Centrum voor de Geschiedenis van Migranten
Jaarverslag 2008-2009
Stichting Centrum voor de Geschiedenis van Migranten
Het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM) is een samenwerkingsprogramma van de volgende onderzoeksinstituten: Centrum voor Migratierecht, RUN (http://www.ru.nl/rechten/cmr) Faculteit Geesteswetenschappen (afd. Geschiedenis), UvA (http://www.hum.uva.nl/home.cfm) Instituut voor Geschiedenis, UL (http://www.geschiedenis.leidenuniv.nl/) Instituut voor Migratie- en Etnische Studies (IMES), UvA (http://www.pscw.uva.nl/imes) Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), Amsterdam (http://www.iisg.nl) Koninklijk Instituut voor Land-Taal en Volkenkunde (KITLV), Leiden (http://www.kitlv.nl) Bestuur: prof.dr. Leo Lucassen (voorzitter), UL dr. Marlou Schrover (secretaris), UL dr. Ulbe Bosma (penningmeester), IISG dr. Anita Böcker (lid), RUN dr. Clé Lesger (lid), UvA prof.dr. Rinus Penninx (lid), UvA (IMES) dr. Fridus Steijlen (lid), KITLV Wetenschappelijke begeleiding: prof.dr. Jan Lucassen, IISG prof.dr. Wim Willems, UL (Campus Den Haag)
Wetenschappelijk coördinator: dr. Annemarie Cottaar, IISG/UvA
Correspondentieadres: IISG Postbus 2169 1000 CD Amsterdam Tel + 31 651957487 Fax + 31 20 6654181 e-mail:
[email protected] website: http://www.iisg.nl/cgm/ Amsterdam, 2010
2
INHOUDSOPGAVE 1. Het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten in 2008 en 2009
3
2. Doelstellingen en uitgangspunten van het CGM
4
3. Historisch migratieonderzoek
4.
a. Gender en migratiegeschiedenis
6
b. Structuur in het land van vestiging
8
c. De multiculturele stad en zijn bewoners
10
d. Koloniale migranten
14
e. Migrantenorganisaties
17
f.
18
Emigratie
Internationale samenwerking en projecten a. Europese encyclopedie over migratie en integratie
20
b. Migratie in de Enzyklopädie der Neuzeit (1450-1850)
21
c. Global Migration History
21
d. Collaboratory Migrantenorganisaties
22
e. H-Migration
23
f.
23
Website History of International Migration
g. LIMS
23
5. Opsporen en toegankelijk maken van cultureel erfgoed migranten a. Vijfeeuwenmigratie.nl
25
b. Historisch Beeldarchief Migranten
28
c. Culturele Spoorzoekers
29
d. Sloveense migranten in Limburg
29
e.
Riftour
30
f.
Chinatown Den Haag
32
g. Demka Utrecht
33
h. Collecties IISG
33
6. Werkgezelschap Historische Migratiestudies
35
7. Studiedagen en congressen
36
8. Promoties
37
9. Publicaties
38
3
4
1. Het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten in 2008/2009
Het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM) is een landelijk samenwerkingsverband, gericht op interdisciplinair onderzoek naar de komst en aanwezigheid van migranten. Over de activiteiten van het CGM in de jaren 2008 en 2009 kunt u lezen in dit gecombineerde jaarverslag. Er stonden in deze periode een aantal omvangrijke publieksgerichte projecten centraal. Zo kon in 2008 een begin worden gemaakt met het opzetten van een website over de migratiegeschiedenis in Nederland. Onder leiding van projectcoördinator Mila Ernst werden de eerste contouren van de website geschetst en kreeg het project een naam: Vijfeeuwenmigratie.nl. In december 2009 vond de soft launch plaats op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Met het project Riftour probeerden het CGM en het Haagse Museon zoveel mogelijk jonge en oude Marokkaanse Nederlanders kennis te laten maken met hun migratiegeschiedenis. Dat gebeurde met een boek en een tentoonstelling die in de zomer van 2009 in Noord-Marokko te zien was. Daarvoor was een speciale bus ingericht en reisde een gezelschap mee van gastvrouwen en cabaretiers om bezoekers rond te leiden en te vermaken. De Riftourbus reisde van 8 juli tot 11 augustus door het Rifgebied en trok meer dan 9.000 bezoekers. En natuurlijk ontbreken academische en populair-wetenschappelijke publicaties niet van de leden van het CGM, met hun zowel nationale als het internationale oriëntatie. Ruime aandacht was er in deze periode voor de (post)koloniale geschiedenis. In het project waarin drie CGM-instituten samenwerkten, Bringing History Home, werden de monografieën gepresenteerd van Ulbe Bosma en Lizzy van Leeuwen en de afsluitende studie van Gert Oostindie. Wim Willems bracht met Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver en een selectie van diens brieven deze Indische auteur en voorman opnieuw onder de aandacht. Meer over deze en andere activiteiten van het CGM treft u aan in dit jaarverslag.
5
2.
DOELSTELLINGEN EN UITGANGSPUNTEN VAN HET CGM
Het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM) is een landelijk samenwerkingsverband dat zich richt op de geschiedenis van alle groepen nieuwkomers in Nederland. De samenwerking bestaat sinds 1990, aanvankelijk in een informele en incidentele vorm, en kreeg een structurele basis in het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten, dat in 1997 officieel een stichting is geworden. De kern van het samenwerkingsprogramma CGM is het stimuleren van historisch onderzoek naar de komst en aanwezigheid van migranten. Om een bijdrage te kunnen leveren aan de huidige discussie concentreert het onderzoek binnen het CGM zich vooral op de verschillen in migratie- en integratieprocessen. Wat maakt dat sommige groepen relatief snel in de samenleving opgaan, terwijl dat proces bij andere groepen veel problematischer verloopt? Dit betekent dat het CGM prioriteit legt bij de methode van historische vergelijkingen. Daarbij gaat het niet alleen om vergelijkingen tussen verschillende migrantengroepen (of tussen migrantengroepen en de autochtone bevolking) in heden en verleden, maar ook om vergelijkingen tussen Nederland en andere landen. Het CGM stelt zich daarnaast tot doel om een actieve bijdrage te leveren aan het opsporen en toegankelijk maken van de bronnen met betrekking tot de geschiedenis van migranten in Nederland. Tot slot wil het CGM de kennis, verkregen met wetenschappelijk onderzoek, verspreiden onder een breed publiek. Dat gebeurt onder meer door het stimuleren en organiseren van toegankelijke publicaties, tentoonstellingen en debatten. Om de bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken is een aantal wetenschappelijke disciplines bijeengebracht. Het CGM bundelt de expertise van de volgende vakgebieden: 1. De geschiedwetenschap, in 2008 en 2009 vertegenwoordigd door: de Letterenfaculteit van de Universiteit Leiden (prof.dr. Leo Lucassen, dr. Marlou Schrover en prof.dr. Wim Willems, Campus Den Haag); het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam (dr. Ulbe Bosma, dr. Annemarie Cottaar en prof.dr. Jan Lucassen);
6
de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (dr. Clé Lesger); 2. De antropologie, sociologie, politicologie/bestuurskunde, economie en sociale geografie, in 2008 en 2009 vertegenwoordigd door: het Instituut voor Migratie- en Etnische Studies (IMES) aan de Universiteit van Amsterdam (prof.dr. Rinus Penninx); het Koninklijk Instituut voor Land voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden (dr. Fridus Steijlen); (tot 2009) het Meertens Instituut in Amsterdam (dr. Hester Dibbits); 3. De rechtssociologie en het vreemdelingenrecht, in 2008 en 2009 vertegenwoordigd door: het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit (RU) in Nijmegen (dr. Anita Böcker). Met een geïntegreerd onderzoeksprogramma en de gezamenlijke expertise van deze partnerinstituten en disciplines wil het CGM een bijdrage leveren aan de theorievorming over migratie- en vestigingsprocessen. Het doel is niet alleen om dergelijke processen in het verleden te analyseren, maar ook om hedendaagse vraagstukken die samenhangen met migratie in een lange termijnontwikkeling te kunnen plaatsen.
7
3.
HISTORISCH MIGRATIEONDERZOEK
Binnen de zes instituten die deelnemen aan het samenwerkingsverband loopt een groot aantal onderzoeken en onderzoeksprojecten. Voor het CGM zijn vooral die onderzoeken van belang die de ontwikkelingen in een historisch kader plaatsen, dat wil zeggen dat zij minimaal een aantal decennia moeten bestrijken. Dit verslag richt zich in het bijzonder op deze onderzoeken. Voor andere projecten en activiteiten van de partnerinstellingen kunt u terecht op de websites of in de jaarverslagen van de betreffende instellingen. Het CGM stelde in 2005 prioriteiten vast, wat resulteerde in een zestal thematische invalshoeken. Hieronder wordt kort weergegeven welke resultaten het afgelopen jaar zijn behaald. a.
Gender en migratiegeschiedenis
Migranten zijn geen homogene groep; er bestaan belangrijke verschillen in klasse, sekse, etniciteit en religie. Hoewel historische migratiestudies als het goed is dergelijke verschillen integreren in hun opzet en uitwerking, gebeurt dit op het terrein van gender nog niet systematisch. Het CGM vindt daarom speciale aandacht voor gender als analytische categorie in migratiestudies vooralsnog onontbeerlijk. Dit betekent dat binnen het centrum kritisch wordt gekeken naar de manier waarop de factor gender is geïntegreerd in meer algemene migratiestudies. Maar ook dat het centrum initiatieven stimuleert die specifiek zijn gericht op verschillen tussen mannen en vrouwen in migratie- en integratieprocessen. In december 2005 honoreerde NWO het Vici-project van Marlou Schrover Differences that make all the difference. Gender, migration and vulnerability (migration to the Netherlands 1945-2005). In het kader daarvan wordt bij de Leidse vakgroep Geschiedenis systematisch onderzoek gedaan naar verschillen tussen mannen en vrouwen die naar Nederland migreerden tussen 1945 en 2005. De migranten kwamen als gastarbeider, uit de voormalige koloniën of als vluchteling. Binnen het NWO Vici-project wordt de migratie van mannen en vrouwen over een langere periode beschreven. Het project loopt van september 2006 tot september 2011. Naast Marlou Schrover (projectleider), maken de promovendi Nadia Bouras, Charlotte Laarman en Tycho Walaardt en postdoc Corrie van Eijl deel uit
8
van de onderzoeksgroep. Het onderzoek van Charlotte Laarman gaat over migranten uit Oost- en West-Indië. Zij analyseert hoe aan het koloniale verleden betekenis wordt gegeven, door migranten zelf en door anderen, en hoe dit verschilt voor mannen en vrouwen. Zij hield in 2008 verschillende voordrachten over haar onderzoek, onder meer op de ESSHC in Lissabon, tijdens een workshop over postcolonial migration in Amsterdam, op de LIMS-studiedag en tijdens een Leiden Graduate Seminar. In 2009 hield zij presentaties op de NW Posthumusconferentie en de Timor Worldwide Den Haag. Nadia Bouras onderzoekt de contacten die migranten uit Marokko onderhouden met hun land van herkomst. Ze kijkt naar verschillen tussen mannen en vrouwen, verschillen in regionale herkomst en klassenverschillen. Ook is de politieke betekenis van het begrip transnationalisme, door migranten zelf en door anderen, onderwerp van onderzoek. Nadia Bouras presenteerde in 2008 haar onderzoek op de SSHA in Miami, op de Moroccan Migration in Europe Conference in Sussex en op de LIMS-studiedag. In 2009 hield zij voordrachten over haar onderzoek op de NW Posthumusconferentie, op de Leiden Graduate Seminar en op een door het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) georganiseerde conferentie in Rabat. Tycho Walaardt kijkt in zijn onderzoek naar verschillen tussen mannen en vrouwen die als vluchteling naar Nederland kwamen. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werd het denken over vluchtelingen (en daarmee het beleid van de overheid) sterk bepaald door gebeurtenissen kort vóór en tijdens de bezetting en vervolgens door de Koude Oorlog. De stereotype vluchteling was een man, die vooral werd vervolgd vanwege politieke activiteiten. In 2008 presenteerde Walaardt de eerste resultaten van zijn onderzoek op de ESSHC in Lissabon, op de SSHA in Miami en tijdens de LIMS-studiedag. In 2009 gaf hij een lezing op de American Social Science History Association in Long Beach. Voor dit paper ontving hij de SSHA-Rockefeller Travel Award. Verder presenteerde hij zijn eerste onderzoeksresultaten tijdens de Graduate Seminar in Leiden. Corrie van Eijl onderzoekt hoe in het overheidsbeleid ten aanzien van migratie onderscheid is gemaakt tussen mannen en vrouwen. Een belangrijk aspect van haar studie is daarnaast vast te stellen hoeveel migranten (uitgesplitst naar sekse) er precies naar Nederland kwamen. Marlou Schrover werkt aan de synthese, waarin zij vooral zal kijken naar de theorievorming over migratie en integratie en in hoeverre in deze theorieën
9
rekening wordt gehouden met of een verklaring wordt geboden voor de verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij redigeerde in 2008 een TSEG themanummer over gender, migratie en overheidsbeleid in Nederland en België (1945-2005) onder de titel: Verschillen die verschil maken. In 2009 werd de publicatie voorbereid van een boek dat in 2010 bij Routledge verschijnt onder redactie van Marlou Schrover en Yeo Eileen, Gender, migration and the public sphere 1850-2005. In 2009 werd er binnen het Vici-project gewerkt aan de voorbereiding van een international congres, dat in januari 2010 plaatsvond in Leiden met als titel: „The language of difference. Inclusion and exclusion of migrants 1945-2005‟. In 2008 en 2009 gaven Nadia Bouras, Corrie van Eijl, Tycho Walaardt, Charlotte Laarman en Marlou Schrover binnen het Bachelor‟s and Masters‟s programma van de Universiteit Leiden onderwijs over migratie en integratie. De cursussen hadden tot doel studenten te laten kennismaken met discussies en theorieën en hen zelfstandig onderzoek te laten doen in archieven. b.
