Te geven door leerkracht Lesdoel: De kinderen weten hoe een kast er van binnen uitziet. Het verschil en de overeenkomsten tussen bijen, wespen, hommels en mieren. (Gedrag, uiterlijk, nestbouw betekenis voor de mens).
14
Lesbeschrijving: Na een korte inleiding met aandacht voor de angst voor bijen en wespen en hun bouw en de indeling van het volk en de kast, aan de hand van een aantal modellen, gaat een deel van de groep aan het werk met een aantal opdrachten. Die opdrachten gaan over de bouw van het nest van wespen, sociale bijen, solitaire bijen en mieren. Het andere deel gaat naar de bijenstand alwaar zij een aantal observaties aan de bijen doen met behulp van een tweetal observatiekasten en een camera die op een vliegplank gericht staat. Wist u overigens dat we in Nederland zo´n 300 solitaire bijensoorten hebben?
Lessen voor de bovenbouw (Groep 7 en 8) 6. De Knop Om Voor groep 7 en 8. Periode: Van 30 augustus t/m 15 oktober 2010 Lesduur: 120 minuten Te geven door een medewerker CNME Voor deze les ontvangt u van ons een aparte brief en een apart opgavenformulier. Lesdoel: Leerlingen ervaren aan den lijve hoe ze rekening kunnen houden met het gebruik van fossiele brandstoffen en hoe ze de CO2 uitstoot kunnen beperken. Lesbeschrijving Bij ‘De knop om’ gaat een schoolklas (groep 7 of 8) aan de slag om een discofeest te organiseren. Ze zetten thee en koffie,maken sap, zorgen voor verlichting en wassen af. Maar de kunst is om dat zo energiezuinig te doen. Sap persen met de hand of met de centrifuge? Wasdrogen met de machine of de wringer? Om de gevolgen van hun energiegebruik inzichtelijk te maken, krijgt de klas twintig bomen toebedeeld. Voor iedere activiteit zetten ze een boom in. Wordt de hoeveelheid CO2 die de klas met een activiteit uitstoot groter dan de boom die dag opneemt, dan stopt de energietoevoer. De leerlingen ondervinden aan den lijve de spanning tussen het gemak en het -energieverbruik en spreken elkaar daar ook op aan. De kunst is om zoveel mogelijk bomen over te houden. Is de beschikbare energie op, dan is het feest afgelopen!
7. Natuurspeurtocht in het Schollebos. Voor groep: 7 en 8 Periode: september en oktober 2010 en van april t/m juli 2011 Lesduur: 2 uur Te geven door de leerkracht Lesdoel: Kinderen lopen langs de verschillende landschapselementen waaruit het park is opgebouwd en zien de verschillende levensvormen die daarbij behoren. Zo zijn er bosschages, waterlopen, vrijstaande bomen, sloten en het grasveld/weiland. Ze oefenen met een aantal simpele onderzoeksvaardigheden. Temperatuur, hellingshoek, boomhoogtemeter, de grondboor, planten en dierentabellen(zoekkaarten), ed.
15
Lesbeschrijving: In het Schollebos is een speurtocht uitgezet. Bij ieder punt moeten de kinderen een opdracht uitvoeren. Zo zijn er o.a. de volgende posten: wateronderzoek, bomen, struiken en kruiden, bodem, bodemdieren en vogels. Voor iedere post is circa 15 minuten. De nabespreking kan naar eigen inzicht en afhankelijk van het weer plaatsvinden op school of in het park. Aanwijzing voor de leerkracht: Of u alle opdrachten in het parcours moet opnemen is afhankelijk van het moment in het seizoen en de hoeveelheid tijd die u voor deze activiteit vrij maakt. Per post heeft u één extra begeleider nodig. Het parcours is zodanig opgezet dat de kinderen zelf van de ene opdracht naar de andere kunnen komen. Plattegrond en alle materialen voor dit parcours zitten in een aantal tassen. Deze kunt u van tevoren ophalen op het Centrum
Groene Voetstappen en Warme Truiendag Inleiding In 2009 heeft de gemeente binnen haar milieubeleid gekozen voor extra aandacht voor klimaat en duurzaamheid. Wij zijn als cnme dan ook verheugd dat de gemeente ons gevraagd heeft om mee te werken aan de bevordering van activiteiten zoals de Groene Voetstappen en de Warme Truiendag. Met deze activiteiten komen zowel de kinderen alsook de ouders in contact met de mogelijkheden om iets aan het klimaat te doen. Hoe kunt u aan deze activiteiten meedoen? Bij dit jaarprogramma vindt u het opgavenformulier no. 1 waarmee u zich opgeeft voor de Groene Voetstappen en/of de Warme Truiendag. Hierin geeft u aan met welke groepen van uw school u aan de Groene Voetstappen en/of de Warme Truiendag mee wilt doen. Met deze gegevens zorgt het cnme ervoor dat u tijdig kunt beschikken over de lesmaterialen en handleidingen die nodig zijn om de Groene Voetstappen en/of de Warme Truiendag tot een succes te maken.
