#PFLKF/BUVVSLSPFHFOUPDIU
15
1 = Startpunt
Begin- en eindpunt: Raadhuisplein, Postcode 6151 CV in Munstergeleen. Waypoint 188250331950. Hier is voldoende parkeergelegenheid. = Koffie/ Lengte: 12 km
7 8
Hoofdkantoor = Kapel/ Waterschap Roer en Overmaas
Route
xn Fietsrichting
2
>
10 = Steil
= Parkeerplaats
3 = Groen aandachtspunt 4 = Uitzichtpunt 5
9 = Treins
Sittard
Geleen
>>
11 = Steil
Munstergeleen >>>
12 = Steil
88 = IVN Home
6 = Bijzonder gebouw 13 = Station DB Sweikhuizen
14 = Station België (NMBS) 112
113
wandelen lands de glane
Duur: 4 uur Bereikbaarheid Op minder dan 150 meter van het Raadhuisplein in Munstergeleen bevindt zich een bushalte. Ook is er een mogelijkheid om halverwege de wandeling in te stappen bij Station Geleen Oost (dit wordt in rode letters aangegeven met *). Begaanbaarheid Afwisselende wandeling met hellingen. De wandeling voert ons door het Geleenbeekdal. We lopen een flink stuk langs de (deels heringerichte) Geleenbeek die in beheer en onderhoud is bij het Waterschap Roer en Overmaas. We blijven niet alleen in de vlakte, maar beklimmen de wand van het Geleenbeekdal en de Maasvallei. Deze wandeling is niet geschikt voor rolstoelen en kinderwagens.
Munstergeleen De eerste naamsvermelding van Munstergeleen is in 1202 als ‘Munster glene’. Tussen 1202 en 1299 komt de plaatsvermelding in verschillende vormen voor (o.a. Mustreglene en Monsterglane). Over de taalkundige herkomst van de plaatsnaam zijn de geleerden het niet helemaal met elkaar eens . Het naamdeel ‘Munster’ wijst op de betekenis klooster (monasterium in het Latijn). Het deel ‘glene’of ‘glane’ heeft twee mogelijke betekenissen. De eerste is ‘beek’ en stamt uit het Germaans. De tweede is ‘glanzend’ en komt uit het Keltisch. Deze laatste betekenis duidt vooral op de helderheid en het doorschijnende van het water. Schoon beekwater, ook een zorg voor het hedendaagse Waterschap Roer en Overmaas. Bij welk groot klooster Munstergeleen toen hoorde of om welke abt het ging is niet helemaal duidelijk. Tot 1982 was Munstergeleen een zelfstandige gemeente. Toen werd het bij Sittard gevoegd. Nu maakt het deel uit van de gemeente Sittard-Geleen.
Routebeschrijving Vanaf de voorkant van het oude gemeentehuis (nu een artsenpraktijk en apotheek) lopen we naar de achterkant van het gebouw over het Raadhuisplein. • We verlaten dit plein door
114
op de achterliggende weg naar links te gaan. We passeren het front van de Chorushoeve (foto, oudste jaartal 1623), een mooie carréboerderij met op de voorgevel het jaartal 1800 en we wandelen rechtdoor de Lintjensweg op, tot bij de brug over de Geleenbeek. Geleenbeek De Geleenbeek ontspringt in het gehucht Benzenrade, een deel van Heerlen. Bij Stevensweert mondt ze uit in de Maas. De Geleenbeek is in beheer en onderhoud bij het Waterschap Roer en Overmaas en is 36 kilometer lang. De omgeving varieert van akkerland tot moerassige beemden. Er zijn open stukken en beboste gebieden. Daarom vinden we rond de Geleenbeek verschillende interessante vormen van leven, zowel wat flora als wat fauna betreft. Op veel plaatsen kunnen we langs deze beek lopen.