Structuur in het land van vestiging
Migratie en vestiging van nieuwkomers zijn processen die mede door de politieke, sociale en economische structuur van de ontvangende samenleving worden beïnvloed. Historisch gezien is vanuit de staat in toenemende mate geprobeerd invloed uit te oefenen op migratiestromen, vooral op immigratie, maar ook op emigratie. Daarbij valt te denken aan vreemdelingenwetgeving, naturalisatiewetgeving en wervingsactiviteiten door de overheid, maar ook aan het uitsluiten van „illegale‟ immigranten van voorzieningen van de verzorgingsstaat. Daarnaast beïnvloeden de economische structuur van de ontvangende samenleving en organisaties als vakbonden de komst en positie van migranten en de duur van hun verblijf. Het onderzoek van het Nijmeegse Centrum voor Migratierecht richt zich op de manieren waarop overheden de migratie en vestiging van nieuwkomers (proberen te) sturen en op de effecten daarvan op de positie van immigranten. In het NWOprogramma „Transnationaliteit en burgerschap‟ onderzoekt het Centrum hoe het Nederlandse vreemdelingenrecht zich in de periode 1945-2000 heeft ontwikkeld. Tesseltje de Lange deed binnen dit programma onderzoek naar de regulering van arbeidsmigratie. Zij rondde haar onderzoek in 2007 af met het proefschrift Staat, markt en migrant. De volgende onderzoeken lopen nog:
10
het onderscheid tussen illegale migranten, legale migranten en staatsburgers in Nederland (promotieonderzoek Coen de Heer); het beleid en de praktijk van meervoudige nationaliteit in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten (postdoc-onderzoek Betty de Hart); de effecten van de liberalisering van de immigratieregels voor Polen op de Poolse migratie naar Nederland (promotieonderzoek Cathelijne Pool). Daarnaast lopen aan het Centrum enkele andere promotieonderzoeken met een historische component. Sophie Scholten doet onderzoek naar de privatisering van migratiecontrole. Private vervoerders zoals boot- en luchtvaartmaatschappijen worden door overheden ingezet bij migratiecontrole en kunnen aanzienlijke boetes („carrier sanctions‟) krijgen wanneer zij ongedocumenteerde passagiers vervoeren. Het onderzoek van Scholten richt zich op de ontwikkeling van deze wetgeving en het beleid in drie landen van de Europese Unie. Wat zijn de gevolgen van de privatisering van migratiecontrole voor de wederzijdse relaties tussen de staat, private vervoerders en individuele passagiers? Karina Franssen doet onderzoek naar de tijdelijke bescherming van asielzoekers in de Europese Unie. Het betreft een internationaal vergelijkend onderzoek naar de manier waarop Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië de afgelopen decennia tijdelijke bescherming boden aan bepaalde groepen asielzoekers (o.a. Tamils, Bosniërs en Kosovaren), naar de rol die deze landen speelden bij de totstandkoming van de richtlijn 2001/55/EG inzake tijdelijke bescherming ontheemden (2001), en naar de implementatie van deze richtlijn. In 2008 promoveerde Manon Pluymen op een onderzoek naar de uitsluiting van vreemdelingen van voorzieningen. Pluymen deed onderzoek naar de uitvoering van de Koppelingswet, die in 1998 werd ingevoerd en vreemdelingen zonder geldige verblijfsvergunning uitsluit van de toegang tot sociale voorzieningen. Het proefschrift bevat een historisch hoofdstuk over de uitsluiting van migranten in de periode vanaf 1965. De toegang tot voorzieningen werd in de jaren ‟80 en ‟90 steeds meer tot instrument van het vreemdelingenbeleid – een ontwikkeling die in de Koppelingswet culmineerde. Het Centrum voor Migratierecht coördineert en organiseert voor de Europese Commissie het Europese Netwerk inzake Vrij Verkeer van Werknemers. Het netwerk publiceert rapporten over de implementatie van de regelgeving inzake vrij verkeer in de 27 lidstaten. In 2008 organiseerde het netwerk een
11
internationale conferentie ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van vrij verkeer. In 2009 publiceerden onderzoekers van het Centrum samen met andere collega‟s uit het netwerk de bundel Rethinking the movement of free workers: the European challenges ahead”, waarin vanuit verschillende invalshoeken wordt teruggekeken op 40 jaar vrij verkeer van werknemers (Minderhoud & Trimikliniotis 2009). Kees Groenendijk stelt in zijn bijdrage de vraag of de vrijheid van verkeer succesvol is geweest in politieke, economische en juridische zin. Hij betoogt dat het vrij verkeer op verschillende momenten heeft bijgedragen aan de politieke stabiliteit van Europa, doordat het fungeerde als een veiligheidsventiel voor massale werkloosheid in bepaalde lidstaten. Bovendien heeft het de rule of law geïntroduceerd op een terrein waar tot dan toe in vele lidstaten de staat en de politie ongebreidelde macht konden uitoefenen. Het vrij verkeer heeft volgens hem ook bijgedragen aan economische groei in zowel zendende als ontvangende landen, al waren de economische effecten van het vrij verkeer van werknemers niet zo groot als die van het vrij verkeer van goederen, kapitaal en diensten. Vanuit juridisch perspectief is vooral van belang dat het vrij verkeer een set van regels heeft geïntroduceerd die de integratie van EG werknemers en hun gezinsleden bevorderen, en die als model dient bij de ontwikkeling van nieuwe regels voor migranten uit derde landen in de Europese Unie. c.
De multiculturele stad en zijn bewoners
Vanaf de jaren negentig bouwde het CGM een sterke traditie op met studies over lokale nieuwkomers. Daarbij zijn wisselende invalshoeken genomen, met de nadruk op bijvoorbeeld de rol van pioniers, contactzones en innoverende ondernemers. Daarnaast zijn er studies uitgevoerd naar integratieprocessen van verschillende groepen migranten, waarbij ook ontwikkelingen in verschillende steden met elkaar zijn vergeleken. Het CGM legt geen prioriteit bij nieuwe studies naar de geschiedenis van migranten in een specifieke stad, maar blijft wel aandacht besteden aan multiculturele steden en hun bewoners. De stad biedt een zinvol uitgangspunt voor de bestudering van veranderingen in sociale verhoudingen onder invloed van nieuwkomers, in de betekenis van stedelijk burgerschap en de identiteiten van verschillende wijken en buurten. Hoe vinden nieuwkomers een plaats in de stedelijke samenleving en hoe verandert de sociale cohesie onder invloed van hun komst? Een belangrijke impuls voor onderzoek op dit terrein was de benoeming van Leo Lucassen en Wim Willems op de Leidse leerstoel Sociale Geschiedenis in
12
november 2005. Deze is voor de helft ondergebracht bij het Leidse Instituut voor Geschiedenis en voor de andere helft bij de Campus Den Haag. Lucassen en Willems plaatsen de moderne ontwikkeling van de stad in een sociaalhistorische context en belichten daarbij onder meer de geschiedenis van nieuwe bevolkingsgroepen. In het kader van de leerstoel Sociale Geschiedenis, i.h.b. van de stad Den Haag tussen 1880 en heden, is voor de volgende aanpak gekozen: 1. Het genereren van historische kennis door een beroep te doen op het geheugen van drie generaties. Daarmee wordt de grondstof geleverd voor het ontwikkelen van een lokale canon – op termijn. 2. Geschiedenis als ontmoetingsplek laten fungeren, door het opzetten van interactieve projecten, onder meer in de lokale krant en met behulp van programma‟s op de regionale televisie. 3. Haagse thema‟s integreren in het academische, bestuurlijke en maatschappelijke debat over „de krachtige stad‟ en dat „van probleemwijk tot prachtwijk‟.
Waarom mensen in de stad willen wonen Naar aanleiding van de bundel De krachtige stad (Bert Bakker 2007) zijn de leerstoelhouders Wim Willems en Leo Lucassen door NWO benaderd om in het kader van hun lopende programma „ Urbanisatie en stedelijke cultuur‟ een aanvullende bijdrage te leveren, met specifieke aandacht voor migratie en bevolkingsdynamiek. Die gesprekken hebben geresulteerd in het bezorgen en redigeren van een Nederlands/Vlaamse bundel Waarom mensen in de stad willen wonen, 1200-2010, die op 12 november 2009 is verschenen bij uitgeverij Bert Bakker. De bundel diende tevens als opstap tot een internationaal congres in Den Haag over urbanisatie en stedelijke identiteiten in een vergelijkend perspectief op de Haagse Campus. Ook is het initiatief genomen om de derde dag van dit congres af te stemmen op een breder publiek van bestuurders en beleidsambtenaren (en de media). Daarvoor werd samen met NWO, NICIS en VROM een publieksdag georganiseerd op 12 november 2009 in sociëteit De Witte en op de Campus Den Haag. Op deze dag, geopend door burgemeester Jozias van Aartsen, zijn de bevindingen van de historische bundel geconfronteerd met de praktijkervaringen van Nederlandse bestuurders en beleidsambtenaren. De Engelse uitgave van de bundel zal bij uitgeverij Routledge verschijnen. In het verlengde daarvan is ook een lezingenreeks opgezet, onder dezelfde titel, waarin de auteurs met een waaier van perspectieven hun licht laten schijnen over de
13
kracht en zwakte van steden. De cursus was zowel toegankelijk voor Leidse studenten en studenten van de Open Universiteit als voor professionals.
NICIS-project: Sociale mobiliteit: individuen, groepen, buurten Samen met prof.dr. Jan Rath (Instituut voor Migratie- en Etnische Studies, UvA) en prof.dr. Jan-Willem Duyvendak (ASSR, UvA), heeft leerstoelhouder Wim Willems een onderzoeksprogramma ontwikkeld voor het NICIS-Kennisplatform Welzijn en Integratie, getiteld: „ Sociale Mobiliteit: individuen, groepen, buurten‟. Dit voorstel is gehonoreerd en uitgemond in het aanstellen van twee AIO‟s aan de UvA en postdoc dr. Miriam van de Kamp op de Campus Den Haag. Door een beroep te doen op de toegezegde bijdrage uit het Leidse Ontwikkelfonds werd het mogelijk om de postdoc voor vijf jaar, vier dagen per week, aan te nemen op dit project. Zij is bij de Campus begonnen in het voorjaar van 2009.
