RIS140951A-11-OKT-2006
Cannabisnotitie Harde feiten over softdrugs
VVD-gemeenteraadsfractie Den Haag Spui 70 2511 BT DEN HAAG Tel. 070 353 37 26 E-mail
[email protected] www.vvddenhaag.nl
Inhoudsopgave Samenvatting
4
1.Inleiding Cannabis, hasj en wiet Fundamenten softdrugsbeleid Productie en handel cannabis Coffeeshops Experiment gereguleerde wietteelt
6 6 6 7 8 8
2. Cannabisproductie Onschuldig imago Informatievoorziening verbeteren Huis-aan-huisfolder Particuliere verhuurders Posters als waarschuwende functie Thuisteelt Uitbreiden convenantpartners Verschuiven politie-inzet Hennepkwekerij altijd ontmantelen en pand verzegelen Beter gebruik spoedeisende bestuursdwang Minimum streefcijfer vastleggen Gestandaardiseerde pandenlijst Betere nazorg
9 9 9 9 9 10 10 11 11 12 12 12 12 12
3. Growshops Definitie growshops Growshops als motor van thuisteelt Misinformatie Aanpak growshops Vergunningstelsel Grootschalige controle Betere controle growshops Maximaal gebruik van strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen
14 14 14 14 14 14 15 15 15
4. Coffeeshops Vermindering straathandel Infiltratie criminaliteit Betere opsporing illegale (soft)drugsverkooppunten BIBOB-toets voor lopende vergunningen Loslaten grachtengordelcriterium Uitsterfbeleid naar 25 coffeeshops
16 16 16 16 16 17 17
5. Voortgezet onderwijs Negatieve effecten “soft”drugsgebruik Aantal jonge cannabisgebruikers Cannabisverslaving Actief ontmoedigingsbeleid
18 18 18 18 19
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
2
Opstellen kort en krachtig convenant Aansprekende voorlichting Ouders op de hoogte stellen bij cannabisgebruik Brief naar ouders indien minderjarigen bij coffeeshops rondhangen Rondom scholen blowverbod streng handhaven Handhaven lokale vestigingscriteria
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
19 19 19 20 20 20
3
Samenvatting Na een stijging in de jaren negentig van het aantal jongeren dat ooit of in de afgelopen maand cannabis heeft gebruikt, is de consumptie van cannabis onder jongeren de afgelopen jaren gestabiliseerd. Toch bevindt Nederland zich vanuit internationaal perspectief gezien in de top vijf van de 25 EU-lidstaten met de hoogste percentages jongeren die ooit of recent cannabis heeft gerookt. Voor jongeren worden de gevolgen voor gezondheid en schoolprestaties door softdrugs vaak onderschat en in sommige gevallen zelfs gebagatelliseerd. Scholieren die regelmatig cannabis gebruiken vertonen vaker agressief en delinquent gedrag. Daarnaast bevat cannabisrook veel kankerverwekkende stoffen. De VVD vindt dat net als bij alcohol en sigaretten, softdrugs bij jongeren ontmoedigd moeten worden. In het oog springende maatregelen om het cannabisgebruik bij jongeren te ontmoedigen zijn: • • •
Convenant tussen scholen, hulpverlening en politie met daarin afspraken op het gebied van voorlichting, samenwerking met hulpverlening, sanctionering, het op de hoogte stellen van ouders bij gebruik van softdrugs en het doen van aangifte bij handel in drugs enz. Een brief van de burgemeester aan de ouders indien jongeren bij een coffeeshop rondhangen. Strenge handhaving van het blowverbod. Niet alleen in en bij de school, maar ook in een straal van 250 meter rond scholen.
De productie van cannabis in woningen -de thuisteelt- heeft een onschuldig imago. “Laat die mensen toch rustig hun plantjes kweken”, is een veel gehoorde opmerking. Dit terwijl de kweek van cannabis in woonhuizen zorgt voor brandonveiligheid, verloedering van de buurt en stankoverlast. Met betrekking tot de hennepteelt in woonhuizen doet de VVD de volgende voorstellen: •
• •
•
Verbetering van de informatievoorziening over de gevaren en de consequenties van hennepteelt in woonhuizen. Dit kan door een goed geoliede voorlichtingscampagne, zoals een huis-aan-huisfolder en posters op de ramen van huizen waar een hennepkwekerij ontmanteld is. Politie-inzet verschuiven van het ontmantelen van hennepkwekerijen naar het opsporen van de achterliggende criminele netwerken zonder dat dit ten koste gaat van het aantal ontruimingen. De VVD wil op het gebied van het ontruimen van hennepkwekerijen meer gebruik maken van spoedeisende bestuursdwang. Spoedeisende bestuursdwang maakt het mogelijk om alle kosten die gemeente, politie en energiebedrijven hebben betaald voor het ruimen van de hennepplantage op de teler te verhalen. Een betere nazorg van de hennepteler ter voorkoming van recidive. Dit kan door een persoonsrechtsgerichte aanpak, zoals het inzetten van schuldsaneringstrajecten en arbeidstoeleidingscursussen.
Uit onderzoek komt naar voren dat growshops als motor en stimulator fungeren met betrekking tot de thuisteelt. De VVD stelt daarom een strenger beleid voor growshops voor: •
Grootschalige controle van growshops en bij constatering van strafrechtelijke of bestuursrechtelijke overtredingen of misdrijven sluiting van de growshop.