Na de brug bij het informatiebord van Landschapspark De Graven nemen we rechts het smalle voetpad voorbij de afsluitboom langs de beek. We wandelen stroomafwaarts, met de Geleenbeek aan onze rechterhand. Waterbeheer In en aan de rand van de Geleenbeek, die op enkele plaatsen ook de naam Keutelbeek (of Cötelbeek) draagt, zijn verschillende objecten te zien die met het beheer van de beek en de beheersing van het water te maken hebben. Zo zien we na een 100-tal meter een meetpunt van het Waterschap Roer en Overmaas in de bedding van de beek. Hier meet het waterschap de hoeveelheid water die de beek afvoert. Na ongeveer 200 meter voegt zich aan de overkant een klein zijstroompje bij de Geleenbeek. Dit water is afkomstig van de Pieterbron. Deze natuurlijke bron wordt gevoed door het grondwater uit het hoger gelegen gebied tussen Puth en Doenrade. De monding in de beek is gekanaliseerd en van een vaste vloer voorzien. Hierdoor wordt de oever niet uitgesleten en blijft het pad langs de beek begaanbaar. We steken de drukke Middenweg voorzichtig over en lo-
115
wandelen lands de glane
pen verder langs de beek tot aan de brug. We gaan hier voor de tweede keer de beek over en wandelen licht bergopwaarts langs het grindpad. Op de weg (Oude Heerlenerweg) slaan we linksaf. We zijn nu in de wijk Leyenbroek. Bij het kruis en de rustbanken wandelen we links de Broekstraat in. Vakwerkboerderijen op de Broekstraat In de Broekstraat vinden we verschillende oude vakwerkboerderijen. Vooral de binnenplaatsen en de schuren hiervan zijn interessant. Daar vinden we oude architectonische elementen, zoals de indeling van het grondplan, de overkappingen, de ingebouwde houten ladders en de steunconstructies die typisch zijn voor de bouw van deze soort vakwerkboerderijen. Halverwege deze helling staat een pomp, die enkele jaren geleden is teruggeplaatst op de plek waar origineel ook een pomp heeft gestaan. De vereniging Sittards Verleden verzorgt excursies, waarbij naast een rondgang door Leyenbroek met deskundige uitleg, ook zulke binnenplaatsen bezocht worden. De bewoners proberen van de Broekstraat een beschermd dorpsgezicht te maken. Al dalend bereiken we de vijver aan de rand van het Stadspark. • We vervolgen onze weg rechtdoor via de Molenweg met de vijver en het park aan onze rechterzijde. Zo komen we weer bij de Geleenbeek. Vlak voor de beek steken we via het zebrapad over. Vanaf deze zijde zijn de waterwerken goed te zien. Vistrap Voor ons zien we een vistrap. Deze is door het Waterschap Roer en Overmaas aangelegd zodat vissen voorbij de molenstuw en het verder stroomafwaarts gelegen waterverdeelwerk kunnen trekken. Deze twee stuwen vormen anders voor de vissen een onoverkomelijke hindernis op zoek naar paaigronden in de bovenloop van de Geleenbeek. Achter deze vistrap zien we een ‘bypass’. De Geleenbeek kan onder normale omstandigheden het water afvoeren via de hoofdstroom langs de achter
116
ons gelegen molen . Maar bij extreme regenval of bij aanvoer van dooiwater kan een wateroverschot via deze bypass worden verwerkt. Het stuk bypass van de hoofdbeek dat hier onder de weg doorgaat, dient tot aan de hoofdtak ook als vistrap. In de beek zijn - buiten de stuw van de bypass - dicht bij elkaar een kleine en drie grotere stuwen. De eerste dient om voldoende water voor het molenrad op te stuwen. De daarachter gelegen stuwen liggen telkens in een andere tak van de beek. Ze hebben de functie het waterpeil te regelen in de hoofdstroom en in de verschillende zijtakken die door het achtergelegen gebied en het park lopen. Ophovenermolen Al genoemd is de watermolen aan de andere kant van de brug. Dit is de Ophovenermolen, van oorsprong een korenmolen. In de loop van de tijd werd het een oliemolen. De geschiedenis van deze molen gaat terug tot 1348 en telde in de loop der eeuwen vele bezitters en pachters. Ook het rad en het mechanisme van de molen veranderden in de loop van de geschiedenis. Oorspronkelijk was dit van hout en had het kleinere maten dan het huidige ijzeren rad. Nu bevinden zich in de molen een restaurant en een expositieruimte . Het mechanisme van de molen wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Naast de Ophovenermolen waren er langs dit stuk Geleenbeek nog twee watermolens. De Danikermolen, die niet meer bestaat, en de Molen Houben, waarvan we resten zullen zien bij de Kapel van Pater Karel aan het einde van de wandeling. Na de vistrap en de bypass bekeken te hebben, steken we voorzichtig de weg over en gaan we nog voor de brug tussen de bypass en de Ophovenermolen het smalle paadje in. • We steken de bypassvia een houten bruggetje over, die hier ook door het Waterschap Roer en Overmaas is voorzien van trapjes voor de vissen. Op het geasfalteerde fiets- / wandelpad slaan we linksaf.
