1 = Startpunt
12
Dwalen door het land van Pepijn xn van Herstal in het dal van de Pepinusbeek en Vulensbeek Begin- en eindpunt: De wandeling start in Pey-Echt bij het begin van de Dorpstraat, komend vanaf de Houtstraat/ Brugweg, waypoint 190849-343021. Tegenover Dorpsstraat 124 is een plantsoen met ruime parkeergelegenheid. Op het grasveldje staat een oude grenspaal uit het midden van de 15e eeuw. Dit is de periode waarin de hertogen van Gelre en Gulick in deze streek de scepter zwaaiden. Destijds waren er regelmatig twisten over de ligging van de grens en met een degelijke steen werd ze gemarkeerd. Nu is zo´n grenssteen in beton herplaatst, met een knipoog naar het 13 = Station DB verleden Lengte: 14 km Duur: 3,5 uur
7 = Koffie/Café
vervolg pagina’s route tekst
8 = Kapel/Kruis
Route
Echt
9 = Treinstation
Fietsrichting
2 = Parkeerplaats 3 = Groen aandachtspunt 4 = Uitzichtpunt 5 = IVN Home
>
10 = Steile helling (helle
>>
11 = Steile helling (fietsb
>>>
12 = Steile helling (afsta
88
6 = Bijzonder gebouw
14 = Station België (NMBS)
Bereikbaarheid Het startpunt ligt op 2 km van NS-Station Echt. Vlakbij is de bushalte Houtstraat / Brugweg te Pey-Echt. Begaanbaarheid De wandeling voert over verharde en overharde wegen. De delen langs de beken gaan door ruige natuur en natte graslanden. Degelijke kleding en waterdicht schoeisel worden aangeraden, U loopt op eigen risico en u moet rekening houden met het gedrag van grazers, zoals melkvee, Gallowayrunderen en schapen. Honden zijn op deze trajecten niet toegestaan. Inleiding Pepijn van Herstal was een Frankische hofmeier die, naar men zegt, in de 8e eeuw in deze contreien rondzwierf. Of dit daadwerkelijk waar is geweest, weten we niet, maar diverse toponiemen, zoals Pepinusbeek, Pepijnklinieken, Pepinushof en
84
Hof van Herstal, verwijzen wel naar deze historische persoon.
Routebeschrijving We steken deOM drukke Houtstraat / Brugweg over, slaat eerst BSUPPO 3JN#FDLFST ,
rechtsaf en vervolgens linksaf de Wolfsberg in. • Bij de 1e split1BTUPPS4DIJQQFSTTUSBBU 7-8FFSU sing moeten we links aanhouden (Weg langs Vulensbeek). Aan (SBmTDIWPSNHFWFS JMMVTUSBUPS JOGP!LBSUPPOOM
N.N
W.KA WW
de linkerkant bevindt zich een pompstation van de Waterleiding Maatschappij Limburg (WML). Op diverse plaatsen in de omgeving van zo’n station zien we kleine bakstenen pomphuisjes, met grondwaterbuizen die wel tot 60 meter diep in de ondergrond zijn aangebracht om drinkwater op te pompen. • We volgen de asfaltweg tot we na 500 meter voorbij een bocht naar links komt. Hier zien we de Vulensbeek. Deze laaglandbeek valt ’s zomers regelmatig droog en bevat alleen in het winterhalfjaar of bij hevige regenval water. • We kunnen nu aan de linkerkant van de beek over het onverharde onderhoudspad verder lopen. Het Waterschap Roer en Overmaas beheert de oevers natuurvriendelijk, waardoor er groeimogelijkheden zijn
85
RTOO
echter pepinusbeek en vulensbek
voor een gevarieerde kruidachtige begroeiing, voor struweel en houtig gewas. ’s Zomers laat de geelgors hier zijn kenmerkende zang horen, in de vorm van de welbekende ’intro’ van de 5e symfonie van Beethoven (tu-tu-tu-tuuuuu). Vlakbij de woningen van ‘t Hingen gaat het pad naar de rechterkant van de beek. • Bij het oefenterrein van de schutterij verlaten we de beek door rechtsaf te gaan op de asfaltweg. Schutterijen Schutterijen zijn in Limburg een bekend verschijnsel. De bolletjes die moeten worden afgeschoten worden hoog op een rek geplaatst. Op schutterijfeesten strijden de dorpen en buurtschappen onderling om prijzen voor de beste schutter, de mooiste kleding, de best marcherende schutterijen en de beste muziekkorpsen. Vrij snel daarna laten we de bebouwing van Hingen achter en op het kruispunt lopen we rechtdoor. Voor de kruising staat in de rechterberm een bord van fietsroute nr. 9 en even verderop zien we aan de linkerzijde