CO2-Prestatieladder Emissie-inventaris 2014 conform ISO 14064-1
Versie : 1.2 Status : definitief Datum : 9 december 2015 Opgesteld door : M. van Ham en A. van der Schalk
Documenthistorie: Versie
Datum
Wijzigingen ten opzichte van eerdere versies
1.0
23 november 2015
Definitief
1.1
02 december 2015
Parkeergarages en locatie Lelyweg 45 buiten scope geplaatst
1.2
09 december 2015
Aanpassing paragraaf 2.2 tekstueel en scope Footprint aangepast
Verantwoording Spaarnelanden Auteur
Beoordeling
Vrijgave
Marc van Ham [Alex van der Schalk]
Robert Oosting Directeur
Robert Oosting Directeur
Paraaf
Paraaf
Procesbeheerder Paraaf
Distributie
2
Naam
Functie
Verzendwijze
R. Oosting
Directie
Mail
R. Govers
Coördinator KAM
Mail
M. van Ham
Procesbeheerder
Mail
M. van der Velden
Senior communicatieadviseur
Mail
M. van der Maesen
Manager operations (ai)
Mail
J. Schörn
Unitmanager ITO
Mail
Han Vrieling
Unitmanager IBOR
Mail
L. Wilmink
Unitmanager Parkeerservice (ai)
Mail
K. Homborg
Unitmanager Techniek
Mail
K. Scheepsma
Manager HRM
Mail
L. van der Linden
Control & Middelen (ai)
Mail
R. Broekhof
Teamleider Inkoop en facilitair
Mail
Ter acceptatie ondertekend
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Inhoud 1.
2.
3.
4.
3
Inleiding ........................................................................................................................................... 4 1.1
Betrokkenen............................................................................................................................. 4
1.2
Rapportageperiode .................................................................................................................. 4
1.3
Verificatieverklaring ................................................................................................................. 5
1.4
Verwijzingstabel ISO 14064-1 ................................................................................................. 5
Afbakening ....................................................................................................................................... 6 2.1
Beschrijving rapporterende organisatie ................................................................................... 6
2.2
Organisatorische grenzen ....................................................................................................... 7
2.3
Operationele grenzen .............................................................................................................. 9
Inventarisatie energiegebruikers ................................................................................................... 10 3.1
Actuele berekeningsmethodiek & emissiefactoren................................................................ 10
3.2
Wijziging berekeningsmethodiek ........................................................................................... 10
3.3
Herberekening referentiejaar & historische gegevens .......................................................... 10
3.4
Verbranding biomassa ........................................................................................................... 10
3.5
GHG-verwijderingen .............................................................................................................. 10
3.6
Uitsluitingen ........................................................................................................................... 10
3.7
Gegevensverzameling ........................................................................................................... 11
3.8
Onzekerheden ....................................................................................................................... 12
CO2-footprint .................................................................................................................................. 13 4.1
Directe emissies .................................................................................................................... 13
4.2
Indirecte emissies .................................................................................................................. 14
4.3
Zwaartepunten ....................................................................................................................... 14
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
1.
Inleiding
Spaarnelanden is een integraal onderhoudsbedrijf en zorgt voor een prettig leefbare en goed bereikbare openbare ruimte. Ons takenpakket omvat onder meer afvalinzameling, technisch onderhoud, integraal onderhoud en beheer van openbare ruimte en parkeermanagement. Spaarnelanden is ontstaan door het verzelfstandigen van taken en activiteiten van de gemeente Haarlem. De gemeente Haarlem is opdrachtgever en 100% eigenaar van Spaarnelanden. De CO2-Prestatieladder is in 2009 ontwikkeld door ProRail met als doel bedrijven te stimuleren tot CO2-bewust handelen en dit te kunnen belonen in aanbestedingen. Sinds 16 maart 2011 is de CO2Prestatieladder verzelfstandigd en eigendom van de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Ook andere (publieke en commerciële) organisaties maken nu gebruik van de CO2-Prestatieladder bij aanbestedingen. De Prestatieladder kent vier invalshoeken: A. Inzicht B. CO2-reductie C. Transparantie D. Deelname aan initiatieven Elke invalshoek is onderverdeeld in vijf niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van het CO2-bewustcertificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen van de ladder. Spaarnelanden is in 2015 gestart met de CO2-Prestatieladder. Voor dit jaar heeft Spaarnelanden zich als doel gesteld om het CO2-bewustcertificaat niveau 3 te behalen. De in dit rapport beschreven emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2-Prestatieladder, te weten: “Het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie-inventaris voor haar scope 1 en 2 CO2-emissies conform ISO 14064-1”. In dit rapport wordt de CO2-voetafdruk gerapporteerd volgens § 7.3.1 van deze norm. In paragraaf 1.4 van dit rapport is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken de te rapporteren aspecten van de ISO 14064-1 norm zijn opgenomen.
