4.A.1 Inventaris conform ISO 14064-1
15 december 2011
Inhoud INLEIDING......................................................................................................................................... 3 BELEIDSVERKLARING .................................................................................................................... 4 RAPPORTERENDE ORGANISATIE.................................................................................................. 5 VERANTWOORDELIJKE PERSOON ....................................................................................................... 5 ORGANISATIEGRENZEN ..................................................................................................................... 5 ORGANOGRAM ................................................................................................................................ 6 CARBON FOOTPRINT ANALYSE .................................................................................................... 7 GRONDSLAG VAN DE ANALYSE ........................................................................................................... 7 EPSILON EN HET MILIEU............................................................................................................... 10 ZONNEPANELEN ............................................................................................................................. 11 WERKWIJZE ................................................................................................................................... 12 REFERENTIEJAAR ........................................................................................................................... 12 BEREKENINGEN .............................................................................................................................. 12 Kantoorpand en productieruimte ............................................................................................... 12 Gas en elektra .......................................................................................................................... 12 Brandstofverbruik auto’s ........................................................................................................... 13 Heftrucks en lasafdeling ........................................................................................................... 13 Koudemiddelen ........................................................................................................................ 13 Zakelijke vluchten ..................................................................................................................... 13 BEREKENINGSMODELLEN EN KWANTIFICERING METHODES .................................................................. 14 NORMALISERING MEETRESULTATEN .................................................................................................. 14 EMISSIE-INVENTARIS 2009 ........................................................................................................... 14 EMISSIE-INVENTARIS 2010 ........................................................................................................... 16 SCOPE III | OVERIGE CO2-UITSTOOT ........................................................................................... 18 ZAKELIJK TREINVERKEER ................................................................................................................. 18 PAPIERVERBRUIK............................................................................................................................ 18 W OON-WERKVERKEER .................................................................................................................... 18 AFVAL ........................................................................................................................................... 18 TRANSPORT LEVERANCIERS ............................................................................................................. 19 PRODUCTIE BIJ LEVERANCIERS......................................................................................................... 20 ELEKTRICITEITSVERBRUIK VAN HET EINDPRODUCT.............................................................................. 20 CO2-EMISSIE – EEN VERGELIJKING ................................................................................................... 20 BIJLAGE I – INVENTARISATIE MACHINEPARK ........................................................................... 22 BIJLAGE II – CERTIFICAAT ZONNEPANELEN.............................................................................. 25 BIJLAGE III – CERTIFICAAT NUON (NEDERLANDS) .................................................................... 26
2|Pagina
15 december 2011
Emissie Inventaris Inleiding Eis: Het bedrijf beschikt over een uitgewerkte actuele emissie-inventaris voor haar scope 2&2 CO2emissies conform de ISO 14064-1 voor het bedrijf en de projecten waarop CO2-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. In dit rapport is de Emissie Inventaris van EPSiLON weergegeven. Daarvoor is een aantal noodzakelijke onderdelen opgenomen in dit rapport: Ø Ø Ø Ø Ø
Beleidsverklaring; Organisatiegrenzen; Carbon Footprint Analyse; Scope-bepaling; Reductiedoelstellingen.
Figuur 1: CO2-uitstoot EPSiLON 2010 in kg CO2
3|Pagina
15 december 2011
Beleidsverklaring Duurzaam ondernemen is het DNA van EPSiLON. Duurzame keuzes worden op een natuurlijke wijze gemaakt, met het oog op het milieu, de mens en de omgeving. De directie en medewerkers beschikken over een intrinsieke motivatie om bij activiteiten rekening te houden met het milieu. Dit betekent in sommige gevallen ook een investering in milieuvriendelijke opties en alternatieven. EPSiLON verkeert in een markt waarin met name het milieu ter discussie staat. Als leverancier van abri’s en displays is zij betrokken bij de bouwwereld waar duurzaamheid een belangrijk aspect is geworden van de bedrijfsvoering. Dit blijkt onder andere uit de aandacht die bestaat voor CO2-uitstoot van organisaties en de maatregelen om hierin reducties te realiseren. Dit vertaalt zich door de grote deelname in de CO2-prestatieladder. Klimaatverandering en duurzaamheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De problematiek van het broeikaseffect en in het bijzonder de CO2-uitstoot, staat hedendaags volop in de belangstelling. Grondstoffen worden schaarser door een toename in het energie- en fossiele brandstofgebruik, met als gevolg dat de CO2-uitstoot alleen maar hoger wordt. EPSiLON denkt en werkt mee in het tegengaan van deze milieuonvriendelijke gang van zaken. Samen met betrokken medewerkers wil EPSiLON hier een bijdrage aan leveren. Met de Carbon Footprint Analyse wil EPSiLON inzicht krijgen in de huidige CO2-uitstoot. Maar slechts inzicht verschaffen is niet voldoende om ook daadkrachtig te kunnen zijn op het gebied van de milieudoelstellingen van EPSiLON. Daarvoor moeten realistische doelstellingen worden vastgesteld die bijdragen aan een belangrijk milieuaspect: CO2-reductie. EPSiLON heeft een aantal stappen gezet om deze reductie te realiseren. Ten eerste middels het inzichtelijk maken van de CO2-uitstoot. Ten tweede door actief klanten te benaderen en te informeren over de mogelijkheden van CO2-reductie in de producten die EPSiLON levert. In de afgelopen jaren heeft EPSiLON verschillende klanten weten te overtuigen van de overstap van TL-verlichting naar LED-verlichting wat een aanzienlijke bijdrage in energiebesparing betekent. Maar het gaat nog verder met producten die de LED-verlichting laten werken op zonne-energie. EPSiLON is voornemens om deze ontwikkelingen verder uit te breiden en hier meer aandacht voor te vragen bij klanten. Op deze manier kan EPSiLON samen met de klanten werken aan haar doelstellingen: minder CO2-uitstoot.