een houten bankje met een informatiebord over het belang van houtwallen bij een boerenbedrijf. We bevinden ons aan de rand van Landgoed Het Leen. Dit oude landgoed bestaat uit een afwisseling van akkers, weilanden, bosjes, houtwallen en houtsingels. De boerderij heeft thans moderne stallen en ligt verscholen achter de houtwallen. Langs de asfaltweg staan aan weerszijden esdoornbomen van ruim 30 jaar oud. Verderop staan jongere eiken. • Na 800 meter steekt u een andere asfaltweg over. Dit is de ingang van Het Marissen. In dit gebied wordt veel gewandeld. Voor de recreanten is er een schuilhut [foto] en er is ook ruime parkeermogelijkheid. • We gaan rechtdoor. We kunnen echter ook na 200 meter linksaf gaan, om een zijsprongetje te maken naar het Kranen-
86
broekerven [foto]. Dit voormalige heideven was begin jaren negentig van de vorige eeuw volledig verland en verdroogd. Het Waterschap Roer en Overmaas heeft het ven toen uitgebaggerd. Sindsdien keert de natuur weer langzaam terug in de vorm van libellen, kikkers, padden, of water- en oevervegetatie. • Nadat u dit uitstapje heeft gemaakt, moet u terug gaan naar het zandpad bij de parkeerplaats. Dit zandpad heeft aan weerszijden greppels en aarden wallen die beplant zijn met houtig gewas. Deze houtwallen zijn al enkele eeuwen oud en al die tijd vrijwel onaangetast gebleven. Ze dienden destijds als veekering wanneer de boeren hun vee over de brede zandwegen naar de woeste gronden brachten om er te grazen. Het Marissen bestaat tegenwoordig uit een kleinschalig patroon van graslandjes, akkers, naaldbos en loofbosjes. Op mooie zomerdagen hebben we kans om hier de levendbarende hagedis zonnend aan te treffen. Ook een fraaie dagvlindersoort - de eikenpage - voelt zich hier thuis. • Nadat we alsmaar rechtdoor zijn gelopen, verlaten we het bosgebied en volgen we het zandpad rechtdoor. We komen nu in een intensief agrarisch gebied met maïsakkers, weilanden en op een aantal plaatsen asperges en prei. Het was in het verleden een nat gebied, behorend bij het Meer van Putbroek. Deze natte gebieden heten in deze streek ’broekgebieden’. • Bij de boerderij nemen we de verharde weg rechtsaf. Aan onze linkerzijde verschijnt een modern melkveebedrijf. Als we even doorlopen
87
echter pepinusbeek en vulensbek
zien we de grote hoge stallen, waarin de koeien automatisch de klok rond kunnen worden gemolken met behulp van een melkrobot. • Na ongeveer 450 meter komen we hier op een kruispunt. We vervolgen onze weg in de richting van de Stal St. Petrushoeve (op de Zandweg). Als we willen uitrusten of trek heeft in een kop koffie, thee, fris of een ijsje kunnen we echter ook 200 meter rechtdoor lopen naar IJsboerderij Pepinushof. Hier wordt ook het geheim onthuld van de ’Weersteen’, die dateert uit 2000 voor Christus [foto]. • Via de route over de (verharde) Zandweg komen we na ruim 400 meter aan bij de Pepinusbeek. Hier gaan we via een klaphekje rechtsaf stroomopwaarts, om langs de slingerende beek te lopen. Het klaphekje moeten we wel weer goed sluiten, want in dit beekdaltraject kan vee lopen, in verband met de noodzakelijke begrazing van de vegetatie. Pepinusbeek De beek is eind 19 eeuw gegraven voor de ontwatering en ontginning van het Echterbroek. Later heeft Dominicus van Ophoven hier een grote rol gespeeld. Hij was een pionier, die in het begin van de vorige eeuw vanaf zijn Boerderij Pepinushof een van de initiatiefnemers was om dit gebied verder te ontwateren en geschikt te maken voor de landbouw. De Pepinusbeek is door het Waterschap Roer en Overmaas in 2003 natuurvriendelijk ingericht [foto]. In een bredere zone is ruimte gemaakt
88