1.1
Betrokkenen
Dit rapport is opgesteld door Marc van Ham en Alex van der Schalk. Marc van Ham is vanuit zijn rol als procesbeheerder duurzaamheid bij Spaarnelanden verantwoordelijk voor de inhoud van deze inventaris en voor de volledige implementatie van de CO 2-Prestatieladder.
1.2
Rapportageperiode
De emissie-inventaris is voor het eerst uitgevoerd in 2015. Er wordt gerapporteerd over het basisjaar 2014 (lopend vanaf 1 januari tot en met 31 december).
4
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
1.3
Verificatieverklaring
Voor deze emissie-inventaris is geen externe emissie-verificatie uitgevoerd zoals beschreven in 3.A.2 van het Handboek. De verwachting is dat voor eis 3.A.1 het maximale aantal punten behaald zal worden waardoor het te behalen niveau voor invalshoek A op trede 3 wordt geborgd.
1.4
Verwijzingstabel ISO 14064-1
Dit rapport is opgesteld in overeenstemming met de eisen zoals gesteld in ISO 14064-1:2006, paragraaf 7.3. In onderstaande tabel is te zien hoe de ISO-eisen zijn verwerkt. Tabel 1: Verwijzingstabel ISO 14064-1 Eisnr. § 7.3
Rapportage-eis
Hoofdstuk in rapport
A
Beschrijving van de rapporterende organisatie
2.1
B
Verantwoordelijke personen voor het rapport
1.1
C
Rapportageperiode
1.2
4.1
D
Beschrijving organisatorische grenzen
2.2
4.2.2
E
Directe GHG-emissies gerapporteerd in tonnen CO2
4.1
4.2.2
F
Beschrijving van CO2-uitstoot door verbranding biomassa
3.4
4.2.2
G
GHG-verwijderingen beschreven in tonnen CO2
3.5
4.3.1
H
Verklaring voor het uitsluiten van GHG-bronnen en –putten
3.6
4.2.3
I
Indirecte GHG-emissies gerapporteerd in tonnen CO2
4.2
5.3.1
J
GHG-emissie-inventaris basisjaar
4
5.3.2
K
Verklaring veranderingen en nacalculaties
3.3
4.3.3
L
Beschrijving van berekenmethode
3.1
4.3.3
M
Veranderingen in berekenmethode
3.2
4.3.5
N
Gebruikte GHG-emissie- of verwijderingsfactoren
3.1
5.4
O
Onzekerheden
3.8
5.4
P
Verklaring rapport volgens ISO 14064-1 § 7.3
1.4
Q
Verificatieverklaring
1.3
ISO 14064-1
5
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
2. 2.1
Afbakening Beschrijving rapporterende organisatie
Spaarnelanden is in 2005 ontstaan door het verzelfstandigen van taken en activiteiten van de gemeente Haarlem. Vanuit die historie en verbondenheid zijn we uitstekend op de hoogte van beleidsthema’s die voor lokale overheden belangrijk zijn. Dan gaat het om thema’s op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en duurzaamheid. Voor de gemeente Haarlem verzorgen wij het beheer en (technisch) onderhoud in en om de stad. Onze vakbekwame medewerkers onderhouden maar liefst 1,1 miljoen m 2 beplanting, 2,3 miljoen m 2 gras en 3,5 miljoen m2 plantsoenen. Ook zamelen we jaarlijks zo’n 74.000 ton afval en grondstoffen in van bewoners en bedrijven. We bedenken inzameloplossingen die passen bij de stad. Onze technische werkplaats is de meest geavanceerde in de regio en is toegerust op het onderhoud en reparaties van bijzondere voertuigen, zoals brandweerwagens, inzamel- en strooiwagens en veegauto’s. Met onze innovatieve parkeercentrale lopen we voorop waar het gaat om de technische ontwikkelingen rond parkeerbeheer. Drie kernwaarden - klantgerichtheid, efficiëntie