Buurt bestuurt Door Hans Hoekman
Een aanpak voor nu en in de toekomst.
Opdrachtgever:
G. van der Heiden Hoofd wijkpolitie district West Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond Auteur: H.J. Hoekman (Hogeschool Wageningen) Opleiding: Veiligheidsmanagement Afstudeerbegeleider: politie: H. Hartman (plv Hoofd wijkpolitie) school: L van der Pols (docent) Titel: Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Datum: mei 2011
Voorwoord: In 2001 startte de politie Rotterdam-Rijnmond met een proces-gerichte inrichting. Daarbij werd de wijkpolitie benoemd als backbone van de organisatie. Om die reorganisatie kracht bij te zetten werden allerlei Loesje-achtige spreuken gebruikt. De meest gebruikte spreuk was: “In de wijk is de burger meester”. Ik had toen nog geen flauw idee dat deze spreuk nog eens zo dicht bij zou komen. Sinds 2001 werk ik in het proces wijkpolitie, grotendeels als wijkagent. Ik heb in die functie mijn draai gevonden. Hier voel ik me thuis. De verkorte opleiding veiligheidsmanagement heb ik met veel interesse gevolgd. Tegen het einde moet er gedacht worden aan een onderwerp om af te studeren. Ik wilde vooral werken aan het oplossen van een echt probleem wat ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt, ik heb weinig gevoel bij een theoretisch onderzoek wat niet direct leidt tot echte verandering. En daarvoor kreeg ik de gelegenheid. Deze scriptie is mede tot stand gekomen dankzij de hulp van veel mensen. De aansporing en uitleg van docenten van de Hogeschool Wageningen hielpen mijn kijk op de vraagstukken verbreden en mijn medestudenten die hielpen de vragen scherp te krijgen. Ook de collega's van mijn wijkteam die met steeds meer enthousiasme aan de slag gingen met het concept buurt bestuurt zorgden voor een sterke focus. Datzelfde geldt voor de ambtenaren bij de deelgemeente Delfshaven. De stadsmarinier die al snel een sterk geloof in deze werkwijze had en mee bouwde aan de doorontwikkeling. Wijkteamchefs binnen het politiedistrict Rotterdam-West gaven mij het vertrouwen en daarmee een platform om buurt bestuurt binnen hun wijkteams uit te dragen. Meta, de administratief ondersteuner van ons wijkteam, hielp bij het verwerken van de enquêtes. Mijn bijzondere dank gaat uit naar Fons Bijl, wijkteamchef van het Nieuwe Westen, die samen met mij aan de wieg stond van buurt bestuurt. Hij geloofde vanaf het begin in het concept en straalde dat uit. Hij hielp me vooral om de focus te houden op de dingen die belangrijk zijn. Zijn vertrouwen dat ik in staat zou zijn het samen ontwikkelde concept uit te dragen gaf me kracht en energie. En dan ben ik natuurlijk ook zeer dankbaar voor de steun die ik kreeg van mijn gezin. Een studerende vader en echtgenoot was toch wel even wennen. Maar ook daar kreeg ik de steun en de nodige aansporing om er iets moois van te maken. Buurt bestuurt is een manier van werken die met name gericht is op het (terug)winnen van vertrouwen en het vergroten van het veiligheidsgevoel van bewoners en ondernemers. Bij de start van de pilot had ik een groot geloof in deze manier van werken. Nu buurt bestuurt zich verder heeft ontwikkelt en op steeds meer plaatsen omarmd wordt, weet ik het zeker. Over 5 jaar wordt buurt bestuurt op heel veel plaatsen in Nederland in de één of andere vorm gebruikt. In de deze thesis heb ik het begrip “buurt bestuurt” grotendeels vervangen door BB vanwege de leesbaarheid.
Hans Hoekman, mei 2011
Pagina 4 van 49
Inhoudsopgave Samenvatting............................................................................................................................................6 Summary ..................................................................................................................................................8 1: Aanleiding ........................................................................................................................................... 10 1.1: Leeswijzer ..............................................................................................................................................13 2: Theoretische beschouwing .................................................................................................................. 14 2.1: Participatie.............................................................................................................................................17 2.2: De vijf I’s ................................................................................................................................................18 2.2.1: Individualisering .............................................................................................................................18 2.2.2: Informalisering ...............................................................................................................................18 2.2.3: Internationalisering ........................................................................................................................18 2.2.4: Informatisering...............................................................................................................................19 2.2.5: Intensivering...................................................................................................................................19 2.2.6: Veranderende samenleving ...........................................................................................................19 2.2.7: Teisman ..........................................................................................................................................19 2.2.8: De netwerkmaatschappij ...............................................................................................................20 2.2.9: Beleidsadvies veiligheidsgevoel in Delfshaven...............................................................................20 2.2.10: Wetsvoorstel regierol gemeenten ...............................................................................................21 2.2.11: Sustainisme ..................................................................................................................................22 3: De Pilot ............................................................................................................................................... 23 3.1: De Pupillenbuurt....................................................................................................................................23 3.1.1: Samenwerken.................................................................................................................................23 3.1.2: Proces buurtcomité ........................................................................................................................25 3.1.3: Prioritering .....................................................................................................................................25 3.1.4: Afstemming ....................................................................................................................................26 3.2: De uitkomst van de pilot .......................................................................................................................26 3.2.1: Reactie deelgemeente....................................................................................................................26 4: Probleemstelling ................................................................................................................................. 27 4.1: Deelvragen.............................................................................................................................................27 4.2: Doelstelling ............................................................................................................................................27 4.2.1: Smart ..............................................................................................................................................27 4.2.1.1: Specifiek..................................................................................................................................27
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 5 van 49 4.2.1.2: Meetbaar ................................................................................................................................27 4.2.1.3: Acceptabel ..............................................................................................................................28 4.2.1.4: Realistisch ...............................................................................................................................28 4.2.1.5: Tijdsgebonden.........................................................................................................................28 5: Strategie ............................................................................................................................................. 29 5.1: Intern .....................................................................................................................................................29 5.2: Extern.....................................................................................................................................................29 5.2.1: Kennis laten maken ........................................................................................................................29 5.2.2: Vragen beantwoorden ...................................................................................................................30 5.2.3: Ondersteuning bieden....................................................................................................................30 5.3: De spagaat tussen starten en doorontwikkelen....................................................................................31 5.3.1: Conferentie buurt bestuurt ............................................................................................................31 6: Uitvoering ........................................................................................................................................... 32 6.1: Rotterdam‐west.....................................................................................................................................32 6.2: Buiten het district ..................................................................................................................................33 6.3: Politiek ...................................................................................................................................................33 6.4: Verantwoording.....................................................................................................................................34 7: Deelvragen.......................................................................................................................................... 35 7.1: Deelvraag 1 ............................................................................................................................................35 7.2: Deelvraag 2 ............................................................................................................................................36 7.3: Deelvraag 3 ............................................................................................................................................38 8: Management....................................................................................................................................... 40 8.1: Verandermanagement ..........................................................................................................................40 8.2: Kwaliteitsmanagement..........................................................................................................................41 8.3: Borging...................................................................................................................................................42 9: Aanbevelingen en conclusies, tips, kansen en bedreigingen ................................................................ 44 9.1: Aanbevelingen en conclusies.................................................................................................................44 9.2: Tips.........................................................................................................................................................45 9.3: Kansen ...................................................................................................................................................45 9.4: Bedreigingen..........................................................................................................................................45 10: Eigen leerervaringen.......................................................................................................................... 46 11: Openstaande vragen ......................................................................................................................... 47 Bijlagen................................................................................................................................................... 48 Bronvermelding ...................................................................................................................................... 49
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 6 van 49
Samenvatting De politie in Rotterdam Rijnmond werkt sinds 2001 als een procesgerichte organisatie. Elk proces (noodhulp, wijkpolitie, opsporing en intake, service & ondersteuning) richt zich op een deeltaak van het politiewerk, waarbij de wijkpolitie als “backbone” van de organisatie werd benoemd. Verbinding maken was daarbij het toverwoord. Voordien werd voornamelijk incident incidentgericht gewerkt terwijl de procesgerichte organisatie met name bedoeld was om meer probleemgericht te gaan werken. Meer inzet op de oorzaak van een probleem dan op de gevolgen. De aanstelling van 250 nieuwe functionarissen, de buurtagenten, betekende de spin-off voor deze nieuwe werkwijze. In de ontwikkeling van het probleemgericht werken werden goede stappen gezet. Er werden meer en betere resultaten geboekt op het terrein van criminaliteitsaanpak. Alle buurtagenten kregen een opleiding die hen niet alleen bewust maakte van allerlei wetenschappelijke manieren om naar hun werkgebied te kijken (sociologisch, criminologisch, psychologisch) maar die hen ook lieten kijken naar en werken aan hun persoonlijk vakmanschap. Alle betrokkenen in de veiligheidsaanpak waren er van overtuigd dat het veiligheidsgevoel van burgers zou toenemen bij een daling van de criminaliteit. Dat bleek niet te kloppen. Ondanks de daling van de harde criminaliteitscijfers, daalde ook het subjectieve veiligheidsgevoel. En dat terwijl alle betrokkenen echt hun best deden. Als ik dat betrek op het politiewerk werd er geluisterd naar de klachten en op basis van aangiften en meldingen werd het uitvoerende werk verricht. Maar burgers gaven steeds vaker aan dat zij het gevoel hadden dat hun klachten en meldingen voor niets waren, dat het niet hielp, dat niet echt naar hen geluisterd werd; zij voelden zich zelfs in de steek gelaten. Zoekend naar oorzaken en oplossingen merkte ik dat onze werkplannen meer een professionele vertaling waren van de wensen van de burger. Die burger herkende zich niet meer terug in onze aanpak, waardoor wantrouwen ontstond. Een voorbeeld hiervan is de roep van de burger om actieve politie. De overheid vertaalde dat naar prestatiecontracten. Het gevolg was dat een deel van de burgers de politie zag als bonnenjagende organisatie, niet werkend voor de veiligheid in de buurt maar voor het op peil houden van de schatkist. Dat beeld bijvoorbeeld, hebben we niet recht kunnen zetten. Het wantrouwen richtte zich op de overheid als geheel. Buurt bestuurt is een manier van vraaggestuurd werken. Van groot belang is de integrale aanpak, samen met ketenpartners, waarbij het bestuur de regie heeft. Door te laten zien dat wij (de professionals) oprecht willen luisteren en handelen willen we het vertrouwen herwinnen. Door burgers zelf keuzes te laten maken en te laten prioriteren hopen we het veiligheidsgevoel te verbeteren. Door actief te communiceren hopen we de samenwerking en de zelfredzaamheid te bevorderen. Het vraagt van professionals een andere attitude. Niet met de overtuiging dat “wij” het beste weten wat goed is voor een buurt, maar de burgers daarin een beslissende rol gunnen. En vraagt ook om een op samenwerking gerichte houding in de richting van zowel burgers als professionals. De deelgemeente, die als probleemhouder van de veiligheid en leefbaarheid in de publieke ruimte de regie zou moeten voeren, was wel enthousiast maar kwam uiteindelijk niet verder dan op de achtergrond volgen wat er gebeurde. Bij wijze van uitzondering zijn wij, samen met stadstoezicht, als trekker en regiehouder opgetreden en gestart met een pilot in de Pupillenbuurt. Dit was zeer ongebruikelijk en kan als “out of the box” denken worden beschouwd.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 7 van 49 Na 2 maanden bleek bij een 1-meting dat het vertrouwen al flink was gestegen en toen sloot de deelgemeente alsnog aan. In de pilot waren al mooie voorbeelden te zien van toename van zelfredzaamheid en de meldingsbereidheid verbeterde, mede door het grotere netwerk en de kortere lijnen die in de pilot ontstonden. In overleg met de deelgemeente en stadstoezicht besloten we de pilot uit te breiden over meer buurten. Nu werkt BB in 6 van de 7 buurten in de wijk Het Nieuwe Westen en daar buiten al in enkele andere buurten, terwijl een aantal buurten in de startblokken staat om deze werkwijze ook te gaan omarmen. De media stortte zich op onze successen en een jaar na de pilot nam de gemeenteraad een motie aan die het gemeentebestuur opdracht gaf BB in de hele stad mogelijk te maken. Mijn opdracht om BB in te laten voeren in ten minste drie buurten in Rotterdam West, werd hierdoor ruimschoots gehaald. Omdat het nadrukkelijk niet de bedoeling is een blauwdruk BB aan alle buurten op te leggen en rekening te houden met de “couleur locale”, ben ik op zoek gegaan naar de essentiële onderdelen van BB (succes- en faalfactoren); I. Burgers bepalen (een deel van) de prioriteiten in de veiligheidsaanpak II. Professionals werken actief samen o.l.v. het bestuur III. Oprechte belangstelling voor de buurt van de professionals (maar ook van de bewoners en ondernemers) IV. Open en frequente onderlinge communicatie In een werkgroep, onder leiding van de directie veiligheid van de gemeente Rotterdam, worden deze uitgangspunten vastgelegd. In deze werkgroep worden ook de plannen voor uitbreiding over de rest van Rotterdam begeleid. Daarbij wordt gedacht aan de snelheid van uitbreiden, de volgorde daarin, de te bieden ondersteuning en nog veel meer. Ook buiten de regio wordt veel om nadere uitleg en informatie gevraagd en is er serieuze belangstelling voor deze manier van werken. Kortom: Buurt bestuurt is een geïntegreerde manier van samenwerken van professionals en burgers waarbij burgerparticipatie, actieve wederkerigheid, vraaggestuurd werken en beïnvloeden van het verwachtingenmanagement hand in hand gaan ter verbetering van het vertrouwen en de veiligheidsbeleving van de burger.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 8 van 49