8. Groene voetstappen Veilig, gezond, milieu- en klimaatvriendelijk van en naar school reizen: Zet met Groene Voetstappen duurzaam vervoer van en naar school aan het begin van schooljaar 20102011 op de kaart Ook dit jaar gaan basisschoolleerlingen in heel Nederland weer op stap voor een beter klimaat en verzamelen Groene Voetstappen in de Europese Mobiliteitsweek (13 tot en met 18 september a.s.), een landelijke week in het teken van duurzame mobiliteit. Alle basisscholieren doen dit door een week lang zoveel mogelijk lopend en fietsend naar school te gaan. Voor elke heen- en terugreis die zij van en naar school op duurzame wijze afleggen sparen zij één Groene Voetstapsticker die zij in een aansprekend stickerboekje kunnen plakken. Meedoen aan de actie kost slechts vijf minuten lestijd per dag en biedt u als school een goede kapstok om onderwerpen als klimaatverandering en vervoer aan op te hangen. 16
In 2009 verzamelden 71.000 kinderen meer dan een half miljoen voetstappen: met deze hoeveelheid voetstappen kan je maar liefst 14 keer de wereld rond! Lopen de kinderen van uw school dit jaar (weer) mee? Wij vragen u om (ook) dit jaar weer volop mee te doen aan deze kant-en-klare en voor scholen kostenloze actie. U stimuleert uw leerlingen, hun ouders en uw leerkrachten tot een veilige, gezondere en milieu- en klimaatvriendelijker manier van reizen. Met het verzamelen van Groene Voetstappen staat dit onderwerp meteen aan het begin van het schooljaar goed op de kaart. En niet alleen in Nederland gaan kinderen op stap voor een beter klimaat, ook in andere landen in Europa verzamelen kinderen zgn. ‘Green Footprints’. Alle internationaal verzamelde voetstappen zullen worden aangeboden aan de ambtelijk voorzitter van de VN. De landelijke organisator van het project, het Klimaatverbond, ondersteunt scholen met vijf lesbrieven, posters en een brief voor de ouders. U vindt het materiaal op www.groenevoetstappen.nl. Doet u mee? Laat het cnme de Hooiberg voor 26 juni weten welke groepen van de school meedoen. Het CNME en de gemeente bezorgt het actiemateriaal rond 20 augustus kosteloos op uw school. De gemeente en het CNME de Hooiberg wil proberen om een wethouder naar een school te laten gaan voor het in ontvangst nemen van de groene voetstappen. Daarnaast zouden ze met wethouder kunnen praten over de duurzame wijze waarop zij van en naar school reizen en over de ideeën m.b.t. het klimaatprobleem. Het project Groene Voetstappen zal ook dit jaar, begin december afgesloten worden met een Kinderklimaattop. Alle in Nederland verzamelde voetstappen zullen worden aan geboden aan de minister van VROM. Kinderen uit alle deelnemende gemeenten zullen hiervoor worden uitgenodigd. Achtergrondinformatie: Auto’s stoten o.a. broeikasgassen uit, zoals CO2, die de aarde opwarmen, waardoor het klimaat verandert. Een warmer klimaat klinkt misschien lekker, maar heeft desastreuze gevolgen. Bijna dagelijks zijn de gevolgen van klimaatverandering in het nieuws; bijvoorbeeld een kwart van alle dieren en planten zullen de komende decennia uitsterven doordat zij niet kunnen overleven in een ander klimaat. Wereldwijd moet de uitstoot van broeikasgassen flink worden teruggebracht. Graag leveren wij met u een bijdrage aan het terugbrengen van de uitstoot door ouders en hun kinderen bewust te maken van de bijdrage die je als burger kunt leveren bij het terugbrengen van de uitstoot. Stilstaan bij de wijze van waarop u uw kinderen naar school brengt zet flink zoden aan de dijk: maar liefst meer dan de helft van alle autoritten is korter dan 7,5 km enkele reis. Deze ritjes zijn extra vervuilend; bij korte (stads)ritten zijn het brandstofverbruik en de uitstoot van vervuilende stoffen per kilometer hoog. Het is dus erg lonend voor het milieu en de gezondheid om korte ritten vaker lopend, of met de fiets af te leggen. Verder draagt veel autoverkeer rond de school vaak bij tot onveilige situaties en is het ook veel gezonder om zoveel mogelijk te bewegen. Het lopen en fietsen naar en van school kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren.
17
9. Warme Truiendag 2011 Wat is de Warme Truiendag?
4 februari 2011
Het idee van de Warme Truiendag is simpel: trek een warme trui aan, zet de verwarming lager, bespaar 7% energie per graad en dus 7% CO2 uitstoot. Gebruik deze dag voor spannende en energiezuinige acties: De Warme Truiendag is een initiatief van Vereniging Klimaatverbond Nederland en wordt jaarlijks op of rond 16 februari gehouden. Dat is de dag waarop in 2005 de Kyotoovereenkomst in werking trad. Voor 2011 is gekozen voor vrijdag 4 februari. De bedoeling van het Kyotoprotocol is om de uitstoot van broeikasgassen, die leiden tot klimaatverandering, wereldwijd te verminderen. De dag herinnert iedereen aan de afspraken van het verdrag: ook in Nederland moet de uitstoot van broeikasgassen verminderen. In 2005 organiseerde de Vlaamse overheid de eerste dikke-truiendag. In 2007 kreeg Nederland naar het voorbeeld van België een Warme Truiendag. Het Klimaatverbond in Nederland riep scholen, gemeenten en provincies op om deel te nemen aan de campagne. Vanaf 2008 zijn in Nederland en België de doelgroepen verbreed: de organisatoren roepen iedereen op school, op het werk en thuis op deel te nemen aan de Warme Truiendag en de dikke-truiendag. De verwarming één graad lager spaart per graad maar liefst 7% energie en dus ook 7% CO2 uitstoot. Met een trui aan spaar je het klimaat zonder verlies van comfort. Maar liefst 40% van alle energie die in Nederland wordt gebruikt wordt omgezet in warmte. Een enorm besparingspotentieel dat nu de klimaatproblematiek steeds duidelijker wordt, met daadkracht moet worden aangesproken. Er is heel veel energie te besparen bij het verwarmen van woningen, kantoren en scholen. Daarmee is een hele grote winst te boeken voor het klimaat. In Nederland gaat bijvoorbeeld maar liefst 30% van de energie in huishoudens op aan verwarming en daarop is volgens Milieucentraal nog 25 tot 30% besparing te boeken door middel van vervanging van verwarmingsketels, het installeren van dubbel glas en gevel-, dak- en vloerisolatie. Een voorbeeld van de activiteiten die op school uitgevoerd kunnen worden: • Wat spreken we af om dit jaar op school te doen aan energiebesparing? Kom tot een concrete besparingsdoelstelling voor een jaar. Zijn de doelstellingen behaald op Warme Truiendag 2011? • Loop op school het energieverbruik van apparaten na met een energiemeter. (Te leen bij het CNME de Hooiberg.) Zet alle apparaten uit die niet gebruikt worden. En haal apparaten van de stand-by stand. • Vervang gloeilampen door spaarlampen of LED lampen.