AIO-project: De Schilderswijk, 1920-1985 In het voorjaar van 2008 hebben de leerstoelhouders drs. Diederick Klein Kranenburg (historicus) als AIO aangenomen – voor vijf jaar, vier dagen per week – op een promotieproject met als werktitel: „De Schilderswijk. Patronen van sociale cohesie in een Haagse arbeidersbuurt, 1920-1985‟. De promovendus werkt zowel op het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden als op de Campus Den Haag. Bij het NW Posthumus Instituut presenteerde hij in 2009 een paper, getiteld „The Old Neighbourhood. Connections and Divisions in the Schilderswijk in The Hague, 1920-1985‟.
Spoorzoekers in de stad In 2008 en 2009 verzorgde Wim Willems een cursus Spoorzoekers in de stad, een pilot naar analogie van de cursussen die Annemarie Cottaar en Jan Lucassen de afgelopen jaren hebben gegeven. Samen met het Gemeentearchief leidt de Campus „jongeren‟ op om hun wijkgeschiedenis te schrijven aan de hand van foto‟s uit privé-albums, en op die manier te komen tot een Historisch Beeldarchief Hagenaars, een collectie die op het web van het Haags Gemeentearchief wordt geplaatst – zie www.haagsespoorzoekers.nl. Die aanpak moet leiden tot een fotocollectie van de stadsdelen Escamp en Schilderswijk. De aangemelde cursisten waren jongeren (en enkele ouderen) mét en zonder een migrantenachtergrond. Subsidie voor het project werd verstrekt door Fonds 1818, de Mondriaan Stichting en het VSBfonds.
14
Onderwijs 1. Collegereeks: De krachtige stad In het voorjaar van 2007, 2008 en 2009 hebben de leerstoelhouders, aanvankelijk samen met de Open Universiteit, een reeks van 12 colleges/lezingen over De krachtige stad verzorgd op de Campus Den Haag. Niet alleen voor Leidse studenten, maar ook voor ambtenaren van ministeries en lokale bestuursdiensten. Als vervolg hierop is in 2010 de collegereeks Waarom mensen in de stad willen wonen, 1200-2010 georganiseerd, gebaseerd op de gelijknamige bundel die recentelijk werd gepubliceerd. De cursus werd bezocht door ongeveer 30 deelnemers. 2. Collegereeks: Migratiegeschiedenis Op diezelfde woensdagavonden hebben de leerstoelhouders op de Campus Den Haag jaarlijks een reeks van 12 lezingen verzorgd, getiteld Voorbij de dreiging. Oude en nieuwe migranten vergeleken. Ook deze bijeenkomsten werden bijgewoond door Leidse studenten én professionals. In 2010 is de reeks teruggekeerd naar de Leidse universiteit, waar hij al vele jaren werd georganiseerd. 3. BA-seminar: De verdeelde stad De leerstoelhouders Lucassen en Willems verzorgden in 2008 en 2009 een gezamenlijk BA-seminar: de eerste keer aan de Universiteit Leiden, de tweede keer op de Campus Den Haag. Beide keren was het thema De verdeelde stad en waren de colleges toegespitst op Den Haag. De studenten hebben over allerlei facetten van de residentie werkstukken geschreven, waarover een publicatie in de pen is. 4. Master „Migration and Cities in a Changing World‟ Aan het Instituut Geschiedenis in Leiden wordt de master Migration and Cities in a Changing World georganiseerd. Deze eenjarige master bestaat uit een aantal modules, waarvan de leerstoelhouder Leo Lucassen het Literature Seminar en de Thesis Seminar geeft. Per jaar stromen zo‟n 20 studenten in, zowel uit Nederland als uit het buitenland afkomstig. Verder zijn er binnen deze master MA Research Seminars en Optional Courses over het problematiseren van migratie en integratie, die worden gegeven door Marlou Schrover.
15
d.
Koloniale migranten
Als Nederland een multiculturele samenleving is, is zij dat mede door het koloniale verleden. Nog meer dan bij andere groepen migranten is de geschiedenis van koloniale migranten (Indische Nederlanders, Molukkers, Surinamers, Antillianen en Arubanen) van belang voor de veranderende betekenis van Nederland en het Nederlanderschap en voor de visie op het Nederlandse koloniale verleden. Het CGM pleit daarom al jaren voor meer onderzoek naar de plaats van de koloniën in het Nederlandse geschiedverhaal, naar het proces van migratie, ontvangst en vestiging van koloniale migranten in Nederland, en naar de invloed van de komst van koloniale migranten op de nationale identiteit.
Bringing History Home Een belangrijk project in dit kader is „Bringing History Home: Postcolonial Identity Politics in the Netherlands‟. Voor dit driejarig onderzoek naar postkoloniale migranten kregen het IISG, het KITLV en het Meertens Instituut (MI) begin 2005 subsidie. In Nederland leeft omstreeks een miljoen mensen met wortels in de koloniale geschiedenis: Indische Nederlanders, Molukkers en andere Indonesiërs, Surinamers van uiteenlopende etnische afkomst, Antillianen (voornamelijk maar niet uitsluitend van Afro-Curaçaose afkomst) en Arubanen. Onderling verschillen deze migrantengroepen sterk, zowel in hun culturele achtergrond en hun mate van identificatie met het land van hun voorouders, als gemeten naar hun integratie in de Nederlandse samenleving. Dit geldt uiteraard niet slechts tussen, maar ook op individueel en klassenniveau binnen deze gemeenschappen. Wat zij delen is een postkoloniale erfenis die hun identiteit meebepaalt en die, zo luidt het uitgangspunt van het onderzoeksprogramma, in de afgelopen zestig jaar in toenemende mate ook strategisch wordt ingezet vanuit deze groepen. In dit door NWO en de KNAW gefinancierde programma werd onderzocht met welke argumenten, middelen, doelen en resultaten dit is gebeurd, en hoe de respons hierop zich ontwikkelde in de ontvangende samenleving. De centrale theoretische interesse is gericht op groepsidentiteit – opgevat als een in oorsprong weliswaar etnisch, maar niettemin per definitie veranderlijk en bewust strategisch inzetbaar begrip. Niet alleen door postkoloniale migrantengroepen wordt identity politics bedreven. Ook de Nederlandse overheid houdt zich ermee bezig, hetzij bewust, hetzij als onbedoeld gevolg van algemeen beleid. De deelprojecten in „Bringing History Home‟ bestrijken de wisselwerking in identity politics op sociaal-economisch, politiek en cultureel vlak. De context omvat
16
globalisering en daarmee samenhangende transnationale oriëntaties. In de ontwikkeling van de receptiviteit van de ontvangende samenleving zijn, naast feitelijke demografische ontwikkelingen, ook de – al dan niet met postkoloniale identity politics conflicterende – zelfopvattingen van de Nederlandse cultuur van invloed. Op dit vlak zien we onder meer de opkomst en, wellicht, teloorgang van het begrip multiculturele samenleving.
Twee van de drie postdocs in het „Bringing History Home‟ project voltooiden hun monografie. Lizzy van Leeuwen (MI) presenteerde in oktober 2008 haar boek Ons Indisch erfgoed; Zestig jaar strijd om cultuur en identiteit. Het boek van Ulbe Bosma (IISG), Terug uit de koloniën, verscheen in maart 2009. In dit boek wordt stilgestaan bij de vraag wie de Nederlanders waren die besloten naar voormalig Nederlands-Indië te verkassen; uit welke delen van het land ze kwamen en uit wat voor families. Het werk is gebaseerd op informatie uit de Historische Steekproef Nederland, een representatieve steekproef van ongeveer 78.000 personen die tussen 1812 en 1922 in Nederland werden geboren. Deze gegevens zijn gecombineerd met koloniale archieven, familiecorrespondenties en dagboeken. De presentatie van het boek op het IISG werd gekoppeld aan een discussie over de rol van postkoloniale migrantenorganisaties in Nederland van 1945 tot op heden. Een panel van vijf sleutelpersonen uit de wereld van de migrantenorganisaties reageerde op prikkelende stellingen over succes en falen van postkoloniale identiteitspolitiek aan hen voorgelegd door Gert Oostindie.
Op 7 en 8 november 2008 is in Amsterdam de workshop „Postcolonial Immigration and Identity Formation in Europe since 1945: Towards a Comparative Perspective‟ gehouden. De internationale bijdragen worden opgenomen in twee bundels, die in 2011 zullen verschijnen onder redactie van Ulbe Bosma, Jan Lucassen en Gert Oostindie. Op 1 december 2009 werd het onderzoeksprogramma „Bringing History Home‟ afgesloten met een bijeenkomst in het Trippenhuis in Amsterdam, waar KNAW-president Robbert Dijkgraaf het eerste exemplaar in ontvangst nam van de afsluitende studie Postkoloniaal Nederland; Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen van de hand van onderzoeksleider Gert Oostindie.
17
Het Indisch knooppunt Bij het KITLV werd gewerkt aan Het Indisch Knooppunt. Doel van dit project is het vervaardigen van een digitale gids met bronnenmateriaal over de geschiedenis van de Indische gemeenschap, en onderzoek naar de geschiedenis van Indische organisaties. In 2007 werd een website gelanceerd om deze database toegankelijk te maken: www.hetindischknooppunt.nl. Een tweede activiteit van het Indisch Knooppunt is het aanleggen van een interviewcollectie met mensen die actief zijn binnen de Indische gemeenschap in Nederland. Deze interviews worden afgenomen door dr. Fridus Steijlen, die onder andere op basis van deze interviews studie doet naar het ontstaan van Indische organisaties. In het kader van het oral history gedeelte hield Fridus Steijlen een groot aantal interviews in Nederland en Australië, de laatste in het voorjaar van 2009. Deze interviews zullen de basis vormen voor een publicatie. Eind december 2008 kwam officieel een einde aan dit project, dat gedeeltelijk werd gesubsidieerd door de stichting Het Gebaar en tot stand kwam in samenwerking met het Indisch Wetenschappelijk Instituut.
Dutch colonialism, migration and cultural heritage Een ander project van het KITLV was „Dutch Colonialism, Migration and Cultural Heritage‟ (gefinancierd door het Ministerie van OCW). In het kader van dit project voerde het KITLV een vergelijkend literatuuronderzoek uit naar drie migratiestromen en hun demografische en culturele implicaties in de Nederlandse koloniale wereld: Europese migratiecircuits, slavenhandel en migratie van Aziatische contractarbeiders. In het kader hiervan zijn met deskundigen uit de vele betrokken landen in Azië, Afrika, de Amerika‟s en Nederland ideeën ontwikkeld voor gezamenlijke projecten in de sfeer van onderzoek en cultureel erfgoed. De voorlopige uitkomsten van het onderzoek zijn besproken op een internationale workshop op de Universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika (25 tot en met 28 maart 2008). Op 31 oktober 2008 overhandigde Gert Oostindie in het Museum Maluku in Utrecht het eerste exemplaar van de bundel hierover aan Erik Schilp, directeur van het Nationaal Historisch Museum in oprichting. Als vervolg op dit project is in 2009 een subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) verworven voor een pilot study over Javaanse migratie en erfgoedvorming in Suriname, Indonesië en Nederland.
18
Biografie van een indoschrijver Een laatste project in dit verband is de biografie over de grondlegger van de Indische groepsvorming in Nederland: Tjalie Robinson (1911-1974). Met zijn tijdschrift Tong Tong, zijn Pasar Malam (in Den Haag) en zijn Indische Kunstkring gaf hij als eerste, en enige, actief vorm aan de Indische identiteit in het naoorlogse Nederland, dat destijds nog wars was van etnische profilering en openlijk assimilatie voorstond. Op het IMES en deels ook op de Haagse Campus heeft Wim Willems de afgelopen jaren gewerkt aan de totstandkoming van deze biografie, die tevens de geschiedenis is van de eerste generatie Indische migranten uit de voormalige kolonie. Het boek werd ten doop gehouden tijdens een publieksmanifestatie in theater Diligentia in Den Haag op 29 oktober 2008. Bij die gelegenheid overhandigde Rabin Baldewsingh, wethouder Burgerschap, een straatnaambord „Tjalie Robinson Duin‟ aan de weduwe van de Haags-Indische voorman – te plaatsen in de nieuw te bouwen wijk Houtrust. Om het Tjalie Robinson project verder onder de aandacht te brengen, maakte Willems, samen met regisseuse Ida Does, de documentaire “Ik ben een Indo ja, en zo wil ik leven…”. Tjalie Robinson (1911-1974). Dankzij een subsidie van Het Indische Gebaar werd het tevens mogelijk deze op DVD uit te brengen. Een week vóór de Indische herdenking op 15 augustus 2009 verscheen het boek Schrijven met je vuisten. Brieven van Tjalie Robinson bij uitgeverij Prometheus, bezorgd en ingeleid door Wim Willems. In 2011, ter herdenking van het honderdste geboortejaar van de schrijver, zullen nog twee boeken met onbekende verhalen van Tjalie Robinson worden bezorgd. Deze publicaties vormen het sluitstuk van Willems‟ inspanningen om het werk van deze Indische auteur en Nederlandse erflater onder de aandacht te brengen. e.
