Carbon Footprint Emissie inventarisatie conform ISO-14064-1
Rapportage januari 2015 – december 2015 (CO2 Prestatieladder 1.A.1, 2.A.1, 3.A.1, 1.B.1, 2.B.1, 3.B.1)
Dit document bevat: -
De uitgewerkte CO2 emissie inventarisatie 2015 o de analyse van de emissie inventarisatie Het energie auditverslag 2015 o de analyse van energieaspecten Het energie management actieplan 2016 energie/CO2-reductiedoelstellingen en acties en maatregelen o de analyse van effectiviteit reductiemaatregelen
Colofon: Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 1 van 19
Opgesteld Gecontroleerd Vrijgegeven Datum
: M. Vrijhof en M. Aerts : M. Vrijhof : M. van den Rijen : 8 februari 2016
Carbon Footprint Alom Bv
paraaf: paraaf: paraaf:
Pagina 2 van 19
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding .................................................................................................. 4 1.1 Beschrijving organisatie ........................................................................................... 4
2.2 Cross reference ISO 14064-1 ............................................................................... 4 1.3 Rapportageperiode .................................................................................................... 5 1.4 Verantwoordelijke persoon ....................................................................................... 5 1.5 Verificatie onafhankelijke instantie........................................................................... 5
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening ............................................................................. 6 2.1 Aanpak ........................................................................................................................ 6 2.2 Referentiejaar ............................................................................................................. 6 2.3 Afbakening ................................................................................................................. 6 3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) ..................................... 9 3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) ..............................................................10 3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten ...............................................................10 3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel ........................10
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit .................................. 12 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten ...........................................................................12 4.2 Afbakening ................................................................................................................13 4.3 Energiestromen.........................................................................................................13
Hoofdstuk 5.1 Energie Actieplan 2016 ..................................................................... 16
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 3 van 19
Hoofdstuk 1 Inleiding Binnen Alom staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen en maatschappelijke betrokkenheid (het leveren van een bijdrage in maatschappelijke vraagstukken). Extern maken we onze klant bewust van een duurzame oplossing voor hun railconstructies. De carbon footprint is een onderdeel van duurzaamheid, zowel intern als extern. Het is een maatstaf voor de invloed van menselijke activiteit op het milieu uitgedrukt in de hoeveelheid broeikasgassen. Alom wil met deze carbon footprint inzicht krijgen en derden inzicht geven in het effect van haar activiteiten op de CO2-problematiek. 1.1 Beschrijving organisatie Alom is een jonge onderneming die zich richt op het aanbieden van totale (Alomvattende) systeemoplossingen voor aannemers en railinfrabeheerders in de Europese markt. Deze systeemoplossingen bestaan uit samengestelde railinfraconstructies en /of individuele onderdelen. Deze constructies voldoen aan de hiervoor geldende specificaties en Alom maakt hierbij gebruik van samenwerkingsverbanden met verschillende leveranciers /fabrikanten die deze materialen leveren/produceren. Op basis van de aanwezige expertise verzorgt Alom tevens de engineering en het ontwerp waarbij wordt getracht om nieuwe inzichten op een innovatieve wijze te integreren met de bestaande producten waarbij de nieuw ontworpen systeemoplossing wel ten aller tijde blijft voldoen aan de hiervoor gelden de regelgeving en specificaties.
