Burgerparticipatie bij opsporingsonderzoek Venne Ervaringen van politie eenheid Zeeland-West-Brabant & de mening van burgers
November 2013 Drs. Henk Sollie Dr. Nicolien Kop Politieacademie - Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde Met bijzondere medewerking van: Toine Martens – Teamleider TGO Willem van Hooijdonk – Communicatieadviseur Politie Eenheid Zeeland – West-Brabant
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................................................................................................. 3 1.1 Evaluatie inzet Dossier Mostafa Talaie ......................................................................................... 3 1.2 Opbouw rapportage ....................................................................................................................... 4 2. Ervaringen van het opsporingsteam aangaande de inzet van het Dossier ................................. 5 2.1 De bijdrage van burgers aan het Dossier ...................................................................................... 5 2.2 Betrokkenen en verantwoordelijkheden binnen het onderzoeksteam ........................................... 6 2.3 Voorbereiding inzet Dossier .......................................................................................................... 6 2.4 Bedanken van burgers .................................................................................................................. 7 2.5 Aandacht in de media .................................................................................................................... 7 3. De mening van burgers over de inzet van het Dossier ................................................................. 9 3.1 Gegevens respondenten ............................................................................................................... 9 3.2 In kennisstelling van het Dossier ................................................................................................... 9 3.3 Redenen om het Dossier te bekijken .......................................................................................... 10 3.4 Meningen over het inzetten van het Dossier ............................................................................... 10 3.5 Indienen van een scenario .......................................................................................................... 11 3.6 Medewerking bij toekomstige Dossiers ....................................................................................... 12 3.7 Informatieverstrekking binnen het Dossier .................................................................................. 12 3.8 Het achterlaten van contactgegevens ......................................................................................... 13 3.9 Samenwerking met politie bij toekomstige opsporingsonderzoeken ........................................... 14 3.10 Oordeel over de politie na deelname aan het Dossier .............................................................. 15 3.11 Mogelijkheden tot verbetering van het Dossier ......................................................................... 16 3.12 Resterende opmerkingen .......................................................................................................... 16 3.13 De enquêteresultaten samengevat ........................................................................................... 17 4. Voorlopige conclusies .................................................................................................................... 19 4.1 Meerwaarde voor het opsporingsproces ..................................................................................... 19 4.2 Mogelijkheden om de meerwaarde te vergroten ......................................................................... 20 4.2.1 Optimaliseren werkwijze opsporingsteam ................................................................................ 20 4.2.2 Aanbevelingen van burgers ...................................................................................................... 21 4.3 Actiepunten en aandachtspunten bij een toekomstige inzet ....................................................... 22
BIJLAGE 1 – Tekst Dossierpagina’s op de website politie.nl ......................................................... 25 BIJLAGE 2 – Plan van aanpak Dossier Mostafa Talaie ................................................................... 29 BIJLAGE 3 – Belprotocol om burgers te bedanken voor hun inzet ............................................... 32 BIJLAGE 4 – E-mail om burgers te bedanken voor hun inzet ........................................................ 32 BIJLAGE 5 – Nieuwsberichten Politie over Dossier Mostafa Talaie .............................................. 33 BIJLAGE 6 – Media-aandacht ............................................................................................................ 36 BIJLAGE 7 – Digitale enquête burgers ............................................................................................. 37 BIJLAGE 8 – Transcript uitzending Nieuwsuur ............................................................................... 39
2
1. Inleiding Dit rapport, dat opgedane bevindingen tijdens de inzet van het Dossier Mostafa Talaie beschrijft, maakt onderdeel uit van een onderzoek naar burgerparticipatie binnen de opsporing. Het doel van dat onderzoek, dat de titel TGO.nl draagt, is om de opgedane ervaringen met het concept co-creatie bij politieonderzoeken.nl en onderzoekzuiderdiep.nl verder te ontwikkelen om zodoende te komen tot een nieuwe aanpak ten aanzien van het online plaatsen van een actueel opsporingsonderzoek. Gedurende het onderzoek wordt tijdens de uitvoering van een TGO geëxperimenteerd met de mogelijkheden van het Dossier op politie.nl, om zodoende de eventuele meerwaarde daarvan te achterhalen, deze te onderbouwen en schriftelijk vast te leggen. Afhankelijk van de resultaten van het experiment, is het doel om de gehanteerde werkwijze verder te ontwikkelen en wellicht te standaardiseren en implementeren. Medio 2012 is het door de politie Rotterdam-Rijnmond ingezette Dossier in de vermissingszaak van Tanova onderzocht. De bevindingen uit dit onderzoek zijn reeds 1
vastgelegd door het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde. Momenteel vormt de inzet van het Dossier in het onderzoek naar de dood op Mostafa Talaie het tweede experiment dat door het lectoraat gevolgd wordt.
1.1 Evaluatie inzet Dossier Mostafa Talaie Op 2 mei 2013 heeft de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant het Dossier met de titel ‘Onderzoek dood Mostafa Talaie’ online gezet op politie.nl. Doel hiervan was om burgers actief te betrekken bij het oplossen van deze moordzaak. Zo werd aan het publiek gevraagd om hypothesen en scenario’s aan 2
te leveren ten behoeve van het opsporingsonderzoek TGO Venne dat gestart is op maandag 18 februari (de dag van de moord). Aan dit verzoek is ruimschoots voldaan. Daarnaast heeft de inzet van het Dossier veel media-aandacht opgeleverd. Toen na drie maanden het Dossier werd afgesloten, was de zaak (nog) niet opgelost en werd het onderzoeksteam afgebouwd. Opsporingsonderzoek: dood Mostafa Talaie Twee passanten treffen de 43-jarige Mostafa Talaie op maandagavond 18 februari 2013 liggend op de grond op de Vennelaan in het buitengebied van Oisterwijk aan. Hij blijkt te zijn overleden aan een steekwond. De Iraanse asielzoeker, was onderweg naar het asielzoekerscentrum, dat op enkele honderden meters afstand ligt van de vindplaats. De recherche formeert een Team Grootschalige Opsporing. In de weken daarna worden diverse getuigen gehoord. Ook roept het team de hulp in van het TV-programma Opsporing Verzocht. De uitzendingen leveren twee tips op. Een doorbraak in het onderzoek blijft echter uit (Zie bijlage 1 voor meer informatie over de inhoud van de zaak Talaie). Vanaf het begin zijn de onderzoekers nauw betrokken geweest bij de voorbereiding en uitvoering van dit Dossier. Aan de hand van onze eigen ervaringen/observaties en meerdere gesprekken en overleggen met de betrokken communicatieadviseur, teamleider TGO, tactisch coördinator en 1
Sollie & Kop (2012). Burgerparticipatie bij opsporingsonderzoek Tanova - Politie ervaringen. Apeldoorn: Politieacademie. 2 Deze afkorting staat voor Team Grootschalig Optreden. De naam Venne is afgeleid van de straat waar Talaie is aangetroffen, te weten de Vennelaan.
3
ambtelijk secretaris, wordt in dit document weergegeven welke (procesmatige) ervaringen door het opsporingsteam zijn opgedaan bij de inzet van dit relatief nieuwe opsporingsinstrument. 1.2 Opbouw rapportage Dit rapport bestaat uit twee delen en sluit af met voorlopige conclusies ten aanzien van de inzet van het Dossier in opsporingsonderzoeken. In het eerste deel worden de ervaringen met het Dossier Talaie door de daarvoor verantwoordelijke functionarissen beschreven. Daarbij wordt onder andere ingegaan op de bereikte resultaten en de gehanteerde werkwijze aangaande de inzet van het Dossier bij dit opsporingsonderzoek. In het tweede deel worden de resultaten van de burger enquête beschreven. Aan burgers is onder meer gevraagd hoe zij denken over deze mogelijkheid om mee te denken in een actueel opsporingsonderzoek, of zij in de toekomst weer willen bijdragen en of zij mogelijkheden tot verbetering van het Dossier zien. Tot slot worden de bevindingen uit de deelonderzoeken naar a) de bevindingen van het opsporingsteam en b) de mening van burgers, vertaald naar voorlopige conclusies. Daaruit volgen aanbevelingen om de meerwaarde van het Dossier voor de opsporing te vergroten. Het rapport sluit af met een aantal concrete actiepunten voor een volgende inzet van het Dossier.
4
2. Ervaringen van het opsporingsteam aangaande de inzet van het Dossier Op de dag dat Mostafa Talaie levenloos werd aangetroffen in Oisterwijk, is er direct een TGO gestart. Gedurende het opsporingsonderzoek werden door het team diverse scenario's onderzocht. Dit leverde echter geen concrete verdachte op. Ook niet nadat in uitzendingen van Opsporing Verzocht en Bureau Brabant aandacht voor deze zaak werd gevraagd en verschillende kranten/websites (Nederlands Dagblad, Brabants Dagblad, Oisterwijk Nieuws, Omroep Brabant) er verschillende artikelen aan wijdden. In een overleg met de zaaksofficier, de divisieleiding, het betreffende TGO en de communicatieafdeling van de politie werd dientengevolge afgesproken om burgers op grote schaal te betrekken bij het onderzoek via het opsporingsmiddel Dossiers. De doelstelling, zoals opgenomen 3
in het plan van aanpak , luidde als volgt: ‘Het doel van politie en Openbaar Ministerie is om een doorbraak te bewerkstelligen in het onderzoek Venne door zoveel mogelijk burgers actief te betrekken, niet alleen als informant, maar ook door mee te denken in de hypothese- en scenariovorming.’ De familie van het slachtoffer is door de betreffende familierechercheur ingelicht over de inzet van het Dossier in deze zaak. Talaie’s nabestaanden hebben hier geen bezwaar tegen gemaakt.
2.1 De bijdrage van burgers aan het Dossier Het Dossier heeft in de periode van 2 mei tot en met medio augustus online gestaan. De inzet heeft in totaal 215 reacties opgeleverd: 188 scenario’s zijn via de website ingediend en 27 tips werden telefonisch doorgegeven aan het TGO naar aanleiding van de uitzending van Opsporing Verzocht. Het 4
gros van de reacties werd ingestuurd in de eerste dagen na de lancering van het Dossier. Daarna liep het aantal reacties sterk terug en na enkele weken werden nauwelijks reacties meer ontvangen. Hoewel er bijna 200 scenario’s zijn ingediend, kunnen deze in essentie teruggebracht worden tot vijf scenario’s. De meeste aangedragen scenario’s van burgers hebben betrekking op de bekering van het slachtoffer tot het christendom. Zij vermoedden dat dit een belangrijke rol heeft gespeeld bij de moord. Een ander veelgenoemd scenario is dat het motief te vinden zou zijn in de relatie van het slachtoffer met een Iraanse vrouw in Engeland en zijn verblijf aldaar. Verder zijn er deelnemers die vermoedden dat Talaie het slachtoffer is geworden van een uit de hand gelopen beroving of dat hij ongewild getuige is geweest van een criminele activiteit en daarom om het leven is gebracht. Ook zijn er enkele deelnemers die een theorie ontvouwden waarbij geheime diensten zijn betrokken. Uit de input van burgers blijkt dat zij serieus werk hebben gemaakt van hun bijdrage. Sommige personen hebben zelfs meerdere reacties ingestuurd, al vormden zij wel een uitzondering. Tevens bleek dat een aantal in het opsporingsonderzoek gehoorde personen, ook input hebben geleverd. De teamleider over de input van burgers: ‘We hebben zelfs van een burger een reactie gekregen die bestaat uit 15 pagina's, waarbij op vrijwel elk onderdeel van het dossier wordt ingegaan.
3
Dit plan van aanpak is in overleg met alle betrokkenen binnen politie en OM opgesteld door de communicatieadviseur. Zie bijlage 2 voor het volledige plan van aanpak. 4 Donderdagmiddag 2 mei is het Dossier online gezet. Op maandagmorgen 6 mei waren er 65 reacties binnengekomen. Op woensdagmiddag 8 mei waren dit er 131 plus 27 telefonische reacties naar aanleiding van de uitzending in Opsporing Verzocht.
5
We zijn nu bezig met het analyseren van de binnengekomen mails. Overigens is het wel zo dat wij als team met de meeste scenario's ook al bezig waren, maar toch is het wel bijzonder om te zien welke invalshoeken sommige mensen daarbij hebben. Helaas zijn er geen tips binnen gekomen waarmee we direct een doorbraak kunnen forceren.’ Uiteindelijk heeft geen van de burgerreacties geleid tot een nieuw inzicht, extra opsporingsactiviteiten of de oplossing van deze zaak. Het onderzoeksteam is kort daarna geleidelijk afgebouwd en het onderzoek is vooralsnog stopgezet.
2.2 Betrokkenen en verantwoordelijkheden binnen het onderzoeksteam Bij het daadwerkelijk opstellen van het Dossier en het verwerken van de reacties die het heeft opgeleverd, waren vier personen nauw betrokken: de communicatieadviseur/woordvoerder, de teamleider van het TGO, de tactisch coördinator en de ambtelijk secretaris. Hieronder volgt beknopt in welke hoedanigheid zij betrokken zijn geweest bij het Dossier en hoe zij hun taken hebben uitgevoerd. Aan het onderzoeksteam is op parttime basis een communicatieadviseur/woordvoerder van de politie voor de inzet van het Dossier beschikbaar gesteld. Deze woordvoerder was vanaf het begin al betrokken bij de zaak. Hij hield zich enerzijds bezig met het opstellen van het plan van aanpak en interne voortgangsrapportages en anderzijds, na goedkeuring van de TGO teamleider en de officier van justitie die verantwoordelijk zijn voor alle communicatie over het onderzoek, het plaatsen van berichten op de website (zie bijlage 1 en 2). Daarnaast heeft deze functionaris het contact met de media geïnitieerd en onderhouden. Het TGO-team was verantwoordelijk voor de verwerking van de ingestuurde reacties van burgers. Een informatiemedewerker en de tactisch coördinator checkten elke dag of er reacties waren binnengekomen en namen de ingestuurde scenario’s en hypothesen door en beoordeelden deze op relevantie voor het onderzoek (opsporingsinformatie, nieuwe zoekrichting etc.). Deze resultaten deelden zij vervolgens met de officier van justitie, de TGO teamleider en de ambtelijk secretaris om te bepalen of er vervolgacties aan gekoppeld dienden te worden in het opsporingsonderzoek. Omdat de ingeleverde scenario’s van burgers onderling veel overeenkomsten vertoonden, zijn deze in overleg met de TGO teamleider, de communicatieadviseur en de officier van justitie samengevat teruggeplaatst op de website en via politiepersberichten verspreid aan journalisten. Het onderzoeksteam had vooraf gedacht dat het verwerken van de reacties meer tijd zou vergen dan het in werkelijkheid heeft gekost. Dat de verwerking vlot is gegaan, is volgens hen voor een belangrijk deel te verklaren door de grote overeenkomsten tussen de bijdragen van burgers en de scenario’s die het opsporingsteam reeds zelf had gemaakt.
2.3 Voorbereiding inzet Dossier Om extra aandacht voor de website te genereren, is de lancering van het Dossier Talaie gekoppeld aan de uitzending van deze zaak in Opsporing Verzocht. Deze uitzending stond reeds gepland, waardoor het team een voorbereidingsperiode van vier weken had om de website van informatie te voorzien en te lanceren. Dit kwam de betrokkenen goed uit omdat er geen capaciteit beschikbaar was om fulltime aan het Dossier te werken. In deze fase vormde de grootste tijdsinvestering het ‘vullen’
6
van het Dossier. Bij het schrijven diende continue afgewogen te worden welke informatie wel en niet gedeeld kan worden met burgers. Hoewel burgers in staat gesteld dienen te worden om serieus mee te kunnen denken, maken privacy en tactische belangen dat niet alles deelbaar is. Regelmatig vond dan ook afstemming plaats tussen de communicatieadviseur, de teamleider en het OM over de tekst. Daarbij wordt door de respondenten opgemerkt dat het soms lastig is om de juiste formuleringen te vinden, maar dat het wel degelijk mogelijk is om een behoorlijke hoeveelheid informatie te delen met burgers.