Summary The police in Rotterdam Rijnmond started working as a process-oriented organization since 2001. Each process (primary care, community policing, investigation and Intake, Service & Support) focuses on a part of the task of policing, with community policing appointed as a backbone of the organization. Making the connection with citizens was the magic word. Before that we worked mainly incident- driven while the process-oriented organization in particular was intended to work more problem-driven. Greater commitment to the cause of a problem than the consequences. The appointment of 250 new officers, neighborhood officers, marked the spin-off for this new method. The development of problem-driven projects made progress. There were more and better results in the field of crime approach. All neighborhood officers were trained that they not only made aware of many scientific ways to look at their work (sociological, criminological, psychological) but who also were working on their personal expertise. All those involved in the safety policy were convinced that the sense of security would increase with a decrease in crime. This proved to be wrong. Despite the decline in hard crime rates, also declined subjective feeling of safety. The police listened to complaints and based on declarations and reports, they did their executive work. But increasingly people told us that they felt that their complaints and reports were for nothing, it did not work, we did not really listened to them and they even felt abandoned. Searching for causes and solutions, I noticed that our working plans were more a professional translation of the desires of citizens. Citizens who no longer could recognize their selves in our approach, creating mistrust. An example is the call of citizens for active police. The government translated that into performance-contracts. The result was that part of the citizens the police saw as a vouchers hunting organization, not working for safety in the neighborhood but for the maintenance of the treasury. That image, for instance, we could never put right. The distrust was aimed at the government as a whole. Neighborhood Rules (NR) is a demand-driven way of working. Of great importance is the integrated approach, along with chain partners, in which the city government has a leading roll. By showing that we (the professionals) will listen and act sincerely, we want to restore faith. By letting citizens make their own choices and making their own priorities we hope the feeling of security improves. By actively communicating we hope to promote cooperation and self-reliance. It requires a different attitude of professionals. Not with the belief that "we" know best what is good for a neighborhood, but the citizens give it a decisive role. And also requires a cooperative attitude towards both citizens and professionals. The city council, as steakholder of the security problem in the streets, was enthusiastic but did not get further than the background track of what happened. Exceptionally, we, along with city surveillance, acted and started a pilot in the Pupillenbuurt. This was highly unusual and can be considered as "out of the box" thinking. After 2 months a 1-measurement showed that confidence has significantly increased. Then the city council stepped into the pilot after all. In the pilot we saw beautiful examples of increased self-reliance and willingness to report improve, partly due to the larger network and the shorter lines in the pilot. In consultation with the city council and city surveillance, we decided to expand the pilot to more neighborhoods. Now NR is working in 6 neighborhoods in the New West area and beyond that, while some neighborhoods are Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 9 van 49 in the starting blocks to embrace this process too. The media rushed to our success and one year after the pilot the city council ordered that NR had to be possible in the whole city. My assignment for NR to be start in at least three neighborhoods in Rotterdam West, was largely achieved. Because it emphatically does not aim to establish a NR blueprint for all neighborhoods and to take into account the "local color", I went searching for the essential elements of NR (success and failure); I. Citizens define (part of) the priorities in the safety policy II. Professionals work actively together conducted by the Board III. Sincere interest in the vicinity of the professionals (as well as the residents) IV. Open and frequent communication between all participants. In a committee, led by the safety board of the municipality of Rotterdam, these principles are established. This committee also guidance the expand to the rest of Rotterdam. They make the decisions about the speed of expanding, to provide the necessary support and much more. Outside the Rotterdam-region is much further clarification and information requested and there is serious interest in this practice. Rotterdam City Hall In short: Neigborhood Rules is an integrated way of working together between professionals and citizens, with civil casting vote, is a demand-driven system and influencing the management of expectations go hand in hand with improving the confidence and the perceived safety of citizens.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 10 van 49
1:
Aanleiding
Veiligheid in de publieke ruimte, in de meest uitgebreide zin van het woord, staat sinds enkele decennia volop in de belangstelling. Daarbij denk ik bijvoorbeeld ook aan de opkomst van de leefbaren en Pim Fortuin. Een groeiend gevoel van onvrede over de veiligheid manifesteerde zich in steeds bredere lagen van de samenleving. De in de jaren 60 verworven vrijheden en diversiteit zorgen voor botsingen doordat de vrijheid van de één niet automatisch stopt bij de grenzen van de ander. De individualisering zorgt voor een afnemend mededogen. Ook de sterk gegroeide informatisering zorgt er voor dat iedereen op elk moment van de dag kennis kan nemen van alle grote en kleine gebeurtenissen, op grote en kleine afstand. Het vertrouwen van bewoners in de overheid, en daarmee ook in de politie lijkt tanende. Met name in de wijken waar de veiligheid onder grote druk staat (wijken in onbalans) weet elke bewoner wel voorbeelden op te noemen waar de overheid niet slaagde in het verbeteren van de veiligheid en al zeker niet in het verbeteren van het veiligheidsgevoel. Op 16 maart 2011 maakte Alex Brenninkmeijer, Nationale Ombudsman, in zijn presentatie van het jaarverslag 2010 gewag van het dalende vertrouwen van burgers in de overheid. Hij riep daarbij op te werken aan verbetering van dat vertrouwen. ( http://www.nationaleombudsman-nieuws.nl/nieuws/2011/toespraak-alex-brenninkmeijer-over-jaarverslag )
De Nationale Ombudsman vindt dat overheid en burger langs elkaar heen praten. In zijn verslag over vorig jaar zegt ombudsman Brenninkmeijer dat de overheid vaak gericht is op geld, bezuinigingen en regels, terwijl de burger gewoon fatsoenlijk wil worden behandeld. Tegelijk overdrijft de burger als hij vindt dat de overheid één grote puinhoop is, aldus de ombudsman. “Goede betrokkenheid tussen overheid en burger vormt geen rustig bezit en staat zeker in deze tijd in de volle aandacht. De burger is ontevreden over ‘de overheid’ en ook de overheid uit zich regelmatig negatief over de burger. Er is een slinkend vertrouwen van de burger in de overheid en omgekeerd.” Het woord vertrouwen kwam 29 keer voor in het jaarverslag 2010 van de ombudsman. De politie is een dienstverlenend bedrijf en ondergeschikt aan het bevoegd gezag. Tevens is de politie monopolist op het bevoegd gebruik van geweld tegen burgers, Alleen al om die reden zijn integriteit en vertrouwen van de burger van het grootste belang voor de legitimiteit van ons optreden. Hans Boutellier schreef in 2002 al over onze behoefte aan veiligheid in zijn boek “de veiligheidsutopie”. In dit boek beschrijft hij hoe de bestrijding van criminaliteit onderdeel is van het algemeen verlangen naar veiligheid, maar ook het verlangen van burgers om veiligheid te combineren met een vitale levensstijl. Daarin spelen straf en het gevoel controle te hebben een belangrijke rol. De utopie komt het best in beeld bij de verwachting dat het Nederlandse strafrecht een sterke bijdrage kan leveren aan de veiligheidsverlangens. Is die aandacht een doodlopende weg met als enige doel een proces van normering en disciplinering op te leggen of is het een dure overheidsplicht om burgers die zich ergeren te steunen? In de wijken waar ik werk merkte ik een toenemend wantrouwen jegens de overheid. Steeds harder en vaker riepen professionals dat klachten, aangiften en meldingen van burgers nodig waren voor de vorming van een reëel beeld van de veiligheid in de buurten. Daarmee konden dan veiligheidsbeleid en activiteiten worden geïnitieerd die de veiligheid zouden verbeteren. Ik zag dat alle organisaties die betrokken zijn in de veiligheidsaanpak in de breedste zin, echt overtuigd waren van de waarde die in deze oproep zat. En ik denk nog steeds dat het in essentie klopt. Ik merkte echter ook dat burgers en ondernemers steeds meer en steeds openlijker uitspraken dat zij geen resultaat zagen van Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 11 van 49 hun inbreng. “Het helpt niks”, “Ik zie niets gebeuren” en “wij tellen toch niet mee” waren veelgehoorde klachten, met als resultaat een afnemend aantal klachten, meldingen en aangiften. En wat nog veel belangrijker was, een afnemend vertrouwen in de overheid en haar uitvoerende instanties. Een toenemend aantal mensen voelde zich in de steek gelaten. En in zo’n gemoedstoestand komen zaken als gemeenschapszin en cohesie onder grote druk te staan. Ik merkte dat het steeds moeilijker werd om de activiteiten van de overheid naar de burgers uit te leggen als bijdrage in de veiligheidsaanpak. Mensen herkenden hun klachten en meldingen niet terug in de door de overheid uitgevoerde werkzaamheden. De overheid had die klachten overgoten met een beleidssausje en er hun eigen prioritering op los gelaten, waardoor ze totaal onherkenbaar terugkwamen in de uitvoering. En de mensen merkten ook weinig van die uitgevoerde werkzaamheden, er werd matig over gecommuniceerd. De hierboven omschreven omstandigheden maakten mijn werk steeds moeilijker. Opboksen tegen dat wantrouwen, de onbegrijpelijke beslissingen van andere overheidsinstanties uitleggen, steeds minder bewoners die zich wilden inzetten voor veiligheid in hun eigen buurt; allemaal redenen waarom ik op zoek wilde naar wegen om hierin verandering aan te brengen. In “prachtwijken?!” betoogt schrijver Gabriel van den Brink dat gevoelens van onveiligheid verband houden met vele factoren. De invloed van materiële factoren (zoals stedebouwkundige of demografische) is daarbij volgens hem veel kleiner dan de sociale en culturele factoren (zoals cohesie, opleidingspeil, morele orde). Veiligheid bestaat behalve uit (achterwege blijven van) criminaliteit, voor een veel groter deel uit veiligheidsgevoel. En dit veiligheidsgevoel heeft nauwe banden met ervaren ergernissen. Overlast en onrust is van alle tijden, zoveel is zeker. Het is de titel van een boek dat Van Weringh in 1978 schreef, en waarin hij betoogt dat, in tegenstelling tot wat wel eens gratuit wordt aangenomen, ‘onrust over criminaliteit niet een onderwerp is dat in de jaren zeventig van de twintigste eeuw is uitgevonden. “Niettemin denkt elke generatie opnieuw dat zij zich voor het eerst in de geschiedenis met de ernst van deze problemen geconfronteerd weet”. Dit was, aldus Van Weringh, ten tijde van zijn schrijfsel het geval, en is tot op heden weinig anders. Integendeel, Van Weringhs betoog is vandaag de dag zonder twijfel ‘eigenaardig actueel’ (Burger 1995). Het nodigt uit tot enige tempering van de uniciteit van het heden en de onrustgevoelens die nu zo centraal zouden staan.’ (Daems 2005) Toch lijkt het begrip ‘overlast’ meer dan ooit tegenwoordig, zowel in de publieke opinie en de media als in het politieke debat. Overlast door hondenpoep, zwerfvuil, spelende kinderen, hangjongeren en jawel, zelfs hangouderen; het is maar een greep uit wat ons met een regelmaat van de klok bereikt uit berichtgeving. Door het regionaal college is besloten tot het instellen van de commissie Bruinsma. De commissie doet onderzoek naar mogelijkheden om determinanten van probleemwijken te benoemen. Zij beschrijft deze en wil zo vaststellen welke wijken afglijden of afgegleden zijn en zoekt naar interventiemogelijkheden. Kennelijk zijn bewoners en frontlijners vanuit een onderbuikgevoel in staat te voorspellen dat een wijk afglijdt. Hoe keren we dat proces is de centrale vraag in het programma “wijken in onbalans” van de regio Rotterdam-Rijnmond. In het meerjarenbeleidsplan (2010-2014) wordt o.a. flexibilisering van de politieorganisatie als middel genoemd om bij te dragen aan de genoemde doelstelling. Met name vormen waarin vroegsignalering wordt bevorderd staan hoog op het verlanglijstje (Doorvertaling trendanalyse 2008 beheersdriehoek RotterdamRijnmond). Vastgesteld werd dat sociale cohesie op zich niet leidt tot verbetering van veiligheidsgevoelens. Meer buurtbinding kan echter wel een aanzet zijn tot het vergroten van de inbreng van bewoners en ondernemers en dat kan wel leiden tot betrokkenheid, medeverantwoordelijkheidsgevoel en daardoor een beter inzicht in wat er wel en niet wordt ingezet in de wijk. Dat betere inzicht leidt vaak wel tot een verhoging van het veiligheidsgevoel. De wijze waarop hieraan invulling gegeven moet worden staat met de op handen zijnde invoering Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 12 van 49 van nationale politie voortdurend ter discussie. Criminoloog Jan Terpstra, hoogleraar aan de Radbout universiteit in Nijmegen, schreef hierover in een uitgave van “secondant” (een blad van het ministerie van Binnenlandse zaken) het volgende: “gebiedsgebonden politie moet de basis blijven in Nederland. De wijkagent is daarbij de vooruitgeschoven post van de overheid in de wijk. De wijkagent heeft een cruciale rol in het vergroten van buurtbetrokkenheid. Burgers nemen immers eerder initiatief als zij steun voelen van de overheid in het algemeen en de politie in het bijzonder.” Het korps Rotterdam-Rijnmond is zich hiervan bewust. In haar visie stuk 2010-2015 is dan ook een passage gewijd aan de actieve wederkerigheid. De politie houdt rekening met wensen uit de samenleving, helpt burgers de misdaad te bestrijden, is één van ons, neemt je serieus, heeft contact met bewoners uit de buurt en werkt hier goed mee samen.” De bovenstaande waarnemingen: 9 Matige communicatie naar burgers 9 Flexibilisering van de politie ten behoeve van voorkomen van het afglijden van wijken 9 Meer buurtbinding leidt tot betrokkenheid en inzicht en zo tot verbetering van het veiligheidsgevoel 9 De wijkagent speelt een cruciale rol in het vergroten van die buurtbetrokkenheid 9 Het vertrouwen tussen overheid en burgers, over en weer, verdient verbetering hebben geleid tot de zoektocht naar een manier van werken die recht doet aan de wens om het veiligheidsgevoel en het vertrouwen van de burger in de overheid te verbeteren. Met de werkwijze buurt bestuurt proberen we invulling te geven aan verschillende van die facetten. De doelstelling luidt: Het verbeteren van het vertrouwen van burgers in de politie en de overheid in zijn algemeen en het versterken van het imago van de politie door in ten minste 3 buurten in Rotterdam-West de werkwijze BB toe te passen voor 1 juni 2011. De noodzaak van een zoektocht naar een manier om de subjectieve veiligheidsbeleving positief te beïnvloeden kwam in 2008 pontificaal in beeld. De meetmethode om de veiligheid te waarderen van de gemeente Rotterdam (de veiligheidsindex), die jaarlijks wordt vastgesteld, bestaat voor 2/3e deel uit het subjectieve veiligheidsgevoel. In 2007 scoorde de wijk het Nieuwe Westen nog een 6,2 (aandachtswijk), in 2008 scoorde deze wijk een 4,8 (probleemwijk) en daarmee was de gehele categorie bedreigde wijk overgeslagen. Na 2008 wordt de veiligheidsindex in zijn geheel nog slechts eens in de 2 jaar vastgesteld (de even jaren). In de oneven jaren wordt slechts een objectieve meting verricht, alleen gebaseerd op de harde cijfers. Er is inmiddels een lichte verbetering waarneembaar. De objectieve meting 2009 gaf het cijfer 5,3. De cijfers over het jaar 2010 zijn nog onbekend.
Dat veiligheid als essentieel wordt ervaren bewees Maslov al door het bieden van veiligheid als primaire levensbehoefte te omschrijven binnen zijn behoeftenpyramide. (piramide van mazlov)
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 13 van 49
In hoofdstuk 3 wordt de pilot buurt bestuurt omschreven en verder wordt in deze thesis ingegaan op de opdracht die ik na de pilot kreeg van het hoofd wijkpolitie, de gekozen werkwijze en de stand van zaken.
1.1: Leeswijzer In hoofdstuk 2 geef ik een theoretische beschouwing. Publikaties die van belang zijn voor mijn thesis passeren hier de revue. Verder leg ik de verschillende vormen van participatie toe, evenals de ontwikkeling van burgers in de samenleving. Ik toon twee brillen om daarmee naar de maatschappij te kijken en ik licht de netwerkmaatschappij nader toe. De pilot BB wordt omschreven in hoofdstuk 3. Daarbij komen samenwerken, prioritering en de uitkomsten van de pilot aan de orde. Hoofdstuk 4 behandelt de vaststelling van de probleemstelling, de deelvragen en de doelstelling. De wijze waarop ik de probleemstelling heb aangepakt beschrijf ik in hoofdstuk 5, genaamd Strategie. In hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe de stand van zaken is. Deze stand van zaken is uiteraard zeer dynamisch. Steeds zullen er projekten aan toegevoegd worden. Ook de (meest recente) politieke situatie wordt hierin uitgelegd. De deelvragen zullen beantwoord worden in hoofdstuk 7 en in hoofdstuk 8 zal ik verantwoording afleggen over verandermanagement en kwaliteitsmanagement. Twee in de opleiding gegeven vakken die wat mij betreft grote raakvlakken hebben met de implementatie van BB. Ook de borging komt in dat hoofdstuk aan de orde. In hoofdstuk 9 beschrijf ik aanbevelingen en conclusies, tips, kansen en bedreigingen bij het invoeren van de werkwijze BB in buurten. Eigen leerervaringen komen aan de orde in hoofdstuk 10. De thesis wordt afgesloten met hoofdstuk 11 over nog openstaande vragen, een overzicht van bijlagen en een bronnenoverzicht.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 14 van 49
2:
Theoretische beschouwing
In “vertrouwen in de buurt”, een publicatie van de wetenschappelijke raad voor regeringsbeleid (WRR ) uit 2005 wordt de afname van vertrouwen in de overheid benoemd als belangrijke oorzaak voor afname van veiligheidsgevoel. De conclusie van dat rapport luidt: “de buurt doet er toe”. Daarbij wordt onderstreept dat het van groot belang is dat het publieke bestuur vertrouwen geeft en dat onderwerpen worden aangepakt die “van onderop” worden aangedragen. In door mij gevoerde gesprekken met buurtbewoners kwamen steevast onderwerpen ter sprake die hun onveiligheidsgevoelens voedden. Daarbij werden veelal de dagelijkse ergernissen als oorzaken genoemd zoals vervuiling en asociaal gedrag. Daarbij moest ik vooral denken aan “slecht voorbeeld doet slecht volgen” . Onder dat motto startte de politie in New York midden jaren 90 de “quality of life campaign” die later meer bekendheid kreeg on de de naam “broken windows theory”. Volgens de theorie van Wilson en Kelling neigen bewoners ertoe zich terug te trekken wanneer de informele sociale controle van buurten, door aanhoudende tekenen van verval en verloedering, ondermijnd worden( stokkom 2008)
In Nederland werd dit fenomeen door onder andere Drs. Kees Keizer, verbonden aan de faculteit gedragswetenschappen van de universiteit Groningen, bestudeerd en bevestigd. Een vuile straat nodigt uit tot verder vervuilen, kapot straatmeubilair lokt vernielingen uit enzovoorts. Precies om deze redenen was en is de overheid op zoek naar een integrale wijze van aanpak van de zogenaamde signal-crimes, gecombineerd met versterken van het onderlinge vertrouwen tussen burgers en overheid. thomas-theorema Soms lijkt het alsof deze kijk op veiligheid pas de laatste 20 jaar betrokken wordt in de veiligheidsaanpak. Niets is minder waar. In 1928 lanceerde de Amerikaanse socioloog William Thomas het thomas-theorema; “if men define situations as real, they are real in their consequences”. Vertaald naar het Nederlands: “Als mensen situaties als werkelijk definiëren, hebben die situaties werkelijke gevolgen”, oftewel als mensen zich onveilig voelen, gedragen zij zich daarnaar. Dit principe ligt (onder andere) ten grondslag aan de zelfvervullende voorspelling. Het maken van de voorspelling alleen, veroorzaakt de gevolgen van de voorspelling. Als we bijvoorbeeld maar blijven roepen dat mensen zich onveilig voelen, waardoor zij meer op zichzelf gericht zullen blijven, zullen mensen niet snel geneigd zijn zich meer op hun omgeving te gaan richten. Dit voorbeeld geef ik niet zo maar. Jaarlijks vinden in Nederland metingen plaats waarin bijvoorbeeld wordt gemeten hoeveel mensen zich onveilig voelen. Vanaf half jaren 90 in de vorige eeuw tot aan 2008 zakte het percentage van 33 naar 27%. En toch horen we vaak dat mensen zich, ondanks de dalende criminaliteitscijfers, onveiliger zijn gaan voelen. Een mooi voorbeeld hoorde ik vrijdag 22 april jl. In de vroege ochtend had iemand die dag op straat geschoten op een groep jongeren. Op de plaats delikt werden 19 hulzen gevonden. Samen met anderen stelde ik een buurtonderzoek in. In gesprek met een bewoner waar de hulzen in zijn raamkozijn waren aangetroffen hoorde ik hem zeggen: “Eén schietincident maakt deze straat echt niet onveilig, meneer”. Hoogleraar en gedragseconome Esther-Mirjam Sent schreef over het verschil tussen veiligheid en veiligheidsbeleving in de secondant van mei 2011 het volgende: “Er is sprake van een veiligheidsparadox. Over het algemeen is het veiliger geworden in Nederland, maar individuen voelen zich niet veiliger. We klagen veel maar bij doorvragen blijken mensen zich toch enigszins veilig te voelen. Er is wel een algemeen gevoel van angst en onbehagen in de samenleving. De meeste mensen zijn tevreden met hun leven maar tegelijkertijd ontevreden over wat er om hen heen gebeurt. De wereld is complexer geworden en niet iedereen begrijpt het nog. Een web van wantrouwen ontneemt het zicht op een duurzame toekomst.” (Bijlage P8: Secondant is een tijdschrift uitgegeven door het centrum criminaliteitspreventie en veiligheid.)