Dirk Gorré EPSiLON NV
4|Pagina
15 december 2011
Rapporterende Organisatie EPSiLON werd in 1991 opgericht en was oorspronkelijk een producent van signs en displays. In 2001 werd het productgamma uitgebreid met publicitaire- en niet publicitaire schuilhuisjes en allerhande straatmeubilair. Mede dankzij een modern productieapparaat, goed opgeleide medewerkers en de opgedane ervaring in ontwikkeling, productie en plaatsing van aluminiumsystemen is EPSiLON de afgelopen 20 jaar uitgegroeid tot een gedegen speler op de markt. Van een louter productiebedrijf met de nadruk op serieproductie van standaard producten, is EPSiLON geëvolueerd tot een projectbureau dat garant staat voor een professionele totaalaanpak. De producten worden zo ontwikkeld dat zij perfect aansluiten op de behoeften van de klant. Vervolgens vindt de productie, waarbij kwaliteit nauwgezet in het oog wordt gehouden, in eigen huis plaats. EPSiLON beschikt tevens over mensen, kennis en middelen om binnen België producten te installeren. EPSiLON heeft de voorbije jaren, dankzij een team van productontwerpers- en ingenieurs, inkoop-, verkoop- en projectmanagers, talrijke gevarieerde en veeleisende projecten tot een goed einde gebracht.
Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is Dirk Gorré. Operationeel verantwoordelijke is Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer.
Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van EPSiLON zijn in het kader van CO2- (kooldioxide)bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van EPSiLON vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. Uit de bepaling van de boundary (laterale methode) is gebleken er geen sprake is van concern leveranciers.
5|Pagina
15 december 2011
Organogram Directie
Administratie
Productieplanning
Inkoop
Programmatie CNC Machinepark
Productontwikkeling Engineering
Planning plaatsingen
Commercieel & projectmanagement
Prototyping
Transport eigen beheer
Magazijnbeheer
Productie
Buitendienst
Figuur 1: Organogram EPSiLON
6|Pagina
15 december 2011
Carbon Footprint Analyse Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen is een inventarisatie gemaakt van de CO2emissies die ontstaan door de activiteiten van EPSiLON. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie scopes gebaseerd op de beheersbaarheid door de organisatie. Daarbij zijn twee categorieën te onderscheiden: directe emissies en indirecte emissies (zie figuur 2).
Scope III Afvalverwerking Zakelijk Openbaar Vervoer Elektra bij klanten Woon-werkverkeer Papiergebruik Overig verbruik
Scope II Elektraverbruik Zakenreizen privé auto Zakenreizen vliegtuig
Scope I Wagenpark Brandstoffen Airco en koeling
Figuur 2: Verdeling scope I, II en III Scope l omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties; Scope ll omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stroom of warmte; Scope lll omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Voor niveau 4 van de CO2-Prestatieladder is de organisatie verplicht om een inventarisatie van de emissies uit te voeren voor scope I, II en III. De emissiebronnen zijn geïnventariseerd en onderverdeeld naar de 3 scopes: Scope I: Ø Verwarming: gasverbruik in m3; Ø Airconditioning: gebruik koudemiddelen in kg; Ø Heftrucks en lasafdeling: gebruik propaangas in liters; Ø Wagenpark: brandstofverbruik in liters.
7|Pagina
15 december 2011
Scope II: Ø Apparatuur: elektriciteitsverbruik in kWh; Ø Brandstofverbruik zakelijk vliegverkeer in km. Scope III (vanuit het GHG-protocol, in volgorde van belangrijkheid): 1. Winning en productie van aangekochte materialen en brandstoffen. De producten die EPSiLON levert zijn vastgelegd in contracten of bestekken. Daarbij staat exact omschreven uit welke onderdelen en materialen het product bestaat. Op basis van het volume van de ingekochte materialen kan bepaald worden welke materialen het grootste percentage van de inkoop beslaan; 2. Transportactiviteiten. Zowel de ingekochte halffabrikaten als het afleveren van de eindproducten gaat gepaard met transport; 3. Woon-werkverkeer in km; 4. Elektriciteitsverbruik van geleverde producten. Enkele producten van EPSiLON verbruiken, na levering, installatie en aansluiting, elektriciteit; 5. Afvalverwerking. Tijdens het productieproces bij EPSiLON komt afval vrij, zoals kunststof, aluminium, staal, en dergelijke; 6. Papierverbruik; 7. Geleasde activa, franchises en uitbestede activiteiten: niet van toepassing. Voor het in kaart brengen van de scope III emissies gelden de volgende (rand)voorwaarden: Ø de 4 algemene stappen vormen de herkenbare structuur van de analyse; Ø het dient hier te gaan om een significant deel van de emissies; Ø indien het bedrijf werken en of leveringen aanbiedt, dan dient de analyse tenminste een activiteit of een keten van activiteiten, uit de categorie “Extraction and production of purchased materials and fuels” en 1 uit een andere categorie te omvatten; Ø het resultaat van zulk een analyse dient een aanvulling te zijn op de bestaande (gepubliceerde) kennis en inzichten of anders gesteld: dient bij te dragen aan het voortschrijdend maatschappelijk inzicht. Om ‘winning en productie van aangekochte materialen en brandstoffen’ in kaart te kunnen brengen is gekeken naar de verkoop van producten tegenover de omzet van EPSiLON. In figuur 3 is te zien hoe dit verdeeld is.