2.2 Cross reference ISO 14064-1 ISO 140641
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3
§ 7.3 GHG report A B C D E F G H I J K L
Carbon Footprint Alom Bv
Beschrijving
Hoofdstuk
Reporting organization Person responsible Reporting Period Organizational boundaries Direct GHG emissions Combusion of biomass GHG removals Exlusion of sources or sinks Indirect GHG emissions Base year Changes or recalculations Methodologies
1.1 1.3 1.2 2.3 4.4 3.3 3.2 3 3.5 2.2 2.2 2.1 Pagina 4 van 19
4.3.3 4.3.5 5.4
M N O P Q
Changes of methodologies Emission or removal factors used Uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement describing
2.1 3.5 3.11 2.1
1.3 Rapportageperiode De rapportageperiode van onderhavige Carbon Footprint is 1-1-2015 t/m 31-12-2015. 1.4 Verantwoordelijke persoon De verantwoordelijke persoon voor de rapportage is de heer M. van den Rijen, directeur Alom bv. 1.5 Verificatie onafhankelijke instantie De Carbon Footprint over 2015 is opgesteld in overeenstemming met de de NEN-ISO 14064-1.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 5 van 19
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening 2.1 Aanpak Deze carbon footprint is gebaseerd op de NEN-ISO 14064-1. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-1 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2- emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2-emissies. Aan de hand van de CO2Prestatieladder van SKAO zijn deze gegevens weer onderverdeeld in verschillende soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas. Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijk gebruik privé auto; • zakelijke vluchten. Scope 3, overige indirecte CO2-emissies. • overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een aparte inventarisatie m.b.t. de scope 3 emissie categorieen meegenomen. Om de carbon footprint te bepalen van Alom zijn gegevens verzameld over alle soorten emissies, op basis van deze gegevens en de conversiefactoren zijn de hoeveelheden CO2 bepaald. Voor het vaststellen van de footprint zijn met terugwerkende kracht de conversiefactoren zoals opgenomen in “De CO2-Prestatieladder” (SKAO). 2.2 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als referentiejaar. Deze CO2- emissie inventarisatie is met terugwerkende kracht aangepast met de actuele conversiefactoren uit “De CO2 Prestatieladder” (SKAO). Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde. Er is een wijziging in de analysemethode doorgevoerd m.b.t. de energiestroom brandstofverbruik auto’s. Deze wordt vanaf 2012 niet meer geschat op basis van kmregistratie, maar het feitelijk verbruik van de soorten brandstof wordt vastgesteld. 2.3 Afbakening Deze carbon footprint betreft de onderneming en juridische entiteit Alom b.v. Vestiging Alom, Kolk 1, 4241 TH Arkel. Volgens de definitie van SKAO (hoofdstuk 2 van het handboek CO2prestatieladder versie 2.1) valt Alom bv in de categorie “kleine bedrijven”. De totale CO2Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 6 van 19
uitstoot is kleiner dan 500 ton voor wat betreft de vestiging en kleiner dan 2000 ton voor de werklocaties.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 7 van 19
Hoofdstuk 3 Carbon footprint Alom 3.1 Inleiding Op basis van vijf soorten CO2-emissies is de totale CO2-emissie van Alom berekend. De totale CO2-emissie van Alom in 2015 is 90 ton CO2. Het grootste aandeel hierin 40,37 ton C02, scope 1 (55%) is afkomstig van het brandstofverbruik van het wagenpark, dus auto’s (bedrijfsauto’s) . In onderstaande tabel is de totale CO2-emissie onderverdeeld naar de verschillende soorten weergegeven. Activiteit
Gasverbruik Brandstofverbruik auto’s Totaal Scope 1 Zakelijke vluchten Zakelijke gebruik privé auto Elektriciteitsverbruik Totaal Scope 2
Scope
1 1
CO2 (ton) 2015 3 46
2 2 2
Totaal
% 2015 3% 55%
CO2 (ton) 2011 5 50
% 2011 6% 60%
3 16 15
3% 19% 18%
9 10 9
11% 11% 12%
83
100%
83
100%
3.2 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 1 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.3 Biomassa In het jaar 2014 heeft de organisatie geen biomassa verbrand.