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 15 van 49 De allesbeheersende vraag hierbij is: Hoe kunnen we werken aan een verbetering van het vertrouwen van burgers in de overheid en tegelijk aan het versterking van het veiligheidsgevoel van burgers? Met de werkwijze BB denken we daar een antwoord op te geven. Denken, voelen en doen Mensen zijn het cement in de samenleving. Diezelfde mensen lezen de symbolen in de stad. Dat zijn vooral de symbolen schoon en heel en ook de overlast. Voorbeelden daarvan zijn verloedering, graffiti en groepen mensen die op straat rondhangen. (Zie voor meer uitleg ook hoofdstuk 8.3 Borging, onder het kopje Marnix Eysink Smeets.) In veiligheidsbeleving zijn de criminele en de sociale omgeving beiden even belangrijk. Dit leidt tot een bonte verscheidenheid aan percepties, emoties en gedrag. In een door Marnix Eysink Smeets gebruikte matrix is hierbij onderscheid gemaakt tussen de invloed op het denken, voelen en doen die gebeurtenissen hebben die dichtbij gebeuren en veraf. Elke beleving heeft zo zijn eigen invloed waarbij het wezen van degene die het ondergaat ook een belangrijke rol speelt. Het is belangrijk om je van deze invloed bewust te zijn als je een verandering nastreeft.
van Stokkum In april 2010 is door filosoof/socioloog Bas van Stokkum, verbonden aan het centrum voor ethiek aan de Radboutuniversiteit in Nijmegen, een onderzoek ingesteld naar de effectiviteit van projecten waarbij bewoners zeggenschap kregen in maatregelen ter bevordering van veiligheid en leefbaarheid. Door hem zijn daarbij onder andere “de Deventer wijkaanpak” en “de Wallen in kleur” uit Amsterdam onderzocht, maar ook “Buurt bestuurt”. Daartoe sprak hij met bewoners en professionals. Bij het maken van deze scriptie was het resultaat van het onderzoek nog niet zo ver dat het wereldkundig gemaakt kon worden. Wel lichtte van Stokkum telefonisch toe dat uit zijn onderzoek bleek dat BB, mits met de juiste intentie gestart, een goede manier kan zijn bij te dragen aan verbetering van onveiligheidsgevoel. Feiten en beelden Tijdens een werkconferentie “Hoe beïnvloed je het veiligheidsgevoel”, op 18 april 2011 in Rotterdam, sprak Marnix Eysink Smeets, lector public reassurance aan de hogeschool Inholland over zijn kijk op veiligheid:
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 16 van 49
“Veiligheid vraagt in de huidige risicomaatschappij en emotiesamenleving een andere aanpak dan weleer. Het is niet meer voldoende alleen de feitelijke criminaliteit of overlast te verminderen. Minstens zozeer is aandacht nodig voor de veiligheidsbeleving én voor het vertrouwen in overheid en instituties. Public reassurance wordt dan ook in toenemende mate cruciaal onderdeel van goed hedendaags veiligheidbeleid. Mensen willen immers veilig zijn, maar bovenal zich veilig voelen. Dat vereist een andere benadering van het veiligheidsvraagstuk dan lang gebruikelijk was. Een benadering, waarbij het niet alleen om feiten, maar ook om beelden gaat.” Volgens Eysinks Smeets gaat het bij publiek vertrouwen in veiligheid en veiligheidszorg vooral om 4 kernbegrippen, de 4 V's (zie onderstaand schema)
Hiermee worden bedoeld: Veiligheid, veiligheidsbeleving, vertrouwen en vrijheidsbeleving. Alle maatregelen en belevingen die betrekking hebben op deze vier items, vormen samen de mate waarin burgers vertrouwen hebben in een veilige omgeving. ”Je bent immers zo veilig als je je voelt” aldus Eysink Smeets. Aan deze vier kernbegrippen moet dus gewerkt worden om het publieke vertrouwen in veiligheid en veiligheidszorg te versterken. In de aanpak BB die verderop beschreven wordt, wordt aan elk van deze begrippen in min of meerdere mate aandacht gewerkt.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 17 van 49
The spiral of fear Bij het onderzoeken naar de werkwijze BB kwam ik op allerlei plaatsen theorieën tegen waarbij ik steeds het gevoel kreeg dat die theorieën perfect pasten bij BB. Alsof ze gemaakt waren om de theorie over BB te onderbouwen. Zo ook “The spiral of fear, ontleend aan Skogan, 1992. Het gevaar van de situatie in de wereld ontstaat uit de combinatie van onzekerheden, samen met wederzijdse onbegrip, angst en wrijving die ze kunnen genereren. In de wijk het Nieuwe Westen zijn alle 6 genoemde facetten in de loop van de afgelopen jaren voorbij gekomen. Instroom van groepen migranten, permanent crimineel gedrag rond drugsverslaafden en prostituees, afnemende diversiteit van ondernemers, bezuinigen op sociaal- cultureel werk, afname van het aantal beschikbare vrijwilligers, verlies van sociale cohesie en steeds meer mensen die niets met de buurt te maken wilden hebben, behalve dat zij er woonden. Al deze facetten zorgen voor een toename van angst en ongenoegen en een afname van veiligheidsgevoel. De spiral biedt niet direct aanknopingspunten om aan verbeteringen te werken, maar hij geeft wel inzicht in de toedracht naar de situatie waarin we ons nu bevinden.
2.1: Participatie Het democratische proces biedt normaal gesproken de kans aan iedereen om zijn/haar stem te laten horen. De bedoeling is om zaken van zoveel mogelijk standpunten te belichten om zo tot de beste oplossing te komen. Als dit proces voldoende rechtvaardig wordt uitgevoerd, kunnen mensen instemmen met een uitkomst die afwijkt van het eigen standpunt. In de politiek is dit een veelvoorkomend fenomeen, maar ook in de buurtpraktijk heb ik dit waargenomen. Een voorbeeld hiervan was een bewoners die naar de startbijeenkomst van BB kwam met het doel om het door hem ervaren veiligheidsprobleem (horecaoverlast) op de agenda te krijgen. Toen hij de problemen aanhoorde waar andere bewoners mee kwamen, stelde hij voor om het door hem ingebrachte probleem later te behandelen omdat andere problemen volgens hem meer urgent waren. Het bovenomschreven theoretische model wordt echter door de gemiddelde burgers in Rotterdamse wijken al lang niet meer zo gevoeld. Over het algemeen herkennen burgers zich nog nauwelijks in de door besturen uitgevoerd beleid. Participatie kan een eerste stap zijn op weg naar actieve betrokkenheid en vertrouwen in de Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 18 van 49 overheid. Dat de overheid de goede beslissingen wil nemen. Participatie is een vorm van het aangaan van een relatie. In BB komt participatie goed tot zijn recht. Daarvan zijn inmiddels vele voorbeelden te geven. Zo kwamen deelnemende bewoners met een idee om zelf actief bij te dragen bij de aanpak tegen vervuiling, nemen bewoners initiatief om de communicatie met jongeren te verbeteren en willen zij zelfs het buurthuis een extra avond open houden ten behoeve van de jongeren. Een participatieve aanpak veronderstelt een actieve betrokkenheid van het publiek in besluitvormingsprocessen. Het concrete onderwerp is daarbij bepalend voor de relevantie voor dat publiek. Participatie is grofweg in te delen in 5 categorien, te weten; -informeren: eenrichtingsverkeer. Men vertelt wat men gaat doen aan betrokkenen. -raadplegen: men deelt mee wat men gaat doen en vraagt toestemming aan betrokkenen. -adviseren: men deelt mee wat men gaat doen en vraagt advies aan betrokkenen. -coproduceren: betrokkenen kunnen meepraten (niet beslissen) over te nemen stappen. -(mee)beslissen: betrokkenen beslissen (mee) over te nemen stappen. Belangrijk doel van deze participatieve methoden is het bijdragen aan wederzijds begrip en het indijken van mogelijke conflikten, als ook het verhogen van sociale cohesie. De in deze thesis beschreven werkwijze BB is gebaseerd op de categorie (mee)beslissen.
2.2: De vijf I’s De ontwikkeling van participatie van burgers in de samenleving speelt een grote rol als we kijken naar de veiligheidsbeleving. De rol van de “vijf i’s” is hierbij van groot belang. Hieronder volgt een korte verklaring van de begrippen. 2.2.1: individualisering Dit gaat over mensen die in mindere mate of in het geheel niet afhankelijk zijn van hun directe omgeving en door financiële middelen en mobiliteit kunnen beschikken over een grote mate van keuzevrijheid. Men is niet gebonden aan de faciliteiten in de buurt, de mogelijkheid om gewenste faciliteiten op grotere afstand op te zoeken is aanwezig. Sociale controle verdwijnt hiermee ten dele. De afnemende invloed van traditionele sociale verbanden zijn in de criminologie en in het preventiebeleid altijd sterk benadrukt als oorzaak voor de groei van veelvoorkomende criminaliteit. 2.2.2: Informalisering Door de informalisering zijn de gezagsverhoudingen niet meer vanzelfsprekend. De gevolgen hiervan zijn voor de politie duidelijk waarneembaar in het dagelijks werk. Respect voor de politie is geen onvoldongen feit meer. Hieraan liggen de besluiten ten gevolge van het beleid van het kabinet Balkenende 1 ten grondslag. Als gevolg van dit beleid moest de politie zich meer gaan richten op toezicht en opsporing en werd haar hulpverlenende taak min of meer beperkt tot de “ noodhulp”. Door meer sturing op deze prestatie afspraken kwam het respect voor de politie onder druk te staan. De politie werd minder aanspreekbaar en verloor haar natuurlijke respect. Uit onderzoek van De Vries en Van der Vijver (2002) is gebleken dat de effectiviteit, de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de politie en haar wijkgerichtheid belangrijke gezagsgronden zijn 2.2.3: Internationalisering Grenzen werden opgeheven, wat een toestroom van verschillende nationaliteiten in de wijken tot gevolg had. Er ontstonden wijken en buurten waar soms meer dan honderd verschillende nationaliteiten gehuisvest zijn. De taalproblematiek die hierbij optreedt, is vaak oorzaak voor storingen en irritaties. Ook het niet op de hoogte zijn van elkaars gewoontes en leefwijzen maakt dat mensen elkaar niet begrijpen en oordelen op basis van de eigen cultuur.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 19 van 49 2.2.4: Informatisering Door de technologische ontwikkelingen kunnen de mensen nog sneller aan informatie komen en zij kunnen zich steeds beter beveiligen en dus terugtrekken van de samenleving. Dit geldt met name voor het hoger opgeleide deel van de samenleving. Ook is hierin verschil waarneembaar tussen autochtone en allochtone bevolkingsgroepen. De mate waarin een gezin of een groep mensen toegang heeft tot de brede informatiestromen, bijvoorbeeld via internet, kan hierin deels de mate van betrokkenheid beïnvloeden. 2.2.5: Intensivering Het eigengevoel staat steeds meer centraal en men wil steeds meer en meer beleven zonder beperkingen. Een sterker wordende oriëntatie op het eigen gevoel (expressie) en een toenemende betekenis van de beleving (thrill seeking). Als kenmerk van de hedendaagse maatschappij is ook deze trend van belang voor criminaliteit en veiligheid. Veel hedendaagse criminaliteit heeft een heftig expressief karakter. Expressieve criminaliteit kan vertaald worden als een emotionele uitlaatklep. De trend heeft raakvlakken met het gebruik van alcohol en drugs in het uitgaansleven en in het verlengde daarvan met de expressieve criminaliteit en overlast die vooral jongeren veroorzaken 2.2.6: Veranderende samenleving Uit de “vijf i’s“ blijkt duidelijk dat de samenleving aan het veranderen is. De bekende zuilen zijn er haast niet meer. Bewoners trekken zich steeds vaker terug binnen de muren van de eigen woning en de noodzaak om goed met elkaar om te gaan bestaat niet meer direct. Mensen zijn niet meer van elkaar afhankelijk (interdependent) om zich veilig te kunnen voelen. Dit heeft tot gevolg dat mensen minder of helemaal geen contact meer zoeken met elkaar. Mensen kennen elkaar niet meer, weten niet meer wie er onder, boven of naast hen leeft. Het geeft ook de reden aan waarom de problemen die ontstaan door deze veranderingen niet een zaak van de politie alleen zijn, maar dat er meer instanties bij betrokken zijn. De belangrijkste van die instanties is natuurlijk de burger zelf. De politie moet zijn aanpak daarop aanpassen. Zij moet zich minder focussen op het tot stand brengen van een sociale cohesie, maar meer op die actieve burger. Die actieve burger kan dan eventueel aan de slag met de sociale cohesiebevordering. Een mooi voorbeeld uit de praktijk van BB is een groep jongeren die al jaren ageerde en ook letterlijk vocht met buurtbewoners en politie als zij op hun gedrag werden aangesproken. Door de betreffende wijkagent werd BB gebruikt als middel om bewoners en jongeren weer met elkaar te laten communiceren. Dit resulteerde in de winter van 2010-2011 in een actie van de jongeren. Zij belden die wijkagent nadat een oudere bewoonster was uitgegleden op het besneeuwde trottoir. Zij vroegen de wijkagent of hij bezems en sneeuwschuivers kon regelen. Zij beloofden die winter hun straat sneeuwvrij te houden. De wijkagent bezorgde een tiental van de gevraagde materialen en ook nog 50 kg strooizout en de jongeren hielden zich aan hun belofte de straat schoon te houden. (zie Bijlage P5) De politie moet het contact naar de burger meer aanpassen aan de huidige technische ontwikkelingen. Voorbeelden zijn contacten via sms, websites, twitter, faceboek en andere toepassingen, zonder de oude manieren van contact te verwaarlozen. Warm contact blijft de meest waardevolle. Daarnaast moeten zij het respect terug verdienen door zaken aan te pakken die de burger echt belangrijk vindt, de wanordelijke zaken. 2.2.7: Teisman Teisman (2005) onderscheidt twee manieren van kijken naar de maatschappij; het ideaaltype van de ingewikkelde samenleving (de bril voor de orde) en het ideaaltype voor de samengestelde samenleving (de bril voor chaos). Kijkend met de bril van de orde zoeken we naar handhaving van de regels. Duidelijkheid scheppen, afbakenen van vrijheid, reductie van onzekerheid zijn kenmerken voor dit ideaaltype. Rationele Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 20 van 49 analyse moet meer zorgen dat de werkelijkheid weer aan de norm voldoet. De focus ligt op behoud. Met name in lijn- en projectmanagement wordt deze vorm herkend. Kijkend met de bril voor chaos zien we een samenleving die bestaat uit een geheel van acties, reacties en interactie. Elke partij binnen de samenleving streeft een eigen orde na. Zij zijn zich echter ten volle bewust van de onderlinge interdependentie. Er wordt gesproken over co-evolutie. De focus ligt op ontwikkelen. In elke buurt wonen mensen die met de bril van de orde naar de maatschappij kijken en mensen die dat doen met de bril van de chaos. De vraag is hoe we beide groepen kunnen betrekken bij de ontwikkelingen. Voor de orde-groep kan dat door systematisch en gecoördineerd te werk te gaan, de groep van de chaos zal eerder reageren op toevallige samenloop. Binnen BB zullen we trachten beide groepen te bedienen door deels gestructureerde participatie aan te bieden maar ook spontane en toevallige inbreng een plaats te geven. Mensen hebben behoefte aan een minimum aan orde (stokkum 2008). Wordt de wanorde dagelijks waargenomen dan heeft dit een negatief effect op veiligheidsgevoel, dan wel creëert het een gevoel van sociale onveiligheid. Hierdoor ontstaat ordeloosheid (Arum 2007). Hans Boutellier spreekt van een paradox in zijn boek de veiligheidsutopie (Boutellier 2006). De mens wil een maximum aan vrijheid en tegelijkertijd een maximum aan veiligheid. Hij noemt het een duivels dilemma. Weet de overheid nu echt wat de burger in een buurt belangrijk vindt, of denken we het te weten? Om samen met bewoners en professionals in een buurt te werken aan herstel van vertrouwen en verbetering van veiligheidsgevoel is het nodig je bewust te zijn van deze facetten. Kort door de bocht: dagelijkse wanorde leidt tot vermindering van het veiligheidsgevoel en dat leidt op zich weer tot een toename van ordeloosheid. Een ware “self fulfilling prophecy”. 2.2.8: De netwerkmaatschappij De netwerkmaatschappij is meer dan ooit bepalend voor succesvol opereren (Castells 1996). De maatschappij anno 2011 is door de mondiale veranderingen zoals individualisering, digitalisering en informatisering een netwerkmaatschappij pur sang geworden. Participatie dreigt daardoor snel te verworden tot een manier van klagen door individuen, gericht op hun persoonlijke omstandigheden. Door goed burgerschap te promoten, waarbij rekening gehouden wordt met minderheden en de rafelranden in de maatschappij kunnen deelnemers aan burgerparticipatie worden opgevat als trustees, gericht op de gehele omgeving. 2.2.9: Beleidsadvies veiligheidsgevoelens in Delfshaven: In het eerste kwartaal van 2010 is een onderzoek uitgevoerd binnen de wijken Middelland en het Nieuwe Westen door Daan van der Kind en Bob Broekmeulen, studenten integrale veiligheid aan de Hogeschool INHolland. De centrale vraag binnen hun onderzoek luidde: “Welke interventies binnen de invloedssfeer van de deelgemeente hebben op basis van literatuuronderzoek en gesprekken met bewoners en professionals, de grootste kans op een positieve ontwikkeling van de veiligheidsbeleving.” Wapen van Delfshaven
Met gebruikmaking van de methodiek “de tafel van 12” werden drie hoofd-strategieën onderzocht namelijk: het verminderen van onveiligheid, het versterken van veiligheid en het bieden van ondersteunend publiek leiderschap. Binnen de tafel van twaalf (een door het landelijk Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid gepropageerde methode om veiligheidsbeleving te beïnvloeden) worden 12 elementen betrokken, te weten:
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 21 van 49
De elementen benoemd onder het roze kopje wegnemen van onveiligheid kunnen worden samengevat onder de zogenaamde “signalcrimes”. Het zijn ook de symbolen van de stad die door de bewoners gelezen worden (denken,voelen en doen pag. 11) Van der Kind en Broekmeulen onderzochten 12 projecten en interventies binnen de genoemde wijken en kwamen tot de conclusie dat 4 van de 12 onderzochte projecten een grote kans bieden op positieve beinvloeding van de veiligheidsbeleving. BB werd daarbij zeer positief genoemd vanwege het goed gebruik maken van burgerparticipatie en inspelen op de vlakken die er volgens bewoners toe doen. Met name tot punt 12 voel ik me bijzonder aangetrokken. Alle professionals in de veiligheidsaanpak zijn prima in staat aan te wijzen wat niet goed gaat en daar op in te zoomen met als doel een verbetering te bewerkstelligen. Ik ben er heilig van overtuigd dat het geven van aandacht en energie aan de dingen die goed gaan, of die (al) een positieve bijdrage leveren aan de veiligheidsbeleving, minstens net zo veel effect scoren. 2.2.10: wetsvoorstel regierol gemeenten Volgens artikel 172.2 van de gemeentewet is de burgemeester belast met de handhaving van openbare orde en veiligheid. In het wetsvoorstel regierol gemeenten wordt de gemeenteraad verplicht eens per 4 jaar een lokaal veiligheidsplan te maken en deze te verankeren in het lokale beleid. De burgemeester is gehouden toe te zien op het lokale veiligheidsbeleid en is verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad (artikel 171a van de gemeentewet). De gemeente moet dus de regie-rol naar zich toe trekken. Regie kan uitgelegd worden als een bijzondere vorm van sturen, gericht op afstemmen van actoren. Het is geen wettelijke bevoegdheid maar een bestuurlijke opdracht om richting te geven aan samenwerking. Ook van de individuele burger mag een bijdrage worden verwacht. Door BB kan die rol gestalte krijgen. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 22 van 49
2.2.11: Sustainisme, een nieuwe wereld Na het tijdperk van het modernisme en het post-modernisme leven we volgens cultuursociologen Michiel Schwarz en Joost Elffers nu in het tijdperk wat sustainisme wordt genoemd. Dit tijdperk wordt onder andere gekenmerkt door een cultuur van netwerken, uitwisselen en delen. De toon van “hope en change” uit de campagne van Barack Obama klinkt er in door. Vooral een grotere verbondenheid en meer lokale samenhang en dwarsverbanden zijn naast duurzaamheid kernbegrippen voor het sustainisme. De “trefoil knot” Dit komt ook tot uiting in het symbool voor sustainisme, de “trefoil knot”. We leven in het lokale en zijn tegelijkertijd wereldburger. De opkomst van een nieuw “lokalisme”in een gemondialiseerde wereld is kenmerkend voor het sustainisme. Lokaal en mondiaal staan niet meer tegenover elkaar. “All locals are globally connected”, vat Schwarz kort samen. “Oftewel kleinschaligheid van de buurt is voor iemand even vanzelfsprekend en gewenst als de grootschaligheid van globalisme via internet. We leven lokaal en zijn tegelijkertijd wereldburgers. Het is de lokale boerenmarkt én Twitter, het cafe én CNN, het plein én Facebook." Deze wijze van kijken past goed bij BB. We zijn ons bewust van de invloed die de gebeurtenissen in de wereld hebben op de veiligheidsgevoelens van burgers in de wijk. We willen ook de oude nieuwe media zoals Twitter en een website gebruiken in de communicatie met burgers. Ook met BB hebben we de hoop op verandering gevestigd.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 23 van 49
3:
De pilot
Mede naar aanleiding van de daling van de veiligheidsindex, werd gezocht naar manieren om het subjectieve veiligheidsgevoel te verbeteren. Op initiatief van F. Bijl, wijkteamchef van het Nieuwe Westen (politie) en ondergetekende (wijkagent in het Nieuwe Westen) is in de Pupillenbuurt in de Rotterdamse wijk Het Nieuwe Westen een pilot uitgevoerd genaamd “buurt bestuurt”.