117
wandelen lands de glane
Stadspark Het Stadspark is voor liefhebbers een mooi stukje Sittard. Door het hele park zijn beelden van kunstenaars te vinden. De restanten van het zwembad zijn vaak het decor voor spelen en festiviteiten. In het park komen veel verschillende soorten bomen en struiken voor, waarvan op de website van Sittards Verleden 55 soorten worden beschreven. We negeren een pad naar links, volgen het kronkelend pad door het park en steken de arm van de beek pas bij de volgende gelegenheid over. Als we op de brug stroomafwaarts kijken zien we een kleine dubbele stuw, die het waterpeil in het park regelt. Na de brug wandelen we naar links en volgen nu de beek stroomopwaarts. We negeren een pad naar rechts en volgen de beek verder stroomopwaarts. Voor ons zien we een stenen bouwwerk in de beek. Stenen Sluis Dit bouwwerk wordt de stenen sluis genoemd. Het is echter geen sluis, maar een stuw die de waterstand in de Molenbeek en de Geleenbeek regelde. Ze is rond 1752 gebouwd. De stuw werd niet alleen gebruikt voor het waterpeil van de molen, maar ook voor de verdediging van Sittard. De watervoorziening in de gracht rond de vesting en - in tijd van gevaar - het inunderen van de omgeving (= het onder water zetten als hindernis voor vijanden) waren bij de bouw belangrijke items. Deze verdedigingsfunctie is in de loop van de tijd verloren gegaan. Het bruggetje over de sluis was lange tijd de enige rechtstreekse verbinding tussen Leyenbroek en Ophoven. We passeren de stenen sluis via dit boogbruggetje en staan al snel voor een grote stuw in de Geleenbeek. Het Waterschap Roer en Overmaas kan deze stuw op afstand bedienen en regelt
118
hiermee de waterverdeling tussen de Geleenbeek en de Keutelbeek. Ook deze stuw passeren we via een bruggetje. Het Waterschap Op nog geen 500 meter van deze stuw ligt stroomafwaarts langs de Geleenbeek het hoofdkantoor van het Waterschap Roer en Overmaas. Op de plek waar nu het hoofdkantoor staat, stond voorheen het geboortehuis van Toon Hermans. Het waterschap is vanaf 1937 gevestigd in Sittard en zit sinds 1988 in dit pand. Op de splitsing na de stuw wandelen we naar links. Op de kruising van paden lopen we rechtdoor. Zo komen we weer op de Molenweg aan de voorkant van de Ophovenermolen. • We steken nu de weg over. Ophovenerhof Op dit punt kunnen we in de statige Ophovenerhof pauze houden. Deze boerderij heeft nu een zorgfunctie. Hier werken onder begeleiding mensen met een verstandelijke beperking aan een heel scala van activiteiten. Voor de wandelaars is er een terras. We zetten onze wandeling stroomopwaarts voort met de Geleenbeek aan onze linkerhand. • We doen dit tot aan de brug, waar we eerder de beek overstaken.Bij deze brug slaan we rechtsaf en passeren een kwelgebiedje aan onze linkerkant. Flora en fauna Door de grote afwisseling in soorten leefgebieden (broekland, broekbosjes, akkers, weiden en open parklandschap) zijn er langs de beek verschillende levensvormen. De flora in en vlak bij het water is grofweg in te delen als: - onder water in de stroming (schedefonteinkruid) - in stilstaand of zacht stromende wateren naast de beek (eendekroos, watermunt, waterpest, egelskop) - oeverbegroeiing (groot hoefblad, gewone en grote engelwortel, gele lis, kattenstaart, smeerwortel, reuzenbalsemien, lis-
119
wandelen lands de glane
