Bureau Architectenregister
JAARVERSLAG 2011
Bureau Architectenregister
JAARVERSLAG 2011
Bureau Architectenregister Postbus 85506 2508 CE DEN HAAG tel. 070-3467020 fax. 070-3603028 www.architectenregister.nl e-mail:
[email protected]
Over Bureau Architectenregister Bureau Architectenregister is op grond van de op 1 januari 2011 in werking getreden gewijzigde Wet op de architectentitel ingesteld als opvolger van de Stichting bureau architectenregister. Bureau Architectenregister bezit rechtspersoonlijkheid en is een zelfstandig bestuursorgaan waarop de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing is. Op grond van de gewijzigde Wet op de architectentitel zoals deze in 2011 luidt, heeft Bureau Architectenregister de volgende uitvoerende taken: • beheren van het architectenregister: het verrichten van inschrijvingen en van doorhalingen van inschrijvingen in het in de Wet op de architectentitel in het leven geroepen architectenregister; • fungeren als bevoegde autoriteit in de zin van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties; • erkennen van in het buitenland behaalde diploma’s op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur met het oog op inschrijving in het architectenregister; • verlenen van administratieve bijstand aan de door de verantwoordelijke bewindslieden benoemde examencommissies voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten (verantwoordelijkheid voor de examens berust vanaf 2012 bij Bureau Architectenregister); • verstrekken van informatie over de wettelijke voorschriften met betrekking tot de beroepsuitoefening van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect in Nederland en over de inschrijving in een of meer van die hoedanigheden in het architectenregister en de wettelijke gevolgen daarvan; • aan elke verzoeker (schriftelijke) opgave doen of een persoon in het architectenregister staat ingeschreven en onder welke titel. De gewijzigde Wet op de architectentitel draagt Bureau Architectenregister de volgende regelgevende taken op: • vaststellen van regels met betrekking tot de examens voor architecten, stedenbouwkundigen, tuinen landschapsarchitecten en interieurarchitecten; • vaststellen van nadere eisen waaraan een ingeschrevene moet voldoen die ook een onder een andere titel ingeschreven wil worden in het architectenregister; • vaststellen van regels met betrekking tot de tweejarige beroepservaringperiode. Daarnaast heeft Bureau Architectenregister op grond van de gewijzigde Wet op de architectentitel de volgende bevoegdheden: • optreden tegen het onrechtmatig gebruik van de architectentitel onder meer door het instellen van gerechtelijke procedures; • verlenen van een certificaat aan een persoon die werkzaam is op het gebied van de architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur en die zich door de kwaliteit van zijn prestaties op het betreffende vakgebied naar het oordeel van Bureau Architectenregister in het bijzonder heeft onderscheiden; • vaststellen van kwalitatieve beleidsregels ter zake van passende bij- en nascholing voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Bureau Architectenregister heeft een bestuur, bestaande uit een voorzitter en twee bestuursleden. Voorzitter en bestuursleden worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bureau Architectenregister draagt alle kosten die uit de uitvoering van de wettelijke taken voortvloeien, met uitzondering van het fungeren als bevoegde autoriteit in de zin van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties en het vaststellen en onderhouden van de in de wet aan Bureau Architectenregister opgedragen regelgevende taken. Bureau Architectenregister legt verantwoording af aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, aan wie het Jaarverslag en de Jaarrekening ter goedkeuring worden voorgelegd. De tarieven voor vergoedingen die moeten worden betaald voor door Bureau Architectenregister te verlenen diensten dienen door de Minister te worden goedgekeurd.
4
Inhoud
blz.
Voorwoord
6
Registratie
7
Implementatie gewijzigde Wet op de architectentitel
12
Erkenning buitenlandse diploma’s
14
Examens
16
Informatieverstrekking
19
Bevoegde autoriteit Richtlijn erkenning beroepskwalificaties
20
Titelbescherming
22
Bij- en nascholing
23
Bestuur
24
Bedrijfsvoering
25
Financiën
28
5
Voorwoord Met ingang van 1 januari 2011 werd de stichting Bureau Architectenregister een zelfstandig bestuursorgaan met een aantal nieuwe taken. Dit ten gevolge van de gewijzigde Wet op de architectentitel. Terugkijkend op 2011 kunnen we vaststellen dat de organisatie zichzelf heeft omgebouwd en dat alle nieuwe opdrachten zijn uitgevoerd. Zo is een cross-over regeling voorbereid voor de inschrijving onder andere titel, zijn de examenregeling en de regeling uitzonderlijke bekwaamheid herzien en zijn de voorbereidingen voor de beroepservaringperiode begonnen. Bureau en directie zijn zichzelf opnieuw aan het uitvinden en dat lijkt me een compliment waard. U treft in dit jaarverslag verrassende ontwikkelingen in de aantallen ingeschrevenen. Verder worden hopelijk alle te stellen vragen beantwoord. Antwoorden op de nog niet voor 2011 te beantwoorden vragen treft u uiteraard op de vernieuwde website. In hetzelfde jaar waarin de titelbescherming door het register een nieuwe invulling kreeg, gaat het met de beroepsbescherming voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten minder goed. Waar in de meeste Europese landen ook de beroepsbescherming door wetgeving is geregeld, die bijvoorbeeld de inschakeling van geregistreerde beroepsbeoefenaars verplicht stelt, waren in Nederland andere instrumenten voorhanden. De kwaliteit van bouwwerken en stedenbouwkundige ontwerpen werd geborgd door het Bouwbesluit en de advisering door provinciale en gemeentelijke welstandsorganisaties. De waardering en zwaarte van deze instrumenten lopen terug, zonder dat er iets anders voor in de plaats komt. Door de economische crisis is het aantal opdrachten verminderd, overheden en andere opdrachtgevers bezuinigen. Dat heeft grote gevolgen voor de omvang van de bureaus. De werkgelegenheid in de sector is opnieuw afgenomen in 2011. Tegelijkertijd zien we vele architecten en ontwerpers nieuwe wegen inslaan en hun praktijk anders inrichten. Het gevecht om werk maakt ook weer veel creativiteit en doorzettingsvermogen los. Voor de inrichting van de beroepservaringperiode die met ingang van 1 januari 2015 verplicht is, staan de sector en Bureau Architectenregister zelf voor grote uitdagingen. Het afgelopen jaar is veel werk verzet door het nieuwe bestuur. Op 6 december 2011 mocht ik Anneke de Vries opvolgen als voorzitter. Zij kon voortbouwen op het werk van het voorgaande bestuur van de stichting, zoals ik op dat van haar en mijn collega-bestuursleden, Henk Döll en Harm Post.
Den Haag, 27 april 2012
Drs. Annemiek Rijckenberg voorzitter bestuur Bureau Architectenregister
6
Registratie Algemeen In 2011 zijn minder inschrijvingen in het architectenregister gerealiseerd dan in voorgaande jaren. Daar komt bij dat het aantal uitschrijvingen uit het architectenregister is toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat de netto toename van het aantal geregistreerden in 2011 lager is uitgevallen dan in voorgaande jaren. Bureau Architectenregister verwacht dat dit beeld zich onder invloed van de economische crisis de komende jaren zal voortzetten. Ondanks de lagere “groei” is het aantal ingeschrevenen in het architectenregister in 2011 boven de 14.000 uitgekomen, hetgeen wijst op het belang dat de beroepsgroep hecht aan het voeren van de architectentitel. lnschrijvingen In 2011 zijn 493 architecten, 87 stedenbouwkundigen, 25 tuin- en landschapsarchitecten en 97 interieurarchitecten ingeschreven in het architectenregister. In totaal verrichtte de SBA daarmee in 2011 702 inschrijvingen. Dit is minder dan in de jaren 2007 tot en met 2010, waarin het aantal inschrijvingen in het architectenregister ver boven de 800 lag. Met het aantal van 702 inschrijvingen is sprake van een terugval naar het niveau van de jaren 2005 en 2006. Over de afgelopen 10 jaar vertoont het aantal inschrijvingen in het architectenregister het volgende beeld:
Het lagere aantal inschrijvingen in het architectenregister laat zich onder meer verklaren uit de economische crisis, die de architectenbranche ook in 2011 zwaar heeft getroffen. Desalniettemin is het aantal inschrijvingen in het architectenregister nog steeds hoger dan waarmee, gelet op de uitstroom uit het onderwijs, rekening wordt gehouden. Ook het feit dat inschrijfgeld en contributie relatief laag zijn en voor inschrijving in het architectenregister lagere eisen gelden dan in de meeste andere landen, dragen bij aan het nog steeds relatief hoge aantal inschrijvingen. Vermoedelijk speelt tevens een rol dat in het beroepsveld bekend is dat de eisen voor inschrijving in het architectenregister in de nabije toekomst zullen worden aangescherpt. In elk geval kan worden gesteld dat degenen die zijn afgestudeerd op het gebied van de architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur en ook daadwerkelijk op die vakgebieden werkzaam zijn, belang hechten aan het voeren van de wettelijk beschermde architectentitel. Dit wordt mede in de hand gewerkt doordat inschrijving in het architectenregister onder meer verplicht is voor het verkrijgen van (rijks)overheidsopdrachten en voor deelname aan bijvoorbeeld aanbestedingen, prijsvragen en competities. Uitschrijvingen Van 494 personen - 368 architecten, 46 stedenbouwkundigen, 18 tuin- en landschapsarchitecten en 62 interieurarchitecten - werd in 2011 de inschrijving in het architectenregister doorgehaald. 60% van de uitschrijvingen geschiedde wegens het niet betalen van de contributie, 28% op eigen verzoek van de ingeschrevene en 12% wegens het overlijden van de ingeschrevene. Het aantal uitschrijvingen is hoger dan in 2010, in welk jaar van 456 personen de inschrijving werd doorgehaald. In 2009 en 2008 bedroeg het aantal uitschrijvingen nog 371 respectievelijk 337. Het aantal uitschrijvingen is de laatste jaren dus sterk toegenomen. Een verklaring hiervoor kan worden gevonden in de economische crisis die zich onder meer doet gevoelen in het betaalgedrag van de ingeschrevenen
7
in het architectenregister. In het bijzonder niet meer beroepsmatig actieve ingeschrevenen en ingeschrevenen die niet of nauwelijks werkzaam zijn op het gebied van de architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur zijn door de economische omstandigheden sneller geneigd hun inschrijving in het architectenregister te laten doorhalen. De instroom van 2011 50% van degenen die zich in 2011 lieten inschrijven in het architectenregister is jonger dan 30 jaar; dit percentage is hoger dan in 2010 (41%). Het percentage instromers onder de 30 jaar is bij de interieurarchitecten het hoogst (55%), bij de tuin- en landschapsarchitecten het laagst (36%). 38% van de instromers zit in de leeftijdscategorie 30-40 jaar (was in 2010 45%); bij de stedenbouwkundigen is dit percentage het hoogst (43%), bij de interieurarchitecten het laagst (31%). Van degenen die zich in 2011 hebben laten inschrijven in het architectenregister is 64% afgestudeerd op universitair niveau (Technische Universiteit te Delft of Eindhoven dan wel Universiteit van Wageningen), 10% aan een Academie van Bouwkunst en 14% aan een Academie voor Beeldende Kunsten (interieurarchitectuur). Daarmee is van de totale instroom van 2011 88% afkomstig uit het Nederlandse Hoger Onderwijs. 10% van de instroom is afgestudeerd in het buitenland (waarvan 7% in een andere EU-lidstaat), terwijl 2% is ingeschreven op grond van het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde architectenexamen op grond van de Wet op de architectentitel. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de inschrijvingsgronden per discipline.