18
• Druk de opbrengst energiebesparing in geld uit en creëer een klimaatfonds waaruit klimaatvriendelijke investeringen kunnen worden gedaan. Met het geld kun je als school overstappen op groene stroom of plant een bos! Opbrengst energiebesparing in geld uitdrukken en doneren aan een duurzaam energie project in een derde wereldland, bijvoorbeeld zonnepanelen op een schooldak in Afrika. • Volg een lesprogramma over duurzaamheid en klimaat www.leerlijn.info/klimaatenergie/ of www.lokale-nmc.nl, www.energiekescholen.nl, www.energysurvival.nl of www.sofieswereld.nl • Verzamel zoveel mogelijk oude wol en verzin een nieuwe toepassing die tot energiebesparing leidt. • Organiseer een wedstrijd wie de langste sjaal breit. Zie de uitzending van het Jeugdjournaal 13 februari 2009 over de Plotter in Zutphen! Of bekijk het filmpje van een actie uit 2009 over de school die een breiverbond sloot met een bejaardentehuis! • Vier de winter. Organiseer in de tijd van de gymles een schaatswedstrijd op de plaatselijke ijsbaan. Kleed je warm aan en actie! • Wie heeft de gekste muts op of wie maakt de gekste muts • Schapencarnaval, kinderen gaan verkleed als schaap naar school, wie is het leukste schaap • Organiseer een modeshow, thema: Wol = Hip! En dat is makkelijk want de mode is dit seizoen zelfgemaakt en wollig! • Meeste laagjesverkiezing die leidt tot verkiezing Miss en Mister Michelin • Bedenk en bespreek energiebesparingslogans. En communiceer deze binnen school. • Organiseer winterse kost diner/lunch in de klas, waar je warm van wordt van fair trade producten • Kies een winters land en organiseer een themales/ themafeest rond Zweden, Finland, Lapland etc. • Of neem als thema een Oud Hollandse winter (al la Nederlands Historisch Museum in Arnhem)
19
5.Uitleen
5.1 Leenregels. Bij het lenen van leskisten en andere materialen gelden de volgende spelregels: * Het lesmateriaal kan gedurende minimaal 2 weken (12 dagen) geleend worden. Sommige lesmaterialen worden zoveel geleend dat de uitleentermijn ingekort moet worden. In overleg met het CNME kan de termijn verlengd of gewijzigd worden. * Bij de leskist krijgt u een handleiding, zodat u zich kunt voorbereiden. * De lener gaat vóór teruggave na of alle materialen in de kist aanwezig zijn. Vermissingen en schade gaarne doorgeven. * Alle materialen dienen schoon en droog in de kisten geretourneerd te worden. * Bij het ophalen wordt een bruikleenovereenkomst getekend. • Bij vermissingen of schade tijdens de uitleenperiode is de lener aansprakelijk. * Leskisten en andere materialen dienen door een leerkracht of ouder op het CNME de Hooiberg opgehaald en teruggebracht te worden op: - Ophalen: maandag tussen 12.00 uur en 16.00 uur. - Terugbrengen: vrijdag tussen 12.00 uur en 16.00 uur. •
Omdat de aanvragen regelmatig het aanbod overtreffen moeten we zuinig zijn met de uitleentijd. Als u niet binnen een week na ingang van de leentermijn de leskist of ontdekdoos komt ophalen en als u daarover geen contact met ons opneemt, dan gaan wij ervan uit dat u het lesmateriaal niet wilt hebben. De leskist gaat dan naar de volgende lener.
Tip 1: Zorg ervoor dat de verantwoordelijkheid voor het ophalen en terugbrengen berust bij één persoon. Tip 2: Bespreek het formulier zonodig tijdens het teamoverleg. Formulier 2 gebruikt u voor het aanvragen van onderstaande leskisten, ontdekdozen en veldwerkkisten. Formulier 3 gebruikt voor het aanvragen van losse materialen
20
5.2 |Overzicht van leskisten, veldwerkkisten en ontdekdozen. Overzicht van de leskisten, veldwerkkisten en ontdekdozen: Groep 1 t/m 4: Groep: Leskisten * Lieveheersbeestjes (1 t/m 2) * Pieter de Pier. (1 t/m 3) * Meneer de Pauw (1 t/m 3) * Natuur rond de school/buiten kijken (1 t/m 4) * Boompje groot (1 t/m 4) * Ikzelf/wijzelf (3 en 4) Groep 5 en 6: Leskisten * Het weer * Kaasmaken. * Bomenkist * Bijen * Wonderweb
(5 en 6) (5 en 6) (5 en 6) (5 en 6) (5 en 6)
Groep 7 en 8: Leskisten * Sarah’s Wereld * Kaasmaken * Bomenkist * Leskist Energie
(7 en 8) (7 en 8) (7 en 8) (7 en 8)
Veldwerkkisten: * Water * Planten en mossen
(groep 8) (groep 8)
Ontdekdozen: * Water * Zeepbellen * Metalen * Spiegels * Kleuren * Ruiken * Magneten * Zaden
Groep: (1 en 2) (1 t/m 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4) (5 en 6)
21
6. Leskisten en ontdekdozen voor de onderbouw 6.0 Leskist “Lieveheersbeestjes Een leskist voor met name de jongste kleuters. Het gaat hier om een eerste kennismaking met natuurbeleving waarbij gekozen is voor het kriebelkruipbeestje het lieveheersbeestje dat door jonge en oudere kleuters als een heel lief diertje wordt ervaren. Met behulp van de handpoppen “Thijs” en “Lotte”komen de kinderen spelenderwijs in aanraking met het lieveheersbeestje. Daarna volgen activiteiten als de geboorte van een lieveheersbeestje, een vloer-tel-dominospel, het huisje van een lieveheersbeestje en een liedje.