dodde, zeggesoorten, grote brandnetel, duizendknoop, paarse dovenetel, wilgenroosje, wilg, treurwilg en els) - begroeiing op hoger gelegen delen (weideklokje [foto], akkerklokje, zilverschoon, koninginnekruid, dagkoekoeksbloem, wollige munt, weegbree, rolklaver, berenklauw, distel, bijvoet, paardebloem, populier, verschillende grassoorten). Dit is geen volledige lijst, maar slechts een opsomming van gemakkelijk te vinden soorten. Op de asfaltweg (Avondsterstraat) gaan we naar links. We zijn nu in de buurt ’Beekdal’. We volgen de eerste bocht naar rechts. Waar de weg weer naar rechts buigt, lopen we naar links over het grasveld het voetpad in. We wandelen nu over het voetpad langs de heg. Bij het einde van de heg nemen we het fietspad naar links. Op de Tsplitsing voor de Middenweg slaan we rechtsaf, we lopen over het dubbele fietspad tot aan de brug. Hier gaan we naar links en steken de brug over. Na de brug houden we rechts aan, over de asfaltweg. We passeren een mooi veldkruis, dat half verscholen staat achter een boom. Iets verderop wandelen we over een ongelijke viersprong rechtdoor, over de Geleenderveldweg. • Op de omgekeerde Y-splitsing lopen we rechtdoor langs het spoor tot aan het dierenasiel ’De Reddingsboei’. Voor het gebouw slaan we linksaf en volgen voor de Geleenbeek de weg met de bocht mee naar rechts. Klooster Abshoven Links zien we de resten van het Klooster Abshoven. Deze naam komt in 1253 voor het eerst in de geschriften voor en wordt onafhankelijk van Munstergeleen genoemd. Dit klooster heeft een bewogen geschiedenis. Vooral de periode dat het als internaat voor kinderen heeft gefunctioneerd, is bij veel mensen in en buiten de regio bekend.
De Koekamp Vlak ernaast ligt dicht bij de beek De Koekamp, een statig bouwwerk. Het woord ‘kamp’ heeft hier niets te maken met de betekenis ‘strijd’. Hier heeft kamp de betekenis van ’speciale grond zeer geschikt voor het kweken van gewassen’. De grond werd
120
al in de middeleeuwen voor de teelt van bijzondere gewassen gebruikt. De gewone soorten, zoals granen, werden op de hoger gelegen akkers verbouwd. Vaak is zo’n kamp speciaal omgeven door een lage aarden wal met daarop levende struiken, die in de vorm van een heg het vee moesten weren. Het eerste deel van de naam Koekamp is ontleend aan de vlakbij gelegen brug. Voor ons ligt die brug over het water. Deze brug is in de loop van de tijd steeds aangepast aan het verkeer dat hier de beek passeert. Oorspronkelijk was het dus een brug met een agrarische functie. Al in 1745 wordt deze verbinding tussen Oud Geleen en Daniken vermeld. Deze brug wordt dan in het dialect een ’Koobrök’ genoemd. De Nederlandse vertaling daarvan is dus Koebrug. Dat duidt op de oorspronkelijke hoofdfunctie van deze verbinding. Rioolzuiveringsinstallatie Voordat we de drukke straat oversteken zien we rechts het rioolgemaal. Met dit gemaal pompt het Waterschap Roer en Overmaas afvalwater van huishoudens uit de directe omgeving naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Hoensbroek. In heel Limburg zijn er 18 van zulke rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het uitvoeringsbedrijf van het waterschap (het Waterschapsbedrijf Limburg) beheert de installaties voor het waterschap. We steken de drukke Beekstraat over en wandelen rechtdoor de tegenover liggende Bergstraat in. Deze straat is alleen doodlopend voor auto’s. * Wandelaars, die bij het Station Geleen Oost zijn gestart, kunnen hier rechts onder het spoor door terug naar de voorkant van het station. Tot aan het station is het ongeveer 200 meter lopen langs het spoor. Na huisnummer 31 gaan we links het Kwaadgat in. Voor de beek volgen we het kwaadgat met de bocht mee naar rechts. Aan het einde van het pad op de asfaltweg wandelen we naar rechts tot bij de spoorwegovergang. We steken deze niet over, maar blijven aan deze zijde van het spoor en lopen de doodlopende weg in.