2.4 Bedanken van burgers Vooraf is besloten om de burgers die een scenario instuurden, gezien hun inzet, zo snel mogelijk persoonlijk te bedanken en dit niet af te doen met een automatische standaard reactie. Afhankelijk van het aantal reacties (dat vooraf niet in te schatten is) zou bepaald worden of dit via de telefoon of per mail zou gebeuren. Gezien het daadwerkelijk aantal digitale reacties (188), is voor één dag een speciaal belteam opgericht om de burgers die hun contactgegevens hadden achtergelaten, te bedanken. Dit team bestond uit zes volontairs die een week na de lancering van de website, ruim 100 mensen telefonisch hebben weten te benaderen. Om dit gestructureerd te laten verlopen, is daarbij gebruikgemaakt van een gespreksprotocol (zie bijlage 3). De mensen die niet zijn bereikt, hebben een e-mail gekregen van de TGO teamleider waarin hij ze bedankt voor hun inzet en ingaat op de ingezonden scenario’s en tips (zie bijlage 4). De volontairs gaven na afloop aan dat veel mensen verbaasd en ook erg positief zijn over het feit dat zij persoonlijk werden bedankt. Overigens was een vaak terugkerende vraag tijdens deze gesprekken wat de politie nu precies ging doen met al die ingeleverde scenario's.
2.5 Aandacht in de media Bij de voorbereiding van de lancering van het Dossier is getracht om zoveel mogelijk media-aandacht, zowel landelijk als lokaal, te genereren voor de website. Burgers dienden immers in kennis gesteld te worden dat ze bij konden dragen aan dit onderzoek. In de week van de lancering is met de programma's Bureau Brabant en Opsporing Verzocht geregeld dat zij aandacht aan de website zouden besteden. Daarnaast zijn journalisten uitgenodigd voor een gesprek met de teamleider op de dag dat het Dossier online ging. Daarnaast zijn Twitter en Facebook gebruikt om de website te promoten. Ook is met de landelijke web redactie van politie.nl overeengekomen dat de eerste twee weken een link naar het Dossier prominent op de hoofdpagina van politie.nl stond. In de promotie van het Dossier is overigens speciale aandacht uitgegaan naar de bewoners van het AZC waar Talaie heeft verbleven en aan het centrum in Oisterwijk, waar hij naar toe onderweg was. In overleg met het Meldpunt Veiligheid COA en met de communicatieadviseur van het COA zijn flyers in meerdere talen gemaakt, die aandacht vestigden op het Dossier en de uitzendingen van Opsporing Verzocht en Bureau Brabant. Om de website onder de aandacht van burgers te houden, zijn journalisten door de communicatieadviseur op de hoogte gehouden van relevante ontwikkelingen (onder andere via
7
nieuwsberichten, zie bijlage 5). Deze mediastrategie heeft zijn vruchten afgeworpen en tot veel aandacht geleidt voor het Dossier op zowel TV (o.a. Nieuwsuur, De Vijfde Dag) en radio (o.a. Tros Nieuwsshow, Omroep Brabant) als in kranten (o.a. Volkskrant, Brabants Dagblad) en op websites (o.a. Nu.nl, Volkskrant.nl, BN de Stem; zie bijlage 6 voor een overzicht van alle mediaberichtgeving). Door deze cross-mediale aandacht kan gesteld worden dat er veel verschillende burgers zijn bereikt, waardoor de kans op een diversiteit aan inzichten is vergroot. Door de gegeven openheid over het opsporingsonderzoek richting de media, werd de politie als een serieuze partner beschouwd en was het voor de communicatieadviseur plezierig samenwerken met de verschillende journalisten. Met betrekking tot de media-aandacht dient opgemerkt te worden dat de (landelijke) media met name aandacht aan dit Dossier hebben besteed 5
omdat dit een nieuwe werkwijze van de Nederlandse politie betrof. Voor ‘het eerst’ burgers op grote schaal laten participeren bij een lopend opsporingsonderzoek had nieuwswaarde. Bij veelvuldige inzet van dit middel (sec het gebruik van het Dossier) zal de mediabelangstelling voor het instrument naar alle waarschijnlijkheid afnemen. Dit neemt niet weg dat de inhoud van de betreffende zaak wel aandacht kan genereren.
5
Hoewel meerdere malen in de media werd gezegd dat dit een nieuwe opsporingsmethode is, is dit feitelijk onjuist aangezien burgers al twee keer eerder op deze wijze zijn ingezet bij opsporingsonderzoek, namelijk in Groningen (onderzoek Zuiderdiep) en Rotterdam (onderzoek Tanova). Dit is wel de eerste keer dat het via een Dossier op de website politie.nl is uitgevoerd.
8
3. De mening van burgers over de inzet van het Dossier Bij de inzet van het Dossier Talaie is burgers gevraagd om een korte enquête, bestaande uit tien vragen (zie bijlage 7), in te vullen. In totaal zijn 122 enquêtes volledig ingevuld en door de onderzoekers geanalyseerd. Het gros van de enquêtes (103) is in de eerste week ingeleverd.
6
Voordat de resultaten hieronder worden getoond, dient een belangrijke kanttekening gemaakt te worden ten aanzien van de representativiteit van de enquête. Zo konden burgers vrijwillig deelnemen aan de enquête via een link in het Dossier die hen doorverwees naar de digitale vragenlijst. Omdat niet vastgelegd wordt welke burgers het Dossier hebben bezocht, is er geen zicht op de aard en omvang van de totale onderzoekspopulatie (dat zijn: alle burgers die het Dossier hebben bezocht). Daardoor is het onbekend welk deel daarvan de enquête heeft ingevuld en kan niet vastgesteld 7
worden of de enquête representatief is voor alle bezoekers van het Dossier. De resultaten dienen dan ook met de nodige voorzichtigheid behandeld te worden: er dient voor generalisaties gewaakt te worden. Dit neemt niet weg dat 122 personen hun waardevolle mening hebben gegeven en nuttige aanbevelingen doen. 3.1 Gegevens respondenten De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 42 jaar. Zij zijn woonachtig in verschillende gemeenten verspreidt over heel Nederland. Het opleidingsniveau is hoog te noemen, aangezien meer dan de helft van het aantal respondenten HBO of WO geschoold is. Leeftijd: Gemeente:
Opleiding:
De gemiddelde leeftijd bedroeg 42 jaar. De jongste respondent was 13, de oudste 71 | 4 onbekend. De respondenten zijn afkomstig uit 74 verschillende gemeenten verspreidt over heel Nederland: o.a. Apeldoorn, Best, Breda, Enschede, Groningen, Tilburg, Westland, Wognum, Oisterwijk (3x) etc. | 11 onbekend. De hoogst voltooide opleiding: Geen of basisonderwijs (4x), VMBO (4x), HAVO (14), VWO (6x), MBO (19x), HBO (48x), WO (27x).
3.2 In kennisstelling van het Dossier De meeste respondenten lazen in de krant (45x) of hoorden op TV (37x) van de mogelijkheid om via het
Dossier
te
participeren
in
het
opsporingsonderzoek
Venne.
Andere
veelgenoemde
8
informatiekanalen zijn een website (23x) en de radio (11x). Daarnaast lazen respondenten het ook op Facebook (4x) en Twitter (5x) of hoorde men er van via een familielid (7x). Andere kanalen waren een college Forensische Psychologie aan de Universiteit Groningen (4x), nieuwsbericht/intranet politie (3x), het NOS journaal (1x), digitale nieuwsbrief Oisterwijk (1x) en via de websites politie.nl (1x) en NU.nl (1x).
6
In de periode 2 tot en met 8 mei zijn in totaal 103 enquêtes ingevuld. De laatste vragenlijst is op 29 juli ingevuld. Van een niet representatieve enquête zou bijvoorbeeld sprake zijn als van alle burgers (bestaande uit mannelijke en vrouwelijke (jong)volwassenen) die de website hebben bezocht en/of een scenario hebben ingediend, alleen hoogopgeleide mannen van boven de 50 jaar de enquête hebben ingevuld. 8 Omdat niet gevraagd is om aan te geven via welke specifieke website respondenten in kennis zijn gesteld, is het niet mogelijk om aan te geven via welke website dit is gebeurd (bijvoorbeeld via politie.nl of nieuwssites). Desalniettemin gaf één respondent aan dat hij/zij het op NU.nl had gelezen. 7
9
3.3 Redenen om het Dossier te bekijken Respondenten hebben verschillende redenen om het betreffende Dossier te bezoeken. Zo wordt 68 keer aangegeven dat men een bijdrage wil leveren aan het opsporingsonderzoek; 62 keer uit nieuwsgierigheid naar wat het Dossier precies inhoudt; 36 keer om informatie te krijgen over dit onderzoek en 9 keer vanuit betrokkenheid bij de zaak. Daarnaast waren er nog negen specifieke opmerkingen: ! ! ! ! ! ! ! ! !
Ik woon in de buurt van het gebeuren; Beroepshalve nieuwsgierig; Ben erg geïnteresseerd in misdaad; Om te kijken of ik een bijdrage kon leveren; Had niet het idee dat ik jullie zou kunnen helpen, maar voor de zekerheid heb ik toch maar even gekeken, je weet maar nooit!; Wil de zaak oplossen; Omdat ik in een veilig land wil leven; Real-life Cluedo, oftewel leuk voor zover een moordzaak dat te noemen is; Ik ben een echte puzzelaar als ic-ter programmeur.
3.4 Meningen over het inzetten van het Dossier Op een enkeling na, geeft elke respondent aan positief te zijn over dit initiatief van de politie. Woorden die gebruikt worden zijn ‘goed idee’, ‘prima initiatief’, ‘uitermate goede zaak’, ‘erg goed’ en ‘perfect, vaker doen, ook als het deze keer niet tot resultaten komt’. Daarbij wordt vaak aangegeven dat de politie via dit middel veel kennis tot zijn beschikking krijgt (bijvoorbeeld mensen met forensische en/of andere relevante opleidingen) en daarmee extra informatie kan vergaren (onder het mom van ‘twee weten meer dan één’). Daarnaast kan het tunnelvisie voorkomen. Een aantal respondenten maakt een kanttekening. Zo zou er meer informatie gedeeld moeten worden door de politie, kost het waarschijnlijk veel kostbare tijd om alle reacties te analyseren die misschien beter ergens anders voor ingezet kan worden en kan eventueel ingeleverde onzin tot ballast leiden. Ook vraagt een aantal respondenten zich af of ze überhaupt een bijdrage kunnen leveren als ze geen van de betrokkenen ((familie van) slachtoffer, getuige(n), dader(s)) kennen. Hieronder volgen de positief kritische reacties: 1. ‘Briljant en vernieuwend. Na 9-11 heeft de CIA aan scenarioschrijvers gevraagd wat voor terreurscenario's nog meer mogelijk zijn. Niet vanuit sensatie, maar om hun horizon te verbreden en zo ook rekening te houden met het " niet voor de hand liggende". Brainstormen levert niet altijd resultaat, maar het vergroot onmiskenbaar wel je kansen op succes.’ 2. ‘Dit is uiteraard niet in elk opsporingsonderzoek wenselijk, maar in sommige zaken levert dit initiatief misschien nieuwe invalshoeken op.’ 3. ‘Een best goed idee al vind ik wel dat er nadelen aan zitten. Zo ben ik van mening dat het kan helpen om de hulp van de burger te vragen omdat zij een verse heldere blik kan hebben. Als je lang ergens mee bezig bent kan je vastlopen en dan is verder en anders denken moeilijk, de burger kan dan zijn ideeën delen die een andere blik kunnen hebben op de zaak. Een blik die misschien handig is omdat deze of naar de dader leid of de mensen die onderzoek doen naar de zaak anders doen laten denken waardoor de dader word gevonden. Echter kunnen er volgens mij problemen opspelen bij het delen van vertrouwelijke informatie op internet. Iemands privéleven kan geschaad worden, en de informatie kan de dader ook helpen als hij ziet wat de politie allemaal weet. Zo kan het bv. zijn dat de politie weet welk vuurwapen er gebruikt is door een gevonden kogel en als zij dit meldt op internet en de nog
10
spoorloze dader onderneemt dit word hij gealterneerd om het wapen te laten verdwijnen. Dus al met al een goed idee maar er moet opgepast worden.’ 5. ‘Een goed idee voor het verkrijgen van nieuwe inzichten, maar dit moet geen manier van bezuinigen op politiepersoneel worden.’ 6. ‘Enerzijds goed, omdat hierbij de creativiteit en kennis van veel meer mensen gebruikt wordt en dit vrijwillig gedaan wordt door mensen. (hoewel het wel tijd vraagt van professionals om het allemaal te lezen en verwerken). Anderzijds spelen bij mij de vragen of het de privacy niet schendt, omdat er best veel informatie wordt vrijgegeven en of theorieën en scenario's die leken bedenken niet te veel beïnvloed zijn door alle politieseries etc. Daarnaast zou het voor mensen een spel of uitdagende bezigheid kunnen worden, terwijl het heel serieuze zaken zijn, of het kan dat mensen door het meedenken zich erg betrokken gaan voelen en het moeilijk los kunnen laten voor zichzelf.’ 7. ‘Erg goed, maar levert ongetwijfeld heel erg veel werk op dat de uiteindelijke oplossing van de zaak ook ernstig kan belemmeren.’ 8. ‘Prima, temeer omdat zogenaamde tunnelvisie van mensen die belast zijn met het onderzoek, teniet gedaan kan worden. Andere invalshoeken ( 'out of THE box 'denkers kunnen zeker een bijdragen leveren aan een oplossing van een zaak.) En ook dat sommige dingen die voor de hand liggen en door een bepaalde manier van denken over het hoofd gezien kan worden. En wellicht dat dader of daders hierdoor zich minder prettig gaan voelen en waardoor vreemd gedrag dor anderen eerder opvalt. Preventie. DAt het publiek en potentiële daders weten dat ook im. zaken b.t asielzoekers ruime aandacht is in het politieonderzoek.’ 9. ‘Slim, de kans dat een team van 15 rechercheurs een scenario over het hoofd ziet lijkt me klein, maar er zullen toch altijd fanatieke thriller-lezers of wannabee speurneuzen zijn die net even met een nieuw ideetje komen. Soms kun je als persoon die diep in een zaak ingevoerd is natuurlijk juist dingen over het hoofd zien, die een leek die fris naar de zaak kijkt wel opvallen.’ 3.5 Indienen van een scenario Op het moment dat de respondenten de enquête invulden, hadden 35 van hen een bijdrage geleverd en 87 niet. De redenen waarom respondenten een scenario hebben ingestuurd, is met name om te helpen met het onderzoek (daders oppakken, zaak oplossen). Een aantal van hen trekt echter wel in twijfel in hoeverre ze op deze manier kunnen helpen, aangezien ze over beperkte informatie beschikken (kennen de persoon en omgeving niet en kunnen alleen maar af gaan op datgene wat in het dossier vermeld staat). Verder vindt een aantal het interessant/leuk om een scenario op te stellen en worden zij door deze zaak geïntrigeerd. Een respondent geeft aan dit te hebben gedaan vanuit een persoonlijk betrokkenheid bij het onderzoek. Zou u willen uitleggen met welk doel u een bijdrage heeft geleverd? ! Ik wil helpen met het oplossen van de zaak: 24x ! Ik vindt het interessant om een scenario op te stellen: 5x ! Ik vind deze zaak intrigerend: 4x ! Ik ben persoonlijk betrokken bij deze zaak: 1x ! Geen antwoord/uitleg: 1x
Respondenten die geen scenario hebben ingediend, zagen hier voornamelijk vanaf omdat zij geen nieuw scenario kunnen aandragen of er nog over aan het nadenken zijn. Daarnaast geeft een aantal
11
respondenten aan dat zij over onvoldoende informatie beschikken om een nuttig/waarheidsgetrouw scenario te schrijven. Zou u willen uitleggen waarom u geen bijdrage heeft geleverd? ! Ik kan geen nieuw scenario aandragen: 33x ! Ik ben er nog over aan het nadenken: 24x ! Ik beschik niet over alle benodigde informatie: 9x ! Vanuit privacyoverwegingen: 1x ! Ik wil alleen weten wat Dossier inhoud: 1x ! Geen antwoord/uitleg: 18x
3.6 Medewerking bij toekomstige Dossiers De vraag of men in de toekomst weer wil bijdragen aan een Dossier wordt door 118 respondenten met ‘ja’ beantwoord. Slechts drie respondenten geven aan dat niet te doen, omdat ‘ik vind dat de politie hier beter in is en ook wil ik niet in de kijker van crimineel NL komen’, ‘de kans op tijdverspilling van de recherche lijkt mij te groot’ en ‘als ik een tip heb bel ik de politie, mocht ik videomateriaal hebben, dan gebruik ik wel het dossier om dit eenvoudig in te dienen.’