diploma Technische Universiteit diploma Academie van Bouwkunst diploma Universiteit Wageningen diploma Academie Beeldende Kunsten architectenexamen WAT EU-diploma diploma buitenland (niet-EU) overig
archit. stedenbwk. t&l.arch int.arch. 74% 77% 11% 17% 4% 60% 98% 2% 5% 16% 1% 9% 1% 4% 1% 3% 12% 1% 4%
De “instroom 2011” bestaat, evenals in de drie voorgaande jaren, voor 63% uit mannen en 37% uit vrouwen. Bij de architecten die in 2011 zijn ingestroomd is het percentage vrouwen het laagst (29%), bij de interieurarchitecten het hoogst (66%). Bij de tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten lieten meer vrouwen dan mannen zich inschrijven in het architectenregister. De verdeling man/vrouw ziet er per discipline in percentages uitgedrukt als volgt uit:
architecten stedenbouwkundigen tuin- en landschapsarchitecten interieurarchitecten
Man 71% 52% 48% 34%
Vrouw 29% 48% 52% 66%
In 2011 werden 48 architecten op grond van een in een andere EU-lidstaat of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland behaald diploma ingeschreven in het register. Dit is aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren: in 2010, 2009 en 2008 werden respectievelijk 102, 97 en 110 personen op grond van een dergelijk diploma als architect ingeschreven in het register. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de landen van herkomst van de EU-diploma’s op grond waarvan men zich in 2011 als architect heeft laten inschrijven in het architectenregister. Tussen haakjes staan de verschillen met 2010 aangegeven. België Denemarken Duitsland Frankrijk Groot-Brittannië Griekenland Hongarije Ierland
0 2 22 0 9 2 2 0
(-12) ( +2) (-15) ( -1) (+4) (+2) (- 1)
8
Italië Malta Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slowakije Spanje Tsjechië Zwitserland Totaal
2 0 0 1 2 3 0 0 1 1 1 48
(- 4) (- 1) (- 1) (-21) (- 4) (+ 2) (- 1) (- 1) (- 3) (+1) (-54)
Uit de tabel blijkt dat Duitse diplomahouders het grootste aandeel vormen in de EU-instroom van architecten in het register,, hoewel het aantal in Duitsland afgestudeerden dat zich heeft laten inschrijven in het architectenregister ten opzichte van 2010 20 met 15 is afgenomen. Opmerkelijk is dat slechts één in Oostenrijk afgestudeerde architect zich in 2011 heeft laten inschrijven chrijven in het architectenregister, architectenregister terwijl het aantal Oostenrijkse architecten dat zich liet inschrijven in 2010 nog 22 bedroeg. bedroeg Ook valt op dat zich in 2011 geen enkele Belgische diplomahouder als architect heeft laten inschrijven in het architectenregister; ister; in 2010 lieten zich nog 12 Belgische architecten inschrijven. 13 personen lieten zich in 2011 1 als architect inschrijven in het register op grond van een door de Stichting bureau architectenregister dan wel Bureau Architectenregister “erkend” diploma, behaald in een land niet zijnde een EU--lidstaat (met met inbegrip van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland). Deze diploma’s waren aren behaald in Argentinië, Australië, Bosnië-Herzegovina, Herzegovina, Brazilië, Canada, Iran, Israel, Zuid Korea (2) en de Verenigde Staten van Amerika (4). Stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten die hun diploma in het buitenland hebben behaald,, kunnen op grond van de Wet op de architectentitel worden ingeschreven inge in het architectenregister wanneer hun diploma door de Stichting tichting bureau architectenregister dan wel Bureau Architectenregister is erkend. erkend Op die grondslag werden in 2011 6 personen ingeschreven in het architectenregister: één als stedenbouwkundige op grond van een Duits diploma, diploma 4 als tuin- en landschapsarchitect (één op grond van een Brits diploma, één op grond van een Canadees diploma en 2 op grond van een Amerikaans diploma) diploma en één als interieurarchitect op grond van een Belgisch diploma. De ingeschrevenen in het architectenregister architectenreg Per 31 december 2011 staan in het totaal 14.174 1 personen ingeschreven in het architectenregister. architectenregis Op 31 december 2010 stonden 13.966 966 personen ingeschreven. Het netto aantal ingeschrevenen in het architectenregister is in 2011 dus met 208 is gestegen. Zoals uit het onderstaande overzicht blijkt was de “aanwas” in de afgelopen 10 jaar, met uitzondering van 2002, aanzienlijk hoger. Aanwas in de jaren 2002 tot en met m 2011:
600 500 400 300 200 100 0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
9
De verdeling van het aantal ingeschrevenen in het architectenregister per discipline ziet er op 31 december 2011 als volgt uit: architecten stedenbouwkundigen tuin- en landschapsarchitecten interieurarchitecten totaal
10.699 (75,5%) 836 (5,9%) 720 (5,1%) 1.919 (13,5%) 14.174 (100%)
Het netto aantal architecten steeg in 2011 met 125, het aantal stedenbouwkundigen met 41, het aantal tuin- en landschapsarchitecten met 7 en het aantal interieurarchitecten met 35. De hierna volgende afbeelding geeft de verhouding weer tussen de aantallen ingeschrevenen in het architectenregister per discipline.
Wat de man/vrouw-verdeling van de ingeschrevenen in het architectenregister betreft, blijkt dat bij de interieurarchitecten nog altijd het hoogste percentage vrouwen te vinden is (49%), bij de architecten het laagste (21%). De verdeling man/vrouw ziet er per discipline als volgt uit:
architecten stedenbouwkundigen tuin- en landschapsarchitecten interieurarchitecten
man 79% 71% 63% 51%
vrouw 21% 29% 37% 49%
Uit een vergelijking met 2010 blijkt dat het percentage vrouwelijke ingeschrevenen in het architectenregister in 2011 licht is gestegen. Het aantal vrouwelijke interieurarchitecten begint het aantal mannelijke interieurarchitecten te naderen. De leeftijdsopbouw van de ingeschrevenen in het architectenregister levert het volgende beeld op:
architecten stedenbouwkundigen tuin- en landschapsarchitecten interieurarchitecten
<30 30-40 7% 29% 9% 32% 5% 27% 9% 22%
40-50 22% 19% 24% 27%
50-60 19% 13% 25% 21%
60-70 16% 22% 14% 16%
70-80 5% 4% 4% 4%
>80 2% 1% 1% 1%
Van het totaal aantal ingeschrevenen in het architectenregister zit, evenals in voorgaande jaren, 36% in de leeftijdscategorie tot 40 jaar en 42% in de categorie 40-60 jaar. 26% van het aantal ingeschrevenen in het architectenregister is aangesloten bij een beroepsorganisatie. In 2010 bedroeg dit percentage nog 28. Per discipline vertoont de organisatiegraad van de ingeschrevenen in het architectenregister het volgende beeld:
10
architecten stedenbouwkundigen tuin- en landschapsarchitecten interieurarchitecten
25% 35% 59% 16%
In 2010 bedroegen de percentages voor de architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten respectievelijk 26, 39, 61 en 18. 54% van de ingeschrevenen in het architectenregister is afgestudeerd op universitair niveau (Technische Universiteit te Delft of Eindhoven of Universiteit van Wageningen), 15% aan een Academie van Bouwkunst en 13% aan een Academie voor Beeldende Kunsten (interieurarchitectuur). In het totaal is daarmee 82% van de ingeschrevenen in het bezit van het diploma van een Nederlandse hogeronderwijsinstelling, terwijl ruim 9% van de ingeschrevenen in het buitenland is afgestudeerd (7,3% afkomstig uit de EU, 1,7% afkomstig uit andere landen). 1% is ingeschreven op grond van het architectenexamen en 7% op grond van de overgangsregeling. Zoals te verwachten, loopt het percentage ingeschrevenen op grond van de overgangsregeling gestaag terug. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de inschrijvingsgronden per discipline.
diploma Technische Universiteit diploma Academie van Bouwkunst * diploma Universiteit Wageningen diploma Academie Beeldende Kunsten architectenexamen WAT diploma EU diploma buitenland (niet-EU) overgangsregeling overig
archit. 62% 18%
stedenbwk. 70% 16,5%
t&l.arch
1% 9% 2% 7% 1%
2% 1% 0,5% 10%
4% 4% 1% 11% 3%
int.arch.
10% 67% 94% 2% 4%
* inclusief Hoger en Voortgezet Bouwkunst Onderricht en Stedenbouwkundig Hoger Onderricht
In het totaal staan 969 bezitters van een in een andere EU-lidstaat of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland afgegeven diploma van een architectuuropleiding als architect ingeschreven in het Nederlandse architectenregister. Ook hier leveren de houders van een Duits diploma het grootste aandeel (410), gevolgd door de houders van een Oostenrijks (205) en een Brits diploma (87). De “EU-architecten” vormen ruim 9% van het totaal aantal architecten dat is ingeschreven in het register. 221 architecten staan ingeschreven in het register op grond van een diploma, behaald in een ander land dan de zojuist genoemde. Van hen vormen de houders van een Amerikaans diploma (57) de grootste groep. De inschrijving in het architectenregister op grond van een buitenlands diploma levert voor de andere disciplines het volgende beeld op: 13 stedenbouwkundigen (waarvan 10 op grond van een EU-diploma), 39 tuin- en landschapsarchitecten (waarvan 30 op grond van een EU-diploma) en 37 interieurarchitecten (waarvan 29 op grond van een EU-diploma).