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
4
De VVD is over het algemeen tevreden over het gevoerde coffeeshopbeleid. Toch ziet de VVD nog aanvullende maatregelen: • • •
Betere opsporing illegale (soft)drugsverkooppunten. Integriteitsonderzoek naar de lopende vergunningen van coffeshops. Uitsterfbeleid naar 25 coffeeshops
Den Haag, september 2006
Arjen Lakerveld, raadslid Marian Propstra, raadslid Ageeth van den Heuvel, raadslid Martijn Bruijstens, beleidsmedewerker
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
5
1. Inleiding Cannabis, hasj en wiet Hasj en wiet zijn afkomstig van de plant Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands staat deze plant bekend als hennep. Door het drogen en verkruimelen van de vrouwelijke bloemtoppen van de cannabisplant ontstaat marihuana, in het dagelijks spraakgebruik wiet genoemd. Als producenten van de hars van de cannabisplant blokken of plakjes persen, krijgt men hasj.1 In de jaren zeventig en tachtig hielden personen met een criminele achtergrond zich bezig met de import van hasj en marihuana uit verre streken. Vanaf de jaren negentig heeft de teelt van wiet van eigen bodem -de nederwiet- Nederland stormenderhand veroverd.2 De productie van nederwiet is niet alleen voor de verkoop in coffeeshops bestemd, maar het overgrote deel vindt via de georganiseerde misdaad zijn weg naar cannabisgebruikers in West-Europa. Schattingen gaan uit, dat 90 procent van de productie voor export bedoeld is.3 Aanleiding notitie Het Haagse lokale beleid ten aanzien van coffeeshops dateert van juni 1997. Op een aanvulling in 2004 na is het beleid ongewijzigd gebleven. Hoewel de burgemeester ieder jaar een rapportage van het coffeeshopbeleid naar de gemeenteraad stuurt is het van belang om na een periode van bijna tien jaar het gevoerde beleid kritisch te toetsen en hierover een brede discussie te voeren. De aanbevelingen en oplossingen uit deze notitie ziet de VVD graag terug in het nieuw te voeren beleid. De fractie houdt zich aanbevolen voor aanvullende voorwaarden van het college die nog niet in deze notitie vermeld staan. De VVD vindt dat het coffeeshopbeleid niet apart gezien kan worden van de productie van cannabis, de problematiek van growshops en de cannabisgebruikers. Om deze reden stelt de VVD-fractie voor dat het college met een integrale visie op het cannabisbeleid komt. Dit komt naar voren in een jaarlijks te presenteren cannabisnotitie aan de gemeenteraad met daarin een verslag, evaluatie en verbeterpunten van het gevoerde beleid op het gebied van de productie, verkoop en gebruikers van cannabis. Fundamenten softdrugsbeleid De fundamenten van het huidige softdrugsbeleid zijn tot stand gekomen in de periode 1965-1976. Deze periode staat bekend om veranderde inzichten op het gebied van onder andere prostitutie, abortus en drugs. Een belangrijke bron van inspiratie voor het drugsbeleid dat toen werd uitgezet is een rapport uit 1971 van een werkgroep van de Stichting Algemeen Centraal Bureau voor de Geestelijke Volksgezondheid. De werkgroepleden waren van mening dat “cannabisproducten de gebruiker niet dwingen tot voortzetting van het gebruik, tot vergroting van de dosis of tot het overgaan op het gebruik van andere zwaardere middelen.”4 Vandaag de dag kan men bij deze constatering vraagtekens zetten. Het vermoeden bestaat dat vanwege de toename van de stof tetrahydrocannabinol (THC) in cannabis het aantal cliënten met cannabisproblemen in de ambulante verslavingszorg is toegenomen. In de periode 1994-2004 ging het om een verdrievoudiging.5 Verder
1
www.trimbos.nl Frank Bovenkerk en Willemien Hogewind, Hennepteelt in Nederland: het probleem van de criminaliteit en haar bestrijding, Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen, Utrecht, 2002, p. 11 3 Intraval, Preventieve doorlichting canabissector c.a., Groningen, 2004, p. 58 4 Stichting Algemeen Centraal Bureau voor de Geestelijke Volksgezondheid, Ruimte in het softdrugsbeleid, Den Haag, 1971, p. 25 5 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, 2005, p. 44 2
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
6
is het gebruik van cannabis op (zeer) jonge leeftijd vaak een opmaat naar toekomstig harddruggebruik.6 Ook de afkomst en achtergrond van de cannabisgebruiker is de afgelopen 35 jaar sterk veranderd. In de jaren zeventig maakten jongeren van goede sociale afkomst en met een goede opleiding gebruik van cannabis. Het ging om een kleine besloten jongerensubcultuur, die zo nu en dan deze drug gebruikte. Vandaag komt cannabisgebruik bij jongeren van alle opleidingsniveaus voor. Opvallend is wel dat het percentage jongeren dat drie joints of meer per keer rookt beduidend hoger is op het VMBO dan op het VWO. (30 versus 8 procent). Onder kwetsbare groepen komt softdrugsgebruik ook vaker voor. 52 procent van de dak- en thuislozen is een actuele cannabisgebruiker. Er zijn signalen dat het cannabisgebruik veel voorkomt onder psychiatrische patiënten. Voornamelijk bij patiënten die lijden aan schizofrenie of borderline persoonlijkheidsstoornissen. 7 Bij herziening van de Opiumwet in 1976 besloten regering en parlement bij drugs een scheiding van markten aan te brengen. Het toenmalig kabinet Den Uyl stelde voor een onderscheid te maken tussen drugs met een onaanvaardbaar en een aanvaardbaar risico voor de gezondheid. Onder de categorie onaanvaardbaar vielen onder andere LSD, cocaïne en heroïne. Cannabis maakte deel uit van de drugs met een aanvaardbaar risico. Dit onderscheid wordt vandaag de dag nog steeds in stand gehouden. De VVD vindt dit terecht, want hoewel de gevolgen voor de gezondheid van softdrugs vaak worden onderschat –in sommige gevallen zelfs gebagatelliseerd- , staan deze gevolgen niet in dezelfde verhouding tot de verwoestende werking van harddrugs(verslaving). Productie en handel cannabis In de eerste helft van de jaren zeventig stonden beleidsmakers en politici niet stil bij de productie en handel van cannabis. De werkgroep over het softdrugsbeleid uit 1971 bekeek de productie en handel van cannabis door een roze bril door te schrijven: “Ook al doordat het gebruik vaak in groepjes plaats vindt, komt de gebruiker die wat cannabis voor zichzelf koopt er gauw toe, tevens een hoeveelheid voor vrienden te kopen. Het winstoogmerk ontbreekt, dus van “handel” is hier geen sprake. Georganiseerde drugshandel komt in Nederland niet voor en het zal in de Nederlandse verhoudingen voor niet velen gegeven zijn om door handel in cannabis rijk te worden.” Vanwege de opkomst van de nederwiet is het uitgangspunt omtrent de productie van cannabis van de werkgroep over het softdrugsbeleid uit 1971 naïef te noemen. Sinds de jaren negentig heeft Den Haag te maken gekregen met hennepkwekerijen in woonhuizen. Deze kwekerijen zijn 6