3.7 Informatieverstrekking binnen het Dossier Vrijwel alle respondenten (113) willen op de hoogte gehouden worden van nieuwe ontwikkelingen binnen het Dossier. De meeste respondenten geven aan dat zij graag geïnformeerd willen worden over alle vier de aangedragen ontwikkelingen, waarbij de uitkomst van het opsporingsonderzoek het meest belangrijk wordt gevonden. Van welke ontwikkelingen zou u, bij deelname aan toekomstige opsporingsonderzoeken via Dossiers, graag op de hoogte gehouden willen worden? ! De uitkomst van dit opsporingsonderzoek weten: 91x ! Terugkoppeling van de politie over wat er met de bijdragen van burgers is gedaan: 84x ! Updates over uitgevoerde activiteiten door de politie binnen dit opsporingsonderzoek 79x ! Updates van de website met betrekking tot tips, vragen en scenario’s van deelnemers: 75x
Zeven van de tien respondenten die ‘overig’ hebben aangevinkt, geven het volgende aan: 1) ‘alles wat hier mee te maken heeft’, 2) ‘als de zaak wordt opgelost zou het fijn zijn als u de burgers de bevindingen vertelt’, 3) ‘als er een nieuw onderzoek start waar hulp bij gevraagd wordt’, 4) ‘andere nieuwe manieren/hulpmiddelen die de politie gebruikt’, 5) ‘meer informatie over de plaats delict en precieze toestand slachtoffer’, 6) ‘overzicht van waarmee al rekening wordt gehouden’ en 7) ‘nieuwsbrief van alle dossiers in NL met verwijzingen’. De andere drie reageerden met: ‘hoeft niet als het maar opgelost wordt’, ‘via de mail’, ‘je weet nooit welk lumineus idee iemand heeft’. Op de vraag via welk informatiekanaal men op de hoogte gehouden wil worden, was er een duidelijke voorkeur voor e-mail (55) of Dossiers (43).
12
Via welk informatiekanaal wilt u, bij deelname aan toekomstige opsporingsonderzoeken via Dossiers, het liefst op de hoogte gehouden worden? ! Via e-mail: 55x ! Via Dossiers op de website politie.nl: 43x ! Via berichten op Facebook: 8x ! Via berichten op Twitter: 4x ! Overig: Nieuwsbrief Oisterwijk 1x Volkskrant 1x TV 1x
3.8 Het achterlaten van contactgegevens Alleen indien een burger besluit om een scenario in te dienen, wordt gevraagd naar zijn/haar contactgegevens.
Bezoekende
burgers
wordt
dat
niet
gevraagd.
Hoewel
het
voor
het
onderzoeksteam handig is om over contactgegevens te beschikken, is het niet verplicht om deze bij het indienen van een scenario te verstrekken. Om inzicht te krijgen in de overwegingen van burgers hieromtrent is gevraagd waarom zij al dan niet hun contactgegevens hebben achtergelaten. Op het moment van invullen hadden ‘slechts’ 35 respondenten een scenario ingediend. Dit verklaart naar alle waarschijnlijkheid waarom 45 respondenten geen antwoord hebben gegeven; deze vraag was immers niet relevant voor hen. De reacties van diegenen voor wie dit wel een toepasselijke vraag was en voor personen die de vraag desondanks toch hebben beantwoord, zijn als volgt. Wat was voor u de reden om uw contactgegevens wel of niet achter te laten op Dossiers? Wel achterlaten: 35x ! Ik vindt het geen probleem om mijn gegevens achter te laten: 10x ! Om op de hoogte gehouden te worden over het onderzoek: 9x ! Als het bij kan dragen aan het oplossen van het onderzoek, geen bezwaar: 7x ! Als het anoniem wordt gebruikt dan vindt ik dat geen probleem: 5x ! Om, indien gewenst, de mogelijkheid te geven om contact op te nemen: 3x ! ‘Acht jullie weten toch wel wie de site bezoekt’: 1x
! ! ! ! !
!
Niet achterlaten: Niet nodig omdat ik geen informatie (scenario, tip) heb gegeven: Uit privacy overwegingen: Ik krijg al zoveel berichten: Doen niet ter zake, bovendien heeft u mijn IP-adres: Ik blijf liever anoniem omdat dat veiliger is (in verband met wraak van dader en/of anderen):
27x
Niet relevant: Ik heb de mogelijkheid niet gezien om mijn contactgegevens achter te laten:
15x
19x 3x 2x 2x 1x
15x
13
3.9 Samenwerking met politie bij toekomstige opsporingsonderzoeken Om te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze burgers betrokken willen worden bij de opsporing van
ernstige
delicten,
is
aan
de
respondenten
gevraagd
hoe
zij
bij
toekomstige 9
opsporingsonderzoeken willen samenwerken met de politie. Daarop reageerden 81 respondenten , waarbij een ruime meerderheid (51) aangeeft het prima te vinden om in de toekomst weer mee te denken via een Dossier. Daarnaast geeft een aantal zeer bereidwillige respondenten (10) aan op elke mogelijke manier te willen samenwerken met de politie. Op welke wijze zou u in toekomstige opsporingsonderzoeken willen samenwerken met de politie? ! Meedenken op deze manier is prima: 51x ! Daar waar ik, voor zover mogelijk, van dienst kan zijn: 10x ! Ik heb geen idee: 4x ! In kleinschalige teams op lokaal niveau: 2x ! Als opsporingsambtenaar: 2x ! Dit is afhankelijk van de vraag: 2x ! Alleen als ik rechtstreeks betrokken ben bij misdaad als slachtoffer of getuige: 1x ! Daar te gamen met vrienden over echte moordzaken (hoorde dat dat in ontwikkeling is): 1x ! Via social media: 1x ! Elektronisch: 1x ! Mondeling: 1x ! U mag me bellen: 1x ! Op meer interactieve wijze (zoals een videoverbinding): 1x ! Geheel vrijblijvend: 1x ! Door openheid van politie zal er meer medewerking plaatsvinden: 1x ! Niet: 1x 10
Hierbij enkele reacties waarin respondenten aanvullende wensen aandroegen : 1. ‘Op deze wijze, of door middel van een soort van stappen plan. Dat je bijvoorbeeld dingen kan highlighten die jij denkt dat belangrijk zijn en er commentaar bij kan schrijven en door middel van vragen misschien (waar jullie graag antwoord op willen hebben) de burger door het onderzoek heen sluizen, zodat wij beter tot een conclusie kunnen komen.’ 2. ‘Ongeveer op dezelfde wijze, zou wel iets meer feedback van politie willen.’ 3. Ik werk momenteel mee aan een nieuwe manier om burgers te betrekken bij opsporingsonderzoeken. Dossiers op internet is ook een manier, maar het is wel veel statische tekst in 1x en ik heb verder nergens gezien of gehoord dat deze zaak online stond, totdat een contactpersoon binnen de politie me hierop wees.’ 4. ‘Zelfde wijze. Mogelijkheid om vragen te stellen.’ 5. ‘Er is duidelijk verschil tussen mensen die een tip geven en die een idee hebben over een scenario. Tips zullen altijd blijven binnenkomen, mensen hebben iets gezien, gehoord. Het is heel fijn en spannend ook om met theorie of scenario mee te kunnen denken, mensen zijn onbevangen daarin. Maar denk dat dit enthousiasme op gegeven moment 'doodbloedt'. We bouwen niets op. Ik heb bijvoorbeeld 7x een bijdrage proberen te geven, maar hoe slaat het aan, kan ik beter weer achter de geraniums gaan zitten of zit er iets zinnigs bij? Maar ook als je 1x een bijdrage deed, en behalve een bedankje niets hoort, dan bedenk je je bij een 9
De andere respondenten (41) hebben de optie ‘Geen antwoord’ aangevinkt. Deze wensen zijn opgenomen bij de aanbevelingen in paragraaf 4.2.
10
14
volgend dossier nog eens om weer je hersens te gaan pijnigen. De updates op de website zijn minimaal, politie houdt alle informatie voor zichzelf (dat zal ook wel moeilijk zijn, zeker bij zoveel reacties). Zou het voor politie en voor deelnemers prettiger zijn als: er een soort vrijwilligers-team is, een clubje van mensen die dit graag meer zouden willen doen.’
3.10 Oordeel over de politie na deelname aan het Dossier De inzet van burgers in het onderzoek TGO Venne werd in de media enerzijds beschouwt als een positieve, innovatieve ontwikkeling (het betrekken van ‘the wisdom of the crowd’) en anderzijds als 11
een negatieve ontwikkeling en zelfs een ultiem zwaktebod (‘kan de politie het zelf niet meer’).
Aan
de respondenten is derhalve gevraagd of zij door de inzet van dit instrument anders over de politie zijn gaan denken. ‘Nee’, zo geven 75 respondenten aan. Hun mening over het functioneren van de politie is onveranderd gebleven. Voor 42 respondenten geldt dat hun mening in positieve zin is veranderd. Vijf respondenten geven aan dat door deelname aan het Dossier hun mening over het functioneren van de politie negatiever is geworden. Bent u door deel te nemen aan Dossiers anders over het functioneren van de politie gaan denken? Mijn mening is in positieve zin veranderd, omdat: ! de politie openstaat voor de input van burgers en zij 12 serieus worden genomen : ! Geen uitleg ! de politie er alles aan doet om de zaak op te lossen: ! de politie openstaat voor moderne middelen/media: ! ik hierdoor inzicht krijg in de gang van zaken en het 13 functioneren achter de schermen : ! de politie zo tegen lage kosten veel denkkracht kan mobiliseren:
15x 11x 5x 5x 4x 2x
Mijn mening is in negatieve zin veranderd, omdat: ! ‘Het lijkt of jullie de zaak niet zelf kunnen oplossen en dan maar hopen dat het door burgers wordt gedaan. Maar misschien is dat ook helemaal niet zo, maar zo lijkt het wel’; ! ‘Het is vrij schokkend dat de politie zichzelf niet in staat acht scenario’s te kunnen maken op basis van de beschikbare informatie en dan burgers vraagt dit te doen op basis van gebrekkige informatie…’; ! ‘Omdat ik denk dat de politie zelf alle invalshoeken moet kunnen zien en dat ik alleen tips kan geven over dingen die ik van de zaak zou weten. Ideeën wat onderzocht kan worden en dergelijke hoort bij de politie en recherche te liggen’. ! ‘Het gebrek aan actuele informatie suggereert dat de politie haar werk mbt online dossiers niet serieus neemt’ ! Geen uitleg
11
Zie bijvoorbeeld de uitzending van Nieuwsuur op vrijdag 3 mei (transcript beschikbaar in bijlage 8). Een reactie in dit kader was: ‘Ik ben blij dat de politie afstapt van een eiland van deskundigheid (die de politie zeker heeft) en erkent dat burgers niet alleen over informatie kunnen beschikken, maar ook een gecombineerde creativiteit bezitten waar de politie z’n voordeel mee kan doen’. 13 Een reactie: ‘Chapeau voor wat er allemaal kan worden achterhaald van een persoon’. 12
15
3.11 Mogelijkheden tot verbetering van het Dossier De laatste enquêtevraag gaf aan respondenten de gelegenheid om eventuele verbeteringen ten aanzien van het Dossier aan te dragen. Iets meer dan de helft (69) ziet daartoe mogelijkheden. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de informatieverstrekking binnen het Dossier, het design van de website en over interactiemogelijkheden met het opsporingsteam en andere burgers. In het kader van de leesbaarheid, zijn de aangedragen aanbevelingen van burgers weergegeven in paragraaf 4.2. Overigens geeft één respondent in zijn/haar reactie nog het volgende aan: ‘Ik zou de moeite niet nemen om mensen persoonlijk terug te bellen omdat dat veel tijd kost. Een groepsmail is goed genoeg.’ Hoe andere respondenten daar over denken is niet duidelijk, aangezien niemand anders dit 14
heeft benoemd.
Wel kan worden opgemerkt dat de volontairs aangeven dat het gros van de mensen
positief verrast was dat zij door de politie werden teruggebeld (zie paragraaf 2.4).
3.12 Resterende opmerkingen Een aantal respondenten heeft aan het slot van de enquête nog een opmerking gemaakt. Naast succeswensen, ‘goed initiatief’ en op te merken benieuwd te zijn naar de uitkomst van het onderzoek 15
en/of mee te willen blijven werken, worden ook nog een tiental aanbevelingen gedaan : 1. ‘Denk aan de mogelijkheid van het uploaden van tekstbestanden.’ 2. ‘Geef aub een update - indien mogelijk - van Mostafa dossier. Per email of op website.’ 3. ‘Goed initiatief maar moet meer interactief met betrokkenheid van de dienders die bij de zaak zijn betrokken.’ 4. ‘Het is misschien zinvol om de hulp van burgers te gebruiken om bergen gegevens te doorzoeken. Je zou de grote hoeveelheid gegevens kunnen opbreken in "hapklare brokken" en deze naar bereidwillige burgers kunnen sturen, met een specifieke zoekvraag. Je zou dan ook nog dezelfde "brokken" naar verschillende burgers kunnen zenden om verschillende analyses boven tafel te krijgen. Burgers, die dit wel tijdrovende werk willen doen, dienen zich zelf daarvoor te selecteren.’ 5. ‘Maak er een interactief opsporingskanaal van, door alle coldcases e.d. te plaatsen, met daarbij de nodige opnamen. Dus geen 'stijve, saaie' websites.’ 6. ‘Mogelijk kan dit dossier gebruikt worden door de Hogeschool van Amsterdam. In het derde en tweede jaar van de opleiding moeten studenten een review doen. Mogelijk dat deze zaak hiervoor gebruikt kan worden. Wie weet waar de studenten nog mee komen.’ 7. ‘Mostafa/Oisterwijk, hier heb ik al 5 tekstjes ingeleverd op zo'n 5 dagen. Nog geen enkele reactie gehoord, team wordt bedolven kennelijk op de reacties. Dat kan dus nu niet, maar de webtekst zou sneller aangepast moeten worden met updates. Dan hoeven publieksmeedenkers niet continu heel breed bezig te zijn. Blijven dan te lang in wilde weg scenario's bedenken, die mogelijk al achterhaald zijn.’ 8. ‘Op elke pagina een tip (of kattebelletjes)knop. Om ook vluchtige ideeën snel te kunnen vastleggen.’
