Carbon Footprint Emissie inventarisatie conform ISO-14064-1
Rapportage januari 2014 – december 2014 (CO2 Prestatieladder 1.A.1, 2.A.1, 3.A.1, 1.B.1, 2.B.1, 3.B.1)
Dit document bevat: -
De uitgewerkte CO2 emissie inventarisatie 2014 o de analyse van de emissie inventarisatie
-
Het energie auditverslag 2014 o de analyse van energieaspecten
-
Het energie management actieplan 2015
-
energie/CO2-reductiedoelstellingen en acties en maatregelen o de analyse van effectiviteit reductiemaatregelen
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 1 van 18
Colofon: Opgesteld Gecontroleerd Vrijgegeven Datum
:M. Vrijhof en M. Aerts : M. Vrijhof : E. Aerts :10 januari 2015
Carbon Footprint Alom Bv
paraaf: paraaf: paraaf:
Pagina 2 van 18
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding .................................................................................................. 4 1.1 Beschrijving organisatie ........................................................................................... 4
2.2 Cross reference ISO 14064-1 ............................................................................... 4 1.3 Rapportageperiode .................................................................................................... 5 1.4 Verantwoordelijke persoon ....................................................................................... 5 1.5 Verificatie onafhankelijke instantie........................................................................... 5
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening ............................................................................. 6 2.1 Aanpak ........................................................................................................................ 6 2.2 Referentiejaar ............................................................................................................. 6 2.3 Afbakening ................................................................................................................. 6 3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) ..................................... 9 3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) ..............................................................10 3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten ...............................................................10 3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel ........................10
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit .................................. 12 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten ...........................................................................12 4.2 Afbakening ................................................................................................................13 4.3 Energiestromen.........................................................................................................13 Hoofdstuk 5.1 Energie Actieplan 2015
Carbon Footprint Alom Bv
12
Pagina 3 van 18
Hoofdstuk 1 Inleiding Binnen Alom staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen en maatschappelijke betrokkenheid (het leveren van een bijdrage in maatschappelijke vraagstukken). Extern maken we onze klant bewust van een duurzame oplossing voor hun railconstructies. De carbon footprint is een onderdeel van duurzaamheid, zowel intern als extern. Het is een maatstaf voor de invloed van menselijke activiteit op het milieu uitgedrukt in de hoeveelheid broeikasgassen. Alom wil met deze carbon footprint inzicht krijgen en derden inzicht geven in het effect van haar activiteiten op de CO2-problematiek. 1.1 Beschrijving organisatie Alom is een jonge onderneming die zich richt op het aanbieden van totale (Alom vattende) systeemoplossingen voor aannemers en railinfrabeheerders in de Europese markt. Deze systeemoplossingen bestaan uit samengestelde railinfraconstructies en /of individuele onderdelen. Deze constructies voldoen aan de hiervoor geldende specificaties en Alom maakt hierbij gebruik van samenwerkingsverbanden met verschillende leveranciers /fabrikanten die deze materialen leveren/produceren. Op basis van de aanwezige expertise verzorgt Alom tevens de engineering en het ontwerp waarbij wordt getracht om nieuwe inzichten op een innovatieve wijze te integreren met de bestaande producten waarbij de nieuw ontworpen systeemoplossing wel ten aller tijde blijft voldoen aan de hiervoor gelden de regelgeving en specificaties.