Figuur 3: productverdeling naar omzet
8|Pagina
15 december 2011
Hieruit blijkt dat het straatmeubilair (bushokjes en rookruimtes) de grootste vertegenwoordigers van EPSiLON zijn. Uit de lijst waarin staat vermeld welke onderdelen er in zijn verwerkt, blijkt dat de abri tevens de meeste onderdelen vertegenwoordigd waar EPSiLON mee werkt. Naast de categorie ‘winnen en productie van aangekochte materialen en brandstoffen’ zijn transport van geleverde producten en elektriciteitsverbruik bij de klant belangrijke scope III emissiebronnen. Deze scope III emissies zijn inzichtelijk gemaakt aan de hand van ketenanalyse 2. Daarnaast is er voor gekozen om de emissies voor woon-werkverkeer inzichtelijk te maken. Ten eerste liggen de medewerkers binnen de invloedsfeer van EPSiLON. Ten tweede levert het in kaart brengen van de emissies uit woon-werkverkeer interessante informatie op; het overgrote merendeel van werknemers van EPSiLON komt immers met de auto naar het werk. Dit is vastgelegd in ketenanalyse 1. Hoewel de afvalstromen naar type en omvang zijn geïdentificeerd, zijn deze niet omgezet naar CO2emissies vallend onder scope III. Dit omdat hiervoor vanuit het Greenhouse Gas Protocol nog geen methodiek is vastgesteld. Voor meer informatie over afvalscheiding bij EPSiLON afvalscheiding verwijzen we u naar het hoofdstuk ‘EPSiLON en het milieu’. In het hierna volgende hoofdstuk is een uitgebreide beschrijving van EPSiLON gegeven met betrekking tot hun activiteiten. In de volgende hoofdstukken zijn de emissie-inventarisaties voor 2009 en 2010 weergegeven.
9|Pagina
15 december 2011
EPSiLON en het milieu EPSiLON heeft in 2004-2005 de locatie in Bree gebouwd. Bij de bouw van het nieuwe pand is al veel aandacht besteed aan mogelijke milieuvriendelijke oplossingen. Dit blijkt onder andere uit het beton dat gebruikt is en de dikkere isolatielaag die op het dak ligt. Het pand in Bree bestaat uit een kantorengedeelte en een productiehal. Op kantoor is een airco-installatie aanwezig. Voor deze airco wordt gebruik gemaakt van het koudemiddel HFC 407C wat bestempeld kan worden als een ozonvriendelijk koudemiddel. In de productiehal worden de displays en het straatmeubilair geproduceerd. Dit gebeurt door het monteren en afwerken van halffabricaten tot één geheel. EPSiLON koopt halffabricaten in zoals aluminium profielen en platen, kunststof platen, stalen platen en glasplaten. Deze worden in de productiehal in serieproductie verwerkt. In de meeste gevallen moeten platen afgewerkt worden door middel van frezen en polijsten. Voor de profielen worden extrusies van gemiddeld 6 meter besteld. Afhankelijk van het betreffende project worden deze in een aangepaste maat (bijvoorbeeld 5,4 meter) besteld. Op deze manier kan de hoeveelheid afval voor aluminium tot een minimum beperkt worden. Bij het verpakken van kleine producten wordt er op gelet dat er meerdere producten in één verpakking worden gestopt. Bij wissellijsten bijvoorbeeld worden deze per 5 stuks in een doos verpakt in plaats van dat deze per stuk worden verpakt, tenzij specifiek anders gevraagd door de klant. In de productiehal bevindt zich ook een testruimte. Hier worden onder andere 24-uurs testen uitgevoerd, bijvoorbeeld wanneer er een nieuw item aan een display wordt toegevoegd. Het kan bijvoorbeeld gaan om een nieuw type verlichting dat wordt verwerkt in een display. Het is belangrijk om te testen wat deze verlichting doet wanneer het 24 uur per dag in werking is. Onlangs is bijvoorbeeld een overstap gemaakt van TL naar LED. Zie hiervoor onder andere het document ‘EPSILON - 3D1 Deelname initiatief DEF’. De productiehal wordt verlicht met behulp van TL-verlichting, deze TL-buizen worden na gebruik gescheiden ingezameld, zie ook de paragraaf over gescheiden afval. Hier worden tevens de TL-buizen bijgevoegd die afkomstig zijn van de lichtbakken die retour komen. In de hal is tevens een afzuiginstallatie geplaatst. De dampen die vrijkomen bij het lassen en frezen van onderdelen voor de producten worden opgevangen (zie figuur 4), deze dampen worden eerst gefilterd en vervolgens gebruikt voor verwarming van de productiehal. Bij standaard afzuigingen wordt de warme lucht enkel afgezogen en niet gerecupereerd, wat bij EPSiLON wel wordt gedaan. Dit betekent dat minder verwarming nodig is, wat ook minder CO2-uitstoot betekent. Twee keer per jaar wordt er een controle gedaan op de luchtkwaliteit om er zeker van te zijn dat de werknemers geen schadelijke stoffen inademen. Deze industriële airco is een zware investering van ca. € 35.000 geweest. Figuur 4: Industriële Airco
10 | P a g i n a
15 december 2011
In de productiehal rijden een aantal heftrucks rond ter verplaatsing van materialen. De heftrucks die tot 1 ton kunnen vervoeren rijden op elektriciteit (de elektriciteit die mede middels zonne-energie wordt geleverd). De zwaardere heftrucks rijden op gas. Transport naar het buitenland vindt onder andere middels het bouwdozen of meccano systeem plaats. Dit systeem houdt in dat de units op locatie worden gemonteerd, zodat er sprake is van ruimte besparing doordat de lichtbakken in aparte rekken worden vervoerd, de daken en poten in aparte rekken, de montagekits gegroepeerd op pallets verpakt etc. Het bouwdozensysteem zorgt ervoor dat de vrachtwagens zo efficiënt mogelijk worden gevuld waardoor er minder transporten hoeven plaats te vinden en er minder ‘lucht’ wordt vervoerd. Dit systeem heeft al vaak zijn effectiviteit bewezen en past meestal nagenoeg tot op de millimeter. In Nederland en België wordt in sommige gevallen wel gekozen voor het vervoeren van een volledig afgewerkt product, o.a. afhankelijk van de afstand die moet worden afgelegd.