Migrantenorganisaties
Migranten die in een nieuwe omgeving terechtkomen, zoeken vaak steun bij dorps-, streek- of landgenoten die zich in een vergelijkbare situatie bevinden of die hen zijn voorgegaan. Dat kan gaan om praktische en materiële zaken, zoals hulp bij het vinden van een baan en een huis of het onderhouden van handelscontacten, maar ook om emotionele behoeften, zoals het spreken van de eigen taal of dialect, het uitwisselen van nieuwtjes en het kopen van vertrouwde levensmiddelen. Tot slot verenigen migranten zich veelal in door henzelf opgerichte gebedshuizen, vooral als die in de nieuwe samenleving ontbreken. Hoewel deze verbanden de integratie meestal bevorderen, kunnen
19
migrantenorganisaties dit proces ook belemmeren. Dat is vooral het geval als ze primair op het land van herkomst en het behouden van de eigen identiteit zijn gericht. Om een beter inzicht te krijgen in de functie van migrantenorganisaties en om te begrijpen onder welke voorwaarden die als barrière dan wel als bindmiddel fungeren, is een systematische analyse van migrantenorganisaties in heden en verleden van belang. Binnen het CGM verscheen de afgelopen jaren een aantal historische studies over de betekenis van migrantenorganisaties. In het NWO-onderzoek „Tussen Scylla en Charybdis‟ (2003-2006) is de organisatievorming bij drie verschillende groepen migranten in Nederland door de tijd heen vergeleken: Duitsers omstreeks 1900 (UvA, dr. Henk Delger) Polen in het Interbellum (IISG, dr. Ewa Ignaczak) Turken vanaf 1960 (Leiden, dr. Gamze Avci). Deze vergelijking was vooral gericht op de vraag welke invloed het land van herkomst uitoefende op de oriëntatie van migrantenorganisaties. De drie onderzoekers hebben hun projecten in het najaar van 2007 afgerond in de vorm van drie aparte manuscripten. Op grond daarvan hebben de projectleiders Leo Lucassen en Rinus Penninx in 2009 een overkoepelende synthese voltooid: Caught between Scylla and Charybdis? Changing orientations of migrant organisations in the era of national states, from 1880 onwards (IMISCOE Working Paper No. 26). f.
Emigratie
De geschiedenis van de Nederlandse emigratie is een onderontwikkeld onderzoeksterrein. Voor zover historici belangstelling toonden voor emigratie richtte die zich vooral op de trek van Nederlanders naar overzeese bestemmingen, vooral Noord-Amerika, Canada en Australië, en op het ontstaan van Nederlandse emigrantenkolonies. De grote groep Nederlanders die naar andere Europese landen emigreerden zijn tot nu toe geen onderwerp van onderzoek geweest, ook het Nederlandse emigratiebeleid en de relatie tussen de Nederlandse staat en zijn onderdanen in het buitenland zijn braakliggende terreinen. Gezien de geringe aandacht voor de betekenis van emigratie in de Nederlandse geschiedenis, wil het CGM onderzoek op dit terrein de komende jaren meer
20
stimuleren. Een eerste aanzet was in mei 2006 de studiedag Weg uit Nederland. De geschiedenis van de Nederlandse emigratie, georganiseerd door Corrie van Eijl (Leiden) en Marijke van Faassen (ING). Het CGM pleitte daarbij voor problematisering van de term „emigranten‟. Bij emigratie is net zo min als bij immigratie sprake van een eenmalige en definitieve beweging. Onderzoek naar emigratie en emigranten dient zich daarom niet te beperken tot mensen met de Nederlandse nationaliteit of mensen die altijd in Nederland hebben gewoond, maar moet zich uitbreiden tot iedereen die het land verlaat: dus ook immigranten die na verloop van tijd terugkeren naar het land van herkomst. Naar aanleiding van deze drukbezochte studiedag is door Marijke van Faassen en Marlou Schrover via H-migration een oproep verspreid, gericht op onderzoekers die buiten Nederland werken aan Nederlandse emigratie met als doel te komen tot een themanummer van TSEG over emigratie. Dit themanummer verschijnt in juli 2010.
21
4.
INTERNATIONALE SAMENWERKING EN PROJECTEN
a.
Europese encyclopedie over migratie en integratie
Redactie: Klaus. J. Bade (Universiteit Osnabrück), Pieter C. Emmer (Universiteit Leiden), Leo Lucassen (Universiteit van Leiden) en Jochen Oltmer (Universiteit Osnabrück). Wetenschappelijke coördinatie: Michael Schubert en Corrie van Eijl (Universiteit van Leiden). Migratie is altijd een belangrijk fenomeen geweest in de Europese geschiedenis. De laatste decennia zijn immigranten vooral afkomstig van andere continenten, maar in het verleden waren Europeanen zelf ook zeer mobiel. Zij werkten tijdelijk over de grens, vestigden zich permanent in een ander land, vluchtten voor oorlog en geweld, of werden gedwongen om elders te wonen. In de Enzyklopädie Migration in Europa vom 17. Jahrhundert bis zur Gegenwart zijn deze migratiebewegingen in Europa voor het eerst over een lange periode, van 1600 tot 2000, bijeengebracht en geanalyseerd. De belangrijkste leidraad voor de encyclopedie is de vraag waarom de ene groep immigranten weinig integreerde in de samenleving, zichzelf als een aparte groep beschouwde en ook door anderen als zodanig werd ervaren, terwijl een andere groep zich vrij snel mengde met de mensen om hen heen en na korte tijd nauwelijks meer als nieuwkomer herkenbaar was. De encyclopedie bevat overzichtsartikelen over de migratiegeschiedenis (16002000) in verschillende Europese landen, maar bestaat voor het grootste gedeelte uit artikelen over migratie en integratie van specifieke groepen. Aan dit omvangrijke project werkten ruim tweehonderd auteurs mee. In 2007 is de 1156 bladzijden dikke Duitse versie verschenen bij uitgeverij Fink/Schöningh in München en in diverse tijdschriften (zoals het Schweizerische Zeitschrift für Geschichte en het Zeitschrift für Geschichtswissenschaft) zeer gunstig besproken (inmiddels verscheen de derde druk). Pieter Emmer en Leo Lucassen (beiden Universiteit Leiden) gingen vervolgens aan de slag met de Engelse vertaling, die begin 2011 door Cambridge University Press op de markt zal worden gebracht.
22
b.
Migratie in de Enzyklopädie der Neuzeit (1450-1850)
In 2005 zijn Jan Lucassen en Leo Lucassen gevraagd om als deel-uitgevers op te treden voor het thema „mobiliteit‟ in de 16-delige, alfabetisch opgezette Enzyklopädie der Neuzeit, die wordt uitgegeven door uitgeverij J.B. Metzler in Wenen. In 2005 verscheen het eerste lemma (Arbeitsmobilität), gevolgd door vier lemmata in 2006, vier in 2007, vier in 2008 en nog eens twee in 2009 (voor de laatste twee jaren zie publicatielijst). Hierin zijn de nieuwste inzichten op het terrein van de migratiegeschiedenis verwerkt en het ligt in de bedoeling om alle afzonderlijke lemma‟s samen te brengen in een Engelstalig boek dat kan dienen als state of the art over de Europese migratiegeschiedenis van de vroeg-moderne periode. c.
Global Migration History
In 2004 hebben migratiehistorici van Birkbeck College London (David Feldman), de École des Hautes Études en Sciences Sociales te Parijs (Nancy Green), de Universiteit van Amsterdam (Leo Lucassen) en het IISG (Jan Lucassen, Ulbe Bosma en Gijs Kessler) het initiatief genomen om een serie van drie conferenties te organiseren met als thema „Global Migration History‟. De reden was dat er op het vakgebied migratiegeschiedenis weliswaar veel vooruitgang is geboekt in de afgelopen decennia, maar dat de focus van het onderzoek nog steeds sterk op de Atlantische ruimte (Europa en de Amerika‟s) ligt, waardoor andere delen van de wereld, met name Azië, Oceanië, het Midden Oosten en Afrika onderbelicht zijn gebleven. Verder viel op dat het vakgebied zich hoofdzakelijk beperkte tot de laatste vier eeuwen en de periode daarvóór buiten beschouwing liet. Om hier verandering in te brengen en het inzicht in processen van migratie en vestiging te vergroten, is een plan voor drie conferenties gemaakt. De eerste werd gehouden op 16 en 17 december 2005 en vond plaats op het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS), met als thema: „Setting the Agenda for a Long-Term, World Migration History‟. De resultaten van deze workshop worden gepubliceerd in een Engelstalige bundel („Migration History in World History. Multidisciplinary Approaches) onder redactie van Jan Lucassen, Leo Lucassen en Patrick Manning, die in januari 2010 is verschenen bij uitgeverij Brill. Inmiddels vond op 17-19 april 2008 bij het Immigration History Research center (IHRC) in Minneapolis, op uitnodiging van prof. Donna Gabaccia, het tweede
23
congres plaats, dat zich richtte op de periode c. 3000 v. chr. tot circa 1800, met als hoofdvraag welke positie migranten hebben verworven op de plaats van bestemming in de uiteenlopende politieke, sociale en culturele systemen die de wereld de afgelopen vijf millennia heeft gekend. Nauw hiermee verbonden is de vraag in hoeverre het Europese/Atlantische model van integratie ook op andere periodes en gebieden kan worden toegepast en welke inzichten zijn te ontlenen aan kennis over andere „membership regimes‟. De resultaten van deze workshop zullen in een door Gijs Kessler, Ulbe Bosma en Leo Lucassen te redigeren bundel bij uitgeverij Brill verschijnen in 2011. In augustus 2010 is tenslotte een derde conferentie over migratie gehouden in Taipé, in samenwerking met de Taiwanese National Research Council en het International Institute of Asian Studies in Leiden. d.
Collaboratory Migrantenorganisaties
In 2009 zijn verschillende bestanden van migrantenorganisaties die in de loop der jaren zijn verzameld door leden van CGM in een grote database verenigd, die ruim 5.000 data over migrantenorganisaties in Nederland bevat, zie: http://www.iisg.nl/research/migrantenorganisaties.php Na de voltooiing van dit project, hebben Leo Lucassen (UL) en Ulbe Bosma (IISG) in 2009 bij NWO een aanvraag ingediend voor een zogenaamde Start-subsidie (30.000 euro) om een Europese aanvraag voor te bereiden die in de toekomst een gezamenlijke database mogelijk moet maken van migrantenorganisaties. Het idee is om bestaande databases volgens een standaardformaat aan elkaar te koppelen en hierover intensief te overleggen met buitenlandse onderzoekers. Een dergelijke collaboratory, onder te brengen bij het IISG, heeft als groot voordeel dat zo systematisch vergelijkend internationaal onderzoek naar de functie en het belang van migrantenorganisaties in de afgelopen halve eeuw mogelijk wordt. Eind 2009 werd deze subsidie toegekend en in april 2010 is het project (een samenwerkingsverband van het Instituut voor Geschiedenis in Leiden en het IISG) van start gegaan. In september 2010 zullen twintig vertegenwoordigers van Europese instituten die onderzoek doen op het terrein van migrantenorganisaties bij elkaar komen om een subsidieverzoek voor een groot Europees project voor te bereiden.
24
e.
H-Migration
H-Net is een Amerikaanse universitaire organisatie die discussielijsten onderhoudt via internet en waaraan wetenschappers in tal van landen een bijdrage leveren. Deze blijken in de praktijk goed te functioneren als forum voor discussie en als mogelijkheid voor het verspreiden van ideeën en initiatieven. In 2002 is een voorstel van het IISG en het CGM voor een aparte discussielijst over migratie gehonoreerd. Na de lancering in juni 2003 groeide H-migration snel uit tot een internationale discussielijst; met meer dan 1500 leden uit 60 landen is de lijst een van de grootste en meest actieve van H-net. Marlou Schrover (UL) treedt daarbij op als moderator. Bij de voorbereiding van verschillende congressen (onder meer de ESSHC en de SSHA) is de lijst intensief gebruikt voor het opzetten van samenwerkingsverbanden.
f.