2.2 Cross reference ISO 14064-1 ISO 140641
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3
§ 7.3 GHG report A B C D E F G H I J K L
Carbon Footprint Alom Bv
Beschrijving
Hoofdstuk
Reporting organization Person responsible Reporting Period Organizational boundaries Direct GHG emissions Combusion of biomass GHG removals Exlusion of sources or sinks Indirect GHG emissions Base year Changes or recalculations Methodologies
1.1 1.3 1.2 2.3 4.4 3.3 3.2 3 3.5 2.2 2.2 2.1 Pagina 4 van 18
4.3.3 4.3.5 5.4
M N O P Q
Changes of methodologies Emission or removal factors used Uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement describing
2.1 3.5 3.11 2.1
1.3 Rapportageperiode De rapportageperiode van onderhavige Carbon Footprint is 1-1-2014 t/m 31-12-2014. 1.4 Verantwoordelijke persoon De verantwoordelijke persoon voor de rapportage is de heer E. Aerts, directeur Alom bv. 1.5 Verificatie onafhankelijke instantie De Carbon Footprint over 2014 is opgesteld in overeenstemming met de de NEN-ISO 14064-1.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 5 van 18
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening 2.1 Aanpak Deze carbon footprint is gebaseerd op de NEN-ISO 14064-1. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-1 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2- emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2-emissies. Aan de hand van de CO2Prestatieladder van SKAO zijn deze gegevens weer onderverdeeld in verschillende soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas. Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijk gebruik privé auto; • zakelijke vluchten. Scope 3, overige indirecte CO2-emissies. • overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een aparte inventarisatie m.b.t. de scope 3 emissie categorieen meegenomen. Om de carbon footprint te bepalen van Alom zijn gegevens verzameld over alle soorten emissies, op basis van deze gegevens en de conversiefactoren zijn de hoeveelheden CO2 bepaald. Voor het vaststellen van de footprint zijn met terugwerkende kracht de conversiefactoren zoals opgenomen in “De CO2-Prestatieladder” (SKAO). 2.2 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als referentiejaar. Deze CO2- emissie inventarisatie is met terugwerkende kracht aangepast met de actuele conversiefactoren uit “De CO2 Prestatieladder” (SKAO). Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde. Er is een wijziging in de analysemethode doorgevoerd m.b.t. de energiestroom brandstofverbruik auto’s. Deze wordt vanaf 2012 niet meer geschat op basis van kmregistratie, maar het feitelijk verbruik van de soorten brandstof wordt vastgesteld. 2.3 Afbakening Deze carbon footprint betreft de onderneming en juridische entiteit Alom b.v. Vestiging Alom, Kolk 1, 4241 TH Arkel. Volgens de definitie van SKAO (hoofdstuk 2 van het handboek CO 2prestatieladder versie 2.1) valt Alom bv in de categorie “kleine bedrijven”. De totale CO 2Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 6 van 18
uitstoot is kleiner dan 500 ton voor wat betreft de vestiging en kleiner dan 2000 ton voor de werklocaties.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 7 van 18
Hoofdstuk 3 Carbon footprint Alom 3.1 Inleiding Op basis van vijf soorten CO2-emissies is de totale CO2-emissie van Alom berekend. De totale CO2-emissie van Alom in 2014 is 86,97 ton CO2. Het grootste aandeel hierin 61 ton C02, scope 1 (70%) is afkomstig van het brandstofverbruik van het wagenpark, dus auto’s (bedrijfsauto’s) . In onderstaande tabel is de totale CO2-emissie onderverdeeld naar de verschillende soorten weergegeven. Activiteit
Gasverbruik Brandstofverbruik auto’s Totaal Scope 1 Zakelijke vluchten Zakelijke gebruik privé auto Elektriciteitsverbruik Totaal Scope 2
Scope
1 1
CO2 (ton) 2014 4 57
2 2 2
Totaal
% 2014 5% 65%
CO2 (ton) 2011 5 50
% 2011 6% 60%
4 21 1
5% 24% 1%
9 10 9
11% 11% 12%
87
100%
83
100%
3.2 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 1 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.3 Biomassa In het jaar 2014 heeft de organisatie geen biomassa verbrand.