3.1: De pupillenbuurt Deze pilot was gericht op het verbeteren van het vertrouwen wat bewoners en ondernemers hebben in de politie. Uitgangspunt daarbij was dat er niemand beter weet wat nodig is om een buurt veiliger en leefbaarder te maken dan de burgers zelf. In plaats van het aanhoren van de klachten door professionals die dan zelf prioriteiten stellen in het uit te voeren werk, mogen de prioriteiten vastgesteld worden door de bewoners/ondernemers. Wij zagen het verhogen van de zelfredzaamheid van de burgers en hen meer betrekken bij de veiligheidsaanpak als een uitdaging. Daarbij is vooraf ook gekeken naar bestaande initiatieven die dit vraagstuk aanpakken. Nationaal boden met name “de deventer wijkaanpak”, “Veilige buurten”uit Maastricht (bijlage P 2) en “buurtsignaal” uit Eindhoven aanknopingspunten en ook werden valkuilen bekend. Beide initiatieven waren behoorlijk gericht op diepgang, werken achter de voordeur en lange termijn visie. Ik denk dat deze beide benaderingen heel goed kunnen werken als er al een basis van onderling vertrouwen is. En juist dat ontbreekt mijns inziens. Internationaal hebben we met een schuin oog gekeken naar Chicogo (USA) waar “CAPS” (chicago alternative policing strategy) werd bedreven en naar New-York (USA) waar de zero-tolerance methode werd toegepast. De Nederlandse initiatieven zagen er behoorlijk ambtelijk uit, veel taken en verantwoordelijkheden bij professionals. De burgers werden vooral als informatiebron gezien. De New-yorkse zero tolerance methodiek is een zeer kostbare. Er is heel veel personele inzet voor nodig en derhalve slechts langdurig toepasbaar als behoorlijk meer geld beschikbaar komt voor politietoezicht. Met de nasleep van de banken- en economische krisis in het achterhoofd lijkt dat een onhaalbare kaart. Ook in Engeland worstelt men met het vertrouwensvraagstuk. Aanvankelijk was men daar vooral gericht op resultaten en prestaties. Sinds kort is de focus verlegt naar het vertrouwen. Dit gaat dan om vertrouwen van de burgers in de overheid maar ook van de overheid in de burger. In Engeland vond de omschakeling plaats van “result-driven” naar “confidence-driven”. De filosofie luidt: “Op het moment dat er vertrouwen is, komen de resultaten vanzelf”. Deze visie werd in mei 2011 onderstreept tijdens mijn gesprek met John Molloy, Senior Policing Advisor, department of Local Policing, Crime and Justice Unit van het politiedistrict uit Kent (GB). Het vraagstuk van het dalende vertrouwen in de overheid kan gezien worden als maatschappelijk vraagstuk. Daarbinnen zoekt de politie, als onderdeel van die overheid, naar mogelijke oplossingen voor dit probleem, binnen haar eigen mogelijkheden. 3.1.1: Samenwerken Vanaf de start is samenwerking gezocht met zowel opbouwwerk, als stadstoezicht en de deelgemeente. De deelgemeente: Een deelgemeente is in Nederland de laagste bestuurslaag in een gemeente. In de Gemeentewet is geregeld dat een gemeentebestuur een aantal deelgemeenten kan instellen. Deelgemeenten hebben een eigen volksvertegenwoordiging, de deelgemeenteraad of kortweg deelraad. Als vertegenwoordiger van het lokale bestuur is de deelgemeente regiehouder voor veiligheid in de publieke ruimte en om die reden een belangrijke schakel in BB. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 24 van 49 Stadstoezicht: Stadstoezicht is een gemeentelijke organisatie die zich bezig houdt met toezicht en handhaving. Driekwart van de medewerkers is letterlijk aanwezig op straat, in fietsenstallingen, in parkeergarages, bij evenementen en op tal van andere locaties waar hun inzet nodig is, waaronder ook gewoon surveillerend in de wijken. Stadstoezicht handhaaft onder meer de regels die gelden voor het parkeren en op de markten van Rotterdam, en zorgt ook voor goede voorzieningen op dat gebied - zoals parkeergarages en marktterreinen. Sinds kort zijn de taken van de toezichthouders uitgebreid met opsporing van zaken op het gebied van huisvuil, hondenoverlast, aanhangwagens, auto- en fietswrakken maar ook kleine verkeerszaken zoals bijvoorbeeld fietsen op de stoep. Binnen BB zijn zij belangrijk omdat veel zaken waaraan burgers zich ergeren en die hun veiligheidsgevoel aantasten, tot het takenpakket van stadstoezicht behoren. Verder is stadstoezicht een jonge organisatie die voorheen werd bemand door “melketiers”, mensen die langdurig werkloos waren en met het werk van stadstoezicht weer in een arbeidsritme werden geholpen. De bedoeling was dat mensen doorstroomden naar regulier werk. Inmiddels is stadstoezicht een volwassen organisatie met gekwalificeerd personeel. In de ogen van veel bewoners zijn de toezichthouders echter nog vaak onvoldoende gekwalificeerd voor het lastige werk. Stadstoezicht kampt daaromtrent met een imago-probleem. Deelname aan BB geeft hen ook de mogelijkheid dit imago te verbeteren. Bewoners leren immers door deelname beter wat de taken en verantwoordelijkheden van stadstoezicht zijn, maar ook waar hun onmogelijkheden liggen. Opbouwwerk: Opbouwwerk wordt in de deelgemeente Delfshaven verzorgd door de private organisatie genaamd: Delphi opbouwwerk. De Opbouwwerker heeft als taak het vergroten van de betrokkenheid van bewoners en organisaties op wijkniveau. De taken van de opbouwwerker bestaan o.a. uit: • burgers en maatschappelijke organisaties mobiliseren en inspireren om actief te worden in de wijk; • particuliere initiatieven tot wasdom brengen door de initiatiefnemers en organisatoren vraaggericht te ondersteunen; • gedetailleerde kennis vergaren van en over de buurt en haar bewoners; • inzicht krijgen in de sociale kansen en bedreigingen op straat-, buurt- en wijkniveau; • sociale netwerken in de buurt (helpen) opbouwen én sterk houden; • bewoners en organisaties met goede ideeën voor de buurt aan elkaar koppelen. Opbouwwerk past perfect in de werkwijze BB. Om te beginnen bij de start in een buurt. Opbouwwerk heeft daar al een netwerk wat aangeboord kan worden. Maar hun deelname komt nog beter aan bod bij het ondersteunen van bewonersinitiatieven. In onze filosofie zou de deelgemeente in dit project de regie dienen te voeren. Het is immer geheel gericht op veiligheid en leefbaarheid in de publieke ruimte, een kerntaak van het bestuur. Opbouwwerk en stadstoezicht vonden wij direct bereid mee te denken en mee te doen in de uitvoering. De deelgemeente, bij monde van de gebiedsmanager, zag voor zichzelf, ondanks de kerntaken discussie, toch vooral een rol op de achtergrond. Hierdoor is binnen het management van het politiedistrict nog overwogen of de pilot wel gestart moest worden. Gelukkig heeft met name dhr. Bijl gehoor weten te vinden voor deze unieke en veelbelovende pilot. Wij kregen toestemming om “bij wijze van uitzondering” te fungeren als zowel initiatiefnemer als regiehouder als ook enthousiasmeerder. Afgesproken werd dat de inzet wel gericht zou zijn op het te zijner tijd overdragen van de regierol aan het openbaar bestuur. Bij de start van de pilot is de communicatiemedewerkster (van de politie) actief betrokken. Zij zorgde behalve voor stukjes tekst in de wijkkrant en op de intranetsite ook voor het samenstellen en drukken van verschillende producten zoals flyers, folders en posters. In het vervolg van BB speelt zij een actieve rol in het op de kaart zetten en houden van BB bij de diverse in- en externe mediavormen. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 25 van 49 In het kort kwam de pilot neer op de volgende werkwijze; ¾ Vorming van een buurtcomité ¾ Vaststellen van de prioriteiten ¾ Uitvoering van de prioriteiten ¾ Actieve terugkoppeling 3.1.2: Proces buurtcomité Na een presentatie aan zo veel mogelijk buurtbewoners en ondernemers wordt een representatief buurtcomité gevormd welke een afspiegeling is van de buurt. Vooraf is onderzocht wat de samenstelling van de buurt is en middels de methodiek van “gericht netwerken” wordt getracht zo dicht mogelijk bij de ideale samenstelling van het comité te komen. Stadsmarinier in Delfshaven, Marcel Dela Haije, verwoordde het als volgt: “Het is belangrijk bewoners te betrekken in de coalitie, in plaats van hen in de oppositie te laten, want de oppositie gooit stenen naar de coalitie”. Het is ook van belang dat in dat buurtcomité niet alleen bewoners zijn vertegenwoordigd die het eens zijn met de professionals. Het is de kunst om in die afvaardiging ook je eigen tegenspraak te organiseren. Je kunt dit streven samenvatten onder de spreuk: “zonder wrijving, geen glans”. Aan het buurtcomité nemen 10 tot 18 bewoners deel. De deelgemeente, politie, stadstoezicht en opbouwwerk leveren ieder een vaste deelnemer. Op basis van wensen van bewoners kunnen andere professionals incidenteel uitgenodigd worden. Het buurtcomité heeft van zowel politie als stadstoezicht elk 200 uren naar eigen goeddunken mogen inzetten in de strijd tegen onveiligheid cq. leefbaarheid. Voor zover de werkzaamheden vielen binnen de normale bedrijfsvoering, mocht het comité bepalen wat werd aangepakt en met welke prioriteit. De hoe vraag werd door de diensten zelf bepaald. Gedurende de uitvoer-periode (gekozen is voor 2 maanden vanwege het herkenbaar maken van de inzet) werd zeer actief gecommuniceerd met de bewoners over de activiteiten die op hun verzoek werden ondernomen. Zo wisten zij steeds wanneer en aan welk van de door hen gestelde prioriteiten gewerkt werd en met welk resultaat. De bijeenkomsten van het buurtcomité zijn bij voorkeur geen strak geregisseerde vergaderingen met een agenda en notulen. We proberen het licht en luchtig te houden, met af en toe ook tijd voor een grap. Behalve praten over de zaken die aangepakt dienen te worden, willen de deelnemers soms ook graag dingen doen. In meerdere comités is besloten af en toe een schouwronde te doen en wordt nagedacht over andere invulling van de wens om iets actiefs te doen. Bij voorkeur neemt de vertegenwoordiger van de deelgemeente voorafgaand en tijdens de bijeenkomsten het voortouw (regie), tenzij onderling anders is afgesproken. Het is een wens van mij dat bewoners ook hierin geleidelijk meer een rol krijgen. Bij de start van de pilot was de deelgemeente nog geen actief deelnemer aan BB en om die reden lag het initiatief en de regie eerst bij mij. 3.1.3: Prioritering In gesprekken met bewoners komen steevast de alledaagse ergernissen en veelvoorkomende verstoringen van de leefbaarheid en veiligheid in de publieke ruimte naar voren als zij aangeven waardoor hun veiligheidsbeleving onder druk staat. Veel vaker wordt gesproken over vuil naast de vuilcontainer, hondenpoep, verkeersgedrag en de aanwezigheid van personen die kennelijk de orde verstoren, dan over inbraken in woningen en auto’s of incidentele geweldplegingen. De problemen zijn divers en niet iedereen ervaart elk probleem even zwaar. Voor professionals is dit een moeilijke fase. Zij zijn gewend snel oplossingsgericht te denken. Het uitstellen van je oordeel, zoals bedacht door de uitvinder van het brainstormen, Alex Osborn, is een belangrijk onderdeel tijdens prioritering. Datzelfde geldt voor het benoemen van zogenaamde “idea-killers”zoals; ja, maar, ik heb geen tijd, dat zijn onze mensen niet gewend, dat hebben we al geprobeerd, dat hebben we nog nooit zo gedaan enz enz..
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 26 van 49 3.1.4: afstemming Voortdurend vinden in de buurt zogenaamde 5-minutengesprekken plaats. Politiepersoneel of personeel van stadstoezicht knopen uit eigen initiatief een gesprek aan met bewoners en vragen onder andere wat er volgens hen moet gebeuren om de buurt veiliger en leefbaarder te maken. De uitkomsten van deze 5-minutengesprekken worden meegenomen in de afweging van aan te pakken prioriteiten. Zo heeft ook de groep van de chaos (zie 2.2.7 Teisman) inbreng in BB. De werkzaamheden zijn uitgevoerd bovenop de normaal uit te voeren taken. Na afloop was het buurtcomité zeer te spreken over de uitgevoerde werkzaamheden, drong aan op voortzetting en was het vertrouwen in beide diensten substantieel gestegen. Met name het actief communiceren bleek van essentiële toegevoegde waarde.
3.2:
De uitkomst van de pilot
0-meting: Voor de start van de pilot werden middels een ad-random enquêtes op straat aan bewoners vragen gesteld (0-meting). De vragen gingen over ervaren criminaliteit, overlast en leefbaarheid, vertrouwen in de overheid en prioritering van aan te pakken problemen. 1-meting: Na afloop werden middels dezelfde methode nogmaals dezelfde vragen gesteld (1-meting). De uitslag van de vergelijking van deze beide enquêtes was bijzonder positief. De eerste vragen gingen over onderwerpen die het comité had gekozen. Uit de enquête bleek dat 74 % van de bewoners het eens was met de onderwerpen die door het comité waren samengesteld. 23% procent was het niet eens met de genoemde onderwerpen. Hier werden echter wel onderwerpen genoemd die passen in de wanordelijkheden, zoals geluidsoverlast, los Uitslag 1 meting op vraag of gekozen onderwerpen overeenkomen met de wens van de buurt
lopende honden. Onderwerpen die passen binnen de collectieve behoefte. 3% van de bewoners benoemde individuele zaken zoals woninginbraak. 77% van de geënquêteerden vond de werkwijze die de politie en de dienst Stadstoezicht de afgelopen twee maanden hebben laten zien goed tot zeer goed. 14% vond het matig en 3 % vond het slecht. 6% had geen mening. 49% van de bewoners had de extra inzet van de diensten opgemerkt. Eén van de geïnterviewden zei; “Eindelijk worden die zaken aangepakt waar ik echt last van heb.” 71 % geeft aan dat deze werkwijze het vertrouwen in de diensten heeft vergroot. Verder werd gevraagd een oordeel te geven over het vertrouwen in het functioneren van de politie. 9% procent gaf aan zeer tevreden te zijn, 68% tevreden, 20% neutraal en er was niemand ontevreden of zeer ontevreden over de politie. In vergelijking met de 0-meting betrof het hier een toename van 26% van mensen die aangaven vertrouwen in de politie te hebben. 3.2.1: reactie deelgemeente Direct na afloop van de pilot veranderde de houding van de deelgemeente. Van volger-op-afstand veranderde dit in actief betrokkene. Hoewel ook de interne organisatie van de deelgemeente nog heel erg moest wennen aan deze veranderde werkwijze is daar nu wel een begin gemaakt met meer vraaggestuurd werken. Voor elke buurt is nu één medewerker het vaste gezicht van de deelgemeente. Het beleid van de deelgemeente is nu ook vooral gericht op zichtbaarheid in de wijk.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 27 van 49
4:
Probleemstelling:
Alle bovengenoemde aspecten hebben geleid tot de aan mij verstrekte opdracht om te onderzoeken of de werkwijze BB in meer wijkteams in Rotterdam-West kon worden ingevoerd. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Hoe kan “buurt bestuurt”, als middel ter verbetering van het vertrouwen in de overheid en ter verhoging van de veiligheidsgevoelens, in meer wijkteams binnen district West geïntegreerd worden.