Website History of International Migration
In Leiden is de website History of International Migration http://www.let.leidenuniv.nl/history/migration/index.html te raadplegen. Deze website is ooit door Herman Obdeijn opgezet en wordt nu bijgehouden door Marlou Schrover. Sinds september 2002 trok de website meer dan 80.000 bezoekers, waarvan een kwart uit de VS. g.
LIMS
Aan de Universiteit Leiden doen meer dan 65 mensen, verdeeld over verschillende disciplines, onderzoek op het gebied van migratie (op de site www.let.leidenuniv.nl/history/migration/ staan links naar hun pagina‟s). Om de onderlinge samenwerking te bevorderen, hebben zij zich in 2008 verenigd in het samenwerkingsverband Leiden International Migration Seminar (LIMS). LIMS heeft in maart 2008 een eerste studiedag gehouden, gevolgd door een tweede dag in 2009. Verder worden via een mailinglijst aankondigingen verspreid. Op beide studiedagen was de opkomst goed en bewees de interdisciplinaire benadering haar meerwaarde. Op de eerste studiedag op 13 maart 2008 waren er voordrachten van Charlotte Laarman (History), Melody Lu (CNWS/IIAS), Suzanne Guèvremont (Immigration Law), Panitee Suksomboon (CNWS), Nadia Bouras (History), Liza Nell (CA/OS UL IMES fellow), Tycho Walaardt (History), Maarten den Heijer (Law) en Marcelle Reneman (Law).
25
Op de tweede LIMS studiedag op 26 mei 2009 waren er voordrachten van Jan Erk (FSW), Maria Spirova (FSW), Mirjam de Bruijn (ASC), Kees Wouters (Law), Liesbeth Minnaard (Lit), Suzanne Guèvremont (Law), Bas ter Haar Romeny (RS), Levi Klempner (RS), Leo Lucassen (History) en Emma Robertson (Lecturer in History, Sheffield Hallam University, Sheffield, UK).
26
5.
OPSPOREN EN TOEGANKELIJK MAKEN VAN CULTUREEL ERFGOED MIGRANTEN
a.
Vijfeeuwenmigratie.nl
Het CGM wil een actieve bijdrage leveren aan het verspreiden van kennis over de geschiedenis van migratie en integratie in de Nederlandse samenleving. Dat betekent dat het centrum doorgaat met het stimuleren van publieksgerichte uitgaven, artikelen en tentoonstellingen. De laatste jaren verschuift de aandacht voor het verspreiden van informatie echter steeds meer naar het internet. Daarom diende het CGM een subsidieaanvraag in voor het opzetten van een website over migratiegeschiedenis in Nederland. Met een migratiewebsite kunnen boeken, foto's, verhalen en documenten van en over migranten, die nu nog in afzonderlijke erfgoedinstellingen opgesloten liggen, met één zoekopdracht op het scherm verschijnen. Een dergelijke website kan tegelijkertijd een stimulans zijn om - in samenwerking met archieven, musea en migrantenorganisaties belangrijke (delen van) collecties met betrekking tot migrantenerfgoed te digitaliseren. Het initiatief kan rekenen op brede steun van migrantenorganisaties en erfgoedinstellingen (archieven en musea). De subsidieaanvraag voor het opzetten van de migratiewebsite werd in 2007 gehonoreerd. Financiële bijdragen van het VSBfonds, de Mondriaanstichting, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het ministerie van VROM zorgden voor dekking van het grootste deel van de begroting. Voor het laatste deel werd contact gezocht met SNS-Reaal. Met het IISG werd overleg gevoerd over de verantwoordelijkheid voor het project en het in dienst nemen van de medewerkers. Besloten werd dat het IISG als uitvoerder van het project optreed. 2008 In januari 2008 werd begonnen met de werving van een projectcoördinator. Met het aantreden Mila Ernst ging het project op 1 juni van dat jaar van start. Kort daarop is ook een inhoudelijk projectmedewerker geworven. Begin 2009 werd het projectteam uitgebreid met een tweede projectmedewerker/documentalist en een coördinator websitebouw. In juli 2008 kwam met de toezegging van SNS Reaal de projectbegroting rond. Bovendien zegde het ministerie van VROM in juli 2008 nog een extra bijdrage (15.000 euro) toe voor het maken van zeven interviews met bekende Nederlanders over hun migratiegeschiedenis.
27
In juli 2008 legden het CGM en het IISG formeel de afspraken rond de website vast in een samenwerkingsovereenkomst. In dit document worden belangrijke kwesties zoals de toekomst/continuïteit na afloop van het project verankerd. Voor overleg en afstemming is een begeleidingcommissie in het leven geroepen en een stuurgroep die over planning en budget waakt. De looptijd is vastgesteld van 1 juni 2008 tot en met 1 juni 2011. Naast het CGM zijn belangrijke partners in het project de samenwerkingsverbanden zoals verenigd in het Landelijk Overleg Minderheden (LOM). Ook aan hen wordt op belangrijke momenten inbreng gevraagd. Verder heeft het project een adviescommissie met vertegenwoordigers uit de erfgoedsector, die naar behoefte de projectcoördinator van advies voorziet. De website richt zich op een breed publiek van nakomelingen van 20ste eeuwse migranten, professionals met een beroepsmatige interesse in migratiegeschiedenis (erfgoedmedewerkers, NT2 docenten, journalisten, etc.) en docenten Voortgezet Onderwijs en hun leerlingen. Met hun wensen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. Hiervoor is samenwerking gezocht met de Happy User studio, een bureau dat zich heeft gespecialiseerd in de usability (publieksvriendelijkheid) van erfgoed- en educatieve websites. Bovendien werden in dit kader twee bijeenkomsten georganiseerd: een met nakomelingen van migranten in de leeftijd van 18-50 jaar en met diverse opleidingsniveaus. En één met docenten Geschiedenis en Maatschappijleer van het Voortgezet Onderwijs. Met de eerste groep zijn o.a.interactieconcepten bedacht, de tweede groep heeft naast inhoudelijke adviezen ook wensen uitgesproken met betrekking tot de gebruiksvriendelijkheid van de website. Dit alles resulteerde in een eerste conceptplan voor de website (januari 2009), met als nieuwe naam www.vijfeeuwenmigratie.nl. De extra bijdrage van het ministerie van VROM is in 2008 gebruikt voor het maken van rijk gedocumenteerde portretten van zeven bekende Nederlanders over hun migrantenverleden: Mohammed Charaa, Don Duyns, Laetitia Griffith, DJ Shari Parsipoor, Paulette Smit, Ronald Sorensen en Jude Kehla Wirnkal. Een aantal van hen werd ook gefilmd. 2009 Het jaar 2009 stond in het teken van het ontwerpen, de bouw en het vullen van de website. Voor het ontwerp van de website werd vormgever/webdesigner Zeezeilen aangetrokken. Na goedkeuring van het ontwerp kon eind augustus begonnen worden met de bouw en het invoeren van vele teksten en foto‟s op de
28
website. Bij het schrijven van de teksten werkte het projectteam samen met de leden van het CGM. Op 15 december 2009 vond op het IISG de „soft launch‟ plaats van de nieuwe website. Binnen het eigen netwerk (onderzoekers, betrokken erfgoedinstellingen, LOM organisaties en fondsen) werd de oplevering van een eerste werkend prototype gevierd. De website vijfeeuwenmigratie.nl bestaat uit 3 onderdelen: - Een informatief/educatief deel over de migratiegeschiedenis van Nederland (1580-heden). De basisteksten geven een kort overzicht en kunnen via het hoofdmenu worden benaderd: op land van herkomst, op periode en op thema. Vanuit de basisteksten vindt de bezoeker literatuurtips, artikelen en relevante websites. - Een interactief deel. Bezoekers kunnen een eenvoudig profiel aanmaken en verhalen, foto‟s en filmpjes toevoegen. Zij kunnen tevens reageren op informatie van anderen. Verder wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden van andere 2.0 websites zoals Youtube en Wikipedia. - De portal erfgoedcollecties. Musea en archieven zijn de laatste jaren druk doende hun collecties digitaal te ontsluiten voor het publiek. De website vijfeeuwenmigratie.nl heeft techniek ontwikkeld om optimaal te kunnen profiteren van deze ontwikkeling. Er is relatief veel aandacht besteed aan de mogelijkheid tot het „harvesten‟ van collectie-informatie (metadata) van andere instellingen, om die gezamenlijk doorzoekbaar te maken via de website. De pilot op dit gebied is uitgevoerd in samenwerking met het Gemeentearchief Rotterdam, het Amsterdams Historisch Museum en het Historisch Beeldarchief Migranten. Deze collecties zijn binnen de pilot doorzocht op migrantenerfgoed en vervolgens is de metadata van hun collectieregistratie als dataset geïmporteerd. Het projectteam heeft een lijst samengesteld met actieve erfgoedinstellingen die in 2010 (opnieuw) worden benaderd voor deelname aan de website. Ook zal de Happy User Studio in het voorjaar 2010 de site onder de belangrijkste doelgroepen uitgebreid testen op gebruiksvriendelijkheid. De uitkomsten daarvan zullen verwerkt worden in een nieuwe versie van vijfeeuwenmigratie.nl. Eind 2010 wordt de website officieel gelanceerd voor publiek.
29
b.
Historisch Beeldarchief Migranten
Het Historisch Beeldarchief Migranten (HBM) richt zich op het aanleggen van een representatieve beeldcollectie van de geschiedenis van migranten in Nederland. Het is ondergebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam. In het beeldarchief worden foto‟s en documenten verzameld uit particuliere collecties van migranten die in de twintigste eeuw naar Nederland kwamen. Hun fotoalbums bieden een unieke blik op de geschiedenis van vestiging en inburgering, van aanpassing en cultuurbehoud, van identiteit en ondernemerschap. Weinig andere bronnen weten het dagelijks leven zo direct te treffen. Annemarie Cottaar is coördinator van het beeldarchief. De foto's van het HBM zijn gedigitaliseerd en beschreven. De database met afbeeldingen en beschrijvingen wordt gefaseerd online toegankelijk gemaakt op de website www.iisg.nl/hbm. In de afgelopen jaren is een basiscollectie aangelegd van circa 5000 foto's. Daarbij is gekozen voor de grootste migrantengroepen, te weten Indische Nederlanders, Surinamers, Turken en Marokkanen. Daarnaast komt een aantal kleinere groepen aan bod, zoals migranten uit China, Italië, Spanje, Griekenland en het voormalige Joegoslavië. Om belangstellenden te laten kennismaken met het archief in opbouw worden regelmatig webtentoonstellingen gepresenteerd, die veel bezoekers trekken. Daarin wordt een selectie foto‟s over een bepaald onderwerp of groep migranten getoond, met uitgebreide beschrijvingen en de context van het project waarvoor de foto‟s zijn verzameld. In 2008 waren er webtentoonstellingen over Surinamers en het project Chinese Culturele Spoorzoekers (tweetalig Nederlands-Chinees), in 2009 over Slovenen en Marokkanen. De website van het Historisch Beeldarchief Migranten, www.iisg.nl/hbm trekt maandelijks tienduizenden bezoekers. Fotomateriaal uit het archief wordt veelvuldig gebruikt in wetenschappelijke en populariserende publicaties en in de pers.
30
c.