W. van den Brink in Justitiële Verkenningen jaargang 32, nr. 1 2006, Hoe schadelijk zijn softdrugs, Den Haag, p. 75 7 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, p. 33
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
7
gevaarlijk en zorgen voor verloedering van buurten en wijken. In 2004 zijn in Den Haag alleen al 346 hennepkwekerijen ontmanteld. Onbekend is hoeveel hennepkwekerijen in woonhuizen in Den Haag gevestigd zijn. Coffeeshops
19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05
Vanaf de herziening van de Opiumwet tot de dag van vandaag bestaat de merkwaardige situatie dat de overheid de productie, handel en verkoop van cannabis wettelijk verbiedt, terwijl de verkoop gedoogd wordt. In 1976 ging men nog niet uit van verkoop van cannabis in coffeeshops. De eerste coffeeshops verschenen in het straatbeeld in 1980. Het aantal nam exponentieel toe in de jaren tachtig. Om de straathandel in cannabis in te dammen en beter grip te krijgen op de verkoop van cannabis besloot de overheid om de verkoop van cannabis door coffeeshops toe te staan. Het verkoopbeleid van cannabis door coffeeshops is daarentegen de afgelopen jaren aangescherpt. De toegestane handelsvoorraad van coffeeshops is vastgelegd op 500 gram, coffeeshops mogen niet adverteren, de leeftijdsgrens is duidelijk gesteld op 18 jaar en de toegestane hoeveelheid die verkocht mag worden is verlaagd van 30 naar 5 gram. Deze criteria zijn beter bekend als de AHOJ-G80 criteria. De gemeente Den Haag heeft vanaf 70 1997 ook gemeentelijke criteria voor vestiging 60 van coffeeshops vastgelegd. Het gaat hierbij onder andere om de afstandsgrens tussen 50 Aantal scholen voor voortgezet onderwijs en 40 coffeeshops coffeeshops. Deze moet minimaal 500 meter in Den Haag 30 zijn. Verder heeft de gemeente Den Haag een 20 minimaal afstandscriterium van 250 meter 10 tussen gedoogde coffeeshops in de lokale 0 regelgeving opgenomen. Dit beleid heeft ertoe geleid dat het aantal coffeeshops in de periode 1999-2005 is gedaald van 70 naar 40. Experiment gereguleerde wietteelt De VVD is voorstander van een proefproject voor streng gereguleerde teelt van wiet, maar de discussie hierover hoort vanwege de internationale dimensie in het parlement thuis en niet in de gemeenteraad. Door wiet onder streng toezicht te laten telen kan de overheid producteisen stellen, zoals een lager THC-gehalte en voorkomen dat de teelt in criminele handen terecht komt. Daarnaast kunnen bij de cannabisproductie voorwaarden worden gesteld op het gebied van (brand)veiligheid en milieu. Aan de andere kant is de VVD zich bewust van de internationaalrechtelijke en internationaalpolitieke moeilijkheden die het experimenteren met wietteelt met zich mee brengt. Daarom is het oplossen of verminderen van deze moeilijkheden de eerste prioriteit alvorens over te gaan tot het experimenteren met legale wietteelt.
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
8
2. Cannabisproductie Onschuldig imago Sommige media en websites wekken de indruk dat het kweken van hennep in huis een ongevaarlijke bezigheid is. Het weekblad Nieuwe Revu leverde vorig jaar bij één van haar uitgaven een uitgebreide handleiding voor het opzetten van een hennepkwekerij en een doosje met hennepzaadjes. Op de “High Life” hennepbeurs kunnen geïnteresseerden zich uitgebreid laten informeren. In 2002 was tijdens een tentoonstelling over “het land van oranje” in Madurodam een minihennepkwekerij te zien. Dit ter illustratie van het Nederlandse softdrugsbeleid. Ook deze minihennepkwekerij werd ontruimd, maar de makers van de minikwekerij bevestigden het onschuldige imago van de hennepteelt. Growshops –winkels of groothandels in producten die benodigd zijn voor de cannabisteelt- staan kwekers met raad en daad bij. Daarnaast zijn op internet handleidingen, video’s, tips en trucs ruimschoots beschikbaar. Voor de VVD zijn vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers een kostbaar goed. Aan de andere kant is het zaak dat het kweken van hennep zo snel mogelijk zijn onschuldige imago verliest. De VVD wil daarom een betere informatievoorziening om de Hagenaars te wijzen op de gevaren en (financiële) risico’s van het telen van wiet. Informatievoorziening verbeteren De VVD doet de volgende voorstellen voor een verbeterde informatievoorziening: Huis-aan-huisfolder • Net zoals in Utrecht en Rotterdam start de gemeente Den Haag dit jaar in samenwerking met politie, openbaar ministerie, woningcorporaties en energiebedrijven een campagne met de boodschap dat het kweken van hennep verboden is en dat het openbaar ministerie thuistelers juridisch zal vervolgen. Door middel van een huis-aan-huisfolder wijzen gemeente en andere instituties op de gevaren van thuiskwekerijen. Daarnaast adviseert de folder om bij overlast van een nabijgelegen hennepkwekerij of bij een vermoeden hiervan contact op te nemen met de meldlijn ‘meld misdaad anoniem’. Een goed geoliede voorlichtingscampagne zorgt voor een toename van het aantal meldingen van hennepkwekerijen. Daarnaast zijn potentiële henneptelers gewaarschuwd: zij zullen zich minder gemakkelijk laten verleiden voor de aanleg van een hennepplantage. Tenslotte zorgt de campagne dat ontruimde telers minder snel weer in de fout gaan. Woningcorporatie Vestia is deze maand begonnen met een voorlichtingsfolder voor bewoners van Den Haag zuidoost. Een eerste stap, maar de VVD wil dat alle Hagenaars over dit onderwerp goed geïnformeerd worden. Particuliere verhuurders • Hennepkwekerijen zijn niet alleen te vinden in corporatiewoningen. Regelmatig raken particuliere verhuurders geconfronteerd met huurders, die hun woonruimte gebruiken voor hennepkweek. In sommige gevallen bestaat het vermoeden dat criminele bendes de woonruimte op naam van iemand anders afhuren. De huis-aan-huisfolder Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