11
Implementatie gewijzigde Wet op de architectentitel Ingevolge het Koninklijk besluit van 13 december 2010 is het grootste deel van de wet van 4 maart 2010 tot wijziging van de Wet op de architectentitel met ingang van 1 januari 2011 in werking getreden. Als gevolg hiervan is Bureau Architectenregister, een zelfstandig bestuursorgaan op publiekrechtelijke grondslag, met ingang van genoemde datum in de plaats getreden van de Stichting bureau architectenregister. In de gewijzigde Wet op de architectentitel is aan Bureau Architectenregister, naast de hoofdzakelijk uitvoerende taken die reeds door de Stichting bureau architectenregister werden verricht, een aantal nieuwe taken van regelgevende en organisatorische aard opgedragen. Ingevolge het Koninklijk besluit van 13 december 2010 dienden deze nieuwe taken door Bureau Architectenregister in 2011 te zijn uitgevoerd dan wel voorbereid. Bureau Architectenregister heeft in 2011 veel werk verricht om aan deze taakstelling te kunnen voldoen. Daarbij kon worden voortgebouwd op het door de Projectgroep WAT onder voorzitterschap van ir. K. Rijnboutt verrichte voorbereidende werk. De projectgroep WAT heeft zijn werkzaamheden in april 2011 afgerond. De Rijksbouwmeester is door middel van een tweetal rapportages op de hoogte gehouden van de voortgang met de implementatiewerkzaamheden. Hieronder volgt een overzicht van de in 2011 verrichte werkzaamheden, onderverdeeld in regelgevende taken en bevoegdheden en organisatiewijzigingen, zijnde voorzieningen die samenhangen met de positionering van de nieuwe organisatie. Regelgevende taken en bevoegdheden Op grond van artikel 4 van de gewijzigde Wet op de architectentitel dient Bureau Architectenregister bij de voorbereiding van de regelingen de beroepsorganisaties, de niet bij een beroepsorganisatie aangesloten ingeschrevenen in het architectenregister en, waar het regelingen betreft die het onderwijs raken, de desbetreffende onderwijsinstellingen te betrekken. Alle regelingen dienen door de bewindslieden van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te worden goedgekeurd. • Inschrijving in het architectenregister onder een andere titel Het bestuur heeft in september de concept-regeling inschrijving onder een andere titel vastgesteld. In deze regeling zijn nadere eisen vervat waaraan een ingeschrevene in het architectenregister moet voldoen die ook onder een andere titel wil worden ingeschreven in het register. De concept-regeling is op de website gepubliceerd; daarnaast zijn de ingeschrevenen via een e-mailbericht expliciet uitgenodigd om op de concept-regeling te reageren. Tevens zijn de beroepsorganisaties en de ambtenaren van de betrokken ministeries in de gelegenheid gesteld op de concept-regeling te reageren. Na aanpassing van het concept aan de hand van de ingekomen reacties, heeft het bestuur de “Nadere eisen inschrijving onder een andere titel” in december ter goedkeuring aangeboden aan de verantwoordelijke bewindslieden. De Nadere eisen treden, na goedkeuring, in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant (publicatiedatum: 3 april 2012). • Examenregeling Het bestuur heeft in september eveneens de concept-Examenregeling Wet op de architectentitel vastgesteld. Deze regeling komt in de plaats van het Examenbesluit Wet op de architectentitel en bevat voorschriften omtrent de omvang en inrichting van de architectenexamens. Ook deze concept-regeling is voor commentaar op de website geplaatst en aangeboden aan de beroepsorganisaties en ambtenaren van de betrokken ministeries. Tevens is de concept-regeling voor commentaar aangeboden aan de betrokken onderwijsinstellingen. Na aanpassing van het concept naar aanleiding van het ingekomen commentaar, heeft het bestuur de Examenregeling in december ter goedkeuring aangeboden aan de verantwoordelijke bewindslieden. De Examenregeling treedt na goedkeuring met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 in werking. • Certificaat wegens bijzondere kwaliteit van prestaties In december heeft het bestuur de criteria en procedure vastgesteld voor de beoordeling van verzoeken om toekenning van een certificaat aan personen die zich door de kwaliteit van hun prestaties in het
12
bijzonder hebben onderscheiden. Dit certificaat geeft recht op inschrijving in het architectenregister. Deze procedure komt in de plaats van de voormalige “uitzonderlijke bekwaamheidsprocedure”, waarvoor de betrokken bewindslieden verantwoordelijk waren. De criteria en procedure zijn begin 2012 voor commentaar voorgelegd aan de beroepsorganisaties en zijn met ingang van 15 maart 2012 van kracht. • Beroepservaring Het bestuur heeft zich, na ontvangst van het advies van de Projectgroep WAT in maart, in de eerste helft van 2011 georiënteerd op de wettelijke contouren van de wettelijke beroepservaringplicht en de wijze waarop door middel van de op te stellen regeling invulling kan worden gegeven aan de tweejarige beroepservaringperiode. In september heeft het bestuur zich uitgesproken over het proces dat moet leiden tot het opstellen van een eerste concept voor de regeling en de wijze waarop daarover met de ingeschrevenen in het architectenregister en alle betrokken partijen zal worden gecommuniceerd. Met ingang van 15 oktober is een externe jurist aangesteld voor het concipiëren van de regeling. Daarnaast is in het najaar de werving gestart voor een coördinator die met ingang van 1 januari 2012 verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de uitvoering van de regeling en het organiseren van het overleg- en communicatietraject rondom de beroepservaringperiode. Ten einde zicht te krijgen op de te verwachten instroom in de beroepservaringperiode (vanaf 2015) is eind 2011 opdracht verstrekt aan TNO Bouw om daarnaar een onderzoek in te stellen. De uitkomsten van dat onderzoek zijn in maart 2012 verschenen. • Bij- en nascholingsregeling In februari zijn de concept Beleidsregels omtrent passende bij- en nascholing voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten op de website gepubliceerd met het verzoek aan alle ingeschreven daarop te reageren. In april zijn de aangepaste concept beleidsregels voor commentaar aangeboden aan ambtenaren van de betrokken ministeries. Na ambtelijke instemming, zijn de beleidsregels in juni ter goedkeuring aangeboden aan de verantwoordelijke bewindslieden. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bleek niet met de beleidsregels te kunnen instemmen. Aangezien Bureau Architectenregister op grond van de Wet op de architectentitel de bevoegdheid heeft deze beleidsregels vast te stellen en hiertoe niet verplicht is, heeft het bestuur besloten, gelet op de stellingname van de minister, geen invulling te geven aan zijn bevoegdheid ter zake beleidsregels vast te stellen. Voor een verdere uiteenzetting wordt verwezen naar het hoofdstuk over bij- en nascholing (pagina 23) Organisatiewijzigingen • Bestuursreglement In 2011 zijn verschillende concepten voor het bestuursreglement in het bestuur besproken. Het bestuur heeft zich ter zake laten adviseren door een bestuurskundige van de Erasmus Universiteit. Begin 2012 is het bestuursreglement door het bestuur vastgesteld. Het reglement is inmiddels door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd. • Huisstijl/identiteit en communicatie In juli is aan De Designpolitie te Amsterdam opdracht verleend voor de ontwikkeling van een nieuwe huisstijl, de uitvoering van verschillende huisstijlmiddelen en het ontwerp van een nieuwe vormgeving voor de website. Deze werkzaamheden zijn eind 2011 afgerond. • Organisatieontwikkeling Het bestuur heeft in juni aan Timmermans Executive Search te Wateringen opdracht gegeven voor het doorlichten van de bureauorganisatie en het doen van voorstellen voor aanpassing van de organisatie met het oog op de nieuwe taken die in de gewijzigde Wet op de architectentitel aan Bureau Architectenregister zijn opgedragen. Voorstellen voor aanpassing van de organisatie worden in 2012 geëffectueerd.
13
Erkenning buitenlandse diploma’s Diploma’s behaald in een andere EU-lidstaat ¹ • Automatische erkenning van architectuurdiploma’s Ingevolge de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning beroepskwalificaties, zoals geïmplementeerd in artikel 9, eerste lid, van de Wet op de architectentitel, wordt aan houders van een in een andere EU-lidstaat door het daartoe bevoegde gezag afgegeven diploma op het gebied van architectuur op verzoek inschrijving verleend in het architectenregister, mits de desbetreffende opleiding voldoet aan de criteria van de richtlijn en het diploma is vermeld in bijlage V bij de richtlijn c.q. het diploma in het kader van “verworven rechten” staat vermeld in bijlage VI bij de richtlijn. Artikel 21 van de richtlijn spreekt in dit verband van “automatische erkenning” van opleidingstitels. In 2011 zijn 48 personen op grond van de automatische erkenning van hun diploma als architect ingeschreven in het architectenregister. •
Erkenning van diploma’s op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur en van niet automatisch te erkennen architectuurdiploma’s Bureau Architectenregister draagt op grond van de Wet op de architectentitel de verantwoordelijkheid voor het erkennen van in een andere EU-lidstaat behaalde diploma’s op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur. Een door Bureau Architectenregister erkend diploma geeft recht op inschrijving in het architectenregister. Ingevolge de artikelen 10, eerste lid, onderdeel d, 11, eerste lid, onderdeel d, en 12, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de architectentitel dient Bureau Architectenregister, alvorens te beslissen omtrent de erkenning van een dergelijk diploma, een onderzoek in te stellen met overeenkomstige toepassing van de artikelen 5 tot en met 13 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. In die artikelen van de Algemene wet zijn de artikelen 10 tot en met 15 van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties, die betrekking hebben op het “algemeen stelsel van erkenning van opleidingstitels”, geïmplementeerd. In het door Bureau Architectenregister in te stellen onderzoek dient onder meer te worden beoordeeld of het in de andere lidstaat behaalde beroepskwalificatieniveau ten minste gelijkwaardig is aan het eerste niveau onder het overeenkomstige in Nederland vereiste niveau en of er mogelijk sprake is van een verschil in duur (van ten minste één jaar) of van wezenlijke inhoudelijke verschillen tussen de opleiding die in de andere EU-lidstaat is genoten en de desbetreffende Nederlandse opleiding. Indien sprake is van een dergelijk verschil, kunnen aan verzoeker aanvullende eisen worden gesteld, zoals het afleggen van een proeve van bekwaamheid of het volgen van een aanpassingsstage. Alvorens in geval van wezenlijke inhoudelijke verschillen een aanvullende eis wordt opgelegd, dient eerst te worden nagegaan of de kennis die verzoeker tijdens zijn beroepservaring heeft verworven van dien aard is dat het wezenlijke verschil daardoor geheel of gedeeltelijk wordt ondervangen. Op deze grondslag zijn in 2011 door Bureau Architectenregister één Duits diploma op het gebied van stedenbouw, één Brits diploma op het gebied van landschapsarchitectuur en één Belgisch diploma op het gebied van interieurarchitectuur erkend. Van één houder van een Belgisch diploma op het gebied van stedenbouw en één houder van een Belgisch diploma op het gebied van interieurvormgeving werd het verzoek om erkenning met het oog op inschrijving in het architectenregister afgewezen. Artikel 9, eerste lid, onderdeel h, van de Wet op de architectentitel bevat de bepaling dat een in een andere EU-lidstaat behaald diploma op het gebied van architectuur dat niet in aanmerking komt voor automatische erkenning overeenkomstig de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties, door Bureau Architectenregister kan worden erkend, mits de diplomahouder kan worden aangemerkt als migrerend beroepsbeoefenaar en om bijzondere en uitzonderlijke redenen niet voldoet aan de opleidingseisen van artikel 46, eerste lid, van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties.