14
Aangezien de meeste scenario’s in de eerste drie dagen zijn ingeleverd, zullen veel respondenten naar alle waarschijnlijkheid de enquête hebben ingevuld voordat de beldag heeft plaatsgevonden. 15 Deze aanbevelingen zijn opgenomen bij de aanbevelingen in paragraaf 3.13.
16
9. ‘Succes met dit initiatief, ik hoop dat het stand houdt! Geef ons (burgers) even de tijd om aan dit nieuwe medewerken te wennen.’
3.13 De enquêteresultaten samengevat Hoewel niet vastgesteld kan worden in hoeverre de resultaten van de enquête representatief zijn voor alle Dossier bezoekers, hebben 121 burgers hun waardevolle mening gegeven over de inzet van het Dossier. Dit heeft veel gegevens opgeleverd die nuttig zijn voor de verdere ontwikkeling van het instrument. Hieronder worden de resultaten overzichtelijk weergegeven. I.
De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 42 jaar, men is woonachtig in geheel Nederland en het merendeel is hoog opgeleid.
II.
Meer dan de helft las/hoorde van de mogelijkheid om mee te denken via klassieke media: de krant of TV en iets mindere mate via een website. Social media wordt nauwelijks genoemd.
III.
Respondenten hebben het Dossier bezocht omdat men a) graag een bijdrage wil leveren aan het opsporingsonderzoek en b) vanuit nieuwsgierigheid naar wat het precies inhoudt en c) (zij het in mindere mate) om informatie te krijgen over het opsporingsonderzoek.
IV.
Nagenoeg alle respondenten zijn positief over de inzet van het Dossier door de politie, hoofdzakelijk vanwege de grote kennisbron en ‘frisse blik’ die aangeboord wordt. Desalniettemin zijn er wel een aantal respondenten dat opbouwende kritiek geeft. Zo moet er meer informatie worden gedeeld en kost het mogelijk veel tijd waardoor het onderzoek kan worden belemmerd. Tevens betwijfelen sommigen of burgers instaat zijn meer te weten als ze geen direct betrokkene zijn en wordt afgevraagd of een Dossier mogelijk de privacy van betrokkenen kan schaden.
V.
Respondenten hebben met name een scenario ingestuurd om de politie te helpen met het onderzoek (al twijfelen sommigen wel aan het nut van hun bijdrage). Sommigen vinden het interessant/leuk om een scenario op te stellen en een enkeling vindt de zaak intrigerend. Respondenten die er vanaf zagen om bij te dragen, deden dat vooral omdat zij geen nieuw scenario kunnen bedenken of hier nog over aan het nadenken zijn. Een aantal respondenten geeft aan dat zij over onvoldoende informatie beschikt om een nuttig/waarheidsgetrouw scenario te schrijven.
VI.
Aan toekomstige Dossiers willen alle respondenten (op drie na) wederom een bijdrage leveren.
VII.
Respondenten horen na afloop graag van de politie wat de uitkomst van het opsporingsonderzoek is. Tussentijds willen ze graag weten wat de politie doet met de bijdragen van burgers en ontvangen zij graag updates over uitgevoerde activiteiten van de politie binnen het onderzoek en wil een groot
VIII.
graag updates ontvangen als er wijzingen zijn aangebracht binnen het Dossier. Burgers willen hierover het liefst via e-mail of via meldingen in het Dossier op de hoogte gehouden worden.
17
16
IX.
De ene helft van de respondenten vindt het geen bezwaar om zijn/haar contactgegevens achter te laten en doet dat voor een deel om op de hoogte gehouden te worden van het onderzoek en/of om bij te dragen aan het oplossen van het onderzoek. Van belang is dat de politie er vertrouwelijk mee omgaat. De andere helft heeft geen contactgegevens achtergelaten omdat ze daar het nut niet van inzien (geen scenario ingediend). Een enkele respondent geeft aan dit niet te hebben gedaan vanuit privacyoverwegingen.
X.
Het merendeel van de respondenten die de vraag beantwoord heeft, vindt deze werkwijze om burgers te betrekken prima en wil op deze wijze weer meewerken bij toekomstige onderzoeken. Daarbij geeft een aantal wel aan dat bij een toekomstige inzet een aantal aanpassingen/toevoegingen nodig/wenselijk zijn. Tien andere respondenten geven aan op elke mogelijke manier samen te willen werken en ook wordt als mogelijkheid genoemd om kleinschalige burgerteams op te richten.
XI.
Over het functioneren van de politie is meer dan de helft van de respondenten niet anders gaan denken na deelname aan het Dossier. Diegene wiens mening wel is veranderd, geeft hoofdzakelijk aan dat deze positiever is geworden omdat de politie nu openstaat voor de input van burgers en zij serieus worden genomen. Ook toont de inzet van het Dossier aan dat de politie er alles aan doet om de zaak op te lossen en meegaat met de tijd door moderne middelen/media in te zetten. De paar negatieve meningsveranderingen kwamen doordat het schokkend wordt gevonden dat de politie niet zelf instaat is om scenario’s te ontwikkelen en/of de zaak op te lossen. Een persoon gaf aan dat het gebrek aan actuele informatie op de website suggereert dat de politie het zelf niet serieus neemt.
XII.
Iets meer dan de helft van de respondenten ziet mogelijkheden tot verbeteringen van het Dossier en/of burgerparticipatie bij de opsporing (zie paragraaf 4.2). Hun aanbevelingen hebben betrekking op de wijze van informatieverstrekking, het design van de website en de interactie tussen burgers en het opsporingsteam en tussen burgers onderling.
16
Opgemerkt dient te worden dat 60 personen de vraag niet hebben beantwoord, omdat deze niet relevant was. Zij hebben naar alle waarschijnlijkheid geen scenario ingediend, waardoor er niet naar hun contactgegevens is gevraagd. Dit resultaat is derhalve gebaseerd op de mening van 62 respondenten.
18
4. Voorlopige conclusies De inzet van het Dossier Talaie en dit daaruit voortvloeiende evaluatierapport, maken onderdeel uit van een door de Nederlandse politie gestart experiment naar burgerparticipatie binnen de opsporing. De medewerking van burgers speelt een belangrijke rol bij de opsporing van daders van misdrijven, aangezien het oplossen van een misdaad voor een groot deel afhankelijk is van de kwaliteit en kwantiteit van de informatie die burgers (direct) na het betreffende voorval aan de politie verstrekken. Binnen de politie is het besef van burgerparticipatie dan ook niet iets dat pas ontstond met de opkomst van sociale media in het afgelopen decennium. De manier waarop burgers de politie kunnen ondersteunen is door technologische ontwikkelingen echter wel aan het veranderen. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze de samenwerking tussen politie en burgers binnen de opsporing kan worden verstevigd en/of vereenvoudigd door de digitale wereld. Dit heeft onder andere geleidt tot de mogelijkheid om het Dossier in te zetten. De vraag die nu voorligt is in hoeverre dit instrument meerwaarde kan opleveren binnen een opsporingsonderzoek. Omdat op basis van één enkele inzet bij een actueel opsporingsonderzoek dit onmogelijk vastgesteld kan worden, volgen hier voorlopige conclusies die in vervolgexperimenten verder onderzocht dienen te worden. Tevens worden op basis van de ervaringen van de betrokken politiefunctionarissen en de mening van burgers een aantal aanbevelingen
gedaan
met
betrekking
tot
de
inzet
van
het
Dossier
bij
toekomstige
opsporingsonderzoeken.
4.1 Meerwaarde voor het opsporingsproces Vooraf was niet bekend wat de inzet van het Dossier zou gaan opleveren en hoeveel extra werk dit met zich mee zou brengen. Zoals eerder vermeld hebben de bijdragen van burgers geen invloed gehad op de uitkomst van het opsporingsonderzoek. Tot augustus 2013 is de moord onopgelost gebleven. De doelstelling om een doorbraak te forceren is derhalve niet gehaald. Het is echter wel gelukt om burgers op grote schaal te informeren over en/of te betrekken bij het opsporingsonderzoek. Ruim 200 burgers hebben een serieuze bijdrage geleverd en er is veel media-aandacht gegenereerd tegen relatief lage personele en financiële kosten. In dat opzicht kan daarom gesproken worden van een geslaagde inzet. Hoewel de inzet van het Dossier tot op heden veel aandacht heeft gegenereerd en de betreffende opsporingsonderzoeken daardoor bekend raakten onder een groter publiek, neemt dit niet weg dat afgevraagd kan worden in hoeverre de inzet van het Dossier nuttig is als de input van burgers niet tot resultaten leidt. Mag überhaupt van burgers verwacht worden dat zij door het indienen van scenario’s, op basis van een (qua informatie) onvolledig dossier, een ‘doorbraak’ kunnen creëren in 17
een opsporingsonderzoek. Gezien de inzet in de drie genoemde onderzoeken , lijkt het er vooralsnog op dat die vraag met nee beantwoord moet worden. Burgers lijken zelf ook te twijfelen aan het nut van hun bijdrage op deze wijze, blijkens de reacties van respondenten in de enquête (zie paragraaf 3.5). Daar staat echter tegenover dat a) het publiek het een goed initiatief vindt en het waardeert dat de politie hen betrekt bij opsporingsonderzoeken en b) het Dossier een nuttig voorlichtingsmiddel is 17
Te weten onderzoek Zuiderdiep in Groningen, onderzoek Tanova in Rotterdam en onderhavig onderzoek in Oosterhout.
19
richting
media
en
(bezorgde)
burgers.
Bovendien
bleek
uit
gesprekken
met
betrokken
politiefunctionarissen en de enquête onder burgers, dat er binnen de Dossier-omgeving nog tal van mogelijkheden zijn om burgers een nuttige bijdrage te kunnen laten leveren. Alvorens een definitieve conclusie wordt verbonden aan de kosten en baten van de inzet van het Dossier, verdient het derhalve aanbeveling om eerst onderstaande verbeterpunten in de praktijk te testen.
4.2 Mogelijkheden om de meerwaarde te vergroten In de volgende twee sub-paragrafen volgen respectievelijk de aanbevelingen van de betrokken opsporingsfunctionarissen en burgers.
4.2.1 Optimaliseren werkwijze opsporingsteam Achteraf bezien, met de ervaring die het team in deze zaak heeft opgedaan met dit nieuwe opsporingsmiddel, had wellicht (nog) meer bereikt kunnen worden in deze zaak. Hieronder volgen enkele overwegingen aangaande het optimaliseren van de te hanteren werkwijze om zodoende het ‘Dossier-effect’ in een opsporingsonderzoek te kunnen vergroten. Moment van inzet… Volgens de betrokkenen was de inzet van het Dossier in dit onderzoek, met de huidige vraagstelling naar mogelijke scenario’s en hypothesen, deels ‘mosterd na de maaltijd’. Het onderzoek was immers al twee maanden aan de gang en het team had zelf al de nodige scenario’s opgesteld en onderzocht. Als de website eerder was gelanceerd had het proces van scenario’s en hypothesen opstellen door burgers parallel aan dat van het onderzoeksteam gelopen en mogelijk tot synergie kunnen leiden. … en de vraagstelling Dit neemt niet weg dat het nog steeds zinvol kan zijn om burgers op een later moment in het opsporingsonderzoek te vragen naar scenario’s. Het verdient dan aanbeveling om meer gerichte vragen aan het publiek te stellen, zodat de inbreng van burgers aansluit bij de inspanningen van het opsporingsteam. Beseffende dat de verstrekte informatie hier meer invloed op heeft, voorkomt het stellen van gerichte vragen mogelijk ook dat het publiek te abstracte scenario’s gaat indienen: verhalen met weinig concrete aanknopingspunten voor vervolgacties. Instellen ‘Dossierfunctionaris’ Het is bij de inzet van dit opsporingsinstrument lastig in te schatten hoeveel capaciteit de afhandeling van de reacties en het onderhouden van de interactie met burgers in beslag gaat nemen. Dit is immers sterk afhankelijk van de bijdrage van burgers en eventuele daaruit voortvloeiende vervolgacties. Om te voorkomen dat er onvoldoende capaciteit is voor deze taak, verdient het aanbeveling om gedurende de gehele inzet van het Dossier de verantwoordelijkheid voor het bijhouden van de input en de snelle terugkoppeling daarop, de analyses en de uitwerking ervan, plus het stellen van eventuele vervolgvragen aan het publiek, te beleggen bij een daartoe speciaal
20
toegevoegde opsporingsfunctionaris (of een teamlid daarvoor vrij te stellen). Zodoende is er iemand die het overzicht behoudt en de voortgang kan bewaken, waardoor er efficiënter gewerkt kan worden en er ruimte is om tijdens de inzet na te denken over extra mogelijkheden die dit platform biedt voor het opsporingsonderzoek. Het risico bestaat namelijk, zoals bleek tijdens het onderzoek Venne, dat gezien alle onderzoeksactiviteiten die uitgevoerd moeten worden in zeer korte tijd, de inzet van het Dossier er ‘hap snap’ bijgedaan moet worden door verschillende teamleden. Daarnaast vormt de ‘Dossierfunctionaris’ een gemakkelijk aanspreekpunt voor de communicatieadviseur, wat met name handig is bij een snelle terugkoppeling van informatie op de website en eventuele mediaverzoeken. Directe terugkoppeling input burgers In de eerste drie dagen nadat het Dossier online was, is het gros van de scenario’s ingediend. Zoals eerder vermeld zaten daar veel dezelfde tussen. Dit kan voorkomen worden als de ingeleverde reacties snel worden teruggekoppeld op de website en daarbij duidelijk aangegeven wordt welke scenario’s reeds onderzocht zijn en derhalve niet meer ingediend hoeven te worden. Dit voorkomt dat burgers het werk van het betreffende onderzoeksteam gaan overdoen, waardoor de tijd en energie van het publiek beter benut kan worden. Een snelle terugkoppeling vergt echter de nodige capaciteit van het onderzoeksteam, die door lopende onderzoeksactiviteiten niet altijd direct beschikbaar is. Om dit te ondervangen is het daarom het overwegen waard om binnen het Dossier een omgeving te creëren waarin burgers onderling kunnen communiceren. Zo zou hen de mogelijkheid geboden moeten worden om hun bijdrage wel/niet zichtbaar op de site te plaatsen en om op elkaars bijdragen te kunnen reageren waardoor synergie voordelen kunnen ontstaan. Daarbij is het wel van belang dat dit forum wordt gemonitord; ongepaste, kwetsende reacties dienen tijdig te worden verwijderd.