en duurzaamheid - zijn sturend voor de manier waarop wij werken. Wij staan voor onze integrale dienstverlening. Inwoners en bedrijven kunnen erop rekenen dat wij servicegericht opereren. Mensen met vragen helpen we zo snel en goed mogelijk. Ook streven we voortdurend naar efficiëntie en kostenbesparingen. Daarbij werken we aan een zo duurzaam mogelijk werkproces. Wij zien een samenleving waarin een overheid burgers stimuleert om te participeren in en betrokken te zijn bij de kwaliteit van hun leefomgeving. Daarbij is het noodzakelijk dat er een partner is die de overheid op dit punt ontzorgt en tegelijkertijd samen met burgers werkt aan een optimale beleving van die omgeving. Spaarnelanden wil graag deze partner zijn. En op die manier tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving. Als overheidsonderneming verleent Spaarnelanden, namens haar opdrachtgevers, diensten aan burgers en bedrijven. Behalve via de uitvoering hebben we door onze coördinerende rol een ontzorgende functie. Speciaal als het gaat om maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor de toekomst, wil Spaarnelanden een expertpartner zijn. Denk hierbij aan de circulaire economie en hergebruiksdoelstellingen, klimaatdoelstellingen, samenwerking met het bedrijfsleven, innovatie in parkeerbeleid en de veranderende invloed van participerende burgers. We zijn voortdurend alert op kansen. Onze innovatieve werkwijze wordt gewaardeerd.
6
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
2.2
Organisatorische grenzen
Spaarnelanden NV is voor 100% eigendom van de gemeente Haarlem. Spaarnelanden heeft geen concernrelaties. Het overgrote deel van haar werkzaamheden voert zij uit voor de gemeente Haarlem. Daarnaast is de unit parkeerservices actief in de gemeente Zandvoort waarvoor zij diverse parkeerplaatsen en een parkeer garage beheert. De unit techniek beheert naast het eigen wagenpark ook het wagenpark van de Veiligheidsregio Kennemerland wat hoofdzakelijk bestaat uit brandweervoertuigen. Daarnaast houdt de unit Afvalinzameling, Transport en overslag naast de inzameling van huishoudelijk afval ook actief op de bedrijfsafvalmarkt. De ambitie van Spaarnelanden is om deze taken in de toekomst verder uit te breiden. In 2014 waren bij Spaarnelanden 206,2 FTE werkzaam (221 medewerkers) waarvan ongeveer 85% werkzaam is in de operationele tak. Figuur 1: Organogram Spaarnelanden 2014
Spaarnelanden kent 4 operationele units:
7
Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)
Afvalinzameling, Transport en Overslag (ITO)
Techniek
Parkeerservice
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Binnen Spaarnelanden zijn een aantal locaties in gebruik. Tabel 2: Overzicht locaties Spaarnelanden Locatie
Minckelersweg 40
Eigendom
SPL
Toelichting Gebouwencomplex, bestaande uit de volgende onderdelen: A: Hoofdkantoor B: Werkplaats C: Milieuplein D: Garage E: Portiersloge milieuplein Een deel van gebouw A wordt verhuurd aan SRO.
Lelyweg 45
Gemeente Haarlem
Lelyweg 47
SPL
Locatie wordt gehuurd van de gemeente. Energielevering staat wel op naam van Spaarnelanden. Een deel van dit gebouw wordt onderverhuurd aan het NOVA college.