1) Onder “EU-lidstaat” wordt in deze context mede verstaan IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, alsmede Zwitserland.
14
Daartoe dient door Bureau Architectenregister met overeenkomstige toepassing van de artikelen 5 tot en met 13 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties een onderzoek te worden ingesteld dat vergelijkbaar is met het onderzoek omtrent de erkenning van diploma’s op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur. In 2011 heeft Bureau Architectenregister drie keer een dergelijk onderzoek omtrent erkenning van een diploma op het gebied van architectuur ingesteld. Het betrof diploma’s behaald in Italië (2) en Griekenland. Twee verzoeken werden positief beoordeeld, één negatief. Diploma’s behaald buiten de EU De Wet op de architectentitel voorziet in de mogelijkheid dat architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten die hun diploma in een ander land dan een EU-lidstaat hebben behaald, in het architectenregister worden ingeschreven. Voorwaarde daarvoor is dat het diploma waarmee de opleiding is afgesloten door Bureau Architectenregister is erkend. In het geval van diploma’s op het gebied van architectuur dient Bureau Architectenregister ingevolge artikel 9, eerste lid, onderdeel j, van de Wet op de architectentitel, alvorens op een verzoek om erkenning te beslissen, na te gaan of de opleiding voldoet aan de in artikel 46 van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties geformuleerde eisen voor een door de EU-lidstaten automatisch te erkennen architectuuropleiding. In het geval van diploma’s op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur dient Bureau Architectenregister ingevolge de artikelen 10, eerste lid, onderdeel f, 11, eerste lid, onderdeel f, en 12, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de architectentitel, alvorens op een verzoek om erkenning te beslissen, een onderzoek in te stellen. Op deze grondslag heeft Bureau Architectenregister in 2011 17 verzoeken om erkenning van een buiten de EU behaald diploma afgehandeld. 14 van deze verzoeken hadden betrekking op diploma’s op het gebied van de architectuur; hiervan werden er 12 erkend. De diploma’s op het gebied van de architectuur waren behaald in Argentinië, Australië, Bosnië-Herzegovina, Brazilië, Canada, Indonesië, Iran (2), Israel, Kirgizië, Taiwan, de Verenigde Staten van Amerika (2) en Zuid Korea. Verder werd één Canadees diploma op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur erkend met het oog op inschrijving in het architectenregister, terwijl twee verzoeken om erkenning van een diploma op het gebied van stedenbouw (uit Brazilië en Canada) negatief werden beoordeeld. In 2011 is sprake van een forse daling van het aantal verzoeken om erkenning van een buitenlands diploma. De belangrijkste reden hiervoor ligt in het feit dat verzoekers om erkenning van hun buitenlandse diploma ingevolge de gewijzigde Wet op de architectentitel vanaf 1 januari 2011 zelf de kosten dienen te dragen die zijn verbonden aan het onderzoek dat nodig is voor het kunnen beslissen op een verzoek. Voor een onderzoek naar een diploma behaald in een andere EU-staat dient een bedrag van € 1.000 te worden betaald, voor een diploma behaald in een ander land dan een EU-staat bedraagt het tarief € 1.500.
15
Examens Op grond van artikel 25 van de Wet op de architectentitel wordt eenmaal per jaar de gelegenheid geboden tot het afleggen van het examen voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten of interieurarchitecten. Door het met goed gevolg afleggen van dit examen kunnen personen die niet voldoen aan de bij of krachtens de Wet op de architectentitel gestelde opleidingseisen, alsnog inschrijving in het architectenregister verkrijgen. De omvang en inrichting van de examens is geregeld in het Examenbesluit Wet op de architectentitel, een door de verantwoordelijke bewindslieden vastgestelde Algemene Maatregel van Bestuur. Het examen bestaat uit twee onderdelen. In het eerste onderdeel wordt aan de hand van door de kandidaat te presenteren werk uit de vakpraktijk beoordeeld of deze beschikt over het vereiste vormgevend/ ontwerpend vermogen. Het tweede examenonderdeel bestaat uit twee delen. In het eerste deel dienen de kandidaten een scriptie te schrijven aan de hand waarvan ze door de commissie worden getoetst op historische en theoretische kennis, alsmede op inzicht in het betrokken beroep en in de rol van de beroepsbeoefenaar in de maatschappij. In het tweede deel dienen de kandidaten gedurende acht werkdagen een ontwerp te vervaardigen aan de hand waarvan de examencommissie toetst of de kandidaat beschikt over in het Examenbesluit omschreven kennis, inzicht, bekwaamheid en vaardigheid. De examens worden afgenomen door examencommissies waarvan de leden door de verantwoordelijke bewindslieden zijn benoemd. Bureau Architectenregister heeft op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet op de architectentitel de taak de examencommissies te ondersteunen. In 2011 namen de examencommissies voor het laatst het examen af op grond van het Examenbesluit. Met ingang van 2012 zal het examen plaatsvinden op grond van de door Bureau Architectenregister vastgestelde Examenregeling Wet op de architectentitel. De leden van de vier examencommissies waren met ingang van 1 januari 2008 voor een termijn van vier jaar benoemd. Hun benoemingstermijn verstreek derhalve met ingang van 31 december 2011. Examen voor architecten Aan het eerste onderdeel van het architectenexamen namen in 2011 11 kandidaten deel. Op grond van het door hen gepresenteerde werk uit hun vakpraktijk, liet de examencommissie in april 7 kandidaten toe tot het afleggen van het tweede examenonderdeel. Eén van die kandidaten gaf te kennen door omstandigheden niet in staat te zijn deel te nemen aan het tweede examenonderdeel. Eén van de kandidaten die niet tot het tweede onderdeel was toegelaten stelde tegen de beslissing van de examencommissie bezwaar in. De examencommissie heeft over de op dit bezwaar te nemen beslissing advies gevraagd aan de bezwarenadviescommissie, bestaande uit ir. R. van der Sluys (voorzitter), prof. ir. J. Brouwer en ir. P.G. Vermeulen. De bezwarenadviescommissie adviseerde de examencommissie het bezwaar niet gegrond te verklaren. De examencommissie besliste in juni conform dit advies. In dat tweede examenonderdeel, waaraan ook één kandidaat deelnam die reeds eerder het eerste examenonderdeel met goed gevolg had afgelegd, dienden de kandidaten een scriptie te schrijven over de architectuur van badhuizen en een architectonisch ontwerp te vervaardigen voor een badhuis, gericht op de zakelijke markt maar ook op toeristen en de Haagse middenklasse op een door de commissie aangewezen locatie in het centrum van Den Haag. In november voerde de commissie gesprekken met de 7 kandidaten over de door hen geschreven scriptie, hun architectuurhistorische kennis en het door hen vervaardigde architectonische ontwerp. Op grond van die gesprekken besloot de commissie aan 5 kandidaten het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd examen uit te reiken. Het aantal deelnemers aan en de resultaten van de in de jaren 2008 tot en met 2011 afgenomen architectenexamens vertonen het volgende beeld:
16
jaar
1e examenonderdeel 2e examenonderdeel geslaagd
2008
11
8
6
2009
10
8
6
2010
12
11
9
2011
11
7
5
Examen voor stedenbouwkundigen Voor deelname aan het examen voor stedenbouwkundigen 2011 meldden zich geen kandidaten aan. Het aantal deelnemers aan en de resultaten van de in de jaren 2008 tot en met 2011 afgenomen examens voor stedenbouwkundigen vertonen het volgende beeld: jaar
1e examenonderdeel 2e examenonderdeel geslaagd
2008
3
2
2
2009
3
1
1
2010
1
2
2
2011
-
-
-
Examen voor tuin- en landschapsarchitecten Het eerste onderdeel van het examen voor tuin- en landschapsarchitecten vond plaats in april. Hieraan werd deelgenomen door 8 kandidaten. De examencommissie besloot in april alle kandidaten door te laten naar het tweede examenonderdeel. Eén van deze kandidaten zag zich door omstandigheden genoodzaakt zich voor het tweede examenonderdeel terug te trekken. Daarentegen werd daaraan wel deelgenomen door een kandidaat die eerder door de examencommissie reeds was toegelaten tot het tweede examenonderdeel, maar dat door omstandigheden niet had afgelegd. In het tweede examenonderdeel schreven de 8 kandidaten een scriptie te schrijven over een door hen zelf te kiezen onderwerp en vervulden ze een ontwerp-opdracht Die opdracht omvatte het maken van een landschapsarchitectonisch plan voor een nieuwe rijksweg tussen Amsterdam en Rotterdam. Op basis van de in december met de kandidaten gevoerde gesprekken over de scriptie en het ontwerp, besloot de examencommissie dat aan 7 kandidaten het getuigschrift kon worden toegekend. De afgewezen examenkandidaat stelde tegen de beslissing van de examencommissie bezwaar in. Het aantal deelnemers aan en de resultaten van de in de jaren 2008 tot en met 2011 afgenomen examens voor tuin- en landschapsarchitecten vertonen het volgende beeld: jaar
1e examenonderdeel 2e examenonderdeel geslaagd
2008
2
1
1
2009
4
3
2
2010
3
4
4
2011
8
8
7
Examen voor interieurarchitecten Voor deelname aan het examen voor interieurarchitecten meldden zich 3 kandidaten aan. De examencommissie stelde de kandidaten in april in de gelegenheid een drietal door hen ontworpen en gerealiseerde interieurprojecten te presenteren en besloot hen op grond daarvan toe te laten tot het tweede examenonderdeel. In dit tweede onderdeel schreven de kandidaten een scriptie met als thema fusion binnen de entiteiten retail, restaurant en musea. In september dienden ze een ontwerp te vervaardigen voor de verbouw van een bestaande villa op een landgoed in de omgeving van Soest tot een exclusief restaurant met enkele hotelkamers en een woonverblijf voor de eigenaar. 17
Op grond van de in oktober met de kandidaat gevoerde gesprekken over scriptie en ontwerp, besloot de examencommissie dat aan één kandidaat het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde examen kon worden uitgereikt. De examencommissie stelde een van de twee andere kandidaten in de gelegenheid een herexamen af te leggen. Het resultaat van dit herexamen was dat de examencommissie aan de kandidaat alsnog het getuigschrift heeft toegekend. De afgewezen examenkandidaat heeft tegen de beslissing van de examencommissie bezwaar ingesteld. De examencommissie verzocht de bezwarenadviescommissie, bestaande uit de heer R.H. van der Hidde (voorzitter), mevrouw J.M.A. van Hengstum en de heer W.C.A.M.L. Vos, haar te adviseren over de op het bezwaarschrift te nemen beslissing. De bezwarencommissie adviseerde de examencommissie het bezwaar gegrond te verklaren. De examencommissie heeft op grond van dit advies in december besloten de examenkandidaat alsnog het getuigschrift toe te kennen. Mevrouw H.A. Saam, directeur van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem, ondersteunde de examenkandidaten bij het schrijven van de scriptie en stond de examencommissie voor het scriptiegedeelte van het examen als vakdeskundige bij. Het aantal deelnemers aan en de resultaten van de in de jaren 2008 tot en met 2011 afgenomen examens voor interieurarchitecten vertonen het volgende beeld: jaar
1e examenonderdeel 2e examenonderdeel geslaagd
2008
-
-
-
2009
2
1
-
2010
1
1
1
2011
3
3
3
Samenstelling examencommissies De examencommissies waren in 2011 als volgt samengesteld: •
Examencommissie voor architecten: prof. ir. L. van Duin (voorzitter), mevrouw ir. M.H. Bosse, ir. Kees van der Hoeven, ir. M.A.W. Spaan en mevrouw ir. M.A. Steigenga.