Zonnepanelen In 2009-2010 heeft EPSiLON gebruikt gemaakt een subsidie (groenestroomcertificaten voor zonnepanelen1) voor het aanschaffen en installeren van zonnepanelen (zie figuur 5). Bij de aanschaf van de complete zonne-energie installatie zijn de volgende zaken meegenomen: zonnepanelen, onderstructuur, bekabeling, omvormers en keuringen. De totale installatie van EPSiLON bestaat uit 2103 panelen van 185 Wp/paneel, deze hebben een theoretisch maximum van 389055 Wp. In België wordt uitgegaan van een berekend rendement van 85% (specificaties zijn opgenomen in bijlage II).
Figuur 5: zonnepanelen op het dak van EPSiLON te Bree
1
Meer informatie is opgenomen in het document ‘EPSILON - 3D1 Deelname initiatief DEF’ of is te vinden op: http://www.vlaanderen.be/servlet/Satellite?c=Solution_C&cid=1247814419129&context=1141721623065&p=1186804409590&p agename=Infolijn%2FView
11 | P a g i n a
15 december 2011
Om energie te produceren hebben zonnepanelen niet altijd zonlicht nodig, een zonnepaneel produceert ook energie wanneer het bewolkt is. In de winter produceren de zonnepanelen minder energie vanwege de kortere dagen. Een zonnepaneel bestaat uit vele zonnecellen. In een zonnecel wordt licht omgezet in elektriciteit. Een dergelijke zonnecel bestaat uit een dun plaatje met een positieve lading en een dun plaatje met een negatieve lading. Een dergelijk plaatje is meestal gemaakt van silicium (dat het hoofdbestanddeel is van zand), dat als eigenschap heeft goed geleidend te zijn wanneer er licht op valt. De energie van het invallende licht brengt dan een elektrische stroom op gang.
Werkwijze Als onderdeel van het energiemanagementsysteem voert EPSiLON met ingang van Q3/Q4 halfjaarlijks een emissie-inventaris uit. In de emissie-inventaris over 2010 is nog geen onderscheid gemaakt tussen Q1/Q2 en Q3/Q4, omdat deze gegevens nog niet voorhanden zijn. Vanaf 1 januari 2012 registreert EPSiLON iedere maand het verbruik van de emissiebronnen voor scope I en II.
Referentiejaar In deze emissie-inventaris is een onderscheid gemaakt tussen 2009 en 2010, hoewel voor 2009 de gegevens voor brandstofverbruik voor de auto’s ontbreken. Echter is het onderscheid voor elektraverbruik een interessante aangezien EPSiLON in maart 2010 haar zonne-energie installatie in gebruik heeft genomen.
Berekeningen Kantoorpand en productieruimte De CO2-uitstoot is uitgesplitst naar emissies voor het kantoorpand en emissies voor de productieruimte. Het doel van deze locaties is dusdanig verschillend dat dit onderscheid wenselijk is. Tot kantoorpand wordt gerekend de uitstoot van gas en elektra (voor 10%), brandstofverbruik voor auto’s (voor zowel overhead als projecten), koudemiddelen voor de airco installatie en vliegverkeer. In het brandstofverbruik voor de auto’s is onderscheid gemaakt tussen overhead en projecten. Dit heeft er mee te maken dat de bedrijfsauto’s in principe worden ingezet voor projecten, maar in sommige gevallen ook gebruikt worden voor woon-werkverkeer. Het woon-werkverkeer wordt gerekend tot overhead. De productieruimte is voor 90% verantwoordelijk voor het elektraverbruik en gasverbruik. Voor het energieverbruik is tevens een inventarisatie gemaakt van het machinepark, zie bijlage I. Gas en elektra Elektriciteit- en gasgebruik zijn genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Door de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. Het gasverbruik wordt weergegeven in verbruikte m³ gas. Het gasverbruik is bepaald aan de hand van facturen en opgaven of doorgegeven meterstanden van energieleveranciers. Wanneer de facturen of meterstanden niet geheel 2009 of 2010 weergeven, wordt het verbruik van een heel kalenderjaar berekend met de volgende formule: (totaal jaarverbruik over x maanden / x maanden) * 12
12 | P a g i n a
15 december 2011
Het elektraverbruik wordt weergegeven in verbruikte kWh. In 2009 werd er nog grijze elektriciteit verbruikt. Voor 2010 is het elektraverbruik gesplitst in ingekochte elektriciteit en zelfopgewekte elektriciteit. Vanaf 1 januari 2010 is groene stroom ingekocht en vanaf 1 maart 2010 is de zonneenergie installatie in gebruik genomen. Met de ingebruikname van de zonnepanelen heeft EPSiLON in de zomer ook te maken met een overproductie van energie middels de zonnepanelen, de teveel geproduceerde groene energie wordt terug verkocht aan de energieleverancier. Op de factuur van de energieleverancier staan daarom drie rubrieken: Ø aankoop: ingekochte groene energie (certificaat groene energie in bijlage III); Ø productie: zelfopgewekte groene energie; Ø injectie: terug verkochte groene energie; Het elektraverbruik is bepaald aan de hand van facturen en opgaven van de energieleverancier. Het verbruik per jaar wordt als volgt berekend: Totaal jaarverbruik = (totaal aankoop) + (totaal productie – totaal injectie) Voor zowel gas als elektra geldt de verdeling: 10% voor het kantoorpand en 90% voor de productieruimte. Brandstofverbruik auto’s