Culturele Spoorzoekers
Het project Culturele Spoorzoekers vormde een belangrijk onderdeel van de activiteiten van het Historisch Beeldarchief Migranten. De organisatie van cursussen vond plaats in samenwerking met het IOC (Inspraakorgaan Chinezen), de Stichting Lize (Overlegpartner Rijksoverheid Zuid-Europese gemeenschappen) en SMN (Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders). Jongeren uit de achterban van deze organisaties verzamelden foto‟s en documenten van de eerste generatie migranten, die uiteindelijk terechtkwamen in de basiscollectie van het HBM. Op donderdag 22 mei 2008 werd de cursus Chinese Spoorzoekers afgerond en daarmee kwam tevens een einde aan het project Culturele Spoorzoekers. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Juffrouw Idazaal in Den Haag werden presentaties gegeven door de spoorzoekers naar Chinees cultureel erfgoed: Else Gootjes, Kai Yin Or en Ellen Gal. Veel van de Chinese geïnterviewden waren aanwezig. Na de pauze kwamen de voormalige spoorzoekers Graziella Vitale (Italië) en Fatiha Laouikili (Marokko) aan het woord. Zij waren geïnspireerd door het spoorzoekersproject op het ingeslagen pad doorgegaan. Zo maakte Graziella Vitale een documentaire over Italiaanse vrouwen en werkte Fatiha Laouikili mee aan het project Riftour. Onder de vele gasten bevonden zich naast leden van de betrokken organisaties (IOC, Lize en SMN) vertegenwoordigers van de subsidiërende fondsen, de Haagse wethouder Burgerschap R. Baldewsingh en andere belangstellenden. De Chinese radio en televisie en RTV West maakten opnames. De middag werd afgesloten met een Chinese maaltijd. d.
Sloveense migranten in Limburg
Als deelnemer aan het project Culturele Spoorzoekers werd een aantal jongeren geënthousiasmeerd om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Zo besloot Milena Mulders na de afronding van het project voor Zuid-Europese spoorzoekers haar persoonlijke zoektocht naar de geschiedenis van haar Sloveense moeder voort te zetten. Ze ontdekte dat de Sloveense St. Barbaravereniging in Brunssum, die zij nog kende uit haar jeugd, in 2001 na 75 jaar is opgeheven. Op dat moment besefte ze dat haar herinneringen niet op zich stonden. Dat deze deel uitmaakten van de Sloveense gemeenschap in Limburg, een van Nederlands oudste immigrantengroepen. Net als haar eigen familiegeschiedenis staat die namelijk op het punt om uit te sterven. Hoe meer zij zich verdiepte in de geschiedenis van de Limburgse Slovenen en hun verleden in de mijnen, hoe meer historie er naar
31
boven kwam. Het waren spannende, pijnlijke en mooie verhalen, maar ook verhalen over rouw en verwerking, schuldgevoel en schaamte. Ze gingen over de ingewikkelde positie van de Limburgse Slovenen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en over de rol van de geestelijkheid. Over de overdracht en het levend houden van de cultuur uit het land van herkomst; toenadering en verwijdering, maar ook over de onontkoombare invloed van politieke omwentelingen op het Europese schouwtoneel. Haar plan een boek te schrijven over de geschiedenis van Slovenen in Limburg en die van haar familie in het bijzonder werd eind 2006 door het VSBfonds en de Mondriaan Stichting gehonoreerd. In de zomer van 2007 kreeg zij een tijdelijke aanstelling bij het IISG om haar onderzoek af te ronden en het boek te schrijven, onder begeleiding van de CGM-leden Annemarie Cottaar, Jan Lucassen en Wim Willems. Op 14 februari 2009 werd het rijk geïllustreerde boek onder grote belangstelling van de Sloveense gemeenschap gepresenteerd in het Limburgs Museum in Venlo. Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis is een uitgave van Aksant. e.
Riftour
Ook het project Marokkaanse Spoorzoekers kreeg een vervolg. Aanleiding was het verzoek van de Nederlandse ambassade te Rabat om na te denken over een herdenking in 2009 van het veertig jaar eerder gesloten wervingsakkoord tussen Nederland en Marokko. Beide landen legden in 1969 officieel vast dat er arbeidskrachten in Marokko geworven mochten worden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Hoewel uiteindelijk veel Marokkanen op eigen gelegenheid naar Nederland zijn gekomen, werd die datum aangegrepen om de geschiedenis van deze arbeidsmigratie over het voetlicht te brengen. Het project Riftour, bedacht en uitgevoerd door het CGM (Annemarie Cottaar) en het Museon (Anne-Marie Boer), was daarvan het resultaat. Het omvatte onder meer een reizende tentoonstelling door Noord-Marokko, een theatershow, een onderzoek, een rijk geïllustreerd boek en een weblog. Het richtte zich in hoofdzaak op een Nederlandstalig publiek van jonge en oudere Marokkanen, maar ook op de dorpsgenoten in het land van herkomst. Doel was van meet af aan in de zomer van 2009 zoveel mogelijk Marokkanen, zowel van de eerste als van de tweede generatie, tijdens hun vakantie in het land van herkomst te bereiken.
32
2008 Eind 2007 werd een plan ontwikkeld en toegestuurd aan de beoogde subsidiënten van het project. Op grond van de toegezegde financiële bijdragen werd in de zomer van 2008 besloten dat het project door kon gaan. Het onderzoek ging van start: er werden interviews afgenomen met Marokkanen van de eerste generatie, foto‟s en documenten verzameld, archieven bezocht en een begin gemaakt met het schrijven van het boek. Het concept voor de reizende tentoonstelling werd uitgewerkt en in samenwerking met de busmaatschappij Bab Vios werd een autobus aangeschaft die als tentoonstellingsruimte kon dienen. In augustus trokken projectleiders Anne-Marie Boer en Annemarie Cottaar door het Noorden van Marokko (de Rif) om de beoogde route te verkennen in de periode dat Nederlandse Marokkanen er vakantie hielden. Ook werd in die periode een chef de mission aangesteld die het project in Marokko zou gaan begeleiden: Sietske de Boer. 2009 Op zondag 10 mei 2009 presenteerden Annemarie Cottaar, Nadia Bouras en Fatiha Laouikili in het Museon hun boek: Marokkanen in Nederland. De pioniers vertellen. Ruim 300 genodigden woonden de feestelijke presentatie bij en aten mee van het Marokkaanse buffet. Een paar dagen later vertrokken Annemarie Cottaar en Nadia Bouras naar Rabat om daar te spreken tijdens een congres ter gelegenheid van de herdenking van de op 14 mei 1969 gesloten wervingsovereenkomst tussen Nederland en Marokko. Zij presenteerden hun onderzoek en woonden de opening bij van de duplicaat tentoonstelling van Riftour op het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR), die daar was ingericht door vormgeversbureau M2R. Medio juni werd de Riftour bus opgeleverd. Groene weiden met Marokkaanse gastarbeiders aan de buitenkant met wervende teksten in het Nederlands, Arabisch en Berber om de tentoonstelling te komen zien. In de bus werd onder meer een kleine documentaire vertoond, een fototentoonstelling en historische beelden van Marokkanen uit actualiteitenrubrieken. De Marokkaanse ambassadeur Al Himdi gaf, in aanwezigheid van de Haagse wethouder Baldewsingh, het startschot voor de tour. Bab Vios chauffeur Hans Hofman reed de bus door Europa en klaarde deze op 6 juli in Nador in. De opening in Marokko vond plaats op 8 juli in Al Hoceima, in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur Jos van Aggelen, gouverneur Mohamed Mhidia en
33
burgemeester Mohamed Boudra. Tussen 8 juli en 11 augustus toerde de bus door de Rif. Onder begeleiding van een wisselend gezelschap van gastvrouwen (Fatima Ballah, Nadia Bouras, Aniek Smit en Femke Stock) en acteurs (Amar El-Ajjouri en Jaouad Ahidar) werden in die periode ruim 9.000 bezoekers rondgeleid langs de Marokkaanse migratiegeschiedenis. Na terugkomst werd op 19 november een Oogstdag georganiseerd in het Museon voor de sponsoren en andere belangstellenden. Met onder meer een voordracht van Tineke Fokkema (Nidi), die in samenwerking met het CBS de demografische gegevens voor Riftour hadden bewerkt, en presentaties van de vier gastvrouwen die verhaalden over hun ervaringen tijdens de reis en daarvan ook gefilmde beelden lieten zien. Eind 2009 werd het Riftour project (tijdelijk) afgesloten met een scholentournee in Den Haag, waarvoor een speciaal lesprogramma was ontworpen. Het CGM en het Museon hebben voor dit project samengewerkt met: het Samenwerkingsverband Marokkanen in Nederland (SMN), het Nederlands Instituut (Nimar) in Rabat en de Stichting Steunpunt Remigranten (SSR) in Berkane. Riftour werd financieel mogelijk gemaakt door bijdragen van de Stichting Doen, het VSBfonds, de Mondriaan Stichting, de Gemeente Den Haag, de Nederlandse ambassade in Marokko en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. f.
Chinatown Den Haag
Het bestuur van de Stichting Chinatown Den Haag benaderde het CGM voor een historisch (foto)boek over deze wijk in ontwikkeling. Als uitvloeisel van het Chinese spoorzoekersproject is in samenwerking met het Inspraakorgaan Chinezen (IOC) een plan ontwikkeld, dat in 2007 bij verschillende fondsen is ingediend. In het beoogde boek moesten zowel de geschiedenis van Chinezen in Den Haag als het hedendaagse Chinatown aan bod komen. Daarvoor werd archiefonderzoek verricht, zijn interviews gehouden en historische privé-foto‟s en documenten verzameld. Daarnaast zou fotografe Yee Ling Tang met een fotoreportage de actuele situatie van de wijk vastleggen.
34
2008 Voormalig spoorzoeker Kai Yin Or kreeg eind 2007 een stageplaats op de Campus Den Haag en heeft haar onderzoek in 2008 voortgezet, in samenwerking met de projectleiders Annemarie Cottaar en Wim Willems. 2009 Vanaf de zomer van 2009 toog fotografe Yee Ling Tang regelmatig met haar camera naar het Haagse Chinatown en werd er aanvullend onderzoek gedaan. Het boek, geschreven door Annemarie Cottaar en Wim Willems, ging eind van het jaar naar de drukker. g. Demka Utrecht In 2008 werd het Demka-project afgerond, een initiatief van Marlou Schrover, Ronald Rommes en Het Utrechts Archief. De Demka-staalfabriek was de grootste werkgever van gastarbeiders in Utrecht. Over deze migranten werd een boek geschreven. De interviews werden afgenomen door Leidse studenten Oral History, in samenwerking met de stichting Lize die behulpzaam was bij het vinden van respondenten. Financiële steun voor het project werd verleend door de Mondriaanstichting en het Utrechts Archief. Het boek Migranten bij de Demkastaalfabrieken in Utrecht (1915-1983) is op 29 juni 2008 gepresenteerd aan de burgemeester van Utrecht Aleid Wolfsen tijdens het Wereldfestival in Utrecht. De auteurs waren Marlou Schrover, Judith ten Broeke en Ronald Rommes. Andere onderdelen van het project waren een documentaire van RTV-Utrecht, een toneelstuk, wijkdebatten, twee tentoonstellingen, een informatiemarkt, de inventarisatie van het Demka-archief en een educatief project. Voor meer informatie zie: www.hetutrechtsarchief.nl/werkstukken/onderbouw/demka h.
Collecties IISG
Het CGM richt zich op het verwerven en documenteren van bronnen met betrekking tot de geschiedenis van migranten en werkt daarbij structureel samen met het IISG, een van de deelnemende instellingen. Bij het IISG komen jaarlijks omstreeks 250 archiefcollecties binnen, deels als aanvulling op het aanwezige materiaal. Daarnaast verwerft het IISG audiovisuele collecties, kleinere en grotere bibliotheken en worden duizenden nieuwe boeken aangeschaft of gekregen. Tot slot heeft het instituut enkele duizenden abonnementen op tijdschriften (waarvan vele gratis). Daarmee bezit het IISG een groot aantal
35
collecties met gegevens over migratie, vluchtelingen en minderheden. Deze verzamelingen zijn, zeker wat geografische reikwijdte betreft, de belangrijkste in Nederland. Overzicht acquisitie archieven c.q. collecties migranten in 2008-2009: - Archief van Mr. C.A. (Kees) Groenendijk, medeoprichter en bestuurslid van de Werkgroep Rechtsbijstand in Vreemdelingenzaken. 1972-1989, 0.75 m.; - Archief van Franciszek Lyskawa (1912-1997). 1945-1996, 0.5 m. N.B. Poolse militair die zich na afloop van de Tweede Wereldoorlog in Eindhoven vestigde; - Archief van de Vereniging van Italiaanse IJsbereiders in Nederland (ITAL). 1973-2005, 2.5 m.; - Archief van de Stichting Hulp aan Papua‟s in Nood (HAPIN). (1956-) 1967-2005 (-2006), 2.12 m. N.B. Bevat vooral stukken over ontwikkelingsprojecten op Papua, maar bevat ook veel informatie over de Papua gemeenschap in Nederland. - Archief van de Landelijke Organisatie van Surinamers in Nederland (LOSON)/SAWO. Periode onbekend, ca. 10 m. - Aanvullingen op de collectie Sloveense Arbeidsmigranten in Nederland. 19062009, ca. 4 m. (incl. bibliotheek- en B&G-materiaal); - Aanvulling op het archief van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN). 1982-1999, 21 m.; - Aanvulling op de collectie Spaanse Gastarbeiders in Nederland (Sjoerd Klaas Olfers). 1958-2002, 0.03 m.; - Aanvulling op het archief van de Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT). 1985-2004, 5 m. Op de website van het IISG is een overzicht te vinden van archieven, bibliotheekmateriaal en de verzameling beeld en geluid.