4.1: Deelvragen: De hoofdvraag in de probleemstelling heeft geleid tot het opstellen van de volgende deelvragen; • Wat zijn de kenmerkende elementen in de werkwijze buurt bestuurt? • Hoe kan de werkwijze buurt bestuurt nog verbeterd worden? • Draagt de werkwijze buurt bestuurt bij aan een stijging van het vertrouwen in de politie?
4.2: Doelstelling Het verbeteren van het vertrouwen van burgers in de politie en de overheid in zijn algemeen en het versterken van het imago van de politie door in ten minste 3 buurten in Rotterdam-West de werkwijze BB toe te passen voor 1 juni 2011. Hierdoor zullen minder mensen een gevoel van onveiligheid hebben en dat zal de veiligheidsindex positief beïnvloeden. Een uitspraak van een bekende voetbaltrainer (Foppe de Haan) staat mij hierbij helder voor ogen; “Het gaat er niet om hoe je zo veel mogelijk mensen jouw dwingende zin oplegt. Het gaat er om hoe je allerlei verschillende mensen weet te motiveren dezelfde kant op te gaan.” Hoe ik dat deed zal ik later nader toelichten. 4.2.1: SMART Om gericht te kunnen werken aan de doelstelling en om achteraf te kunnen vaststellen of de doelstelling behaald is, leg ik de doelstelling langs de SMART-meetlat. 4.2.1.1: Specifiek Burgerparticipatie is te verdelen in drie niveaus, te weten informeren (vertellen wat je doet), consulteren (vragen wat er speelt) en participeren (gericht zelf actief bijdragen). BB richt zich op de categorie participeren. BB heeft als belangrijkste doelstelling het vertrouwen in de politie (breder: de overheid) te verbeteren. Te bereiken door bewoners en ondernemers direct invloed te laten hebben op uit te voeren activiteiten ten behoeve van verbetering van de leefbaarheid en vermindering van de onveiligheid(sgevoelens). Deze werkwijze moet in meer buurten worden geïntegreerd in de normale dienstuitvoering, te binnen bij ten minste drie buurten binnen district Rotterdam-West. 4.2.1.2: Meetbaar Het politiedistrict West bestaat uit 6 wijkteams, elk bestaande uit 4 tot 6 buurten. BB zal ten minste in 3 buurten geïmplementeerd worden. Om de effecten te kunnen meten zal ik er op aandringen elke eerste implementatie in een wijkteam vooraf te laten gaan van een 0-meting en gevolgd door een 1-meting.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 28 van 49 4.2.1.3: Acceptabel Het toepassen van het concept “BB” is interessant voor: 1. De burgers. Zij zijn gebaat bij vertrouwen in de overheid in casu de politie vanwege een afname van het onveiligheidsgevoel. Er wordt daadwerkelijk naar hen geluisterd. 2. De politie: Bij een goede band met bewoners wordt de informatiepositie van de politie versterkt en kan daadwerkelijk informatiegericht personeel worden ingezet. Verder wordt het imago van de politie positief beïnvloed. 3. De gemeente: Als het gevoel voor onveiligheid afneemt scoren wijken hoger in de veiligheidsindex en is er minder behoefte aan dure en op incidenten gerichte inzet van middelen ter verbetering van de veiligheid. De middelen kunnen probleemgericht ingezet worden wat een duurzamer effect heeft dan incidentgerichte oplossingen. 4. Stadstoezicht: Deze dienst kampt met imagoproblemen vanwege de historie. Met de professionalisering van deze dienst en de uitbreiding van hun taken zullen zij moeten tonen dat de organisatie veranderd is. 5. Opbouwwerk: Zij kunnen zich onderscheiden door het faciliteren en begeleiden van bewonersinitiatieven die voortvloeien uit dit project. Versterken van het netwerk van deelnemers, verbeteren van de communicatie en activering van burgers zijn niet weg te poetsen neveneffecten voor alle betrokkenen. De vraag op welke wijze de onveiligheidsgevoelens van bewoners en ondernemers het best kunnen worden beinvloed, houdt niet alleen de politie in Rotterdam West bezig. Landelijk is dit een punt van aandacht voor alle instanties die zich (zijdelings) bezig houden met veiligheid, in de breedtste zin van het woord. 4.2.1.4: Realistisch Na de geslaagde pilot in de Pupillenbuurt bleek dat er voor alle deelnemende partijen veel winst was te behalen. Nadat de resultaten bekend gemaakt werden werd ik vanuit verschillende kanten benaderd met de vraag wat we gedaan hadden en hoe het resultaat tot stand was gekomen. Daarbij bleek dat zowel vanuit bestuurlijke- als uitvoerende organisaties gezocht werd naar mogelijkheden om te werken aan het herstel van vertrouwen en het verbeteren van de veiligheidsbeleving van bewoners en ondernemers. Tijdens de gesprekken over de doelstelling leek uitbreiding naar 3 andere buurten binnen de gestelde tijd zeer realistisch. Tijdens het werken aan deze doelstelling werd ik ingehaald door de werkelijkheid. BB wordt inmiddels binnen district West toegepast in meerdere buurten. Ook in de rest van de regio Rotterdam-Rijnmond wordt BB op verschillende plaatsen toegepast. De Burgemeester van Rotterdam (dhr Aboutaleb) heeft medio januari 2011 opdracht gegeven te onderzoeken hoe BB voor eind 2011 in ten minste 50 buurten kan zijn geintroduceerd. Buiten de regio Rotterdam-Rijnmond bestaat ook brede interesse in de werkwijze BB. Landelijke aandacht kreeg BB toen in het 8-uur journaal van zondag 20 maart toegelicht werd wat deze werkwijze inhoudt. 4.2.1.5: Tijdgebonden Er is een activiteitenplanning vastgelegd Ik realiseerde me bij de opstelling al dat deze planning op vele manieren verstoord kan worden. Gedurende de uitvoering bleek al dat de invloed van veel partijen en personen ook een grote invloed hadden op de tijdsplanning. De tijdsplanning heb ik daarna nog slechts gebruikt als spoorboekje om te werken aan uitbreiding in meer buurten binnen Rotterdam-West.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 29 van 49
5:
Strategie:
In gesprekken met het hoofd wijkpolitie en zijn vervanger, voorafgaand aan de keuze van het onderwerp voor mijn afstudeerscriptie, bleek al dat zij een groot voorstander waren van het uitbreiden van de werkwijze BB binnen andere wijkteams. We spraken af dat zij hun enthousiasme vooral niet onder stoelen of banken zouden steken, maar dat we ook (liefst) niet wilden overgaan tot het opleggen van verplichtingen. Mijn opdracht was het enthousiasmeren en ondersteunen van teams die deze werkwijze wilden omarmen (werken vanuit intrinsieke motivatie). Daartoe heb ik de volgende stappen ondernomen:
5.1: intern Mijn eigen wijkteam (het Nieuwe Westen) was van begin af aan betrokken bij de pilot in de Pupillenbuurt. Door met veel enthousiasme te laten zien welke effecten en doelen bereikt werden met deze werkwijze werden de meeste wijkagenten binnen mijn wijkteam geënthousiasmeerd in verschillende stadia. Aan de ene kant was er een wijkagent van meet af aan heel gedreven om zo snel mogelijk na de pilot in zijn gebied te starten met BB. Aan de andere kant van het enthousiasme bevond zich een andere wijkagent die het eerst nog even wilde aanzien en vooral opzag tegen het uit handen geven van een deel van de regie. Door hen volop mee te laten denken bij de doorontwikkeling werd het concept ook voor een deel van hen en kwam het voorstel om BB in alle buurten binnen ons wijkteam te starten voor een belangrijk deel bij hen vandaan. (Bijlage A)
5.2: extern Omdat al snel duidelijk werd dat het initiatief om met BB te starten niet snel door een (deel)gemeente genomen zou gaan worden, heb ik mijn pijlen gericht op mijn collega-wijkagenten, de stadsmariniers, de direktie veiligheid en de bewoners. Stadsmariniers zijn een soort super-ambtenaren met een grote mate van doorzettingsmacht. Zij zijn aangesteld om met name in probleemgebieden sneller en efficienter samenwerkingen af te dwingen opdat de problemen worden aangepakt. Aanjagen, aanmoedigen, doorbreken van situaties die oplossingen in de weg staan zijn hun belangrijkste opdrachten. Zij zijn rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de burgemeester. De direktie veilig is de ambtelijke organisatie die belast is met de taken die voortvloeien uit het vijfjarenactieprogramma veiligheid 2010-2014. Deze directie ondersteunt ook de taken van de 8 stadsmariniers in Rotterdam. Om deze vier groepen de stadsmarinier enthousiast te krijgen voor BB heb ik aangestuurd op de volgende volgorde in stappen: kennis laten maken – interesse opwekken – vragen beantwoorden – nader/dieper toelichten – ondersteuning aanbieden – monitoren/helpen. 5.2.1: Kennis laten maken Ik heb anderen kennis laten maken en hun interesse opgewekt door gebruik te maken van een aantal communicatie-kanalen. Zo is er in het personeelsblad “geboeid” een artikel opgenomen waarin ik werd geïnterviewd over BB. Verder ben ik geinterviewd in een nieuwsprogramma van “regio tv”, is er een redaktioneel stuk geschreven door een journalist van het “Algemeen Dagblad”(bijlage P3) en later ook in de “echo” (Bijlage P7)en de “stadskrant”(Bijlage P 6), twee gratis kranten voor bewoners in de regio. Ook in “de politiepost”, een blad van de politie wat huis-aan-huis verspreid wordt medio juni Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 30 van 49 2011, in de regio’s Rijnmond en Haaglanden wordt een redactioneel stuk geweid aan dit onderwerp. (Bijlagen P1 en P9) In februari is er op een speelse wijze ook aandacht besteed aan BB in het programma “aanpakken` van TV-Rijnmond. Op zondag 20 maart 2011 besteedde het NOS-journaal aandacht aan BB (best bekeken programma van de week). Tijdens een door professionals druk bezochte werkconferentie “Hoe beïnvloed je het veiligheidsgevoel”, op 18 april 2011 in Rotterdam werd buurt bestuurt besproken en toegelicht als een middel wat bij uitstek geschikt is om het vertrouwen tussen burgers en overheid te herstellen en zo te werken aan een verbetering van het veiligheidsgevoel. 5.2.2: Vragen beantwoorden Op twee manieren beantwoordde ik vragen en lichte zaken nader toe. Enerzijds kreeg ik vanuit diverse hoeken het verzoek om het project toe te lichten. Anderzijds zocht ik doelbewust naar manieren om op mijn initiatief personen en organisaties te benaderen voor een nadere toelichting. Veelal individuele wijkagenten benaderden mij met de vraag om toelichting omdat zij interesse hadden in de werkwijze. Ik sprak o.a. Met wijkagenten van Ridderkerk, Kralingen, Vlaardingen, Tilburg, Poortugaal, Hillesluis, Oude Westen, Overschie, Bospolder, Spangen, Middelland, Delfshaven en de Hoeksche Waard. Verder heb ik een presentatie gegeven over BB aan de voltallige deelraad van Hoogvliet, een afvaardiging van de direktie veilig, de direktieraad veilig (direkteuren van organisaties die betrokken zijn bij de direktie veilig), aan een delegatie van woningcorporatie. “Woonbron” en aan twee Rotterdamse wethouders (mevr v Huffelen van o.a. duurzaamheid en mevr. Louwes van onder andere participatie). Opvallend daarbij was dat na bijna ieder gesprek of presentatie werd gemeld dat men zeer geinspireerd was geraakt en er het liefst “morgen” mee wilde beginnen. Op 15 november 2010 heb ik een informatieve bijeenkomst georganiseerd in het auditorium in het hoofdburo van politie in Rotterdam. Daarbij heb ik de volgende (groepen) personen uitgenodigd; de korpsleiding, alle hoofden wijkpolitie, alle stadsmariniers, wijkteamchefs van zowel politie als stadstoezicht en geinteresseerde buurtagenten. Alle groepen, behoudens de korpsleiding, waren die middag vertegenwoordigd en op twee wijkagenten na werd er enthousiast gereageerd. Onder het beantwoorden van vragen versta ik tevens het verstrekken van informatie (voordat een duidelijke vraag zich aandient). Om BB onder een breed publiek bekend te maken en toe te lichten, zijn een aantal publicaties uitgegeven. Zo mocht ik met een item over BB een bijdrage leveren aan het jaarverslag 2010 van de Nederlandse politie, wordt in mei 2011 een forse bijdrage over BB gepubliceerd in de digitale nieuwsbrief van het centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (Bijlage P11) en zijn er tussen december 2009 en nu verschillende redactionele bijdragen verschenen in zowel plaatselijke als landelijke (dag)bladen en interne vakbladen. Bij het opmaken van deze thesis is het genoemde jaarverslag nog niet publiek verschenen. Het zal binnenkort verschijnen op www.rijksoverheid.nl. Ook het artikel in de digitale nieuwsbrief van CCV is nog niet verschenen. Indien mogelijk zal een exemplaar van het artikel later bijgevoegd worden. Verder heb ik een samenvatting van de werkwijze BB geplaatst op politie2.0 ( http://criminaliteitswijzer.ning.com/ ). 5.2.3: Ondersteuning bieden Ik heb de stap ondersteuning aanbieden en monitoren/helpen, handen en voeten gegeven door middel van het ter beschikking stellen van de door mij gebruikte 0-meting (Bijlage E) en het implementatieplan. Verder ben ik op verschillende plaatsen aanwezig geweest tijdens presentaties over BB van collega-wijkagenten aan hun bewoners. Collega's die aangaven te gaan starten met BB werden door mij van tijd tot tijd benaderd met de vraag hoe ver het stond met hun voorbereiding en of ze mijn hulp nog ergens konden gebruiken. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 31 van 49 Vaak leidde dat tot specifieke vragen over de wijze van enqueteren, organiseren van een informatiebijeenkomst of andere vragen. De route die ik hierbij voor mezelf voor ogen heb: Ik loop voorop, geef het goede voorbeeld, geef zo snel als mogelijk ruimte aan nieuwe prominenten, volg, stimuleer en ondersteun de prominenten en pak ankerhangers aan. Soms moet je een nieuwe werkwijze ook interessant maken voor deelnemers. Ik heb voorgesteld om de uitbreiding van het experiment met twitterende wijkagenten voort te zetten waarbij deelnemers aan BB voorrang genieten.
5.3: De spagaat tussen starten en doorontwikkelen. Terwijl de start van BB in steeds meer wijken werd overwogen of het besluit al was genomen, ontstond binnen het Nieuwe Westen een andere vraag. “Hoe kunnen we BB doorontwikkelen?” We waren immers al een jaar bezig vanaf de opstart van de pilot. De behoefte om door te ontwikkelen was duidelijk voelbaar. Op 30 november 2010 heb ik met anderen een conferentie BB in het Nieuwe Westen georganiseerd. 5.3.1: Conferentie buurt bestuurt Met soep en broodjes vooraf werd in groepjes gediscuseerd over wat de belangrijke elementen in BB zijn, welke elementen nog verbeterd kunnen worden en hoe BB doorontwikkeld kan worden. Uit alle buurten van het Nieuwe Westen werden bewoners uitgenodigd. Verder waren vertegenwoordigers van deelgemeente, politie, stadstoezicht en opbouwwerk uitgenodigd. Vooraf spraken we af dat zo veel mogelijk de leiding in de groepjes genomen moest worden door bewoners. Er werd met veel enthousiasme deelgenomen. Op de drie gestelde vragen werd samengevat als volgt gereageerd; Ó Wat zijn de belangrijke elementen in buurt bestuurt? Communicatie/onderling contact/informatie uitwisselen, bewoners activeren, afspraken nakomen, verwachtingen realistich maken, brede vertegenwoordiging, vier de successen, gaat om concrete zaken, onderling respect, maatwerk per buurt, snelle aanpak werkt enthousiasmerend. Ó Welke elementen in buurt bestuurt kunnen nog verbeterd worden? Onbekendheid bij deel van de bewoners, het verloop van bewoners, de diversiteit (afspiegeling ook in leefstijlen), taal is soms een barrière, meer organisaties moeten vraaggestuurd werken, sommige groepen moeilijk te bereiken (jeugd), complimenten uitdelen, niet alleen zaken aanpakken maar ook positieve zaken ondersteunen, hou het zo klein dat bewoners elkaar begrijpen, versplintering tegen gaan. Ó Hoe kan buurt bestuurt door ontwikkeld worden? Kijk kritisch naar de indeling van buurten, is die nu ook logisch voor bewoners. Voorkom dat een selekt groepje bewoners meerdere keren per week naar bijeenkomsten gaan t.b.v. de buurt (concentreren). Werk aan een manier van communiceren met de buurt. Betrek bewoners bij het interesseren van ontbrekende groepen in het buurtcomité.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 32 van 49
6:
Uitvoering
Door alle bovenomschreven activiteiten is BB inmiddels een begrip geworden binnen de gemeente, deelgemeenten, politie en stadstoezicht binnen Rotterdam. Via de boven omschreven wijze is de werkwijze geïntroduceerd, gecommuniceerd en warm aanbevolen. In diverse buurten wordt in verschillende fases van ontwikkeling al gewerkt met BB.