3.4 Directe CO2-emissies (scope 1) De directe CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door het brandstofverbruik van het eigen materieel (NVT), het brandstofverbruik van het eigen wagenpark en het gasverbruik op de vestigingslocatie.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 8 van 18
Brandstofverbruik wagenpark De totale CO2-emissie van het brandstofverbruik eigen wagenpark is gelijk aan 57 ton CO2. Dit is gelijk aan 65% van de gehele CO2-emissie in 2014. Alle medewerkers die in het bezit zijn van een bedrijfsauto gebruiken de auto ook voor privé doeleinden. Het is niet goed mogelijk een zuivere splitsing aan te brengen in het aantal verbruikte liters voor zakelijk gebruik. De inschatting is gemaakt dat 80% van de totaal verreden kilometers voor zakelijke doeleinden zijn. Vanaf 2012 is het daadwerkelijke brandstofverbruik (vanuit de bedrijfsadministratie van Unit4) als bron gebruikt voor het bepalen van de CO2 emissie. Dit geeft een preciezer beeld dan het opgeven van het aantal gereden km’s zoals het in het verleden werd bepaald. Gasverbruik Het gas wordt op onze vestigingslocatie verbruikt voor de verwarming van het kantoor en het magazijn. Het gasverbruik is verantwoordelijk voor 4 ton CO2-emissie met 5% van de totale CO2- emissie. Het verbruik in 2014 (2104m3)is lager dan in 2011 ( 2890 m3). Het gasverbruik is bepaald aan de hand van de eindafrekening van de gasleverancier. In 2014 is er door Alom een magazijn aangekocht. Dit magazijn is een uitbreiding geworden van ons huidige magazijn met 300 m2 extra. Hierdoor is er 1 grote magazijn ruimte ontstaan. Deze ruimte kent een eigen gasaansluiting ( Kolk 29) maar wordt verrekend op de huidige Kolk1 aansluiting. Ondanks dat er een grotere ruimte verwarmd ed dient te worden is er minder verbruikt. De maatregelen betreft bewust wording ed. hebben in 2014 resultaat gehad.
3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) De indirecte CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door de inkoop van elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijk gebruik van privéauto’s. Elektriciteitsverbruik Het elektriciteitsverbruik van de vestiging Kolk 1, 4241 TH Arkel is met een emissie van 1* ton CO2, verantwoordelijk voor 1% van de totale CO2-uitstoot van de organisatie. In 2014 is er naar gecertifieerd groene stroom gekeken en berekend. Dit geeft een vertekent beeld ten opzichte van de andere jaren. Het verbruik was in 2014 24.787 KwH. tov 19.609 KwH in 2011. Dus het werkelijk verbruik is toegenomen maar doordat er nu gekeken wordt naar groene stroom geeft de Co2 uitstoot een duidelijk lager beeld. Het elektriciteitsverbruik voor 2014 is gebaseerd op de eindafrekening van de stroomleverancier waarop het verbruik is geregistreerd. Zakelijke vluchten Door de aard van de dienstverlening binnen Alom en de diversiteit aan leveranciers/ Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 9 van 18
fabrikanten is er veelvuldig sprake van zakelijke vluchten. Voor de organisatie van deze vluchten wordt samengewerkt met een hiertoe gespecialiseerd bureau zijnde UniGlobe. Van alle vluchtsegmenten zijn de kilometers geregistreerd volgens de officiële afstand die in het http://nl.distance.to/ naar voren komen. Per reis zijn die afstanden bij elkaar opgeteld waarna ze in de juiste kolom (<700 km, >700 km en >2500 km) zijn gezet en per jaar opgeteld conform de indeling uit de CO2 prestatieladder (versie 2.1). T.o.v. het referentiejaar (2011) is het personeelsbestand toegenomen, de stijging in het aantal gevlogen kilometers is substantieel lager. Totale CO2 emissie is afgenomen met 5 ton van 9 ton (2011) naar 4 ton (2014). Deze verlaging heeft te maken met de afgenomen business in Turkije. In 2013 heeft Alom veel gewerkt in Turkije en in 2014 is dit afgesloten. Hiermee zijn ook de vliegkilometers afgenomen. Zakelijk gebruik privé auto Binnen Alom zijn er in 2014 6 medewerkers die gebruik maken van een privé auto voor woon-werk verkeer. ( 6 zakelijke auto’s en twee werknemers die per fiets komen). De totale CO2 emissie behorend bij deze emissie categorie is toegenomen. De toename van 7 ton van 10 (2011) naar 21 (2014) is verklaarbaar. In 2011 waren er twee medewerkers die woonwerk met hun privé auto reden, in 2014 zijn er 6 medewerkers. Tevens waren er 2 medewerkers die veel kilometer reden per dag. ( respectievelijk 120 km en 124 km). De verwachting is dat voor 2015 de uitstoot gelijk blijft wellicht iets afneemt doordat 1 medewerker dichter bij Alom gaat wonen.