4.2.2 Aanbevelingen van burgers In de enquête is burgers gevraagd of zij mogelijkheden zien om de inzet van het Dossier te verbeteren. Hieronder volgen de in totaal negentien aanbevelingen die zij hebben gedaan. De aangedragen verbeteringen met dezelfde strekking zijn samengevoegd en per thema weergegeven. Informatieverstrekking: 1. Reacties van burgers direct op de website plaatsen zodat verder gegaan kan worden met het idee van een ander en tevens zichtbaar is wat al is ingezonden; 2. de politie dient meer feedback te geven over de ontwikkelingen in het Dossier, zodat burgers onder meer betere scenario’s kunnen indienen; 3. weergeven van foto’s van de plaats delict en sporen; 4. de weergave van informatie structureren aan de hand van de locatie; 5. toevoegen van audiovisuele briefings/updates en links naar voor het betreffende onderzoek relevante mediabijdragen; 6. toevoegen van een overzichtelijke tijdlijn waarin wordt aangegeven welke relevante gebeurtenissen hebben plaatsgevonden voor/tijdens/na de moord; 7. het toevoegen van een overzichtelijk stappenplan waarin aangegeven wordt wat binnen het onderzoek reeds is gedaan, waar men mee bezig is en wat nog gedaan moet worden; 8. het starten van dossiers ook vermelden in klassieke media, zoals de krant, omdat niet iedereen aangesloten is op social media;
21
9.
op politie.nl duidelijk aangeven in welke dossiers meegedacht kan worden met het opsporingsteam (er zijn namelijk ook dossiers waarin alleen om tips wordt gevraagd).
Design website: 10. De mogelijkheid creëren om een scenario via een tekstbestand (bijvoorbeeld Word, Pdf, Pages) als bijlage te kunnen uploaden, want een scenario indienen via het huidige tekstvak is onhandig; 11. een aantrekkelijker lay-out maken door onder andere minder statische tekst en meer foto’s en ander beeldmateriaal te plaatsen; 12. mogelijk maken om het Dossier in een bewerkbaar tekstbestand te kunnen downloaden, zodat de lezer voor zichzelf opmerkingen kan plaatsen en tekstgedeelten kan arceren; 13. het dossier beschikbaar maken voor smartphones (ontwikkeling van een app); 14. een (goed zichtbare en eenvoudige) aanmeldfunctie creëren voor dossiers zodat men automatisch op de hoogte wordt gehouden van veranderingen in het dossier waaraan men deelneemt en/of als er nieuwe dossiers worden geplaatst op politie.nl. Interactiemogelijkheden: 15. De mogelijkheid creëren om binnen het dossier in contact te kunnen komen met andere bijdragende burgers; 16. het mogelijk maken om het opsporingsteam vragen te kunnen stellen; 17. het instellen van kleinschalige, vaste teams van meedenkers bij opsporingsonderzoeken (een soort opsporingsvrijwilligers); 18. burgers inschakelen om grote hoeveelheden informatie te doorzoeken aan de hand van een zoekvraag van het opsporingsteam; 19. Studenten van relevante opleidingen inschakelen. 4.3 Actiepunten en aandachtspunten bij een toekomstige inzet Op basis van bovenstaande aanbevelingen volgen nu negen aandachtspunten die, in het licht van de ontwikkeling van het ‘Dossier-instrument’, opvolging dan wel overweging verdienen bij toekomstige inzet. Daarbij is een splitsing gemaakt voor aandachtspunten die bedoeld zijn voor het opsporingsteam en de Expertgroep Vermist/Gezocht Politie.nl.
18
Voor een toekomstig onderzoeksteam: 1)
Bij de inzet van het Dossier dient goed nagedacht te worden over het moment van inzet en de vraagstelling
aan
burgers.
Daarnaast
verdient
het
zeer
de
aanbeveling
om
een
‘Dossierfunctionaris’ aan te stellen en zorg te dragen voor een directe terugkoppeling van de input van burgers (met name in de eerste dagen) om ‘dubbelwerk’ te voorkomen en de kans op synergie te vergroten (zie paragraaf 4.2.1). 2)
Respondenten
hebben
nuttige
aanbevelingen
gedaan
aangaande
de
wijze
van
informatieverstrekking in het Dossier. Het verdient daarom aanbeveling om, voor zover mogelijk, alle verbeterpunten onder het thema ‘Informatieverstrekking’ over te nemen (zie paragraaf 4.2.2).
18
Deze expertgroep komt maandelijks bijeen met, naar gelang het onderwerp, wisselende personen. Een vaste kern wordt gevormd door functionarissen van verschillende eenheden. Betrokken onderzoekers hebben een overleg bijgewoond om de bevindingen van dit onderzoek naar de inzet van het Dossier te delen.
22
3)
Bij de inzet van dit middel is het belangrijk om vooraf een duidelijke doelstelling vast te stellen en deze in ieder geval onder betrokkenen bij de politie en het OM te communiceren. De reden van inzet en de rol die het binnen het onderzoek gaat spelen, dient bij de betrokken opsporingsfunctionarissen duidelijk te zijn zodat het belang ervan wordt ingezien en er rekening mee gehouden kan worden.
4)
Verwachtingsmanagement richting burgers (wat wordt er gedaan met uw bijdrage, op welke termijn
en
waartoe
heeft
het
geleid)
is
eveneens
van
belang.
In
onderhavig
opsporingsonderzoek stelden burgers meerdere malen deze vraag aan het team. 5)
Bepaal van te voren hoe om te gaan met de volgende categorie reacties van burgers: i. Een
verzoek
om
extra
informatie
uit
het
onderzoekdossier
(bijvoorbeeld
het
autopsierapport); ii. Een verzoek om bepaalde onderzoeksactiviteiten uit te voeren (bijvoorbeeld telefoonmast gegevens opvragen, of een bepaalde doelgroep nader te onderzoeken); iii. Een hulpaanbod van personen/deskundigen die graag een bijdrage willen leveren aan het onderzoek (bijvoorbeeld het aanbod van een analyse-expert). 6)
Een belangrijke reden dat de inzet van dit Dossier breed bekend is geraakt onder burgers, is de grote media-aandacht die het kreeg. Bij een volgende inzet dient er rekening mee gehouden te worden dat het moeilijker wordt om opnieuw een dergelijke aandacht te trekken, aangezien ‘het nieuwtje’ van het Dossier er vanaf is. Dit neemt niet weg dat de inhoud van de zaak, los van de inzet van het Dossier, wel media-aandacht kan genereren.
7)
Gedurende het onderzoek bleek dat het betreffende Dossier een handig middel is om externe betrokkenen en belangstellenden (zoals de media en nauw betrokken burgers) op de hoogte te houden. Het Dossier is namelijk voor een ieder eenvoudig te bereiken en geeft een ruime samenvatting van de zaak en de uitgevoerde onderzoeksactiviteiten. Bovendien kunnen burgers die informatie willen delen eenvoudig in contact komen met het opsporingsteam. Los van het bereiken van eventuele opsporingsdoelstellingen, verkrijgt de politie met de inzet van het Dossier een handig communicatie-/voorlichtingsmiddel met een groot bereik.
Voor de Expertgroep Vermist/Gezocht Politie.nl: 8)
Het onderzoeksteam ontving, via een omweg, ongeveer veertig scenario’s die niet via het Dossier, maar via het algemeen tipformulier op politie.nl zijn ingediend. Deze ‘indienroute’ is niet wenselijk, aangezien het dan niet rechtstreeks bij het onderzoeksteam binnenkomt (via het daartoe speciaal ingericht e-mailaccount) en deze reacties door de organisatie gaan ‘zwerven’. Het is derhalve verstandig om de indienapplicatie in het Dossier te verduidelijken (bijvoorbeeld door een opvallende banner of indienknop).
23
9)
Respondenten hebben nuttige aanbevelingen gedaan ten aanzien van de lay-out en mogelijkheden van de website. Het verdient daarom aanbeveling om, voor zover mogelijk, alle verbeterpunten onder het thema ‘Design website’ over te nemen (zie paragraaf 4.2.2).
10)
Ten aanzien van de aanbevelingen van burgers over ‘Interactiemogelijkheden’ dient verder nagedacht te worden of deze realiseerbaar en wenselijk zijn (zie paragraaf 4.2.2). De aanbevelingen om burgers vragen te kunnen laten stellen aan het opsporingsteam en burgers onderling in contact te laten komen, door bijvoorbeeld een forum te creëren, lijken zinvol om uit te voeren en te testen bij een volgende inzet.
11)
Door het onderzoeksteam wordt de website als zeer gebruiksvriendelijk ervaren: tekst, foto’s en video’s uploaden is erg eenvoudig. Ook wordt het prettig gevonden om (op aanvraag) te beschikken over een aparte link naar het Dossier en een banner op de hoofdpagina van politie.nl. Voor het onderzoeksteam is het echter ook prettig om inzichtelijk te krijgen of het Dossier
nog
bezocht
wordt
door
het
publiek
(bezoekersaantallen
uitgesplitst
naar
dagen/weken). 12)
De volgende vraag is onbeantwoord gebleven: is het juridisch mogelijk om IP-adressen van Dossier-bezoekende burgers na te trekken ook al beloof je hen op de website anonimiteit. Voor een toekomstige inzet verdient het aanbeveling om dit reeds uitgezocht te hebben door een juridisch expert.
24
BIJLAGE 1 – Tekst Dossierpagina’s op de website politie.nl Onderzoek dood Mostafa Talaie Zaaknummer: 2013036027 Datum delict: 18-02-2013 Plaats delict: Oisterwijk DE ZAAK (1
ste
tabblad)
Twee passanten treffen de 43-jarige Mostafa Talaie op maandagavond 18 februari 2013 liggend op de grond op de Vennelaan in het buitengebied van Oisterwijk aan. Hij blijkt te zijn overleden aan een steekwond. De Iraanse asielzoeker, was onderweg naar het asielzoekerscentrum, dat op enkele honderden meters afstand ligt van de vindplaats. De recherche formeert een Team Grootschalige Opsporing. In de weken daarna worden diverse getuigen gehoord. Ook roept het team de hulp in van het TV-programma Opsporing Verzocht. De uitzendingen leveren twee tips op. Een doorbraak in het onderzoek blijft echter uit. Mostafa Talaie is die avond met twee zware weekendtassen op weg naar zijn nieuwe woonadres, het asielzoekerscentrum aan de Kievitsblekweg in Oisterwijk. Om daar te komen, stapte hij eerder die avond tussen 20.30 en 21.00 uur uit de bus op de Terbrugtweg aan de Halte Weverstraat. Hij reisde vanuit het noorden van ons land met de trein naar Den Bosch en nam vandaar uit de bus naar Oisterwijk. Wie was Mostafa Talaie? Mostafa Talaie wordt op 2 juli 1969 in Teheran, de hoofdstad van Iran, geboren. Bekenden noemen hem Nasser en beschrijven hem als introvert, een rustige wat teruggetrokken persoon. Een aardige man die soms wat depressief was en zijn problemen niet met anderen deelde. Vlucht Hij vlucht uit Iran en vraagt op 17 april 2001 asiel aan in Nederland, in Rijsbergen. Deze aanvraag wordt na een beroepschriftprocedure afgewezen. In de periode 2001-2012 dient hij een aantal malen een asielverzoek in. Bij de laatste aanvraag op 22 mei 2012 heeft hij zich bekeerd tot het christendom en vreest dat hij in zijn vaderland daarvoor vervolgd zal worden. Om deze reden wordt de aanvraag gehonoreerd en verkrijgt hij op 15 februari 2013 een verblijfsvergunning. Verblijfplaatsen Talaie verblijft vanaf 2001 in Nederland in diverse asielzoekerscentra. Zijn eerste verblijfplaats is in Rijsbergen, waarna hij in datzelfde jaar doorgaat naar Eindhoven. In 2003 woont hij in Sidderburen, in 2004 in Emmen. In 2005 vertrekt hij met onbekende bestemming vermoedelijk naar Engeland. Uit documentatie blijkt namelijk dat op 30 juni 2010 de Britse autoriteiten aan Nederland een verzoek tot overname van de asielprocedure doen. Hiervoor wordt op 2 juli 2010 door de minister van Justitie akkoord gegeven. In Engeland woont Mostafa samen met een Iraanse vrouw, hij onderhoudt tijdens zijn verblijf in Nederland veelvuldig contact met haar. Volgens bekenden wilde hij met haar trouwen zodra zijn verblijfsvergunning rond was. In 2011 zit hij in het detentiecentrum Schiphol, waarna hij in 2012 in AZC Burgum en in 2013 in AZC Ter Apel verblijft. Op zijn volgende adres het AZC in Oisterwijk, aan de Kievitsblekweg, komt hij echter nooit aan. Bekering tot het christendom Mostafa is van huis uit moslim. Maar hij bezoekt tijdens zijn periode in Burgum trouw de gereformeerde (vrijgemaakte) kerk in Noord Burgum (Friesland). Hij volgt daar op dinsdagmiddag Bijbelstudies. Hij laat zich op 20 mei 2012 dopen in Best vlakbij Eindhoven. In Nederland woont nog een broer van hem. In overleg met deze broer wordt hij op 1 maart 2013 als moslim begraven. Reconstructie laatste dag Van Ter Apel naar Oisterwijk Bij het slachtoffer treft de recherche twee OV-chipkaarten aan. Mede aan de hand daarvan reconstrueert een rechercheur een deel van zijn laatste dag. Hij vertrekt op maandag 18 februari 2013 om 10.45 uur vanaf het AZC Ter Apel met de bus naar Groningen. Vervolgens reist hij met de bus naar Leeuwarden. Daar aangekomen neemt hij rond 15.00 uur de bus naar Burgum. Hij haalt daar persoonlijke bezittingen op waarna hij met de bus terugreist
25
naar Leeuwarden. Rond 16.30 uur neemt hij vervolgens de trein naar Den Bosch en komt daar rond 20.15 uur aan. Talaie neemt bus 140 naar Oisterwijk. Er zijn camerabeelden in de bus opgenomen. Hij stapt rond 20.45 uur alleen uit op de Terburghtweg, halte Weverstraat. Hij heeft twee grote tassen en een rugzak bij zich. De chauffeur vervolgt met nog één passagier zijn route. Agenten Twee agenten die in een opvallende politieauto rijden, zien omstreeks 21.15 uur op de Schout van Engelenstraat een man op het trottoir staan die hen wenkt. Ze stoppen, waarna de bijrijder het raam opent. De man spreekt hen in gebrekkig Engels aan. Hij heeft een papier bij zich en blijkt op zoek te zijn naar het asielzoekerscentrum in Oisterwijk. De dienders leggen aan de hand van een plattegrond de route uit. Later blijkt dat de man die de agenten zagen, hoogstwaarschijnlijk Mostafa Talaie is. Getuigen Een getuige ziet de man bij de politieagenten staan. Diezelfde getuige ziet, nadat de politiewagen is doorgereden, dat er een man bij Talaie komt staan. Talaie loopt dan vermoedelijk met die man via 't Burghtweidepad naar het Klompven. Daar raken Talaie en de andere man in gesprek met een man en een vrouw, die op één fiets rijden. Omstreeks 21.30 ziet een getuige het vermoedelijke slachtoffer lopen op de Vennelaan thv het Zwarte Wegje. Een andere getuige ziet rond 21.40 uur een bellende man op de Vennelaan staan, vermoedelijk gaat het om Talaie. Uit zijn telefoongegevens blijkt immers dat hij op dat tijdstip nog met een kennis gesproken heeft. Deze persoon is ook door de politie gehoord en heeft het gesprek bevestigd. Bij de politie hebben zich later ook drie jongens gemeld. Zij vertellen dat ze die avond wat rondrijden in een auto. Op de Vennelaan zien ze een man staan, uit hun beschrijving blijkt dat het om Talaie gaat. Vlakbij Talaie zien deze getuigen een personenauto staan met een buitenlands kenteken. De kentekenplaten zijn wit en hebben zwarte letters en cijfers. Er staan twee personen bij. Ze zien hem vallen, maar besluiten geen hulp te verlenen omdat ze de zaak niet vertrouwen. Hulp bieden Iets voor 22.00 uur rijden achter elkaar een 24-jarige Tilburger en een 21-jarige man uit Udenhout ieder in hun eigen auto vanaf de Posthoornseweg de Vennelaan op. Ze komen van hun gezamenlijke werk af. De Udenhouter rijdt voorop. Nadat hij de bocht doorrijdt, ziet hij een man op de grond liggen, half in de berm. Hij wijst zijn collega daarop, waarna zij keren. Ze parkeren hun auto's en lopen naar de man toe. Ze spreken het slachtoffer aan die niet reageert. De Tilburger belt 112, waarna zij op aanwijzing van de meldkamercentralist met de reanimatie starten. Dit wordt al snel overgenomen door politiemensen en daarna ambulancepersoneel. Overleden Rond 22.20 uur wordt geconstateerd dat reanimatie geen zin meer heeft omdat het slachtoffer is overleden. Omdat er geen zichtbare reden voor het overlijden is, wordt besloten het lichaam door een GGD-arts elders te laten schouwen. Bij het verplaatsen van het lichaam blijkt vervolgens dat Mostafa toch zichtbare verwondingen heeft en wordt besloten tot het opstarten van een grootschalig opsporingsonderzoek. Onderzoek De plaats delict wordt afgezet. Technisch rechercheurs stellen een uitgebreid forensisch onderzoek in. Besloten wordt tot sectie op het lichaam van Mostafa. Door de patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut wordt vastgesteld dat hij als gevolg van een steekwond om het leven is gekomen. VOORTGANG ONDERZOEK (2
de
tabblad)
Wat heeft de politie tot nu toe gedaan? Update 15 mei 2013 Overweldigend veel reacties op politiedossier Mostafa Talaie Oisterwijk: De recherche heeft inmiddels 215 reacties ontvangen op het dossier dat donderdag 2 mei 2013 op de politiewebsite geplaatst is over het onderzoek naar de gewelddadige dood van de 43-jarige Mostafa Talaie.