9
kan ook (kleine) particuliere woningverhuurders attenderen op de mogelijkheid dat huurders de woningruimte oneigenlijk gebruiken voor bijvoorbeeld hennepteelt en dat men hiervoor waakzaam is. Posters als waarschuwende functie • Posters op de ramen, waar een hennepkwekerij ontmanteld is maken aan iedereen duidelijk dat politie, justitie, gemeente en andere instanties werk maken van het ontmantelen van hennepkwekerijen. Dit heeft een belangrijke voorlichtende en waarschuwende functie. Thuisteelt Het kweken van hennep is een lucratieve handel. Een relatief kleine kwekerij bestaande uit 225 hennepplanten kan naar schatting 35.000 euro per jaar opbrengen.8 Helaas komen veel mensen in de verleiding voor deze gevaarlijke bezigheid. Bij de aanleg van hennepkwekerijen maken kwekers zonder blikken of blozen gaten in plafonds en muren voor de aanleg van apparatuur.9 Hierdoor beschadigen de kwekers niet alleen de plafonds en muren, maar bestaat er ook een verhoogd instortingsgevaar. Een gemiddelde thuiskwekerij met ongeveer 200 planten en 20 lampen heeft een permanent stroomverbruik van 10.000 watt nodig. De electriciteitsinstallatie in een gemiddeld woonhuis kan maximaal 3700 watt leveren.10 Om een verhoogd stroomverbruik mogelijk te maken, tappen cannabisproducenten vaak illegaal stroom af. Deze technieken leggen de kwekers vaak amateuristisch aan. Het illegaal aftappen van electriciteit door hennepkwekerijen leidt tot een strop van naar schatting 100 miljoen euro op jaarbasis.11 Deze rekening moeten alle stroomgebruikers uiteindelijk via een hogere energierekening opbrengen. Daarnaast brengen de provisorisch aangebrachte aftapconstructies een verhoogd brandgevaar en gevaar voor electrocutie met zich mee. Brand kan ontstaan door kortsluiting of oververhitting van de assimilatielamp. Hennepkwekerijen in woonhuizen zijn een gevaar voor de buurt. Een brand in een hennepkwekerij kan namelijk leiden tot schade in het betreffende woonhuis, maar ook voor (onherstelbare) brandschade in de naast- of nabijgelegen panden. De verzekeringsbranche keert geen vergoeding uit aan henneptelers bij schade aan het pand, maar wel aan de buren. De vergoedingen die de verzekeringsbranche jaarlijks moet uitkeren vanwege schade door hennepkwekerijen wordt geschat op vele tientallen miljoenen euro’s per jaar.12
8
Aedes Magazine: vaktijdschrift voor woningcorporaties, Vier vragen over bestrijden hennepteelt, oktober 2004, p. 21 9 NRC Handelsblad, Hennep is een hobby, 5 februari 2005 10 H.J. ter Meulen in WR: tijdschrift voor huurrecht, Hennepkweek, november 2004, p. 310 11 Binnenlands Bestuur, Draagvlak voor gedogen hennepteelt groeit, oktober 2004, p. 14, 15 12 Binnenlands Bestuur, Idem, oktober 2004, p. 14, 15
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
10
Ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen in dichtbevolkt gebied is niet zonder risico. Vanwege de hoge vochtigheidsgraad, die de kweek van hennepplanten met zich meebrengt, leidt dit tot schimmelvorming en in het ergste geval legionella. 13 De hennepteelt heeft volgens het rapport van het Willem Pompe Instituut Hennepteelt in Nederland in straten in sommige kwetsbare wijken geleid tot een intimidatieklimaat. Met bedreigingen dwingen criminelen buurtbewoners om als katvanger te functioneren. Katvangers ontvangen een vergoeding voor het ter beschikking stellen van de kweekruimte, maar draaien voor alle gevolgen op als de hennepkwekerij op een dag door politie en reinigingsdienst ontruimd wordt. Vooral mensen met financiële problemen zijn hier het slachtoffer van. 14 De VVD maakt zich zorgen om de gevaren die hennepkwekerijen in woonhuizen met zich mee brengen en de verloedering van de buurten die hierdoor ontstaan. Het beleid ter voorkoming en bestrijding van hennepteelt dient geïntensiveerd te worden. De VVD ziet hiervoor de volgende mogelijkheden: Uitbreiden convenantpartners • In het laatste kwartaal van 2005 heeft de gemeente Den Haag een convenant opgesteld met het openbaar ministerie, de politie, woningcorporaties, Eneco, UWV en de belastingdienst voor de integrale aanpak van de hennepteelt. De VVD is hierover tevreden, maar de volgende stap is het uitbreiden van het aantal instanties en partners die dit convenant onderschrijven. Zoals de particuliere verhuurders die op de Haagse woningmarkt actief zijn. Wanneer particuliere verhuurders het convenant ondertekenen zal dit er toe leiden dat in nieuwe huurcontracten een beding wordt opgenomen waarin staat dat de aanleg van een hennepkwekerij een reden is tot ontbinding van het huurcontract. Verschuiven politie-inzet • Het ontruimen van hennepkwekerijen in woonhuizen vergt veel inzet van politie en justitie. De VVD vindt dit zonde. Het is daarom van belang dat politie en justitie hun aandacht meer verschuiven naar de opsporing van de achterliggende criminele netwerken. Dit mag echter niet ten koste gaan van het aantal ontruimingen van hennepplantages. De ervaringen met de “henneptrein” in Laak zijn een voorbeeld voor het zo efficiënt en effectief mogelijk opereren van de politie bij deze werkzaamheden.15 Daarnaast wil de VVD laten onderzoeken of het mogelijk is om personeel binnen de gemeentelijke reinigingsdienst op te leiden en voor deze werkzaamheden in te zetten. Hierdoor wordt de capaciteit voor de ontruiming van hennepkwekerijen uitgebreid en kan de politie ontlast worden. Het opleiden van gemeentelijk personeel mag echter niet ten koste gaan van de particuliere bedrijven, die momenteel betrokken zijn bij het ontmantelen van hennepkwekerijen.