3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) Deze overige indirecte emissies zijn apart geïnventariseerd. Hiervoor wordt verwezen naar het document “inventarisatie scope 3 emissie categorieën”.
3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten De scope 1 emissiebron gas is volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Alom”. T.a.v. het brandstofgebruik van de zakelijke bedrijfsauto’s is een reële inschatting gemaakt dat dit voor ongeveer 25% aan projecten is toe te schrijven. De scope 2 emissiebronnen elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijke kilometers privé auto zijn volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Alom”.
3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel In 2014 heeft Alom geen projecten, die zijn aangenomen met CO2-bewust certificaat
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 10 van 18
gunningsvoordeel, uitgevoerd. Het zijn met name de partijen in de keten die een gunningsvoordeel verkrijgen doordat Alom ook intensief bezig is met bewustwording en verlaging van C02 uitstoot.
3.9 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 2 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.10 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als het referentiejaar. Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde. Er is een wijziging in de analysemethode doorgevoerd m.b.t. de energiestroom brandstofverbruik auto’s. Deze wordt vanaf 2012 niet meer geschat op basis van kmregistratie, maar het feitelijk verbruik van de soorten brandstof wordt vastgesteld. Tevens worden elektriciteit en gas nu bepaald op basis van de jaarrekening ipv de maandelijks afgelezen meterstanden. Ook is de looptijd van januari tot en met december van hetzelfde jaar.
3.11 Onzekerheden De informatie behorende bij de Carbon Footprint betreft feitelijk afgelezen informatie aan de hand van facturen, eindafrekeningen, liters e.d. De conversiefactoren zijn bekend vanuit de CO2-Prestatieladder” (SKAO). Hierdoor is er een hoge mate van waarschijnlijkheid dat de scope 1 en 2 emissies op een correcte wijze zijn geïnventariseerd en in deze Carbon Footprint opgenomen. Opmerking: gereden privé kilometers met zakelijke wagens zijn meegerekend in het totale brandstofverbruik. Hier is geen splitsing in aangebracht.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 11 van 18
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit Deze analyse van de energieaspecten vormt het interne energie auditverslag conform het Energie Management Actieplan waarbij de Plan-Do-Check-Act stuurcyclus is omschreven. Conform de ISO 50001 gaat het hierbij in eerste instantie om het identificeren van de emissieveroorzakers en beoordelen van de energieaspecten die voortvloeien uit de activiteiten binnen Alom. De analyse is opgezet om kansen te identificeren en reductiemaatregelen / vervolgacties op te stellen. Deze rapportage is een vervolg energieaspecten analyse. De analyse heeft betrekking op het jaar 2014. De analyse is vooral een kwalitatieve beschouwing. De analyse zal jaarlijks geactualiseerd worden en van verdere informatie (onderzoek) worden voorzien. 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten De energiestromen zijn geïdentificeerd. Deze energiestromen zullen in deze rapportage behandeld worden. De indelingen van de rapportage is gebaseerd op de carbon footprint. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-3 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2-emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2 emissies. Aan de hand van de CO2-Prestatieladder van SKAO zijn deze gegevens weer onderverdeeld in zes soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas; Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijke vlieg kilometers • zakelijk gebruik privé auto; Scope 3: • scope 3 overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een apart scope 3 emissie inventarisatie meegenomen. De CO2-emissie wordt veroorzaak door de verschillende energieaspecten, welke binnen de organisatie aanwezig zijn. Conform ISO 50001 wordt een energieaspect benoemd als: “een element van activiteiten, goederen of diensten van de organisatie dat het energiegebruik of het energieverbruik kan beïnvloeden”. Binnen de rapportage wordt gericht op de significante energieaspecten. Een energieaspect is significant wanneer dit gerelateerd is aan een groot deel van het energieverbruik. Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 12 van 18
Resultaten uit de analyse worden besproken in het managementoverleg.