In gebruik als magazijn voor Spaarnelanden. Een deel van dit gebouw wordt verhuurd aan het NOVA college.
Jan van Krimpenweg 10
SPL
Vuil overslag station. Hier wordt het ingezamelde restafval overgeslagen voor transport. Hier worden ook grof vuil stromen aangeleverd.
Vondelweg ter hoogte van huisnummer 252
SPL
Gladheidsmeldsysteem. Met behulp van sensoren wordt actuele informatie verkregen over de toestand van het wegdek tijdens de wintermaanden.
Europaweg nabij benzinestation
SPL
Gladheidsmeldsysteem. Met behulp van sensoren wordt actuele informatie verkregen over de toestand van het wegdek tijdens de wintermaanden.
Van de panden en objecten die eigendom zijn van Spaarnelanden is het energiegebruik meegenomen binnen de scope van de CO2-Prestatieladder. Alle panden en objecten zijn eigendom van Spaarnelanden. Alleen het pand aan de Ir. Lelyweg 45 wordt gehuurd van de gemeente Haarlem. Een deel van het pand aan de Minckelersweg 40 (circa 10%) wordt verhuurd aan een derde (SRO). Het energieverbruik van SRO is in de footprint van Spaarnelanden opgenomen. Het pand aan de Ir. Lelyweg 45 wordt gehuurd van de gemeente Haarlem en wordt door Spaarnelanden onderverhuurd aan het ROC Nova College Haarlem. Dit pand is niet in gebruik bij Spaarnelanden en daarom niet opgenomen in scope 1. Pand Lelyweg 47 bestaat uit een kantoorpand en een aanpandig magazijn. Alleen het magazijn van pand Lelyweg 47 is in gebruik bij Spaarnelanden. Een deel van het kantoorpand wordt verhuurd aan het ROC Nova College Haarlem de rest staat leeg. De parkeergarages in tabel 3 zijn allen eigendom van de gemeente Haarlem. Het operationeel beheer ligt bij Spaarnelanden waardoor de garages in de scope worden meegenomen.
8
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Tabel 3: Overzicht garages in beheer bij Spaarnelanden Locatie
# plaatsen
Raaks
1000
Stationsplein
448
Appelaar
290
Houtplein
752
De Kamp
418
Naast de parkeergarages had Spaarnelanden in 2014 voor de gemeente Haarlem 30 (bewoners) fietsenstallingen in beheer. Het energiegebruik van deze locaties is ook meegenomen.
2.3
Operationele grenzen
Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie scopes gebaseerd op de beheersbaarheid door de organisatie. Daarbij zijn twee categorieën te onderscheiden: directe emissies en indirecte emissies. Scope 1 omvat de directe emissies en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties. Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van ingekochte elektriciteit, stoom, warmte en koeling. De CO2-Prestatieladder rekent ook personenvervoer met eigen auto onder werktijd (anders dan woon-werk) en zakelijk vliegverkeer tot scope 2. Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen van derden en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. In deze emissie-inventaris zijn de volgende scope 1 en 2 emissies meegenomen: Scope 1
Aardgas voor verwarming gebouwen
Brandstofgebruik wagenpark
Brandstofgebruik klein materieel (bladblazers, handmaaiers, enz.)
Scope 2
Ingekochte elektriciteit gebouwen
Ingekochte warmte voor verwarming gebouwen
Zakelijke vliegreizen
Er zijn geen scope 3 emissies meegenomen.
9
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
3. 3.1
Inventarisatie energiegebruikers Actuele berekeningsmethodiek & emissiefactoren
Bij het opstellen van de CO2-footprint is de methodiek aangehouden zoals is voorgeschreven in het door SKAO uitgegeven Handboek CO2-Prestatieladder versie 3.0 (10 juni 2015). Voor het omrekenen van het energiegebruik naar CO2-emissies is gebruik gemaakt van de CO2emissiefactoren zoals beschreven in het SKAO Handboek, paragraaf 5.2. Een uitzondering hierop vormt de emissiefactor voor 2- en 4-takt benzine. Zie hiervoor de toelichting bij paragraaf 4.5.