13
Zie bijvoorbeeld ook de schriftelijke vragen die de VVD-fractie over dit onderwerp op 23 december 2004 over dit onderwerp stelde. RIS: 124982 14 Frank Bovenkerk en Willemien Hogewind, Hennepteelt in Nederland: het probleem van de criminaliteit en haar bestrijding, Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen, Utrecht, 2002, p. 123-125 15 Brief college van B&W aan de gemeenteraad, Aanpak hennepteelt, 29 maart 2005, RIS, 126361
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
11
Hennepkwekerij altijd ontmantelen en pand verzegelen • De VVD vindt dat politie en justitie in alle gevallen van bedrijfsmatige hennepteelt in woonhuizen moet ingrijpen. Er is sprake van bedrijfsmatige teelt wanneer de teler krachtige lampen gebruikt die op tijdsklokken werken, een centraal bevloeiingssysteem is aangelegd, de ruimtes afgeschermd en geïsoleerd zijn, ventilatoren zorgen voor het afzuigen van stank, de verwarming door een thermostaat wordt gestuurd, de groeibodem uit steenwol bestaat, ‘signaleringsvellen’ zijn opgehangen voor plantenziekten te herkennen, enzovoort.16 De VVD is van mening dat de gemeente het betreffende pand moet verzegelen nadat een hennepkwekerij is ontruimd. Daarmee moet de gemeente dezelfde procedure volgen als in het geval van overbewoning. Beter gebruik spoedeisende bestuursdwang • De VVD wil op het gebied van het ontruimen van hennepkwekerijen ook meer gebruik maken van spoedeisende bestuursdwang. Spoedeisende bestuursdwang maakt het mogelijk om de kosten die gemeente, politie en energiebedrijven hebben betaald voor het ruimen van de hennepplantage op de teler te verhalen. Ook de gemeente Den Haag zal van dit bestuurlijke instrument gebruik moeten maken. Op deze manier kunnen de verschillende betrokken partijen alle kosten op de hennepteler verhalen, waardoor de kans op recidive voor voormalige telers of het aanlonkend perspectief voor woekerwinsten voor potentiële telers zo klein mogelijk wordt. Minimum streefcijfer vastleggen • De VVD dringt er bij het college van B&W op aan ieder jaar een minimum streefcijfer van het aantal hennepkwekerijen dat in Haagse woonhuizen geruimd zal worden vast te leggen. Dit kan in de eerder genoemde jaarlijks te verschijnen cannabisnotitie. Gestandaardiseerde pandenlijst • Op 29 maart 2005 heeft de burgemeester de gemeenteraad geïnformeerd over de invoering van een gestandaardiseerde pandenlijst per stadsdeel. Met deze lijst volgen politie, gemeente en woningcorporaties de ontwikkelingen in het pand, waar in het verleden een hennepplantage is ontruimd, overbewoning dan wel andere onrechtmatigheden hebben plaatsgevonden. Dit ter voorkoming dat de voormalige hennepkweker in de toekomst misschien weer voor de verleiding van het kweken bezwijkt en de behaalde resultaten te niet worden gedaan.17 De VVD onderschrijft het belang van de gestandaardiseerde pandenlijst per stadsdeel. Betere nazorg
16
Frank Bovenkerk en Willemien Hogewind, idem, Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen, Utrecht, 2002, p. 34 17 Brief college van B&W aan de gemeenteraad, Aanpak hennepteelt, 29 maart 2005, RIS, 126361
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
12
•
Volgens de VVD is nog winst te behalen op het gebied van nazorg ter voorkoming van recidive bij de voormalig hennepteler. Dit is mogelijk door te werken aan een goede dossieropbouw en een persoonsgerichte aanpak. Verder wil de VVD dat de gemeente onderzoekt of in bepaalde gevallen schuldsaneringstrajecten in gang kunnen worden gezet. Ook moet bekeken worden of een (deels) voorwaardelijke (vrijheids)straf met bijzondere voorwaarden aangewezen kan zijn. Onder bijzondere voorwaarden vallen bijvoorbeeld deelname aan arbeidstoeleiding, vaardigheidstraining en/of budgetteringscursus, in combinatie met een vorm van toezicht door de reclassering.