4.2 Afbakening Voor de analyse van de energieaspecten zijn de organizational boundaries van Alom aangehouden. De vestiging ter adres Kolk 1, 4241 TH Arkel (kantoor en bedrijfshal) van Alom valt binnen de scope van deze emissie inventaris. Tevens is daar in 2014 Kolk 29 bijgekomen. 4.3 Energiestromen De volgende energiestromen zijn te onderkennen bij: brandstofverbruik materieel: o gasolie; N.v.t. o benzine; N.v.t. o propaan; N.v.t. o acethyleen;N.v.t. brandstofverbruik bedrijfaauto’s: o benzine; N.v.t. o diesel; elektriciteitsverbruik: o vestiging Arkel; o projectlocatie (van derden); N.v.t. aardgas: o vestiging Arkel; overige energieaspecten bij Alom: o verbruik brandstof voertuigen personeel die op KM-basis rijden; o kilometers vliegverkeer; Per energiestroomaspect is er een doelstelling uitgewerkt waarbij inzichtelijk moet worden wat de bijdrage is geweest van de omschreven actie aan het geheel van reductiedoelstellingen die de organisatie heeft gesteld. Bij het plan/ doelstelling gaat het mede om de aspecten: Kwaliteit, Informatie, Onkosten (geld), Tijd en Organisatie (KIOTO).
4.4
Terugblik realisatie doelstellingen
Reductiedoelstelling 1: Het toepassen van het nieuwe werken bij de medewerker die het verste van de zaak af woont. In 2014 wordt geëxperimenteerd of carpoolen kan worden ingevoerd en of de maatregel m.b.t. thuiswerken nog verder kan worden ingevoerd binnen de organisatie van Alom BV.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 13 van 18
Activiteiten: In 2014 is de medewerker die het verste van de kantoorlocatie af woont structureel 2 dagen per week vanuit thuis aan het werk. Deze werkwijze bevalt tot op heden goed aan zowel zijde werkgever alsmede werknemer. Het brandstofverbruik neemt door deze (reductie)maatregel significant af voor deze medewerker. Vanaf halverwege is er een tweede medewerker meer thuis gaan werken. 2014 op jaarbasis een reductie gaan opleveren van 6 maanden- woon-werkverkeer (58,8 km enkele reis x 2 x 26 weken )- 3057,60 km. Resultaat: In 2014 is er een extra medewerker 1 dag in de week thuis gaan werken. Dit is van januari tot en met oktober geweest. Het resultaat is dat dit een reductie heeft opgeleverd van 4800 km in 2014. 120 km per dag x 5 dagen x 4 weken= 2400 km per maand x 10 maanden = 24.000. Ten opzichte van 120 km per dag x 4 dagen x 4 weken = 19.200 km.