26
Lancering dossier op website Op donderdag 2 mei 2013 werd het dossier over het onderzoek naar de gewelddadige dood van Mostafa Talaie op de politiewebsite gepubliceerd. Deze publicatie leidde tot veel media aandacht. Maandagochtend 6 mei waren er al 65 reacties binnen gekomen via de website. Inmiddels staat de teller, na de uitzendingen van Bureau Brabant en Opsporing Verzocht, op 188 reacties via de site en 27 telefonische tips. Het team gaat alle burgers die gereageerd hebben terugbellen of via de mail bedanken. Meest aangedragen scenario's Veel burgers die gereageerd hebben, vermoeden dat de bekering van het slachtoffer tot het christendom een rol gespeeld heeft bij de moord. Hierover zijn enkele tientallen reacties binnen gekomen. Andere veel genoemde scenario's zijn dat het motief te vinden is in de relatie van het slachtoffer met een Iraanse vrouw in Engeland en zijn verblijf aldaar. Verder zijn er deelnemers die vermoeden dat Talaie het slachtoffer is geworden van een uit de hand gelopen beroving of dat hij ongewild getuige is geweest van een criminele activiteit en daarom om het leven is gebracht. Ook zijn er enkele deelnemers die een theorie ontvouwen waarbij geheime diensten zijn betrokken. Het rechercheteam is bezig met het analyseren van de binnengekomen scenario's en tips. TGO De recherche formeert naar aanleiding van de eerste bevindingen op de plaats delict en van de schouw direct een Team Grootschalige Opsporing met vijftien rechercheurs. PD Forensisch rechercheurs stellen een uitgebreid sporenonderzoek in op de plaats van het delict. Gespecialiseerde medewerkers van de politie Rotterdam-Rijnmond maken met 3 D apparatuur opnamen van de plek. Deze opnamen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden bij verhoren van getuigen of verdachten. Ook worden luchtfoto’s van de omgeving gemaakt. Duikers van het Arrestatieteam zoeken in de nabijgelegen vennen naar het gebruikte wapen. Ook wordt met metaaldetectoren naar het wapen gezocht. De zoekacties hebben geen resultaat. Agenten houden in de omgeving ook een passantenonderzoek, dit levert geen nieuwe getuigen op. Buurtonderzoek Rechercheurs houden een uitgebreid buurtonderzoek. Zij bevragen ook alle mensen die langs de route wonen die het slachtoffer vermoedelijk vanaf de bushalte gelopen heeft. Het onderzoek levert onder meer een getuige op die het slachtoffer vermoedelijk gezien heeft, toen hij met zijn twee tassen op weg was naar het Asielzoekerscentrum. Verder wordt bekeken of er langs de route mogelijk camera’s hangen. Dit levert geen bruikbare beelden op. Verhoren Rechercheurs duiken in de achtergronden van het slachtoffer. Zij horen diverse kennissen waarmee hij in verschillende centra verbleef. Ook medewerkers van asielzoekerscentra en het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) leggen een verklaring af. Politiemensen spreken ook met een vertegenwoordiger van de geloofsgemeenschap waar Talaie zich bekeerde tot christen. Uit de diverse gesprekken komt naar voren dat Talaie een hele rustige wat op zichzelf levende man was. Er zijn geen aanwijzingen dat hij zich met criminele activiteiten bezig hield. Volgens bekenden wilde hij graag zijn vriendin uit Engeland over laten komen als hij een definitieve verblijfsvergunning had. Ook spreken politiemensen met diverse getuigen die Talaie op weg naar het AZC Oisterwijk vanaf de bushalte gezien of gesproken hebben. Onder deze getuigen zijn ook bewoners van het AZC Oisterwijk aan de Kievitsblekweg. De dienders vinden echter geen enkele getuige die de mogelijke dader(s) kan beschrijven. Ook het mogelijke motief voor de moord blijft onduidelijk. Spullen slachtoffer Het slachtoffer heeft twee grote tassen en een rugzak bij zich. Daarin vinden de agenten ook een portemonnee met geld en pasjes. Niet vastgesteld kan worden of er zaken ontbreken. Het slachtoffer had een Gsm-telefoon bij zich toen hij op de Vennelaan werd aangetroffen. De gegevens daarvan worden geanalyseerd. Rechercheurs spreken onder meer met een bekende van hem waarmee hij rond 21.40 uur die avond nog gebeld heeft. Het onderzoek aan de telefoon levert verder geen concrete aanwijzing(en) naar de mogelijke dader(s) op. Opsporing Verzocht
27
Een week na het aantreffen van Talaie, besteedt Opsporing Verzocht aandacht aan de zaak. In de uitzending worden beelden getoond die gedraaid zijn op de avond dat het slachtoffer werd aangetroffen. Ook toont het programma de route die het slachtoffer gelopen heeft. De presentator vraagt getuigen die maandagavond 18 februari 2013 tussen half negen en tien uur in de buurt waren of die het slachtoffer kennen contact op te nemen met de politie. De oproep wordt een week later kort herhaald. De uitzendingen leveren twee concrete tips op. Er meldt zich nog een getuige die het slachtoffer op de gelopen route gezien heeft. Ook neemt een medewerker van een centrum waar Talaie verbleven heeft contact op. Media Het aantreffen van het slachtoffer leidt maandagavond 18 februari 2013 niet tot landelijke media aandacht. Er is aanvankelijk alleen sprake van een reanimatie. Pas later op de avond als duidelijk wordt dat de politie rekening houdt met een misdrijf verschijnen er op diverse landelijke mediasites berichten. Een verslaggever van Brabants Dagblad en enkele freelancers gaan wel direct ter plaatse. De foto’s en beelden verschijnen op websites en in kranten. Omroep Brabant en Hart van Nederland zenden de volgende dag reportages uit Nederlands Dagblad Op donderdag 28 februari 2013 plaatst het Nederlands Dagblad een uitgebreid artikel over de zaak. De journalist meldt dat Talaie de afgelopen anderhalf jaar de kerkdiensten bezocht van de Vrijgemaakt-gereformeerde kerk in Noardburgum. De predikant vertelt dat de Iraniër een trouw bezoeker van diensten en Bijbelstudies was. De krant meldt verder dat Talaie ondanks zijn bekering tot het christendom toch op verzoek van diens in Nederland verblijvende broer een moslimbegrafenis krijgt. De predikant is bezorgd omdat volgens hem bekeerde asielzoekers vaker te maken hebben gehad met geweld. De politiewoordvoerder zegt dat een religieus motief niet uitgesloten wordt, maar dat daarvoor geen aanwijzingen zijn. Brabants Dagblad Een journalist van het Brabants Dagblad blijft de zaak volgen. Hij beschrijft op 1 maart 2013 dat Talaie 13 jaar op zoek was geweest naar een veilig thuis sinds hij zijn geboorteland ontvluchtte en is neergestoken vlak voor de plek waar hij zicht op een toekomst in Nederland zou krijgen. Ook deze verslaggever spreekt met de predikant in het Friese Noardburgum, die hem vertelt dat er hem geen gevallen bekend zijn van geweld onder bekeerde Iraniërs. "Misschien was hij gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plek". De predikant is verder niets bekend over ruzie of spanningen rondom het slachtoffer. Oproep De politie roept bij deze zaak nadrukkelijk de hulp in van de burgers. Niet alleen zoals bij de meeste onderzoeken als tipgever maar ook om mee te denken in de hypothese- en scenariovorming. In de afgelopen twee jaar heeft de politie dit ook bij twee andere onderzoeken gedaan, hoewel daarbij een doorbraak uitbleef, leverde dit wel waardevolle informatie en mogelijke scenario’s op. Concreet vraagt de politie aan u om mee te denken met de recherche in dit onderzoek. Wat kan er die avond op de Vennelaan gebeurd zijn? Waarom is Mostafa Talaie het slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf? Ga naar de knop op deze site "Uw kijk op de zaak" en doe mee. De politie zal uw reactie zorgvuldig en vertrouwelijk bestuderen en eventueel anoniem terugplaatsen op het deel van deze site waarin de voorgang van het onderzoek en de respons daarop beschreven wordt. Natuurlijk kunt u ook reageren als u informatie hebt over het slachtoffer of hem nog gezien heeft op weg naar het AZC en nog niet benaderd bent door de politie. Uw mening telt Dank voor het lezen van dit dossier. In de toekomst wil de politie vaker op deze manier burgers vragen mee te denken in opsporingsonderzoeken. Om meer inzicht te krijgen in de mening en wensen van u als deelnemer, evenals de inzetmogelijkheden van deze website, zouden wij het waarderen als u wilt meewerken aan een korte vragenlijst bestaande uit tien vragen. Het invullen kost u vijf à tien minuten. Alvast bedankt!
28
BIJLAGE 2 – Plan van aanpak Dossier Mostafa Talaie Plan van Aanpak TGO Venne (versie 4 april 2013) Inleiding In maart 2011 hebben de leden van de Raad van de Korpschefs de Strategie Aanpak Criminaliteit vastgesteld. In deze strategie is cocreatie met burgers en bedrijven benoemd als een van de drie hefbomen om de effectiviteit van de aanpak van criminaliteit te vergroten. Cocreatie is de meest intensieve vorm van burgerparticipatie waarbij een bedrijf of burger en de politie een gedeeld probleem hebben en gezamenlijk werken aan een oplossing die voor beide partijen waarde creëert. Onderzoeken Zuiderdiep en Monika Tanova Naar aanleiding van deze visie werden burgers in september 2011 bij het onderzoek Zuiderdiep (Groningen)en in 2012 bij de vermissing van Monika Tanova (Rotterdam) betrokken. Er werden speciale websites gelanceerd. Burgers werden daarop gevraagd mee te puzzelen en scenario's aan te leveren ten behoeve van het onderzoek. Na enig recherchewerk werden deze scenario's door de politie terug geplaatst op de website. Het grote verschil met de traditionele werkwijze is dat burgers niet enkel als informant betrokken werden, maar dat ze ook meedenken in de hypothese- en scenariovorming. Er kwam, zo blijkt uit de evaluaties, waardevolle informatie binnen, die echter in deze zaken niet tot een doorbraak hebben geleid. Toch is er voor politie en Openbaar Ministerie voldoende aanleiding om verder te gaan op deze ingeslagen weg. De eenheid ZeelandWest Brabant is het derde korps dat op deze wijze aan de slag gaat. Het onderzoek Venne is hiervoor uitgekozen. Vanuit de Politieacademie wordt de meerwaarde van deze nieuwe aanpak onderzocht. TGO Venne Een 43-jarige asielzoeker, Mostafa Talaie, werd op maandag 18 februari 2013, rond 22.00 uur, half op straat, half in de berm, op de Vennelaan aangetroffen, door twee automobilisten die van hun werk kwamen. Hij bleek te zijn overleden. Hij had twee zware weekendtassen bij zich. Uit het onderzoek bleek dat hij met een mes gestoken was. De man was die avond op weg naar zijn nieuwe woonadres, het asielzoekerscentrum aan de Kievitsblekweg in Oisterwijk. Om daar te komen is hij eerder die avond tussen half negen en negen uur uit de bus gestapt op de Terburghtweg aan de Halte Weverstraat. Hij was vanuit het Noorden van ons land met de trein naar Den Bosch gegaan en heeft vandaar uit de bus naar Oisterwijk genomen. Er werd een Team Grootschalige Opsporing geformeerd. In twee uitzendingen van Opsporing Verzocht en Bureau Brabant werd in een kort item aandacht voor deze zaak gevraagd. Door het onderzoeksteam worden diverse scenario's onderzocht. Er is echter geen concrete verdachte in beeld. Media aandacht In de landelijke media is niet veel aandacht geweest voor deze zaak. Het Nederlands Dagblad publiceerde op donderdag 28 februari 2013 een achtergrondverhaal. Talaie had zich als moslim in Nederland bekeerd tot het christendom. Hij kerkte in Noarburgum, een predikant zegt daarin dat hij geweld vreest tegen bekeerlingen. De krant schrijft verder dat de christelijke asielzoeker op verzoek van zijn in Nederland wonende broer als moslim is begraven. Een verslaggever (Hein Eikenaar) van het Brabants Dagblad kwam op 1 maart 2013 met een groot verhaal, waarin hij schrijft dat de vermoorde Talaie net een verblijfsstatus had gekregen. Ook de lokale website Oisterwijk Nieuws en Omroep Brabant hebben aandacht besteed aan de gewelddadige dood van Mostafa Talaie. Doelstelling Het doel van politie en Openbaar Ministerie is om een doorbraak te bewerkstelligen in het onderzoek Venne door zoveel mogelijk burgers actief te betrekken, niet alleen als informant, maar ook door mee te denken in de hypothese- en scenariovorming. Werkwijze Er wordt op de website van de politie een speciaal dossier Mostafa Talaie aangemaakt. Aan het onderzoeksteam is parttime een communicatieadviseur / persvoorlichter toegevoegd. Naast een plan van aanpak, schrijft hij de belangrijkste documenten die op de website geplaatst worden. Het team genereert de capaciteit die nodig is om de reacties die binnenkomen op een juiste manier te verwerken. In overleg met de communicatieadviseur wordt een weerslag van de reacties teruggeplaatst op de site.