Voor de auto’s wordt gebruik gemaakt van tankkaarten die gekoppeld zijn aan de auto’s. Slechts drie auto’s zijn aan een persoon gekoppeld, de overige vervoermiddelen worden ingezet naar mate van benodigdheid. Hier zijn de totale liters per brandstof van alle tankpassen berekend. Voor de drie auto’s die aan personen zijn gekoppeld is een verrekening gemaakt tussen overhead en projecten. Dit is gedaan door het aantal kilometers voor woon-werkverkeer voor het aantal arbeidsdagen mee te nemen als overhead. Heftrucks en lasafdeling De heftrucks tot 1 ton lopen op elektriciteit. De overige heftrucks lopen op propaan. Op de lasafdeling wordt zowel samengeperst Argon (voor aluminium) als ferromix (voor staal) gebruikt, dit zijn echter geen Greenhouse Gasses. Ook voor het inbranden van de abri’s wordt gebruik gemaakt van propaan. Dit is onder de noemer ‘heftrucks en lasafdeling’ meegenomen. De informatie over hoeveelheden is afkomstig van de pakbonnen die bij inkoop zijn opgevraagd. Koudemiddelen In het kantoorpand is een airco installatie in gebruik, hiervoor wordt gebruik gemaakt van een koudemiddel. Echter is in 2010 niet te achterhalen wat het gebruik is van dit koudemiddel. In 2012 wordt een inventarisatie uitgevoerd naar de hoeveelheid verbruik van koelmiddelen. Vanaf 2012 zal gekeken worden of te registreren valt wat het gebruik is, zodat dit kan worden meegenomen in de CO2-emissie inventarisatie. Zakelijke vluchten Ten aanzien van de zakelijke vluchten zijn de gegevens afkomstig uit de administratie van EPSiLON. Alle gegevens zijn verzameld en waar nodig is uit de gegevens berekend hoeveel kilometers een enkele vlucht naar de bepaalde bestemming was.
13 | P a g i n a
15 december 2011
Berekeningsmodellen en Kwantificering methodes Voor het berekenen en kwantificeren van de gebruikte brandstoffen naar CO2-emissiewaarden is gebruik gemaakt van beschikbare rekenmodellen met inachtneming van de bestaande conversiefactoren uit het handboek van de CO2-prestatieladder, versie 23 juni 2011. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking.
Normalisering meetresultaten Aangezien de omvang van de CO2-emissie van EPSiLON afhankelijk is van de omvang van de activiteiten zullen de resultaten van volgende metingen bepaald worden door veranderingen in de organisatie.
Emissie-inventaris 2009 Hier zijn de meetresultaten voor de emissie-inventaris voor 2009 weergegeven aan de hand van de gegevens die voorhanden waren. Uit onderstaande tabellen blijkt dat voor 2009 de gegevens over brandstof en het koudemiddel niet voor handen zijn. In totaal is er EPSiLON een CO2-uitstoot van 957.260 kg, dit is onderverdeeld in 97.830 kg voor het kantoorpand en 859.429 kg voor de productieruimte. De brandstofgegevens voor 2009 waren niet voor handen.
Figuur 6: Verhouding directe en indirecte CO2-uitstoot 2009
14 | P a g i n a
15 december 2011
Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
ConversieEenheid factor
Scope I - Directe CO 2 -emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
m3 kg
446.843 0
1.825 1.775
g CO2 / ltr g CO2 / kg
liter
3.728
1.530
g CO2 / ltr
liter
0
3.135
g CO2 / ltr
liter
0
3.135
g CO2 / ltr
KWh KWh KWh
283.183 0 0
470 300 80
g CO2 / kWh g CO2 / kWh g CO2 / kWh
km km km
0 14.860 0
270 200 135
g CO2 / ltr g CO2 / ltr g CO2 / ltr
Scope II - Indirecte CO 2 -emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 1: Verbruik emissiebronnen 2009
In tabel 1 is te zien hoeveel van de verschillende emissiebronnen in 2009 verbruikt zijn door EPSiLON en tegen welke conversiefactor ze zijn omgezet naar CO2-uitstoot. Tabel 2 toont wat de CO2-uitstoot voor EPSiLON voor 2010 exact is. De belangrijkste CO2emissiebron voor EPSiLON is aardgasverbruik, deze draagt voor 86% bij aan de totale uitstoot van de organisatie. KANTOOR
PRODUCTIERUIMTE
10%
90%
97.830
859.429
kg CO2 -emissie
kg CO2 -emissie
kg CO2 -emissie
Percentage
Scope I - Directe CO 2 -emissies
81.549
739.643
821.192
86%
Scope I.1 - Aardgasverbruik hui svesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeli ng Scope I.2 b - Dieselverbruik zakel ijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakel ijk verkeer toe te rekenen aan projecten
81.549 0
733.939 nvt
815.488 0
85% 0%
nvt
5.704
5.704
1%
0
nvt
0
0%
0
nvt
0
0%
Scope II - Indirecte CO 2 -emissies
16.282
119.786
136.068
14%
Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik zonnepanel en Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km
13.310 0 0
119.786 0 0
133.096 0 0
14% 0% 0%
0 2.972 0
nvt nvt nvt
0 0 2.972 0
0% 0% 0% 0%
Verhouding totale pand CO2-emissie in kg
TOTAAL 957.260
Tabel 2: CO2-emissies EPSiLON 2009
15 | P a g i n a
15 december 2011
Emissie-inventaris 2010 De totale CO2-uitstoot voor EPSiLON is 1.112.026 kg voor 2010. Het aandeel directe emissies is erg hoog ten aanzien van het de totale emissie. Aardgasverbruik en brandstofverbruik voor projecten zijn de twee emissiebronnen die het hoogste aandeel hebben.