Reductiedoelstelling 2: Bij aanschaf van nieuwe personenauto’s kiezen voor een A of B label. Door het aantal toegenomen bedrijfswagens geldt dat het brandstofverbruik per bedrijfsauto moet zijn gereduceerd met 2% t.o.v. referentiejaar 2011. Ultimo 2013 zijn er 5 bedrijfsauto’s t.o.v. van 3 per 2011. – In 2014 zijn er wederom 5 bedrijfsauto’s. De doelstelling voor was 2014 brandstof verbruik van 10,5ton per auto. Activiteiten en resultaat Het wagenpark is gelijk gebleven ten opzichte van de 2-de helft – 2013. Er is toen geïnvesteerd in uitbreiding van het wagenpark. Het gemiddelde verbruik per auto is Gestegen van 53ton/5 = 10,6ton naar 56.94/ 5 = 11,40ton CO2 uitstoot per bedrijfswagen. Deze stijging is te verklaren doordat er meer kilometers gereden zijn. Dit is bewust gedaan ten opzichte van minder vliegen. Enkele vliegreizen zijn ‘gereden’.
Reductiedoelstelling 3: Good housekeeping. Het doel voor 2014 is om voor de energiestroom “gasverbruik” de CO2 emissie in kaart te brengen aangezien er een nieuw magazijn is aangekocht. Het pand is hierdoor groter geworden en dit betekent een nieuwe 0 meting. Activiteiten en resultaat: Het gasverbruik in 2014 bedraagt 2104 m3 gas. t.o.v. 3155 m3 in 2013 Het verbruik is in absolute vorm afgenomen met 33 %. Het personeelsbestand was in 2013 gemiddeld 8,6. In het jaar 2014 is het gemiddelde personeelsbestand 10,5 fte. Het personeelbestand is toegenomen met 9,7 %
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 14 van 18
Het gasverbruik per medewerker is gedaald van 3155m3/8,6 = 366m3 naar 2104 m3/10,5 = 200m3. Een afname van 45% per medewerker. Deze reductie is vooralsnog niet te verklaren; immers het pand is vergroot met een magazijn en toch is er een reductie gerealiseerd. De gasmeter is wel vervangen nav een bericht op het tv programma ‘Radar’. Alom betaalde teveel; een te grote aansluiting G16 terwijl G6 afdoende was. Wellicht geeft dit voor de komende jaren een nauwkeurige meting. In 2014 zijn in ieder geval de besparing tips van de SKAO-site getoetst worden op praktische relevantie voor Alom en zo nodig ingevoerd worden.
Reductiedoelstelling 4: Het streven is om in vliegverkeer een reductie te realiseren van 5% t.o.v. het referentiejaar 2011 (8,82 ton) Activiteiten en resultaat: Als we naar het aantal vliegkilometers kijken kunnen we vaststellen dat deze over 2014 zijn afgenomen. Het CO2 verbruik, uitgedrukt in tonnen CO2 emissie is afgenomen van 9 ton (2012) naar 14 ton (2013) naar 4,01 ton in 2014. In 2014 hebben we bewust minder gevlogen door de betere communicatiemiddelen op afstand. Wel is er een nieuwe inkoper aangetrokken en hij heeft ook een enkele vliegreis moeten maken. Het C02 verbruik uitgedrukt in tonnen is 4,01. In Q1 en Q2 was dit 2,71 ton en in Q3 en Q4 1,3 ton Dit betekent dat de doelstelling ruimschoots is gerealiseerd. De reductie is 46% ipv 5%. Voor 2015 wil Alom het aantal tonnen uitstoot proberen te handhaven. Dit betekent net als voor 2014- regelmatig beoordelen of vliegverkeer noodzakelijk is.