6.1: Rotterdam West Binnen het politiedistrikt Rotterdam-West is de stand van zaken als volgt: Ó Het Nieuwe Westen Na de pilot is BB opgestart in de Adriaan Milderbuurt, de Hofstedebuurt, de Gerrit van der Lindebuurt, de Osseweibuurt en de Essenburgbuurt (allen binnen de wijk het Nieuwe Westen). In deze buurten waren bewoners na de opstartfase erg positief en is ook op aanvraag van de bewoners besloten door te gaan met deze werkwijze. Elke buurt op zijn eigen manier, waarbij er verschillen zijn in bijvoorbeeld vergaderfrequentie, manier van communiceren en wensen van bewoners. Ó Middelland Verder is in de wijk Middelland besloten om in 2011 te starten met BB in 4 buurten. In deze wijk is door de professionals besloten BB te starten in kleinere afgebakende stukken van de wijk, bijvoorbeeld ook in één straat. De belangrijkste reden hiervoor is om aan te sluiten bij het “buurtgevoel” van bewoners. De evaluatie van deze ontwikkeling zie ik met nieuwsgierigheid tegemoet. Ó Delfshaven In de wijk Delfshaven is inmiddels gestart met BB in de buurt genaamd oud-Delfshaven. Na enkele ernstige (zeden- en schiet)incidenten beloofde de burgemeester tijdens een bijeenkomst met bewoners dat BB in hun buurt met voorrang zou worden gestart. Met deze belofte werden professionals een beetje voor het blok gezet omdat hierover niet vooraf was overlegd. Aan de ene kant was ik blij met dit aanbod van de burgemeester. Hiermee gaf hij aan BB een waardevol instrument te vinden. Aan de andere kant had ik wat angst voor deze ontwikkeling. Tijdens eerdere brainstormsessies over BB was besproken in welke buurten BB een bijdrage zou kunnen leveren aan veiligheidsgevoel. De door ieder gedragen mening was toen dat je BB niet zou moeten starten in een buurt waar min of meer `oorlog` heerst. Alle aandacht zou dan gaan naar de incidenten en niet naar de brede blik op veiligheidsbeleving. Tijdens de eerste bewonersbijeenkomsten over BB bleek echter dat ik de bewoners sterk onderschat had. Uiteraard waren de grote incidenten wel onderwerp van gesprek maar bewoners brachten al heel snel wensen naar voren die over hele andere dingen gingen zoals speelplaatsen, groenvoorziening en vervuiling. Ó Spangen In de wijk spangen is besloten in 2011 een pilot BB te doen in 1 buurt. Op verzoek van de wijkteamchef heb ik daar een voorlichting gegeven aan de wijkagenten. Zodra de keuze van de buurt bepaalt is in samenspraak met de deelgemeente, zal ik daar verdere hulp aanbieden. Ó Bospolder In de wijk Bospolder is de start met BB vreemd verlopen. Door de wijkteamchef werd BB aangeboden aan een groep kritische bewoners van een heel klein deel van de buurt. Door de wijkagent is twitter als communicatiemiddel ingezet en hebben enkele bewoners ook via twitter kenbaar gemaakt deel te willen nemen aan het buurtcomité. Om een voor mij onbekende reden is BB hier gestart zonder actieve bemoeienis van het bestuur. Het is vooralsnog vooral een “politiefeestje”. Hiernaar zal ik nader onderzoek doen en zal ik trachten de noodzakelijke regiefunctie van het bestuur naar binnen te brengen. Voor mij is deze ontwikkeling wel een belangrijk moment. Hoewel alle betrokken wijkteams Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 33 van 49 dezelfde presentatie en informatie van mij ontvingen, maken betrokken personen er toch hun eigen projekt van. Dat is niet slecht, ik wil juist aanmoedigen dat vooral bestaande initiatieven geïntegreerd worden, dat gekeken wordt naar de plaatselijke behoeften en mogelijkheden. Maar enkele essentiele onderdelen zullen in het projekt terug te vinden moeten zijn en de betrokkenheid van het bestuur is er daarvan één. Ó Overschie: De deelgemeente Overschie heeft in samenspraak met de wijkteamchef van overschie besloten ook in Overschie te starten met BB. Op 15 april 2011 heb ik een presentatie gegeven over BB aan alle betrokken professionals. Daar zijn afspraken gemaakt over de rollen en taken die uitgevoerd moeten gaan worden om een start te kunnen gaan maken met BB.
6.2: Buiten het district Buiten het gebied van de deelgemeente Delfshaven is vanuit verschillende invalshoeken informatie gevraagd en verkregen over BB. Ó Hoogvliet Zo heb ik een presentatie gegeven aan de voltallige deelgemeenteraad van de deelgemeente Hoogvliet. Daar is BB inmiddels in 2 buurten gestart. De start is daar gepaard gegaan met het ondertekenen van een convenant door de voorzitter van de deelgemeente en de districtchef van politie.(Bijlage H) In afwijking van de initiatieven in Delfshaven wordt in Hoogvliet niet gewerkt met het beschikking stellen van extra uren aan de bewoners. Direct vanaf het begin wordt de bestaande capaciteit gebruikt om gericht in te zetten op wensen van bewoners. Ó Kralingen Bewoners van de Kralingse wijk de Esch hadden medio 2010 veel geklaagd over de aanwezigheid van drugsrunners. Op hun verzoek hebben politie en bestuur daar aktie tegen ondernomen. Bij een presentatie van de mooie resultaten kreeg de burgemeester te horen dat bewoners graag wilden meepraten over meerdere onderwerpen m.b.t. de veiligheid. De burgemeester bood daar aan BB in te voeren, wat door bewoners met veel dank werd aanvaard. Door de professionals wordt nu met bewoners overlegd over de vorm waarin zij dat willen uitvoeren. Ó Feijenoord/IJsselmonde Door de wijkagenten van distrikt Feijenoord-Ridderster ben ik uitgenodigd om BB te komen toelichten. In verschillende buurten zouden zowel bewoners, wijkagenten en/of ambtenaren plannen hebben om te gaan starten met de werkwijze BB.
6.3: Politiek In november 2010 werd door de gemeenteraad van Rotterdam een motie aangenomen van PvdA en Leefbaar Rotterdam. De motie riep op om de burger meer zeggenschap te geven over de aanpak van veiligheid (Bijlage G). Daartoe zou een internet-site geopend moeten worden waar burgers hun klachten en wensen konden plaatsen en de politie zou daarmee aan de slag moeten. Via twitter heb ik contact gezocht met de indiener van de motie (Peter v Heemst). Tijdens een gesprek met hem en mede-indiner van de motie, R. Simons, heb ik bij hen BB toegelicht. Beiden waren zeer enthousiast en ik maakte duidelijk dat de politie niet de enige partij moest zijn in de veiligheidsaanpak. In januari 2011 is door burgemeester Aboutaleb opdracht gegeven aan de direktie veiligheid om een plan van aanpak te maken voor de uitbreiding van BB naar alle buurten van Rotterdam. Door Peter Groeneveld van deze direktie is een projektgroep samengesteld, bestaande uit 1 communicatieadviseur van de gemeente, 1 gebiedsmanager van een deelgemeente, 1 distriktsmanager stadstoezicht, 1 afgevaardigde namens de hoofden wijkpolitie, 1 wijkteamchef en Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 34 van 49 ondergetekende. De opdracht is door de projektgroep vertaald in de wens om voor 1 januari 2012 BB in ten minste 20 wijken te zijn gestart, waarbij de wijken in onbalans voorrang zou moeten worden gegeven. Voor 1 januari 2013 zal BB in ten minste 50 gebieden uitgerold moeten zijn. Buurten die zelf initiatief nemen worden van harte ondersteund en aangemoedigd. Om tot de gewenste uitbreiding te komen zullen tal van ondersteunende en voorwaarden scheppende ideeen uitgewerkt worden. Voorbeelden daarvan zijn: Ó de inzet van docenten van de politieacademie als coach van de BB teams, Ó de inrichting van een backoffice die vragen beantwoord, de voortgang begeleid en voorbeelden van best-practice bijhoudt, Ó het ontwikkelen van een toolkit communicatie waarin tal van voorbeelden van posters, flyers, een buurt bestuurt internetsite en andere communicatiemiddelen worden verzameld. Verder worden best practices, een startdocument en een format stappenplan ter beschikking gesteld. (Bijlagen B,C en D) Om alle betrokken partijen op dezelfde vlieghoogte te brengen voordat het plan van aanpak wordt gepresenteerd, zal BB op verschillende bijeenkomsten worden gepresenteerd, waaronder tijdens het Bestuurlijk justitieel overleg met alle voorzitters van deelgemeenten, tijdens het overleg met de groep stadsmariniers, aan de direktie veiligheid en tijdens het overleg hoofden wijkpolitie. Het genoemde plan van aanpak zal medio mei 2011 worden gepresenteerd.
6.4: Verantwoording Om terug te komen op de doelstelling; uitbreiding naar ten minste 3 buurten binnen het politiedistrict Rotterdam-West, kan ik kort zijn. Op het moment dat ik deze scriptie schrijf, draait BB, buiten de pilot-buurt, in 8 buurten binnen het district Rotterdam-West (Osseweibuurt, Hofstedebuurt, Adriaen Milderbuurt, Gerrit van der Lindebuurt, Essenburgbuurt (NW), Essenburgbuurt (ML), Bospolder en Oud delfshaven en is de voorbereiding in volle gang om in nog 5 buurten op korte termijn te starten (Spangen, Overschie, Volmarijnstraat e.o., Joost van Geelbuurt en de Gerrit Jan Mulderbuurt). In de rest van de regio is BB uitgerold in verschillende wijken waaronder twee wijken in Hoogvliet, en is de voorbereiding, in verschillende stadia, in nog minstens 10 andere buurten in volle gang.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 35 van 49
7:
Deelvragen
Om de probleemstelling nog nader te kunnen verfijnen, heb ik een drietal deelvragen opgesteld. De vragen zijn tot stand gekomen tijdens een brainstormsessie met klasgenoten van de opleiding. Om een antwoord te kunnen geven op de 80 deelvragen heb ik een aantal activiteiten 70 60 ondernomen. 50 Eind januari heb ik een enquête verstuurd naar 40 30 alle bewoners die op dat moment stonden 20 geregistreerd als deelnemer aan een buurtcomité 10 0 in het Nieuwe Westen. (Bijlage F) In totaal zijn 78 brieven verstuurd brieven retour gekomen enquêtes verstuurd met daarbij een antwoordenveloppe. 29 formulieren werden daadwerkelijk terug ontvangen (ruim 37%). De verstuurde enquête is als bijlage gevoegd bij deze thesis (bijlage F). De deelvragen zijn ook een onderdeel geweest van een conferentie BB, georganiseerd door de deelgemeente (zie hoofdstuk 5.3.1). De vragen waren soms iets anders geformuleerd, maar geven een goed beeld van de mening van de deelnemers. De conferentie werd bezocht door professionals die al met BB werkten en burgers uit alle wijken van het Nieuwe Westen. Verder heb ik de deelvragen gesteld aan enkele professionals die vanaf het begin betrokken zijn bij BB. Dit zijn: Marcel Dela Haije, stadsmarinier, Lot Mertens, gebiedsmanager bij de deelgemeente Delfshaven, Fons Bijl, wijkteamchef politie, Aad van den Hoogen, wijkagent en Koen Wortmann, jr. beleidsmedewerker bij de deelgemeente Delfshaven. Als laatste zal ik mijn eigen mening verwoorden en vervolgens trachten de verschillende uitkomsten samen te bundelen tot één antwoord.
7.1:
deelvraag 1 : Wat zijn de kenmerkende elementen in de werkwijze buurt bestuurt?
Ó Buurtcomitees: De vraag is als volgt gesteld: “Wat zijn volgens u de twee sterkste punten in het project” Men kon daarbij kiezen uit 7 mogelijke antwoorden of zelf een punt toevoegen. Van die mogelijkheid een punt toe te voegen maakte niemand gebruik. De twee meest gekozen antwoorden waren communicatie tussen professional en burger (32%) en naar elkaar luisteren (22%). (zie onderstaand figuur)
nals zijn actiever omdat ze zich nu in het buurtcomite moeten verantw oorden 8% burgers mogen meedenken 12% burgers w eten nu beter w at de professionals doen en w aarom ze iets doen 17% burgers gaan meer zelf doen op het gebied van veiligheid 7% de burger stuurt zelf op veiligheid 2% naar elkaar luisteren 22% Communicatie tussen professional en burger 32%
0 2 4 6 8 101214161820
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 36 van 49 Ó Professionals: Fons Bijl: De burger echt serieus nemen, Verantwoordelijkheid geven aan burgers, sociale cohesie verhogend werken, gevoel geven aan burgers dat ze er niet alleen voor staan. Aad van den Hoogen: Binding met bewoners en ondernemers, korte communicatielijnen, zeggenschap voor bewoners, terugkoppeling gericht op imago van de politie en de buurt (ook de positieve dingen melden). Lot Mertens: Werken op een schaalniveau waarin bewoners zich herkennen, vraaggestuurd werken in plaats van aanbodgestuurd. BB vervult de rol van schakelpunt tussen de politieke wens om de overheid te positioneren en de werkelijkheid van de bewoners. BB probeert dat te matchen. Biedt een podium om bewoners uit te dagen om te bespreken wat er echt toe doet in een buurt. Marcel Dela Haije: Een professionele bejegening (hoe kun je de klant tevreden houden), benader het vanuit een commerciële gedachte. Vaste professionals die in gesprek gaan met de bewoners (continuiteit). Het moet ook leuk zijn. Geen standaard vergadering met een agenda, notulen enz. maar bijv ook af en toe iets doen/uitvoeren zoals bijvoorbeeld een schouwronde. Dat bewoners bepalen wat er besproken wordt en niet de organisaties (bottum-up). Geen organisaties die de legitimiteit van een buurtcomité willen gebruiken om hun toekomstplannen te toetsen bijv. Maximaal 3 vaste professionals in een buurtcomité. Voorkom ambtenarisering. Koen Wortmann: Oprechte betrokkenheid, terugkoppeling van inzet/resultaten, verantwoordelijkheid van bewoners, samenwerking tussen alle betrokken partners en bewoners, aansluiting bij specifieke problematiek op buurtniveau. Ó Conferentie buurt bestuurt: De vraag is als volgt gesteld: “welke aspecten, beginselen, onderdelen van BB zijn het belangrijkst. Doordat in groepen gewerkt werd, waren de antwoorden zeer uiteenlopend maar de meest voorkomende antwoorden komen neer op contact en zeggenschap. De genoemde antwoorden waren: onderling contact, effectief en snel informatie uitwisselen, echt luisteren naar elkaar, een snelle aanpak werkt enthousiasmerend. Een goede tweede keus kan worden samengevat onder de noemer verbetering van de samenwerking. De gegeven antwoorden die daaronder vielen zijn: verkleinen van de kloof tussen professional en burger, bewoners ervaren dat professionals hun best doen en andersom ook, verwachtingen realistisch maken en respect hebben voor elkaars werk of standpunt. Ó Zelf: Volgens mij bestaat de werkwijze BB uit een flink aantal aspecten die elkaar versterken, beïnvloeden of ondersteunen. De cruciale elementen waardoor een werkwijze het predikaat BB kan verdienen, zijn naar mijn mening de volgende: Regie bij het bestuur (deelgemeente), actieve betrokkenheid van bewoners en ondernemers, oprechte belangstelling van alle deelnemers voor de buurt, open en frequent communiceren en er komen alleen zaken aan de orde waar de bewoners om vragen (bottum up). Ó Samenvatting: Deze vraag kan ook worden vertaald als de zoektocht naar slaag- en faalfactoren. Waar bewoners vooral hechten aan communicatie en luisteren, leggen professionals de nadruk meer op bejegening en gevoel. Deze verscheidenheid zien we ook terug in de uitkomst van de conferentie 7.2:
Deelvraag 2: Hoe kan de werkwijze buurt bestuurt in uw ogen verbeterd worden?