voor een slingerende beekloop, met spontane vegetatieontwikkeling en aangelegde amfibiepoelen. De diversiteit is zo in enkele jaren tijd enorm toegenomen. Waterkers, sterrenkroos en watermunt sieren de beekloop. Het stromende water biedt ook leefgebied voor kleine beekvisjes, zoals het bermpje en de riviergrondel. De mannetjes van de weidebeekjuffer (een libel) fladderen met hun blauwe vleugels als een vlinder [foto]. De vrouwtjes zijn groenachtig van kleur. De vochtige kruidenvegetatie is in korte tijd gekoloniseerd door een van de fraaiste sprinkhanen van ons land, de moerassprinkhaan (foto moerassprinkhaan). De achterpoten van deze opvallende bontgekleurde (zwartgeelgroene) soort hebben aan de onderzijde een felrode kleur. De rietgors en de bosrietzanger hebben het beekdal al als broedvogel ontdekt. Ook de zeldzame boomkikker profiteert van het nieuwe leefgebied, dat zich midden in dit agrarische landschap zal ontwikkelen tot een ecologische verbindingszone, met een mozaïek van grasland, ruigte, struweel en kleine bosjes. We kunnen hier over ongeveer 1 kilometer naar hartelust genieten van echte struinnatuur, totdat we aankomen bij een drukke lokale verkeersweg. Via het klaphekje (denk erom: goed sluiten) gaan we rechtsaf en via het fietspad lopen we tot Restaurant Hof van Herstal en de borden van Stichting Pergamijn (vóór 1 januari 2009 heette deze stichting nog Stichting Pepijn en Paulus). Hier steken we de weg over (wel goed uitkijken!). Rechtdoor komen we bij de ingang van Pergamijn. • We lopen echter voor die ingang naar links, naar de mooie oude kastanjelaan [foto] van de Trappistenabdij Lilbosch. Trappistenabdij Lilbosch Deze abdij is gebouwd in 1883. In het klooster verblijven nog altijd Trappistenmonniken. In stilte leiden zij een leven van inkeer, gebed, geestelij-
89
echter pepinusbeek en vulensbek
ke lezing en handenarbeid, in een broederlijk samenleven. De abdij kan niet bezocht worden, er bestaat wel de mogelijkheid om hier een tijdlang als gast te verblijven. Voor het hoofdgebouw van de Abdij staat een grote propeller ter herinnering aan de vliegtuigen die hier tijdens de Tweede Wereldoorlog neerstortten [foto]. Een bordje verwijst hier naar een kleine kapel, die is ingericht in een oude oorlogsbunker. Via een pad door het bosje bereikt u de ingang van deze bunkerkapel. Na het bezoek aan de kapel loopt u terug naar de asfaltweg en kunnen we uw weg vervolgen. Bij het passeren van de Abdij zien we aan uw linkerzijde dat de oude kloostermuur rijk is begroeid met muurvarens en mossen. In de abdijwinkel [foto} worden producten verkocht afkomstig uit Abdij Lilbosch zelf en uit vele andere Europese kloosters en abdijen. U kunt er terecht voor religieuze voorwerpen, kaarten en boeken, alsmede voor ambachtelijke streekproducten. De abdijwinkel is beperkt geopend: woensdag en donderdag 13.30-16.30 uur, vrijdag en zaterdag 10.00-12.00 uur en 13.00-16.30 uur. Op de eerstvolgende T-splitsing gaat u naar links. Deze asfaltweg gaat over in een zandweg met aan twee zijden esdoornlaanbomen. • We vervolgen deze weg tot we weer bij de natuurlijk ingerichte Pepinusbeek komt [foto]. Als we ons omdraaien hebben we een mooi uitzicht op de gebouwen van de kloosterboerderij. Het jonge ontginningslandschap is goed te zien. Vroeger had zich hier in een voormalige loop van de Maas het Haeselaarsbroek ontwikkeld, maar dat is door de eerste monniken in het begin van de vorige eeuw drooggelegd en in cultuur gebracht. Het gebied ontvangt haar grondwater vanaf het hogere gelegen oude Hoogterras van de Rijn, dat hier het Maasterras raakt. Dit bijzondere geologische relict loopt helemaal door tot aan de stuwwallen van Nijmegen en markeert op veel plaatsen de grens tussen Limburg en Duitsland. • Via een klaphek gaat u naar rechts en loopt u in
90