3.4 Directe CO2-emissies (scope 1) De directe CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door het brandstofverbruik van het eigen materieel (NVT), het brandstofverbruik van het eigen wagenpark en het gasverbruik op de vestigingslocatie.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 8 van 19
Brandstofverbruik wagenpark De totale CO2-emissie van het brandstofverbruik eigen wagenpark is gelijk aan 45,76 ton CO2. Dit is gelijk aan 51% van de gehele CO2-emissie in 2015. Alle medewerkers die in het bezit zijn van een bedrijfsauto gebruiken de auto ook voor privé doeleinden. Het is niet goed mogelijk een zuivere splitsing aan te brengen in het aantal verbruikte liters voor zakelijk gebruik. De inschatting is gemaakt dat 80% van de totaal verreden kilometers voor zakelijke doeleinden zijn. Vanaf 2012 is het daadwerkelijke brandstofverbruik (vanuit de bedrijfsadministratie van Unit4) als bron gebruikt voor het bepalen van de CO2 emissie. Dit geeft een preciezer beeld dan het opgeven van het aantal gereden km’s zoals het in het verleden werd bepaald. Gasverbruik Het gas wordt op onze vestigingslocatie verbruikt voor de verwarming van het kantoor en het magazijn. Het gasverbruik is verantwoordelijk voor 3 ton CO2-emissie met 3% van de totale CO2- emissie. Het verbruik in 2015 (1622 m3 )is lager dan in 2011 ( 2890 m3). Het gasverbruik is bepaald aan de hand van de eindafrekening van de gasleverancier. In 2014 is er door Alom een magazijn aangekocht. Dit magazijn is een uitbreiding geworden van ons huidige magazijn met 300 m2 extra. Hierdoor is er 1 grote magazijn ruimte ontstaan. Deze ruimte kent een eigen gasaansluiting ( Kolk 29) maar wordt verrekend op de huidige Kolk1 aansluiting. Ondanks dat er een grotere ruimte verwarmd ed. dient te worden is er minder verbruikt. De maatregelen betreft bewust wording ed. hebben in 2015 resultaat gehad.
3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) De indirecte CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door de inkoop van elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijk gebruik van privéauto’s. Elektriciteitsverbruik Het elektriciteitsverbruik van de vestiging Kolk 1, 4241 TH Arkel is met een emissie van 11.3 ton CO2, verantwoordelijk voor ongeveer 18% van de totale CO2-uitstoot van de organisatie. In 2015 is er van groene stroom uitgegaan. Voor de opwekking van energie van Electrabel
worden namelijk ‘Garanties van Oorsprong’ gegeven, en deze worden door de overheid gecontroleerd. Echter wordt dit niet door SKAO erkend en daarom kan er niet met de conversiefactor voor groene stroom gerekend worden. Dit geeft een vertekent beeld. Het verbruik was in 2015 28.232 KWh. t.o.v. 19.609 KWh in 2011. Het elektriciteitsverbruik voor 2015 is gebaseerd op de eindafrekening van de stroomleverancier waarop het verbruik is geregistreerd. Zakelijke vluchten Door de aard van de dienstverlening binnen Alom en de diversiteit aan leveranciers/ Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 9 van 19
fabrikanten is er veelvuldig sprake van zakelijke vluchten. Voor de organisatie van deze vluchten wordt samengewerkt met een hiertoe gespecialiseerd bureau zijnde UniGlobe. Van alle vluchtsegmenten zijn de kilometers geregistreerd volgens de officiële afstand die in het http://nl.distance.to/ naar voren komen. Per reis zijn die afstanden bij elkaar opgeteld waarna ze in de juiste kolom (<700 km, >700 km en >2500 km) zijn gezet en per jaar opgeteld conform de indeling uit de CO2 prestatieladder (versie 2.1). T.o.v. het referentiejaar (2011) is het personeelsbestand toegenomen, de stijging in het aantal gevlogen kilometers is substantieel lager. Totale CO2 emissie is afgenomen met 5 ton van 9 ton (2011) naar 3 ton (2015). Deze verlaging heeft te maken met de afgesloten business in Turkije. Zakelijk gebruik privé auto Binnen Alom zijn er in 2014 5 medewerkers die gebruik maken van een privé auto voor woon-werk verkeer. De totale CO2 emissie behorend bij deze emissie categorie is toegenomen. De toename van 6 ton van 10 (2011) naar 16 (2015) is verklaarbaar. In 2011 waren er twee medewerkers die woon-werk met hun privé auto reden, in 2015 zijn er 5 medewerkers. Tevens waren er 2 medewerkers die veel kilometer reden per dag. ( respectievelijk 120 km en 124 km). De verwachting is dat voor 2016 de uitstoot gelijk blijft per fte.