121
wandelen lands de glane
* Wandelaars die vertrekken vanaf Station Geleen Oost, wandelen met de rug naar het station toe naar links. Ze passeren de P & R parkeerplaats en lopen parallel aan de spoorweg de Stationsstraat uit. Op de voorrangsweg gaan ze naar links en dan meteen weer naar links de Danikerstraat in. Na het passeren van de spoorwegovergang nemen ze de doodlopende weg naar rechts en bevinden zich op de hoofdroute. Na twee kleine weilanden gaat het pad naar links tussen twee meidoornhagen door. • Weer bij de Geleenbeek aangekomen wandelen we naar rechts, stroomopwaarts. • We steken het asfaltweggetje bij de brug naast de manege Ten Eysden over en vervolgen onze weg over het voetpad langs de beek. Bij de volgende brug passeren we de Streekboerderij Daniken. Streekboerderij Daniken De Streekboerderij heeft naast een recreatieve en educatieve functie ook een zorgfunctie, waar mensen met een beperking helpen bij het beheer. Dit beheer wordt verzorgd door de Stichting Buitenkans. Vooral kinderen kunnen hier - naast het directe contact dat ze met de dieren hebben - kennismaken met het gebruik van de natuur door de mens. Domesticatie van dieren en het kweken van bijzondere rassen zijn onderdelen daarvan. Er worden regelmatig verschillende activiteiten georganiseerd.
in de beek zich beter kan ontwikkelen. We komen op een asfaltweg. Dit is de Bergstraat onder aan de voet van Sweikhuizen bij de grote Carréboerderij Biezenhof. Carréboerderij De Biezenhof De Biezenhof is een carréboerderij met een heel eigen karakter. De opstelling is wel in een carrévorm, maar niet helemaal gesloten. Aan de beekzijde is het woongedeelte los van de stallen. Deze boerderij had in het verleden bindingen met Aldenbiesen (in Bilzen), het centrum van kerkelijke macht in een groot deel van Belgisch en Nederlands Limburg. Na een grondige restauratie is er ook een café in gevestigd. Hier kunnen de wandelaars even op adem komen. We steken de brug en de weg over en gaan rechts het klaphek door.
Al wandelend passeren we twee vijvers. De eerste is een kweekvijver en de tweede een visvijver. We blijven de Geleenbeek volgen.
Landschapspark De Graven Het gebied aan deze zijde van de Geleenbeek loopt door tot het verder gelegen Sint Jansgeleen. De beek en het terrein is door het Waterschap Roer en Overmaas opnieuw ingericht, in samenwerking met het Landschapspark De Graven. De Geleenbeek krijgt nu weer de kans om een natuurlijke loop te vinden en slingert zich hier door het landschap. Door deze herinrichting van de beek is de ontwikkeling van nieuwe natuur mogelijk en wordt de kans op wateroverlast verminderd. Het Landschapspark De Graven heeft ervoor gezorgd dat het gebied toegankelijk is voor recreanten.