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
13
3. Growshops Definitie growshops Growshops zijn detailhandelaren of groothandelaren in producten die benodigd zijn voor de cannabisteelt. De verkochte producten op zich zijn vaak ook bijvoorbeeld in tuincentra te koop, maar de geclusterde manier waarop deze producten worden aangeboden, de gerichtheid op de teelt van cannabis en de wijze waarop de laatst genoemde winkels hun waren adverteren, geven de growshops een speciale positie.18 Growshops als motor van thuisteelt Volgens de brief aan de Tweede Kamer van minister Donner over de doorlichting van de cannabissector fungeren growshops “(...) als motor en stimulator van de cannabisbranche, in het bijzonder met betrekking tot de teelt van nederwiet. Er zijn aanwijzingen dat growshops een faciliterende rol vervullen ten aanzien van de teelt van cannabis op een wijze die zowel legaal als illegaal is. Niet alleen door levering van kweekbenodigdheden faciliteren zij de hennepteelt, maar ook worden kant-en-klare thuiskwekerijen geleverd en geplaatst; voorts leveren zij niet alleen zaden, maar ook stekjes. Tenslotte zijn er signalen dat growshops mogelijk een rol spelen in het financieren van kweekbenodigdheden en vervolgens het weer opkopen van de opbrengst.”19 In het onderzoek Preventieve doorlichting van de cannabissector concluderen de onderzoekers dat: “met name de achterdeur van de coffeeshops en de rol van de growshops in de cannabisbranche bij de teelt van hennep een belangrijk risico vormen voor (georganiseerde) criminaliteit.”20 Misinformatie Sommige growshops in Den Haag prijzen hun waren op websites aan. Vele winkels gaan voorbij aan het feit dat het kweken van meer dan vijf planten verboden is. De betreffende websites suggereren dat de aangeprezen bestrijdingsmiddelen risicoloos gebruikt kunnen worden, terwijl hoge concentraties in dichtbebouwd stedelijk gebied wel degelijk gevaarlijk voor de volksgezondheid kunnen zijn. De growshops gaan ook voorbij aan de overlast en gevaren bij wietteelt in woonhuizen, zoals stankoverlast, houtrot, lekkages, de kans op legionella en instortingsgevaar. 21 Aanpak growshops De landelijke wetgever heeft ter beperking van de stimulerende werking van growshops op wietteelt een aantal bestuurlijke instrumenten in handen van de lokale overheid gegeven. De gemeente kan voorwaarden voor growshops in het bestemmingsplan, de Leefmilieuverordening of de Algemene Plaatselijke Verordening opnemen. Daarnaast biedt de landelijke wetgever de mogelijkheid een vergunningstelsel voor growshops in te voeren, waardoor deze sector beter gereguleerd kan worden. Vergunningstelsel • Het college heeft bij beantwoording van schriftelijke vragen van de VVD laten weten dat een vergunningenstelsel onderwerp van gesprek is in de lokale driehoek en de raad hierover in het 18
Programma Preventie georganiseerde criminaliteit, Zicht op de cannabissector, pilotstudie naar de bedrijfsvoering en kwetsbaarheden van coffeeshops, growshops en smartshops in de gemeente Utrecht en de onderzoeksmogelijkheden in deze branches, Den Haag, 2002, p. 5, 6 19 Ministerie van Justitie, Doorlichting cannabissector, 5 juli 2005, p. 3 20 Intraval, idem, Groningen, 2004, p. 122 21 Zie bijvoorbeeld ook de schriftelijke vragen die de VVD-fractie over dit onderwerp op 23 december 2004 over dit onderwerp stelde. RIS: 124982
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
14
derde kwartaal van dit jaar te informeren.22 De VVD is benieuwd naar de overwegingen van het college om wel of geen vergunningstelsel voor growshops in te voeren. Grootschalige controle Op 16 mei jl. heeft de Rotterdamse politie een grootscheepse controle van de Rotterdamse growshops georganiseerd. De politie hield in de regio Rijnmond die dag 34 mensen aan op verdenking van overtreding van de Opiumwet. Bij 17 van de bezochte growshops trof de politie in totaal ruim 60 kilo oogst van hennepplanten aan met een straatwaarde van 180.000 euro. Zes winkels worden verdacht van het illegaal aftappen van gas en stroom. De politie constateerde bij een growshop een hennepkwekerij. Ook vond de politie een soort fabriek die schakelkasten maakte om stroom af te tappen.23 Naar aanleiding van de grootscheepse controle heeft de gemeente Rotterdam op 20 juli tien growshops gesloten. Vanwege de signalen dat growshops mogelijk betrokken zijn bij het stimuleren van hennepteelt in woonhuizen wil de VVD dat politie, justitie en gemeente Haagse growshops beter controleert en handhaaft. Betere controle growshops • De VVD wil dat op voortouw van de gemeente net zoals in Rotterdam een grootschalige onaangekondigde controle in Den Haag plaatsvindt. Deze controle vindt plaats onder leiding van de politie met ondersteuning van justitie, uitkeringsinstantie UWV, fiscus en milieudienst. Maximaal gebruik van strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen • De VVD vindt dat optimaal gebruik gemaakt moet worden van de strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen indien blijkt dat growshops thuisteelt stimuleren. Een direct gevolg hiervan is het (tijdelijk) sluiten van de betreffende growshops. .
22
Zie bijvoorbeeld ook de schriftelijke vragen die de VVD-fractie over dit onderwerp op 19 mei 2006 over dit onderwerp stelde. RIS: 138025 23 Trouw, Arrestaties bij growshops in Rijnmond, 17 mei 2006, p. 6-7
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
15