6.1 Leskist "Pieter de Pier" Handpop"Pieter de Pier" speelt hier de hoofdrol. Pieter is een worm en vervult een belangrijke rol in de voedselkringloop. Spelenderwijs leren de kinderen verschillende soorten afval te scheiden. Het accent ligt op verteerbaar (ofwel GFT) en onverteerbaar afval. Aan de hand van een poppenspel gaat de leskist in op het bekijken van bodemdiertjes, het herkennen van mensenafval en de afvalscheiding rond de school. Dit gebeurt aan de hand van een aantal binnen- en buitenopdrachten.
6.2 Leskist "Meneer de Pauw" Help! "Meneer de Pauw" is zijn pauwenogen kwijt! De kinderen gaan helpen om de ogen van "Meneer de Pauw" terug te vinden. Dit doen ze door verschillende opdrachten uit te voeren over de dieren op de kinderboerderij of in een dierenweide. Alle opdrachten en spelletjes nodigen uit tot waarnemen en ontdekken, waarbij het accent ligt op het directe contact tussen kind en dier. Deze leskist bestaat uit drie onderdelen: * een introductie in de klas; * een bezoek aan de kinderboerderij; * een verdieping van de ervaringen in de klas.
6.3 Leskist "Natuur rond de school/buiten kijken" Op speelse wijze ontdekken de kinderen met deze leskist de directe omgeving van hun school. Door het uitvoeren van allerlei opdrachten komen ze intensief in aanraking met de volgende onderwerpen: bomen, struiken, planten, vogels, bodembeestjes, het weer. De kist bevat alle benodigde materialen voor het uitvoeren van opdrachten en bijvoorbeeld het uitzetten van een kabouterpad.
22
6.4 Leskist "Boompje groot" Met de materialen uit deze leskist kan het onderwerp Bomen vanuit verschillende invalshoeken worden belicht. De volgende thema´s kunnen aan de orde komen: bomen en struiken, de boom in de vier seizoenen, zaden en vruchten, bladeren, hout en paddestoelen. Aan de hand van verhalen, werkbladen, kleurplaten, memorie- en dominospelen en speurtochten worden de verschillende thema´s doorlopen.
6.5 Leskist "Ikzelf/wijzelf" De leskist "Ikzelf " bevat een heleboel opdrachten om alle zintuigen aan te spreken. Gerichte opdrachten maken de leerlingen bewust van het gebruik van hun verschillende zintuigen. Deze vaardigheden komen bij het gebruik van andere NME-lesmaterialen goed van pas. Met de spullen uit de kist richt u in de klas meerdere werkplekjes in. De kinderen werken dan in een opdrachtencircuit.
23
De ontdekdozen voor de onderbouw. Wat is er leuker dan zelf onderzoeken en ontdekken? Met behulp van een ontdekdoos krijgen kinderen er volop de ruimte voor, in elke ontdekdoos zitten materialen om zelfstandig mee te experimenteren (al dan niet met behulp van opdrachten). Er volgt een proces van aanrommelen, gericht onderzoeken, waarnemen, concluderen en verslag maken. Overzicht van ontdekdozen: Ontdekdozen:
Groep:
* Water * Bellen blazen * Metalen * Spiegels * Kleuren * Ruiken * Magneten
(1 en 2) (1 t/m 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4) (3 en 4)
6.6 Water. Groep: 1 en 2 De kinderen komen in aanraking met een aantal eigenschappen van water in combinatie met andere stoffen of voorwerpen. Ze ontdekken welk voorwerp drijft of zinkt en er is een eerste kennismaking met absorptie en oppervlaktespanning.
6.7 Bellen blazen Wat is er nu leuker dan bellen blazen. Nou hele grote bellen maken en allerlei vormen. Deze experimenteerdoos bevat alles waarmee kinderen spelenderwijs de eigenschappen van zeep ervaren. Ze kunnen grote en kleine bellen maken. Door te bouwen met stokjes ontdekken ze ook dat bellen niet alleen maar rond hoeven te zijn. 6.8 Metalen. Groep: 3 en 4 Met de materialen uit deze ontdekdoos vergelijken de kinderen allerlei metalen op uiterlijk, klank, buigsterkte en magnetische aantrekking. Een kennismakingsdoos met materialen die niet meer weg te denken zijn uit onze leefomgeving.
6.9 Spiegels. Groep: 3 en 4 Jonge kinderen worden gefascineerd door spiegelende oppervlakken. Met spiegels is heel veel mogelijk zoals lichtspelletjes, lachspiegels, een drieluik en spiegeleffecten. De kinderen komen hiermee in aanraking en ze krijgen de kans om er bewust mee aan de slag te gaan.