Figuur 7: Verhouding directe en indirecte CO2-uitstoot 2010 In tabel 3 is te zien hoeveel van de verschillende emissiebronnen in 2010 verbruikt is door EPSiLON en tegen welke conversiefactor ze zijn omgezet naar CO2-uitstoot. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
ConversieEenheid factor
Scope I - Directe CO 2 -emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
m3 kg
449.061 0
1.825 1.775
g CO2 / ltr g CO2 / kg
liter
3.728
1.530
g CO2 / ltr
liter
1.276
3.135
g CO2 / ltr
liter
67.685
3.135
g CO2 / ltr
KWh KWh KWh
0 192.298 128.167
455 300 80
g CO2 / kWh g CO2 / kWh g CO2 / kWh
km km km
0 13.240 0
270 200 135
g CO2 / ltr g CO2 / ltr g CO2 / ltr
Scope II - Indirecte CO 2 -emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 3: Verbruik emissiebronnen 2010
16 | P a g i n a
15 december 2011
Van de totale uitstoot van 1.112.026 kg CO2 is bijna driekwart toe te rekenen aan aardgasverbruik voor huisvesting. Doordat EPSiLON gebruik maakt van ingekochte groene stroom en zelfopgewekte groene stroom via de zonnepanelen, is het aandeel voor elektraverbruik aanzienlijk laag met slechts 6%. Als er geen sprake zou zijn geweest van groene stroom, maar grijze stroom, dan was het aandeel elektriciteitsverbruik rond de 15% geweest. KANTOOR
PRODUCTIERUIMTE
10%
90%
307.591
804.435
kg CO2 -emissie
kg CO2-emissie
kg CO2-emissie
Percentage
298.149
743.287
1.041.435
94%
81.954 0
737.583 nvt
819.536 0
74% 0%
nvt
5.704
5.704
1%
4.002
nvt
4.002
0%
212.193
nvt
212.193
19%
Scope II - Indirecte CO 2 -emissies
9.442
61.148
70.591
6%
Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik i nkoop gri js Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik i nkoop groen Scope II.1 - Elektricitei tsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakel ijk verkeer vli egtui g < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km
nvt 5.769 1.025
nvt 51.920 9.228
0 57.689 10.253
0% 5% 1%
0 2.648 0
nvt nvt nvt
0 0 2.648 0
0% 0% 0% 0%
Verhouding totale pand CO2 -emissie
Scope I - Directe CO 2 -emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesti ng Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
TOTAAL 1.112.026
Tabel 4: CO2-emissies EPSiLON 2010
17 | P a g i n a
15 december 2011
Scope III | Overige CO2-uitstoot Zakelijk treinverkeer Het aantal zakelijke kilometers per trein is zeer beperkt, daarom is er voor gekozen om dit niet middels een ketenanalyse inzichtelijk te maken. Om toch een indicatie te geven van de CO2-uitstoot voor zakelijk treinverkeer is geïnventariseerd welke treinreizen er in 2009 zijn gemaakt voor zakelijk verkeer. Om van treinkilometers naar kg CO2 te komen moeten deze vermenigvuldigd worden met een conversiefactor. De te gebruiken conversiefactor is door ProRail verstrekt, 0,060 kg CO2/km . TREIN 2009 Datum
3-3-2009 15-4-2009 11-6-2009 TOTAAL
Bestemming
Parijs Nimes - Brussel Parijs
CO2 conversiefactor kg CO2/km Aantal medewerkers km Enkele reis
1 2 1
410 1.010 410 1.830
0,06 km Totaal
820 4.040 820 5.680
kg CO2
49 242 49 341
Tabel 5: totale CO2-uitstoot EPSiLON voor zakelijk treinverkeer 2009 Het totale aantal kg CO2 voor zakelijk treinverkeer is 341 kg. Hieruit blijkt dat dit inderdaad geen substantiële bijdrage levert aan de totale CO2-uitstoot. TREIN 2010 Datum
19-1-2010 17-9-2010 25-10-2010 TOTAAL
Bestemming
Parijs Nimes - Brussel Londen
CO2 conversiefactor kg CO2/km Aantal medewerkers km Enkele reis
2 1 2
410 1.010 420 1.840
0,06 km Totaal
1.640 2.020 1.680 5.340
kg CO2
98 121 101 320
Tabel 6: totale CO2-uitstoot EPSiLON voor zakelijk treinverkeer 2010 Het totale aantal kg CO2 voor zakelijk treinverkeer is 320 kg. Hieruit blijkt dat dit inderdaad geen substantiële bijdrage levert aan de totale CO2-uitstoot. Deze hoeveelheid is zelfs nog minder dan in het jaar ervoor (2009). Het treinverkeer is in 2010 met 11% afgenomen ten opzichte van 2009.