29
Uit de twee eerdere onderzoeken blijkt dat een snelle respons op de ingezonden reacties noodzakelijk is. Het voorstel is om via de website naar alle mensen die reageren een automatische bedankmail te sturen. Burgers die hun persoonsgegevens achterlaten worden, zo mogelijk ook nog telefonisch bedankt. Startdatum Er wordt naar gestreefd om de website op 6 mei 2013 in de lucht te hebben. De programma's Bureau Brabant en Opsporing Verzocht worden die week ingezet om aandacht voor de website te genereren. Daarnaast worden lokale en regionale journalisten uitgenodigd voor een gesprek met de teamleider. Communicatiemiddelen Twitter en Facebook worden gebruikt om de website te promoten. Hoe lang de website actief blijft, is afhankelijk van de respons en de resultaten. Ervaringen uit de eerdere onderzoeken leert dat de monitoring zeker twee maanden doorloopt. Speciale aandacht wordt in de communicatie gegeven aan de bewoners van de AZC waar Talaie heeft verbleven en aan het centrum in Oisterwijk, waar hij naar toe onderweg was. In overleg met het Meldpunt Veiligheid COA en met de communicatieadviseur van het COA worden flyers in meerdere talen gemaakt, die aandacht vestigen op de uitzendingen van Opsporing Verzocht en Bureau Brabant. Ook is het zinvol om het item van OV te ondertitelen in het Farsi. Verder kan er op de dossierpagina van politiewebsite in het Engels en Farsi een aankondiging gemaakt worden. Tussentijds worden media van relevante ontwikkelingen op de hoogte gesteld. Bijvoorbeeld een update van het aantal bezoekers / reacties. Ook een tussentijds gesprek met een betrokken journalist is een mogelijkheid om de website opnieuw onder de aandacht te brengen. Om de website zo goed mogelijk in de markt te zetten, wordt in het weekend voorafgaande en tijdens de uitzenddagen ook de lichtkrant ingezet in Oisterwijk om burgers te wijzen op de programma's. Er worden zoveel mogelijk parallelle communicatiemiddelen ingezet om maximale aandacht te genereren voor de website en de opsporingsprogramma's. Er wordt door de communicatieadviseur een beroep op de landelijke webredactie van de politie om de vindbaarheid van het dossier te vergroten Website Het dossier op de politie website bestaat uit drie delen. 1. De Zaak 2. Voortgang Onderzoek 3. Uw kijk op de zaak In de Zaak wordt het onderzoek beschreven. Het voorstel is om de navolgende onderdelen daarin op te nemen. Hoofdstukken 1. Inleiding 2. Wie was Mostafa Talaie 3. Uitgebreide reconstructie van de laatste dag van zijn leven 4. Wat heeft de politie tot nu toe gedaan
Toelichting Korte beschrijving van het incident, aan de hand van het persbericht (nu wel bekend maken dat hij met een mes gestoken is, dit gegeven is toch al bekend bij de media) Biografie, met foto met daarin de bekende verblijfplaatsen in Nederland, de loop van zijn asielprocedure, de bekering tot het christendom, vriendschappen etc. Link maken met filmpje van Opsporing Verzocht / Bureau Brabant -bekend maken dat agenten hem nog hebben gezien -camerabeelden tonen, station-bus -de gehele route van vertrek tot aantreffen Vennelaan Beschrijving van het onderzoek tot nu toe. -vorming TGO team -sporenonderzoek (ook 3D onderzoek en onderzoek naar steekwapen benoemen) -omgeving PD beschrijven -schouw /sectie -buurtonderzoek -gesprekken met getuigen (twee jongens) -analyse telefoongegevens -route nalopen -inzet Opsporing Verzocht 2 x en Bureau Brabant
30
-tips na trekken -Andere specifieke gegevens die nog bekend gemaakt kunnen worden 5. Media 6 Beloning 7 Oproep om mee te denken / mee te doen
Korte beschrijving van de berichten uit Brabants Dagblad en Nederlands Dagblad. Het advies is om via het Openbaar Ministerie alsnog aanvraag te doen voor beloning. Dit gegeven creëert extra nieuwswaarde en kan een stimulans zijn om de website te bezoeken Scenario's / tips / hypotheses aanleveren
31
BIJLAGE 3 – Belprotocol om burgers te bedanken voor hun inzet Tekst ten behoeve van terugbelactie burgerparticipatie "zaak Mostafa Talaie". Goedemiddag.................. U spreekt met........................van de politie Zeeland - West Brabant. Ik bel u naar aanleiding van uw reactie op het dossier Mostafa Talaie, de vermoorde Iraanse asielzoeker in Oisterwijk. Wij (het rechercheteam) hebben de afgelopen weken ruim 180 reacties op deze website mogen ontvangen. Daarnaast hebben wij naar aanleiding van de uitzendingen van Bureau Brabant en Opsporing Verzocht ook nog 27 reacties ontvangen. Omdat u ook gereageerd heeft willen wij u hier hartelijk voor bedanken. Vanwege de vele reacties die we hebben gekregen duurt het iets langer voordat het team alle tips heeft onderzocht. Mochten er nog vragen zijn over uw reactie met betrekking tot.......(scenario benoemen) dan wordt hierover op een later moment nog contact met u opgenomen. Als u de voortgang van het onderzoek wilt blijven volgen kunt u op de website www.politie.nl de updates lezen van het onderzoek en de reacties. Nogmaals onze hartelijke dank..................
BIJLAGE 4 – E-mail om burgers te bedanken voor hun inzet
Tilburg, 8 mei 2013 Geachte heer/mevrouw, Ik wil u bedanken voor de moeite die u genomen heeft om het dossier over de vermoorde Iraanse asielzoeker Mostafa Talaie door te nemen en een reactie daarop te geven op onze website. Het rechercheteam ontving ruim 180 mails met scenario's en suggesties. Ook kwamen na de uitzendingen van Bureau Brabant en Opsporing Verzocht nog 27 telefonische tips binnen. Hier zijn we als onderzoeksteam erg blij mee. De reacties worden momenteel door het rechercheteam onderzocht. Vanwege het grote aantal neemt dit enige tijd in beslag. Hierdoor kunnen wij nu helaas nog niet ingaan op aanvullende vragen over het onderzoek. Indien daar aanleiding voor is, dan wordt u nog persoonlijk benaderd. We plaatsen op de dossierpagina over deze zaak op de website www.politie.nl onder het kopje 'Voortgang onderzoek' een samenvatting van de ingezonden scenario's. Nogmaals hartelijk bedankt voor uw reactie. Met vriendelijke groet, Teamleider recherche Toine Martens
32
BIJLAGE 5 – Nieuwsberichten Politie over Dossier Mostafa Talaie 1. Nieuwsbericht woordvoerder - 15 mei 2013: Volontairs ingezet bij TGO team 'Mostafa Talaie Oosterhout: Zes vrijwilligers hebben vandaag namens het TGO team Venne ruim 100 mensen telefonisch bedankt die via de website www.politie.nl een scenario hadden ingestuurd over de moord op de 43-jarige Iraanse asielzoeker Mostafa Talaie. De Iraniër werd op maandagavond 18 februari 2013 om het leven gebracht. Dit gebeurde rond 22.00 uur op de Vennelaan, nabij het Asielzoekerscentrum Oisterwijk. Burgers werden gevraagd om met de rechercheurs mee te denken over de vraag wat er gebeurd kan zijn. Het team kreeg tot op heden 215 reacties. Lancering dossier op website Op donderdag 2 mei 2013 werd het dossier over het onderzoek naar de gewelddadige dood van Mostafa Talaie op de website www.politie.nl gepubliceerd. Deze publicatie leidde tot veel media aandacht. Inmiddels staat de teller op 188 reacties via de website en 27 telefonische tips. Meest aangedragen scenario's Veel burgers die gereageerd hebben, vermoeden dat de bekering van het slachtoffer tot het christendom een rol gespeeld heeft bij de moord.. Andere vaak genoemde scenario's zijn dat het motief te vinden is in de relatie van het slachtoffer met een Iraanse vrouw in Engeland en zijn verblijf aldaar. Verder zijn er deelnemers die vermoeden dat Talaie het slachtoffer is geworden van een uit de hand gelopen beroving of dat hij ongewild getuige is geweest van een criminele activiteit en daarom om het leven is gebracht. Ook zijn er enkele deelnemers die een theorie ontvouwen waarbij geheime diensten zijn betrokken. Teamleider Toine Martens: "We hebben zelfs van een burger een reactie gekregen die bestaat uit 15 pagina's, waarbij op vrijwel elk onderdeel van het dossier wordt ingegaan. We zijn nu bezig met het analyseren van de binnengekomen mails. Overigens is het wel zo dat wij als team met de meeste scenario's ook al bezig waren, maar toch is het wel bijzonder om te zien welke invalshoeken sommige mensen daarbij hebben. Helaas zijn er geen tips binnen gekomen waarmee we direct een doorbraak kunnen forceren". Terugbellen Bij het plan van aanpak was vooraf bepaald dat alle burgers die een scenario insturen daarvoor ook telefonisch of per mail bedankt worden. Teamleider Toine Martens: "Ik ben blij dat zes volontairs van het team Tilburg Oost direct bereid waren om ons te helpen. Ik vind een automatisch standaard bedankje via de mail niet passend voor de inzet die wij van de burgers gevraagd hebben. We hebben vandaag ruim 100 mensen via de telefoon bedankt. Om dit goed gestructureerd te doen hebben we vooraf een gespreksprotocol gemaakt. De burgers die wij niet kunnen bereiken, krijgen van mij een mail waarin ik ook kort inga op het aantal scenario's en tips". Belmarathon De zes volontairs die aan deze belmarathon meededen zijn: Jan van Bree, Ad van de Pol, Heidi Koenraad, Annette Laurensen, Noortje Hens en Els Brabers. Jan en Ad zijn ondersteunen het team Noord onder meer door inbraakpreventie en surveillance activiteiten in de wijk. De dames werken als gastvrouw op het team Tilburg Oost. Tijdens de evaluatie zijn ze razend enthousiast over de reacties van de scenarioschrijvers. Veel mensen zijn verbaasd maar ook erg positief over het feit dat zij persoonlijk gebeld worden. Een vaak terugkerende vraag is wel wat de politie nu precies doet met al die ingeleverde scenario's. Met het belprotocol konden de vrijwilligers goed uit te voeten. Er waren weinig burgers die inhoudelijk over de scenario's begonnen. Een enkeling gaf wel zijn mening over de asielprocedure in Nederland.
2. Nieuwsbericht woordvoerder - 8 mei 2013: Overweldigend veel reacties op politiedossier Mostafa Talaie Oisterwijk: De politie heeft inmiddels 158 reacties ontvangen op het dossier dat donderdag 2 mei 2013 op www.politie.nl geplaatst is over het onderzoek naar de gewelddadige dood van de 43-jarige Mostafa Talaie. De Iraniër werd op maandagavond 18 februari 2013 om het leven gebracht. Dit gebeurde rond 22.00 uur op de Vennelaan, nabij het Asielzoekerscentrum Oisterwijk. Burgers wordt gevraagd om met de rechercheurs mee te denken over de vraag wat er gebeurd kan zijn. Lancering dossier op website Op donderdag 2 mei 2013 werd het dossier over het onderzoek naar de gewelddadige dood van Mostafa Talaie op de website www.politie.nl gepubliceerd. Deze publicatie leidde tot veel media aandacht. Maandagochtend 6 mei waren er al 65 reacties binnen gekomen via de website. Inmiddels staat de teller, na de uitzendingen van Bureau Brabant en Opsporing Verzocht, op 131 reacties via de site en 27 telefonische tips. Naar verwachting zal
33
dat aantal nog verder oplopen. Ook de komende week zal nog op de voorpagina van de politiewebsite via een banner aandacht gevraagd worden voor dit onderzoek. Meest aangedragen scenario's Veel burgers die gereageerd hebben, vermoeden dat de bekering van het slachtoffer tot het christendom een rol gespeeld heeft bij de moord. Hierover zijn enkele tientallen reacties binnen gekomen. Andere veel genoemde scenario's zijn dat het motief te vinden is in de relatie van het slachtoffer met een Iraanse vrouw in Engeland en zijn verblijf aldaar. Verder zijn er deelnemers die vermoeden dat Talaie het slachtoffer is geworden van een uit de hand gelopen beroving of dat hij ongewild getuige is geweest van een criminele activiteit en daarom om het leven is gebracht. Ook zijn er enkele deelnemers die een theorie ontvouwen waarbij geheime diensten zijn betrokken. Het rechercheteam is bezig met het analyseren van de binnengekomen scenario's en tips. Oproep Op www.politie.nl/mostafa kunt u bij het dossier over deze zaak via de knop “Uw kijk op de zaak” een reactie plaatsen. De recherche bestudeert (en behandelt) alle reacties zorgvuldig en vertrouwelijk. Natuurlijk ontvangt de politie ook graag reacties als u nog geen verklaring hebt afgelegd maar wel informatie hebt over het slachtoffer of hem nog zag op weg naar het AZC Oisterwijk. U kunt over deze zaak ook anoniem bellen met Meld Misdaad Anoniem via 0800-7000.
3. Nieuwsbericht woordvoerder - 6 mei 2013: Veel reacties op politiedossier Mostafa Talaie Oisterwijk: De politie heeft inmiddels 65 reacties ontvangen op het dossier dat donderdag 2 mei 2013 op www.politie.nl geplaatst is over het onderzoek naar de gewelddadige dood van de 43-jarige Mostafa Talaie. Burgers wordt gevraagd om met de rechercheurs mee te denken over wat er gebeurd kan zijn. Er zijn veel verschillende scenario's binnen gekomen. Aandacht op TV De Iraniër werd op maandagavond 18 februari 2013 om het leven gebracht. Dit gebeurde rond 22.00 uur op de Vennelaan, nabij het Asielzoekerscentrum Oisterwijk. De TV-programma’s Bureau Brabant (maandag 6 en dinsdag 7 mei) en Opsporing Verzocht (dinsdag 7 en woensdag 8 mei) besteden uitgebreid aandacht aan het onderzoek. De recherche zal na de TV-uitzendingen een terugkoppeling van de aangeleverde tips en scenario's terugplaatsen op de site. Achtergrond Mostafa Talaie wordt op 2 juli 1969 in Teheran geboren. Hij vlucht in 2001 uit Iran en vraagt asiel aan in Nederland. Na een afwijzing verblijft hij enkele jaren in Engeland. Uiteindelijk krijgt hij op 15 februari 2013 een verblijfsvergunning. In afwachting van definitieve huisvesting wordt hij overgeplaatst naar Oisterwijk. Op maandag 18 februari vertrekt hij vanuit Ter Apel met de bus en trein naar Den Bosch. Daar neemt hij de bus weer en komt rond 20.45 uur aan in Oisterwijk. Vanaf de laatste halte loopt hij naar het AZC. Rond 22.00 uur wordt hij door passanten dood op de Vennelaan aangetroffen. Onderzoek De politie formeert direct een Team Grootschalige Opsporing. Er wordt een uitgebreid buurtonderzoek gehouden, ook verhoort de recherche meerdere getuigen. Opsporing Verzocht zendt een getuigenoproep uit. Het programma levert twee concrete tips op. Een doorbraak blijft echter uit. Oproep: De politie roept bij deze zaak nadrukkelijk de hulp in van burgers. Niet alleen zoals bij de meeste onderzoeken om tips te geven, maar vooral om mee te denken in de hypothese en scenariovorming. Concreet vraagt de politie aan de burgers om mee te denken met de recherche in dit onderzoek. Wat kan er die avond op de Vennelaan gebeurd zijn? Waarom werd Mostafa Talaie slachtoffer van een geweldsmisdrijf? Dossier: Op www.politie.nl kunt u bij het dossier over deze zaak via de knop “Uw kijk op de zaak” een reactie plaatsen. De recherche bestudeert (en behandelt) alle reacties zorgvuldig en vertrouwelijk. Reacties kunnen anoniem worden toegevoegd aan het dossier. Natuurlijk ontvangt de politie ook graag reacties als u nog geen verklaring hebt afgelegd maar wel informatie hebt over het slachtoffer of hem nog zag op weg naar het AZC Oisterwijk. U kunt over deze zaak ook anoniem bellen met Meld Misdaad Anoniem via 0800-7000.