24
6.10 Kleuren. Groep: 3 en 4 Elke dag zie je veel kleuren om je heen. Met deze doos zullen ze al werkende en spelende ontdekken dat er veel verschillende kleuren zijn. 6.11 Ruiken. Groep: 3 en 4 De kist bevat allerlei materialen waaraan verschillende luchtjes zitten. Die luchtjes gaan ze verkennen. Herkennen ze er een paar? Wat vinden ze van die luchtjes? Dat luchtjes een bepaalde afstand kunnen afleggen ontdekken ze met behulp van een deostick. Hoe lang doet hij er over? Wie ruikt hem het eerst? Verder zijn er een aantal opdrachten waarmee ze door het lokaal en de school op zoek gaan naar bekende luchtjes. 6.12 Magneten. Groep: 3 en 4 Kinderen zullen in hun dagelijks leven vast wel een magneet zijn tegengekomen. Door de opdrachten te doen komen ze er spelenderwijs achter dat magneten wel en niet kunnen plakken en dat sommige materialen wel en andere materialen niet aan een magneet plakken.
7. Leskisten voor de middenbouw. 7.1 Leskist "Het Weer" Met meetinstrumenten kunnen de leerlingen enkele dagen achtereen, een aantal weersverschijnselen meten en volgen. Verder zijn in deze kist eenmalige proefjes en opdrachten opgenomen. De opdrachtkaarten geven de leerlingen informatie over wat en hoe ze gaan meten. Voor de docent staat extra achtergrondinformatie in de handleiding.
7.2 Leskist "Kaasmaken" De kinderboerderij beschikt over een kist waarin alle materialen zitten die nodig zijn om kaas in de klas te maken. Tijdens het kaasmaken moet regelmatig worden gewacht. De invulling voor deze periodes is niet uitgewerkt. Er is een fotoserie beschikbaar ter illustratie van het kaasmaakproces of voor inrichting van een zuivelhoekje. Verder worden er suggesties gedaan voor het maken van andere zuivelproducten. Klassekaas dus.
25
7.3 De leskist "Bomen" In deze leskist vindt u een groot aantal opdrachten om m.b.v. waarnemingen bomen te herkennen. Verder bevat de kist al het materiaal dat nodig is om de waarnemingen uit te kunnen voeren.
7.4 De leskist bijen. Deze leskist bevat allerlei materialen die de imker nodig heeft voor het verzorgen van de bijen en het oogsten van de honing. Het leven van een bijenvolk en de betekenis die de bij voor de mens heeft, zijn de belangrijkste onderwerpen van de kist. Naast de materialen bestaat het lespakket uit werkbladen en een set foto’s met informatie. De kist zelf is een bijenkast. Aanwijzing voor de leerkracht: Deze kist kan gecombineerd worden met de bijenles die het komend jaar op het centrum verzorgd wordt. Tijdens de les wordt er o.a. naar een bijenvolk gekeken. U kunt natuurlijk ook proberen om een aparte excursie naar de bijenstal af te spreken. 7.5 Wonderweb WonderWeb is ontwikkeld voor groep 5 en 6 en het is een kant-en-klaar lesproject. Met WonderWeb maken leerlingen van groep 5 en 6 in de directe omgeving van de school op een verrassende manier kennis met de verscheidenheid aan dier- en plantensoorten, de relaties daartussen en het belang van die verscheidenheid. Leerlingen ervaren het zelf, op hun eigen niveau, in de omgeving van hun eigen school, zonder moeilijke woorden en spelenderwijs. Ze leren goed observeren, leven zich in in een plant- of diersoort en ervaren “aan den lijve” wat voor een plant of dier belangrijk is. Daarbij ontdekken ze allerlei natuurlijk relaties in de schoolomgeving: wie eet wie, wie zijn mijn vrienden, wie zijn mijn vijanden, waar is het goed wonen en waar juist minder? Wie heb ik nodig en wie hebben mij nodig ( als schuilplaats, als woonplek of als voedsel)? Wonderweb zit in een wonderkoffer. In deze wonderkoffer zitten de docentenhandleiding, een wonderplaat, wonderwijzers met opdrachten, veldwerkmaterialen, wondermunten die ze kunnen verdienen bij het uitvoeren van de buitenopdrachten in een spelvorm en WonderGame. Met WonderGame op www.wonderweb.nl kunnen leerlingen de ontdekte relaties verwerken en spelenderwijs de meest geschikte omgeving samenstellen. WonderWeb sluit naadloos aan bij de nieuwste kerndoelen voor het basisonderwijs. U kunt deze leskist bij het cnme lenen maar hij is ook te koop voor € 35,- en te bestellen bij www.wonderweb.nl. Voor het lenen van aanvullende veldwerkmaterialen kunt bij het CNME de Hooiberg terecht.
26
Ontdekdoos voor de middenbouw. 7.6 Zaden. Groep: 5 en 6 Pitjes in appels zijn ook zaden. Zaden in het warme eten . Brood bevat zaden. Zijn kinderen zich wel bewust van al die zaden in hun dagelijks leven? Nadat u de ontdekdoos met ze behandeld heeft, luidt het antwoord hierop: ja. En ze leren dan ook meteen wat zaad eigenlijk is en wat het doet.