Papierverbruik EPSiLON heeft in 2010 enkele metingen gedaan met betrekking tot papierverbruik. Echter zijn de tussenliggende perioden te onnauwkeurig om hier uitspraken over te kunnen doen. Daarnaast staat er momenteel niet op alle printers een teller. Vanaf 2012 zal het papierverbruik gemeten worden waardoor hier in de toekomst uitspraken over gedaan kunnen worden.
Woon-werkverkeer In de ketenanalyse woon-werkverkeer is uitgerekend wat de totale CO2-uitstoot voor EPSiLON is voor woon-werkverkeer met eigen auto’. De totale uitstoot voor deze categorie is 43.948 kg CO2-uitstoot voor het totale woon-werkverkeer van EPSiLON, dit wordt veroorzaakt door 269.379 kilometer woonwerkverkeer dat wordt gemaakt door 44 medewerkers.
Afval In de productiehal wordt veel aandacht geschonken aan gescheiden afval. Door in hoge mate afval te scheiden is de bruikbaarheid voor recycleerbaarheid groter. De materialen die gebruikt worden voor de producten van EPSiLON zijn voornamelijk glas, aluminium, staal en kunststof. Voor deze materialen geldt dat afval gescheiden wordt ingezameld. Dit blijkt ook uit figuur 8.
18 | P a g i n a
15 december 2011
Figuur 8: afval wordt gescheiden ingezameld De straatmeubilairproducten die gereed zijn en klaar voor vervoer worden in herbruikbare stalen rekken geplaatst. Daardoor kunnen de rekken worden gegroepeerd per depot (leveradres) en kunnen ze retour worden gestuurd zodra er één complete stapel is. Vroeger werden er houten kisten gebruikt, die dienden als wegwerpverpakking. Daarnaast namen deze laatste meer ruimte in de vrachtwagen in waardoor meer transport noodzakelijk was. Wat de CO2-uitstoot van afval is, is niet berekend en lastig te achterhalen. EPSiLON is voornemens om in de komende jaren evenveel aandacht te blijven schenken aan gescheiden afval en houdt ogen en oren open voor recyclagemogelijkheden.
Transport leveranciers In de ketenanalyse van de abri is geïnventariseerd wat de CO2-uitstoot is die vrijkomt bij het produceren van 1 abri Luxor met LED. Daarin is onder andere meegenomen het transport van leveranciers van halffabrikaten en het transport van de eindproducten. Voor het project waarvan sprake in de ketenanalyse is de CO2-uitstoot voor transport weergegeven in tabel 7. Reductie in kg CO2 1 abri
Reductie in kg CO2 Project Zuid Holland
34
1.208
Transport na afwerking
7
252
Transport eindproduct
39
1.418
Transport halffabrikaten
Totaal transport 41 Tabel 7: CO2-uitstoot transport leveranciers in de keten van de abri
2.878
19 | P a g i n a
15 december 2011
Productie bij leveranciers In de ketenanalyse van de abri is ook de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie van een abri meegenomen. Voor een project van de grootte van het project Zuid Holland betekent dit in totaal een CO2-uitstoot van 33.439 kg CO2, zie tabel 8. Reductie in kg CO2 1 abri
Reductie in kg CO2 Project Zuid Holland
888 41 929
31.956 1.483 33.439
Grondstofwinning en productie halffabrikaat Afwerking halffabrikaten Totaal
Tabel 8: CO2-uitstoot voor productie in de keten van de abri
Elektriciteitsverbruik van het eindproduct De ketenanalyse van de abri toont ook een berekening van de CO2-uitstoot voor het gebruik van 1 abri van2.272 kg CO2 over 10 jaar. Het gebruik veroorzaakt CO2-uitstoot door het branden van LEDverlichting in de Luxor. Voor het project Zuid Holland betekent dit een totale CO2-uitstoot van 81.792 kg CO2.
CO2-emissie – een vergelijking Aan de hand van de emissie-inventarisaties voor 2009 en 2010 kan een vergelijking worden gemaakt. In januari 2010 is EPSiLON overgestapt op de inkoop van groene stroom en in maart 2010 zijn de zonnepanelen geïnstalleerd. De vergelijking in elektraverbruik levert daardoor waardevolle informatie op met betrekking tot wat een zonne-energie-installatie betekent voor de CO2-uitstoot van een organisatie. Het aardgasverbruik levert een grote bijdrage in de totale CO2-uitstoot van EPSiLON. Het verschil tussen 2009 en 2010 is echter nihil, en toont slechts een verschil van 0,50%. Het verschil in elektraverbruik tegenover de CO2-uitstoot is een ander verhaal. Uit tabel 7 blijkt dat het elektraverbruik in 2010 met 13% is toegenomen ten opzichte van 2009. Daarentegen is door de overstap op groene stroom en het installeren van de zonnepanelen de CO2-uitstoot met 49% gedaald.
kW Elektra CO 2 Elektra
2009 283.183 133.096
2010 320.465 67.943
Verschil 13,17% -48,95%
Tabel 7: vergelijking elektraverbruik in kW en CO2
20 | P a g i n a
15 december 2011
In figuur 9 is de vergelijking in elektraverbruik van 2009 en 2010 in grafische vorm weergegeven. Daaruit blijkt dat de indirecte emissies voor 2010 aanzienlijk lager zijn.