3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) De indirecte emissies met de bijbehorende ketenanalyse zijn apart geïnventariseerd. Hiervoor wordt verwezen naar het document “inventarisatie scope 3 emissie categorieën”. Scope 3 doelstellingen zijn wel in dit document opgenomen.
3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten De scope 1 emissiebron gas is volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Alom”. T.a.v. het brandstofgebruik van de zakelijke bedrijfsauto’s is een reële inschatting gemaakt dat dit voor ongeveer 25% aan projecten is toe te schrijven. De scope 2 emissiebronnen elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijke kilometers privé auto zijn volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Alom”.
3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel In 2015 heeft Alom geen projecten, die zijn aangenomen met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel, uitgevoerd. Het zijn met name de partijen in de keten die een gunningsvoordeel verkrijgen doordat Alom ook intensief bezig is met bewustwording en verlaging van C02 uitstoot.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 10 van 19
3.9 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 2 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.10 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als het referentiejaar. Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde. Er is een wijziging in de analysemethode doorgevoerd m.b.t. de energiestroom brandstofverbruik auto’s. Deze wordt vanaf 2012 niet meer geschat op basis van kmregistratie, maar het feitelijk verbruik van de soorten brandstof wordt vastgesteld. Tevens worden elektriciteit en gas nu bepaald op basis van de jaarrekening ipv de maandelijks afgelezen meterstanden. Ook is de looptijd van januari tot en met december van hetzelfde jaar.
3.11 Onzekerheden De informatie behorende bij de Carbon Footprint betreft feitelijk afgelezen informatie aan de hand van facturen, eindafrekeningen, liters e.d. De conversiefactoren zijn bekend vanuit de CO2-Prestatieladder” (SKAO). Hierdoor is er een hoge mate van waarschijnlijkheid dat de scope 1 en 2 emissies op een correcte wijze zijn geïnventariseerd en in deze Carbon Footprint opgenomen. Opmerking: gereden privé kilometers met zakelijke wagens zijn meegerekend in het totale brandstofverbruik. Hier is geen splitsing in aangebracht.
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 11 van 19
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit Deze analyse van de energieaspecten vormt het interne energie auditverslag conform het Energie Management Actieplan waarbij de Plan-Do-Check-Act stuurcyclus is omschreven. Conform de ISO 50001 gaat het hierbij in eerste instantie om het identificeren van de emissieveroorzakers en beoordelen van de energieaspecten die voortvloeien uit de activiteiten binnen Alom. De analyse is opgezet om kansen te identificeren en reductiemaatregelen / vervolgacties op te stellen. Deze rapportage is een vervolg energieaspecten analyse. De analyse heeft betrekking op het jaar 2015. De analyse is vooral een kwalitatieve beschouwing. De analyse zal jaarlijks geactualiseerd worden en van verdere informatie (onderzoek) worden voorzien. 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten De energiestromen zijn geïdentificeerd. Deze energiestromen zullen in deze rapportage behandeld worden. De indelingen van de rapportage is gebaseerd op de carbon footprint. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-3 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2-emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2 emissies. Aan de hand van de CO2-Prestatieladder van SKAO zijn deze gegevens weer onderverdeeld in zes soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas; Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijke vlieg kilometers • zakelijk gebruik privé auto; Scope 3: • scope 3 overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een apart scope 3 emissie inventarisatie meegenomen. De CO2-emissie wordt veroorzaak door de verschillende energieaspecten, welke binnen de organisatie aanwezig zijn. Conform ISO 50001 wordt een energieaspect benoemd als: “een element van activiteiten, goederen of diensten van de organisatie dat het energiegebruik of het energieverbruik kan beïnvloeden”. Binnen de rapportage wordt gericht op de significante energieaspecten. Een energieaspect is significant wanneer dit gerelateerd is aan een groot deel van het energieverbruik. Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 12 van 19
Resultaten uit de analyse worden besproken in het managementoverleg.