27
8. Les- en veldwerkkisten voor de Bovenbouw 8.1 De leskist "Kaasmaken" Deze kist is al beschreven in § 7.2. De kist is geschikt voor groep 5 t/m 8. 8.2 De leskist "Bomen" Deze kist is al beschreven in § 7.3. De kist is geschikt voor groep 5 t/m 8. In het aanvraagformulier 2 onder 7.3
8.3 Leskist “Sarah’s Wereld” Sarah’s wereld is een spel en gaat over het meisje Sarah, dat in feite symbool staat voor ieder mens op aarde. Sarah neemt de leerlingen mee op een ontdekkingsreis aan de hand van brieven. Op deze manier maken de leerlingen spelenderwijs kennis met een aantal aspecten uit de wereldwijde milieuproblematiek. Aan bod komen de oorzaken van natuur- en milieuproblematiek, de invloed daarvan op mensen, dieren en planten. Maar het levert ook handelingsperspectief op. De leerlingen leren wat ze zelf kunnen doen om bewuster met het milieu om te gaan en duurzaam te handelen. In elke les staat er een spel centraal aan de hand waarvan de leerlingen ontdekkingen doen. Kern van het verhaal is dat achter elk product een onzichtbare ecologische rugzak schuilgaat. Deze ecologische rugzak staat symbool voor alle stoffen uit de natuur die voor de productie, het gebruik en de afvalfase van het product nodig zijn. Door hier bewust van te zijn kan je bewustere keuzes maken. U kunt Sarah’s wereld inzetten als project. Sarah’s wereld is ontwikkeld door het Wuppertal Instituut en geïnspireerd door de milieupedagogische concepten van “Earth Education”(www.eartheducation.org).
8.4 De leskist energie In deze leskist zitten alle materialen om in uw lokaal een proevencircuit op te zetten waarbij de leerlingen allerlei aspecten van energie ervaren. Er zijn allerlei opdrachten die laten zien op welke manier wij welke energiebron gebruiken. Daarbinnen is er de praktische opdracht om een functionerende stroomkring te maken. Na een kringgesprek waarbinnen gepolst wordt hoe ze over hun energiegedrag denken gaan ze in een lescircuit aan de slag. Als u in 2002 aan de energieles heeft meegedaan dan heeft u al een belangrijk deel van de materialen gezien en gebruikt.
8.5 De veldwerkkist "Water" De veldwerkkist water bevat alle materialen om in het water aan de slag te gaan. Op basis van de waterdieren die de kinderen vangen en de planten die er groeien, kunnen ze met behulp van een aantal tabellen een eenvoudige waterkwaliteitsbeoordeling geven. Deze veldwerkkist is er exclusief voor om buiten bezig te zijn met onderzoek. Door zijn opzet is deze kist prima te gebruiken binnen een thema of projectweek.
28
8.6 De veldwerkkist "Planten en Mossen" Deze leskist is prima te gebruiken als onderdeel van een les over het bos en de verschillende onderdelen van vegetatielagen. Zo zijn er de kroon-, de struik, de kruid- en de moslaag. Iedere laag heeft haar kenmerkende plantengroei en het daarbij behorende dierenleven. Deze veldwerkkist bevat materialen die naast het bekijken van de planten ook het onderzoek naar de fysieke factoren mogelijk maakt. (Lichtmeters, thermometer, boomhoogtemeter en zoekkaarten voor planten en mossen.)
29
9. Overige materialen. Natuur : * boomschijfjes, * zaden van inheemse en exotische planten, * onderdelen van bomen, (schors, houtsoorten) * vogelnesten, * vogeleieren * schelpen en andere strandvondsten * knaagsporen van dieren, * geweien van edel- en damhert * stenen en mineralen * fossielen Dit materiaal is op afroep en beperkt uitleenbaar.
Gereedschap * loupepotten, * zoekkaarten voor; planten, bomen en boomknoppen, waterdieren, strandvondsten, muizen, voedergewassen, bomen en struiken, kruiden, diersporen, bodemdieren, muurplanten en vlinders. * stereomicroscopen, * verrekijkers, * schepnetten, * grondboren, een zandlineaal, * boomhoogte meters, * boomdiktemeters, * kompassen, thermometers, chronometers ed. Verder kunt u voor het huisvesten van dieren terecht voor aquaria en plastic bakken. Levende dieren Daarnaast kunt u bij het cnme terecht voor het lenen van kleine dieren. Bij de uitleen van dieren krijgt u informatie mee over de verzorging van het dier en enkele lessuggesties. Bij het cnme kunt u dieren als muizen, ratten, konijnen, cavia´s, salamanders, wandelende takken , fruitkevers, vlinders en vissen lenen. Daarnaast kunt bij ons ook terecht voor het bestellen van vlinderpakketten en paddestoelenpakketten. Voor andere (grote)dieren is aparte begeleiding nodig. In overleg kunt u natuurlijk proberen of het dier naar de klas kan komen. Liever hebben wij dat u met uw kinderen naar de kinderboerderij komt. Daar kunt u de dieren in een voor hun vertrouwde omgeving bekijken. 30
Literatuur Op het centrum beschikken we over de oude en vernieuwde methoden voor natuuronderwijs Leefwereld en Natuurlijk. U kunt altijd langs komen om ze even in te kijken.
10. Andere NME-voorzieningen in de regio. Inleiding Het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie en de Kinderboerderij Klaverweide zijn weliswaar wel de belangrijkste aanbieders van natuur- en milieueducatie in Capelle aan den IJssel, ze zijn niet de enige. In de Rijnmondgebied en daarbuiten zijn een aantal organisaties actief op het gebied van natuur- en milieueducatie die u willen helpen met informatie of waar u terechtkunt voor bijvoorbeeld projecten, schoolreisjes of werkweken. U vindt hier een korte omschrijving per organisatie en hun adres.