3.2
Wijziging berekeningsmethodiek
Deze emissie-inventaris is de eerste die door Spaarnelanden wordt uitgevoerd. De inventaris is gebaseerd op versie 3.0 van het Handboek. De overgang van versie 2.2 naar 3.0 van het Handboek heeft daarom geen gevolgen voor de gebruikte methode of emissiefactoren.
3.3
Herberekening referentiejaar & historische gegevens
In geval de gebruikte emissiefactoren wijzigen zullen de resultaten van het referentiejaar 2014, en mogelijke verdere jaren, worden herberekend. Van deze herberekening zal een melding worden gemaakt in de documenthistorie van de betreffende emissie-inventarissen.
3.4
Verbranding biomassa
Verbranding van biomassa vond in 2014 niet plaats bij Spaarnelanden.
3.5
GHG-verwijderingen
Broeikasgasverwijdering (binding van CO₂) heeft in 2014 niet plaats gevonden bij Spaarnelanden.
3.6
Uitsluitingen
Alle geïdentificeerde energiegebruikers die tot CO2-emissies leiden zijn in deze inventaris opgenomen. Er zijn geen uitsluitingen. Spaarnelanden heeft in 2014 geen projecten aangenomen waarop CO 2gerelateerd gunningsvoordeel is verkregen. Spaarnelanden beschikt over 3 zogenoemde laskarren. Bij deze werkzaamheden wordt gewerkt met een mengsel van Argon/CO2 of Acetyleen/zuurstof. De gassen benodigd voor de laswerkzaamheden zijn niet meegenomen in de CO2 footprint. De CO2 uitstoot ten gevolge van het gebruik van gassen is in 2014 gering (<1%) gelet op de totale footprint.
10
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
3.7
Gegevensverzameling
Hieronder volgt een beschrijving hoe de in deze emissie-inventaris gebruikte gegevens zijn verkregen. Aardgas voor verwarming gebouwen De gegevens zijn afkomstig van de energieleverancier en zijn gebaseerd op de eindfacturen waarop het werkelijke gebruik in 2014 is genoteerd. Brandstofgebruik wagenpark De gegevens zijn afkomstig van het eigen pompeiland dat zich in 2014 op het terrein van Spaarnelanden bevond. Daarnaast zijn gegevens gebruikt zoals opgenomen in facturen van GP Groot, Shell en Travelcard. De gegevens van het pompeiland, GP Groot en Shell zijn gecategoriseerd op brandstoftype en wagennummer. De facturen van Travelcard bevatten geen hoeveelheden brandstof of andere detailinformatie. Bij Travelcard wordt alleen CNG getankt. De totale hoeveelheid (in kilo’s CNG) is gebaseerd op het totaal gefactureerde bedrag over 2014 en een gemiddelde kiloprijs van 1 euro. De brandstofgegevens zijn vervolgens op wagennummer gekoppeld aan een eigen Spaarnelanden database met voertuiggegevens. Op deze manier is het brandstofgebruik verdeeld in een aantal groepen. Een groot deel van het wagenpark maakt gebruik van AdBlue (ureumoplossing). Deze hulpstof wordt in de uitlaatgassen toegevoegd, waardoor de schadelijke uitstoot van roet, koolmonoxide en stikstofoxide wordt beperkt. Bij dit proces komt CO2 vrij die ook binnen de footprint is meegenomen. Brandstofgebruik klein materieel Van het klein materieel is een overzicht samengesteld. Dit materieel wordt in het centrale magazijn bijgetankt met Aspen rood of blauw (2- of 4-takt benzine). Werkelijke verbruiksgegevens van het materieel zijn niet bekend, daarom is gebruik gemaakt van de totaal in 2014 ingekochte hoeveelheid voor beide brandstoffen. Aangenomen wordt dat de totale inkoop overeenkomt met het werkelijke verbruik. Aspen rood en blauw zijn niet opgenomen in de lijst met emissiefactoren waarnaar door SKAO wordt verwezen. In diverse bestaande emissie-inventarissen wordt de emissie als gevolg van deze brandstoffen berekend op basis van de chemische samenstelling (98-100% nafta met een emissiefactor van 3,850 kg CO2 / kg) en de dichtheid (0,7 liter / kg). Ingekochte elektriciteit gebouwen De gegevens zijn afkomstig van de diverse energieleveranciers en zijn gebaseerd op de eindfacturen waarop het werkelijke gebruik in 2014 is genoteerd. In 2014 werd elektriciteit afgenomen bij Nuon en Eneco. De elektriciteit bij Eneco is SMK vergroend met gegarandeerde Nederlandse windenergie. De emissiefactor voor deze elektriciteit is hierdoor 0 kg CO2/kWh.