Geleenbeek In de beek zien we een terugslagklep van een afwatering. Deze wordt bij een hoge stand van het water in de beek dichtgedrukt. Zo kan geen water uit de beek in het riool teruglopen. Iets verder zien we grote stenen in de bedding liggen. Deze zijn door het Waterschap Roer en Overmaas in de beek gelegd om het water extra in beweging te brengen, zodat er zuurstof aan wordt toegevoegd. Deze beluchting zorgt er mede voor dat het leven
Tot aan de eerste vijver lopen we langs de beek. Voor deze poel wandelen we naar links over het pad. Voor de heg gaan we met de bocht mee naar rechts. Achter de poel begint het pad te stijgen. Via een draaihekje komen we in een weiland, dat extensief begraasd wordt. We slaan nu linksaf en klimmen via een trappenpaadje omhoog tot aan het volgende draaihekje. Hier verlaten we het weiland en nemen het pad naar links. Op de kruising van paden bij een alleenstaande lindeboom wandelen
122
123
wandelen lands de glane
we naar rechts.We nemen dan het eerst volgende pad naar links via een gat in de heg. Dit pad brengt ons omhoog tot aan de boven gelegen bosrand. We volgen de rand van dit bos naar links en genieten op het bankje van het uitzicht op Sweikhuizen en het dal voor ons. Zuid-Limburgs Landschap We zijn hier aan de rand van de Maasvallei en het Geleenbeekdal. Naar links loopt de Geleenbeek en voor ons zien we het dal van de Maas. Bij helder weer zien we de overkant van de Maasvallei, de Mechelse Heide, de Belgische oever van het dal. Hier is een klein beetje zichtbaar hoe water in staat is grond te verplaatsen. Al de aarde uit het dal is in de loop van meerdere tienduizenden jaren in de richting van de zee getransporteerd. Als we in Zuid Limburg op een plateau staat, kunnen we heel goed zien dat het landschap, net als hier, een rechte horizon heeft. Oorspronkelijk was de hele streek één grote vlakte. Water, ijs en wind hebben dalen en insnijdingen in de bodem gemaakt. Hierdoor is Zuid-Limburg een dalenlandschap geworden. Door de hoogteverschillen, de gesteenten in de bodem en het gebruik door mensen heeft zich een unieke verscheidenheid aan leefgebieden voor planten en dieren ontwikkeld. Op de vlakke gedeelten van de plateaus en de dalen heeft zich akkerbouw ontwikkeld. De glooiende hellingen en de vochtigere delen van de dalen waren zeer geschikt voor veeteelt. De steilere hellingen waren hiervoor niet geschikt. Daarom werden deze gebruikt voor de aanbouw van hout voor verwarming en koken, huizenbouw, afrastering en meubelmakerij. Zo ontstonden de hellingbossen.
Het pad maakt een bocht om het bosje heen en loopt rechtdoor via een draaihekje door een weiland tot aan de tegenoverliggende bosrand. We verlaten dat weiland weer via een draaihekje. Hier zijn we aan de bovenzijde van een groot hellingbos, het Stammenerbos. Op de samenkomst van paden na het hekje, gaan we naar links via een graspad langs het weiland omlaag. Droogdalen We bevinden ons nu in een van de vele ’droogdalen’ in het zuiden van Limburg. Er is geen sloot of beek. Alleen tijdens regenbuien kunnen grote hoeveelheden regenwater naar beneden stromen en zo een tijdelijke beek vormen. Vooral tijdens zomerse onweersbuien kan er op korte tijd een grote hoeveelheid regenwater vallen. Door de komvorm en het soms grote oppervlak van deze droogdalen kan het water tot een smalle krachtige stroom uitgroeien. Deze kleine ’rivier’ kan veel grond wegspoelen en veranderen in een modderstroom. Om water- en modderoverlast voor de lager gelegen bebouwing te voorkomen of te beperken, zijn in dit type dalen door het Waterschap Roer en Overmaas opvangbekkens (regenwaterbuffers) aangelegd. In heel Zuid-Limburg zijn ruim 350 van zulke regenwaterbuffers aangelegd die dus door het Waterschap Roer en Overmaas worden beheerd en onderhouden. Op het asfaltweggetje dalen we links naar beneden. We passeren enkele huizen. Voor het speelpleintje met banken gaan we rechts de trappen omhoog. Op de asfaltweg lopen we even naar rechts en meteen de eerste weg scherp links in, in de richting van de Begraafplaats. We passeren het kerkhof en komen dan op een smal onverhard pad langs de heg. Dit pad volgen we met de bochten mee naar beneden tot op een verharde veldweg. Op deze weg - die door een tweede droogdal omhoog loopt - wandelen we naar rechts. Op de T-splitsing slaan we linksaf. Deze weg wordt even later een holle weg. Holle wegen Door het samenspel van water en het gebruik als weg door de mensen, ontstonden in de steilere hellingen tussen de plateaus en de dalen de ’holle wegen’. In deze holle wegen ontstond er weer een eigen typische begroeiing en dierenwereld. De das is een van de bekendste bewoners van dit leefgebied.