1. De Natuurschool. De Natuurschool organiseert voor het basisonderwijs vanaf groep 5 t/m 8, schoolreisjes met een educatief tintje. Het zijn 5 uur Avontuur- programma´s die zij aanbieden op zeven locaties in Nederland: Stellendam, Schoorl, Den Oever, Noordwijk aan Zee, Lauwersoog, Schiermonnikoog en Gieten. Op alle locaties, van duinen en strand tot waddenzee en bos, voeren de leerlingen zèlf allerlei spannende en interessante activiteiten uit in de vrije natuur. Afhankelijk van de locatie, en de leeftijd van de leerlingen biedt de Natuurschool programmaonderdelen als: vissen op garnalen, platvisjes en krabben met een sleepnet, zelf visnetten leren boeten, het leven van een mier en een eekhoorn naspelen tot een avontuurlijke wadloopexcursie. Elke klas krijgt z´n eigen Natuurschool-gids mee die alle onderdelen van het ´avontuur´ zal begeleiden. De locatie Stellendam op Goeree-Overflakkee Voor de groepen uit Capelle aan den IJssel is de locatie in Stellendam het snelst te bereiken. Vanaf 1 april tot 1 november worden er dagprogramma´s georganiseerd die circa 5 uur duren. De starttijd is 10.15 en het loopt tot 15.15 uur. Op Stellendam kunt u terecht voor de volgende onderdelen: * Korren (zeevissen met een sleepnet langs het strand op garnalen, krabben en jonge vissen). * Krabben knijpen (een wasknijper aan een lange lijn, wat aas eraan en laat de krabben maar komen). * De Vissershaven (een interactief programma met viskistjes over de zeevisserij , zelf netten leren boeten, troswerpen en bij de visafslag allerlei soorten vis leren kennen.) Voor meer informatie: Natuurschool Postbus 737 9700 AS Groningen Telefoon:050-5274993 Fax: 050-5272668 Email:
[email protected] Website: www.natuurschool.com 31
2. Natuurmuseum Rotterdam Het Natuurmuseum Rotterdam is het enige natuurhistorische museum in de regio. De naam staat voor tentoonstellingen, activiteiten, informatie en collecties op het gebied van natuur en milieu. Het Natuurmuseum is gevestigd in de monumentale Villa Dijkzigt die in 1995 is uitgebreid met een nieuwbouw paviljoen. In de benedenvleugel is sinds enige tijd een vaste tentoonstelling over regionale natuurverschijnselen opgesteld. Villa Dijkzicht biedt onder andere onderdak aan de museumwinkel, een lezingenzaal en een rariteitenkabinet Ook bezit het museum een uitgebreide natuurhistorische bibliotheek. De wetenschappelijke collectie van het Natuurmuseum bestaat uit opgezette vogels en zoogdieren, fossielen en skeletten, een herbarium, insekten en spinnen, schelpen en een groot aantal diergroepen die in alcohol geconserveerd zijn. Het activiteitenprogramma voor het basisonderwijs is momenteel in ontwikkeling en kunt u opvragen bij onderstaand adres. Tentoonstellingsbezoek met rondleiding is mogelijk na afspraak. Hierover is altijd telefonisch informatie op te vragen. Het Natuurmuseum heeft een speciale uitleen-collectie die bestaat uit opgezette vogels, zoogdieren en botten. Voor onderwijsdoeleinden worden geen kosten berekend. Informatie: Kees Moeilijker(afdeling educatie): telefoon: 010-4364222
Adres: Natuurmuseum Rotterdam Westzeedijk 345 (in het museumpark) 3015 AA Rotterdam 010-4364222 Correspondentie: Postbus 23452 3001 KL Rotterdam email:
[email protected] Homepage: www.nmr.nl Openingstijden: Dinsdag - zaterdag: 10.00 - 17.00 uur Zon- en feestdagen:11.00 - 17.00 uur Toegang: Schoolklassen gratis. Volwassenen € 3,Kinderen 5 t/m 15 € 2,Kinderen t/m 4 gratis Gereduceerd tarief (overige groepen, CJP, Pas 65) € 1,5 of € 2,Museumjaarkaart gratis
32
3. Vogelklas "Karel Schot" Een team van vaste vrijwilligers houdt zich bezig met de opvang, verzorging en revalidatie van zieke, gewonde of anderszins hulpbehoevende vogels. Daarnaast heeft de Vogelklas een educatieve taak. Deze bestaat uit het geven van natuurexcursies, rondleidingen in het opvangcentrum, dialezingen over natuur en milieu in zijn algemeenheid en het werk van de stichting in het bijzonder. Voor dit laatste heeft de Vogelklas sinds 1992 de beschikking over een eigen educatief centrum. Een rondleiding en/of een bezoek aan het educatief centrum is mogelijk voor groepen vanaf 15 leerlingen (7 jaar en ouder). Kosten € 28,- per groep, met een maximum van € 114,- per school indien meerdere groepen een bezoek brengen. Voor meer informatie: De heer Van Donk Vogelasiel Afrikaanderplein 37 Rotterdam Telefoon: 010-4857847 Fax: 010-4862280 Educatief centrum Martinus Steijnstraat 67 Rotterdam 4. Plaswijckpark Rotterdam Het Plaswijckpark heeft een aantal praktische lesprogramma´s voor het basisonderwijs. Naast lessen over dieren en bomen worden er verkeerspraktijklessen gegeven in de verkeerstuin. Er is een milieutuin. In dit gebouw met omliggende tuin is een grote verscheidenheid aan speel- en leerobjecten waar kinderen de verschillende facetten van het milieu kunnen verkennen. Zonder belerend te zijn wordt uitgelegd hoe kringlopen werken en waarom we zuinig moeten omgaan met moeder Aarde. Huidige programma´s: * Eten en gegeten worden Groep 1 t/m 8 ± 60 min. * Bomenpaspoort: Groep 3 en 4 ± 45 min. * Ottie de Otter Groep 5 t/m 8 ± 30 min Dierenspeurtochten en een bomenroute zijn voor scholen op aanvraag beschikbaar. Voor de programma´s "eten en gegeten worden", "bomenpaspoort" en "Ottie de otter" betaalt u € 5,60 per leerling met een minimum van € 112,- per les). Deze prijs is inclusief entree voor de duur van het lesprogramma. De dierenspeurtochten en de bomenroute bestaan uit kopieerexemplaren die op school te vermenigvuldigen zijn. Meer informatie: Stichting Plaswijckpark C.N.A. Looslaan 23 3054 BN Rotterdam Tel.: 010-4181836 Contactpersoon voor basisscholen: Nienke van `t Klooster, educatief medewerker.