•
Examencommissie voor stedenbouwkundigen: mr. ir. E.A.M. Croonen (voorzitter), dr. ir. C.H. Doevendans, ir. P.J. Rijnaarts, mevrouw ir. P.J. Sala en mevrouw ir. H.E.M. van Vliet.
•
Examencommissie voor tuin- en landschapsarchitecten: ir. J.P.M. van Veelen (voorzitter), mevrouw dr. ir. I. Duchhart, mevrouw ing. A.Th.E. van der LaanMeijer en prof. ir. E.A.J. Luiten.
•
Examencommissie voor interieurarchitecten: mevrouw U.C. Poot (voorzitter), de heer W.A. van Straten en de heer E.A. de Vrijer.
18
Informatieverstrekking Op grond van artikel 3, derde lid, van de Wet op de architectentitel verschaft Bureau Architectenregister aan belanghebbenden informatie over de wettelijke voorschriften met betrekking tot de beroepsuitoefening van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect, over de inschrijving in het architectenregister en de wettelijke gevolgen daarvan en over de voorschriften van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties met betrekking tot de erkenning van de beroepskwalificaties van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect, Daarnaast doet Bureau Architectenregister op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet op de architectentitel aan elke verzoeker schriftelijk opgave of een persoon in het architectenregister staat ingeschreven en onder welke titel. Het verstrekken van informatie over de inhoud en reikwijdte van de Wet op de architectentitel, meer in het bijzonder over de voorwaarden voor inschrijving in het architectenregister en de gevolgen daarvan, behoort tot de standaardwerkzaamheden van alle bureaumedewerkers. Informatie hierover wordt in de regel gevraagd en verstrekt via e-mail en telefoon. Ook worden frequent vragen gesteld over de rechtmatigheid van het voeren van een bepaalde titel of (bureau)benaming, over de consequenties van het inschakelen van een niet-geregistreerde ontwerper die zich toch van de architectentitel bedient en over het auteursrecht van ontwerpers. De website van Bureau Architectenregister biedt uitvoerige informatie over de Wet op de architectentitel, de inschrijvingsprocedure, de ingeschrevenen, de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties en Bureau Architectenregister. Via de website kan een ieder nagaan of een persoon staat ingeschreven in het architectenregister en onder welke titel. Deze informatie wordt dagelijks voorzien van een update en bevat dus de actuele stand van zaken met betrekking tot de registratie. De ingeschrevenen in het architectenregister kunnen via deze website in een beveiligde omgeving zelf hun adresgegevens wijzigen, verklaringen opvragen of een verzoek doen om de inschrijving in het register door te halen. De ingeschrevenen zijn hierop in januari 2012 bij brief nog eens gewezen. Via de website kan ook het gehele architectenregister worden geraadpleegd. Alle ingeschrevenen staan hier per discipline met naam, inschrijvingsnummer en woonplaats vermeld. Regelmatig worden aan Bureau Architectenregister vragen gesteld over de toepassing van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties. Die vragen zijn veelal afkomstig van Nederlandse architecten die in een andere EU-lidstaat werkzaamheden willen verrichten en op zoek zijn naar informatie over de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen om in die staat hun werkzaamheden te mogen verrichten. Bureau Architectenregister wordt door ingeschrevenen in het architectenregister vaak gevraagd om een “geactualiseerd bewijs van inschrijving in het architectenregister” ter overlegging in het kader van bijvoorbeeld een aanbesteding, prijsvraag of toelating tot de beroepsuitoefening in het buitenland. Aangezien Bureau Architectenregister ingevolge artikel 16 van de Wet op de architectentitel de ingeschrevenen direct na ontvangst van de jaarlijkse bijdrage een bewijs van betaling (tevens bewijs in inschrijving) stuurt en dit een eenmalige handeling is, kan op aanvraag van betrokkenen geen geactualiseerd bewijs van inschrijving worden toegezonden. Om toch aan de behoefte van de ingeschrevenen te voldoen, verstrekt Bureau Architectenregister verklaringen in het Nederlands, Duits, Frans of Engels, waarin wordt bevestigd dat betrokkene staat ingeschreven in het architectenregister en onder welke titel. In 2011 werden meer dan 750 van dergelijke verklaringen verstrekt.
19
Bevoegde autoriteit Richtlijn erkenning beroepskwalificaties Bevoegde autoriteit In artikel 3 van de Wet op de architectentitel is Bureau Architectenregister aangewezen als bevoegde autoriteit voor de uitvoering van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties voor zover het de architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten betreft. Blijkens artikel 56 van de richtlijn is een bevoegde autoriteit een door de lidstaten aangewezen autoriteit of instelling die gemachtigd is bewijsstukken betreffende de opleiding of andere in de richtlijn beschreven documenten af te geven, respectievelijk aan te nemen, alsmede aanvragen te ontvangen en besluiten te nemen zoals bedoeld in de richtlijn. Bureau Architectenregister heeft blijkens artikel 3 van de wet als bevoegde autoriteit onder meer de taak om: • nauw samen te werken met de bevoegde autoriteiten van de andere EU-lidstaten; • aan die autoriteiten gegevens te verstrekken of bij die autoriteiten op te vragen inzake tuchtrechtelijke maatregelen, strafrechtelijke sancties of andere ernstige feiten omtrent een ingeschrevene in het architectenregister of een verzoeker om inschrijving die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de toegang tot of de uitoefening van werkzaamheden op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur; • aan een ingeschrevene in het architectenregister op diens verzoek afschriften te verstrekken van bij de inschrijving overgelegde documenten of een verklaring omtrent de periode waarin betrokkene geacht kan worden werkzaam te zijn geweest op zijn vakgebied; • belanghebbenden te adviseren of ondersteuning te bieden bij de uitoefening van hun rechten krachtens de richtlijn om in een andere lidstaat op het gebied van de architectuur, stedenbouw, tuinen landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur zelfstandig of in loondienst beroepswerkzaamheden te verrichten of op een van die gebieden tijdelijk en incidenteel diensten te verrichten. Hieronder volgt een overzicht van de werkzaamheden die Bureau Architectenregister in 2011 als bevoegde autoriteit heeft verricht. • Samenwerking met bevoegde autoriteiten van andere lidstaten Voor een goede uitvoering van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties is het van belang dat de bevoegde autoriteiten uit de EU-lidstaten met elkaar samenwerken en elkaar wederzijds bijstand verlenen bij de toepassing van de richtlijn. Met het oog hierop is enkele jaren geleden een netwerk opgericht van de bevoegde autoriteiten voor de architecten, het European Network of Architects Competent Authorities (ENACA). In de ENACA, waarin Bureau Architectenregister een actieve rol vervult, informeren de bevoegde autoriteiten elkaar over de in hun land vigerende toelatingsprocedures en verlenen ze elkaar bijstand bij het oplossen van problemen die zich bij de toelating tot de uitoefening van het beroep in hun land kunnen voordoen. De ENACA vormt een goed kader om het contact tussen de bevoegde architectenautoriteiten te onderhouden en te versterken en komt in de regel driemaal per jaar bijeen. In 2011 vonden de bijeenkomsten plaats in Thessaloniki, Malta en Gdansk. De ENACA is in 2011 actief betrokken geweest bij de door de Europese Commissie verrichte evaluatie van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties en bij het opstellen van een reactie op het door de Commissie gelanceerde “Groenboek” over de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties. Tevens is aandacht besteed aan het voorstel tot wijziging van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties, dat in december 2011 door de Europese Commissie is gepresenteerd. • Verstrekken van attesten, verklaringen en andere documenten Op grond van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties kunnen de bevoegde autoriteiten van ontvangende EU-lidstaten van onderdanen van andere lidstaten die in die ontvangende lidstaat werkzaamheden willen verrichten op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur, om overlegging van tal van documenten vragen. Dit kan bijvoorbeeld zijn een attest waarin wordt verklaard dat de betrokkene rechtmatig in de lidstaat van herkomst is gevestigd om er de desbetreffende werkzaamheden uit te oefenen en hem/haar geen beroepsuitoefeningsverbod is opgelegd, een bewijs omtrent opleidingstitel en andere beroepskwalificaties die in de lidstaat van herkomst zijn behaald, een bewijs omtrent beroepservaring of een verklaring omtrent de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
20
De richtlijn maakt daarbij onderscheid tussen dienstverrichting (het tijdelijk en incidenteel verrichten van beroepswerkzaamheden in een andere lidstaat dan waar men is gevestigd) en vestiging in een andere lidstaat. Dit onderscheid komt ook tot uitdrukking in de aard van de documenten die een onderdaan van een lidstaat dient te overleggen wanneer hij in een andere lidstaat werkzaamheden wil verrichten. Bij dienstverrichting mogen in principe minder documenten worden gevraagd dan bij vestiging. Bij vestiging kan bijvoorbeeld, aanvullend aan de eerder genoemde documenten, ook worden gevraagd om een bewijs dat betrokkene van goed zedelijk gedrag is of nooit failliet is gegaan en een bewijs van de financiële draagkracht van betrokkene. Bureau Architectenregister is bevoegd een aantal van de hierboven genoemde documenten af te geven. Tot de afgifte van andere documenten, zoals met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheidsverzekering, non-faillissement, “goed gedrag” of financiële draagkracht, zijn andere instanties bevoegd. In 2011 heeft Bureau Architectenregister 49 documenten als bedoeld in de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties afgegeven. De meeste hiervan werden afgegeven aan Nederlandse architecten die toegang wensten te verkrijgen tot het uitoefenen van de beroepswerkzaamheden in andere EU-lidstaten. Het ging hierbij vooral om attesten inzake opleidingstitel, beroepservaring en rechtmatige vestiging ter overlegging aan bevoegde instanties in België, Duitsland, Engeland en Frankrijk. • Ondersteuning belanghebbenden Bureau Architectenregister heeft eveneens tot taak om belanghebbenden bij de uitoefening van de door de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties verleende rechten te ondersteunen, onder meer door samenwerking met de bevoegde autoriteiten uit andere EU-lidstaten. Bureau Architectenregister heeft in 2011 enkele Nederlandse architecten ondersteund bij het oplossen van problemen die waren gerezen bij het verkrijgen van