4.2 Afbakening Voor de analyse van de energieaspecten zijn de organizational boundaries van Alom aangehouden. De vestiging ter adres Kolk 1, 4241 TH Arkel (kantoor en bedrijfshal) van Alom valt binnen de scope van deze emissie inventaris. Tevens is daar in 2014 Kolk 29 bijgekomen. 4.3 Energiestromen De volgende energiestromen zijn te onderkennen bij: • brandstofverbruik materieel: o gasolie; N.v.t. o benzine; N.v.t. o propaan; N.v.t. o acethyleen;N.v.t. • brandstofverbruik bedrijfaauto’s: o benzine; N.v.t. o diesel; • elektriciteitsverbruik: o vestiging Arkel; o projectlocatie (van derden); N.v.t. • aardgas: o vestiging Arkel; • overige energieaspecten bij Alom: o verbruik brandstof voertuigen personeel die op KM-basis rijden; o kilometers vliegverkeer; Per energiestroomaspect is er een doelstelling uitgewerkt waarbij inzichtelijk moet worden wat de bijdrage is geweest van de omschreven actie aan het geheel van reductiedoelstellingen die de organisatie heeft gesteld. Bij het plan/ doelstelling gaat het mede om de aspecten: Kwaliteit, Informatie, Onkosten (geld), Tijd en Organisatie (KIOTO). 4.4
Terugblik realisatie doelstellingen
Reductiedoelstelling 1: In 2015 wordt het carpoolen verder ingevoerd en er wordt gekeken of de maatregel m.b.t. thuiswerken nog verder kan worden ingevoerd binnen de organisatie van Alom BV. Reductiedoelstelling is 2% t.o.v. 2014. Activiteiten:
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 13 van 19
In 2015 is de medewerker die het verst van de kantoorlocatie af woont per 1 augustus uit dienst getreden. Er waren 2 dagen per week dat hij structureel vanuit huis werkte. Intern heeft een verschuiving plaatsgevonden én er is een fulltime medewerker aangesteld. Beide medewerkers werken nu fulltime op kantoor. De medewerkers wonen binnen een straal van 25 KM van Arkel waardoor CO2 uitstoot bij elkaar minder is dan de 3 dagen dat de vorige medewerker vanuit huis naar Arkel kwam rijden. Planning: Wellicht kunnen we het nieuwe werken (deels thuiswerken) doorvoeren op een andere medewerker in 2016. Mogelijkheden hiervoor om CO2 uitstoot verder te reduceren zullen worden doorgenomen in het DTHV overleg. Zie voor meer informatie de DTHV notulen. Resultaat: Het brandstofverbruik neemt door deze (reductie)maatregel significant af aangezien er per week aan woon/werkverkeer 155 KM minder wordt gereden (= 8060 KM per jaar). In 2015 heeft dit een reductie opgeleverd van 3410 KM (22 weken x 155 KM) = 16.94 Ton/CO2 (conversiefactor 3230 gCO2/ltr. diesel). Reductiedoelstelling 2:
Door het aantal toegenomen bedrijfswagens geldt dat het brandstofverbruik per bedrijfsauto moet zijn gereduceerd met 10% t.o.v. het jaar 2014, dat betekent een verbruik van 10.3 ton per auto gemiddeld.