4. Nieuwsbericht woordvoerder - 2 mei 2013: Hulp gevraagd bij zaak Mostafa Talaie
34
Oisterwijk: De politie roept de hulp in van burgers bij het onderzoek naar de gewelddadige dood van de 43-jarige Mostafa Talaie. De Iraniër werd op maandagavond 18 februari 2013 om het leven gebracht. Dit gebeurde rond 22.00 uur op de Vennelaan, nabij het Asielzoekerscentrum Oisterwijk. Mostafa had een steekwond. Ondanks uitgebreid onderzoek van de recherche is er nog geen zicht op de dader(s). Op www.politie.nl staat een uitgebreid dossier met bijzonderheden over het slachtoffer en het verloop van het rechercheonderzoek. Burgers wordt gevraagd om met de rechercheurs mee te denken over wat er gebeurd kan zijn. TV-programma’s Bureau Brabant (op maandag 6 mei) en Opsporing Verzocht (dinsdag 7 en woensdag 8 mei) besteden uitgebreid aandacht aan het onderzoek. Achtergrond Mostafa Talaie wordt op 2 juli 1969 in Teheran geboren. Hij vlucht in 2001 uit Iran en vraagt asiel aan in Nederland. Na een afwijzing verblijft hij enkele jaren in Engeland. Uiteindelijk krijgt hij op 15 februari 2013 een verblijfsvergunning. In afwachting van definitieve huisvesting wordt hij overgeplaatst naar Oisterwijk. Op maandag 18 februari vertrekt hij vanuit Ter Apel met de bus en trein naar Den Bosch. Daar neemt hij de bus weer en komt rond 20.45 uur aan in Oisterwijk. Vanaf de laatste halte loopt hij naar het AZC. Rond 22.00 uur wordt hij door passanten dood op de Vennelaan aangetroffen. Onderzoek De politie formeert direct een Team Grootschalige Opsporing. Er wordt een uitgebreid buurtonderzoek gehouden, ook verhoort de recherche meerdere getuigen. Opsporing Verzocht zendt een getuigenoproep uit. Het programma levert twee concrete tips op. Een doorbraak blijft echter uit. Oproep De politie roept bij deze zaak nadrukkelijk de hulp in van burgers. Niet alleen zoals bij de meeste onderzoeken om tips te geven, maar vooral om mee te denken in de hypothese en scenariovorming. Concreet vraagt de politie aan de burgers om mee te denken met de recherche in dit onderzoek. Wat kan er die avond op de Vennelaan gebeurd zijn? Waarom werd Mostafa Talaie slachtoffer van een geweldsmisdrijf? Dossier Op de www.politie.nl kunt u bij het dossier over deze zaak via de knop “Uw kijk op de zaak” een reactie plaatsen. De recherche bestudeert (en behandelt) alle reacties zorgvuldig en vertrouwelijk. Reacties kunnen anoniem woren toegevoegd aan het dossier. Natuurlijk ontvangt de politie ook graag reacties als u nog geen verklaring hebt afgelegd maar wel informatie hebt over het slachtoffer of hem nog zag op weg naar het AZC Oisterwijk. U kunt over deze zaak ook anoniem bellen met Meld Misdaad Anoniem via 0800-7000.
35
BIJLAGE 6 – Media-aandacht
Woensdag 1 mei
Website wordt in gereedheid gebracht en getest
Donderdag 2 mei
Bureau Brabant maakt de onderwerpen bekend voor de uitzending. ‘s ochtends gesprek teamleider/woordvoerder met journalisten: - Omroep Brabant TV - Omroep Brabant Radio - ANP - Brabants Dagblad - Telegraaf Website on line - Nieuwsbericht plaatsen op website - ANP artikel op Nu.NL, Telegraaf e.a. media ’s middags: -gesprek met woordvoerder live op radio 2 -gesprek met woordvoerder live op Omroep Brabant -journalist VK Peter v.d. Graaf telefonisch bijgepraat.
Vrijdag 3 mei
Zaterdag 4 mei Maandag 6 mei
Dinsdag 7 mei Woensdag 8 mei
Vrijdag 24 mei Woensdag 26 juni
Artikel op pagina 2 Volkskrant en groot artikel in Brabants Dagblad en op site Omroep Brabant Vragen van Pauw & Witteman en Nieuwsuur en Wegener journalist Om 22.30 uur item in Nieuwsuur op Nederland 2. Van Koppen is kritisch. Op AZC worden posters opgehangen om aandacht te vragen voor O.V. In Farsie, Nederland en Engels. (m.m.v. COA) Frasi flyer ook verstuurd naar diverse op Iraniërs gerichte websites. Om 09.15 uur item in Tros Nieuwsshow op radio 1. Woordvoerder in studio, scenarioschrijver Thomas Ross belt in met complottheorie. Uitzending Bureau Brabant Dit programma wordt maandagavond elk uur uitgezonden en loopt ook dinsdag 7 mei overdag nog door. Vervolg nieuwsbericht gemaakt. Veel reacties op politiedossier M Talaie. Publicaties op diverse websites, interview Omroep Brabant Uitzending Opsporing Verzocht Dit programma is op woensdagmorgen 8 mei 2013 herhaald. Met onderzoeker Henk Sollie en teamleider besproken hoe we de inzenders bedanken (mail opgesteld) bij voorkeur telefonisch, volgende week met inschakeling Volontairs. Nieuwsbericht opgesteld Veel media nemen bericht over, BD en BN de Stem plaatsten ook OV filmpje. OV filmpje en deel nieuwsbericht ook bij voortgang onderzoek op website geplaatst. Met webredactie afgesproken dat dossier nog tot en met donderdag 15 mei in elk geval via banner vanaf de voorpagina te benaderen is. Opnamen 5e Dag EO Uitzending 5e Dag EO
36
BIJLAGE 7 – Digitale enquête burgers
Digitale vragenlijst over Dossiers op www.politie.nl Dank voor uw bezoek aan Dossiers op de website www.politie.nl. In de toekomst wil de politie vaker via deze website burgers vragen mee te denken in opsporingsonderzoeken. Om meer inzicht te krijgen in de mening en wensen van u als deelnemer, evenals de inzetmogelijkheden van deze website, zouden wij het waarderen als u wilt meewerken aan een korte vragenlijst bestaande uit tien vragen. Het invullen kost u 5 à 10 minuten. Alvast bedankt! 1. Hoe heeft u kennis genomen van de mogelijkheid om via Dossiers digitaal mee te denken in dit opsporingsonderzoek? (meerdere antwoorden mogelijk) סFacebook סTwitter, סHyves, סLinkedin, סYoutube סKrant
סTelevisie סRadio סWebsite סVia een familielid/vriend(in)/kennis סOverig, namelijk:
2. Waarom heeft u Dossiers bezocht? (meerdere antwoorden mogelijk) סOm een bijdrage te leveren aan dit opsporingsonderzoek סUit nieuwsgierigheid over wat Dossiers precies inhoud סOm (meer) informatie te krijgen over dit opsporingsonderzoek סOmdat ik mij betrokken voel bij dit opsporingsonderzoek סOverig, namelijk: 3. Via Dossiers worden burgers door de politie gevraagd om digitaal mee te denken in een opsporingsonderzoek. Wat vindt u van deze mogelijkheid? 4. Heeft u een bijdrage (tip, scenario, vraag) geleverd via Dossiers? סJa [doorverwijzing naar vraag 4b] סNee [doorverwijzing naar vraag 4c] 4b. Zou u willen uitleggen met welk doel u een bijdrage heeft geleverd? 4c. Zou u willen uitleggen waarom u geen bijdrage heeft geleverd? 5. Zou u in de toekomst (weer) willen meewerken aan Dossiers? סJa סNee [doorverwijzing naar vraag 5b] 5b. Zou u willen uitleggen waarom u niet (meer) wilt meewerken aan Dossiers? 6. Van welke ontwikkelingen zou u, bij deelname aan toekomstige opsporingsonderzoeken via Dossiers, graag op de hoogte gehouden willen worden? (meerdere antwoorden mogelijk) סUpdates van de website met betrekking tot tips, vragen en scenario’s van deelnemers סTerugkoppeling van de politie over wat er met de bijdragen van burgers is gedaan סUpdates over uitgevoerde activiteiten door de politie binnen dit opsporingsonderzoek סDe uitkomst van dit opsporingsonderzoek סOverig, namelijk:… סIk wil niet op de hoogte gehouden worden [doorverwijzing naar vraag 6b indien categorie 1 t/m 5 is aangevinkt] 6b. Via welk informatiekanaal wilt u, bij deelname aan toekomstige opsporingsonderzoeken via Dossiers, het liefst op de hoogte gehouden worden? (één antwoord mogelijk) סVia Dossiers op de website www.politie.nl סVia berichten op Twitter
37
סVia berichten op Facebook סVia e-mail סOverig, namelijk:… 7. Wat was voor u de reden om uw contactgegevens wel of niet achter te laten op Dossiers? 8. Op welke wijze zou u in toekomstige opsporingsonderzoeken willen samenwerken met de politie? 9. Bent u door deel te nemen aan Dossiers anders over het functioneren van de politie gaan denken? סJa, in positieve zin סJa, in negatieve zin סNee [doorverwijzing naar vraag 9b indien categorie 1 of 2 is aangevinkt] 9b. Zou u willen uitleggen waarom uw mening is veranderd: 10. Welke mogelijkheden ziet u om Dossiers te verbeteren?
GEGEVENS RESPONDENT Om inzicht te krijgen in de doelgroep die gebruik maakt van Dossiers, zouden we tot slot graag de volgende gegevens van u willen weten. Deze worden uitsluitend op geanonimiseerde wijze voor onderzoeksdoeleinden gebruikt. - Wat is uw leeftijd? - In welke gemeente woont u? - Wat is uw hoogst voltooide opleiding? סGeen of basisonderwijs סVMBO סHAVO סVWO סMBO סHBO סWO - Heeft u nog opmerkingen die u in deze vragenlijst niet kwijt kon?
Hartelijk dank voor uw medewerking!
38
BIJLAGE 8 – Transcript uitzending Nieuwsuur Uitzending Nieuwsuur van vrijdag 3 mei 2013 Duur: 5.56 min. Beschikbaar op: http://nieuwsuur.nl/onderwerp/502905-politie-vraagt-hulp-van-burgers.html
Politie vraagt hulp van burgers De politie in Brabant vraagt burgers om hulp bij het oplossen van een moord. Het lijkt een moderne variant op het familiespel Cluedo, maar het is een serieuze oproep aan burgers om mee te denken in een lopend recherche-onderzoek. Wie kan het gedaan hebben, hoe kan het gebeurd zijn en wat is het mogelijke motief? In de uitzending komen een woordvoerder van de politie Brabant, internetdeskundige Danny Mekíc en rechtspsycholoog Peter van Koppen aan het woord over de kwestie. Politiedossier De politie in Oisterwijk zette gisteren grote delen van een onderzoeksdossier over de moord op de 43-jarige Iraniër Mostafa Talaie op de eigen website. Hiermee hoopt het rechercheteam niet alleen tips, maar ook scenario's en hypothesen van mee-rechercherende burgers te krijgen. Via de knop 'Uw kijk op de zaak' kunnen mensen een reactie plaatsen op de site. Twee tips Mostafa Talaie werd in februari dit jaar dood gevonden op de Vennelaan in Oisterwijk. De asielzoeker was door een misdrijf om het leven gekomen. Talaie vroeg in 2001 asiel in Nederland en kreeg drie dagen voor zijn dood een verblijfsvergunning. De zaak werd al behandeld in het tv-programma Opsporing Verzocht, maar dit leverde slechts twee tips op. 'Cold cases' Het is niet voor het eerst dat de politie aan het publiek vraagt om mee te 'speuren'. Eerder werd het publiek ingezet bij 'cold cases' in onder meer Utrecht, Groningen en Rotterdam. Het is wel de eerste keer dat burgers wordt gevraagd om mee te denken over een recente zaak. Vragen en/of opmerkingen? Mail:
[email protected] en
[email protected]
Transcript uitzending Hieronder volgt een letterlijk transcript van de interviews met Peter van Koppen Danny Mekíc: 1. Peter van Koppen •
Diskwalificatie recherche
‘Wat hier gebeurd, is om burgers te laten meedenken alsof ze zelf rechercheurs zijn. Het is een diskwalificatie van je eigen vak. Want wat je zegt is: ‘Ach, dat werk dat jullie als rechercheurs doen, dat kan iedere willekeurige burger doen.’ Wat ze in feite doen is goed te vergelijken met een chirurg, die denkt van: ‘Ach, ik heb hier een ingewikkeld probleem en hij gaat buiten op straat een paar willekeurige burgers aanhouden: ‘Ik heb een ingewikkelde operatie, komen jullie dat even voor mij doen, dan hou ik wel even toezicht van een afstand.’ Dat is nou precies wat de recherche nu aan het doen is.’ •
Beperkte informatieverstrekking & eigenrichting burgers
‘Wij vragen burgers mee te denken en dan moet je ze informatie geven. Welke selectie aan informatie geef je ze. Dat is ten eerste een selectie aan informatie die gemaakt wordt door de rechercheurs die kennelijk niet instaat zijn om de zaak op te lossen. En bovendien moet je een zodanige selectie geven dat je niet alle privacy van allerlei mensen gaat schenden. En recherchewerk is nou eenmaal het schenden van de privacy van heel veel mensen. Dat hoort er bij. Als je dus de burgers het goed wilt laten doen, dan is het uitermate onethisch en als je het ethisch wilt doen, dan kunnen ze nooit helpen. We hebben bijvoorbeeld gezien in zaken als Marianne
39
Vaatstra, waar allerlei mensen hun eigen onderzoekje zijn gaan doen op een uitermate onsmakelijke manier. En dat zou je hier ook kunnen verwachten als je mensen oproept om dit soort werk te gaan doen.’ •
Arbeidsintensief met geringe kans op resultaat
‘Wat natuurlijk het probleem is, stel dat burgers enthousiast gaan meewerken, dan gaan ze ontzettend veel gegevens produceren en aan de politie aanleveren. Filmpjes aanleveren, hun eigen bevindingen aanleveren, de scenario’s die ze bedacht hebben aanleveren. En als je burgers serieus neemt in dit project, moet je dat ook serieus gaan onderzoeken. Dus het is heel veel werk voor de politie met een hele kleine kans dat het ergens toe leidt.’
2. Danny Mekic •
Goed initiatief, want burgers bemoeien zich hoe dan ook met politieonderzoeken
‘Wat je nu ziet gebeuren is dat burgers dus wel op zoek gaan naar daders, die informatie openbaar op sociale media met elkaar gaan lopen delen waar ook foutieve informatie tussen komt te staan en dus kwetsbare onschuldige mensen met naam en toenaam opeens worden gezien als een verdachte van iets. En het zou veel beter zijn als de politie iets zou ontwikkelen, een heel goed, mooi platform, noem het ‘crowd-policing’, waarbij burgers dus kunnen zien: ‘Dit zijn op dit moment lopende zaken waar wij zelf geen spoor meer hebben’.’
40