124
125
wandelen lands de glane
We negeren de zijwegen tot op de kruising van wegen en paden voorbij het hoogste punt van deze weg. Hier slaan we af naar links. Zo komen we, met een mooi doorkijkje naar de Maasvallei en Munstergeleen, aan de rand van een volgend hellingbos, het Danikerbos. We houden links aan, volgen de bocht en nemen dan het eerste brede pad rechts het bos in. Grindgaten De Oer-Maas heeft op verschillende plaatsen in Zuid Limburg een pakket zand en kiezel achtergelaten. Daar ontstonden in het verleden kleine zand- en grindwinningen. Het gat aan onze rechterhand is daar een voorbeeld van. Voorbij het oude grindgat wandelen we op het pad rechtdoor en even later gaan we iets links tot aan een duidelijk pad, dat rechts bergafwaarts leidt. We nemen dit pad naar beneden. Voor een uitholling volgen we het pad iets naar rechts. Hier begint een moeilijk zichtbaar geasfalteerd pad. In de bocht verlaten we dit pad en we wandelen rechtdoor tussen het oude en nieuwe bos het smalle zanderige voetpad in. Even later loopt dit pad langs een akker en het gaat een stuk verder over in een holle weg. Op de T-splitsing aan het einde van deze holle weg slaan we linksaf. Rechts van ons is nu de oude steenfabriek Sint Jozef en links achter een aarden wal ligt de kleigroeve, die nu omgevormd wordt tot natuurgebied. Na een twintigtal meters gaan we door een hek aan de rechterkant van de weg. We zijn nu op het terrein van de Plinthos. Na het hek lopen we op een grindpaadje naar links, langs het gebouw van de Plinthos, en komen dan aan de voorzijde bij de hoofdingang, waar we dit terrein weer verlaten. De Plinthos De Plinthos - een Grieks woord voor baksteen- is een gerestaureerde steenfabriek, gebouwd in 1920 onder de naam St. Jozef. Met een ringoven die nog in oorspronkelijke staat is. De stichting Landschapspark De Graven heeft voor de restauratie gezorgd. In de Plinthos is het kantoor van het Centrum voor Natuur en Milieueducatie Westelijke Mijnstreek gehuisvest. De fiets- en autoroute van De Groenmetropool komen langs dit punt. Het oude fabriekster-
126
rein heeft zich kunnen ontwikkelen tot een gevarieerd leefgebied met ruigtes, arme grond, stenen, grasland en poelen. Er komen veel verschillende en zeldzame planten en dieren voor, zoals de bijenorchis en de levendbarende hagedis. Op de asfaltweg gaan we naar rechts. Voorbij het woonwagencentrum Daniken slaan we het smalle pad links in. We volgen dit pad tot aan de brug over de Geleenbeek. We steken deze beek over. Nu wandelen we een stukje in omgekeerde volgorde van de heenweg. Na de brug lopen we rechtdoor door het Kwaadgat, tot bij de spoorlijn. Hier gaan we rechts via de Bergstraat en steken we de Beekstraat over. In de Sint Jorisstraat verlaten we de bekende route. Rioolbeheer Zowel links als rechts van de weg zien we voorzieningen die door het Waterschap Roer en Overmaas worden beheerd. Het gaat hier om het al eerder genoemde rioolgemaal. Aan de kant van de beek is een overstort te zien. In tijden van overmatige aanvoer van het rioolwater en regenwater is dit een nooduitlaat. Het waterschap en de gemeenten zijn druk doende om overstorten vanuit riolering op beken tegen te gaan en te verminderen. We nemen, waar de straat een bocht naar links maakt, het graspad achter de poort en wandelen langs de beek rechtdoor. Flora en fauna Door de gevarieerdheid van het landschap en de begroeiing voelen veel diersoorten zich thuis in en rond