36
6.
WERKGEZELSCHAP HISTORISCHE MIGRATIESTUDIES
Op 23 januari 1998 vond de eerste bijeenkomst van het Werkgezelschap Historische Migratiestudies plaats, waarmee het inmiddels acht jaar bestaat. Het gezelschap verenigt een twintigtal wetenschappers die historisch onderzoek verrichten op het gebied van migratie. Zij doen dat vanuit uiteenlopende disciplines (zoals geschiedenis, sociologie, antropologie, rechten, Nederlands) en vanuit een verschillende achtergronden (zoals vrouwengeschiedenis, bedrijfsgeschiedenis, stadsgeschiedenis of demografie). Gezamenlijk bestrijken deze deelnemers aan het Werkgezelschap een periode die loopt van de vroegmoderne tijd tot het recente verleden. Met de samenstelling van het gezelschap is geprobeerd de barrières tussen perioden en specialisaties te doorbreken. Het Werkgezelschap komt drie à vier keer per jaar bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten presenteren een of twee deelnemers hun onderzoek, gevolgd door discussie. Deze presentaties van werk in uitvoering worden afgewisseld met theoretische en methodologische sessies. In een informatieronde worden tips uitgewisseld over nieuw verschenen literatuur, congressen en andere evenementen. Met enige regelmaat worden sprekers van buiten uitgenodigd om voor een breder publiek voordrachten te houden. Belangstellenden voor bijeenkomsten van het werkgezelschap kunnen contact opnemen met Marlou Schrover (
[email protected])
Na afloop van de CGM-vergadering in Nijmegen op 29 oktober 2009 presenteerden enkele onderzoekers van het Centrum voor Migratierecht (CMR) hun werk. Carolus Grütters hield een korte presentatie houden over zijn onderzoek naar de asielprocedure (gebaseerd op een 'systeemdynamische' analyse). Ricky van Oers hield een korte presentatie houden over haar onderzoek naar naturalisatietoetsen in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Kees Groenendijk was tot slot gevraagd iets vertellen over het NWO-programma „Transnationaliteit en burgerschap‟, waarin wordt onderzocht hoe het Nederlandse vreemdelingenrecht zich in de periode 1945-2000 heeft ontwikkeld.
37
7.
STUDIEDAGEN EN CONGRESSEN
a.
CGM studiedag 2009
De CGM studiedag stond geheel in het teken van de website Vijfeeuwenmigratie.nl. Aan specialisten historische migratiestudies werd de vraag voorgelegd welke bronnen op deze website niet mogen ontbreken, omdat ze de bezoeker van de website inzicht geven in een bepaald tijdvak of groep migranten. De achterliggende gedachte was dat historici vaak kleine juweeltjes tegengekomen tijdens hun (archief)onderzoek. Daarom werd gevraagd die dag archiefsnippers, egodocumenten, kattenbelletjes, dagboeken, toespraken, beleidsstukken, prenten, foto‟s, folders, affiches, filmpjes en audiofragmenten mee te brengen en toe te lichten. Om later de website te kunnen vullen met bronnen die bijdragen aan de historische sensatie van de websitebezoeker. Tijdens de levendige presentaties waren naast foto‟s en documenten ook filmpjes te zien en geluidsfragmenten te horen. Zo nam Nanneke Wigard (Moluks Historisch Museum) een filmpje mee over het dagelijks leven in een Moluks woonoord in de jaren vijftig en liet Nadia Bouras (UL) een Marokkaans lied over de migratie naar Europa horen. Andrea Meuzelaar liet fragmenten zien van tvprogramma‟s uit de jaren zestig en zeventig, zoals een reportage uit Van Gewest tot Gewest waar een dag uit het leven van Turkse gastarbeider werd gefilmd en Nederlanders een reactie moeten geven op de vraag: „wat zou u ervan vinden als uw dochter met een gastarbeider zou trouwen‟. Verder waren er onder meer bijdragen van Annemarie Cottaar (IISG), Corrie van Eijl (UL), Yvette Kopijn (UVA), Leo Lucassen (UL), Marlou Schrover (UL), Fridus Steijlen (KITLV) en Wim Willems (UL, Campus Den Haag). b.
Migratie op de European Social Science History Conference (ESSHC)
De European Social Science History Conference is een tweejaarlijks congres, dat sinds 1996 wordt georganiseerd door het IISG. Van 25 februari tot 2 maart 2008 waren er op de conferentie in Lissabon 40 sessies met in totaal zo‟n 160 lezingen binnen het netwerk Ethnicity and Migration, het grootste netwerk binnen de ESSHC. Daarbij is de Nederlandse inbreng groot. Chairs van het netwerk waren Jelle van Lottum, Colin Pooley en Marlou Schrover.
38
8.
Promoties
Manon Pluymen, Radboud Universiteit Nijmegen Promotor: Prof. mr. C.A. Groenendijk Copromotor: mr. P.E. Minderhoud Datum: 8 september 2008 Proefschrift: Niet toelaten betekent uitsluiten. Een rechtssociologisch onderzoek naar de rechtvaardiging en praktijk van uitsluiting van vreemdelingen van voorzieningen. Liza M. Nell, Universiteit van Amsterdam Promotores: Prof. R. Penninx en prof. M. Fennema Datum: 19 december 2008 Proefschrift: Transnational Migrant Politics in the Netherlands. Historical Structues and Current Events (2008).
39
9.
PUBLICATIES
In 2008 en 2009 verschenen vele publicaties van de medewerkers van instituten die deelnemen aan het CGM. Voor zover die publicaties gaan over migratie én een historische component hebben, zijn ze opgenomen in onderstaande lijst. Een volledige lijst van publicaties van medewerkers is te vinden op de websites van de deelnemende instituten. Op de website van het CGM staat bovendien een overzicht van alle publicaties vanaf 2000 die de medewerkers schreven over migratiegeschiedenis.
Publicaties 2008 Antunes, C.A.P., Globalisation in history and the history of globalisation: the application of a globalisation model to historical research, in: G. Modelski, W. Thompson & T. Devezas (eds.), Globalization as evolutionary process: modeling, simulating, and forecasting global change (New York 2008) 244268. Antunes, C.A.P., „Portuguese Jews in Amsterdam: an insight on entrepreneurial behaviour in the Dutch Republic‟, in: Adrian Jarvis & Robert Lee (eds.), Trade, migration and urban networks in port cities, c. 1640-1940 (Research in Maritime History), 38, pp. 15-31. St. John's: International Maritime Economic History Association. 2008 Böcker, A.G.M., T. Havinga, P.E. Minderhoud, H. van de Put, L.E. Groot-van Leeuwen, B. de Hart, A. Jettinghoff. & K.M. Zwaan (eds.), Migratierecht en rechtssociologie, gebundeld in Kees' studies. Migration Law and Sociology of Law, Collected Essays in Honour of Kees Groenendijk, Nijmegen 2008. Böcker, A.G.M. & D. Thränhardt, „The Institutional Setting of Naturalization and Multiple Citizenship. A Comparison of German and Dutch Policies‟, in: O. Schmidtke & S. Ozcurumez (eds.), Of States Rights and Social Closure. Governing Migration and Citizenship (New York 2008) 135-156. Bosma, Ulbe en Kees Mandemakers, „Indiëgangers: sociale herkomst en migratiemotieven (1830-1950). Een onderzoek op basis van de Historische Steekproef Nederlandse bevolking (HSN)‟, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Neerlanden, 123, 2 (2008) 162-184. Bosma, Ulbe and Remco Raben, Being „Dutch‟ in the Indies. A History of Creolisation and Empire, 1500-1920, Singapore/Ohio 2008. Bouras, Nadia en Mostafa Hilali, „Private archives on migration in the Netherlands‟, Revue Migrance (2008 1er trimestre). Bruquetas-Callejo, M., B. Garcés-Mascareñas, R. Morén-Alegret, R. Penninx and E. Ruiz-Vieytez, Immigration and Integration Policymaking in Spain, IMISCOE Working Papers 21 (2008). Eijl, Corrie van, „Tracing back „illegal aliens‟ in the Netherlands, 1850-1940‟, in: Marlou Schrover, Joanne van der Leun, Leo Lucassen en Chris Quispel (eds.), Illegal migration and gender in a global and historical perspective (Amsterdam 2008) 39-56. Groenendijk, C.A., „Local Voting Rights for Non-Nationals in Europe. What We Know and What We Need to Learn‟, in: Delivering Citizenship. The Transatlantic Council on Migration (Gütersloh 2008) 49-72.
40
Groenendijk, C.A., „Migration in and to the European Union, General report‟, in: Proceedings 4th European Jurists‟ Forum (Wenen 2008) 387-397. Fernhout, R., „Rechtsbijstand asiel. Herinneringen uit Noord-Oost en een vooruitblik‟, in: B. van der Grinten & T. Arts (eds.), Met recht in Nederland? Een terugblik op 12½ jaar rechtsbijstand asiel (Arnhem, Stichting Rechtsbijstand Asiel Nederland, 2008)10-14. Havinga, T., „Ritueel slachten. Spanning tussen religieuze tolerantie en dierenbescherming‟, in: A. Böcker, T. Havinga, P. Minderhoud, H. van Put, L. de Groot-van Leeuwen, B. de Hart, A. Jettinghoff & K. Zwaan (eds.), Migratierecht en rechtssociologie, gebundeld in Kees' studies. Migration Law and Sociology of Law, Collected Essays in honour of Kees Groenendijk, (Nijmegen 2008) 211-220. Hoefte, Rosemarijn en Peter Meel, „Inleiding‟, in: Rosemarijn Hoefte, Peter Meel en Hans Renders (red.), Tropenlevens; De (post)koloniale biografie 11-15. Hoefte, Rosemarijn, „Grace Schneiders-Howard; De sociaal-activiste‟, in: Rosemarijn Hoefte, Peter Meel en Hans Renders (red.), Tropenlevens; De (post)koloniale biografie (Amsterdam/Leiden 2008) 17-33. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Land-Stadt Wanderung‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart/Weimar 2008) Vol. 7, 451-455. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Leibeigenschaft: Migrationsaspekte‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart/Weimar 2008) Vol. 7, 813815. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Migrantenkirche‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart en Weimar 2008) Vol. 8, 483-486. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Migration: Europe‟, in: Peter N. Stearns (ed.),. The Oxford Encyclopedia of the Modern World (New York 2008) 184-187. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Millet‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart en Weimar 2008) Vol. 8, 535-538. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Mobilität‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart/Weimar 2008) deel 8, 224-244. Lucassen, Leo, „Between Hobbes and Locke. Gypsies and the limits of the modernization paradigm‟, Social History 33 (2008) no. 4, 423-441. Lucassen, Leo, „Scheffers ongemakkelijke dans met het verleden‟, Tijdschrift voor Geschiedenis 212 (2008) 2, 198-201. Lucassen, Leo en Wim Willems, „Een kort lontje? Reflecties over veiligheid in de stad‟, in: Anita Böcker, Tetty Havinga, Paul Minderhoud, Hannie van de Put e.a. (red.), Migratierecht en Rechtssociologie, gebundeld in Kees' studies. Migration Law and Sociology of Law, collected essays in honour of Kees Groenendijk, Liber Amicorum Prof.mr. C.A. Groenendijk (Nijmegen 2008) 231-238. Obdeijn, Herman en Marlou Schrover, Komen en gaan. Immigratie en emigratie in Nederland vanaf 1550, Amsterdam 2008. Oers, R. Van, „From Liberal to Restrictive Citizenship. The Case of the Netherlands‟, International Journal on Multicultural Societies (2008) 40-59. Oostindie, Gert, Dutch colonialism, migration and cultural heritage, Leiden 2008. Oostindie, Gert, „Kossmanns kwal; Identiteit, migratie en koloniale geschiedenis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden‟, Academische Boekengids 68 (2008) 15-20. Oostindie, G., „Slavernij, canon en trauma: debatten en dilemma‟s‟, Tijdschrift voor Geschiedenis (2008) 121-1:4-21. Pluymen, M.H., Niet toelaten betekent uitsluiten. Een rechtssociologisch onderzoek naar de rechtvaardiging en praktijk van uitsluiting van vreemdelingen van voorzieningen. Diss. Radboud Universiteit Nijmegen, Den Haag 2008. Scholten, S., „Van sheriffs' deputies tot inlichtingendienst. Verplichtingen van vervoerders in het migratie- en anti-terrorismebeleid‟, in: A. Böcker, T. Havinga, P. Minderhoud, H. van Put, L. de Groot-van Leeuwen, B. de Hart, A.