4. Coffeeshops Vermindering straathandel Coffeeshops zijn niet meer uit het Nederlandse drugsbeleid weg te denken. De legale en volgens de lokale en landelijke regels functionerende softdrugsverkooppunten houden de gewenste scheiding tussen soft- en harddrugs in stand. De coffeeshops halen de wind uit de zeilen van de straathandel in drugs en kunnen voorkomen dat minderjarigen in het bezit komen van cannabis. Infiltratie criminaliteit De andere kant van de medaille is de toenemende overlast van aan- en afrijdende auto’s en scooters bij coffeeshops.24 Daarnaast zijn de coffeeshops gevoelig voor infiltratie van criminelen, die shops gebruiken als verlengstuk voor hun malafide activiteiten. In het onderzoek “Preventieve doorlichting cannabissector” komt naar voren dat van de Amsterdamse coffeeshophouders 7 procent is veroordeeld voor misdrijven op het gebied van wapens en munitie, 14 procent voor (ernstige) geweldpleging en 24 procent voor vermogensdelicten.25 Het kan niet gezegd worden dat de Haagse coffeeshophouders eenzelfde crimineel verleden hebben als hun Amsterdamse collega’s, maar de cijfers uit het onderzoek van Intraval tonen wel de kwetsbaarheid voor infiltratie van criminelen in deze branche aan. Betere opsporing illegale (soft)drugsverkooppunten • De VVD constateert dat de verscherpte regelgeving voor coffeeshops de afgelopen jaren heeft geleid tot meer duidelijkheid, beperking van overlast van coffeeshops en een minder groot risico dat minderjarigen in het bezit komen van softdrugs. De keerzijde is een toename van illegale softdrugsverkooppunten. Aangezien deze illegale verkooppunten zich niets aantrekken van het verbod van cannabisverkoop aan minderjarigen, de scheiding tussen verkoop van alcohol en cannabis en de scheiding tussen hard- en softdrugs moet de politie meer werk maken van de opsporing van illegale verkooppunten. BIBOB-toets voor lopende vergunningen • De Wet BIBOB biedt gemeenten de mogelijkheid een aanvraag voor een vergunning te weigeren of een vergunning in te trekken wanneer ten aanzien van de aanvrager of
24 25
Brief burgemeester Deetman betreffende Coffeeshopmonitor, 2 december 2005, p. 2. RIS: 133491 Intraval, idem, Groningen, 2004, p. 101
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
16
vergunninghouder een redelijk vermoeden bestaat dat er criminele feiten zijn of zullen worden gepleegd. 26 Momenteel maakt de gemeente alleen gebruik van de wet BIBOB bij vergunningverlening voor een coffeeshop. De VVD vindt dat gezien de kwetsbaarheid van de coffeeshopbranche het noodzakelijk is om ook de lopende vergunningen kritisch op integriteit tegen het licht te houden. Loslaten grachtengordelcriterium • Voor de VVD is het de vraag of het volgens lokale regels vastgelegde criterium dat nieuwe coffeeshops niet buiten de binnenstad (grachtengordel) gevestigd mogen zijn, gehanteerd moet blijven. Indien bij een aanvraag voor een nieuwe coffeeshop de toekomstige overlast van aan- en afrijdende auto’s en rondhangende (minderjarige) jeugd verminderd kan worden door de betreffende coffeeshop aan de rand van de stad of op een industrie- of bedrijventerrein te plaatsen moet dit niet uitgesloten worden. Uitsterfbeleid naar 25 coffeeshops • De VVD vindt dat de gemeente moet vasthouden aan het uitsterfbeleid van coffeeshops, waarbij het maximale aantal shops wordt teruggebracht tot 25. Hiermee voldoet de gemeente aan de landelijke richtlijn voor één coffeeshop per 20.000 inwoners. Volgens de VVD is Den Haag is de softdrugssituatie voldoende beheersbaar wanneer de stad 25 coffeeshops telt. Een vermindering van de coffeeshops zorgt voor een vermindering van de overlast en een toename van de leefbaarheid van wijken en buurten.
26
Artikel 3 Wet BIBOB
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
17
5. Voortgezet Onderwijs Negatieve effecten “soft”drugsgebruik Als een paal boven water staat dat het gebruik van cannabis op (zeer) jonge leeftijd schadelijk is voor de gezondheid en dat het andere negatieve effecten heeft. Net zoals sigarettenrook bevat cannabis kankerverwekkende stoffen.27 Bij jongeren in de leeftijdsgroep tot en met 16 jaar komt daar nog bij dat intensief cannabisgebruik kan leiden tot verminderde schoolprestaties en een geringer opleidingsniveau.28 Scholieren die cannabis gebruiken vertonen volgens de Nationale drugmonitor 2005 vaker agressief en delinquent gedrag en hebben vaker schoolproblemen dan leeftijdsgenoten die niet blowen.29 Tenslotte kan het gebruik van cannabis op (zeer) jonge leeftijd een opmaat zijn voor toekomstig harddruggebruik. Het Trimbos-instituut constateert een toenemend gebruik van verschillende drugs tegelijk. De combinatie van het gebruik van alcohol en cannabis of blowen en het slikken van pillen leidt tot grotere kans op drugsverslaving.30 Blowers hebben ook vaker ooit een harddrug gebruikt dan nietblowers.31 Gezien de gevaren van cannabis voor jonge gebruikers is het volledig terecht dat onderzoekers stellen dat alles in het werk moet worden gesteld om het gebruik op (zeer) jonge leeftijd te voorkomen.32 Aantal jonge cannabisgebruikers Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs dat ooit cannabis heeft gebruikt is na een stijging in de jaren negentig de afgelopen jaren stabiel. Één op de vijf Haagse scholieren geeft in een enquête aan ooit cannabis te hebben gebruikt. Dit is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Het recent cannabisgebruik onder leerlingen is stabiel.33 13 procent van de jongens en 8 procent van de meisjes gebruikte de afgelopen maand één of meerdere keren cannabis. 34 Nederland bevindt zich echter wel in de top vijf van de 25 EU-lidstaten met de hoogste percentages jongeren dat ooit of recent cannabis heeft gebruikt. 35 Cannabisverslaving Verontrustend zijn de cijfers over het aantal cliënten dat ingeschreven stond wegens een primair cannabisprobleem, zoals genoemd in de Nationale Drugsmonitor 2005. Het aantal cannabisverslaafden is tussen 1994 en 2004 bijna drie keer zo groot geworden. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder steeg het aantal cliënten van 16 in 1994 naar 41 in 2004. Veertien procent van de cannabisverslaafden is tussen de vijftien en negentien jaar. Het aantal hulpaanvragen vanwege cannabis is het hoogst in Rotterdam, gevolgd door Amsterdam en Den Haag.36 Het vermoeden bestaat 27