toegang tot het verrichten van architectenwerkzaamheden in België en Engeland. De ondersteuning bestond uit het verstrekken van informatie aan de desbetreffende bevoegde autoriteiten en aan het initiëren van contact tussen de betrokken Nederlandse architecten en de bevoegde autoriteit in de andere EU-lidstaat. Ook heeft overleg plaatsgevonden met de Academie van Bouwkunst te Tilburg over problemen die afgestudeerden van die Academie ondervinden bij de toelating tot de beroepsuitoefening in België. Subgroep architectuurdiploma’s Bureau Architectenregister heeft in 2011 bijstand verleend aan het Nederlandse (plaatsvervangend) lid van de subgroep architectuurdiploma’s van de coördinatorengroep erkenning beroepskwalificaties. Ter ondersteuning van dit lid heeft een bureaumedewerker in februari en december vergaderingen van de subgroep in Brussel bijgewoond. De ondersteuning bestaat uit het verzamelen en doorgeleiden van relevante informatie omtrent de door de subgroep te beoordelen architectuurdiploma’s die door de lidstaten zijn genotificeerd en het verstekken van advies omtrent de besluitvorming over die diploma’s. De betrokken bureaumedewerker informeert en adviseert het Atelier Rijksbouwmeester over de aangelegenheden die in de subgroep aan de orde komen of daarmee samenhangen. Architects Council of Europe Bureau Architectenregister is te samen met de BNA lid van de Architects Council of Europe (ACE), het Europese platform van architectenorganisaties en –registers uit alle EU-lidstaten. De ACE behartigt de belangen van ruim 500.000 architecten in de EU, onder meer bij de Europese instellingen in Brussel, bijvoorbeeld waar het betreft de totstandkoming of aanpassing van regelgeving die van invloed kan zijn op de positie van de architecten in de EU.
21
Titelbescherming Inleiding Op grond van artikel 23, eerste lid, van de Wet op de architectentitel zijn slechts degenen die als architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect staan ingeschreven in het architectenregister gerechtigd de desbetreffende titel te voeren. Hetzelfde geldt voor het voeren van afkortingen en woordsamenstellingen (met afkortingen) van deze titels. In artikel 23, tweede lid, van de wet is aan Bureau Architectenregister de bevoegdheid toegekend om in rechte tegen onrechtmatig titelgebruik op te treden. In 2011 heeft Bureau Architectenregister vele onrechtmatige titelgebruikers aangeschreven. In de regel wordt degene die onrechtmatig een door de wet beschermde titel voert, eerst door Bureau Architectenregister in de gelegenheid gesteld zich vrijwillig aan de wet te conformeren. Indien blijkt dat het onrechtmatig gebruik van de titel wordt voortgezet, kan Bureau Architectenregister besluiten een gerechtelijke procedure te starten. Aan een door de rechter opgelegd verbod tot het staken van het titelgebruik kan een dwangsom worden verbonden die wordt verbeurd als een persoon na een gerechtelijk verbod doorgaat met het voeren van de titel. In dat geval geeft Bureau Architectenregister een deurwaarder opdracht over te gaan tot inning van de aldus verbeurde dwangsommen. De meeste personen die in 2011 zijn aangeschreven hebben zich, na enig aandringen van de kant van Bureau Architectenregister, aan de Wet op de architectentitel geconformeerd. Procedures Op 18 november 2010 had de kantonrechter te Eindhoven de heer V. te V., die zich onrechtmatig bediende van de titel interieurarchitect, bevolen zich te onthouden van het gebruik van die titel, met oplegging van een dwangsom van € 100 per dag tot een maximum van € 10.000. Nadat het vonnis was gewezen, bleek dat het verkeerd te naam was gesteld. Op initiatief van Bureau Architectenregister heeft dit op 17 januari 2011 geleid tot een correctievonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. Gewijzigde Wet op de architectentitel De Wet op de architectentitel is met ingang van 1 januari 2011 gewijzigd. Vóór die datum bevatte de wet geen bepalingen over titelgebruik door bureaus. Het gevolg daarvan was dat de Stichting bureau architectenregister een aantal gerechtelijke procedures heeft moeten voeren omtrent de rechtsvraag of en onder welke voorwaarden een bureau een van de door de wet beschermde titels in de bureaunaam mag voeren. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 15 december 2000 bepaald dat een rechtspersoon in haar naam de architectentitel mag voeren, indien de bouwkundige werkzaamheden van dat bureau door of onder feitelijke leiding van een architect worden uitgevoerd. De stellingname van de Stichting bureau architectenregister dat ten minste de helft van het bestuur van een bureau moet staan ingeschreven om de architectentitel te mogen voeren, was door de Hoge Raad afgewezen met de overweging dat deze stellingname niet tot de Wet op de architectentitel te herleiden was. Deze lacune in de Wet op de architectentitel is nu gerepareerd door artikel 23a. In het eerste lid van dat artikel staat dat een bureau dat werkzaam is op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur in of bij zijn naam de architectentitel mag voeren als ten minste de helft van de bestuurders onder de desbetreffende titel staat ingeschreven in het architectenregister. In het tweede lid van dat artikel is de uit de jurisprudentie afkomstige norm overgenomen dat een zich architectenbureau noemend bureau slechts gerechtigd is in of bij zijn naam de architectentitel te combineren met de naam van een natuurlijk persoon als die persoon gerechtigd is de desbetreffende titel te voeren. Deze nieuwe wettelijke bepalingen scheppen enerzijds duidelijkheid en vereenvoudigen de controlemogelijkheden voor Bureau Architectenregister. Anderzijds roepen de bepalingen ook weer interpretatiegeschillen op. Zo zijn er bijvoorbeeld bureaus die werkzaam zijn op het gebied van verschillende registerdisciplines of multinationale ondernemingen die werkzaam zijn op een breed gebied waaronder architectuur en waaraan meerdere ingeschrevenen zijn verbonden, maar die niet een bestuur hebben waarvan ten minste de helft van de leden voor de desbetreffende discipline staat ingeschreven in het architectenregister. Het laat zich voorzien dat de toepassing van de wettelijke bepalingen door Bureau Architectenregister in bepaalde gevallen tot nieuwe gerechtelijke procedures kan leiden.
22
Bij- en nascholing Sinds 15 juli 2008 zijn degenen die als architect staan ingeschreven in het architectenregister op grond van de Wet op de architectentitel verplicht om door middel van bij- en nascholing de ontwikkelingen op hun vakgebied bij te houden in ten minste 16 uur per jaar. De wet stelt de architect zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan deze verplichting. De naleving van de verplichting kan niet worden gecontroleerd; er staan geen sancties op het niet naleven van de verplichting. Aan de Stichting bureau architectenregister was in de wet de bevoegdheid toegekend “kwalitatieve beleidsregels” vast te stellen ter zake van passende bij- en nascholing. Ter uitvoering van die bevoegdheid heeft de Stichting bureau architectenregister in 2008 de Regeling bij- en nascholing architecten opgesteld, die op 1 januari 2009 in werking is getreden. In die regeling was aangegeven welke activiteiten als bij- en nascholing zijn aan te merken en wanneer die activiteiten als passend in de zin van de wet kunnen worden gezien. Als gevolg van de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet op de architectentitel is de Regeling bij- en nascholing architecten met ingang van 1 januari 2011 vervallen. Op grond van de gewijzigde Wet op de architectentitel geldt dezelfde bij- en nascholingsplicht vanaf 1 januari 2011 ook voor degenen die als stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect staan ingeschreven in het architectenregister. De gewijzigde wet geeft Bureau Architectenregister de bevoegdheid voor alle vier de disciplines kwalitatieve beleidsregels vast te stellen ter zake van passende bij- en nascholing. Op verzoek van de projectgroep WAT heeft een werkgroep onder voorzitterschap van prof. dr. N.J.M. Nelissen hierover een advies uitgebracht. Op grond van dit advies heeft Bureau Architectenregister concept beleidsregels ter zake van passende bij- en nascholing voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten opgesteld. Dit concept is, nadat alle ingeschrevenen in het architectenregister in de gelegenheid zijn gesteld daarop te reageren, in april voor commentaar aangeboden aan ambtenaren van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Na de ambtelijke instemming, zijn de beleidsregels in juni ter goedkeuring voorgelegd aan de drie betrokken bewindslieden. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in juli met de regels ingestemd. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bleek evenwel niet met de beleidsregels te kunnen instemmen. Het bestuur heeft zich vervolgens beraden over de vraag of het, gelet op de stellingname van de Minister, opportuun moest worden geacht invulling te geven aan de bevoegdheid kwalitatieve beleidsregels ter zake van passende bij- en nascholing te geven. Het bestuur heeft uiteindelijk besloten af te zien van het geven van die regels, onder meer omdat ze naar de mening van het bestuur niet kunnen bijdragen aan een effectieve regeling van de in de wet slechts summier vastgelegde bij- en nascholingsverplichting. Om de ingeschrevenen te helpen bij het maken van een keuze omtrent te volgen bij- en nascholing, staat op de website van Bureau Architectenregister een aanbod van passende bij- en nascholingsactiviteiten dat voortdurend wordt geactualiseerd. Op die website kunnen aanbieders, mits ze voldoen aan daaraan door Bureau Architectenregister gestelde voorwaarden, hun bij- en nascholingsactiviteiten zelf op de website (laten) plaatsen. Ondanks het feit dat de bij- en nascholingsplicht reeds enige tijd geldt (voor architecten meer dan drie jaar), heeft Bureau Architectenregister de indruk dat ingeschrevenen zich niet altijd bewust zijn van hun verplichting zich bij- en na te scholen. Bij veel ingeschrevenen blijkt, ondanks de informatie van Bureau Architectenregister en de positieve aandacht die door de beroepsorganisaties aan de bij- en nascholing wordt besteed, onduidelijkheid te bestaan over de inhoud van de verplichting en over de vraag of en wanneer een bepaalde activiteit als “passende bij- en nascholing” kan worden aangemerkt. De deelname van ingeschrevenen aan het georganiseerde aanbod van bij- en nascholingsactiviteiten, met name cursussen, blijft achter bij de verwachtingen van de aanbieders. Vooral ingeschrevenen met kleinere bureaus of eenmanszaken hebben moeite aan de bij- en nascholingsplicht te voldoen. Dit heeft niet alleen te maken met een gebrek aan tijd, maar ook met de kosten die veelal gemoeid zijn met het deelnemen aan bij- en nascholingsactiviteiten. De economische crisis is hier mede debet aan.