41
Jettinghoff & K. Zwaan (Eds.), Migratierecht en rechtssociologie, gebundeld in Kees' studies. Migration Law and Sociology of Law, Collected Essays in honour of Kees Groenendijk (Nijmegen 2008) 131-140. Schrover, Marlou, „Verschillen die verschil maken: inleiding op het themanummer over gender, migratie en overheidsbeleid in Nederland en België in de periode 1945-2005‟, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 1 (2008) 222. Schrover, Marlou, „De historische wortels van het multiculturele drama‟, Eutopia. Internationaal venster op politiek, cultuur en kunt. Thema nummer De gedroomde stad, nr. 20 (December 2008) 45-50. Schrover, Marlou, Judith ten Broeke en Ronald Rommes, Migranten bij de Demkastaalfabrieken in Utrecht (1915-1983), Utrecht 2008. Schrover, Marlou, Joanne van der Leun, Leo Lucassen and Chris Quispel (eds.), Illegal migration and gender in a global and historical perspective, Amsterdam 2008. Schrover, Marlou, Joanne van der Leun, Leo Lucassen en Chris Quispel, „Introduction: Illegal migration and gender in a global and historical perspective‟, in: Marlou Schrover, Joanne van der Leun, Leo Lucassen en Chris Quispel (eds.), Illegal migration and gender in a global and historical perspective (Amsterdam 2008) 9-38. Sicking, L.H.J., Colonial Borderlands. France and the Netherlands in the Atlantic in the 19th Century, History of international relations, diplomacy, and intelligence 4, Leiden/Boston 2008. Steijlen, F., „Muziek en literatuur als scharnier voor integratie‟, Indische Letteren (januari 2008) 13-22. Willems, Wim, „Anak Tjalie. De wonderboy van de familie Boon‟, Indische Letteren, (juni 2008) 90-101. Willems, Wim, (sam. en inl.), „Dossier. Het land van aankomst door Paul Scheffer. Een journalistieke studie over politiek en wetenschap‟, Stadsgeschiedenis no. 2, 3e jrg. (2008) 163-186. Willems, Wim, „Smrtelná past etnicity. Historie studia Cikánü‟, in: Marek Jakoubek (ed.), Cikáni a etnicita (Triton 2008) 48-72. Willems, Wim, „Tjalie Robinson, De verheffer‟, in: Rosemarijn Hoefte e.a. (red.), Tropenlevens. De [post]koloniale biografie (Meppel/Leiden 2008) 34-57. Willems, Wim, Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver, Amsterdam 2008 (2e druk 2008, 3e druk 2009, 4e druk 2009).
42
Publicaties 2009 Berkel, Maaike van, Eveline Buchheim, Eva Geudeker, Frances Gouda, Ellis Jonker, Charlotte Laarman en Claartje Rasterhoff (red.), Zenobia, Khadîja en Dolle Amina‟s. Gender en macht in de islamitische geschiedenis, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 29 (2009). Bouras, Nadia, „Het jaar van de Dolle (A)Mina‟, in: Maaike van Berkel, Eveline Buchheim, Eva Geudeker, Frances Gouda, Ellis Jonker, Charlotte Laarman en Claartje Rasterhoff (red.), Zenobia, Khadîja en Dolle Amina‟s. Gender en macht in de islamitische geschiedenis, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 29 (2009) 193-202. Bosma, Ulbe, Terug uit de koloniën. Zestig jaar postkoloniale migranten en hun organisaties, Amsterdam 2009. Bosma, Ulbe, „Otto Huiswoud, courrier de la Black Atlantic (1893-1961)‟, in: Carlos Agudelo, Capucine Boidin and Livio Sansone, (eds.), Autour de « l'Atlantique noir », une polyphonie de perspectives (Paris 2009), 61-72. Bosma, Ulbe, „European colonial soldiers in the Nineteenth-Century. Their role in white global migration and settlerdom‟, Journal of Global History 4, 2 (July 2009) 317-336. Bosma, Ulbe, „Nederlands Nieuw-Guinea en de late empire builders‟, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 6, 3 (2009) 2-25. Bosma, Ulbe, „Postkoloniale immigranten: Generatiewisseling en organisatiebehoefte‟, Demos: bulletin over bevolking en samenleving 25, 4-5 (2009) 5-9. Bosma, Ulbe, „Kiezen voor integratie. Migranten uit voormalige Nederlandse koloniën‟, Geschiedenis Magazine 44, 8 (2009) 30-33. Cottaar, Annemarie en Nadia Bouras, Marokkanen in Nederland. De pioniers vertellen, Amsterdam 2009. Eijl, Corrie van, „Migranten in Nederland, 1945-2000. Een kwantitatieve analyse van sekseverschillen‟, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 6:2 (2009) 3-33. Groenendijk, Kees, „Ontslag van buitenlandse werknemers: effecten, verdragen en bescherming (1969-2009)‟, in: M.S. Houwerzijl en S.S.M. Peters (red.), Exit, Onderneming, werknemer en het einde van de dienstbetrekking, Serie Onderneming en Recht 50 (Deventer 2009) 497-518. Groenendijk, Kees, „Forty Years Free Movement of Workers: Has It Been A Success and Why?‟, in: P. Minderhoud and N. Trimikliniotis (ed.), Rethinking the free movement of workers (Nijmegen 2009) 11-24. Groenendijk, Kees, „Local Voting Rights for Non-Nationals in Europe: What We Know and What we Need to Learn‟, in: D.G. Papademetriou a.o. (eds.), Models of Success: How the State and Civil Society Can Work Together to Integrate Immigrants (Athens 2009) 108-127. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Eine Verlorene Welt. Europäische Migrationen 1500-1830‟, in: D. Knauf and B. Moreno (eds.), Aufbruch in der Fremde. Migration gestern und heute (Bremen/Temmen 2009) 11-25. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „"The Mobility Transition Revisited, 1500-1900: What the Case of Europe Can Offer to Global History." The Journal of Global History 4 (2009) 347-77. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „Otchodniki‟, in: Friedrich Jaeger (red.), Enzyklopädie der Neuzeit (Stuttgart/Weimar 2009) Vol. 9. Lucassen, Jan en Leo Lucassen, „The world we lost. European Migrations 15001830‟, in: Diethelm Knauf and Barry Moreno (eds.), Leaving home. Migration yesterday and today (Bremen/Temmen 2009) 11-24. Lucassen, Leo, „Global migration regimes 1850-2002‟, in: Akira Iriye & PierreYves Saunier (eds.), The Palgrave Dictionary of Transnational History (London etc. 2009) 565-570.
43
Lucassen, Leo, „Het verleden als laboratorium: immigratie en polarisatie in WestEuropa sinds 1850‟, in: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (red.), Polarisatie. Bedreigend en verrijkend (Amsterdam 2009) 31-47. Lucassen, Leo and Charlotte Laarman, „Immigration, intermarriage and the changing face of Europe in the post war period, The History of the Family, vol. 14, 2009, no. 1. Lucassen, Leo en Rinus Penninx, „Caught between Scylla and Charybdis? Changing orientations of migrant organisations in the era of national states, from 1880 onwards‟, IMISCOE Working Papers 26 (2009). Lucassen, Leo en Wim Willems, „Baron van Münchhausen, of de wereldspiegel van het nationale verleden‟. In: Pepijn Dijk en Mickey Huibregtsen (eds.), De publieke zaak. Inspiratie voor meer dynamiek in de samenleving. Het Financiële Dagblad en Uitgeverij Business Contact (Amsterdam 2009) 40-44. Lucassen, Leo en Wim Willems, „De ondraaglijke lichtheid van het geheugen‟, Rood. Ledenblad van de Partij van de Arbeid 6 (2009) no. 1, 19. Lucassen, Leo en Wim Willems (red.), Waarom mensen in de stad willen wonen, 1200-2010. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2009. Lucassen, Leo en Wim Willems, ‟Steden, instituties en migratie in de Nederlanden. Een inleiding, in: idem (red.), Waarom mensen in de stad willen wonen (Amsterdam 2009) 7-21. Lucassen, Leo en Wim Willems, „Waarom mensen in de stad willen wonen. Een terugblik‟, in: idem (red.), Waarom mensen in de stad willen wonen (Amsterdam 2009) 259-270. Minderhoud, Paul & Nicos Trimikliniotis, Rethinking the free movement of workers: the European challenges ahead, Nijmegen 2009. Mulders, Milena, Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis, Amsterdam 2009. Obdeijn, Herman en Marlou Schrover, „Mantra wordt stigma‟, Socialisme en Democratie 60: 1/2 (2009) 67-71. Oostindie, Gert, Postkoloniaal Nederland; Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen. Amsterdam 2009 Oostindie, Gert, „Public memories of the Atlantic slave trade and slavery in contemporary Europe‟, European Review; Interdisciplinary Journal of the Humanities and Sciences of the Academia Europaea; The Academy of Europe 17-3/4 (2009) 611-626. Oostindie, Gert, „History brought home; Postcolonial migrations and the Dutch rediscovery of slavery‟, in: Wim Klooster (ed.), Migration, trade, and slavery in an expanding world; Essays in honor of Pieter Emmer (Leiden 2009) 305-327. Oostindie, Gert, „Migration paradoxes of non-sovereignty; A comparative perspective on the Dutch Caribbean‟, in: Peter Clegg en Antonio PantojasGarcía (eds), Governance in the non-independent Caribbean; Challenges and opportunities in the 21st century (Kingston 2009)163-181. Penninx, R., Vergleichende Studies zu Integrationspolitiken europäischer Städte, in: Frank Gesemann / Roland Roth (Hrsg.), Lokale Integrationspolitik in der Einwanderungsgesellschaft – Migration und Integration als Herausforderung von Kommunen (Wiesbaden 2009) 611-634. Schrover, Marlou, „Family in Dutch Migration Policy 1945-2005‟, The History of the Family 14 (2009) 191-202. Schrover, Marlou, „Differences that make all the difference. Gender, migration and vulnerability‟, in: Michel Orly, Guy Brunet, Virginie Barusse De Luca en Danielle Gauvreau (red), A female demography. Migration, work, fertility, family (Bern 2009) 143-168. Schrover, Marlou, Hoezo illegaal?, Redocumented, A project with undocumented people in Amsterdam, Summer 2009. Schrover, Marlou, Joanne van der Leun, Leo Lucassen en Chris Quispel, „Illegale migratie vanuit een genderperspectief‟, Kritiek. Jaarboek voor socialistische discussie en analyse (2009) 11-36.
44
Schulte Nordholt, H., „Een provinciaal „emo-museum‟?‟, Geschiedenis Magazine 44, 2 (2009) 13. Schulte Nordholt, H., „Postkoloniale gemeenschappen‟, Geschiedenis Magazine 44, 4 (2009) 13. Steijlen, Fridus, „To the memory of comrades; Personal remembrance of Dutch war dead in Southeast Asia, 1942-45‟, Public History Review 16 (2009) 64-77. Steijlen, F. en G. Oostindie, „Zestig jaar na de eerste “kille” ontvangst; Onderzoek legt onvrede onder “postkoloniale” migranten bloot‟, Contrast 16 (2009) 24-29. Walaardt, Tycho, „Het paard van Troje. Het verlenen van asiel door Nederland in de periode 1945-1955‟, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 6:2 (2009) 63-93. Wim Willems (bezorger en inleider), Schrijven met je vuisten. De brieven van Tjalie Robinson, Amsterdam 2009.
45
46