W. van den Brink in Justitiële Verkenningen jaargang 32, nr. 1 2006, idem, Den Haag, p. 80 W. van den Brink in Justitiële Verkenningen jaargang 32, nr. 1 2006, idem, Den Haag, p. 79 29 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, p. 37 30 Haagsche Courant, Jeugd gebruikt alles tegelijk, 29 augustus 2006 31 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, p. 37 32 W. van den Brink in Justitiële Verkenningen jaargang 32, nr. 1 2006, idem, Den Haag, p. 85 33 Recent of actueel wil zeggen: één of meerdere keren in de afgelopen maand gebruik te hebben gemaakt van cannabis. 34 Dienst OCW/GGD Den Haag, Epidemiologie en Jeugdgezondheidszorg, Onderzoek genotmiddelengebruik scholieren voortgezet onderwijs, Den Haag 2003, april 2005, p. 35 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, p. 44, 235 36 Trimbos-instituut, Nationale drugmonitor, jaarbericht 2005, Utrecht, p. 39, 40 28
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
18
dat het stijgende aantal cannabisgebruikers in verband staat met de hogere THC-concentratie. In de periode 1999-2004 is het THC-gehalte in cannabis ruim verdubbeld van 9 naar 20 procent. Dit is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak dat blowers vaker te maken hebben met ontwenningsverschijnselen. Actief ontmoedigingsbeleid • De gemeente moet duidelijk zijn in haar afkeuring van softdrugsgebruik. Zeker ten aanzien van softdrugsgebruik bij jongeren. De VVD vindt dat de gemeente alles in het werk moet stellen om gebruik van cannabis bij jongeren te ontmoedigen. Opstellen kort en krachtig convenant • Het ontmoedigingsbeleid begint volgens de VVD met openheid van zaken. Helaas is openheid rondom drugs in en om school nog niet altijd vanzelfsprekend. Gemeenschappelijke afspraken kunnen deze geslotenheid doorbreken. De VVD vindt dat de gemeente het voortouw moet nemen in het opstellen van een kort en duidelijk convenant op het gebied van drugs met daarbij scholen, hulpverlening en politie. In dit convenant kunnen de partijen afspraken maken op het gebied van voorlichting, samenwerking met hulpverlening, sanctionering en het doen van het aangifte bij handel in drugs enz. Een verbeterde samenwerking tussen scholen en hulpverlening zorgt dat scholen problematische gebruikers in een vroeger stadium zullen doorverwijzen naar de hulpverlening, waardoor gemakkelijker hulp geboden kan worden. Aansprekende voorlichting • De VVD beseft dat het onderwijs niet alle maatschappelijke problemen kan oplossen. Als eerste zijn ouders verantwoordelijk voor hun kinderen, maar de school is wel een platform waar alle scholieren in een bepaalde leeftijdsgroep bereikt kunnen worden. Preventieprogramma’s om het roken, alcohol- en drugsgebruik te ontmoedigen en te wijzen op de gevaren moeten vanwege de (soms zeer) jonge leeftijd waarop jongeren beginnen te roken, drinken en/ of blowen al in de brugklassen van het voortgezet onderwijs plaatsvinden. Het geven van voorlichting op scholen is tot nu toe nog te vrijblijvend. Niet alle scholen besteden evenveel aandacht aan de preventie van softdrugsgebruik. Voorlichting die aanspreekt -zoals het lesprogramma “de gezonde school en genotsmiddelen”- kan een mentaliteitsverandering bij jongeren teweeg brengen. Aangezien voor sommige leerlingen een drempel bestaat om (soft)drugshandel op school te melden aan het schoolbestuur kan bij de voorlichting ook duidelijk geattendeerd worden om in deze gevallen gebruik te maken van de meldlijn ’Meld misdaad anoniem’. De VVD adviseert om in het eerdergenoemde convenant tussen de partijen afspraken te maken over voorlichting op de scholen die jongeren aanspreekt en structureel is. Ouders op de hoogte stellen bij cannabisgebruik • Voor de VVD is het van groot belang dat ouders op de hoogte zijn van het gebruik van cannabis of een harddrug door hun zoon of dochter. Ouders van minderjarigen zijn verantwoordelijk voor hun kinderen en moeten daarom de kans krijgen hun verantwoordelijkheid te nemen. De VVD vindt het wenselijk dat in het op te stellen convenant schoolbesturen de afspraak maken de ouders te
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
19
informeren indien een leerling cannabis of een harddrug gebruikt. Brief naar ouders indien minderjarigen bij coffeeshops rondhangen • De gemeente Venlo gaat ouders van minderjarigen die bij coffeeshops rondhangen per brief waarschuwen voor mogelijk gebruik van cannabis door hun zoon of dochter. Door middel van een brief attendeert de burgemeester de ouders op de gevaren van softdrugs voor (jonge) kinderen. Het actieve Venlose ontmoedigingsbeleid staat weliswaar op gespannen voet met de privacyregelgeving, maar het belang dat jongeren hun toekomst niet in rook laten opgaan weegt voor de VVD zwaarder. Het waarschuwen van de ouders van minderjarige kinderen door middel van een brief verdient navolging in de gemeente Den Haag. Rondom scholen blowverbod streng handhaven • Scholen moeten drugsvrij zijn. Blowen op het schoolplein of in het fietsenhok komt deze doelstelling niet tegemoet. Vaak blowen jongeren vlak buiten de schoolmuren. In Den Haag geldt een blowverbod. Vooral in de dichte nabijheid van scholen –in een straal van 250 meter- is het zaak dit blowverbod streng te handhaven. Toezichthouders met verbaliseerbevoegdheid kunnen de politie van deze taak ontlasten en het blowverbod in de nabijheid van scholen voor voortgezet onderwijs handhaven. Handhaven lokale vestigingscriteria • In raadsvoorstel 141 met betrekking tot het coffeeshopbeleid is opgenomen dat een afstandsgrens van minimaal 500 meter ten aanzien van scholen voor voortgezet onderwijs en jeugdcentra gehanteerd moet worden.37 Daarnaast heeft het gemeentelijk beleid het criterium opgenomen dat een bestaande coffeeshop niet dichter dan 250 meter van een andere coffeeshop gevestigd mag zijn. Deze criteria voorkomen dat scholieren tijdens schooltijd gemakkelijk in contact komen met cannabis. Voor de VVD zijn deze criteria ook een manier om concentratie van coffeeshops in wijken en buurten te voorkomen. Het spreekt voor zich dat de gemeente de eigen regels ook daadwerkelijk moet handhaven.38 Zowel voor scholen voor voortgezet onderwijs als voor buitengewone scholen waar leerlingen van 12-18 jaar onderwezen worden.
37
Raadsvoorstel 141, Bijstelling coffeeshopbeleid, 10 juni 1997, RIS: 20089 Zie bijvoorbeeld ook de schriftelijke vragen die de VVD-fractie over dit onderwerp op 7 juni 2006 over dit onderwerp stelde. RIS: 138319
38
Cannabisnotitie, harde feiten over softdrugs
20