23
Bestuur Samenstelling Op grond van artikel 5 van de gewijzigde Wet op de architectentitel heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu met ingang van 1 januari 2011 mevrouw drs. A.M.E. de Vries MRE voor een periode van vier jaar benoemd tot voorzitter en de heren ir. H.J. Döll en ir. H. Post voor dezelfde periode tot leden van het bestuur van Bureau Architectenregister. De benoeming van de heer Post vond plaats op gezamenlijke voordracht van de beroepsorganisaties. De heer Döll is bestuurslid vanuit de kring van de ingeschrevenen die geen lid zijn van een beroepsorganisatie. Op 25 januari vond ten kantore van Bureau Architectenregister in aanwezigheid van onder meer de Rijksbouwmeester, mevrouw ir. E.M. van der Pol, en de voorzitter van de Projectgroep WAT, de heer ir. K. Rijnboutt, de bestuursoverdracht plaats. Binnen het bestuur werd de heer Post in 2011 aangewezen als secretaris en als woordvoerder namens het bestuur in de contacten met de beroepsorganisaties. De heer Döll werd aangewezen als penningmeester. Mevrouw De Vries zag zich wegens het aanvaarden van een andere functie genoodzaakt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontslag te vragen als voorzitter van het bestuur van Bureau Architectenregister. Dit ontslag werd haar met ingang van 1 november 2011 verleend. Met ingang van 1 december 2011 werd mevrouw drs. A. Rijckenberg als nieuwe voorzitter van het bestuur van Bureau Architectenregister benoemd. Werkzaamheden Het bestuur van Bureau Architectenregister is in 2011 negentien keer in vergadering bijeengeweest, waarvan twee keer, tijdens de vacature voor het voorzitterschap, buiten aanwezigheid van de voorzitter. Tijdens de bestuursvergaderingen kwamen tal van onderwerpen aan de orde. De belangrijkste daarvan waren de gevolgen van de transitie van Stichting bureau architectenregister naar Bureau Architectenregister, de adviezen van en contacten met de Projectgroep WAT, de vormgeving van een nieuwe huisstijl en vernieuwing van de website, de organisatieontwikkeling en het personeelsbeleid, het communicatiebeleid, het beleid ten aanzien van de effectuering van de titelbescherming, de vervulling van de vacature voor het voorzitterschap en de (consequenties van het voorstel tot) wijziging van de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties. Veel aandacht ging uit naar de implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel, met name naar de voorbereiding van de regeling omtrent de tweejarige beroepservaringperiode, de regeling omtrent inschrijving in het architectenregister onder een andere titel, de regeling van de architectenexamens, de criteria voor verlening van een certificaat wegens de uitzonderlijke kwaliteit van geleverde prestaties, het bestuursreglement en de bij- en nascholingsregeling voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Verder kwamen in de bestuursvergaderingen de reguliere onderwerpen aan de orde, zoals de financiële, organisatorische en personele aangelegenheden van het bureau, het jaarverslag en de jaarrekening, de begrotingen voor 2011 en 2012, de begroting voor de werkzaamheden ter implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel en de verantwoording over de besteding van het daarvoor door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde budget. Overleg Door het bestuur dan wel de bestuursleden is in 2011 overlegd met onder andere de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die verantwoordelijk is voor het toezicht op Bureau Architectenregister, de Rijksbouwmeester en medewerkers van het Atelier Rijksbouwmeester, de voorzitter van de Projectgroep WAT, de besturen van de vier beroepsorganisaties en met tal van personen en vertegenwoordigers van verschillende organisaties en onderwijsinstellingen. Een belangrijk gespreksthema was de voorbereiding van de invulling van tweejarige beroepservaringperiode en de consequenties daarvan voor het beroepsveld en het onderwijs.
24
Bedrijfsvoering Doelstellingen Bureau Architectenregister is een zelfstandig bestuursorgaan op publiekrechtelijke grondslag en heeft tot taak de hem bij de Wet op de architectentitel opgedragen en daarmee samenhangende werkzaamheden efficiënt en tegen zo laag mogelijke kosten uit te voeren. Bureau Architectenregister streeft daarbij naar transparantie naar degenen jegens wie ze als zelfstandig bestuursorgaan “met openbaar gezag is bekleed”, in het bijzonder de ingeschrevenen in het architectenregister en zij die daarin ingeschreven willen worden, en naar het onderhouden van goede betrekkingen met de bij de uitvoering van de wet betrokken ministeries, de beroepsorganisaties van architecten (BNA), stedenbouwkundigen (BNSP), tuin- en landschapsarchitecten (NVTL) en interieurarchitecten (BNI) en andere relevante organisaties en instellingen in het werkveld. Het zwaartepunt van de werkzaamheden ligt in het verrichten van inschrijvingen in en het beheren van het architectenregister. Om de effectiviteit van de wettelijke bescherming van de architectentitel te waarborgen, voert Bureau Architectenregister een actief beleid ten aanzien van het tegengaan van het onrechtmatig gebruik van de architectentitel. Hiertoe behoort het verrichten van inspecties om te controleren of geen onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van de architectentitel. De “achterban” speelt hierbij ook een rol: met regelmaat wordt Bureau Architectenregister door ingeschrevenen in het register (en anderen) geïnformeerd over het (al dan niet vermeend) onrechtmatig voeren van de architectentitel door personen in hun omgeving. Werkomgeving De werkomgeving van Bureau Architectenregister bestaat op nationaal niveau uit de ingeschrevenen in het architectenregister en degenen die daarin ingeschreven willen worden, de beroepsorganisaties, de onderwijsinstellingen die opleidingen aanbieden waarvan het diploma toegang geeft tot het architectenregister (Universiteiten, Academies van Bouwkunst en Academies voor Beeldende Kunsten), de bij de uitvoering van de Wet op de architectentitel betrokken ministeries en andere relevante organisaties en instellingen. Met de beroepsorganisaties wordt periodiek bestuurlijk overleg gepleegd. De betrekkingen met de onderwijsinstellingen zijn niet geformaliseerd en vinden op ad hoc basis plaats. Met de Rijksbouwmeester en ambtenaren van diens Atelier heeft in 2011 overleg plaatsgevonden over onderwerpen die de uitvoering van de Wet op de architectentitel en de Richtlijn erkenning beroepskwalificaties betreffen. Met ambtenaren die binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belast met het toezicht op Bureau Architectenregister heeft in 2011 overleg plaatsgevonden over onder meer de jaarstukken en de begroting. Op internationaal niveau onderhoudt Bureau Architectenregister contacten met registerorganisaties en vergelijkbare organisaties uit andere EU-lidstaten. Het lidmaatschap van de Architects Council of Europe (ACE) en de participatie in het European Network of Architects Competent Authorities (ENACA) draagt hier in belangrijke mate aan bij. Personeel en organisatie Bureau Architectenregister telde aan het eind van 2011 zeven personeelsleden, met inbegrip van een jurist die medio oktober voor de duur van één jaar is aangetrokken voor het beroepservaringproject. De formatie van het bureau telde in 2011 gemiddeld 5,4 fte. Op grond van artikel III van de Wet tot wijziging van de Wet op de architectentitel van 4 maart 2010 zijn de medewerkers van Bureau Architectenregister die voor 1 januari 2011 werkzaam waren bij de Stichting bureau architectenregister met ingang van 1 januari 2011 van rechtswege overgegaan naar Bureau Architectenregister, waarbij de met de Stichting bureau architectenregister gesloten arbeidsovereenkomst is vervangen door een ambtelijke aanstelling. Ingevolge artikel III van eerder genoemde wet zijn de voor rijksambtenaren geldende rechtspositiebesluiten, waaronder het ARAR, niet van toepassing op de zittende medewerkers. De overgang van de zittende personeelsleden heeft volgens artikel III plaatsgevonden met een rechtspositie die als geheel ten minste gelijkwaardig is aan die welke voor ieder van hen gold bij de Stichting bureau architectenregister. Op medewerkers die vanaf 1 januari 2011 bij Bureau Architectenregister worden aangesteld, zijn de rechtspositiebesluiten die gelden voor rijksambtenaren integraal van toepassing.