11
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Het hoofdkantoor van Spaarnelanden beschikt over 313 zonnepanelen. Deze panelen leverden in 2014 een totaal van 87.000 kWh. Deze opbrengst leidt tot een lagere energierekening. De hoeveelheid geleverde zonne-energie is lastig uit te lezen omdat de omvormers van de panelen op hoge, moeilijk bereikbare plaatsen zijn aangebracht. De opbrengst uit 2014 is berekend op basis van de dag-gegevens van één omvormer. Ingekochte warmte voor verwarming gebouwen De gegevens zijn afkomstig van de energieleverancier en zijn gebaseerd op de eindfacturen waarop het werkelijke gebruik in 2014 is genoteerd. Het hoofdkantoor van Spaarnelanden maakt gebruik van een warmte-koudeopslag. Op deze installatie zijn, naast het kantoor van Spaarnelanden, ook andere kantoren op bedrijventerrein Waarderpolder aangesloten. De warmte-koudeopslag levert door middel van waterleidingen warmte en koeling aan het pand. Het pand zelf beschikt hiervoor over een elektrische installatie die het water rondpompt. Zakelijke vliegreizen In 2014 zijn een aantal zakelijke vliegreizen uitgevoerd. De bestemmingen zijn bepaald op basis van de facturen. De afstanden zijn bepaald op basis van de KLM dienstregeling 2015.
3.8
Onzekerheden
De exacte hoeveelheid geleverde zonne-energie is niet duidelijk doordat het uitlezen hiervan in de praktijk erg lastig is. De jaaropbrengst over 2014 is nu gebaseerd op de dag-notering van 1 omvormer. Voor 2- en 4-takt benzine is aangenomen dat de totaal in 2014 ingekochte hoeveelheid gelijk staat aan het verbruik in dat jaar. Voor het omrekenen van deze benzine naar CO2-emissies is gebruik gemaakt van een berekening uit andere emissie-inventarissen. De hoeveelheid CNG is gebaseerd op het totaal factuurbedrag uit 2014 en een gemiddelde kiloprijs van 1 euro.
12
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
4.
CO2-footprint
De werkzaamheden van Spaarnelanden hebben in 2014 geleid tot een uitstoot van 1.886 ton CO2. Dit komt overeen met de CO2-uitstoot van ruim 236 huishoudens1.
Scope 1 (directe emissies): 1.769 ton CO2
Scope 2 (indirecte emissies): 117 ton CO2
4.1
Directe emissies
Onderstaande tabel toont de verdeling van directe emissies over de verschillende energiegebruikers. Tabel 4: Overzicht directe emissies 2014 Scope 1 - directe emissies Omschrijving
Emissiebron
Verbruik
Emissiefactor
Ton CO2
Aardgas voor verwarming gebouwen Lelyweg 47
Aardgas
1,884
kg CO2/Nm3
17.016
m3
32
Jan van Krimpenweg 10
7.873
m3
15
Garage De Kamp
2.038
m3
4 51
Brandstofgebruik wagenpark Zware vrachtwagens en zwaar materieel
Diesel
273.545
liter
Veegmachines
80.628
liter
260
Lichte vrachtwagens en bestelwagens
63.324
liter
205
6.606
liter
21
Maaiers en tractors
36.837
liter
119
Overig
20.595
liter
67
429
liter
29.469
liter
81
Personenwagens
8.152
liter
22
Overig
3.332
liter
9
Personenwagens
Zware vrachtwagens en zwaar materieel
Euro95
Lichte vrachtwagens en bestelwagens
3,230
2,740
kg CO2/liter
kg CO2/liter
884
1
CNG personen/bestelwagens
CNG
5.627
kilo
2,728
kg CO2/kilo
15
Ad Blue-gebruik wagenpark
Ad Blue
6.024
liter
0,260
kg CO2/liter
2 1.686
Brandstofgebruik klein materieel Diversen (handmaaiers, bladblazers, enz.)