Ó Buurtcomitees: In de enquete was de volgende vraag opgenomen: welke punten in buurt bestuurt kunnen nog verbeterd worden? Daarbij werden diverse zaken aangedragen, waarbij de volgende items meermalig terug kwamen: de aanpak van huisvuil en vuil op straat, jongeren meer betrekken en hen activiteiten aanbieden en meer communicatie met de burgers. Op de vraag of er nog aanvullende opmerkingen of vragen te maken waren, werden de volgende zaken benoemd: hoe kunnen we meer (allochtone) bewoners bij BB betrekken, acties moeten zichtbaarder worden, investeren in de jeugd. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 37 van 49 Ó Professionals In de gestelde vragenlijst is deze vraag als volgt gesteld: “Wat vind jij het belangrijkste winstpunt van de werkwijze BB” Fons Bijl: Ik zie als grootste winstpunt het vergroten van de legitimiteit van het optreden van de politie. Als mensen weten waar we mee bezig zijn, vinden ze ons gedrag rechtvaardiger. Dat is nuttig in de repressieve fase maar ook in de informatiepositie. Ik ben er heilig van overtuigd dat Franse rellen hierdoor geen kans krijgen. Aad van den Hoogen: Dat ik als wijkagent uitgedaagd wordt om BB in te zetten als middel om mijn netwerk uit te breiden vind ik het grootste winstpunt. Als je al wat langer in een wijk zit, denk je dat je je netwerk wel op orde hebt. Je raakt daardoor verkokert, waardoor je ook belangrijke informatie kunt mislopen Lot Mertens: Dat bewoners onderling afwegen wat de prioriteiten zijn, vind ik het belangrijkste winstpunt van BB. Dat proces van afwegingen maken is voor mij het belangrijkst en natuurlijk ook dat het wordt ondersteund door professionals. Marcel Dela Haije: Actief werken aan verbinding tussen bewoners onderling en tussen bewoners en professionals. Dat is het belangrijkste wat we met BB willen bereiken. De hele wereld staat in het teken van schaalvergroting en dit is een omgekeerde beweging. Ik hoop op een stimulering van de gemeenschapszin op het laagste nivo. Door anonimiteit kan er veel mis gaan in een samenleving. Koen Wortmann: Het belangrijkste winstpunt van de werkwijze zit hem volgens mij in het feit dat je bewoners kan betrekken bij de inzet in een buurt omdat je hebt laten zien er voor hen te zijn. Op het moment dat je laat zien in te zetten op de problemen waar zij mee zitten en een relatie opbouwt, is het makkelijker om bewoners te vragen om mee te helpen aan de aanpak van problemen in de buurt. Ó Conferentie buurt bestuurt: De concrete vraag tijdens de conferentie BB luidde: welke afspraken moeten we maken om BB succesvol verder te ontwikkelen? De meest genoemde antwoorden waren: Onbekendheid bij deel van de bewoners, het verloop van bewoners, de diversiteit (afspiegeling ook in leefstijlen), taal is soms een barrière, meer organisaties moeten vraaggestuurd werken, sommige groepen moeilijk te bereiken (jeugd), complimenten uitdelen, niet alleen zaken aanpakken maar ook positieve zaken ondersteunen, hou het zo klein dat bewoners elkaar begrijpen, versplintering tegen gaan. Ó Zelf: De verbetering van de werkwijze BB moet mijns inziens bezien worden op twee fronten. Enerzijds kritisch kijkend naar schaalgrootte en tegengaan van versplintering en anderzijds door meer burgers te (blijven) boeien en binden. Wat de schaalgrootte en versplintering betreft moeten we burgers aan het woord laten als het gaat om het gebied dat zij zien als hun buurt. Dit hoeft niet overeen te komen met de indeling waarvoor bijvoorbeeld de politie gekozen heeft. Als in een gebied meerdere projecten lopen waarbij burgerparticipatie belangrijk is, moet gekeken worden of samenvoegen dan wel samenwerken een optie is. Ook de beschikbare tijd die een bewoner of ondernemer in participatie kan steken is beperkt. Wat het boeien en binden van mensen betreft moeten alle deelnemers energie blijven steken in het behouden van een goede afspiegeling van de buurt. De vraag hoe ook de stilzwijgende meerderheid in de buurt bereikt kan worden zal blijvend op de agenda moeten staan. Hoe houden we het fris en scherp? Ó Samenvatting: Het meest terugkerende item bij deze vraag kan worden samengevat als de zoektocht om specifieke groepen bewoners te (blijven) betrekken bij de aanpak. Hierbij worden allochtone groepen maar ook jongeren genoemd. Dit is uitermate belangrijk voor de legitimiteit van de inzet van de overheid als het gaat om werken aan de verbetering van het onderling vertrouwen en aan het veiligheidsgevoel.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 38 van 49 7.3: deelvraag 3: Draagt de werkwijze buurt bestuurt bij aan een stijging van het vertrouwen in de politie? Het antwoord op deze vraag komt voort uit de gehouden 0- en 1 metingen. Deze 0-metingen zijn voorafgaand aan de start van BB gehouden in de buurten in het Nieuwe Westen. De 1-metingen zijn onder dezelfde condities gehouden in diezelfde buurten, na afloop van de opstart-periode BB (2 maanden na de start). Deze vraag is verder ook gesteld in de enquête onder deelnemers van buurtcomités. Ó Buurtcomitees: In de enquete is de vraag als volgt gesteld: Hieronder volgen enkele stellingen. Geef aan of u het met deze stelling helemaal eens, eens, oneens of helemaal oneens bent. Welk antwoord past het best bij u? Door Buurt Bestuurt is mijn vertrouwen in de politie vergroot □ geheel waar □ een beetje waar □een beetje onwaar □geheel onwaar
door BB is mijn vertrouwen in de politie vergroot
door BB is mijn vertrouwen in stadstoezicht vergroot
BB heeft niets veranders in mijn vertrouwen in de overheid
geheel onwaar een beetje onwaar een beetje waar geheel waar
door BB ben ik beter op de hoogte wat er in mijn buurt gebeurt aan veiligheid
door BB neemt de veiligheid toe
door BB neemt de leefbaarheid toe
Nu ik deelneem aan BB voel ik mij veiliger
BB heeft geen invloed op veiligheid en of leefbaarheid
0%
50%
100%
In de bovenstaande figuur is te zien dat 14 personen de vraag of het vertrouwen in de politie door BB is toegenomen beantwoorden met “een beetje waar”. 11 personen geven aan dat het geheel waar
is, 1 persoon vindt het geheel onwaar en 1 persoon vindt het een beetje onwaar. 2 personen gaven geen antwoord op deze vraag. Bij nadere bestudering van de uitslag van deze vraag in de enquête valt mij op dat er een behoorlijke inconsequentie in zit. Enerzijds geven bewoners aan dat door BB hun vertrouwen in de politie en stadstoezicht (flink) is toegenomen. In de daarop volgende vraag geeft ruim 60% van de ondervraagden aan dat BB niets veranderd heeft in hun vertrouwen in de overheid. Ik vermoed dat mensen de plaatselijke politie en stadstoezicht niet direct herkennen als een onderdeel van de overheid. Met de overheid bedoelen zij mogelijk de landelijke overheid, de regering. Zo'n zelfde inconsequentie is terug te vinden in de vragen over veiligheid en leefbaarheid. Een groot percentage van de ondervraagden geeft aan dat door BB de veiligheid en de leefbaarheid is toegenomen terwijl bij een volgende vraag bijna 50% stippenkaart Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 39 van 49 aangeeft dat BB geen invloed heeft op veiligheid en leefbaarheid. Over deze inconsequentie heb ik geen verklaring kunnen bedenken. Ó 1-metingen: Nadat de deelgemeente, de politie en de dienst Stadstoezicht de twee maanden extra inzet hadden gedaan is er een 1 meting gehouden. Net als bij de 0-meting werden, verspreid door de buurten waar BB gestart was, tientallen interviews gehouden. Dit gebeurde zowel op straat als na aanbellen bij woningen. Bij het houden van de enquêtes werd rekening gehouden met een goede spreiding door de buurten. In grote buurten werden zo'n 60 gesprekken gevoerd, in kleine buurten ongeveer 35. Bijvoorbeeld in de Pupillenbuurt, een buurt met ruim 2700 bewoners, werden 60 gesprekken gevoerd (zie stippenkaart). In zowel de 0- als de 1-meting werd gevraagd een oordeel te geven over het vertrouwen in het functioneren van de politie. 9% procent gaf bij de 1-meting aan zeer tevreden te zijn, 68% tevreden, 20% neutraal en er was niemand ontevreden of zeer ontevreden over de politie ( afbeelding hier naast). Vergeleken met de 0-meting bleek dat hier sprake was van een stijging van 27%. Uitslag 1 meting vertrouwen in de politie Ó Zelf: Ik ben er zelf van overtuigd dat de werkwijze BB bijdraagt aan een verbetering van het vertrouwen in de politie. In de eerste plaats doordat we hiermee laten zien oprechte interesse te hebben in de problemen in een buurt. En verder doordat we daadwerkelijk aan de slag gaan met de door de bewoners gestelde prioriteiten. In de praktijk heb ik al zien gebeuren waarop ik hoopte. Doordat bewoners zien dat de professionals echt hun best doen, nemen bewoners ook hun eigen verantwoordelijkheid weer op. Zij nemen weer zelf initiatief en helpen elkaar bij het tegen gaan van onveiligheid. In ambtelijke taal heet het dat de zelfredzaamheid toeneemt. Ó Samenvatting: 25 van 29 ondervraagden bij de enquête onder leden van buurtcomités gaven aan dat het vertrouwen in de politie is vergroot. Tegelijk geven diezelfde mensen (60%) aan dat BB niets veranderd heeft aan hun vertrouwen in de overheid. De vergelijking van 0- en 1-metingen bevestigen dat het vertrouwen in de politie toeneemt na invoering van BB. Het vertrouwen in stadstoezicht stijgt ook, maar in veel mindere mate. Mogelijk spelen hier opgebouwd imago en de wijze van presenteren een rol. Veel belangrijker is de constatering dat de toename van zelfredzaamheid, vermoedelijk als gevolg van het toegenomen vertrouwen, in alle buurt wordt herkend.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 40 van 49
8:
Management
Gedurende de opleiding veiligheidsmanagement zijn verschillende managementstrategieën aan de orde geweest. Bijna al deze vakken hadden wel enig raakvlak met het onderwerp van deze thesis. Ik wil met name over verandermanagement en kwaliteitsmanagement enige toelichting geven omdat deze meer dan nadrukkelijk in beeld zijn geweest.
8.1: Verandermanagement: Veranderingen zijn er in veel soorten en maten. Van kleine aanpassingen tot grote structurele reorganisaties. Een verandering heeft altijd een verbetering als doelstelling. Een verbetering van een product, een proces of beiden. Belangrijk is om eerst te kijken naar de noodzaak tot veranderen. In het geval van BB is de noodzaak ingegeven door verschillende zaken. Ten eerste ziet de overheid dat hoewel de criminaliteit daalt, de veiligheidsbeleving niet toeneemt. BB probeert hier een kentering te bewerkstelligen door burgers meer zeggenschap te geven, waardoor zij zich meer betrokken gaan voelen bij veiligheid in hun buurt. Verder speelt de wens van korpchefs en korpsbeheerders om te komen tot een grotere mate van burgertevredenheid een rol. BB is geen hele grote verandering. De meeste onderdelen werden in één of andere vorm in elk wijkteam wel toegepast, met uitzondering van de daadwerkelijke zeggenschap door bewoners. Luisteren naar bewoners en terugkoppelen, twee essentiele onderdelen van BB, zijn in bijna elke buurt wel georganiseerd. De verandering van de werkwijze moet leiden tot een beter produkt. De Caluwé en Vermaak deelden in 2002 verandermanieren in in kleuren: geel, blauw, rood, groen en wit. Afhankelijk van de kleur die iemand geeft aan een verandering, krijgt verandering een andere betekenis, een andere duiding. De in deze thesis beschreven verandering is een voorbeeld van het geeldrukdenken. Het geeldrukdenken is gebaseerd op opvattingen over organisaties waarbij belangen, conflicten, en macht een belangrijke rol spelen. Dit denken veronderstelt dat mensen pas zullen veranderen als je rekening houdt men hun (eigen) belang. Veranderingen zijn er daarom op gericht om de neuzen dezelfde kant op te krijgen door het bijeenbrengen van belangen, machtsvorming en het oplossen van conflicten en tegenstrijdigheden. Deze manier past vooral bij veranderingstrajecten waar complexe doelen of effecten moeten worden gehaald en waarbij verschillende personen of partijen betrokken zijn. De gele kleur staat symbool voor de macht (de zon, het vuur). De vraag of de organisatie voldoende verandergericht is, is moeilijk te beantwoorden. BB is immers een manier van organiseren van werk door meerdere organisaties, zoals de gemeente, de politie, toezicht maar ook door de bewoners. Er is geen vergelijkingsmateriaal om hierover een conclusie te kunnen trekken. In de praktijk heb ik gezien dat, mits enthousiast gebracht, de werkwijze snel vat krijgt op alle betrokkenen, ieder op zijn eigen nivo. Het draagvlak bij de klant (de burger) is inmiddels voldoende onderstreept. Tijdens de lessen verandermanagement is de fasering middels de methode unfreeze-move-freeze uitgelegd. Ik denk dat deze methode in de casus BB niet van toepassing kan zijn omdat het niet de bedoeling is dat de oude werkwijze geheel losgelaten wordt. Het politiewerk op straat bestaat immers uit meer dan alleen werken aan de prioriteiten van de burger. Ook door het openbaar ministerie en het bestuur worden prioriteiten benoemd. Omdat ik me terdege realiseer dat de werkwijze BB een verandering met zich mee brengt wordt op dit moment onderzocht wat kan bijdragen tot een beter begrip voor de professionals die met BB werken. Gedacht wordt aan een cursus, maar ook een coachende rol door docenten van de politieacademie wordt onderzocht. Het is belangrijk om bij de ontwikkeling van de uitvoerende professionals vooral ook de kernpersonen te benutten, zoals de deelnemende wijkagenten, gebiedsmanagers en chefs van stadstoezicht. BB is geen op zich zelf staande werkwijze. Hij dient verankerd te worden in de Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 41 van 49 normale bedrijfsvoering. De integrale benadering is geborgd bij de wijkagent, die dat bij uitstek in zijn taakomschrijving heeft.
8.2: kwaliteitsmanagement Het doel van kwaliteitsmanagement is zodanig sturen (managen) dat de kwaliteit wordt verhoogd. Dat het bestaansrecht van een organisatie zeker wordt gesteld. Oorspronkelijk betekent het gewoon: te leveren wat de klant heeft gevraagd, bij minimale variatie. Een organisatie die dat het beste lukt, werkt tegen de laagste kosten, maakt winst en overleeft. Dat dit ook opgeld doet binnen een non-profitorganisatie als de politie blijkt uit de INK-normen die daar gelden. Normen vervullen een rol op het gebied van waarborgen van kwaliteit. Daarmee kun je beloften aan klanten vast leggen en waarmaken. Door vast te leggen welke normen en prestatie indicatoren ten minste behaald dienen te worden in een activiteit of proces kan een (toekomstige) klant afwegen of deze normen en indicatoren voldoende zijn voor het door hem gewenste nivo van het te leveren product of dienst. Deze normen worden ook wel kwaliteitswaarborging genoemd en gaan over bijvoorbeeld veiligheid, betrouwbaarheid en efficiency. De norm richt zich niet enkel op een (eind)product maar vooral op het proces als geheel. Om binnen het project BB hier invulling aan te geven is een implementatieplan opgesteld. Dit kan dienen als handleiding bij het denken over- of het starten van BB. Het is zeker ook bedoeld om aan te geven welke onderdelen essentieel zijn en met welke onderdelen, naar gelang van lokale behoeften, “gespeeld” kan worden. Essentiele onderdelen zijn bijvoorbeeld: -Onder het motto “jullie prioriteit is onze prioriteit” worden diensten ter beschikking gesteld aan de bewoners/ondernemers van de buurt. -samenwerking met minimaal de gemeente, die zo snel mogelijk de regierol op zich neemt. -actieve betrokkenheid van een deel van de bewoners/ondernemers die een afspiegeling is van de buurt. -oprechte interesse in de omstandigheden van de buurt. -open en frequent communiceren met de buurt (terugkoppeling) -er worden alleen zaken besproken die door bewoners/ondernemers worden aangedragen. Het inbrengen van bijvoorbeeld een meerjarenplan door een professionele partner is niet de bedoeling. Verder is een BB toolkit ontwikkeld. In deze toolkit worden zaken zoals de 0- en de 1 meting ter beschikking gesteld, maar ook een dynamisch document met best-practices, twee powerpointpresentaties gericht op publiek en de interne organisaties, posters, flyers enz enz.. Ook de ontwikkeling van een internetsite www.buurtbestuurt.nl hoort tot de ontwikkeling van de toolkit. Vooralsnog is deze site slechts gevuld met initiatieven binnen distrikt Rotterdam-West. In de ontwikkeling van idee naar uitvoering is binnen dit project gewerkt met de “Deming-circle”. Om te beginnen hebben we een plan gemaakt ter verbetering van de bestaande situatie. Daarna zijn we begonnen met het uitvoeren van dat plan in een pilot. Na de pilot hebben we een controle uitgevoerd of de nieuwe werkwijze wel de gewenste verbetering veroorzaakt. Tijdens deze check bleek o.a. dat het vertrouwen in de politie fors was toegenomen. Vervolgens zijn we verder gegaan met uitvoering en hebben de werkwijze ingevoerd in meerdere gebieden. Regelmatig vinden nog check’s plaats en worden er aan de hand van best-practices adviezen gegeven om de werkwijze te vervolmaken. Het werken volgens deze methode is een continue proces. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 42 van 49
8.3: Borging: Borging kan op vele manieren gebeuren. Met borging wil je zeker stellen dat uitvoering van het werk niet toevallig gebeurd, niet afhankelijk is van 1 of enkele personen. Ik snap de wens om te borgen deels. Ik denk echter dat het niet gaat om het borgen van een project, maar meer over het borgen van de effecten die je wilt bereiken. Een districtchef van de Rotterdamse politie vertelde dat hij had laten onderzoeken hoe lang een gemiddeld project stand hield. Daarbij kwam men volgens hem uit op 9 maanden. Je kunt je afvragen waarom borging dan nog zo belangrijk gevonden wordt. In de periode dat ik nadacht over een manier van borgen van BB in Rotterdam (west) kwam de interventie van de burgemeester als geroepen. Door zijn uitgesproken voornemen om BB over geheel Rotterdam uit te rollen en de door hem ingestelde ambtelijke projektgroep BB onder aansturing van de directie veiligheid, denk ik dat het werken volgens de BB methode voldoende geborgd zal zijn. Dat dit alles gesteund wordt door een grote meerderheid in de Rotterdamse gemeenteraad is daarbij een groot goed, hoewel ik me realiseer dat de politiek vluchtig is, morgen weer andere prioriteiten kan stellen en elke 4 jaar van samenstelling verandert. Tot nu toe zijn de volgende manieren van borging toegepast bij BB; *In de deelgemeente Hoogvliet is de borging geregeld door het opstellen van een samenwerkings convenant tussen de deelgemeente en de leiding van het politiedistrict. *Binnen het Nieuwe Westen zal op initiatief van de gebiedsmanager van de deelgemeente afstemming gaan plaats vinden tussen groepjes professionals die BB inhoud geven. Bij nadere bestudering zien we daar al een grote verscheidenheid aan afspraken en werkwijzen. Zonder een specifieke werkwijze te willen opleggen, is het goed de verschillen op een rij te zetten, te bespreken en de voor- en nadelen in kaart te brengen. Mogelijk leidt dat al tot een soort standarisatie, hoewel dat geen doel op zich is. *De korpsleiding van de politie in Rotterdam-Rijnmond heeft in maart 2011 besloten dat BB zal worden gebruikt als vliegwiel om te komen tot verbetering van de burgertevredenheid en reputatie management. Daartoe zal een programmamanager worden aangesteld die hier de komende 4 jaar invulling aan zal gaan geven. Hij/zij zal vanuit de politie BB gaan begeleiden. Verder wil de Rotterdamse politie de al jaren voortdurende kerntakendiscussie meer los laten en in plaats daarvan meer aansturen op integrale benadering van problemen. Daarbij zal steeds meer een beroep gedaan worden op het meedenken en samenwerken aan oplossingen. In de praktijk sloten politiefunctionarissen zich daar soms voor af onder het mom dat het niet bij de kerntaak van de politie behoorde. Ook hierbij zal er nog veel water door de maas stromen voordat deze manier van denken bij alle politiefunctionarissen tussen de oren zit. *Marnix Eysink Smeets, voorzitter van de landelijke expertisegroep veiligheidspercepties en Assoc. Professor of Public Reassurance aan de Hogeschool INHolland gebruikt in de beeldspraak over borging “de blauwe boor”. Om aan borging toe te komen moet eerst gewerkt worden aan de aanpak van “signal crimes”. Signal crimes is een begrip in reassuring policing.