zuidelijke richting verder door het stroomdal van de beek. De begroeiing wordt door begrazen met Gallowayrunderen en hooien met afvoeren van maaisel verschraald, om de oorspronkelijke vegetatie terug te laten komen. Bepaalde delen van de Pepinusbeek mogen beschaduwd raken, waardoor de verscheidenheid aan leefgebieden voor planten en dieren nog verder toeneemt. Een voor dit deel van Limburg zeer bijzondere plantensoort, de reuzenpaardenstaart, heeft hier een grote groeiplaats ontwikkeld. De verschillende amfibiepoelen [foto] en de beek herbergen al meer dan vijftien soorten libellen, waaronder de houtpantserjuffer. Deze libel legt met haar legboor de eitjes in de bast van overhangende takken, waar ter plaatse een klein galletje ontstaat. Deze libellenlarven vallen na het uitkomen naar beneden in het water en ontwikkelen zich daar verder tot een bijna volwassen libel. In de zomerperiode komen die dan uit het water om van gedaante te verwisselen tot een volwassen libel. Al lopend langs de beek komen we na enige tijd bij een asfaltweg. Verlaat het weiland en ga op deze asfaltweg (Haeselaarsweg) naar rechts. Voor we dit doen kunnen we ook eerst een uitstapje van een paar honderd meter maken naar het brongebied van de Pepinusbeek. Hiervoor gaan we niet naar rechts, maar naar links tot we bij een informatiepaneel komen met allerlei gegevens over het Haeselaarsbroek. In dit ruige broekgebied ontspringt de Pepinusbeek. Verkennen van dit gedeelte is alleen mogelijk in een droge periode of met laarzen, want plaatselijk is het erg nat. Na dit uitstapje keren we terug naar de Haeselaarsweg en lopen over de asfaltweg verder in westelijke richting. In de vegetatie van de greppels kunnen we ’s zomers het gezoem en tjirpen horen van sprinkhanen, zoals de greppelsprinkhaan. Na enige tijd zien we aan de rechterzijde een klein elzenbosje. Hier was vroeger het Bolven (voormalig moerasgebied), maar dit is nu volledig gecultiveerd. Bovendien heeft de aanleg van de gasleiding en het Gaspompstation hier de oorspronkelijke hydrologie verstoord.
91
Aangekomen bij de eerstvolgende verharde weg (de 1e Bolvennerweg) gaan we rechtsaf. • Bij het volgende kruispunt lopen we linksaf bij Fietsrouteknooppunt 09. Na 300 meter bereiken we de Vulensbeek die ook hier vaak droog staat. Bij het bereiken van deze beek gaan we naar rechts door het klaphek. We lopen aan de rechter (oostelijke) zijde van de beek. Deze beek is door Waterschap Roer en Overmaas opnieuw ingericht en mooi ingepast in het landschap, met op een aantal plaatsen poelen die door kwelwater gevoed worden. De Vulensbeek zelf is een echte regenwaterbeek, die daarom in de zomer vaak droogstaat en allen in de herfst en in de winter bij hogere grondwaterstanden watervoerend is. Op gezette tijden zorgt een kudde schapen voor het kort houden van de vegetatie. Op de zeer flauwe oevers vinden we een gevarieerde overgang van droog naar nat. • Na 600 meter verlaten we het terrein weer via een klaphekje bij een bosje aan de rechter zijde. We gaan op het zandpad linksaf en na enkele honderden meters zien we dan een informatiebord van het Waterschap Roer en Overmaas. De wandelroute is aan de linker zijde gemarkeerd door de pomphuisjes van de WML en door grote keien. Paerdsdrink De plas die we vervolgens zien, heet Paerdsdrink. In dit water zijn uitheemse vijverplanten, Amerikaanse zonnebaarzen en goudvissen uitgezet, waardoor de oorspronkelijke natuurwaarden vrijwel volledig verloren zijn gegaan. Jammer! In 2005 heeft het Waterschap Roer en Overmaas de waterteunisbloem [foto] - een uitheemse vijverplant - uit de Paersdrink verwijderd met veel baggerwerk en door middel van een kraan. Kosten van die operatie: maar liefst 35.000 euro! Deze vijverplant woekert dusdanig dat daardoor alle licht en zuurstof uit het water verdwijnt. Er is dan voor andere planten geen leven meer mogelijk. Omdat het onmogelijk was elk stukje plant te verwijderen inspecteert het waterschap nu elk jaar de plas. Bij de bebouwing van de Dorpstraat verdwijnt de Vulensbeek ondergronds in betonnen buizen. Na even doorlopen zijn we hier terug bij het startpunt.
92
93