Reductiedoelstelling 5: Good housekeeping, het streven is om het elektriciteitsverbruik, uitgedrukt in FTE met 2% te reduceren. Activiteiten en resultaat: De grootste wijziging t.o.v. 2013 is dat Alom rekent volgens het stroometiket van Electrabel. Immers we ontvangen al jaren groene stroom. Het stroometiket wat aangeeft hoe de verdeling van deze groene stroom is wel degelijk gecertificeerd. Voor de opwekking van energie worden namelijk ‘Garanties van Oorsprong’ gegeven, en deze worden door de overheid gecontroleerd. Het stroomverbruik in 2014 bedraagt in totaal 24.787 in 2013 was dit 20.745. ( 2012 = 20.849). Dit is het totaal van 2 aansluitingen, namelijk Kolk 1 en Kolk 29. In mei 2014 is deze nieuwe aansluiting toegevoegd. Er is niet te herleiden volgens de energiemaatschappij hoeveel Alom per maand verbruikt. Dat betekent dat er alleen een jaarverbruik beschikbaar is.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 15 van 18
Het verbruik is in absolute vorm toegenomen met 16% Het personeelsbestand was in 2013 gemiddeld 8,6. In het jaar 2014 is het gemiddelde personeelsbestand 10,5 fte. Het personeelbestand is toegenomen met 9,7 % Het stroomverbruik per medewerker is afgenomen van 20.745Kwh/8,6 = 2.413Kwh. per medewerker naar 24.787/10,5= 2361 Kwh. per medewerker. Een kleine afname per medewerker in relatie tot een totale stroomtoename.
5.1 Energie Actieplan 2015 Onze meetbare hoofddoelstelling is om diverse energiebesparingsmaatregelen te nemen en daarmee de totale CO2- uitstoot voor scope 1 en 2 emissies in 2015 te verlagen ten opzichte van 2011. Het betreft de CO2- uitstoot gerelateerd aan het aantal fte's. Deze verdere reductie willen wij bereiken door diverse subdoelstellingen op te stellen. Aangezien de doelstellingen uiteen lopen wordt er geen overall reductie doelstellingen genoemd. Scope 1 en 2 dient gevolgd en bewaakt te worden waar mogelijk verlaagd. Grootste reductie zal de komende jaren in scope 3 doelstellingen behaald moeten worden. Immers er is bijvoorbeeld een minimaal verbruik van gas en elektriciteit etc.- verdere verlaging van sommige emissies is niet realistisch. Scope 1 emissies Reductiedoelstelling 1: Het toepassen van het nieuwe werken bij de medewerker die het verste van de zaak af woont. In 2014 is geëxperimenteerd of carpoolen kan worden ingevoerd en of de maatregel m.b.t. thuiswerken nog verder kan worden ingevoerd binnen de organisatie van Alom BV. In 2014 is de medewerker die het verste van de kantoorlocatie af woont structureel 2 dagen per week vanuit thuis aan het werk. Deze werkwijze bevalt tot op heden goed aan zowel zijde werkgever alsmede werknemer. Het brandstofverbruik neemt door deze (reductie)maatregel significant af voor deze medewerker. Op de vraag die wij onszelf hebben gesteld of er nog een soortgelijke maatregel kan worden doorgevoerd op een andere medewerker, kunnen we zeggen dat een andere medewerker 1 dag per week vanuit thuis werkt. Dit is halverwege 2014 ingevoerd. Voor 2015 verwachten we geen grote veranderingen in het meer vanuit huis werken. Wel zal in Q3 van 2015 een medewerker dichterbij Alom gaan worden waardoor er minder woon-werkverkeer zal zijn. Hierdoor is de mogelijkheid tot carpoolen ook groter geworden. Wij zullen hierop aansturen om te kijken of eea realiseerbaar is.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 16 van 18
Reductiedoelstelling 2: Bij aanschaf van nieuwe personenauto’s kiezen voor een A of B label. Door het aantal toegenomen bedrijfswagens geldt dat het brandstofverbruik per bedrijfsauto moet zijn gereduceerd met 2% t.o.v. referentiejaar 2011. Ultimo 2013 zijn er 5 bedrijfsauto’s t.o.v. van 3 per 2011. – In 2014 zijn er wederom 5 bedrijfsauto’s. Het gemiddelde verbruik per auto is gestegen van 53ton/5 = 10,6ton naar 56.94/ 5 = 11,40ton CO2 uitstoot per bedrijfswagen. Voor 2015 is de verwachting dat er geen nieuwe auto’s worden aangeschaft. De doelstelling voor 2015 een afname van 2% op 11,40. Initiatieven die hiervoor ondernomen worden zijn dat collega’s die dicht bij kantoor wonen af en toe de fiets naar kantoor nemen.