33
5. Ontdekhoek De Ontdekhoek is een "jeugdlaboratorium", waar jeugdige bezoekers van 4 tot 14 jaar door "zelf doen" allerlei beginselen van techniek kunnen ontdekken. Er zijn allerlei "spannendedingen-om-te-doen" zodat kinderen langdurig geboeid zijn een eerste indruk wordt verkregen van het werk van een technische bedrijfstak. De kosten bedragen € 7,50 per bezoeker, volwassenen € 3,75 Bij schoolbezoek: € 4,00 per leerling, begeleiders gratis Voor meer informatie: Ontdekhoek Pannekoekstraat 55 3011 LC Rotterdam Telefoon: 010-4143103 email:
[email protected] homepage: www.ontdekhoek.nl
11. Adressen van overige NME instellingen Natuur- en recreatieschap IJsselmonde Achterzeedijk 1b 2991 SB Barendrecht telefoon: 078-6772366
Stichting Reinwater Vossiusstraat 20 1071 AD Amsterdam Telefoon: 020-6719322
Recreatieschap Rottemeren Laan van Romen 25 2651 DH Berkel en Rodenrijs Telefoon: 010-51121669
De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen Telefoon: 0317-424224 www.vlinderstichting.nl
Zuidhollands Landschap Nesserdijk 368 3063 NE Rotterdam Telefoon:010-272 22 22 www.zuidhollandslandschap.nl
Vogelbescherming Driebergseweg 16c 3708 JB Zeist Telefoon: 030-693 77 00
Stichting Veldwerk Nederland Woldhuis 11 7325 WN Apeldoorn Telefoon: 055-3667199 Fax: 0347-342279
[email protected] www.veldwerk.nederland.nl
Stichting Veldstudie G. van Griethuijsen Hei- en Boeicopseweg 143 4126 RH Hei en Boeicop Telefoon: 0347-342085
34
Consulentschap Natuur- en Milieueducatie Zuid-Holland G.W. Burgerplein 5 3021 AS Rotterdam Telefoon: 010-4779669 Fax: 010-4771288
Stichting Prehistorisch Kamp, Haps-Project Aristotelesstraat 603 7323 NM Apeldoorn Tel: 055-3668427 www.hapsproject.nl
Archeologisch Themapark Archeon voor Prehistorische kampen of - dagen. Postbus 600 2400 AP Alphen a/d Rijn Tel: 0172-447744 Fax: 0172-447700 Nog wat leuke websites: www.dse.nl/nme/edo.htm www.gco.nl/vogels/index.htm www.milieudefensie.nl/linme/lit-over/nme-jj.htm www.callisto.worldonline.nl/~gvhoorn/index.html www.crystal.feo.hvu.nl/edupabo/nme.html www.knmi.nl www.kennisnet.nl www.waterland.net/ecomare www.wnf.nl www.gardensafari.net
35
7. Kinderboerderij Klaverweide
Kinderboerderij Klaverweide. De Hooiberg is gevestigd op het terrein van de Kinderboerderij Klaverweide. Naast de lessen van de Hooiberg is er op de kinderboerderij het hele jaar door veel te zien en te beleven. Een bezoek door uw groep aan de kinderboerderij hoeft zich dus niet te beperken tot die keren dat u een les volgt in het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie of de kinderboerderij. De kinderboerderij is immers van dinsdag t/m zondag geopend van 8.00 tot 16.30 uur. Voor mensen zijn contacten erg belangrijk. Natuur- en milieueducatie ziet een goed contact tussen kind en dier als één van de middelen om een juiste en verantwoorde houding ten opzichte van natuur en milieu te bewerkstelligen. Op de kinderboerderij is het mogelijk dat kinderen in een ongedwongen sfeer met dieren leren omgaan. Dat gebeurt op werkdagen voor en na schooltijd, in de weekeinden en de vakanties. Elk kind kan ervoor in aanmerking komen, ook een minder valide kind. Voeren, verzorgen en hanteren van allerlei kleine en grote (boerderij-)dieren is voor bepaalde kinderen uit uw klas wellicht een bezigheid die hen erg aanspreekt. Te vaak weten ze van de mogelijkheid niet af. Helpt u hen bij de eerste stap? De kinderboerderij Klaverweide beschikt over een oude boerderij waarin de grote landbouwhuisdieren gevestigd zijn. Verder bevinden zich op het terrein van de kinderboerderij nog een groot aantal hokken en verblijven van andere dieren zoals de kleinveestal met knaagdieren en aquaria. Achterin de boerderij is er de bijenstal waarbij de kinderen vanuit een binnenruimte, gescheiden door een glasruit, de imker aan het werk kunnen zien met en “in” zijn bijenvolken. Kortom, ook buiten de lessen bent u van harte welkom op de kinderboerderij Klaverweide want er is zo ontzettend veel te zien en te "beleven". Kinderboerderij Klaverweide `s-Gravenweg 327 2905 LB Capelle aan den IJssel 010-4500244 Beheerder Kinderboerderij: Sylvia Noordman E-mail:
[email protected]
36