Figuur 9: Vergelijking CO2-uitstoot 2009 en 2010 | Indirecte emissies
21 | P a g i n a
15 december 2011
Bijlage I – Inventarisatie Machinepark OVERZICHT MACHINEPARK / LUCHTBEHANDELING / VERBRANDING
legende
H1 H2 H3 B0 B1 ST1 DA PR RE SH VE
hal 1 hal 2 hal 3 burelen gelijkvloers burelen 1e verdieping stockageruimte dak prototyping refter showroom vergaderzaal
METAAL+AFZUIGING Nr.op plan 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135
Plaats H1 H1 H1 H1 H1 H1 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 H3 PR PR PR
Groep metaal metaal metaal hout afzuiging metaal metaal metaal metaal metaal afzuiging metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal afzuiging metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal metaal
Naam Kolomboor Kolomboor Kolomboor paneelzaag paneelzaag kolomboor frees machine dubbel verstekzaag afkortzaag afkortzaag afkortzaag kolomboor dubbel verstekzaag verstekzaag verstekzaag verstekzaag verstekzaag dubbel verstekzaag afkortzaag knipbank pons machine plooibank wals cirkelzaag s taal lintzaag lasautomaat geel halfautomaat blauw halfautomaat blauw halfautomaat blauw lasautomaat TIG lasautomaat TIG kolomboor frees machine Kolomboor draaibank
Leverancier Criko Mema Mema Robland
Detollenaere Elumatec Imet Elumatec Kathagen
Kathagen LVD LVD LVD Tollenaere FMB ESAB Cloos Cloos SAF Cloos Cloos Detollenaere Detollenaere Detollenaere Detollenaere
Type Produktoro Produktoro Z320 Contimac Supercondor 16B mecal MC305FAT elumatec Velox 350 Elumatec Hercules Jui Chun Electra Beckum Electra Beckum Electra Beckum Electra Beckum Omga Hercules LVD LVD LVD Akyapak VS350 FMB compact250 GLC353 Quinto353 GLW GLW Metalik Pao Fong 2VS Contimac SB32 CU325 TOTAAL
Rubriek 12.4. Rubriek 29.5.4.
Vermogen (kW) 1,1 0,75 0,7 6 2,25 0,7 10,5 13,6 2,4 3 3,5 1,5 4,4 1,6 1,6 1,6 1,6 4 3,5 10,1 11,5 12,5 1,1 1,9 1,1 9,7 15,9 15,9 15,2 15,2 15,2 1,3 5,9 2,5 2,2
Netspanning (V) 220 400 380 220/380 230/400 380 400 400 230/400 400 220 220/380 230/400 230 230 230 230 400 220 400 400 400 380 400 400 400 400 400 400 400 400 380 220/380 400 400
201,5 96,9 104,6
kW kW
22 | P a g i n a
15 december 2011
VERBRANDINGSINRICHTING Nr.op plan Plaats 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225
H1 H1 H1 H1 H2 H2 H2 H2 H3 H3 H3 H3 PR H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H2 H3 H3 H3 H3
Groep
Naam
verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding verbranding ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator ventilator
aardgasketel gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers gasgestookte luchtverwarmers steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator steunventilator Rubriek 43
Leverancier
Type
Vermogen (kW)
Netspanning (V)
Elco-Mat R300 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor UDSA 035 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500 Reznor 4500
144 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25
230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230 230
TOTAAL
567
kW
23 | P a g i n a
15 december 2011
GASSEN : Luchtcompressoren+airco Nr.op plan Plaats 301 302 303 304
ST1 ST1 ST1 ST1
Groep
Naam
compressor compressor compressor luchtzuivering
compressor Kathagen vries droger Kathagen compressor (reserve) Kathagen luchtzuivering verwarmen luchtzuivering koeling luchtzuivering warmteterugwinning luchtzuivering aans luitvermogen airco (computerlokaal) koeling airco (computerlokaal) normaal airco (computerlokaal) max airco burelen airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling airco cassette koeling
305 ST1
airco
306 DA 307 B0
airco airco
308 B0
airco
309 B0
airco
310 B0
airco
311 B0
airco
312 B1
airco
313 B1
airco
314 B1
airco
315 B1
airco
316 B1
airco
317 RE
airco
318 RE
airco
319 RE
airco
320 SH
airco
321 SH
airco
322 SH
airco
323 SH
airco
Leverancier
Rubriek 16.3.
Type
Vermogen (kW)
Netspanning (V)
Airwell CLS GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 1,4 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2 GEA Geko 2,2
30 0,78 7,5 25,8 14,9 19,2 4,5 5,3 1,9 2,15 40 - 121 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 3 4,3 6,4 7,8 6,4 7,8 6,4 7,8 6,4 7,8
380 380 400 230/400 230/400 230/400 230/400 230 230 230 400 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220 220
TOTAAL MAX TOTAAL MIN
320,13 209,13
kW kW
Rotair RVC30/10 Rotair DFE43 Airkrone KS12 GEA ATP10,10IVBV
Lennox QCM18-E
24 | P a g i n a
15 december 2011
Bijlage II – Certificaat Zonnepanelen
25 | P a g i n a
15 december 2011
Bijlage III – Certificaat Nuon (Nederlands)
26 | P a g i n a