Reductiedoelstelling 3: Het gasverbruik van 2014 handhaven voor 2015 immers een afname van 45% per medewerker is immens. Doel is om dit te kunnen evenaren. Het gasverbruik in 2014 bedraagt 2104 m3 gas. t.o.v. 3155 m3 in 2013 Het verbruik is in absolute vorm afgenomen met 33 %. Het personeelsbestand was in 2013 gemiddeld 8,6. In het jaar 2014 is het gemiddelde personeelsbestand 10,5 fte. Het personeelbestand is toegenomen met 9,7 % Het gasverbruik per medewerker is gedaald van 3155m3/8,6 = 366m3 naar 2104 m3/10,5 = 200m3. Een afname van 45% per medewerker. Concrete acties worden hiervoor niet vastgesteld; de grote afname is vooralsnog onvoldoende te verklaren. Scope 2 Reductiedoelstelling 4: Het zakelijk vliegverkeer is binnen Alom relatief een substantiële emissie categorie t.o.v. de meeste andere bedrijven die zijn gecertificeerd conform de CO2 Prestatieladder. Voor 2015 streven we m.b.t. tot het vliegverkeer te consolideren t.o.v. het referentiejaar 2011. In 2013 was er in absolute zin een toename van 5,4 ton CO2 emissie (van 9 ton in 2011 naar 14,4 ton in 2013, dus een toename met 60%). Het CO2 verbruik, uitgedrukt in tonnen CO2 emissie is afgenomen van 9 ton (2012) naar 14 ton (2013) naar 4,01 ton in 2014. Voor 2015 wil Alom het aantal tonnen uitstoot proberen te handhaven. Dit betekent net als voor 2014regelmatig beoordelen of vliegverkeer noodzakelijk is. Reductiedoelstelling 5: Good housekeeping, Het streven is om het elektriciteitsverbruik, uitgedrukt in FTE gelijk te houden tov 2014.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 17 van 18
Het stroomverbruik in 2014 bedraagt in totaal 24.787 in 2013 was dit 20.745. ( 2012 = 20.849). Dit is het totaal van 2 aansluitingen, namelijk Kolk 1 en Kolk 29. In mei 2014 is deze nieuwe aansluiting toegevoegd. Het verbruik is in absolute vorm toegenomen met 16% Het personeelsbestand was in 2013 gemiddeld 8,6. In het jaar 2014 is het gemiddelde personeelsbestand 10,5 fte. Het personeelbestand is toegenomen met 9,7 % Het stroomverbruik per medewerker is afgenomen van 20.745Kwh/8,6 = 2.413Kwh. per medewerker naar 24.787/10,5= 2361 Kwh. per medewerker. Een kleine afname per medewerker in relatie tot een totale stroomtoename. Voor 2015 dient het stroomverbruik vergelijkbaar te zijn voor 2014. Initiatieven die in 2014 zijn bepaald worden in 2015 doorgezet.
Tussentijdse evaluatie In 2014 is er eenmaal een evaluatie gehouden in plaats van 2. Dit had te maken met het feit dat de verantwoordelijke ( voor opmaak documenten en bijsturing kwaliteit op C02) met verlof was. Er is geen adequate invulling gegeven aan deze werkzaamheden. NB wel het actief sturen op C02 verlaging. Het proces is verder beschreven in het Energie Kwaliteitsmanagementsysteem. Verantwoordelijk Evaluatie I: Q1, Q2, Q3 en Q4 voortgangsrapportage
Carbon Footprint Alom Bv
M. van den Rijen, M. Vrijhof 31-12-2014
Pagina 18 van 18