Activiteiten Het wagenpark van 5 auto’s is in 2015 gelijk gebleven ten opzichte 2014 (Referentiejaar 2011, wagenpark 3 auto’s). Planning: Het wagenpark wordt bijgehouden in een spreadsheet per half jaar. Er wordt met name ingezet op minder brandstofverbruik door bewuster om te gaan met het zakelijk gebruik van de auto’s. Indien meerdere collega’s naar hetzelfde adres reizen, dienen zij indien mogelijk te carpoolen. De showroom is zo uitgerust dat gasten gemakkelijk bij Alom ontvangen kunnen worden, zo houden we persoonlijk contact, maar besparen we brandstof. Resultaat: Het gemiddelde verbruik per auto is gedaald van 56.94/ 5 = 11,40ton CO2 naar 40.37/ 5 = 8.07ton CO2 uitstoot per bedrijfswagen. Deze daling is te verklaren doordat een
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 14 van 19
medewerker die heel ver van Alom af woont niet meer werkzaam is. De doelstelling is ruimschoots gehaald. Reductiedoelstelling 3: Good housekeeping. Het doel voor 2015 is om voor de totale energiestroom “gasverbruik” de CO2 emissie te reduceren met 10% t.o.v. 2014 per fte. Activiteiten: Het gasverbruik in 2015 bedraagt 1622 m3 gas. t.o.v. 2104m3 in 2014. Het verbruik is in absolute vorm afgenomen met 23%. Het personeelsbestand was in 2014 gemiddeld 10.5 fte. In het jaar 2015 is het gemiddelde personeelsbestand 9.6 fte. Het personeelbestand is afgenomen met 8.57%. Het gasverbruik in 2015 t.o.v. 2014 per medewerker is gedaald van 2104 m3/10,5 = 200m3 (2014) naar 1622m3/9,6= 169m3 Een afname van 15,5 per medewerker. In 2015 zullen de besparing tips van de SKAO-site getoetst worden op praktische relevantie voor Alom en zo nodig ingevoerd worden. Resultaat: Doelstelling behaald Reductiedoelstelling 4:
Het streven is om in vliegverkeer een reductie te realiseren van 15% t.o.v. 2014 (4.01 ton)
Activiteiten: Als we naar het aantal vliegkilometers kijken kunnen we vaststellen dat deze over 2015 met 24,93% zijn afgenomen. Het CO2 verbruik, uitgedrukt in tonnen CO2 emissie is afgenomen van 4,01 ton in 2014 naar 3,01 ton in 2015. Resultaat: Doelstelling behaald
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 15 van 19
Reductiedoelstelling 5:
Good housekeeping, het streven is om het elektriciteitsverbruik, uitgedrukt in FTE met een maximum van 15% te laten stijgen t.o.v. 2014.
Activiteiten: Het stroometiket wat aangeeft hoe de verdeling van deze groene stroom kon niet worden meegenomen als zijnde groene stroom. Voor de opwekking van energie worden namelijk ‘Garanties van Oorsprong’ gegeven, deze worden door de overheid gecontroleerd. Echter wordt dit niet door SKAO erkend en daarom kan er niet met de conversiefactor voor groene stroom gerekend worden. Het stroomverbruik in 2015 bedroeg in totaal 28.232 kWh. In 2014 was dit 24.787 kWh. Dit is het totaal van 2 aansluitingen, namelijk Kolk 1 en Kolk 29. Het verbruik is in absolute vorm toegenomen met 14% Het personeelsbestand was in 2014 gemiddeld 10,5 fte In het jaar 2015 is het gemiddelde personeelsbestand 9,6 fte. Het personeelbestand is afgenomen met 8.57%. Het stroomverbruik per medewerker is toegenomen van 24.787 /10,5 = 2361Kwh. per medewerker naar 28.232 /9,6= 2940 Kwh. per medewerker. Een toename van 14% per medewerker in relatie tot een totale stroomtoename. Resultaat: Doelstelling behaald
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 16 van 19