2-takt benzine
8.000
liter
4-takt benzine
4.000
liter
2,695
kg CO2/liter
22 11 32
Totaal scope 1 emissies
1
1.769 ton CO2
Op basis van 8 ton CO2-uitstoot per huishouden, cijfers volgens Milieu Centraal.
13
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
4.2
Indirecte emissies
In tabel 5 wordt een uitsplitsing gegeven van de indirecte scope 2 emissies. Tabel 5: Overzicht indirecte emissies 2014 Scope 2 - indirecte emissies Omschrijving
Emissiebron
Verbruik
Emissiefactor
Ton CO2
Ingekochte elektriciteit gebouwen (Nuon grijs) Lelyweg 47
Elektriciteit
Jan van Krimpenweg 10 Locaties gladheidmelding
74.451
kWh
0,526
kg CO2/kWh
39
135.750
kWh
71
3.753
kWh
2 112
Ingekochte elektriciteit gebouwen (Eneco met SMK) Minckelersweg 40
Elektriciteit
431.391
kWh
66.064
kWh
0
Garage Raaks
570.229
kWh
0
Garage Stationsplein
191.631
kWh
0
Garage Appelaar
248.316
kWh
0
Garage Houtplein
332.971
kWh
0
Garage De Kamp
148.949
kWh
0
Fietsenstallingen
0,000
kg CO2/kWh
0
0 Ingekochte warmte voor verwarming gebouwen Minckelersweg 40
Warmte
1.076
GJ
3,000
kg CO2/GJ
3 3
Zakelijke vliegreizen Enkele reis < 700 km
Vliegtuig
5.304
km
0,297
kg CO2/km
2 2
Totaal scope 2 emissies
4.3
117 ton CO2
Zwaartepunten
De scope 1 emissies worden voor ruim 95% veroorzaakt door het wagenpark en dan hoofdzakelijk door de voertuigen die diesel verbruiken. Ruim de helft van de totale directe emissies wordt veroorzaakt door zware diesel vrachtwagens. De scope 2 emissies worden vrijwel volledig veroorzaakt door het niet-vergroende elektriciteitsgebruik van de gebouwen.
14
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Figuur 2: CO2-footprint Spaarnelanden 2014 (ton CO2)
Kijkend naar de verdeling van de footprint over de verschillende units, is te zien dat unit ITO de grootste bijdrage levert (in de vorm van het zware vrachtwagenpark). Ook unit IBOR heeft een groot aandeel dat wordt veroorzaakt door het wagenpark (veegmachines en lichte vrachtwagens). Het energiegebruik van de Spaarnelanden gebouwen is ondergebracht in de unit Overhead. Figuur 3: CO2-footprint Spaarnelanden 2014 (ton CO2 per unit)
De parkeergarages die Spaarnelanden beheert zijn door vergroening van de gebruikte elektriciteit vrijwel volledig CO2-neutraal (garage De Kamp heeft een emissie van 4 ton CO2 door gasgebruik voor verwarming). De footprint van unit Parkeerservice bestaat hoofdzakelijk uit emissies die worden veroorzaakt door het brandstofgebruik van het wagenpark van deze unit.
15
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014
Bij het vinden van reductiemaatregelen ligt het voor de hand om in eerste instantie naar de grootste emissiebronnen te kijken. In het Energiemanagement actieplan worden de kwalitatieve reductiemaatregelen beschreven en worden er kwantitatieve reductiedoelstellingen beschreven. De maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen te behalen worden uitgewerkt in een plan van aanpak.
16
CO2-emissie-inventaris Spaarnelanden 2014