de Geleenbeek. De zoogdieren worden onder andere vertegenwoordigd door de waterrat, das, vleermuizen, marter, egel, verschillende soorten muizen en de hermelijn. Het is ook een goed gebied voor water- en zangvogels. Op en rond het water vinden we vooral wilde eenden en talloze kruisingen van deze soort met de witte tamme eenden. Een enkele mandarijneend en af en toe een kuifeend zijn op de plassen naast de beek te vinden. Daarnaast zien we ook verschillende soorten meeuwen, de blauwe reiger, aalscholvers, zwanen en sporadisch een gans. Opvallende vogelsoorten in dit gebied zijn de grote gele kwikstaart en het ijsvogeltje. Er komen diverse soorten libellen voor. De weidebeekjuffer is de meest opvallende langs dit deel van de Geleenbeek. Verschillend algemeen voorkomende dagvlinders (zoals de atalanta, de
127
wandelen lands de glane
grote en kleine vos, de blauwtjes, de dagpauwoog, gehakkelde aurelia en de distelvlinder) zijn op zonnige dagen actief. Schermbloemen trekken veel schijnwespen en vliegen aan. Voor het geoefende oog zijn ook enkele van de meer dan 330 in Nederland voorkomende wilde bijensoorten waar te nemen. In de poelen bij de Geleenbeek vinden we verschillende soorten kikkers, padden en salamanders. Er zwemmen meer dan 20 vissoorten in de Geleenbeek en haar zijbeekjes. Onder andere de voorn, de kopvoorn en het driedoornig stekelbaarsje komen vrij algemeen voor. De beekprik, de rivierdonderpad, het vetje, de paling en de riviergrondel zijn minder algemeen of zelfs zeldzaam. De plantengroei op de vochtige grond rond de Geleenbeek is ideaal voor slakken. Omdat er voldoende kalk in de grond zit, komt hier ook de wijngaardslak in groten getale voor. In de poelen vinden we de poelslak en de posthoornslak. Op de asfaltweg gaan we naar rechts de brug over. We wandelen nu langs de oude molentak van de Geleenbeek en naderen de Kapel van Pater Karel en de restanten van de Molen Houben. Pater Karel Jan Andries Houben, beter bekend onder de kloosternaam Carolus a Sancto Andrea en onder zijn populaire naam Pater Karel, werd geboren in 1821 te Munstergeleen en stierf in 1893 in Dublin. Het grootste deel van zijn leven bracht Pater Karel in het buitenland door. In eerste instantie in België en later in Engeland en Ierland. In de laatste twee landen werd hij gezien als ‘wonderdoener’, omdat hij mensen met lichamelijke of geestelijke pijnen verlichting bracht. In 1988 verklaarde Paus Johannes Paulus II Pater Karel Zalig. Pater Karel is in 2007 Heilig verklaard door Paus Benedictus XVI. Lachend wordt ook wel eens gezegd dat oudere vrijgezellen zich tot Pater Karel kunnen wenden “veur eine gooie en get
128
gauw”. De kapel is een druk bezochte bedeplaats en is dagelijks van 9.00 tot 18.00 uur geopend. Naast deze kapel ligt het geboortehuis van Pater Karel. Dit is op zondag regelmatig geopend voor bezoek. Eventjes verder op de route komen we langs het woonhuis van de familie Houben, waar Pater Karel een deel van zijn jeugd heeft gewoond. Na het verlaten van de kapel steken we de brug over en wandelen linksaf door een mooi stukje Munstergeleen in. Voorbij de witte huizen maakt de weg een bocht naar rechts. We lopen tot op de kruising en slaan daar linksaf. Voor ons zien we nu het oude Gemeentehuis en het marktplein. We hebben hier het einde van de wandeling bereikt. Voor degenen die in Geleen Oost aan de wandeling zijn begonnen, gaat de beschrijving aan het begin van de wandeling verder.
129