5.1 Energie Actieplan 2016 Onze meetbare hoofddoelstelling is om diverse energiebesparingsmaatregelen te nemen en daarmee de totale CO2- uitstoot voor scope 1 en 2 emissies in 2016 te verlagen ten opzichte van 2011. Het betreft de CO2- uitstoot gerelateerd aan het aantal fte's. Deze verdere reductie willen wij bereiken door diverse subdoelstellingen op te stellen. Aangezien de doelstellingen uiteen lopen wordt er geen overall reductie doelstellingen genoemd. Scope 1 en 2 dient gevolgd en bewaakt te worden waar mogelijk verlaagd. Grootste reductie zal de komende jaren in scope 3 doelstellingen behaald worden. Immers er is bijvoorbeeld een minimaal verbruik van gas en elektriciteit etc.- verdere verlaging van sommige emissies is niet realistisch. Scope 1 emissies Reductiedoelstelling 1: Terugdringen van brandstofuitstoot door zakelijke auto’s. Procentueel gezien met 15% van de totale uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011 ( = maximaal 50% van de totale uitstoot) Realisatie: Cursus “het nieuwe rijden” volgen. Budget: €1500,- (tezamen met doelstelling 4) *Toelichting: “Het Nieuwe Rijden” staat voor zuinig rijden en draagt bij aan vermindering van de CO2-uitstoot. Direct gerelateerd daaraan zorgt het voor een verminderd gebruik van fossiele brandstoffen. Vanuit dit besparingsoogpunt wordt “Het Nieuwe Rijden” ondersteund door de Ministeries van Verkeer en Waterstaat, VROM en Economische Zaken. Het programma “Het Nieuwe Rijden” wordt in opdracht van deze ministeries uitgevoerd door Novem (Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu). Reductiedoelstelling 2: Het gasverbruik van 2015 handhaven voor 2016. Het doel is, procentueel gezien, dat het percentage niet hoger ligt dan 3% van de totale uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011. Realisatie: Dezelfde regels blijven handhaven Budget: €0,-
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 17 van 19
Scope 2 Reductiedoelstelling 3: De uitstoot van het vliegverkeer van 2015 handhaven voor 2016. Het doel is, procentueel gezien, dat het percentage niet hoger ligt dan 4% van de totale uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011. Realisatie: Steeds opnieuw overwegen of een vlucht noodzakelijk is. Budget: €0,Reductiedoelstelling 4: Terugdringen van brandstofuitstoot van zakelijk gereden kilometers met privéauto’s. Het doel is, procentueel gezien, dat het percentage niet hoger ligt dan 15% van de totale uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011. Realisatie: Cursus “het nieuwe rijden” volgen. Budget: €1500,- (tezamen met doelstelling 1) *Toelichting: Zie toelichting bij doelstelling 1 Reductiedoelstelling 5: Good housekeeping, Het streven is om het elektriciteitsverbruik, uitgedrukt ver terug te dringen. Het doel is, procentueel gezien, dat het percentage gelijk zal zijn aan de totale uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011. Dit betekent maximaal 12% van het totaal. Realisatie: LED verlichting plaatsen d.m.v. een lichtplan en inkopen van groene stroom Budget: €4825,Scope 3 Reductiedoelstelling 6: Samenwerking tussen Alom en De Wilde in het onderzoeken van mogelijkheden aangaande het recyclen of hergebruiken van kurkrubber. Alom is leverancier van kurkrubberplaten voor spoorconstructies. Bij de productie van deze platen komen kurkrubber resten vrij die nu bij het bedrijfsafval belanden. De Wilde bouwt sporen op beton. Vaak verwijderen ze eerst het oude spoor en voeren ze de materialen die daarbij vrijkomen af. Een van de materialen die vrijkomen is oud kurkrubber. In het kader van duurzaamheid hebben we een doel samen te zoeken naar manieren om vrijkomend kurkrubber te recyclen of hergebruiken. Realisatie: een samenwerking opzetten samen met De Wilde en de HKU Budget: max €250,- (per organisatie) Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 18 van 19
Verantwoordelijk
M. van den Rijen, M. Vrijhof
Evaluatie I: Q1, Q2, Q3 en Q4 voortgangsrapportage
8-2-2016
Carbon Footprint Alom Bv
Pagina 19 van 19