25
De reguliere werkzaamheden van het bureau zijn verdeeld in een aantal clusters: registratie, archiefbeheer en -beleid; bij- en nascholing en website; erkenning buitenlandse diploma’s en Europese aangelegenheden; automatisering; financiële aangelegenheden; effectuering titelbescherming. De verdeling in clusters neemt niet weg dat de werkzaamheden elkaar gedeeltelijk overlappen. Door de relatief geringe omvang van de organisatie dienen de medewerkers bij ziekte of langdurige afwezigheid van een van hen, de desbetreffende werkzaamheden tijdelijk over te nemen. De functie van de directeur wordt bij diens afwezigheid waargenomen door een van de medewerkers. Naast het verrichten van de bij zijn functie behorende werkzaamheden, fungeerde de directeur in 2011 qualitate qua als secretaris van de examencommissies voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Naast het “reguliere” werk werden in 2011 vele werkzaamheden verricht in het kader van de implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel. Deze werkzaamheden omvatten onder meer: de voorbereiding van het bestuursreglement (artikel 6 van de Wet op de architectentitel); de voorbereiding van de criteria voor de beoordeling van een verzoek om toekenning van een certificaat aan een persoon die zich door de kwaliteit van zijn prestaties in het bijzonder heeft onderscheiden (artikel 12a, eerste lid, van de Wet op de architectentitel); de voorbereiding van de nadere eisen waaraan een ingeschrevene moet voldoen om ook onder een andere titel te worden ingeschreven in het architectenregister (artikel 12a, tweede lid, van de Wet op de architectentitel); de voorbereiding van de regels met betrekking tot de examens voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten (artikel 12b, derde lid, van de Wet op de architectentitel); de voorbereiding van de regels met betrekking tot de tweejarige beroepservaringperiode (artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; de voorbereiding van kwalitatieve beleidsregels ter zake van passende bij- en nascholing voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten (artikel 27a, derde lid, van de Wet op de architectentitel). Deze voorbereidende werkzaamheden werden door bureaumedewerkers vanuit verschillende clusters verricht. Tussen de directeur en de medewerkers heeft ook in 2011 periodiek overleg plaatsgevonden over het verloop van de werkzaamheden en de effectuering van de beleidsdoelstellingen. Eenmaal per jaar voert de directeur met elk van de medewerkers een functioneringsgesprek waarin onderwerpen als arbeidsproductiviteit, tevredenheid over het werk en de arbeidsomstandigheden, perspectieven, ontplooiingsmogelijkheden, onderlinge relaties en integriteit op de werkvloer aan de orde komen. Het bureau van Bureau Architectenregister was in 2011 als volgt samengesteld: dr. H.A. Groeneveld, directeur; mevr. ir. L. Bliek; drs. R.C. van der Elst; dhr. C. Heijna; mevr. I. Holtman; mevr. J.M. Eversteijn (vanaf 1 oktober 2011); mevr. mr. I.N. Kwak (beroepservaring; vanaf 15 oktober 2011). Publiciteit/communicatie In april verscheen een Nieuwsbrief die aan alle ingeschrevenen in het architectenregister is gezonden. In die Nieuwsbrief, een gezamenlijke uitgave van de projectgroep WAT en Bureau Architectenregister, werd informatie verstrekt over het aantreden van het nieuwe bestuur, de afronding van de werkzaamheden van de projectgroep WAT en de belangrijkste veranderingen als gevolg van de op 1 januari 2011 in werking getreden gewijzigde Wet op de architectentitel.
26
Via de website is in 2011 voortdurend informatie verstrekt over de stand van zaken met betrekking tot de door Bureau Architectenregister vast te stellen regelingen inzake onder meer de bij- en nascholing, inschrijving onder een andere titel en de examens. De ingeschrevenen in het architectenregister werden daarbij opgeroepen op de concepten van die regelingen te reageren. In 2011 is de website vernieuwd en aangepast aan de nieuwe huisstijl van Bureau Architectenregister. De vernieuwde website ging eind van 2011 on line. De op de website aangeboden informatie en functionaliteiten zijn reeds beschreven in het hoofdstuk “Informatieverstrekking” (pagina 19). Klachten, bezwaarschriften en procedures Bureau Architectenregister heeft in 2011 geen schriftelijke klachten over zijn taakuitvoering ontvangen. Wel komen er soms klachten binnen die niet het functioneren van Bureau Architectenregister betreffen, bijvoorbeeld over de Wet op de architectentitel of het feit dat men elk jaar moet betalen om ingeschreven te staan in het architectenregister. Omdat er vrijwel geen schriftelijke klachten over het handelen van Bureau Architectenregister binnenkomen, is er geen klachtenregeling opgesteld; in voorkomende gevallen beslist het bestuur over een klacht omtrent het handelen van het bureau. Ingevolge het nieuwe bestuursreglement zal in 2012 een klachtenregeling worden opgesteld. In 2011 heeft Bureau Architectenregister één bezwaarschrift ontvangen. Dit had betrekking op de nieterkenning van een in het buitenland behaald diploma op het gebied van de architectuur. De afhandeling van dit bezwaarschrift vindt in 2012 plaats. Sinds december 2010 is bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroep aanhangig tegen de beslissing van het bestuur van de Stichting bureau architectenregister d.d. 1 november 2010 houdende ongegrondverklaring van een bezwaarschrift dat was ingediend tegen de niet-erkenning van een in het buitenland behaald diploma. Voor zover bekend, zijn in 2011 geen procedures tegen Bureau Architectenregister ingesteld bij de Nationale Ombudsman. Archiefbeheer In 2011 heeft overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van de Erfgoedinspectie over de naleving door Bureau Architectenregister van de archiefwettelijke eisen voor een goed archiefbeheer. In dat overleg is vastgesteld dat sprake is van een achterstand in het opstellen van de ingevolge de Archiefwet vereiste regelingen en regels. Bureau Architectenregister zet in 2012 de vaststellingsprocedure voor de selectielijst in gang. In deze selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen en dienen de termijnen te worden aangegeven na het verstrijken waarvan de te vernietigen bestanden moeten zijn vernietigd. Ook dienen beheersregels voor het archiefbeheer te worden opgesteld. In het verslagjaar heeft de Erfgoedinspectie bij Bureau Architectenregister een inspectie verricht naar de duurzame toegankelijkheid van de digitale informatie. Duurzaamheid Zelfstandige bestuursorganen dienen in hun jaarstukken aan te geven in welke mate zij de door de rijksoverheid vastgestelde duurzaamheidscriteria bij hun inkopen hebben toegepast. Het inkoopbeleid van Bureau Architectenregister is, als gevolg van de relatief geringe omvang van de organisatie, beperkt tot de aanschaf van kantoorartikelen, papier, kantoormeubilair en levensmiddelen. Bij de aanschaf van die artikelen worden de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de opgestelde duurzaamheidscriteria ter harte genomen. Aankoop van computers en reproductieapparatuur vindt slechts in beperkte mate plaats. Ook daarbij wordt gelet op de uitgangspunten van de duurzaamheidscriteria die door het kabinet zijn geformuleerd.
27
Financiën Het totaal van de baten van Bureau Architectenregister bedroeg in 2011 € 1.248.247. Hierbij is inbegrepen een bedrag van € 323.477 dat in 2011 is besteed door de Projectgroep WAT en door Bureau Architectenregister aan werkzaamheden ter implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel. Bureau Architectenregister heeft voor het implementeren van de gewijzigde Wet op de architectentitel in 2011 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een budget ontvangen van in totaal € 349.000. Het restant van dit budget is opgenomen in de balans per 31 december 2011. De werkzaamheden van de projectgroep WAT zijn in april 2011 afgerond. De belangrijkste bron van inkomsten waren de jaarlijkse bijdragen (€ 737.675). De jaarlijkse bijdrage was in 2011 met instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wederom vastgesteld op € 55. Ingeschrevenen die lid zijn van een beroepsorganisatie ontvangen 20% korting op de jaarlijkse bijdrage, mits de beroepsorganisatie de bijdragen voor hun leden collectief aan Bureau Architectenregister afdraagt. Het totaal van de kosten van Bureau Architectenregister bedroeg in 2011 € 1.114.771. Hierbij zijn de kosten van de Projectorganisatie WAT en de implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel (€ 323.477) inbegrepen. De belangrijkste kostenposten van Bureau Architectenregister waren in 2011 de personeelskosten (€ 394.285), de huisvestingskosten (€ 78.820), de kantoorkosten met inbegrip van de publiciteitskosten (€ 64.109) en de bestuurskosten (€ 92.996). In vergelijking met 2011 zijn de baten met € 96.984 gestegen. Deze stijging is vooral te danken aan een hogere besteding van het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel toegekende budget (€ 87.190). Indien het aan de implementatie bestede deel van het van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontvangen budget buiten beschouwing wordt gelaten, zijn de baten ten opzichte van 2010 met 1% gestegen. De kosten zijn ten opzichte van 2010 met € 100.562 gestegen. Laat men hierbij de kosten voortvloeiend uit de implementatie van de gewijzigde Wet op de architectentitel buiten beschouwing, dan zijn de exploitatiekosten van Bureau Architectenregister ten opzichte van 2010 met 2% gedaald. Deze daling vloeit voornamelijk voort uit lagere personeelskosten (€ - 58.297) en lagere kosten voor representatie en publiciteit (€ - 15.409). Een en ander heeft ertoe geleid dat 2011 met een batig saldo van € 133.476 is afgesloten. Over 2010 bedroeg het resultaat € 137.054. Het batig saldo over 2011 is in het boekjaar 2012 toegevoegd aan de egalisatiereserve van Bureau Architectenregister. Het eigen vermogen van Bureau Architectenregister bedraagt per 31 december 2011 € 781.923. Een deel van het vermogen is belegd in obligaties. Ingevolge het Beleggingsstatuut hanteert de SBA een behoudend beleggingsbeleid met een zo laag mogelijk risico. Ten laste van het eigen vermogen zijn bestemmingsreserves gevormd voor in totaal € 220.000, bestemd voor onder meer de communicatie en public relations, verbetering van de huisvesting en inventaris, aanpassing van het archief en het verrichten van een brancheonderzoek, te besteden in 2012 en 2013. Ingevolge de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) dienen instellingen die overwegend uit publieke middelen zijn gefinancierd jaarlijks de beloning per individuele functionaris met wie een formele arbeidsrelatie bestaat op functienaam te publiceren indien deze beloning meer bedraagt dan het vastgestelde gemiddelde ministersalaris, voor 2011 vastgesteld op € 193.000. De beloningen van de bestuursleden en medewerkers van Bureau Architectenregister vielen in 2011 alle onder dit normbedrag. In de bij dit Jaarverslag behorende Jaarrekening zijn de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 opgenomen, alsmede de door AREP Accountants te Rotterdam op 18 april 2012 afgegeven controleverklaring bij de Jaarrekening. Voor een verdere uiteenzetting van de financiën van Bureau Architectenregister in 2011 wordt naar die Jaarrekening verwezen.
28