De blauwe boor
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 43 van 49 Het draait om de theorie dat bepaalde misdrijven of incidenten van anti-sociaal gedrag kan optreden als een "signaal" aan een gemeenschap, dat zij in gevaar zijn. Voorbeelden die vaak gegeven zijn zijn vandalisme van telefooncellen en bushokjes, grafitti en mensen die drugs dealen. Daarna moet gewerkt worden aan de brede aanpak. Daartoe kan de tafel van 12 gebruikt worden. Zie voor de uitleg van de tafel van twaalf, hoofdstuk 2.2.9: Beleidsadvies veiligheidsgevoelens in Delfshaven. Als laatste fase in de blauwe boor komt daarna de borging aan de orde. *Bij de politieacademie is een aanvraag gedaan om deelnemende professionals aan BB te trainen. De basis zou kunnen bestaan uit de bij hen bekende lessen over gemeenschappelijke veiligheidszorg. Daar moeten dan gerichte onderdelen uit BB aan toegevoegd worden. Het lijkt er op dat ons verzoek op een goed tijdstip is gedaan. De politieacademie beraad zich momenteel over mogelijkheden om hun docenten voor een deel meer praktijkgericht aan het werk te houden in een tijd van een verminderd aantal aspiranten in opleiding. Tevens is bij een commercieel bureau een aanvraag gedaan voor een offerte om deelnemers aan BB te trainen. We verwachten hier niet veel van, mede gezien de te verwachten prijs en de beperkt beschikbare financiële middelen. * Borgen is ook het vastleggen wat je doet en je leerpunten doorgeven. Momenteel wordt door de projectgroep BB nagedacht over de inrichting van een backoffice BB. Vanuit deze backoffice kunnen dan de volgende zaken blijvend in de gaten gehouden worden; bijhouden van best practices, beantwoorden van vragen en begeleiden van de voortgang.. *Om brede belangstelling voor deelname aan een buurtcomité te blijven bevorderen, is het belangrijk om te achterhalen hoe dit bevorderd kan worden. Door een groep van 4 studenten bestuurskunde, van de Erasmus universiteit in Rotterdam, onderzoek gedaan. De onderzoeksvraag luidt: “Onder welke voorwaarden leidt burgerparticipatie binnen het project 'Buurt Bestuurt' tot het vergroten van de leefbaarheid en veiligheid in de Rotterdamse wijken?” Uit hun (voorlopig) onderzoek blijkt dat de aan de linkerzijde genoemde elementen in het onderstaande schema, nodig zijn om effectief burgerparticipatie tot stand te laten komen. Middels BB leidt dat in het schema tot een positieve beïnvloeding van leefbaarheid en veiligheid.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 44 van 49
9:
Aanbevelingen en conclusies, tips, kansen en bedreigingen:
In dit hoofdstuk zal ik een overzicht geven van de door mij herkende aanbevelingen en conclusies, tips, kansen en bedreigingen.
9.1: Aanbevelingen en conclusies Ó Voorkom overbelasting Voorkom dat een kleine groep bewoners meerdere keren per week op verschillende podia gevraagd wordt aktief mee te doen in het belang van de veiligheid in de buurt. We creeeren op die manier een vorm van beroeps-burgers, een nieuw instituut. Onder de paraplu van BB kunnen de verschillende initiatieven om burgers bij beleid te betrekken afgestemd worden. Ook het fris en levendig houden van de groepen burgers die in BB mee praten is een opdracht die waarschijnlijk voortdurende inspanning vereist. Ó platform BB is een platform waarin zaken aan de orde komen die leven bij de bewoners en of ondernemers. Hoe beter het platform functioneert, hoe meer mensen of instellingen dat platform willen gebruiken om hun plannen te toetsen. Om dat te voorkomen is het goed om af te spreken dat in het buurtcomité alleen zaken aan de orde komen waar de bewoners om vragen. Ó brede belangstelling Samen met bewoners willen we blijvend op zoek naar het houden van de belangstelling van een brede groep bewoners in de buurt. Hoe blijft het voor bewoners aantrekkelijk om te (blijven) participeren in BB. Een groepje van 4 studenten bestuurskunde heeft de opdracht gekregen onderzoek te doen. De onderzoeksvraag luidt: Hoe kan, vanuit de positie van de burger, bevorderd worden dat belangstelling voor BB breed en groot genoeg blijft om deel te (blijven) nemen aan BB. Conclusies: Nu we ruim een jaar geleden gestart zijn met de werkwijze BB ben ik er van overtuigd dat dit een bijdrage kan leveren aan de gestelde doelen; herstellen van het vertrouwen, verbeteren van het subjectieve gevoel van onveiligheid en zelfredzaamheid laten toenemen. De allergrootste voorwaarden om deze doelen te kunnen bereiken zijn de oprechte interesse in de buurt, de wil om echt samen te werken en het lef om bewoners zeggenschap te geven. Ik realiseer me dat hiermee veel wordt gevraagd van de samenwerkingspartners. De wens om met BB te willen starten zal naar mijn mening dan ook sterk afhangen van het gevoel van urgentie dat er iets moet veranderen. Ik heb ook gezien dat de kans van slagen om met deze werkwijze een verbetering te realiseren heel klein is als er geen of weinig vertrouwen is tussen deelnemende professionals onderling. Ook op de twee plaatsen waar zonder overleg met de professionals BB werd beloofd aan de bewoners, zag ik dat de opstart gepaard ging met een behoorlijke dosis achterdocht of wantrouwen. Daaruit concludeer ik dat afstemming tussen de professionals die van BB een succes moeten maken een essentieel onderdeel van de voorbereiding is gebleken. En ook in de buurten waar al langer wordt gewerkt met deze werkwijze is gebleken dat het geen vanzelfsprekendheid is dat bewoners blijvend positief en betrokken zijn. Dit is een onderdeel waar door alle deelnemende partijen, professionals en bewoners, voortdurend aan moet worden gewerkt. Zie het als een huwelijk, die is ook niet blijvend positief zonder continue inzet van beide partners.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 45 van 49
9.2: Tips Ó Drie vuistregels -Gebruik LSD (luisteren – samenvatten – doorvragen) -Gebruik Nivea (Niet invullen voor een ander) -Wees een Oen (open, eerlijk en nieuwsgierig) Ó Signalen Sta open voor signalen van bewoners als het gaat om schaalgrootte van BB of de wijze van communiceren. Dit lijken kleine zaken maar voor bewoners is het gevoel van grote waarde.
9.3: Kansen Ó convenant Het ondertekenen van een convenant tussen de deelnemende professionals kan een signaal naar de uitvoerders zijn waarin de importantie wordt onderstreept. Ó communicatie Communicatie is een essentieel onderdeel van BB. Er is inmiddels een start gemaakt met de ontwikkeling van een site www.buurtbestuurt.nl Deze site zal verder ontwikkeld moeten worden. Ook het gebruik van nieuwe communicatie kanalen zoals hyves, twitter, facebook en blogs kunnen bijdragen tot bekend wording bij een grotere groep bewoners. Het samenstellen (en onderhouden) van een “toolkit BB” kan een grote hulp betekenen voor gebieden die met BB willen beginnen. In de toolkit kunnen gebruikte communicatiemiddelen zoals posters, flyers, folders zitten, maar ook best-practices en gebruikte kanalen die hun nut hebben bewezen (Beter goed gepikt dan slecht zelf verzonnen). Ó jongeren Het betrekken van jongeren bij beleid is een moeizaam proces gebleken. We zullen blijvend op zoek moeten gaan naar mogelijkheden om deze belangrijke groep te betrekken bij de ontwikkelingen. In de praktijk leek het zich op te lossen door eerst wijkafspraken of belemmeringen op te stellen waar de jongeren last van hebben. Daarna kwamen de jongeren zich daarover beklagen, waarom zij niet gehoord zijn. Dat was een goed moment om hen er bij te betrekken.
9.4: Bedreigingen Ó Bezuinigingen Bezuinigingen bij de politie dreigen te leiden tot ontmanteling van een groot deel van de wijkteams en het instellen van een soort interventiepolitie. Deze interventiepolitie staat op grotere afstand van de buurtagent. Daardoor zullen de problemen met minder menskracht aangepakt moeten worden. Ó onvoldoende vertrouwen Deelnemende partners die onvoldoende vertrouwen hebben in het functioneren van een andere deelnemende partner. Daardoor is de kans groot dat één partner het grotendeels op eigen kracht gaat ondernemen en kan het bijvoorbeeld makkelijk een zogenaamd “politiefeest” worden.
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 46 van 49
10: Eigen leerervaringen Werken volgens een methode van integrale benadering was voor mij niet nieuw. Zowel tijdens de opleiding tot hoofdmedewerker van politie als tijdens de buurtagentenopleiding kwamen onderdelen daarvan aan de orde. Kern van deze insteek was: “De politie kan het niet alleen oplossen en wil het niet alleen oplossen”. Deze opleidingen waren wel toegespitst op het uitvoerende deel van de politietaak. Deze opleiding daarentegen is veel meer gericht op het management, op het in beeld brengen van kwaliteit en verandering. En dan ook op het aansturen van en faciliteren van beleid. Daar heb ik wel wat stappen moeten maken. In mijn gedachten was ik toch vaak bezig met wat dit beleid voor gevolgen had voor de uitvoering. Tijdens de uitvoering van dit projekt had ik ook contacten met veel personen die op beleidsmatig nivo in hun organisatie werken. Van de direkteur politiezaken tot een deelgemeentevoorzitter en direkteuren van gemeentelijke diensten. Werkend aan de voorbereiding van de pilot, ontstond er in mijn hoofd en het hoofd van direktbetrokkenen steeds meer een totaalbeeld hoe BB er uit ging zien. Met de uitvoerende collega's van het wijkteam en van stadstoezicht spraken we er wel terloops over maar achteraf gezien hebben we hen niet voldoende meegenomen in ons verhaal. We hebben hen niet genoeg deelgenoot gemaakt, hen niet voldoende kansen gegeven mee te denken. Daardoor ontstond de situatie dat we bij de start van de pilot “ineens” te maken kregen met uitvoerende collega's die tegengas gaven. Zij vonden het geen politiewerk, zagen het nut niet van deze werkwijze. En achteraf moest ik er toen veel meer energie in steken om dat te repareren, als wanneer ik hen had meegenomen op mijn reis. Deze ervaring heb ik doorgegeven aan alle collega's die willen gaan starten met BB. Onder het kopje “De spagaat tussen starten en doorontwikkelen” heb ik al verwoord dat het lastig was om op de verschillende stadia te acteren. In de ene buurt ben je bezig met ondersteunen van de professionals die willen gaan starten met BB, terwijl in een andere wijk, waar BB al in een paar buurten van start was gegaan, de roep ontstond om na te denken over de doorontwikkeling van BB. En tegelijkertijd nam ik deel aan de projectgroep die plannen maakte om de stedelijke uitrol van BB te organiseren en te faciliteren. Uitbreiding van BB in ten minste 3 buurten binnen Rotterdam-West leek bij aanvang een flinke uitdaging. Vanaf het begin had ik wel het idee dat deze werkwijze een verandering was die goede resultaten tot gevolg kon hebben. Iemand die bij een Hogeschool werkte, met wie ik hierover sprak, zei: “Je hebt goud in handen, zorg dat je het vast houdt.” Een andere uitspraak kwam van mijn afstudeer-begeleider, L. v/d Pols. Hij zei: “Je zult zien dat er straks andere mensen zich met jouw projekt gaan bemoeien. En succes heeft vele vaders, dus pas op je uitgangspunten”. Na enige tijd het gevoel gehad te hebben te moeten leuren en zeulen met het projekt BB, kwam het in een stroomversnelling toen burgemeester Aboutaleb het nut van de werkwijze inzag. Er ontstond een niet te stoppen flow en ik weet echt niet wie voor dat effect heeft gezorgd. Was het de stadsmarinier die BB op de kaart zette bij de direktie veiligheid? Waren het twee gemeenteraadsleden die via onder andere twitter de successen van BB volgden en het gemeentebestuur wakker maakten? Waren het twee wethouders aan wie ik BB presenteerde? Wat was de invloed van mijn enthousiaste en aanstekelijke verhaal? We zullen het nooit weten. Tijdens de vele presentaties heb ik vaak complimenten maar ook tips gekregen. Vooral in het begin propte ik de dia's te vol, gebruikte ik te veel tekst. Ook gebruikte ik een draaischijf (excel) om de uitslag van een vraag in een enquete weer te geven. Het onder de draaischijf genoemde resultaat kwam niet overeen met de getallen in de draaischijf. Heel storend. Ook kreeg ik de tip om waar ik over een buurt sprak, een afbeelding te tonen. Voor bewoners is zo'n buurt-indeling lang niet altijd vanzelfsprekend. Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 47 van 49 Voorafgaand aan elk nieuw te starten project BB, wordt een 0-meting onder bewoners en ondernemers gehouden. Soms gebeurde dat met straat-interviews en soms gebeurde dat door bij mensen aan huis aan te bellen. Ik heb gezien dat de opkomst tijdens een informatie-bijeenkomst groter is als er meer huis-aan-huis interviews zijn afgenomen. Kennelijk geven we met zo'n huisaan-huis interview een signaal af dat we er echt werk van maken, er tijd voor nemen. Dan zijn mensen bereid er ook energie in te steken.
11: Opstaande vragen Na de implementatie van BB in verschillende buurten en de ervaringen die we daarmee hebben opgedaan, komen vragen op die mogelijk een nader onderzoek vergen. Deze vragen zal ik aanbieden aan mijn opdrachtgever, dhr. Van der Heiden. Door inzicht te krijgen is het in de toekomst mogelijk BB nog verder te vervolmaken. De openstaande vragen zijn: Ó Zijn de uitkomsten in de verschillende buurten waar BB start enigszins vergelijkbaar. Zo niet, wat kunnen dan oorzaken zijn? Ó Wat zijn de verschillen in uitkomst als professionals beginnen met BB terwijl zij zelf niet bijzonder enthousiast daarover zijn (Intrinsieke motivatie)? Ó Hoe kan deelname aan de buurtcomités van BB fris en levendig gehouden worden? Ó Hoe zorgen we voor blijvende aandacht en belangstelling voor het werken volgens de methode BB ? Ó Hoe ziet BB er uit over 10 jaar? Welke varianten zijn te herkennen?
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 48 van 49
Bijlagen: A: afdruk intranetpagina 18-6-2010 B: notitie best practice C: startdocument invoering buurt bestuurt D: format stappenplan buurt bestuurt E: vragenlijst 0-meting F: enquête deelnemers buurtcomités januari 2011 G: motie + brief gemeenteraad Rotterdam H: convenant deelgemeente Hoogvliet en politie I: Factsheet buurt bestuurt april 2011 diverse krantenartikelen P1: artikel in Politiepost P2: artikel in Binnenlands Bestuur P3: artikel in het Algemeen Dagblad P4: artikel in de Nieuwe P5: artikel in de deelgemeentekrant P6: artikel in de Stadskrant P7: artikel in de Echo P8: artikel in Secondant P9: artikel in Politiepost P10: artikel in het Algemeen Dagblad P11: artikel in digitale nieuwsbrief CV
mei 2010 21-06-2010 09-03-2010 mei 2010 05-01-2011 12-01-2011 26-01-2011 mei 2011 mei 2011 19-04-2011 30-04-2011
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman
Pagina 49 van 49
Bronvermelding: www.publishing.eur.nl/ir/repub/asset/10683/bsk-cdmn-2006-011.pdf www.praticipatieplaza.nl www.ipp-participatiewijzer.nl www.montessori.nl www.en.wikipedia.org www.nationaleombudsman-nieuws.nl/nieuws/2011/toespraak-alex-brenninkmeijer-over-jaarverslag http://digitaleeditie.nrc.nl/NH/2011/0/20110114 /3 02/NRC 20110114 1 020 article2.pdf http://www.duurzaamnieuws.nl/bericht.rxml?id=62778 www.binnenlandsbestuur.nl/nieuws/2010/06/buurt-stuurt-politiewerk-aan.1885 http://www.scp.nl/dsresource?objectid=21060&type=org http://www.eysinksmeetsbv.nl/ http://criminaliteitswijzer.ning.com/ http://www.liss.be/userup/tl2/pdf/10/Hondepoep%20en%20Hangjongeren%20%20Onderzoek%20naar%20overlastfenomenen.pdf http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/av/show.cgi?fid=5408 De participatie-alchemist door Marion de Haan, Vincent Schipper en Aad Snijders Beleidsadvies veiligheidsgevoelens in Delfshaven door Daan van der Kind en Bob Broekmeulen Participatieve methoden, een gids voor gebruikers ( www.kbs-frb.be ) Doorvertaling trendanalyse 2008 naar activiteiten voor de politie en de keten (R.I.O. Rotterdam Rijnmond) Programma wijken in onbalans in Rijnmond door B.H.J van Tol en A. van der Plas Zicht op sociale veiligheid door G. van den Brink, P. van Os en H. Quint. Tijdschrift voor verzorgenden (tips voor 5-minutengesprekken) Lezing van Marnix Eijsinksmeets, lector public reassurance aan de hoge school Inholland. Scriptie “de buurt bestuurt” door A.A. Bijl De secondant van mei 2011 een uitgave van het CCV. Basisboek integrale veiligheid (Stol, Rijpma, Tielenburg, Veenhuijsen en Abbas) Onzekere veiligheid, een uitgave van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (2008) Psychologie en sociologie door Ella Wijsman Integraal veiligheidszorgmanagement door drs. A de Zwart Change management door J.B. Lubberding en B. Lievers Veiligheid en burgerschap in een netwerksamenleving door H. Boutellier en R. van Steden
Buurt bestuurt, een aanpak voor nu en in de toekomst Door Hans Hoekman